IHIDDELBllRGSCHE COURANT.
N°. 147.
1416 Jaargang,
1898.
Zaterdag
25 Juni.
W. A. graaf van Lijnden,
Mr J. G. van Deinse
J. Nelemans,
Middelburg 24 Juni.
Dexe courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Frgs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 1.-
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer
Middelburg 24 Juni 8 u. vm. 58 gr. 12 u 63 gr.,
av. 4 o. 56 gr. F. Verw. tam. kr. Z. W. wind, regen.
Advertentiën voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór één uur
aan het bureau bezorgd zijn.
AdvertentiSn: 20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regelj
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige
voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis
aan het bureau te bekomen.
Agenten^
Te Terneuzen; M. de Jonge; te Rotterdam:
Nijgh VAN Ditmar.
Het zijn in het
DISTRICT VLIS8IWCSEW
en in het
DISTRICT HULST
de heeren
en
op wie wij de kiezers dringend uitnoodigen
Woensdag a. hunne stem uit te brengen.
ERG BOOS.
De Maasbode is boos; erg boos. En niet
zonder reden. Zijn redactie schrijft
„Wat te Doesburg geschied is, loopt de spui
gaten uit.
Daar hadden katholieken en anti-revolution-
nairen zioh verbonden eikaars candidaat te
En wat is er gebeurd?
De anti-revolutionnair is door de hulp der
katholieke kiezers gekozende katholiek is....
gevallen.
De tweede zetel blijft aan de liberalen, hetzij
dat hij door hen reeds is gewonnen de be
richten loopen uiteen hetzij dat hij nog bij
herstemming aan een der beide liberale candi-
daten moet worden toegewezen. In ieder ge
val is deze zetel voor de anti-liberalen verloren.
Ruim 200 anti-revolutionnaire kiezers hebben
geweigerd op „den Roomsche" te stemmen.
Dat bekrompen en onverstandig bedrijf heeft
den liberalen een zetel in de Staten van Gel
derland doen behouden, die gemakkelijk ware
te veroveren geweest.
Als een deel der anti-revolntionnairen niet
aan hun plicht van eer en goede trouw ware
te kort geschoten, zou de anti-liberale meer
derheid in de Geldersche Staten reeds met twee,
inplaats van met éen zetel, zijn versterkt.
Wel waren de katholieken goed genoeg, om
den anti-revolutionnaren te helpen een zetel te
te Ede te winnen, maar den katholieken
helpen een zetel te krijgen in Doesburg, dat
wilden de anti-revolutionuairen niet.
Zoude hunne partij zich werkelijk verbeel
den, dat de katholieken zich op den duur dit
spel zullen laten aanleunen?
Dan kennen zij de Roomschen niet. Dezen
hebben geduld, veel geduld zelfs, maar eens
kan de beker overloopen.
En daarvoor willen wij waarschuwen bijtijds.
Voor een contract is wederzijdsche eerlijk
heid en stiptheid in de naleving der verplich
tingen eisch.
Willen de anti-revolutionnairen dien duren
plicht niet inachtnemen, dan kunnen zij gerust
hun ideaal eener Christelijke regeering op
zijde zetten.
Want niets waarborgt ons dan, dat die
„Christelijke" regeering óok niet oneerlijk en
anti-papistisch zal zijn.
De anti-revolutionnairen zullen alzoo te
kiezen hebben: eerlijkheid jegens den bondge
noot, of.terug in een machteloos isolement."
Commentaar onzerzijds is hierbij vrijwel
overbodig. Het is de oude geschiedenis,
die steeds nieuw blijft.
Staten-herstemmingen.
De uitslag der herstemmingen te Amsterdam
voor leden der Provinciale staten is dat her
kozen zijn de liberale heeren Hubrecht, Mout-
haan, Groen van Waarder, De Vries, Röell,
Sassen en Roelvink, benevens Kouveld (radicaal.)
Gekozen werden de heeren Sanders en Roelf-
zema, radicalen, Hovy, anti-revolutionnair, Su-
torius en Outersterp, katholieken.
Door de anti-revolutionaire en katholieke
kiesvereenigingen waren aan den ingang der
stemlokalen kaarten uitgereikt in den vorm
van een stembiljet, waarop de stippen vóór de
namen der door genoemde vereenigingen aan
bevolen candidaten waren zwart gemaakt. Die
biljetten waren geteekend.
