4 ZITTING VAN DINSDAG 5 JULI 1898.
gevorderde vereischten, geene daarmede onvereenigbare
betrekkingen bekleeden.
Op voorstel van den voorzitter wordt overeen
komstig bet advies der commissie besloten.
De heeren Mollestelle, De Veer, Dronkers.
Van der Meer, Loois, Van lajnden, Van
Waeslierglie Jansseng, Van Deinse» Moer
dijk en Van Kompet worden door den griffier
binnengeleid en leggen in handen van den voorzitter
de vereischte eeden af.
De heer Van Baren was afwezig.
De voorzitter wenscht de heeren geluk met het
vertrouwen, door de kiezers in hen gesteld, en uit de
hoop, dat hun werkzaamheid zal zijn tot nut der pro
vincie en tot voldoening voor henzelven. Verder
noodigt hij hen uit plaats te nemen onder de leden.
Onder dankbetuiging van den voorzitter worden
de beide commissies daarop ontbonden.
De voorzitter deelt mede, dat de heeren Van
Buren, Kloppers en Hombach bericht hebben gezon
den, dat zij verhinderd zijn de vergadering bij te wonen.
De voorzitter doet mededeeling van de volgende
ingekomen stukken.
A. Koninklijk besluit, houdende goedkeuring van de
besluiten der Staten
a. tot het aangaan eener geldleening van ten hoogste
f 130.000;
b. tot wijziging der begrooting der enkel provin
ciale en hnishondelijke inkomsten en uitgaven over 1897;
c. tot wijziging der begrooting van de enkel provin
ciale en huishoudelijke inkomsten en uitgaven over 1898,
B. Koninklijk besluit, houdende goedkeuring van
de besluiten der Staten
a. tot vaststelling van een reglement op de verve
ningen
b. tot wijziging van het reglement op de tramwegen.
C. Koninklijk besluit, houdende goedkeuring van
het besluit der Staten tot vaststelling van een regle
ment betreffende den veeartsenijkundigen dienst.
Deze stukken worden voor kennisgeving aangenomen.
D. Brief van den minister van binnenlandsche
zaken, bevattende mededeeling van de definitief vast
gestelde kosten van het provinciaal bestuur, voor zoo
veel het rijksbestuur is, over 1898.
E. het verslag der Maatschappij tot exploi
tatie van Staatsspoorwegen over 1897;
F. het verslag van liet instituut voor doof-
stommen te Groningen over 1897.
Deze stukken worden ter griffie nedergelegd, voor
de leden ter kennismaking.
De voorzitter legt namens Gedeputeerde Staten
over het uitvoerig en beredeneerd verslag van den
toestand der Provincie over 1897.
Zoo spoedig mogelijk zal een exemplaar aan de leden
worden toegezonden.
Namens Gedeputeerde Staten doet de voorzitter
de volgende mededeelingen.
a. omtrent den post, voorkomende onder hoofdstuk
IX der uitgaven in de provinciale en huishoudelijke
begrootingen voor 1897 en 1898, ter bestrijding van
de behoeften, welke hare omschrijving niet vinden in
de artikelen dier begrootiogendat hierover sedert
de mededeeling in de najaarsvergadering van 1897
niet is beschikt.
b. betreffende onderbandsche aanbestedingen; dat de
bouw van een stoombjot voor den Provincialen dienst
op de Wester-Schelde voor 118.080 is opgedragen
aan de maatschappij De Maas te Rotterdam.
Beide mededeelingen worden aangenomen voor ken
nisgeving.
De voorzitter deelt verder mede dat ingekomen
zijn de volgende adressen van
a. van de vergadering van ingelanden van den
calamiteuzen Stad Philippinepolder om vrij
verklaring.
Dit adres, gedagteekend 23 Mei, luidt:
Geven met gepasten eerbied aan uwe vergadering
te kennen de yergadering van stemhebbende ingelan
den van den calamiteuzen Stad Philippinepolder, dat
zij in hunne vergadering dato 23 dezer hebben beslo
ten tot uwe vergadering het verzoek te richten om
vrijverklaring van den calamiteuzen Stad Philippine
polder te erlangen, en zij voortaan de kosten van zee
wering en oeververdediging uit eigen middelen wen-
schen te bestrijden, zooals dan ook in de laatste vijf
jaren heeft plaats gehad.
De redenen, die hun daartoe aanleiding geven om
vrijverklaring van genoemden polder te verzoeken, zijn:
ten eersten. Doordien de bestaande zeeweringwer-
ken van den polder in een zeer goeden staat verkeeren,
zoodanig zelfs dat aan onderhoudskosten over de laat
ste vijf jaren slechts gemiddeld 25.40 per jaar be-
noodigd is g9weest
en ten tweeden. Behoeft men niet de minste vrees
te koesteren, dat er nog zware kosten voor oeverver-
de digingswerken, of wel aan gewoon onderhoud, in de
eerste jaren ras gevorderd worden, ja, zooals het zich
thans laat aanzien, de zeewering van meer genoemden
polder veeleer tot het verleden zal behooren.
Op welke gronden wij de vrijheid nemen ons tot
uwe vergadering te wenden, met eerbiedig verzoek de
vrijverklaring van den calamiteuzen Stad Philippine
polder wel te willen uitspreken.
't Welk doende enz.
Dit adres wordt, na voorlezing door den Griffier,
gesteld in handen van Gedeputeerde Staten.
b. van het bestuur der Yereeniging School voor
liand- en boawknndig; teekenen te Tliolen,
om een subsidie uit de provinciale fondsen.
Het adres luidt:
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen het be
stuur der vereeniging School voor handenbouwkundig
teekenen te Tholen, waarvan de Statuten zijn goedge
keurd bij koninklijk besluit van 17 Juli 1897 no. 37
en 25 Mei 1898 no. 21
dat er te Tholen sedert 1894 eeue school als boven
omschreven bestaat, welke aanvankelijk 15 leerlingen
telde
dat de kosten van die school bestreden worden door
het schoolgeld, bedragende ongeveer f 40, terwijl het
tekort door het departement Tholen der Maatschappij
t. N. v. yt A. werd aangezuiverd en de gemeente kos
teloos lokalen met vuur en licht verstrekte;
dat door bet toenemend aantal leerlingen en de on
gelijke vorderingen het noodzakelijk werd de klassen
te splitsen en het aantal lesuren uit te breiden, tenge
volge waarvan de kosten zoodanig verhoogd werden,
dat de kas van het depattement Tholen voornoemd
het tekort niet meer kan bijpassen
dat toen het bestuur, na de goedkeuring der statuten
gevraagd en verkregen te hebben, zich bij request
tot H. M. de Koningin-Weduwe, Regentes heeft gewend
met eerbiedig verzoek in het genot van een jaarlijksch
subsidie te worden gesteld
dat het bestuur daarop de gunstige beschikking
heelt ontvangen, welke in afschrift hierbij gaat, en