IHIDDELBllRGSCHE COURANT. N°. 147. 1416 Jaargang, 1898. Zaterdag 25 Juni. W. A. graaf van Lijnden, Mr J. G. van Deinse J. Nelemans, Middelburg 24 Juni. Dexe courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Frgs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 1.- Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer Middelburg 24 Juni 8 u. vm. 58 gr. 12 u 63 gr., av. 4 o. 56 gr. F. Verw. tam. kr. Z. W. wind, regen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór één uur aan het bureau bezorgd zijn. AdvertentiSn: 20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regelj Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis aan het bureau te bekomen. Agenten^ Te Terneuzen; M. de Jonge; te Rotterdam: Nijgh VAN Ditmar. Het zijn in het DISTRICT VLIS8IWCSEW en in het DISTRICT HULST de heeren en op wie wij de kiezers dringend uitnoodigen Woensdag a. hunne stem uit te brengen. ERG BOOS. De Maasbode is boos; erg boos. En niet zonder reden. Zijn redactie schrijft „Wat te Doesburg geschied is, loopt de spui gaten uit. Daar hadden katholieken en anti-revolution- nairen zioh verbonden eikaars candidaat te En wat is er gebeurd? De anti-revolutionnair is door de hulp der katholieke kiezers gekozende katholiek is.... gevallen. De tweede zetel blijft aan de liberalen, hetzij dat hij door hen reeds is gewonnen de be richten loopen uiteen hetzij dat hij nog bij herstemming aan een der beide liberale candi- daten moet worden toegewezen. In ieder ge val is deze zetel voor de anti-liberalen verloren. Ruim 200 anti-revolutionnaire kiezers hebben geweigerd op „den Roomsche" te stemmen. Dat bekrompen en onverstandig bedrijf heeft den liberalen een zetel in de Staten van Gel derland doen behouden, die gemakkelijk ware te veroveren geweest. Als een deel der anti-revolntionnairen niet aan hun plicht van eer en goede trouw ware te kort geschoten, zou de anti-liberale meer derheid in de Geldersche Staten reeds met twee, inplaats van met éen zetel, zijn versterkt. Wel waren de katholieken goed genoeg, om den anti-revolutionnaren te helpen een zetel te te Ede te winnen, maar den katholieken helpen een zetel te krijgen in Doesburg, dat wilden de anti-revolutionuairen niet. Zoude hunne partij zich werkelijk verbeel den, dat de katholieken zich op den duur dit spel zullen laten aanleunen? Dan kennen zij de Roomschen niet. Dezen hebben geduld, veel geduld zelfs, maar eens kan de beker overloopen. En daarvoor willen wij waarschuwen bijtijds. Voor een contract is wederzijdsche eerlijk heid en stiptheid in de naleving der verplich tingen eisch. Willen de anti-revolutionnairen dien duren plicht niet inachtnemen, dan kunnen zij gerust hun ideaal eener Christelijke regeering op zijde zetten. Want niets waarborgt ons dan, dat die „Christelijke" regeering óok niet oneerlijk en anti-papistisch zal zijn. De anti-revolutionnairen zullen alzoo te kiezen hebben: eerlijkheid jegens den bondge noot, of.terug in een machteloos isolement." Commentaar onzerzijds is hierbij vrijwel overbodig. Het is de oude geschiedenis, die steeds nieuw blijft. Staten-herstemmingen. De uitslag der herstemmingen te Amsterdam voor leden der Provinciale staten is dat her kozen zijn de liberale heeren Hubrecht, Mout- haan, Groen van Waarder, De Vries, Röell, Sassen en Roelvink, benevens Kouveld (radicaal.) Gekozen werden de heeren Sanders en Roelf- zema, radicalen, Hovy, anti-revolutionnair, Su- torius en Outersterp, katholieken. Door de anti-revolutionaire en katholieke kiesvereenigingen waren aan den ingang der stemlokalen kaarten uitgereikt in den vorm van een stembiljet, waarop de stippen vóór de namen der door genoemde vereenigingen aan bevolen candidaten