MIDDELRURGSCHE COURANT. N\ 153, 141" Jaargang. 1898. Zaterdag 2 Juli. Geslagen maar niet overwonnen. Dexe courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, f P0r kwartaal, xoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2.- Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. T hermometor Middelburg 1 Juli 8 u. vm. 61 gr. 12 n 66 gr., av. 4 o. 64 gr. F. Verw. zw. W. wind. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór één uur aan het bureau bezorgd zijn. Advertentiön20 cent per rogel. Geboorte- dood- en alle andore familieberichten en Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regelj Groote letters naar de plaats die zij innemen. AdvertentiSn bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis aan het bureau te bekomen. Agenten. Te 's GravenhageDe Gebr. Belinfante te Amsterdam A. db La Mar Azn. I. De strijd ia dus weêr, voor eenige jaren, uitgestreden. Dat hy in Zeeland en ook in andere pro- ciè'n ten nadeele van de vrijzinnige party uitliep, hebben wij reeds geboekstaafd tegelijkertijd eenige oorzaken opgegeven, waaraan dit te wyten is. En thans trekt menig leider onzer tegen- party zich weêr terug in zijne tent, in allen ootmoed zich verheugd de handen wrgvend, nu men zulk eeu succes behaalde. De Standaard was na de eerste stemming zoo in de wolken, of laat ons liever zeggen zoo overmoedig, dat zijn redactie reeds durfde beweren, dat het ministerie was getroffen, gewogen en te licht bevonden en dat dit nu eigenlijk wel kon heengaan. Sommige bladen namen nog de moeite die grootspraak te bestrijden. Eilieve, waarom Om het anti-revolutionnaire blad van zgn ongeiyk te overtuigen Dat kan men gerust latenwant dat is onbegonnen werk. Op dergelijke taal doet men het best te zwijgen. Zij komt voort nit dezelfde overmoedig heid, die in 1897, na de eerste stemming voor de Tweede kamer, de ultramontaansche partij als 't ware dronken maakte van op gewondenheid en reeds de stoutste woorden deed uiten niet alleen, maar haar zelfs deed optreden met eene zeldzame vermetelheid. Bittere teleurstelling toen de herstem mingen op eens die schoone verwachtingen den bodem insloegen, en tot een stil, ge heimzinnig terugtrekken dwongen. Zoo ook is het bij de Provinciale Staten gegaan. Zeker, men heeft eenige winst behaald, maar toch niet verkregen wat men wenschte. De zorgeloosheid, de onverschilligheid van tal van liberalen heeft Bchuld gehad aan de overwinningen hier en daar maar ve len zijn wakker geworden, toen zg het dreigend gevaar begonnen in te zien, en zg namen voor een deel revanche bij de herstem mingen. Jammer dat zij niet vroeger het goede voorbeeld hadden gevolgd, gegeven door de tegenpartij, die, het zy tot haar eer gezegd, goed georganiseerd is en flink op haar post was. Want afgescheiden van het feit dat geleden verliezen niet te herstellen zgn, is thans opnieuw gebleken, dat het bij herstemmingen onmogelijk is op onze ver bonden tegenstanders eene volkomen over winning te behalen. Meestal moeten wij, getuigen Amsterdam, 's-Gravenhage, Gouda en Middelbands, tegenover hen weêr iets inboeten. Het is waar: zij kunnen beschikken over middelen die niet binnen ons bereik vallen zij hebben gedweeër en meer volgzame aanhangersbij hen is een enkel woord, een enkele machtde kerk en bet geloof voldoende om hen te doen handelen; maar het mag niet ontkend wordenaan der liberale organisatie ontbreekt nog veel; getuige vooral Amsterdam. Wij zien te weinig vooruit; wij houden niet voldoende voeling met partggenooten en met het platte land. Dit alles is reeds meermalen door ons en anderen gezegd. Er ligt nog eeu geruime tijd tusschen nu en het jaar 1901, waarin wederom Tweede kamer verkiezingen voor de deur staan maar toch, hoe spoedig is die voorbij 1 Meer overleg, meerdere aanraking met gelijk ge zinden moet het algemeen parool zijn. Wat onze provincie betreft, ook daarop is veel van hetgeen wij hiervoren schreven van toepassing. Maar toch maken onze party genooten eene gunstige uitzondering op gelijkgezinden elders. Er is reeds