In district VI had men, ter aanbeveling van
de heeren Van Eeghen en Waterschoot van
der Gracht, zulke kaarten uitgereikt, echter
ongeteekend, waaronder was afgedruktWan-
neer ge het anders doet is uw stem van on
waardeDe voorzitter van het hoofdstem-
bureau in dat district, de heer Wijnmalen, heeft
aan de politie hiervan kennis gegeven en deze
heeft termen gevonden om tegen de versprei
ders proces-verbaal op te maken.
Te Amsterdam zijn nu ia het geheel 5 van
de 18 zetels door de clericalen veroverd.
Daarentegen werd te Haarlem een katholieke
zetel gewonnen door de liberalen, die met 1511
tegen 1183)stemmen mr H. Ph. de Kanter kozen.
Wat Gelderland betreft, zijn de Zutf. Ct èn
de Arnh. Ct vrijwel voldaan over de uitkomst,
daar de anti-liberale meerderheid althans niet
grooter is geworden. Er is echter bij de ver
kiezingen voor de liberalen nog kans op verlies
en niet voor de tegenpartij.
In 't geheel zijn volgens de Zutf Ct thans
gekozen 11 liberalen en 16 anti-liberalen en
moet herstemd worden tusschen 2 liberalen
contra 2 anti liberalen (Aalten), 1 anti-liberaal
contra 1 christhistorische (Eede), 1 anti-liberaal
contra 1 anti-liberaal (Oldebroek), 1 liberaal
contra 1 liberaal (Doesburg).
LEERPLICHT.
Uitvoering gevende aan de opdracht der al-
gemeene vergadering, door de Vereeniging
Volksonderwijs den 31en Mei te Amsterdam ge
houden, heeft het hoofdbestuur dier vereeniging,
in verband met het leerplichtontwerp, zich met
een verzoekschrift tot de Tweede Kamer ge
wend. Daarin spreekt het eenerzijds de inge
nomenheid der Vereeniging uit, „dat het be
ginsel, waarvoor zij meer dan 25 jaren heeft
gestreden, eindelijk in een wetsontwerp is ge
formuleerd", waarvan zij op de in 't adres ge
noemde gronden „de aanneming hartelgk
wenscht". Anderzijds brengt het de bedenkin
gen onder de aandacht der Kamer, welke meer
in den breede tegen de bijzonderheden der
voorgestelde regeling in de algemeene verga
dering ontwikkeld worden. Het besluit zijn
verzoekschrift met deze woorden
„Met groote belangstelling, om niet te zeg
gen met zekere spanning, verwacht de Ver
eeniging uw beraadslagingen en beslissing.
Worden daarbij alle wenschen der Vereeniging
al niet vervuld, zij dringt er bij u ten sterk
ste op aan, in elk geval leerplicht in te voe
ren voor onze jeugd, in 't belang van het
vaderland en de toekomst van het Nederland-
sche volk".
Herziening der drankwet.
Aan het meergenoemde rapport, samengesteld
door de commissie, benoemd door de vergade
ring van den Volksbond, vereeniging tegen
drankmisbruik, een rapport, thans afzonderlijk
uitgegeven, is nog het volgende ontleend.
Volgens die commissie heeft de drankwet in
ons land bevredigende resultaten opgeleverd.
De drankgelegenheden met vergunning zijn,
niettegenstaande den aanwas der bevolking, in
aantal sterk verminderd. Blijkens de provinciale
verslagen waren er op 31 December 1882
33061 inrichtingen, waar krachtens vergunning
sterken drank werd verkocht, op 31 December
1896 24620. De bevolking van ons land bedroeg
in 1882 ruim 4.172.000 zielen; in 1896 ruim
4.928.000. In eerstgenoemd jaar vindt men dus
één drankgelegenheid met vergunning op 126
inwoners, in laatstgenoemd éen op 200 inwoners.
Het verbruik van gedistilleerd, dat na 1854
in bedenkelgke mate was gestegen, is na de
invoering der wet in 1881 wel is waar lang
zaam maar toch gestadig gedaald. Het was
van 7.6 liter in 1870 tot 9.8 in 1881.
