J1IDDELBIMGSCHE COURANT.
N°. 163
141s Jaargang.
1898.
Donderdag
14 Juli.
-n—j*. ui.i_3£saai
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor allo plaatsen in Nederland franco p.p., f
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer
Middelburg 13 Juli 8 u. vm. 59 gr. 12 n 59 gr.,
tv. 4 o. 56 gr. P. Verw. N. W. wind, buiig.
Advertentiën voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór èè*i uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Advertentiën20 cent per regel. Geboorte- dood- en allo andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 1—7 regols 1.50; elke rogel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel.
Grooto lettors naar do plaats die zij innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige
voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis
»an het bureau te bekomen.
Agenten;
Te 's GravenhageDe Gebr. Belinfante te
Amsterdam.A. de La Mar Azn.
Bij deze courant behoort een Bijvoegsel.
Middelburg 13 Juli.
Ter ernstige overweging
voor zijne partijgenooten is zeker wel geschikt
het woord, door dr A. W. Bronsveld in zijn
jongste kroniek in de Stemmen voor Waarheid
en Vrede geschreven.
Het betreft de houding van jhr mr A. F.
de Savornin Lohman en van leden van den
Christelijken-Historischen Bond bij de jongste
staten-verkiezingen.
De eerste, wiens aandeel in de kerkelijke
revolutie, waarover hij nooit eenig leedwezen
betuigde, men niet vergeten mag, heeft omzijn
advies tot samengaan met Rome het ridderkruis
van den H. Gregorius verdiend. In diens af
zonderlijk optreden heeft dr Bronsveld nooit
iets verblijdends gezien; en diens houding op
politiek terrein vond hij dubbelzinnig. Jonkheer
De Savornin Lohman moge, omdat hij heet
„tegen Kuyper" te zijn, in de oogen van vele
hervormden een gewenscht bondgenoot,
dr. Bronsveld ziet in hem en de zijnen zijn be
sliste tegenstanders. De zegepraal der antire-
volntionnairen in Zuid-Holland is voor een groot
deel te wijten aan het opruien door de Neder
landerhet orgaan van den Goeschen afgevaar
digde. Mr Lohman is en doet op politiek ge
bied, wat dr Hoedemaker doet op kerkelijk
terrein. Zij bederven den toestand door val-
sche leuzen.
Het doet ons genoegen, dat dr Bronsveld
daarop nog eens wijst; en hetgeen hij verder
schrijft is grootendeels geheel in overeenstem
ming met hetgeen wij meermalen opmerkten.
Wat de christelijk-historischen betreft, dat
er waren, zoo weiDig beginselvast om mee te
werken tot aanzienlijke vermeerdering van de
macht enden moed der anti-revolutionnairen,
dat christelijk-historischen, ,by v. den heer Hovy,
een der vurigste doleerenden en anti-revolu
tionnairen, hielpen kiezen tot lid van de Staten,
met behulp van de RoomscheD, dat alles vindt
de kroniekschrijver beschamend en om wan
hopig te worden.
Men deed dit omdat men de liberalen nog
gevaarlijker vindt.
Is dit zoo vraagt dr Bronsveld. Zouden
de liberalen nog veel gevaarlijker zijn Zijn
de liberalen dan sinds Juni 1897 zoo veranderd,
dat men nu de anti-liberalen en „gereformeer
den" boven hen verkiest, en zelfs der Room-
schen macht helpt versterken
En als antwoord schrijft hij het volgende:
Hebben wij nu niet de invoering verkregen
van den persoonlijken dienstplicht? Gaf de
regeering daarbij geen teekenen van een voor
komendheid, welke eer te groot dan te gering
was Draagt zij geen goed hart aan de zen
ding toe? Nam de Tweede kamer niet het
verzoek om nren voor godsdienstonderwijs op
middelbare scholen en gymnasiën in overweging?
Heeft dit ministerie éen daad van vijandschap
verricht tegen kerk of godsdienst Wij kun
nen haar niet ontdekken. De regeering hield
getrouw haar beloften, bij haar optreden af
gelegd, en diende ook een wetsontwerp in op
den leerplicht.
Hierin vond men een stok om de liberalen
te slaan. 't Bewijst dat men zich heeft laten
brengen in een toestand van opwinding en
overprikkeling. Dr Bronsveld vindt leerplicht
een kwaad, maar een noodzakelijk kwaad. Het
huidig wetsontwerp zal worden gewijzigd,
misschien wel door den minister zelf.