dadelijk met ijver door hen gestemder is met on ver flauwden moed gestreden. En wat onze tegenpartij betreft, hare be kende mannen, die de leiding in handen hadden, dienen zeiven nit te maken of zy bg kalm nadenken, ook tevreden kunnen zijn over alle3, wat zij hebben gedaan. Als dit het geval is, dan zgn zij zeker nie! fijngevoelig; dan zijn zy öf spoedig tevreden, óf door het sncces blind geworden voor veel wat hen waarlgk niet siert. Over enkel minder edele manoeuvres heb ben wg reeds het licht doen opgaanzoo o. a. over het misbruik maken van den leer plicht als verkieziDgswapen. Maar er is nog meer gebeurd of vermeden. Een strijd over beginselen, welke in verband staan met die verkiezingen, heeft men ont weken. Voor eene ernstige gedachten wisseling over de door ons gestelde vragen, rakende het beleid van onze provincie, en de kwestie hoe zich de antirevolutionnairen van hun taak en de door hen verworven macht heb ben gekweten, hield men zich liefst doof. Men heeft bijzaken gemengd in den strgd. Men heeft, met eene reeds jaren bekende verregaande arrogantie, een hoogen toon aangeslagen over kwesties, die met het pro vinciaal bestuur in geen verband staan. Halve waarheden, verdraaide voorstellin- >n van feiten; men was daarin zeer sterk. Men heeft vrij handig de geschiedenis der laatste jaren geëcarteerdgezwegen over allerlei gebeurtenissen, die over de juiste bedoelingen der leiders een zuiver licht kon den verspreiden. En door dat alles heeft men tal van per sonen, die slechts oppervlakkig oordeelen en dat zgn er zeer velen meegesleept en bewogen gedachteloos te volgen. Maar men is ook zeer ondankbaar geweest. Hoe dit bet geval was tegenover de katholieken in het district Hulst. weten wii. Doch men deea nog erger. Toen de ehristelgk historischen die bij eerste stemming in ons district zoo dapper meehielpen om candidateD, blijkbaar gesteld om hun in het gevlei te komen, te kiezen bij de herstemming in het district Vlissingen hun eigen weg bewandelden, werden zij op onheusche wijze bejegend; beticht van iets dat zij niet hadden verricht; zoo zelfs dat dezen zich geroepen achtten een ernstig protest te doen hooren. Zoo worden trouwe diensten beloond! En wat deed men tegenover de liberale partij Yoor haar trad men het was waarlgk vermakelijk weêr op als mentor! Er kon in vergaderingen, van onzen kant, niets gebeuren of de heeren hadden daarover hun oordeel gereed. Dat zg opkwamen tegen een, laat ons zeggen, minder gelukkige, doch hij eene im provisatie zoo licht mogelijke, uitdrukking van den voorzitter der kiesvereeniging Eendracht maakt macht over de „zwarte bende", zij hadden daartoe volkomen het recht. Al zullen wij die uitdrukking niet in be scherming nemen men vergete niet dat zij harder-klinkend is voorgesteld dan wer- kelgk bedoeld was. Maar bovendiendie voorzitter behoort tot de garde der anti-clericalen, die jaren lang den strijd tegen de bekende verbonden machten heeft meegemaakt. Hem stond toen hij zgne minder lukkige, maar toch ook op onedele wijze geëxploiteerde woorden bezigde zeker voor den geest wat nog dezer dagen in een week blad werd gezegd in een opstel over de Jezuiten. Het gold de bestrijding van een stukje van een lid dier orde, den heer Ermann, in Hei Centrum, die o. a. dr Bronsveld aanviel en beweerde dat men den Jezuiten verwijt dat haar zedeleer laksch is. Dat is niet waar, verklaarde de heer J. R. „Deze beschuldiging zou inderdaad zeer vaag zgn. Men toont aanmen bewijst] wijst aan met olficieele, door de orde erkende, door haar gesanctionneerde stukken dat die zedeleer is laksch in al wat den mensch tot mensch kan maken en meer dan het tegen overgestelde van laksch, waar zij langs alle wegen tracht de geheele aarde te maken tot een Godsrijk in katholieken zin, tot een domein van den Paus, die dan weêr een speelpop moet zijn in handen der orde, Neen, die zedeleer is verfoeilijk en mensch- onteerend, en vele vrome Roomsch-katholie- ken beoordeelen haar op dezelfde wijze» Van waar die haat tusschen Dominicanen en