waren zwart gemaakt. Die biljetten waren geteekend. In district VI had men, ter aanbeveling van de heeren Van Eeghen en Waterschoot van der Gracht, zulke kaarten uitgereikt, echter ongeteekend, waaronder was afgedruktWan- neer ge het anders doet is uw stem van on waardeDe voorzitter van het hoofdstem- bureau in dat district, de heer Wijnmalen, heeft aan de politie hiervan kennis gegeven en deze heeft termen gevonden om tegen de versprei ders proces-verbaal op te maken. Te Amsterdam zijn nu ia het geheel 5 van de 18 zetels door de clericalen veroverd. Daarentegen werd te Haarlem een katholieke zetel gewonnen door de liberalen, die met 1511 tegen 1183)stemmen mr H. Ph. de Kanter kozen. Wat Gelderland betreft, zijn de Zutf. Ct èn de Arnh. Ct vrijwel voldaan over de uitkomst, daar de anti-liberale meerderheid althans niet grooter is geworden. Er is echter bij de ver kiezingen voor de liberalen nog kans op verlies en niet voor de tegenpartij. In 't geheel zijn volgens de Zutf Ct thans gekozen 11 liberalen en 16 anti-liberalen en moet herstemd worden tusschen 2 liberalen contra 2 anti liberalen (Aalten), 1 anti-liberaal contra 1 christhistorische (Eede), 1 anti-liberaal contra 1 anti-liberaal (Oldebroek), 1 liberaal contra 1 liberaal (Doesburg). LEERPLICHT. Uitvoering gevende aan de opdracht der al- gemeene vergadering, door de Vereeniging Volksonderwijs den 31en Mei te Amsterdam ge houden, heeft het hoofdbestuur dier vereeniging, in verband met het leerplichtontwerp, zich met een verzoekschrift tot de Tweede Kamer ge wend. Daarin spreekt het eenerzijds de inge nomenheid der Vereeniging uit, „dat het be ginsel, waarvoor zij meer dan 25 jaren heeft gestreden, eindelijk in een wetsontwerp is ge formuleerd", waarvan zij op de in 't adres ge noemde gronden „de aanneming hartelgk wenscht". Anderzijds brengt het de bedenkin gen onder de aandacht der Kamer, welke meer in den breede tegen de bijzonderheden der voorgestelde regeling in de algemeene verga dering ontwikkeld worden. Het besluit zijn verzoekschrift met deze woorden „Met groote belangstelling, om niet te zeg gen met zekere spanning, verwacht de Ver eeniging uw beraadslagingen en beslissing. Worden daarbij alle wenschen der Vereeniging al niet vervuld, zij dringt er bij u ten sterk ste op aan, in elk geval leerplicht in te voe ren voor onze jeugd, in 't belang van het vaderland en de toekomst van het Nederland- sche volk". Herziening der drankwet. Aan het meergenoemde rapport, samengesteld door de commissie, benoemd door de vergade ring van den Volksbond, vereeniging tegen drankmisbruik, een rapport, thans afzonderlijk uitgegeven, is nog het volgende ontleend. Volgens die commissie heeft de drankwet in ons land bevredigende resultaten opgeleverd. De drankgelegenheden met vergunning zijn, niettegenstaande den aanwas der bevolking, in aantal sterk verminderd. Blijkens de provinciale verslagen waren er op 31 December 1882 33061 inrichtingen, waar krachtens vergunning sterken drank werd verkocht, op 31 December 1896 24620. De bevolking van ons land bedroeg in 1882 ruim 4.172.000 zielen; in 1896 ruim 4.928.000. In eerstgenoemd jaar vindt men dus één drankgelegenheid met vergunning op 126 inwoners, in laatstgenoemd éen op 200 inwoners. Het verbruik van gedistilleerd, dat na 1854 in bedenkelgke mate was gestegen, is na de invoering der wet in 1881 wel is waar lang zaam maar toch gestadig gedaald. Het was van 7.6 liter in 1870 tot 9.8 in 1881. De loop was daarna aldus 9.4 in 1882,1883 en 1884, 9 in 1885, 8.9 in 1886, 9 in 1887, 8.8 in 8.9 in 1889 en de vier volgende jaren, i8.8 in 1894, 8.6 in 1895 en 1896, waarschijnlijk |8.5 in 1897. Niet onwaarschijnlijk, dat voor 1897 