Wij willen er naar vermogen toe nu
werken zoo schrijft hij verder dat wij
een goede wet bekomen op den leerplicht.
Dat is onze plicht als goede burgers en als
christenen. Wij doen er niet aan meê, uit
deze materie een wapen te smeden tegen dit
ministerie. Wij zonden zulk een politieke
machinatie altijd onoprecht, en dus ongeoor
loofd achtenmaar wij verzetten er ons in de
gegeven omstandigheden tegen met dubbele
kracht. Meent men, dat wij er toe zullen
dewerken, dat ons land wordt overgeleverd
aan mannen als mr Titus van Asch van Wijck,
mr Godin de Beaufort, en de »gereformeerde"
anti-revolutionnairen, en de vrij-anti-revoluti-
onnairen met de roomschen in verbond Meent
men, dat onze protestantsche vrijheden, dat ons
protestantsch karakter, dat de positie van onze
vaderlandsche kerk, dat het bestaan van onze
oude universiteiten, in éen woord, dat onze
dierbaarste bezittingen veilig zouden zijn in de
handen van deze coalitie? Hebben wij dan
aan éen „christelijk", d. w. z. roomsch minis
terie niet genoeg gehad?
God verhoede, dat onze jonge koningin wel
dra haar troon zie omringd door jezuïeten, door
doleerenden en hun genooten. En men heeft in
Juni daartoe meegewerkt.
De liberalen hebben zich blind gestaard op de
neutrale school, de voorstanders van scholen
met den bijbel doen het daarop. De schrijver
waarschuwt met ernst, dat er andere belangen
bestaan. Hij vreest inderdaad minder kwaad
voor ons volk van een liberale, dan van een
dusgenaamd christelijke regeering, „dusge
naamd", omdat een fusie van gereformeerden
en roomschen óf roomsch, óf gedrochtelijk zal
zijn, maar vooral roomsch. En ons volk is nog
te goed, om onder de macht der bisschoppen
te komen.
Maar de liberalen mogen ernstig toezien, dat
hun partij, door geen rekening te houden met
den kerkelijken en godsdienstigen, echtprotes-
tantschen zin van de meerderheid onzer natie,
daaraan te gronde zal gaan.
De christelijk-historischen hebben hen ge
steund, om de gevreesde overmacht van Rome
af te wenden, maar niet om hun een vrijbrief
te geven tot het invoeren van onchristelijke,
socialistische maatregelen en wetten. Niets
dwingt de liberalen daartoe. Het liberalisme
behoeft niet ongodsdienstig en antikerkelijk te
zijn. Anti-clericaal mag het wezen, maar niet
anti-christelijk.
Wij hebben genoeg van het doctrinaire liber
alisme, en zien uit naar een regeering, die den
godsdienstzin der natie eert, en niet uit politiek,
maar uit behoefte voorgaat in het eeren van
den hoogen God. Wat is het al langgeleden,
dat de edele Agénor de Gasparin sprak van
le libéralisme nouveau. Ons gedurig gebed is,
dat God ons land behoede voor de zegepraal
van Rome, van de partij der antirevolutionnai-
ren, en van mannen, wier streven is gekant
tegen hetgeen ons volk, zoolang het bestaat
heilig en dierbaar is geweest boven alles."
En dsn nog: op welke manier deed men dat?
Wij hebben daarvan het ome reeds gezegd en over de
f*ktjek in deze licht doen opgasn! Red.
NADER BEVESTIGD.
Ook de heer D. Breesnee te Nieuwe Tonge
heeft in een schrijven in de N. R. Crtbedankt
voor de candidatuur der Provinciale Staten in
het district Brielle. Uit dit schrijven blijkt
zegt genoemd blad, dat de heer Breesnee in
elk geval de treurige rol niet heeft vervuld
van zich bewust door anti-revolutionnairen te
laten gebruiken als stormram tegen mr Goekoop.
wist niet beter, of hij zou door liberalen
candidaat gesteld worden en nu hij in dat
blad las, en ook zelf hoorde, dat anti-revoluti
onnairen hem gecandideerd hadden, bedankte
hij. Hoezeer het nu ook afkeuring moge ver
dienen, vooral in de tegenwoordige omstandig
heden, dat een liberaal zich liet vinden om
als candidaat tegenover den heer Goekoop op
te treden, van de smet van zich door de
tegenpartij te hebben willen laten gebruiken
is de heer Breesnee, naar hetgeen hij zelf nu
medegedeeld heeft, vrij.
