J1IDDELBIMGSCHE COURANT. N°. 163 141s Jaargang. 1898. Donderdag 14 Juli. -n—j*. ui.i_3£saai Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor allo plaatsen in Nederland franco p.p., f Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer Middelburg 13 Juli 8 u. vm. 59 gr. 12 n 59 gr., tv. 4 o. 56 gr. P. Verw. N. W. wind, buiig. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór èè*i uur aan het bureau bezorgd zijn. Advertentiën20 cent per regel. Geboorte- dood- en allo andere familieberichten en Dankbetuigingen van 1—7 regols 1.50; elke rogel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel. Grooto lettors naar do plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis »an het bureau te bekomen. Agenten; Te 's GravenhageDe Gebr. Belinfante te Amsterdam.A. de La Mar Azn. Bij deze courant behoort een Bijvoegsel. Middelburg 13 Juli. Ter ernstige overweging voor zijne partijgenooten is zeker wel geschikt het woord, door dr A. W. Bronsveld in zijn jongste kroniek in de Stemmen voor Waarheid en Vrede geschreven. Het betreft de houding van jhr mr A. F. de Savornin Lohman en van leden van den Christelijken-Historischen Bond bij de jongste staten-verkiezingen. De eerste, wiens aandeel in de kerkelijke revolutie, waarover hij nooit eenig leedwezen betuigde, men niet vergeten mag, heeft omzijn advies tot samengaan met Rome het ridderkruis van den H. Gregorius verdiend. In diens af zonderlijk optreden heeft dr Bronsveld nooit iets verblijdends gezien; en diens houding op politiek terrein vond hij dubbelzinnig. Jonkheer De Savornin Lohman moge, omdat hij heet „tegen Kuyper" te zijn, in de oogen van vele hervormden een gewenscht bondgenoot, dr. Bronsveld ziet in hem en de zijnen zijn be sliste tegenstanders. De zegepraal der antire- volntionnairen in Zuid-Holland is voor een groot deel te wijten aan het opruien door de Neder landerhet orgaan van den Goeschen afgevaar digde. Mr Lohman is en doet op politiek ge bied, wat dr Hoedemaker doet op kerkelijk terrein. Zij bederven den toestand door val- sche leuzen. Het doet ons genoegen, dat dr Bronsveld daarop nog eens wijst; en hetgeen hij verder schrijft is grootendeels geheel in overeenstem ming met hetgeen wij meermalen opmerkten. Wat de christelijk-historischen betreft, dat er waren, zoo weiDig beginselvast om mee te werken tot aanzienlijke vermeerdering van de macht enden moed der anti-revolutionnairen, dat christelijk-historischen, ,by v. den heer Hovy, een der vurigste doleerenden en anti-revolu tionnairen, hielpen kiezen tot lid van de Staten, met behulp van de RoomscheD, dat alles vindt de kroniekschrijver beschamend en om wan hopig te worden. Men deed dit omdat men de liberalen nog gevaarlijker vindt. Is dit zoo vraagt dr Bronsveld. Zouden de liberalen nog veel gevaarlijker zijn Zijn de liberalen dan sinds Juni 1897 zoo veranderd, dat men nu de anti-liberalen en „gereformeer den" boven hen verkiest, en zelfs der Room- schen macht helpt versterken En als antwoord schrijft hij het volgende: Hebben wij nu niet de invoering verkregen van den persoonlijken dienstplicht? Gaf de regeering daarbij geen teekenen van een voor komendheid, welke eer te groot dan te gering was Draagt zij geen goed hart aan de zen ding toe? Nam de Tweede kamer niet het verzoek om nren voor godsdienstonderwijs op middelbare scholen en gymnasiën in overweging? Heeft dit ministerie éen daad van vijandschap verricht tegen kerk of godsdienst Wij kun nen haar niet ontdekken. De regeering hield getrouw haar beloften, bij haar optreden af gelegd, en diende ook een wetsontwerp in op den leerplicht. Hierin vond men een stok om de liberalen te slaan. 