wederom eene kleine vermindering van het verbruik zal kunnen worden geconstateerd, daar de opbrengst van den accijns op het gedistilleerd in 1897 bijna f 150.000 lager was dan in 1896. Dat deze verbetering een gevolg is van de wet, is evenmin te bewijzen als het omgekeerde. Maar de Btelling, dat de wet daartoe heeft bij gedragen, heeft de waarschijnlijkheid voor zich. Het verbod der gecombineerde bedrijven heeft ten plattelande den drankhandel minder alge meen gemaakt, en ieder kan zich overtuigen, hoeveel minder tappergen men vindt in de nieuwe wijken der groote steden, na 1881 gebouwd, dan in de oude stadsgedeelten, waar de vroegere drankgelegenheden voor het mee- rendeel voortbestaan. Een en ander blijft waar, ook al neemt men den clandestienen verkoop mede in rekening. Trouwens die clandestiene verkoop, hoe verderfelijk ook, zal in den regel ten aanzien van het verbruik minder nadeelig werken dan de openlijke. Elke handel lijdt er onder, wanneer hij in het geheim moet worden gedreven, en zoo is het ook hier. Wie tapt in strijd met de wet, doet dit veelal alléén aan personen, die hg kent en vertrouwt. De geheime kroeg bestaat voornamelijk van de clandisie der vaste bezoekers; het vergunningslokaal tevens van de consumptie door den gaanden en komenden man. Ofschoon ongetwijfeld gevallen zullen zijn aan te wijzen, waarin de regel niet doorgaat, mag men toch in het algemeen aannemen, dat, caeterus paribus, de tapperij zonder vergunning minder verkoopt dan de geoorloofde. Dit neemt niet weg, dat de commissie den clandestienen drankhandel noemt het grootste euvel van den tegenwoordigen toestand. Moet volgens haar de drankwet in beginsel onge schonden worden behouden, in het licht der ervaring is in menig opzicht aanvulling en verbetering wenschelijk en noodzakelijk. En dan zal men, koste wat het kost, den clandes tienen handel moeten meester worden, althans tot veel beperkter afmetingen moeten terug- „Als een daartoe strekkend middel is in de laatste jaren zegt de commissie behalve verzwaring der strafbepalingen, nog een ander denkbeeld ter sprake gebracht, dat ook naar onze zienswijze aanbeveling verdient. Het staat vast, dat het tappen in strijd met de wet voornamelijk geschiedt in de bier- en koffie huizen zonder vergunning. Kon het kwaad in die lokalen gestuit worden, dan zou het zijne beteekenis hebben verloren. De wetgever be pale nu, dat voor het houden van eene inrich ting, waar dranken worden verkocht tot ver bruik ter plaatse, noodig is een kosteloos ver krijgbare toestemming van burgemeester en wethouders, welke toestemming wij, om spraak verwarring te voorkomen, met den uitheem- scben naam license zullen aanduiden. De license zou van rechtswege moeten vervallen, en niet of niet dan na eenige jaren weder verkrijgbaar moeten zijn, wanneer de houder veroordeeld werd ter zake van verkoop van sterken drank zonder vergunning. Het behoeft geen betoog, dat op die wgze de bierhuis- en koffiehouders hoog spel zouden spelen door gedistilleerd te tappen. Hunne broodwinning zou er mede gemoeid zijn. De meeste van hen, die er nu de boete aan wagen, 3ullen zich wel tweemaal bedenken, voordat zij de kans loopen, óf hun bedrijf geheel te moeten opgeven, óf dit te blijven uitoefenen, voortdurend aan het gevaar van nieuwe vervolgingen blootstaande. Stuit het hier aanbevolen denkbeeld op over wegende bezwaren De commissie gelooft het niet. Zeker, er zal eenige administratieve om slag uit voortvloeien, en men schept een nieuw strafbaar feit, nl. het houden van een bierhuis of café zonder license. Maar noch het een noch het ander legt genoeg gewicht in de schaal om van het middel af te zien, indien het doeltref fend mocht zijn. Is