De mooie rol, door de anti-revolutionnairen
daar gespeeld, wordt door het schrijven van
den h<
15den Juni 1897 op het congres der Algemeene
Postvereeniging gesloten verdragen, overeen
komsten en slotprotokollen.
ATJEH.
Het N. v. d. D. ontving hot volgend telegram
„Kolonel Yan Heutsz is met het 14e bataljon,
het korps marechaussee en de landingsdivisie
naar Edi vertrokken, om daar veertien dagen
te blijven.
Ook van Kota-Radja zijn driehonderd man
naar Edi gedirigeerd.
Heden zijn de troepen van Edi uitgerukt."
Het blad teekent hierbij o. a. aan
Het verzet in Edi schijnt een grooten om
vang te krijgen, nu kolonel Van Hentsz zulk
een aanzienlijke troepenmacht daarheen brengt.
Het ligt volkomen in zijn manier om den vij
and geen rust te laten en hem geen tijd te
gunnen om zich te verzamelen en te verster
ken. Trouwens, kolonel Yan Heutsz kent dit
terrein nog van ouds. In 1890, onder generaal-
majoor Van Teyn, ging hij mede als kapitein,
chef van den generalen staf der expeditie,
waarbq eveneens een zeer belangrijke troepen
macht was ingedeeld.
Men zie Laatste berichten.
De dezer dagen ontvangen Indische bladen
behelzen de eerste bijzonderheden nopens de
expeditie tegen Pedir. Zij geven echter nog
niet veel meer dan in de telegrammen, van
regeering8wege gepubliceerd, voorkwam. De
gunstige tijdingen werden te Batavia met
groote ingenomenheid begroet.
In een correspondentie uit Segli aan den
Javabode wordt o. a. het volgende gemeld
Nu ik het toch over de marine heb,
moet ik van de Hendrik, helaas, een treurige
geschiedenis mededeelen. Een onderofficier, die
zich in hooge mate ontstemd gevoelde over
hem opgelegde straf, wilde een anderen
onderofficier passé eren, die hem een weinig in
den weg stond zonder eenige aanleiding door
stak hij dezen met een mes. hem de woorden
'oegende: „Dan moet jij maar voor het
geheel boeten."
„De wond was doodelijk, en reeds eenige
uren later, het zal zoo wat 12 uur 's middags
geweest zijn, bewoog zich een treurige stoet,
voorafgegaan door muziek, langs het strand,
om den vermoorde de laatste eer te bewijzen.
De zaak is dadelijk in onderzoek genomen, en
de krijgsraad moet reeds zitting genomen heb
ben. Een treurige geschiedenis voorwaar, te
méér daar de verslagene een oppassend man
was, die goed stond aangeschreven en, helaas
een weduwe, met, naar ik hoor, drie kinderen
in Holland achterlaat."
BEHTOEMUIUEIV MZ.
Bij kon. besluit
is benoemd tot raadsheer in het gerechtshof
's Hertogenbosch mr A. J. J. baron van
Styrum, thans rechter in de arrondissements
rechtbank aldaar
is de tweede-luitenant B. J. A. Polvliet, van
het le reg. vest.-art., tegen 1 Aug., op zijn
verzoek, op non-activiteit gesteld, zonder be
zwaar der schatkist
is benoemd tot reserve-tweede-luitenant bij
het wapen der infanterie, en wel bij het 6de
regiment infanterie, de vaandrig N. A. Stut-
terheim, van genoemd korps
is de titulaire rang van majoor verleend aan
den kapitein G. A. Meindersma, van den staf
der infanterie, werkzaam bij het departement
van oorlog; en
i de kapitein W. J. Immink, plaatselij ke-
adjndant te 's Hertogenbosch, tegen 16 Juli
1898, op pensioen gesteld 993 'sjaars).
Ook de ministers van binnenlandsche zaken
en koloniën verleenen deze week geen audiëntie.
De minister van marine brengt ter kennis
van belanghebbenden, dat met 1 September
1898 eene plaats als adspirant-ingenieur der
marine, op eene jaarwedde van f 1200, wordt
opengesteld en dat bij de directie der marine
te Amsterdam een vergelijkend onderzoek zal
worden gehouden van hen, die in aanmerking
wenschen te komen om te worden aangesteld
als klerk bij een der directiën der marine te
Amsterdam, Willemsoord of Hellevoetsluis, op
eene jaarwedde van f 400.