De loop was daarna aldus 9.4 in 1882,1883 en
1884, 9 in 1885, 8.9 in 1886, 9 in 1887, 8.8 in
8.9 in 1889 en de vier volgende jaren,
i8.8 in 1894, 8.6 in 1895 en 1896, waarschijnlijk
|8.5 in 1897.
Niet onwaarschijnlijk, dat voor 1897 wederom
eene kleine vermindering van het verbruik zal
kunnen worden geconstateerd, daar de opbrengst
van den accijns op het gedistilleerd in 1897
bijna f 150.000 lager was dan in 1896.
Dat deze verbetering een gevolg is van de
wet, is evenmin te bewijzen als het omgekeerde.
Maar de Btelling, dat de wet daartoe heeft bij
gedragen, heeft de waarschijnlijkheid voor zich.
Het verbod der gecombineerde bedrijven heeft
ten plattelande den drankhandel minder alge
meen gemaakt, en ieder kan zich overtuigen,
hoeveel minder tappergen men vindt in de
nieuwe wijken der groote steden, na 1881
gebouwd, dan in de oude stadsgedeelten, waar
de vroegere drankgelegenheden voor het mee-
rendeel voortbestaan. Een en ander blijft waar,
ook al neemt men den clandestienen verkoop
mede in rekening.
Trouwens die clandestiene verkoop, hoe
verderfelijk ook, zal in den regel ten aanzien
van het verbruik minder nadeelig werken dan
de openlijke. Elke handel lijdt er onder,
wanneer hij in het geheim moet worden
gedreven, en zoo is het ook hier. Wie tapt in
strijd met de wet, doet dit veelal alléén aan
personen, die hg kent en vertrouwt. De geheime
kroeg bestaat voornamelijk van de clandisie
der vaste bezoekers; het vergunningslokaal
tevens van de consumptie door den gaanden
en komenden man. Ofschoon ongetwijfeld
gevallen zullen zijn aan te wijzen, waarin de
regel niet doorgaat, mag men toch in het
algemeen aannemen, dat, caeterus paribus, de
tapperij zonder vergunning minder verkoopt
dan de geoorloofde.
Dit neemt niet weg, dat de commissie den
clandestienen drankhandel noemt het grootste
euvel van den tegenwoordigen toestand. Moet
volgens haar de drankwet in beginsel onge
schonden worden behouden, in het licht der
ervaring is in menig opzicht aanvulling en
verbetering wenschelijk en noodzakelijk. En
dan zal men, koste wat het kost, den clandes
tienen handel moeten meester worden, althans
tot veel beperkter afmetingen moeten terug-
„Als een daartoe strekkend middel is in de
laatste jaren zegt de commissie behalve
verzwaring der strafbepalingen, nog een ander
denkbeeld ter sprake gebracht, dat ook naar
onze zienswijze aanbeveling verdient. Het
staat vast, dat het tappen in strijd met de wet
voornamelijk geschiedt in de bier- en koffie
huizen zonder vergunning. Kon het kwaad in
die lokalen gestuit worden, dan zou het zijne
beteekenis hebben verloren. De wetgever be
pale nu, dat voor het houden van eene inrich
ting, waar dranken worden verkocht tot ver
bruik ter plaatse, noodig is een kosteloos ver
krijgbare toestemming van burgemeester en
wethouders, welke toestemming wij, om spraak
verwarring te voorkomen, met den uitheem-
scben naam license zullen aanduiden. De license
zou van rechtswege moeten vervallen, en niet
of niet dan na eenige jaren weder verkrijgbaar
moeten zijn, wanneer de houder veroordeeld
werd ter zake van verkoop van sterken drank
zonder vergunning. Het behoeft geen betoog,
dat op die wgze de bierhuis- en koffiehouders
hoog spel zouden spelen door gedistilleerd te
tappen. Hunne broodwinning zou er mede
gemoeid zijn. De meeste van hen, die er nu
de boete aan wagen, 3ullen zich wel tweemaal
bedenken, voordat zij de kans loopen, óf hun
bedrijf geheel te moeten opgeven, óf dit te
blijven uitoefenen, voortdurend aan het gevaar
van nieuwe vervolgingen blootstaande.
