50
ZITTING VAN DONDERDAG 14 JULI 1898.
verlotingen te handhaven, dan zal zij moeten trachten
haar financieelen toestand te verbeteren.
Op grond van het bovenstaande hebben wij de eer
u in overweging te geven afwijzend op het adres te
beschikken.
Het adres is van den volgenden inhoud:
Geett met verschuldigden eerbied te kennen het
bestuur der Maatschappij tot bevordering van Ooft- en
luinbouw in Zeeuwscb-Vlaanderens W. D. (voormalig
IVe district), daartoe gemachtigd op de algemeene
vergadering, gehouden te Oostburg den 22en Mei 11.
dat den 14en Juni 1894 door de leden der Maat
schappij besloten werd een driejarigen cursus in te
richten voor het leeren snoeien van fruitboomen, aan
welken hoogstens door 10 leerlingen zou kunnen wor
den deelgenomen
dat, toen deze cursus ongeveer een jaar gewerkt
had, van verscheidene zijden aanvragen tot de Maat
schappij kwamen, om een 2en cursus op te richten
dat de oprichting van dien 2en cursus aihankelijk
gesteld werd van subsidiën van rijk en provincie,
welke gevraagd en ook verkregen werden tot een
bedrag van 75 ieder
dat daarop een 2e cursus is ingericht, waarvan de
leerlingen aan het einde van dit jaar hun eindexamen
moeten doen
dat met deze subsidiën het doel, dat de Maatschappij
zich voorstelt, intusscben niet bereikt kan worden,
want de uitgaven, voor haar tot nu toe aan den
snoeicursus verbonden, hebben het haar onmogelijk
gemaakt, hare driejaarlijksche tentoonstellingen te
blijven houden, aan welke tentoonstellingen, die de
groententeelt en de pomologie in deze streken aan
zienlijk hebben bevorderd, voor het grootste deel den
invloed ten goede is te danken, dien de Maatschappij
heeft uitgeoefend
dat de inkomsten der Maatschappij, ongeveer f 220
per jaar, te gering zijn om verder naast de tentoon
stellingen, die om de drie jaar gehouden zijn, doch
thans reeds moesten uitgesteld worden den snoei
cursus te blijven voortzetten, ofschoon het voortzetten
dasrvan, blijkens het aan heeren Gedeputeerde Staten
ingediend verslag (dd. 28 April 1898 no. 75) zeer ge-
wenacht ia, waarom in de hooger aangehaalde vergade
ring besloten werd, dat het bestuur zich wenden zou
tot de besturen van het rijk en van de provincie om
van beiden eene subsidie te erlangen, voldoende om
den snoeicursus te blijven voortzetten, zonder dat daar
bij aan de maatschappij de verplichting wordt opgelegd
aan dien cursus eenige gelden te besteden, anders dan
voor lokaalhuur en verwarming;
redenen, waarom het bestuur zich wendt tot uwe
vergadering met het verzoek om, indien het rijk eene
subsidie verleent van 150,insgelijks eene provin
ciale subsidie van f 150,te verleenen voor drie
achtereenvolgende jaren, ten einde den lsten Januari
1899, als wanneer de thans loopende cursus zal geëin
digd zijn, een nieuwen driejarigen cursus te openen.
Het nader schrijven, d.d. 13 Juni, van het bestuur
luidt
In aDtwoord op uw schrijven, hier ter zijde aan-
gehaald, hebben wij de eer u mede te deelen
a. dat aan de beide vorige cursussen eenige onder-
steuning verleend is door de heeren P. C. J. Henuequin
te Aardenburg en H. M. Hennequin te Sluis tot een
bedrag van f 10, maar dat eerstgenoemde den cursus
meer zijdelings steunde door de leerlingen in de
gelegenheid te stelleu voor zijne rekening eenige
kweekerijen in Walcheren en de groote bloemententoon-
stelling te Gent te gaan bezoeken
b. dat op genoemde bijdragen waarschijnlijk zal I
kunnen blijven gerekend worden, doch dat deze van I
zoo gering bedrag zijn, dat wij meenden die niet in
rekening te moeten brengen
c. dat de maatschappij 210 leden telt, die jaarlijks
aan contributie ongeveer 220 betalen, welke som,
verminderd met de gewone uitgaven voor jaarlijksehe
plantenverloting, hoog noodig is voor de driejaarlijksche
tentoonstelling, zonder welke onze maatschappij zeker
vele harer leden zoude verliezen.
Uit het bovenstaande blijkt, dat de maatschappij
zich voor een nieuwen cursus geene uitgaven kan
veroorlooven, waarom wij dan ook aan de Staten der
provincie en het rijk eene subsidie gevraagd hebben
tot een bedrag van 300, welke wij hopen dat in het
belang der zaak verleend zal worden.
Ten overvloede laten wij ons schrijven vergezeld
gaan van eene begrooting van uitgaven en een leerplan.
Maatschappij tot bevordering van Ooft- en Tuinbouw
in Zeeuwsch Vlaanderens W. D. (voorm. IVde district
Begrooting van uitgaven voor den snoeicursus.
50 weken, iedere week 4 uur les a 1 per
uurf 200.—
Proeftuin met bewerking en aankoop40.
Leermiddelen50.—
Administratie 10.
f 300.—
LEERPLAN.
Ie jaar. 4. Plantenkunde. Bouw en verrichtingen
van de plant.
Wortel: kenmerken en beteekenis.
Bladhoofdvormen beteekenis voor de plant.
Bloemdeelen der bloem hare beteekenis.
Bevruchting zeltbestuiving kruisbestuiving.
B. Grondregels der snoeikunst. Het veredelen door
enten en schildentende verschillende wijzen van
enten en oculeeren.
Stekken, inleggen, zaaien enz.
Behandeling van den wijnstok.
C. Praetisehe werkzaamheden in den proeftuin.
2e jaar. A. Plantenkunde. Levensleer van de
plant. Ademhaling.
Assimilatie. Water- en voedselopname.
Welke plantenvoetende stoffen opgenomen worden.
B. De pereboomverschillende vormen behandeling
van het vruchthontsoorten.
De appelboom id. id.
De behandeling der woudboomen in het algemeen
de olm of ijp de wilg de populierde esch de beuk.
Aanleg van boomgaarden planten van waaiboornen.
Te nemen voorzorgsmaatregelen.
C. Praetisehe werkzaamheden in den proeftuin.
3e jaar. A. Plantenkunde. Herhaling en uitbreiding
der vorige jaren. Ziekteleermiddelen ter bestrijding
van ziekten. Vrienden en vijanden van de boonen, in
het bijzonder de fruitboonen.
B. Steenvruchten: perzik, abrikoos, pruim, kers;
verscheidenheden, behandeling enz.
Behandeling van frambozen, aal- en kruisbessen.
De eik. Aankweek van wisschen. Herhaling.
C. Praetisehe werkzaamheden in den proeftuin
bezoek van tuinen, boomgaarden, aanplantingen enz.
Iedere week wordt 1 uur onderwijs gegeven in de
plantenkunde, twee uur in de theorie en één unr in de
practijk van het snoeien.
Een schrijven van 22 Juni van hetzelfde bestuur
luidt als volgt
In antwoord op uw schrijven van 18 Juni 1.1., no.
3625105 3de afdeeling, hebben wij de eer u mede te
deelen, dat blijkens het u toegezonden leerplan en de
daarbij gevoegde begrooting ons voornemen is slechts
één carsns te organiseeren.
Verder is ingekomen het reeds op bladz. 5 van dit