Verdere bijzonderheden meldt de Staatscou
rant van heden (Woensdag).
In dezelfde Staatscourant is opgenomen het
besluitvan den 7den April 1898, bepalende de
plaatsing in het Staatsblad (no. 102) van de den
UIT STAD EN PROVINCIE,
Het Spaan sche schip,
dat Dinsdag enkele gemoederen in Vlissingen
in beweging bracht, was, zooals nog in een
1 der oplaag van ons vorig nommer werd
gemeld, des nachts die stad gepasseerd en, van
een loods voorzien naar Antwerpen, aldaar
aangekomen, waar het de communicatie met
den wal geweigerd werd.
Te half vijf was het te Vlissingen weer voorbij
gevaren naar zee, zonder loods te nemen.
Het H. v. A. meldt betreffende deze zaak:
„Dezen nacht is voor Vlissingen aangekomen,
en de Schelde opgevaren, een Spaansch oorlogs
schip, waarvan de schoorsteen schijnt geleden
te hebben en waarvan men den naam heeft
doen verdwijnen. De kanonnen waren met
zeildoek overdekt.
Het schip is dezen morgen te half 8 voor
Austruweel ten anker gekomen, opgebracht,
zoo men zegt, door een Hollandschen loods.
De douanen en ons loodsenpersoneel boden
zich aan, doch werden streng van boord ver
wijderd. Toch is men er in gelukt, op de lan-
teernkaBsen te lezen Ciudad de Cadiz. Een
officier is op de dienstboot overgestapt en heeft
de volgende inlichtingen gegeven:
Het schip, getuigd als driemaster, ligt 65
palmen diep, is gewapend met vier kanonnen
van 12 cm., twee van 9 cm. en vier revolver
kanonnen. Het loopt 17 mijlen.
Het heeft 165 man aan boord en staat onder
bevel van den scheepsluitenant van le kl. Ildendo
Isbarez. Deze is heden morgen aan wal gestapt,
waarschijnlijk om den consul te spreken.
De Ciudad di Cadiz is een hulpkruiser der
marine. Men weet niet wat hij hier komt
doen, noch waar hij naar toe gaat. Het schip
komt van La Coruna.
Toen des middags de scheepvaartcommissie
en de loodsoverste zich aan boord van de
Ciudad de Cadiz wilde begeven was het
schip reeds vertrokken met onbekende be
stemming.
't Is bijna alsof er een spookschip in 't spel is,
zoo merkt het Antwerpsche blad op.
De Petit Bleu zegt dat voor een paar dagen
ook een Spaansch schip de Tasso (onder En-
gelsche vlag) te Liefkenshoek is geweest,
tegelijk met de Engelsche boot la Cheviott, dn
krijgsvoorraad aan boord had en dien met
lichters op de Tasso deed overgaaD.
Volgens dit verhaal zou dus op de Neder-
landsch-Belgische grens schending der neutra
liteit hebben plaats gehad.
Zekere V. d. B uit de Voorstad te Goes
verloor een paard aan miltvuur, en dit werd
op een weiland bij den Tol bij Kloetinge be
graven. Langs dit weiland werden nu over
den weg door een veehandelaar uit Krabben-
dijke een vijftal runderen vervoerd naar een
weiland, vooraan in den Poel bij Goes, waarop
nog een drietal koeien graasden, die, evenals de
vijf andere, voor de Goesche veemarkt bestemd
waren. Op grond nu van het gebeurde, werd
echter het weiland verdacht verklaardzelfs
is den eigenaar door de rijks politie aangezegd,
dat door een wachter de besmette dieren moe
ten bewaakt worden voor eventueele uitweiding,
en wel, op kosten van den eigenaar.
- Heden nacht is op het strand bij Bath
omboog gevaren het Engelsche stoomschip
Ardmerrelly, gezagvoerder York, geladen met
stukgoederen, komende van België en bestemd
naar zee. Met hoog water zit het van voren droog.
De burgemeester van Ellemeet én van
E 1 k e r z e e, de heer A. van der Weijde, heeft
uit beide betrekkingen eervol ontslag aange
vraagd.
De gearresteerde vrouw te Hulst, die
verdacht werd van kindermoord, is weer op
vrije voeten gesteld, vermits door de genees
kundigen, die belast zijn geweest met het on
derzoek van het kinderlijkje, is uitgemaakt,
dat het kind op natuurlijke wijze is gestorven.