Stuit het hier aanbevolen denkbeeld op over
wegende bezwaren De commissie gelooft het
niet. Zeker, er zal eenige administratieve om
slag uit voortvloeien, en men schept een nieuw
strafbaar feit, nl. het houden van een bierhuis
of café zonder license. Maar noch het een noch
het ander legt genoeg gewicht in de schaal om
van het middel af te zien, indien het doeltref
fend mocht zijn. Is het echter doeltreffend?"
De commissie meent van wel. Zij vreest niet,
dat er dan veel clandestiene bier- en koffie
huizen zullen zijn, want het is veel moeilijker
die in 't verborgen te houden, dan in een wet
tig bestaand bier- of koffiehuis in 't geheim te
tappen.
Verboden zou voorts moeten zijn het uitrei
ken van een license aan hen, die als tusschen-
personen zouden kunnen gelden voor hem,
wiens license is vervallen, terwijl laatstge
noemde ook niet in een bier- of koffiehuis
werkzaam zou mogen zijn. Nog zou 't aanbe
veling verdienen strafbaar te stellen het aan
wezig hebben van sterken drank in een open
bare localiteit zonder vergunning. Aanvulling
van ons wetboek van strafvordering is overi
gens gewenscht ten opzichte van het in beslag
nemen van voorwepen, die tot het plegen van
strafbare feiten hebben gediend, en ten opzichte
Van het binnentreden der woningen door
Verder beveelt de commissie aan verruiming
'van 't begrip kleinhandel, zoodat 'tverkoopen
van hoeveelheden onder de 5 (in plaats van 2)
liter daaronder valt. Het toestaan van vergun
ningen boven het maximum moet, gelijk in het
wetsontwerp van 1884 werd voorgesteld, aan
de Kroon staan, gehoord het advies van Ged.
Staten. Geen vergunning moet verleend kun
nen worden aan scheepsbevrachters en steve
dores. Verhooging van 't vergunningsrecht
zou gewenscht zijn, als althans de wetgever en
de autoriteiten niets nalaten om den clande
stienen handel den kop in te drukken. Het
recht behoort geheven te worden ten bate van
het rijk, met vaste schadeloosstelling voor de
Verder vestigt de commissie de aandacht op
het na 1901 volstrekt niet denkbeeldige gevaar,
dat de drankgelegenheden meer en meer komen
in handen van juridische personen, die niet
sterven.
Op die manier zouden dat jaar de tapperijen
omgezet kunnen worden in inrichtingen, geëx
ploiteerd door juridische personen, zoodat zij
zich een voortdurend bestaan kunnen verzeke
ren. Te dien aanzien wordt de volgende rege
ling in overweging gegevenVergunningen,
aan juridische personen verleend, worden bij
tijdige betaling van het recht voor het volgend
dienstjaar geacht te zijn verlengd, doch slechts
gedurende tien jaren. Na het verstrijken van
dien termijn beslissen burg. en weth., behoudens
beroep op Ged. Staten, of er termen zjjn de
vergunning voor tien jaren te doen voortduren.
Dit mag alleen geschieden, indien het bedrijf,
waarvoor de vergunning dient, niet uitsluitend
noch ook in de voornaamste plaats is het ver-
koopen van sterken drank in het klein, en de
behoefte van het verkeer de verlenging der
vergunning rechtvaardigt. Is het een of het
ander het geval niet, dan wordt de vergunning
ingetrokken.
Ten opzichte van het behoud der vergunning
bij verbouwing (art. 8 der wet) is volgens de
commissie de bepaling gewenscht, dat in ieder
geval door B. en W., met beroep op
Ged. Staten wordt uitgemaakt of een ver
bouwde localiteit zoozeer van de oude afwijkt,
dat zij niet langer als dezelfde is te beschouwen.
Ten aanzien van drankverkoop in logemen
ten (art. 15) is de aanvulling gewenscht, dat
als logeergasten alleen zijn te beschouwen zij,
die er een slaapplaats besproken hebben en
werkelijk nachtverblijf houden.