het echter doeltreffend?" De commissie meent van wel. Zij vreest niet, dat er dan veel clandestiene bier- en koffie huizen zullen zijn, want het is veel moeilijker die in 't verborgen te houden, dan in een wet tig bestaand bier- of koffiehuis in 't geheim te tappen. Verboden zou voorts moeten zijn het uitrei ken van een license aan hen, die als tusschen- personen zouden kunnen gelden voor hem, wiens license is vervallen, terwijl laatstge noemde ook niet in een bier- of koffiehuis werkzaam zou mogen zijn. Nog zou 't aanbe veling verdienen strafbaar te stellen het aan wezig hebben van sterken drank in een open bare localiteit zonder vergunning. Aanvulling van ons wetboek van strafvordering is overi gens gewenscht ten opzichte van het in beslag nemen van voorwepen, die tot het plegen van strafbare feiten hebben gediend, en ten opzichte Van het binnentreden der woningen door Verder beveelt de commissie aan verruiming 'van 't begrip kleinhandel, zoodat 'tverkoopen van hoeveelheden onder de 5 (in plaats van 2) liter daaronder valt. Het toestaan van vergun ningen boven het maximum moet, gelijk in het wetsontwerp van 1884 werd voorgesteld, aan de Kroon staan, gehoord het advies van Ged. Staten. Geen vergunning moet verleend kun nen worden aan scheepsbevrachters en steve dores. Verhooging van 't vergunningsrecht zou gewenscht zijn, als althans de wetgever en de autoriteiten niets nalaten om den clande stienen handel den kop in te drukken. Het recht behoort geheven te worden ten bate van het rijk, met vaste schadeloosstelling voor de Verder vestigt de commissie de aandacht op het na 1901 volstrekt niet denkbeeldige gevaar, dat de drankgelegenheden meer en meer komen in handen van juridische personen, die niet sterven. Op die manier zouden dat jaar de tapperijen omgezet kunnen worden in inrichtingen, geëx ploiteerd door juridische personen, zoodat zij zich een voortdurend bestaan kunnen verzeke ren. Te dien aanzien wordt de volgende rege ling in overweging gegevenVergunningen, aan juridische personen verleend, worden bij tijdige betaling van het recht voor het volgend dienstjaar geacht te zijn verlengd, doch slechts gedurende tien jaren. Na het verstrijken van dien termijn beslissen burg. en weth., behoudens beroep op Ged. Staten, of er termen zjjn de vergunning voor tien jaren te doen voortduren. Dit mag alleen geschieden, indien het bedrijf, waarvoor de vergunning dient, niet uitsluitend noch ook in de voornaamste plaats is het ver- koopen van sterken drank in het klein, en de behoefte van het verkeer de verlenging der vergunning rechtvaardigt. Is het een of het ander het geval niet, dan wordt de vergunning ingetrokken. Ten opzichte van het behoud der vergunning bij verbouwing (art. 8 der wet) is volgens de commissie de bepaling gewenscht, dat in ieder geval door B. en W., met beroep op Ged. Staten wordt uitgemaakt of een ver bouwde localiteit zoozeer van de oude afwijkt, dat zij niet langer als dezelfde is te beschouwen. Ten aanzien van drankverkoop in logemen ten (art. 15) is de aanvulling gewenscht, dat als logeergasten alleen zijn te beschouwen zij, die er een slaapplaats besproken hebben en werkelijk nachtverblijf houden. Wat de vergunningen na 1901 betreft, wil de commissie art. 26 verduidelijken. Nood zakelijk blgft het de vergunningen terug te brengen tot het geoorloofd maximum. Het best ware dit te doen, zooals door den Volks bond is aanbevolener worde uitsluitend een keuze gedaan onder de op 1 Mei 1901 levende houders van vergunningen, zoodat alle buiten staanders van aanspraken verstoken zouden zijn. Alsdan behoorden, onder de houders in iedere gemeente, de beschikbare vergunningen te worden verleend aan