- Te Kloosterzande, gemeente H o n t e-
n i s s e, heeft een kramer nog altijd zijn stand
plaats met zijn kraam, hoewel de kermis reeds
een veertien dagen achter den rug is Naar
men beweert, heeft zijn huiseigenaar hem de
bewoning van zijn vast verblijf onmogelijk
gemaakt, zoodat de man met zijn vrouw en
kinderen, zeer tot ergernis van de autoriteiten,
tot zijn losse woning zijn toevlucht zoeken
moest.
Te Z a am slag had Dinsdag, ter voor
ziening in een vacature, ontstaan door het.
vertrek van de heer C. van Dixhooru, eene
stemming plaats voor een lid van den raad.
De uitslag is dat eene herstemming moet
plaats hebben tussehen de lieeren M. de Jonge
die 160 en W. de Klerk die 110 stemmen
verkreeg.
Op den heer A. de Kraker waren er 85 uit
gebracht.
Van de 463 kiezers stemden er 355.
Dinsdag middag zou, zoo schrijft men ons
uit Biervliet, de knecht van den landbou
wer I. Verplanke met een wagen, bespannen
met twee paarden, in de.P»eters-polder over een
brug rijden, toen een voorwiel in een gruppel
reed, de boom omsloeg en beide paarden van
de brug vielen. Zij sloegen over den kop
kwamen juist naast elkaar op den rug onder
de brug terecht.
Toevallig kwam juist dr S. op zijn fiets aan,
en, terwijl de knecht de dieren toesprak, brak
hij in een oogenblik de brug af en lichtte de
stutbalken uit den grond. Daarna konden de
paarden opspringen en op den wal komen. Zij
waren er, wonder boven wonder, met eenige
lichte kwetsuren afgekomen.
RECHTSZAKEN.
Kantongerecht te Middelburg.
Heden ("Woensdag) zijn veroordeeldwegens
strooperij D. J., Middelburg, tot f 2 b. s. 2
d. h.arbeidswetJ. J. v. A., Vlisingen, tot
2 b. s. 1 d. h.boterwetP. H., L. J. P. M.,
Middelburg, tot f 5 b. s. 2 d. h.te paard
anders rijden dan stapvoets te Middelburg:
L. B., Oost- en West Souburg, tot 1 b. s. 1 d. h.
Verder wegens dronkenschapK. B., L. S.,
P. K., J. C., J. L., P. J. M. B., J. M., Mid
delburg, L. P. B., Vlissingen, W. P., J. F. C.,
J. v. H., Goes, J. d. J., Oudelande, H. v. d. W.,
Oosterhout, F. W. K., Rotterdam, tot f 1 b.
s. 1 d. h., J. v. d. R., J. H. v. O., J. d. L.,
A. R. M. H., huisvr. P. M. d. M., VliBsingen,
P. B., Wesikapelle, tot f 2 b s. 2 d. h., D. v.
d. P., Middelburg, 2 X 2 b. s. 2 d. h. iedere b-,
P. A. W., Middelburg, J. K., VlisBingen, tot
f 3 b. o. 2 d. b., J. v. d. H., M. L., Vlissin
gen, tot 2 d. h., C. S., D. W. B., J. J. v. H.,
Middelburg, P. K., A. L., Domburg, tot 3
dagen h., C. I. Middelburg, 2x3 dagen h.,
C. J. B., J. J. B., Middelburg, tot 1 week h.,
J. M., Middelburg, tot 10 dagen h.
ONDERWIJS.
De heer R. A. Hugenholtz te Goes komt
voor op de voordracht voor leeraar in het
Engelsch aan de H. B. school te Nijmegen.
Te Leiden is plotseling overleden de
hoogleeraar W. F. R. Suringar, directeur van
den Hortus Botanicus aldaar.
Geboren te Leeuwarden den 28 December
1832, ontving bij zijne academische opleiding
te Leiden en te Utrecht en werd in 1857 tot
buitengewoon hoogleeraar aan eerstgenoemde
universiteit benoemd. In 1862 volgde zijne
benoeming tot gewoon hoogleeraar. Den 14den
Novombor des vorigen jaars heeft de overle
dene, bij gelegenheid van zijn 40-jarig ambts
jubilee, ondervonden, hoezeer men zijn ver
diensten op prijs stelde.
Van Suringar's hand verschenen tal van bij
dragen op het gebied der kruidknnde.