Jezuiten Omdat de moraal der Jezuiten is die van het katholicisme Neen, vol strekt niet. Dit is de kwestie: „De moraal der katholieken is langzamerhand geheel ten onder gegaan in die der Jezuiten." Terecht zegt Scherr dan ookNooit heeft de tnenschelijke geest een gevaarlijkei instelling in het leven geroepen dan hei Jezuitisme, en nooit heeft een kind met grooter ijver zijn moeder (de Kath. kerk) naar het leven gestaan dan dit." Wij halen dit aan omdat hierbij zoo juist gepreciseerd wordt het, honderdm al door ons reeds aangetoonde onderscheid tusschen hen die den invloed der kerk willen mis bruiken, zelfs ten koste van die kerk, voor invloed in den Staat,voor politieke doeleinden, en degenen die hun geloof eenvoudig be schouwen als een middel tot bevrediging van de behoeften van eigen gevoel en hart. Niet de laatsten maar de eersten zijn clericalen. En dat geldt ook van hen, die in de Pro- testantsche kerk scheuring en tweedracht teweeg brachten en nog teweeg brengen die hand aan hand gaan met die Jezuiten- partij. Hoe vaak ook gezegd, die waarheid moet telkens weer herhaald worden. En dit heeft waarschijnlijk ook de voor zitter van Eendracht maakt macht nog eens willen doen. Het ware zeker tactvoller geweest zoo hg dit in andere bewoordingen had gedaan; wg zullen dit niet ontkennen. Dat zijne en onze tegenstanders die woorden hebben geëxploiteerdhet was te wachten. Een les te meer om zich voor- ta&fce"vl™ J.*....,, dat zelfs in onze eigen gelederen er waren, die, met miskenning van het vele goede, door dien voorzitter sedert jaren en ook ditmaal in het belang der liberale zaak verricht, eenvoudig om den minder geluk kigen vorm van zijne uiting, mêe instemden met het koor der bedillers en daardoor de kracht der tegenpartij versterkten en koren op haar molen wierpen. Dit meenden wij te moeten opmerken, opdat men later niet zal kunnen zeggen dat zonder protest onzerzijds gebleven is de be weging, tegen die woorden op touw gezet door hen, die belang erbij hadden de harts tochten te prikkelen. Voor nu en voor het ervolg willen wij dan ook constateeren dat onmogelijk zij, die, al zijn zij geen liberalen, toch ook het drijven van het tweemanschap Kuyper-Schaepman willen bestrgden, aan die uitlating zich behoeven te stooten. Waarom wij deze opmerkingen niet eerder lieten hooren Omdat wij in de verkiezingsdagen het nut daarvan niet inzagen. Omdat bij al het geraas, dat gemaakt is aan de zijde der elericale partij in onze omgeving, tegen wier drijvers wij al genoeg hadden gewaarschuwd, het toch geen doel zou treffen zich in de dagen van opwinding te doen hooreD. Aan die drijvers schijnt nu eenmaal het recht te bebooren alles te mogen zoggen en ichrgven, zelfs ook de meest onware bewe ringen aan het adres der liberalen in 't algemeeD, aan dat van ons in het bijzonder. Voor hen was dan ook eene uitdrukking als hierboven aangehaald een waar buiten kansje; een welkome stof voor een „ver kiezingsnummer." Bij elke stemming, nu al sedert jaren, komt dit hors d'oeuvre onder do perspro ducten te voorschijn. Wie de twijfelachtige eer van het vader schap daarvan heeft Zeker het bestuur der Centrale anti-revo- lulionnaire kiesvereeniging op Walcheren, want het Kuyperiaansche partijblad, dat in Goes verschgnt, beweert wij wezen er reeds meermalen op steeds, als het op dit puat wordt aangevallen, dat het niets met den inhoud van znlk een verkiezingsnammer te maken heeft. En toch leent het er zijn titel, zgn hoofd voor en is het moreel dus wel degelijk mede verantwoordelijk voor den inhoud. En wat houden die verkiezingsnummers in? Nooit of zelden principieele uiteenzettin gen van de kwestie» van den dag; van de beginselen waarom het bij eene vei kiezing gaat; maar steeds insinuaties en verdacht makingen, algemeene beschuldigingen aan het adres „der liberalen" wegens hun boos heid, hunne goddeloosheid, hunne geldver spilling, hun „voorrechten", hun „betere positie" enzscheldwoorden of laffe aardig heden aan het adres van den grooten boe man, de Middelburgsche couranten