hen, die gedurende den langsten tijd onalgebroken in dezelfde ge meente een vergunning hadden bezeten, waarbij van houders eener vergunning, houders, geacht zouden kunnen worden dezelfde vergunning te hebben voort gezet. Eindelijk zou in alsdan nog bestaande leemten en moeilgkheden in bijzondere gevallen door vergunningen boven het vastgestelde maximum kunnen worden voorzien. Als er in de toekomst vergunningen vrijvallen, zullen zij gegeven behooren te worden naar volgorde in aanmelding van gegadigden. Omtrent een proef met het Gothenburger stelsel meent de commissie, dat daartoe met 1 Mei 1901 een bij uitstek gunstige gelegenheid bestaat. Dan vallen een groot aantal vergunnin gen beneden het wettelijk maximum vrij. De wetgever bepale nu, dat drankhandelmaatschap pijen volgens Gothenburger model op dien datum de voorkeur zullen hebben bij de uit gifte daarvan. De strekking van dit denkbeeld is tweeledig: het particulier initiatief te prik kelen tot het vormen van de bedoelde maat- ie kans van slagen der te nemen proef te verhoogen. De commissie zou dan, liefst onder leiding van den Volkshond of andere matigheidsgenoot schappen, maatschappijen kunnen oprichten, die in enkele gemeenten een aantal vergunningen aanvragen. Het zou, merkt zij op, ook thans wel mogelijk zijn zulke maatschappijen te vor men, maar de kans om vergunningen op te koopen, komt thans eerst van lieverlede en inmiddels zouden zij een teringachtig bestaan leiden. In 1901 nu is er een eenige gelegenheid om een ig te slaan. De belangen van eenige vergun ninghouders zouden voor dit algemeen belang zwichten. Overigens was voor hen mis schien nog wel iets te doen. De maatschappijen zouden in enkele gemeenten moeten beginnen te werken bij wijze van proef. Evenals in Zweden zouden zij slechts een matige winst mogen maken en de overwinst zou voor een zaak van algemeen nut besteed moeten worden. Een Rijkscommissaris zou toezicht moeten houden. Men zou kunnen zien, of de mogelijkheid om in die richting te werken zou worden aange grepen en of er goede vruchten het gevolg van zouden zijn. Zoo ja, dan zou men later in die richting voort kunnen gaan. Eindelijk wenscht de commissie drankschul den oninvorderbaar te verklaren. Deze leden zagen daarin een toegeven aan een waan van den dag, aan den zoogenaamden geest des tijds, een bevestiging der gemoeds bezwaren van een aanzienlijk deel des volks, dubbel te betreuren, nu de indiening in dit Kroningsjaar plaats vond. Daarentegen wezen vele andere leden er op, dat de afschaffing der plaatsvervanging reeds een kwart eeuw en langer aan de orde van den dag is en dat de gemoedsbezwaren van de Katholieke party door de ontheffing voldoende worden geëerbiedigd. Een aantal leden achtte het bedenkelijk over het vraagstuk van den persoonlijken dienst plicht eenjbeslissing te nemen, zonder gelyktijdige hervorming der levende strijdkrachten. Daarentegen juichten andere leden het toe, dat de regeering de invoering van den per soonlijken dienstplicht had losgemaakt van haar verdere organisatieplannen. Een aantal leden waren teleurgesteld, dat de regeering niets omtrent haar toekomstige plan nen heeft medegedeeld. Men vroeg, of zij thans nog iets naders zou willen zeggen en wel beantwoorden deze vragen Hoe denkt zy over de invoering, by de nieuwe leger-organisatie, van een verlichting van dienst in den geest, als waarinjin Duitschland de een jarige dienBt is geregeld? Ligt het in haar bedoeling, om by de definitieve legerorganisatie terug te komen op haar uitge sproken voornemen betreffende den kazerne- dwang Wat betreft de militaire waarde van het leger, werd van verschillende zyden betwist, dat ons leger niet deugdelijk kan