't Bewijst dat men zich heeft laten brengen in een toestand van opwinding en overprikkeling. Dr Bronsveld vindt leerplicht een kwaad, maar een noodzakelijk kwaad. Het huidig wetsontwerp zal worden gewijzigd, misschien wel door den minister zelf. Wij willen er naar vermogen toe nu werken zoo schrijft hij verder dat wij een goede wet bekomen op den leerplicht. Dat is onze plicht als goede burgers en als christenen. Wij doen er niet aan meê, uit deze materie een wapen te smeden tegen dit ministerie. Wij zonden zulk een politieke machinatie altijd onoprecht, en dus ongeoor loofd achtenmaar wij verzetten er ons in de gegeven omstandigheden tegen met dubbele kracht. Meent men, dat wij er toe zullen dewerken, dat ons land wordt overgeleverd aan mannen als mr Titus van Asch van Wijck, mr Godin de Beaufort, en de »gereformeerde" anti-revolutionnairen, en de vrij-anti-revoluti- onnairen met de roomschen in verbond Meent men, dat onze protestantsche vrijheden, dat ons protestantsch karakter, dat de positie van onze vaderlandsche kerk, dat het bestaan van onze oude universiteiten, in éen woord, dat onze dierbaarste bezittingen veilig zouden zijn in de handen van deze coalitie? Hebben wij dan aan éen „christelijk", d. w. z. roomsch minis terie niet genoeg gehad? God verhoede, dat onze jonge koningin wel dra haar troon zie omringd door jezuïeten, door doleerenden en hun genooten. En men heeft in Juni daartoe meegewerkt. De liberalen hebben zich blind gestaard op de neutrale school, de voorstanders van scholen met den bijbel doen het daarop. De schrijver waarschuwt met ernst, dat er andere belangen bestaan. Hij vreest inderdaad minder kwaad voor ons volk van een liberale, dan van een dusgenaamd christelijke regeering, „dusge naamd", omdat een fusie van gereformeerden en roomschen óf roomsch, óf gedrochtelijk zal zijn, maar vooral roomsch. En ons volk is nog te goed, om onder de macht der bisschoppen te komen. Maar de liberalen mogen ernstig toezien, dat hun partij, door geen rekening te houden met den kerkelijken en godsdienstigen, echtprotes- tantschen zin van de meerderheid onzer natie, daaraan te gronde zal gaan. De christelijk-historischen hebben hen ge steund, om de gevreesde overmacht van Rome af te wenden, maar niet om hun een vrijbrief te geven tot het invoeren van onchristelijke, socialistische maatregelen en wetten. Niets dwingt de liberalen daartoe. Het liberalisme behoeft niet ongodsdienstig en antikerkelijk te zijn. Anti-clericaal mag het wezen, maar niet anti-christelijk. Wij hebben genoeg van het doctrinaire liber alisme, en zien uit naar een regeering, die den godsdienstzin der natie eert, en niet uit politiek, maar uit behoefte voorgaat in het eeren van den hoogen God. Wat is het al langgeleden, dat de edele Agénor de Gasparin sprak van le libéralisme nouveau. Ons gedurig gebed is, dat God ons land behoede voor de zegepraal van Rome, van de partij der antirevolutionnai- ren, en van mannen, wier streven is gekant tegen hetgeen ons volk, zoolang het bestaat heilig en dierbaar is geweest boven alles." En dsn nog: op welke manier deed men dat? Wij hebben daarvan het ome reeds gezegd en over de f*ktjek in deze licht doen opgasn! Red. NADER BEVESTIGD. Ook de heer D. Breesnee te Nieuwe Tonge heeft in een schrijven in de N. R. Crtbedankt voor de candidatuur der Provinciale Staten in het district Brielle. Uit dit schrijven blijkt zegt genoemd blad, dat de heer Breesnee in elk geval de treurige rol niet heeft vervuld van zich bewust door anti-revolutionnairen te laten gebruiken als stormram tegen mr Goekoop. wist niet beter, of hij zou door liberalen candidaat gesteld worden en nu hij in dat blad las, en ook zelf hoorde, dat anti-revoluti onnairen hem gecandideerd hadden, bedankte hij. Hoezeer het nu ook afkeuring moge ver dienen, vooral