al de eene of andere liberale woordvoerder zich eens een ongelukkig woordje heeft laten ontvallen een voortdurend hameren op dat aambeeld, oen ophitsen om aan de tegenpartij die uitdrukking „betaald te zetten." De inhond van die verkiezingsnummers een doorloopende speculatie op de hart stochten en arijfveeren van lagere orde iü gemoed van den menscheen prikkelen van geloofshaat, een opwekken vanjalouzie, van achterdocht, van bitterheid, van wraak neming over vermeend onrecht of wat men als zoodanig gelieft voor te stellen. En dat alles onder den dekmantel van den christelijken godsdienst, die zeker wel iets geheel anders leert. Het verbaast ons altijd dat aan zulk een werk meedoen en daarbij nog wel een hoofdrol vervallen manneD, wier schoon en ver heven ambt, naar onze meening, meebrengt als heiligen plicht slechts woorden van liefde en vergeving, van toenadering en verbroedering te spreken of te schrijven. Zoo strijdt men van anti-revolutionnaire zgde in ons district 1 En zoo overwint men vaak 1 Nu, wij gunnen aan zulke leidslieden dat twijfelachtige voorrecht. Wij hebben nog altijd hoop dat de oogeD eens..zullpn/manco» an san all/m., dif> dat drgven moede worden en niet blind zgn voor het gevaar dat van dien kant dreigt. Als het dan echter maar niet te laat is! Middelburg 1 Juli. heel wat bescheidener toon aan et pour cause want daar zitten nog wel eenige men- schen,dieschgn van wezen kunnen onderscheiden. De felle aanval van de AmstCt., die 't nu bewezen acht, dat de mannen der Hogerhuis- agitatie niet te goeder trouw zgn, is o. i, niet gerechtvaardigd. Maar als men ziet, dat bijna uit8lnitend sociaal-democraten zich van de zaak meester maken, dat in elk geval al wat eenigen naam heeft in de sociaal-democratische wereld zich er voor spant, dat er een middel van wordt gemaakt om tegen de klasse-justitie uit te varen, en als men daarbij weet, dat de Hogerhuisen zelf tot de sociaal-democraten be- hooren, dan kost het toch moeite om aan de volkomen zuiverheid en belangeloosheid der beweging bij al die manifestanten te gelooven. Ook dit pleit weinig voor de onbevangenheid van mr Troelstra, dat hij zelf blykbaar geen goede trouw kan veronderstellen by iemand, die er anders over denkt dan hij. Voor die bladen, die min of meer in zijn schuitje komen, heeft hij gaarne een woord van lof over, maar die, welke zgn agitatie niet kunnen ondersteu nen, krijgen de volle maat zijner socialistische minachting en verdachtmaking. En dat wil als rechter optreden en de massa als rechter uitspraak laten doen Gelukkig, dat de rechtspraak nog niet in socialistische handen is. Het zou een „klasse- justitie" en een gevoelsjustitie zijn zonder voorbeeld. De Hogerhuis-agilatie. Tegenover de aanvallen, waaraan de redactie van Het Vad., om hare houding in deze zaak, blootstaat vanwege het orgaan van mr Troel stra, herinnert zg aan hetgeen zg schreef over de beschikking van den Leeuwarder officier van justitie. Dit luidde „Evenals wg ons onthouden hebben van 't weergeven der betoogen van den heer Troelstra ten gunste van de Hogerhuisen, zullen wy ons nu onthouden van het leveren van een uittrek sel uit het betoog van den officier van justitie. Men moet dergelijke stukken, om ze goed te kunnen beoordeelen, onverminkt weergeven en dat laat onze plaatsruimte niet toe. Ook van het uitspreken van een beslist oordeel wil len wij ons onthouden, maar dat willen wij wel n, dat men al zeer bevooroordeeld moet zgn, om nu nog vol te houden, dat mr Troelstra ten voordeele van de onschuld der Hogerhuisen en ten laste van anderen heeft aangevoerd, den toets eener onpartgdige critiek kan doorstaan". Wat wil dit zeggen vraagt de redactie van het Haagsche blad- En als antwoord daarop schrijft zij Noch dat wij het stuk van den officier „ver nietigend" en „verpletterend" achten woor den door ons nergens gebezigd, al doen de aanhalingsteekens van mr Troelstra dit denken ch dat wij al het door mr Troelstra aangevoerde waardeloos oordeeleD, maar alleen, dat het Leeuwarder Btnk genoeg licht schonk