ZITTING VAN DONDERDAG 14 JULI 1898. 15 willen meewerken tor uitbreiding van een dienst die de provincie toch al zoo veel offers kost. Ik heb in bet algemeen verslag gelezen, dat de adressanten al reeds zonden gebaat zijn, indien op Maandag en Donderdag Hoedekenskerke werd aangedaan en dat wel in ver band met de Belgische markten. Personen echter, die geacht kannen worden op de hoogte dezer zaak te zijn en de woordvoerders zijn van de verzoekers, hebben mij verklaard dat zij een aansluiting op Donderdag en Zaterdag behoeven en, wanneer daartegen geen overwegende bezwaren zijn, wensch ik een voorstel in dien geest te doen. Mocht eene aansluiting op beide dagen bezwaarlijk worden geacht, dan alleen voor den Zaterdag. Ik heb dus de eer voor te stelleD, in afwijking van bet algemeen verslag, in plaats van Maandag en Donderdag, den dienst uit te breiden op Donderdag en Zaterdag. De heer "Van IBeinse. Met genoegen, mijnheer de voorzitter, heb ik den heer Vsn der Lek de Clercq zijn denkbeeld booren ontwikkelen. Het verheugt me dat er stemmen opgaan om dat deel van Zuid-Beveland meer voordeel te doen trekken van den provincialen stoombootdienst dan thans het geval is. Onvoorwaar delijk kan ik mij echter niet vereenigen met bet voor stel van den heer Van der Lek de Clercq, omdat het mij niet duidelijk is gebleken of men rekening moet honden met de veemarkten waarop het vee wordt ge kocht of met die waarheen bet wordt vervoerd. Ik zoude het daarom wenschelijk vinden dat heeren Ge deputeerde Staten eerst ter plaatse onderzochten of de dienst geregeld moet worden in verband met de markten waarop gekocht of met die waarheen vervoerd wordt. Volgens de jongste berichten wordt er onderhandeld over de weder openstelling der Belgische grenzen voor den invoer van vee onder toezicht van Nederlandscbe en Belgische veeartsen. Daarmede zou ook bij de vaststelling eener dienstregeling rekening dienen te worden gehouden en zou m. i. gelet moeten worden op de dagen waarop die invoer onder toezicht langs Selzaete is toegelaten. Ik zou daarom in overweging wenschen te geven dat Gedeputeerde Staten gemachtigd worden het verzoek van de ingezetenen van Hoede kenskerke en omliggende gemeenten toe te staan zoodra dat college bekend is welke dag het best geschikt is. De heer Siegers. Uitbreiding van den dienst tusschen Hoedekenskerke en Terneuzen het is door Gedeputeerde Staten in hua voorstel reeds gezegd kan niet anders geschieden dan ten koste van den dienst op Terneuzen. Er wordt nu gesproken van eene uitbreiding op Zaterdag; maar reeds in 1886 is gebleken dat het vervoer op dien dag niets beteekent. De ervaring heeft later ook geleerd dat op bedoelden dag het vervoer miniem is en daarom is toen de dienst beperkt tot den Woensdag. Ik moet daarom ernstig bezwaar maken tegen het toegeven aan den wensch tot uitbreiding van den dienst. Wat betreft verandering van den dag waarop de dienst op Hoedekenskerke wordt uitgeoefend, ik geloot dat daartegen bij Gedeputeerde Staten geen bezwaar zal bestaaD. Maar dan zou het aanbeveling verdienen dat de een of andere corporatie, die kan beschouwd worden als het orgaan van bet algemeen verlangen, zich uit sprak. Wanneer het de bedoeling is dat men liever Maandag, Dinsdag of Donderdag aansluiting heeft, dan zal het Gedeputeerd college zeer genegen zijn aan het verlangen te gemoet te komen mits het blijkt een algemeen verlangen te zijn en niet een verandering beoogd wordt door enkele belanghebbenden, die na een paar maanden door anderen weer minder deugdelijk wordt geacht. Verder moet ik er nogmaals