in de tegenwoordige omstandig heden, dat een liberaal zich liet vinden om als candidaat tegenover den heer Goekoop op te treden, van de smet van zich door de tegenpartij te hebben willen laten gebruiken is de heer Breesnee, naar hetgeen hij zelf nu medegedeeld heeft, vrij. De mooie rol, door de anti-revolutionnairen daar gespeeld, wordt door het schrijven van den h< 15den Juni 1897 op het congres der Algemeene Postvereeniging gesloten verdragen, overeen komsten en slotprotokollen. ATJEH. Het N. v. d. D. ontving hot volgend telegram „Kolonel Yan Heutsz is met het 14e bataljon, het korps marechaussee en de landingsdivisie naar Edi vertrokken, om daar veertien dagen te blijven. Ook van Kota-Radja zijn driehonderd man naar Edi gedirigeerd. Heden zijn de troepen van Edi uitgerukt." Het blad teekent hierbij o. a. aan Het verzet in Edi schijnt een grooten om vang te krijgen, nu kolonel Van Hentsz zulk een aanzienlijke troepenmacht daarheen brengt. Het ligt volkomen in zijn manier om den vij and geen rust te laten en hem geen tijd te gunnen om zich te verzamelen en te verster ken. Trouwens, kolonel Yan Heutsz kent dit terrein nog van ouds. In 1890, onder generaal- majoor Van Teyn, ging hij mede als kapitein, chef van den generalen staf der expeditie, waarbq eveneens een zeer belangrijke troepen macht was ingedeeld. Men zie Laatste berichten. De dezer dagen ontvangen Indische bladen behelzen de eerste bijzonderheden nopens de expeditie tegen Pedir. Zij geven echter nog niet veel meer dan in de telegrammen, van regeering8wege gepubliceerd, voorkwam. De gunstige tijdingen werden te Batavia met groote ingenomenheid begroet. In een correspondentie uit Segli aan den Javabode wordt o. a. het volgende gemeld Nu ik het toch over de marine heb, moet ik van de Hendrik, helaas, een treurige geschiedenis mededeelen. Een onderofficier, die zich in hooge mate ontstemd gevoelde over hem opgelegde straf, wilde een anderen onderofficier passé eren, die hem een weinig in den weg stond zonder eenige aanleiding door stak hij dezen met een mes. hem de woorden 'oegende: „Dan moet jij maar voor het geheel boeten." „De wond was doodelijk, en reeds eenige uren later, het zal zoo wat 12 uur 's middags geweest zijn, bewoog zich een treurige stoet, voorafgegaan door muziek, langs het strand, om den vermoorde de laatste eer te bewijzen. De zaak is dadelijk in onderzoek genomen, en de krijgsraad moet reeds zitting genomen heb ben. Een treurige geschiedenis voorwaar, te méér daar de verslagene een oppassend man was, die goed stond aangeschreven en, helaas een weduwe, met, naar ik hoor, drie kinderen in Holland achterlaat." BEHTOEMUIUEIV MZ. Bij kon. besluit is benoemd tot raadsheer in het gerechtshof 's Hertogenbosch mr A. J. J. baron van Styrum, thans rechter in de arrondissements rechtbank aldaar is de tweede-luitenant B. J. A. Polvliet, van het le reg. vest.-art., tegen 1 Aug., op zijn verzoek, op non-activiteit gesteld, zonder be zwaar der schatkist is benoemd tot reserve-tweede-luitenant bij het wapen der infanterie, en wel bij het 6de regiment infanterie, de vaandrig N. A. Stut- terheim, van genoemd korps is de titulaire rang van majoor verleend aan den kapitein G. A. Meindersma, van den staf der infanterie, werkzaam bij het departement van oorlog; en i de kapitein W. J. Immink, plaatselij ke- adjndant te 's Hertogenbosch, tegen 16 Juli 1898, op pensioen gesteld 993 'sjaars). Ook de ministers van binnenlandsche zaken en koloniën verleenen deze week geen audiëntie. De minister van marine brengt ter kennis van belanghebbenden, dat met 1 September 1898 eene plaats als adspirant-ingenieur der marine, op eene jaarwedde van f 1200, wordt opengesteld en dat bij de directie der marine