om zekerheid te geveD, dat het oordeel van den heer Troelstra voor onpartijdige critiek niet bestand is. Die indruk werd versterkt door de interpel latie van den heer Troelstra. Naar aanleiding daarvan erkenden wij uitdrukkelijk, dat niet al wat de officier aanvoerde even overtuigend is, maar daarnaast constateeren wij, dat de sterkste gedeelten van zijn betoog eenvoudig door den interpellant ter zijde werden terwyl deze aan alles wat hij zelf gezien gehoord had buitengewone waarde hechtte, al wat de officier verklaarde eenvoudig als leugenachtig stempelde. Zeer zeker was het stuk van den officier niet onpartydig gesteld, maar evenmin kan men dat zeggen van het betoog van den heer Troelstra. En nu mag hij voor zijn sociaal- democratischen lezerskring snoeven, dat bewezen heeft, dat de beschikking leugen achtig en waardeloos ïb, in de Kamer Bloeghy Tout a la reine. Figaro bevatte dezer dagen, naar aanleiding van de inhuldigingsfeestec, die ons wachten, een artikel ais entrèe en scène. De schrijver karakteriseert den toestand ten onzent met bovenstaande woorden. Uit alle klassen der bevolking zag hij groepjes staan, overal voor de winkels, om de portretten der Koningin te bewonderen en niet uitgeput te raken over de schoonheid, de goedheid, de bekoorlijkheid, do ontwikkeling, het edele van „onze lieve iongo Lie jonge Jkoiiiiigxu 10 onyti door haar volk. Behalve dat zij de afstamme linge is van de Oranjes, die één zijn met het glorierijke verleden der Nederlanden, heeft zQ nog haar persoonlijke bekoorlijkheid, die zij ook voor een deel dankt aan de bewonderens waardige opvoeding, haar door Haar Moeder, Koningin Emma, gegeven. Haar meerderjarig heid zal een aanleiding zgn voor een grootsche uiting van gehechtheid. Men bereidt zich daarop voor met de gewone Hollandsche kalmte, die echter noch warmte noch gehechtheid uitsluit. Weken lang reeda wordt gecollecteerd in de grootste steden zoo wel als in de kleine dorpen en iedereen geeft. Daarna zoekt dé.schrij ver naar een woord om ons „inhuldiging" te kunnen weergeven, er daarbg op wgzend, dat het iets anders is dan inauguration en dat de Hollanders beslist niet willen, dat men van couronnement (kroning) spreekt, omdat volgens hen niemand het recht heeft de koningin te kronen. Zij draagt de kroon door het recht van geboorte en zal maar den eed op de Grondwet afleggen en daartegenover op haar beurt den eed van trouw der beide Kamers in ontvangst nemen. Ofschoon ze wordt gevierd in een kerk, zal de plechtigheid geen enkel godsdienstig karak ter dragen. De verschillende geestelijken zullen er vertegenwoordigd zijn, evenals andere ver- eenigingen, maar ze zullen er geen werkdadig aandeel aan nemen. In dat opzicht is Holland Frankrijk al een heel eind voor. In Holland houdt de wereldlyke macht zich buiten de kerk, wat wil zeggen, dat ze er neutraal tegenover staat en niet vyandig. De Staat salarieert de kerkgenootschappen, maar laat hun de meest uitgebreide vrijheid eu bemoeit zich nooit met hun zaken. De politieke personen, de leden van een liberale regeeriug vreezen niet openlijk getuigenis af te leggen van hun godsdienstige gevoelens. En koningin Wilhelmina heeft gevraagd om, wanneer op den dag barer meerderjarigheids- verklaring diensten zullen worden gehouden in alle kerken, die diensten niet officieel zullen zgn, maar alleen een uiting van nationaliteit. En", voegt daaraan de correspondent toe«ik verzoek u me te willen gelooven, dat op 31 Augustus alle kerkgebouwen, katholieke, jan senisten, protestanten en ook synagogen, de menigte die zich er zal verdringen, niet zal kunnen bevatten." BENOE9I1KGÜA ENZ. Bij kon. besluit is, voor den tijd van vijf jaren, benoemd by het pers. van den geneesk. dienst der landmacht, tot reserve-offi. van ge- zondh. 2de kl. de heer W. Trugg, arts. Oost-Indië* Naar aanleiding der benoeming van den heef De Meester tot vice-president van den Baad van Indië betuigt de redactie van De Javabode dat die haar niet verbaast,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 1