U
te95
00
66
ZITTING VAN DONDERDAG 14 JULI 1898.
der jaarwedden van het personeel ter griffie inderdaad
niet langer uitstel gedoogt.
Met ingenomenheid hebben wij daarom kennis ge
nomen van de door den tegenwoordigen minister van
binnenlandsche zaken bij de behandeling der staats-
begrooting voor 1898 in de Tweede kamer der Staten-
Generaal afgelegde verklaring, dat, mocht de herziening
der provinciale wet te lang uitblijven, de regeering
ernstig zal overwegen, welke maatregelen zijn te nemen,
om in de bezoldiging van de ambtenaren ter provin
ciale griffie verbetering te brengen.
to to to to
18
19
20
S-o o S?
s
fr*ï
B 1
Jan.
adonk, Joh. i
van der Mee
Jr., Pieter.
Philippus
Jr., Cornel is
Jan Jacob
In verband met die toezegging en in afwachting
van een definitieve regeling, komt bet ons daarom
voor een even bescheiden als billijke wensch te zijn,
dat, om in de meest dringende behoeften te voorzieD,
nu reeds eene verhooging van f 2500 worde toegekend.
Wij veroorloven ons tot Uwe Majesteit het eerbiedig
verzoeken te richten, dat het Haar moge behagen,
eene verhooging der jaarwedden van de ambtenaren
en bedienden onzer griffie, tot ten minste bet voor
gestelde bedrag, in overweging te nemen.
Hetwelk doende enz.,
Volgnummer.
- o
g g-
c? o o 3 £Lp
t|l
B m P B 93
- Ö-S- f-,3 - g*
£s'Sï feï?--
D B
s m
5'
P P O
B* 1
S gs$
bcm
3
«H P
O o t"1
O
Qeng
3#
3^^
'ff
©23,
CS O
o
g"B
ï2 er
i co co
eg»
03 CO
CO
•O
1
GQ
■sS-s i
iili-
o M"'J2 HM
co
O
CD
cc
gl-l
P
£s
•o
SI
l-k l—
i-
3-
P*
co
if» oi cn
o o> o
498
1
969
W
td
S, -
3
o-o
S. Os
8/
CO
E g.
l
I
1
1 -
S
i
1 w
co
3®-^ a