ZITTING VAN DONDERDAG 14 JULI 1898.
55
Deze bepaling is niet van toepassing wanneer de
hengst en de merrie aan denzelfden eigenaar toebehooren.
Bij overtreding van het verbod, vervat in de eerste
zinsnede, wordt de eigenaar, houder of geleider van
den hengst gestraft met eene geldboete van ten hoog
ste 50.
Art. 2. Jaarlijks, vóór den len Maart, heeft eene
keuring plaats van alle in art. 1 bedoelde hengsten.
De gewone keuringen worden gehouden te Zierikzee,
Oostburg, Cortgene, Middelburg, Hulst, Goes en St. Maar
tensdijk.
De dagen der keuringen worden jaarlijks door Gede
puteerde staten, na de in art. 5 bedoelde keurings
commissie te hebben gehoord, vastgesteld en afgekon
digd in het Provinciaal blad. Zij worden in iedere
gemeente ten minste 14 dagen te voren door burge
meester en wethouders bekend gemaakt.
Art. 3. Buiten de in het vorige artikel bedoelde
keuring kan door Gedeputeerde Staten, op daartoe ge
daan verzoek of op voorstel der keuringscommissie,
eene buitengewone keuring worden toegestaan.
Indien zulk een keuring op verzoek van belangheb
benden geschiedt, komen de kosten daarvan te hunnen
laste en worden vooruit betaald.
Gedeputeerde Staten zijn bevoegd in buitengewone
gevallen geheele of gedeeltelijke teruggave dier kos
ten te verleenen.
Art. 4. Alle eigenaars of houders, die hunne heng
sten wenschen aan te bieden ter keuring, zijn verplicht,
ten einde aan de keuring te kunnen deelnemen, met
hunne hengsten op de daarvoor aangewezen plaats
bij den aanvang der keuring aanwezig zijn.
Zij zijn verplicht bij de keuring aan de keurings
commissie alle verlangde inlichtingen te verstrekken.
Art. 5. Alle keuringen geschieden door eene com
missie van 3 buiten de provincie gevestigde, gediplo
meerde veeartsen, welke jaarlijks door Gedeputeerde
Staten wordt benoemd.
Deze benoemen tevens telken jare een of meer
plaatsvervangende leden, die aan het vereischte, in
het le lid gesteld, moeten voldoen.
Een der leden wordt door Gedeputeerde Staten tot
voorzitter, een ander tot secretaris aangewezen.
Geene keuring heeft plaats, tenzij 3 leden of plaats
vervangende leden aanwezig zijn.
Art. 6. De commissie onderzoekt de aangeboden
hengsten en deelt den uitslag van dat onderzoek, met
opgave der bevonden gebreken, ten spoedigste mede
aan de eigenaars of houdersdie mededeeling geschiedt
altijd schriftelijk.
De keuring bepaalt zich tot het onderzoek, of de
hengsten lijdende zijn aan een of meer erfelijke ge
breken, waarbij in het bijzonder in aanmerking komen
lo. slecht ontwikkelde geslachtsdeelen
eenkomstig de voorschriften van dit reglement, tot
dekking van merriën te gebruiken.
Met dekking wordt gelijk gesteld het zoodanig bij
elkander toelaten van hengst en merrie, dat dekking
mogelijk wordt gemaakt, daaronder begrepen het onder
éen dak brengen of hebben van hengst en merrie.
Deze verbodsbepaling is niet van toepassing, wan
neer de hengst en de merrie bij de dekking tenminste
gedurende tien dagen in vollen en onvoorwaardelijken
eigendom aan denzelfden persoon toebehoorden.
In het 2e en 3e lid van art. 2 wordt
Kattendijke in plaats van Goes.
21 in plaats van 14.
Art. 4 wordt gelezen Alle eigenaars of houders, die
hunne hengsten wenschen aan te bieden ter keuring,
zijn verplicht, ten einde aan de keuring te kun
nen deelnemen, daarvan ten minste 7 dagen vóór de
keuring aangifte te doen bij den secretaris der keu
ringscommissie met opgave van
a. naam, en woonplaats van eigenaar en houder
b. naam ouderdom, ras, kleur en bijzondere ken-
teekenen van den hengst; benevens, indien hij in een
stamboek is ingeschreven, stamboek en stamboek
nummer.
Hengsten, na genoemden termijn aangegeven, worden
van de keuring uitgesloten, tenzij de keuringscommis
sie geen bezwaar tegen de toelating heeft.
De eigenaars of houders zijn overigens verplicht bij
de keuring aan de keuringscommissie alle verder ver
langde inlichtingen te verstrekken.
In art. 6 worden de gebreken sub 1, 3, 4, 5 en 6
lo. gebreken aan de geslachtsorganen