te Amsterdam een vergelijkend onderzoek zal worden gehouden van hen, die in aanmerking wenschen te komen om te worden aangesteld als klerk bij een der directiën der marine te Amsterdam, Willemsoord of Hellevoetsluis, op eene jaarwedde van f 400. Verdere bijzonderheden meldt de Staatscou rant van heden (Woensdag). In dezelfde Staatscourant is opgenomen het besluitvan den 7den April 1898, bepalende de plaatsing in het Staatsblad (no. 102) van de den UIT STAD EN PROVINCIE, Het Spaan sche schip, dat Dinsdag enkele gemoederen in Vlissingen in beweging bracht, was, zooals nog in een 1 der oplaag van ons vorig nommer werd gemeld, des nachts die stad gepasseerd en, van een loods voorzien naar Antwerpen, aldaar aangekomen, waar het de communicatie met den wal geweigerd werd. Te half vijf was het te Vlissingen weer voorbij gevaren naar zee, zonder loods te nemen. Het H. v. A. meldt betreffende deze zaak: „Dezen nacht is voor Vlissingen aangekomen, en de Schelde opgevaren, een Spaansch oorlogs schip, waarvan de schoorsteen schijnt geleden te hebben en waarvan men den naam heeft doen verdwijnen. De kanonnen waren met zeildoek overdekt. Het schip is dezen morgen te half 8 voor Austruweel ten anker gekomen, opgebracht, zoo men zegt, door een Hollandschen loods. De douanen en ons loodsenpersoneel boden zich aan, doch werden streng van boord ver wijderd. Toch is men er in gelukt, op de lan- teernkaBsen te lezen Ciudad de Cadiz. Een officier is op de dienstboot overgestapt en heeft de volgende inlichtingen gegeven: Het schip, getuigd als driemaster, ligt 65 palmen diep, is gewapend met vier kanonnen van 12 cm., twee van 9 cm. en vier revolver kanonnen. Het loopt 17 mijlen. Het heeft 165 man aan boord en staat onder bevel van den scheepsluitenant van le kl. Ildendo Isbarez. Deze is heden morgen aan wal gestapt, waarschijnlijk om den consul te spreken. De Ciudad di Cadiz is een hulpkruiser der marine. Men weet niet wat hij hier komt doen, noch waar hij naar toe gaat. Het schip komt van La Coruna. Toen des middags de scheepvaartcommissie en de loodsoverste zich aan boord van de Ciudad de Cadiz wilde begeven was het schip reeds vertrokken met onbekende be stemming. 't Is bijna alsof er een spookschip in 't spel is, zoo merkt het Antwerpsche blad op. De Petit Bleu zegt dat voor een paar dagen ook een Spaansch schip de Tasso (onder En- gelsche vlag) te Liefkenshoek is geweest, tegelijk met de Engelsche boot la Cheviott, dn krijgsvoorraad aan boord had en dien met lichters op de Tasso deed overgaaD. Volgens dit verhaal zou dus op de Neder- landsch-Belgische grens schending der neutra liteit hebben plaats gehad. Zekere V. d. B uit de Voorstad te Goes verloor een paard aan miltvuur, en dit werd op een weiland bij den Tol bij Kloetinge be graven. Langs dit weiland werden nu over den weg door een veehandelaar uit Krabben- dijke een vijftal runderen vervoerd naar een weiland, vooraan in den Poel bij Goes, waarop nog een drietal koeien graasden, die, evenals de vijf andere, voor de Goesche veemarkt bestemd waren. Op grond nu van het gebeurde, werd echter het weiland verdacht verklaardzelfs is den eigenaar door de rijks politie aangezegd, dat door een wachter de besmette dieren moe ten bewaakt worden voor eventueele uitweiding, en wel, op kosten van den eigenaar. - Heden nacht is op het strand bij Bath omboog gevaren het Engelsche stoomschip Ardmerrelly, gezagvoerder York, geladen met stukgoederen, komende van België en bestemd naar zee. Met hoog water zit het van voren droog. De burgemeester van Ellemeet én van E 1 k e r z e e, de heer A. van der Weijde, heeft uit beide betrekkingen eervol ontslag aange vraagd. De gearresteerde vrouw te Hulst, die verdacht werd van kindermoord, is