den nadruk op leggen dat uitbreiding van den dienst alleen kan geschieden ten nadeele van Terneuzen: waarbp men ook nietnit het oog mag verliezen dat het vervoer op Terneazen steeds toeneemt en dat op Hoedekenskerke voortdurend afnemende is. De heer Van der Eiek de Clercq. In ant woord op hetgeen door het geachte lid van Gedepu- de Staten is in het midden gebracht, zou ik kunnen mededeelen, dat van den kant van Terneuzen is gezegd, dat men gaarne een dienst zou opofferen indien daar mede Hoedekenskerke gebaat werd. Wat betreft het verlangen vau een dienst op Zaterdag te hebben, is dat gemotiveerd met het oog op de veemarkt die Maandag te Sas van Gent en op een paar andere plaatsen plaats heeft. Ook heeft een Zaterdagsche dienst het voordeel dat de kooplui uit Antwerpen en Zeeuwsch-VIaanderen na een bezoek aan bet Goesche land naar hun huis zouden kunnen terugkeeren en zoo des Zondags thuis zijn. De heer Siegers. Van het beweren van den heer Van der Lek de Clercq, dat Terneuzen gaarne eene reis zou opofferen in het belang van Hoedekenskerke, beb ik nooit iets gehoordwel is mij het tegendeel steeds gebleken. Wanneer echter blijken mocht dat in Terneuzen geen bezwaar bestaat, zullen Gedeputeerde Staten zeker gaarne voldoen aan den wensch van de ingezetenen van Hoedekenskerke. De drang der om standigheden is de onweerstaanbare oorzaak geweest dat de dienst werd geregeld zooals die thans is. De heer moes. Mijnheer de voorzitter. Dat het gemeentebestuur van Terneuzen den stoombootdienst op Hoedekenskerke wil steunen neem ik aan, maar niet met opoffering van een reis minder naar Vlissingen. Daarvan is mij althans niets bekend. En daar het hierop zou uitloopen, verklaar ik mij tegen het voor stel van den heer Van Deinse. De heer Pompe van meerdervoort. Mijnheer de voorzitter, ik was niet voornemens mij in het debat te mengen, na de treurige ervaring die ik hieromtrent een vorig maal door geringe instemming beb opge daan. Nu echter deze zaak zoo ernstig ter sprake komt, kan ik niet nalaten te verklaren hoe het ook mij leed doet dat heeren Gedeputeerde Staten zoo rauwelijks weg het verzoek van ingezetenen vau Hoedekenskerke en omliggende gemeenten ter zijde willen leggen. Zij geven daarvoor twee redenen. Eerstens zeggen zij dat het vervoer zoo weinig is. Maar als ik naga dat in het afgeloopen jaar te Hoedekenskerke, in 52 reizeD, aan boord kwamen 418 passagiers, dan is dat toch on geveer 8 personen per reis en als ik dan in aanmerking neem dat te Borssele 4027 passagiers zijn opgenomen, kom ik, wanneer ik het becijfer, tot slechts 12 passagiers per reis. Bij die berekening moet men niet vergeten dat Hoe dekenskerke slechts eens per week wordt aangedaan en Borssele 3285 maal in het jaar:- daarbij dat Borssele naar links en naar rechts communicatie heeft en Hoedekenskerke alleen naar den kant van Terneuzen. Als ik daarmede rekening hond, dan vind ik dat ge bruik niet zoo luttel. Dat het hier dan ook een meer algemeen dan een beperkt locaal belang geldt, blijkt trouwens nit de vele gemeenteraden die hunie instemming betuigen met eene uitbreiding van den dienst. Ik geloof verder dat tot het weinig gebruik, dat van den dienst op Hoedekenskerke gemaakt wordt, ook veel bijdraagt de ongeschikte tijd waarop de boot vaart. Het veevervoer zon ongetwijfeld toenemen indien het vee uit Hoedekenskerke op de markt te Gent kon worden aangebracht, dat wil zeggen wanneer de boot op Maandag of Donderdag voer. Nu beweert men dat men dat niet kan doen zonder uitbreiding van het

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 19