Wat de vergunningen na 1901 betreft, wil
de commissie art. 26 verduidelijken. Nood
zakelijk blgft het de vergunningen terug te
brengen tot het geoorloofd maximum. Het
best ware dit te doen, zooals door den Volks
bond is aanbevolener worde uitsluitend een
keuze gedaan onder de op 1 Mei 1901 levende
houders van vergunningen, zoodat alle buiten
staanders van aanspraken verstoken zouden
zijn. Alsdan behoorden, onder de houders in
iedere gemeente, de beschikbare vergunningen
te worden verleend aan hen, die gedurende
den langsten tijd onalgebroken in dezelfde ge
meente een vergunning hadden bezeten, waarbij
van houders eener vergunning,
houders, geacht zouden kunnen
worden dezelfde vergunning te hebben voort
gezet. Eindelijk zou in alsdan nog bestaande
leemten en moeilgkheden in bijzondere gevallen
door vergunningen boven het vastgestelde
maximum kunnen worden voorzien. Als er in
de toekomst vergunningen vrijvallen, zullen
zij gegeven behooren te worden naar volgorde
in aanmelding van gegadigden.
Omtrent een proef met het Gothenburger
stelsel meent de commissie, dat daartoe met 1
Mei 1901 een bij uitstek gunstige gelegenheid
bestaat. Dan vallen een groot aantal vergunnin
gen beneden het wettelijk maximum vrij. De
wetgever bepale nu, dat drankhandelmaatschap
pijen volgens Gothenburger model op dien
datum de voorkeur zullen hebben bij de uit
gifte daarvan. De strekking van dit denkbeeld
is tweeledig: het particulier initiatief te prik
kelen tot het vormen van de bedoelde maat-
ie kans van slagen der te nemen
proef te verhoogen.
De commissie zou dan, liefst onder leiding
van den Volkshond of andere matigheidsgenoot
schappen, maatschappijen kunnen oprichten, die
in enkele gemeenten een aantal vergunningen
aanvragen. Het zou, merkt zij op, ook thans
wel mogelijk zijn zulke maatschappijen te vor
men, maar de kans om vergunningen op te
koopen, komt thans eerst van lieverlede en
inmiddels zouden zij een teringachtig bestaan
leiden.
In 1901 nu is er een eenige gelegenheid om een
ig te slaan. De belangen van eenige vergun
ninghouders zouden voor dit algemeen belang
zwichten. Overigens was voor hen mis
schien nog wel iets te doen. De maatschappijen
zouden in enkele gemeenten moeten beginnen
te werken bij wijze van proef. Evenals in Zweden
zouden zij slechts een matige winst mogen
maken en de overwinst zou voor een zaak van
algemeen nut besteed moeten worden. Een
Rijkscommissaris zou toezicht moeten houden.
Men zou kunnen zien, of de mogelijkheid om
in die richting te werken zou worden aange
grepen en of er goede vruchten het gevolg van
zouden zijn. Zoo ja, dan zou men later in die
richting voort kunnen gaan.
Eindelijk wenscht de commissie drankschul
den oninvorderbaar te verklaren.
Deze leden zagen daarin een toegeven aan
een waan van den dag, aan den zoogenaamden
geest des tijds, een bevestiging der gemoeds
bezwaren van een aanzienlijk deel des volks,
dubbel te betreuren, nu de indiening in dit
Kroningsjaar plaats vond.
Daarentegen wezen vele andere leden er op,
dat de afschaffing der plaatsvervanging reeds
een kwart eeuw en langer aan de orde van den
dag is en dat de gemoedsbezwaren van de
Katholieke party door de ontheffing voldoende
worden geëerbiedigd.
Een aantal leden achtte het bedenkelijk over
het vraagstuk van den persoonlijken dienst
plicht eenjbeslissing te nemen, zonder gelyktijdige
hervorming der levende strijdkrachten.
Daarentegen juichten andere leden het toe,
dat de regeering de invoering van den per
soonlijken dienstplicht had losgemaakt van haar
verdere organisatieplannen.
Een aantal leden waren teleurgesteld, dat de
regeering niets omtrent haar toekomstige plan
nen heeft medegedeeld.
Men vroeg, of zij thans nog iets naders zou
willen zeggen en wel beantwoorden deze vragen
Hoe denkt zy over de invoering, by de nieuwe
leger-organisatie, van een verlichting van dienst
in den geest, als waarinjin Duitschland de een
jarige dienBt is geregeld?
Ligt het in haar bedoeling, om by de definitieve
legerorganisatie terug te komen op haar uitge
sproken voornemen betreffende den kazerne-
dwang
Wat betreft de militaire waarde van het
leger, werd van verschillende zyden betwist,
dat ons leger niet deugdelijk kan zijn, zoo lang
de bevoegdheid tot dienstvervanging by de
militie bestaat.