weer op vrije voeten gesteld, vermits door de genees kundigen, die belast zijn geweest met het on derzoek van het kinderlijkje, is uitgemaakt, dat het kind op natuurlijke wijze is gestorven. - Te Kloosterzande, gemeente H o n t e- n i s s e, heeft een kramer nog altijd zijn stand plaats met zijn kraam, hoewel de kermis reeds een veertien dagen achter den rug is Naar men beweert, heeft zijn huiseigenaar hem de bewoning van zijn vast verblijf onmogelijk gemaakt, zoodat de man met zijn vrouw en kinderen, zeer tot ergernis van de autoriteiten, tot zijn losse woning zijn toevlucht zoeken moest. Te Z a am slag had Dinsdag, ter voor ziening in een vacature, ontstaan door het. vertrek van de heer C. van Dixhooru, eene stemming plaats voor een lid van den raad. De uitslag is dat eene herstemming moet plaats hebben tussehen de lieeren M. de Jonge die 160 en W. de Klerk die 110 stemmen verkreeg. Op den heer A. de Kraker waren er 85 uit gebracht. Van de 463 kiezers stemden er 355. Dinsdag middag zou, zoo schrijft men ons uit Biervliet, de knecht van den landbou wer I. Verplanke met een wagen, bespannen met twee paarden, in de.P»eters-polder over een brug rijden, toen een voorwiel in een gruppel reed, de boom omsloeg en beide paarden van de brug vielen. Zij sloegen over den kop kwamen juist naast elkaar op den rug onder de brug terecht. Toevallig kwam juist dr S. op zijn fiets aan, en, terwijl de knecht de dieren toesprak, brak hij in een oogenblik de brug af en lichtte de stutbalken uit den grond. Daarna konden de paarden opspringen en op den wal komen. Zij waren er, wonder boven wonder, met eenige lichte kwetsuren afgekomen. RECHTSZAKEN. Kantongerecht te Middelburg. Heden ("Woensdag) zijn veroordeeldwegens strooperij D. J., Middelburg, tot f 2 b. s. 2 d. h.arbeidswetJ. J. v. A., Vlisingen, tot 2 b. s. 1 d. h.boterwetP. H., L. J. P. M., Middelburg, tot f 5 b. s. 2 d. h.te paard anders rijden dan stapvoets te Middelburg: L. B., Oost- en West Souburg, tot 1 b. s. 1 d. h. Verder wegens dronkenschapK. B., L. S., P. K., J. C., J. L., P. J. M. B., J. M., Mid delburg, L. P. B., Vlissingen, W. P., J. F. C., J. v. H., Goes, J. d. J., Oudelande, H. v. d. W., Oosterhout, F. W. K., Rotterdam, tot f 1 b. s. 1 d. h., J. v. d. R., J. H. v. O., J. d. L., A. R. M. H., huisvr. P. M. d. M., VliBsingen, P. B., Wesikapelle, tot f 2 b s. 2 d. h., D. v. d. P., Middelburg, 2 X 2 b. s. 2 d. h. iedere b-, P. A. W., Middelburg, J. K., VlisBingen, tot f 3 b. o. 2 d. b., J. v. d. H., M. L., Vlissin gen, tot 2 d. h., C. S., D. W. B., J. J. v. H., Middelburg, P. K., A. L., Domburg, tot 3 dagen h., C. I. Middelburg, 2x3 dagen h., C. J. B., J. J. B., Middelburg, tot 1 week h., J. M., Middelburg, tot 10 dagen h. ONDERWIJS. De heer R. A. Hugenholtz te Goes komt voor op de voordracht voor leeraar in het Engelsch aan de H. B. school te Nijmegen. Te Leiden is plotseling overleden de hoogleeraar W. F. R. Suringar, directeur van den Hortus Botanicus aldaar. Geboren te Leeuwarden den 28 December 1832, ontving bij zijne academische opleiding te Leiden en te Utrecht en werd in 1857 tot buitengewoon hoogleeraar aan eerstgenoemde universiteit benoemd. In 1862 volgde zijne benoeming tot gewoon hoogleeraar. Den 14den Novombor des vorigen jaars heeft de overle dene, bij gelegenheid van zijn 40-jarig ambts jubilee, ondervonden, hoezeer men zijn ver diensten op prijs stelde. Van Suringar's hand verschenen tal van bij dragen op het gebied der kruidknnde. - Door het Genootschap van leeraren aan Ned. Gymnasiën is, in eene Zondag te Schiedam ;ehouden vergadering, gekozen de heer dr Abresch tot voorzitter van de in 1899 te s Gravenhage te houden algemeene vergade ring en de heer Th. Nolen tot bestuurslid iu