ZITTING VAN DONDERDAG 14 JULI 1898. 67 Het algemeen verslag wordt uitgebracht door den heer De Veer. Aan bet onderzoek der afdeelingen hebben deelge nomen 31 ledeü, waaronder 6 leden van Gedeputeerde Staten. In geene der afdeelingen bestonden bedenkingen tegen het voorstel van Gedeputeerde Staten. Ia de le af deeling werd door een der leden de wensch uitgesproken door booger aan te vragen bedrag tot afschaffing te geraken der onbillijk werkende leges. Een lid van Gedeputeerde Staten merkte op, dat tot schadeloosstelling voor derving der leges een bedrag van 2000 noodig zou zijn, welke som niet uit bet aangevraagde bedrag is te vinden. Gedeputeerde Staten vindeD, blijkens mededeeling van den voorzitter, in dit verslag geene aanleiding, om wijziging te brengen in huQ voorstel. Geen der leden het woord verlangende wordt het voorstel met algemeene stemmen aangenomen. Verantwoording van Gedeputeerde Sta ten wegens de enkel provinciale en huis houdelijke inkomsten en uitgaven over 1 896. Volgens de hierbij overgelegde rekening, waarvan de cijfers door de algemeene rekenkamer zijn deugde lijk verklaard onder dagteekening van 9 Mei 1898 no 3 R., hebben de inkomsten en middelen over het dienstjaar 1896, geraamd op f 472.219.79, opgebrachtf 471.389.72 ter wij) de uitgaven en behoeften, mede geraamd op 472.219.79, hebben vereischt 360.392.68 zoodat het dienstjaar 1896 een voor- deelig slot heeit opgeleverd van f 110.997.04 De volgende inkomsten en middelen hebben meer opgeleverd, dan waarop zij geraamd waren a. de opcenten op de hoofdsom der belasting op de gebouwde eigendommen, f 520.30 b. idem op de ongebouwde eigen dommen 369.25 e. idem op de personeele belasting 1.003.80s d. de opbrengst wegens de rechten op het gebruik van steigers1.037.295 e. teruggaven wegens verplegingskosten van arme krankzinnigen, ten gevolge van meer uitgaven dan de raming, welke bij de vaststelling der begrooting niet met zekerheid kon worden aangegeven 478.415 de opbrengst wegens verkoop van puin uit aan de provincie in eigendom toebehoorende wegen1.504.96 ff. rente van op prolongatie uitgezet kasgeld (uitgetrokken voor Memorie)1.289.785 Ti. éen jaar huur van het tolhnis op den weg van Walsoorden naar Hulst bij Rustwat 15storting door de Zeeuwsche Spoorbootmaatschappij van 70% der netto overwinst over 1896, volgens het besluit der Staten van 7 November 1890 no. 7, 3.164,70; teruggaaf door de gemeente Vlissingen wegens verplegingskosten van een krankzinnige ƒ490,68 en kosten wegens scbadevaring aan de steigers te Wolfaartsdijk en Stavenisse /147,29s; te zamen (uitgetrokken bij den Memorie- post „Andere ontvangsten enz.") f 3.817,67s te zamen eene hoogere opbrengst van f 10.021,481 Er is minder ontvangen dan geraamd a. opbrengst der tolpachten, ten ge volge van nieuwe verpachting der tollen in het voormalig vijfde district f 673,33 b. rente van f 25.500 ingeschreven op het grootboek der 3% nationale schuld 138,12 s c. rente van de op het grootboek der 2 7, nationale schuld ingeschreven ka pitalen, voor het verleenen van pensioen aan de weduwen en weezen vau ambte naren van den Provincialen waterstaat, ten gevolge van te hooge raming van het artikel5,00 d. opbrengst der uitgifte van het Provinciaal blad, wegens opzegging van drie abonnementen16,50 e. teruggaven van rentelooze voor schotten voor wegsverbetering, omdat minder is gemandateerd, dan waarop bij de vaststelling der begrootiüg was ge rekend 15,75 f. kortingen en bijdragen van ambte naren van den provincialen waterstaat voor het verleenen van pensioen aan hunne weduwen en weezen, door ver andering in het personeel, waardoor de kortingen minder bedroegen dan de raming2,85 g. teruggaaf van op prolongatie uit gezette gelden, doordien van het toegestane maximum van f 50.000 slechts f 40.000 is uitgezet10.000,00 te zamen eene mindere opbrengst van 10.851,55 s Er is alzoo minder ontvangen dan geraamd 830,07 Voorts wordt nog medegedeeld lo. dat de besluiten, waarbij de begrooting der enkel Provinciale en huishoudelijke inkomsten en uit gaven is gewijzigd, na Koninklijke goedkeuring zijn afgekondigd in de Provinciale bladen no 125 van 1895 en 68 van 1896 2o. dat, buiten de in de overgelegde rekening ver antwoorde inkomsten, geene andere, het dienstjaar 1896 betreffende, zyn ontvangen 3o. dat door de ontvangers der Provinciale heffingen naar bebooren rekening en verantwoording is gedaan 4o. dat de uitgevoerde werken, welke niet in het onderhoudsbestek waren opgenomen, vooraf door den hoofdingenieur van den provincialen waterstaat zijn geraamd en de daartoe betrekkelijke overeenkomsten of staten van kosten door ons zijn goedgekeurd en dat al hetgeen de provincie over het dienstjaar 1896 verschuldigd was, voor zooveel noodig na onderzoek der schuldvorderingen, in tijds betaalbaar is gesteld, wat de wegen en werken betreft na mededeeling van den hoofdingenieur, dat de in de declaratiën bedoelde uitvoering naar behooren had plaats gehad. Het ontwerp-besluit lnidt De Staten van de provincie Zeeland, gezien de door Gedeputeerde Staten overgelegde, door de Algemeene Rekenkamer deugdelijk verklaarde rekening en hunne verantwoording van de enkel Pro vinciale en huishoudelijke inkomsten en uitgaven van dat gewest, over het dienstjaar 1800 zes en negentig; gelet op art. 120 der Provinciale wet; b eslni te n goed te keuren het gebonden beheer van Gedepu teerde Staten van Zeeland, met betrekking tot de inkomsten en uitgaven der Provincie over het dienst jaar 1800 zes en negentig vast te stellen de ontvangsten op vier honderd een en zeventig duizend drie honderd negen en tachtig gulden twee en zeventig cent f 471.389,72

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 70