Yoorts meenden verschillende leden, dat het
in dienst treden van de intellectueel meer ont
wikkelden zou leiden tot verslapping van de
tucht.
Breedvoerig werd voorts beraadslaagd over
het vóór eu tegen van de sociale argumenten,
door de regeering tot aanpryzing van het
ontwerp aangevoerdterwyi verder onderschei
dene leden vreesden, dat de deelneming der
rgegoeden aan het kazerneleven maar al
te veel zou leiden tot opdrijving der uitgaven.
Het ontwerp werd ook in zijn bijzonderheden
besproken en daarbij o. a. algemeen toegejuicht
de ontheffing der kostwinners.
UIT STAD EN PROVINCIE.
Bij kon. besluit is toestemming verleend
aan J. Barendregt Az., burgemeester der ge
meente Zaamslag, om tot 1 November te
Terneuzen te big ven wonen.
- Bij Prov. blad no. 72 wordt aan de ge
meentebesturen in Zeeland kennis gegeven van
een besluit van den gemeenteraad van 'sHee-
enhoek, waarbg eene veemarkt is ingesteld
op den eersten Maandag der maand September
van ieder jaar.
Bezwaren tegen het besluit moeten worden
ingediend vóór 8 Juli e. k.
EERSTE KAMER.
Persoonlijke dienstplicht.
Het voorloopig verslag is verschenen over
het wetsontwerp tot wijziging der militiewet
(invoering van don porsoonlijken dienstplicht
door afschaffing van do plaatsvervanging
nummerverwissoling).
Onderscheidene loden verklaarden tegen hot
ontwerp overwegend bezwaar to hebben.
Een aantal andore loden, hoewel niet bRzon-
der met het ontwerp ingenomen, meenden
toch, dat de argumenten vóór ten slotte
zwaarder wegen dan die daar tegen.
Vele andere leden betoonden zich eveneens
voorstanders, sommigen hunner warme voor
standers van het ontwerp.
Ondersclioidene leden ontkenden de oppor
tuniteit van de indiening eener voordracht,
die zy niet aarzelden anti-nationaal te noemen.
Hen had dit voorstel ontstemd; by eenigen
bad het zelfs een gevoel van wrevel opgewekt.
Blijkens eene aankondiging in de St. Ct.
van heden hebben bnrg. en weth. van Mid
delburg aan W. A. de Jager vergunning"
verleend tot uitoefening van den kleinhandel
in sterken drank in het perceel op de Markt
wijk I no 11, in plaats van de door hem aan
gekochte vergunningen voor de perceelen Gra
venstraat I no 265 en Brakstraat O no 276.
Bij dit besluit is door bnrg. en weth. over
wogen, dat door den aankoop der genoemde
vergunningen en de verklaringen der eigenaars,
dat aan die perceelen de bestemming om voor
verkoop van sterken drank in het klein te wor
den gebruikt wordt ontnomen en zoodoende
vroeger dan anders het aantal verleende vergun
ningen vermindert, er alzoo zich hier voordoet
sonder geval, als in art. 2 der wet, hou
dende wettelijke bepalingen tot regeling van den
kleinhandel in sterken drank en tot beteuge
ling van de openbare dronkenschap, bedoeld.
Zooals in een deel der oplaag van ons
vorig nommer nog is gemeld, slaagde Donder
dag te Amsterdam voor het examen voor ver
loskundigen mejuff. L. F. E. Baan van Mid
delburg, leerlinge van de Rijkskweekschool
voor verloskundigen te Rotterdam.
Donderdagavond hield de Vereeniging tot
bevordering van het vreemdelingenverkeer in
Walcheren, afdeeling Vliisingen, hare jaar-
ïyksche algemeene vergadering.
Uit het, door den penningmeester uitge
brachte verslag bleek, dat de ontvangsten en
uitgaven in het vorig jaar f 475 hebben be
dragen.
In verband met de aan de orde zynde be
noeming van twee bestuursleden, wegens pe
riodieke aftreding, was, naar aanleiding van
het bepaalde in art. 11 van het reglement,
een door 16 leden geteekend verzoek ingeko
men om de aftredende bestuursleden, die vol
gens het reglement niet dadeiyk herkiesbaar