zijn, zoo lang de bevoegdheid tot dienstvervanging by de militie bestaat. Yoorts meenden verschillende leden, dat het in dienst treden van de intellectueel meer ont wikkelden zou leiden tot verslapping van de tucht. Breedvoerig werd voorts beraadslaagd over het vóór eu tegen van de sociale argumenten, door de regeering tot aanpryzing van het ontwerp aangevoerdterwyi verder onderschei dene leden vreesden, dat de deelneming der rgegoeden aan het kazerneleven maar al te veel zou leiden tot opdrijving der uitgaven. Het ontwerp werd ook in zijn bijzonderheden besproken en daarbij o. a. algemeen toegejuicht de ontheffing der kostwinners. UIT STAD EN PROVINCIE. Bij kon. besluit is toestemming verleend aan J. Barendregt Az., burgemeester der ge meente Zaamslag, om tot 1 November te Terneuzen te big ven wonen. - Bij Prov. blad no. 72 wordt aan de ge meentebesturen in Zeeland kennis gegeven van een besluit van den gemeenteraad van 'sHee- enhoek, waarbg eene veemarkt is ingesteld op den eersten Maandag der maand September van ieder jaar. Bezwaren tegen het besluit moeten worden ingediend vóór 8 Juli e. k. EERSTE KAMER. Persoonlijke dienstplicht. Het voorloopig verslag is verschenen over het wetsontwerp tot wijziging der militiewet (invoering van don porsoonlijken dienstplicht door afschaffing van do plaatsvervanging nummerverwissoling). Onderscheidene loden verklaarden tegen hot ontwerp overwegend bezwaar to hebben. Een aantal andore loden, hoewel niet bRzon- der met het ontwerp ingenomen, meenden toch, dat de argumenten vóór ten slotte zwaarder wegen dan die daar tegen. Vele andere leden betoonden zich eveneens voorstanders, sommigen hunner warme voor standers van het ontwerp. Ondersclioidene leden ontkenden de oppor tuniteit van de indiening eener voordracht, die zy niet aarzelden anti-nationaal te noemen. Hen had dit voorstel ontstemd; by eenigen bad het zelfs een gevoel van wrevel opgewekt. Blijkens eene aankondiging in de St. Ct. van heden hebben bnrg. en weth. van Mid delburg aan W. A. de Jager vergunning" verleend tot uitoefening van den kleinhandel in sterken drank in het perceel op de Markt wijk I no 11, in plaats van de door hem aan gekochte vergunningen voor de perceelen Gra venstraat I no 265 en Brakstraat O no 276. Bij dit besluit is door bnrg. en weth. over wogen, dat door den aankoop der genoemde vergunningen en de verklaringen der eigenaars, dat aan die perceelen de bestemming om voor verkoop van sterken drank in het klein te wor den gebruikt wordt ontnomen en zoodoende vroeger dan anders het aantal verleende vergun ningen vermindert, er alzoo zich hier voordoet sonder geval, als in art. 2 der wet, hou dende wettelijke bepalingen tot regeling van den kleinhandel in sterken drank en tot beteuge ling van de openbare dronkenschap, bedoeld. Zooals in een deel der oplaag van ons vorig nommer nog is gemeld, slaagde Donder dag te Amsterdam voor het examen voor ver loskundigen mejuff. L. F. E. Baan van Mid delburg, leerlinge van de Rijkskweekschool voor verloskundigen te Rotterdam. Donderdagavond hield de Vereeniging tot bevordering van het vreemdelingenverkeer in Walcheren, afdeeling Vliisingen, hare jaar- ïyksche algemeene vergadering. Uit het, door den penningmeester uitge brachte verslag bleek, dat de ontvangsten en uitgaven in het vorig jaar f 475 hebben be dragen. In verband met de aan de orde zynde be noeming van twee bestuursleden, wegens pe riodieke aftreding, was, naar aanleiding van het bepaalde in art. 11 van het reglement, een door 16 leden geteekend verzoek ingeko men om de aftredende bestuursleden, die vol gens het reglement niet dadeiyk herkiesbaar

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 1