plaats van dr Gunning, die bedankt had. Het verslag van den secretaris gaf prof. Van Geer de gelegenheid de overbrenger van een blijde boodschap te zijn. In dat verslag werden namelijk de bemoeiingen uiteengezet van de commissie, die bozig was aan de leeraren van onverplichte gymnasia en gemeentelijke hoogere burgerscholen opneming in het Rijkspensioen fonds te verschaffen. Prof. Van Geer kon nu mededeelen, dat deze zaak door de regeering in de handen van prof. Van Pesch en hem gesteld was en zij geadviseerd hadden aan den wenach dezer leeraren te voldoen. Verschillende Berichten. Te Almelo wordt thans de algemeene vergadering gehouden van de Maatschappij tot bevordering van nijverheid. Vertegenwoordigd zijn daar o. a. de af Jee- lingen Middelburg en Z i e r i k z e e. De voorzitter, de heer Conrad, opende de bijeenkomst met eene uitvoerige rede over het museum van kunstnijverheid, dat dienstbaar gemaakt moet worden aan de opwekking en de ontwikkeling van den kunstzin der arbei dende klasse. Door den heer G. Saiomonson Hzn werd eene voordracht gehouden over de ontwikkeling der Textiel-industrie in Twente na 1872. Bij de behandeling der punten van meer huishoudelijken aard had een zeer uitvoerige gedaehtenwisseling plaats over hot Tijdschrift. Amsterdam wilde zich tot het officieele gedeelte bepalen, en Leeuwarden wilde eerst het geheel afschaffen, maar sloot zich toen by het voor stel Amsterdam aan. Ten slotte werd besloten nog een jaar het Tijdschrift in den tegenwoor- digen vorm te laten, en de directeuren tegen volgende vergadering te doen overwegen in hoever aan de verschillende uitgesproken wenschen kan worden voldaan. Tot de commissie voor 't examineeren van adspirant-surnumerairs der posterijen en telegraphie, welker samenstelling in ons vorig nommer werd gemeld, behoort ook de heer A. v. Voornveld te Haarlem, oud-leeraar bij het Kon. Instituut der marine. De maskerade, Dinsdag te Delft gehou den, moet zeer fraai zjjn geweest. De costnmes, vooral die der hoofdpersonen, waren zeer ryk en fraai. De stad was zoo vol vreemdelingen, dat de passage als 't ware gestremd was. Voor den nationalen zangwedstryd, uitge schreven door de liedertafel Haarlems Zang genot, heeft de KoniDgin-Regentes uitgeloofd twee groote zilveren medailles, een met de beeltenis van H. M. de Koningin en eene met de beeltenis van H. M. de Koningin-Regentes. Door het gemeentebestuur van Haarlem is eene gouden medaille geschonken. Vereenigingen, welke aan den zangwedstrijd wenschen deel te nemen, moeten vóór 1 Atig a.s. aan den secretaris der feestgevende liedertafel te Haarlem kennis geven. De gemeente ontvanger van Denekamp is Dinsdag gearresteerd en gevankelijk naar het huis van bewaring te Almelo overgebracht. De man wordt verdacht van verduistering van gemeentegeld. O die contröle Zondagmiddag ontstond er tussehen de werklieden van den nieuwen Boulevard, die van Breda naar 't Mastbosch te Ginneken zal leiden, een twist, die gaandeweg heviger werd en zoo hoog liep, dat een der twistenden door den anderen zoo werd verwond, dat hij voor dood ter aarde viel. De geneesheer, die dade- lyk werd geroepen, kon nog slechts een zweem van leven constateeren. De ongelukkige is per brancard vervoerd naar het gasthuis te Breda. Te Raamsdonk is een landbouwer, by het hooistapelen in zgne schuur, van een hooitas gevallen, tengevolge waarvan hij eenige uren later overleden is. Nabij de aanlegplaats der Charloische veerboot onder Rotterdam is een zevenjarig meisje te water gevallen en verdronken. Een schipper van een Urkerbotter is bij de hoofden van IJmuiden verdronken. De man laat een vrouw met vijf jonge kinderen onver zorgd achter.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 1