- Door het Genootschap van leeraren aan
Ned. Gymnasiën is, in eene Zondag te Schiedam
;ehouden vergadering, gekozen de heer dr
Abresch tot voorzitter van de in 1899 te
s Gravenhage te houden algemeene vergade
ring en de heer Th. Nolen tot bestuurslid iu
plaats van dr Gunning, die bedankt had. Het
verslag van den secretaris gaf prof. Van Geer
de gelegenheid de overbrenger van een blijde
boodschap te zijn. In dat verslag werden
namelijk de bemoeiingen uiteengezet van de
commissie, die bozig was aan de leeraren van
onverplichte gymnasia en gemeentelijke hoogere
burgerscholen opneming in het Rijkspensioen
fonds te verschaffen. Prof. Van Geer kon nu
mededeelen, dat deze zaak door de regeering
in de handen van prof. Van Pesch en hem
gesteld was en zij geadviseerd hadden aan den
wenach dezer leeraren te voldoen.
Verschillende Berichten.
Te Almelo wordt thans de algemeene
vergadering gehouden van de Maatschappij tot
bevordering van nijverheid.
Vertegenwoordigd zijn daar o. a. de af Jee-
lingen Middelburg en Z i e r i k z e e.
De voorzitter, de heer Conrad, opende de
bijeenkomst met eene uitvoerige rede over het
museum van kunstnijverheid, dat dienstbaar
gemaakt moet worden aan de opwekking en
de ontwikkeling van den kunstzin der arbei
dende klasse.
Door den heer G. Saiomonson Hzn werd eene
voordracht gehouden over de ontwikkeling der
Textiel-industrie in Twente na 1872.
Bij de behandeling der punten van meer
huishoudelijken aard had een zeer uitvoerige
gedaehtenwisseling plaats over hot Tijdschrift.
Amsterdam wilde zich tot het officieele gedeelte
bepalen, en Leeuwarden wilde eerst het geheel
afschaffen, maar sloot zich toen by het voor
stel Amsterdam aan. Ten slotte werd besloten
nog een jaar het Tijdschrift in den tegenwoor-
digen vorm te laten, en de directeuren tegen
volgende vergadering te doen overwegen
in hoever aan de verschillende uitgesproken
wenschen kan worden voldaan.
Tot de commissie voor 't examineeren
van adspirant-surnumerairs der posterijen en
telegraphie, welker samenstelling in ons vorig
nommer werd gemeld, behoort ook de heer
A. v. Voornveld te Haarlem, oud-leeraar bij
het Kon. Instituut der marine.
De maskerade, Dinsdag te Delft gehou
den, moet zeer fraai zjjn geweest. De costnmes,
vooral die der hoofdpersonen, waren zeer ryk
en fraai.
De stad was zoo vol vreemdelingen, dat de
passage als 't ware gestremd was.
Voor den nationalen zangwedstryd, uitge
schreven door de liedertafel Haarlems Zang
genot, heeft de KoniDgin-Regentes uitgeloofd
twee groote zilveren medailles, een met de
beeltenis van H. M. de Koningin en eene met
de beeltenis van H. M. de Koningin-Regentes.
Door het gemeentebestuur van Haarlem is eene
gouden medaille geschonken.
Vereenigingen, welke aan den zangwedstrijd
wenschen deel te nemen, moeten vóór 1 Atig a.s.
aan den secretaris der feestgevende liedertafel
te Haarlem kennis geven.
De gemeente ontvanger van Denekamp
is Dinsdag gearresteerd en gevankelijk naar
het huis van bewaring te Almelo overgebracht.
De man wordt verdacht van verduistering van
gemeentegeld. O die contröle
Zondagmiddag ontstond er tussehen de
werklieden van den nieuwen Boulevard, die
van Breda naar 't Mastbosch te Ginneken zal
leiden, een twist, die gaandeweg heviger werd
en zoo hoog liep, dat een der twistenden door
den anderen zoo werd verwond, dat hij voor
dood ter aarde viel. De geneesheer, die dade-
lyk werd geroepen, kon nog slechts een zweem
van leven constateeren. De ongelukkige is
per brancard vervoerd naar het gasthuis te
Breda. Te Raamsdonk is een landbouwer,
by het hooistapelen in zgne schuur, van een
hooitas gevallen, tengevolge waarvan hij eenige
uren later overleden is.
Nabij de aanlegplaats der Charloische
veerboot onder Rotterdam is een zevenjarig
meisje te water gevallen en verdronken.
Een schipper van een Urkerbotter is bij
de hoofden van IJmuiden verdronken. De man
laat een vrouw met vijf jonge kinderen onver
zorgd achter.