68 ZITTING VAN DONDERDAG 14 JULI 1898. en de uitgaven op drie honderd zestig duizend drie boDderd twee en negentig gulden acbt en zestig cent f 360.392,68; en het voordeelig slot op een honderd tien duizend negen honderd zeven en negentig gulden vier cent f 110.997.04. Het algemeen verslag der afdeelingen wordt uitgebracht door den heer «I. A. Bolle. Aan het onderzoek in de afdeelingen hebben deel genomen 31 leden, waaronder 6 leden van Gedepu teerde Staten. Alle leden der afdeelingen verklaarden geen bezwaar te hebben die rekening en verantwoording goed te keurenslechts in éene afdeeling maakte een lid de opmerking, dat hij bezwaar had tegen het verleenen van een gratificatie aan den directeur en een holmees ter van den stoombootdienst op de Wester-Schelde ongaarne zoude hij zien, dat in het vervolg dergelijke gratificatiën werden toegekend. De voorzitter deelt mede, dat Gedeputeerde Staten in dit verslag geene aanleiding vinden, om wijziging te brengen in hun voorstel. Algemeene beraadslagingen worden niet gevoerd. Het voorstel wordt in stemming gebracht en aan genomen met algemeene stemmen. De leden van Gedeputeerde Staten onthielden zich van medestemmen. De heeren Huvers en Pompe van Meerdervoort zijn bij deze stemming afwezig. Aan de orde is het algemeen verslag der afdeelingen betreffende het voorstel van Gedeputeerde Staten aangaande de l>egros»ting fler Tkostem van het provinciaal bestuur voor zooveel het rijksbestuur is, voor 1899. In het geheel is geraamd 103.450. Dit totaal is verdeeld als volgt: Jaarwedden van de Commissaris der Koningin, van de leden van Gedeputeerde Staten, van den griffier en van de ambtenaren en bedienden bij de provinciale griffie, alsmede schrijfloonen f 49.500; bureau- en lokaal-behoeften, drukwerken, onderhoud, lasten en huur van gebouwen f 50.050; reis- en verblijfkosten van den Commisssaris dei- Koningin, van de leden van Gedeputeerde Staten, van den griffier en van de ambtenaren en bedienden bij de provinciale griffie 900en reis- eu verblijfkosten van de leden der Staten 3000. Tot toelichting worden overgelegd twee bijlagen, als 1°. een staat, aanwijzende het bedrag der uitgaven voor de behoeften der laatste vijf jaren, 1893—1897, het bedrag der voor 1898 geraamde en toegestane sommen en het voor de behoeften van 1899 geraamde bedrag 2°. een staat, inhoudende de opgaaf van het perso neel der ambtenaren en bedienden ter Provinciale griffie en van het bedrag der jaarwedden. Art. 1, La. D. Voor jaarwedden van ambtenaren en bedienden wordt f 2500 meer uitgetrokken dan ten vorigen jare is toegestaan. Zooals uit bijlage B blijkt genieten, behalve twee eerste klerken, alle ambtenaren en bedienden eene jaarwedde beneden het maximum, aan hun rang verbonden. Alleen om vier hunner, die meer dan veertigjarigen dienst tellen, het maximum te verzekeren, wordt ongeveer f 1000 vereischt. De daarenboven aangevraagde f 1500 zijn nog niet vol doende, om aan de overige ambtenaren eene verboo ging van gemiddeld t 100 toe te kennen, waarop zij, met bet oog op hunne getrouwe plichtsbetrachting en inspannenden dienst in alle redelijkheid aanspraak hebben. De billijkheid der verhooging valt te meer in het oog bij eene vergelijking tusschen de ambtena ren ter Provinciale griffie en die van den Provincialen waterstaat, wier bezoldiging zonder uitzondering hoo- ger is. Art. 2, F. Voor het onderhond, met bijbehoo- rende herstellingen en vernieuwingen, van de rijks gebouwen in de Abdij is door den bouwkundige, be last met het toezicht over die gebouwen, voor de jaren 1899 en 1900 geraamd eeoe som van f 13300, waarvan op de begrooting voor 1899 is te brengen de helft off 6650.— Daarbij behoort te worden gevoegd schoonhouden van gebouwen 800. waterverbruik en meterhuur 100. dagelijksch toezichtn 200. Voor inrichting van nieuwe lokalen wordt noodig geacht36000. Samen f 43750.— Tot toelichting van laatstgemelden post zij het vol gende opgemerkt Het is gebleken, dat de lokalen boven de verga derzaal van Gedeputeerde Staten en de voormalige Statenzaal geene genoegzame ruimte aanbieden voor berging van het zoogenaamde Dieuw archief. Het is noodzakelijk, dat zoo spoedig mogelijk in de behoefte aan bergplaats worde voorzien, daar de bewaring der archieven thans zeer veel te wenschen overlaat. De stukken zijn over verschillende lokalen, voor een groot deel zolderlokalen, verspreid en liggen op sommige plaatsen zoo hoog opgestapeld, dat het voor de ambtenaren ondoenlijk is, ze behoorlijk te raadplegen. Bovendien is het bij de voortdurende toeneming der stukken een vereisehte, dat eene vol doend ruime localiteit beschikbaar worde gesteld. Naar het oordeel van den bouwkundige, belast met bet toezicht op de gebouwen, zal de beste plaats voor den bouw vau een nieuw archieflokaal de ruimte zijn, welke vroeger tot stalling en bergplaats voor rijtuigen heeft gediend en thans buiten gebruik is. Daaraan is het voordeel verbonden, dat de lokalen gemakkelijk brandvrij geconstrueerd kunnen worden, terwijl zij in onmiddellijke verbinding zullen staan met de bureaux der provinciale griffie, waardoor het raadplegen der archiefstukken zeer zal worden vergemakkelijkt. Reeds sedert jaren worden klachten vernomen over den voor de gezondheid nadeeligen toestand, waarin enkele bureaulokalen der griffie verkeeren verbetering daarvan is zeer gewenscht. In verband daarmede is door den genoemden bouwkundige een onderzoek in gesteld naar de beste wijze, om aan de klachten tegemoet te komen. Daarbij is gebleken, dat zich in den tuin van het huis Middelburg fundamenten be vinden van een indertijd afgebroken gebouw. Deze fundamenten zijn nog in goeden staat-, door deze te benuttigen zal eene aanmerkelijke besparing van kosten worden verkregen. Ter plaatse kunnen vier nieuwe lokalen worden gesticht, welke in onmid dellijke verbinding zullen staan met de andere bure aux en door afmetingen en liggiDg in eene bepaalde behoefte zullen voorzien. Daar het terrein, waar deze fundamenten liggen, grenst aan dat voor het ontworpen archieflokaal, kunneu deze werken gelijktijdig worden uitgevoerd. De kosten worden door den bouwkundige geraamd op f 52.000. Aangezien bet grootste deel dier werken reeds in 1899 kan worden uitgevoerd, zou ten laste van de begrooting voor dat jaar kunnen worden gebracht 9/13 gedeelte of f 36.000. Art. 3, La. C. Ten einde de gelegenheid te hebben, meer dan tot dusver de kassen van gemeente-ont-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 71