BEKENDMAKINGEN.
Brieven van een Hagenaar.
In spijt van voorspellingen, die een paar
maanden geleden gedaan weiden door personen,
die den schijn aannamen dat ze'twisten, wordt
het nu duidelijk, dat er gfeen zomerzitting van
de Staten-generaal zal gehouden worden, maar
dat de heeren op het einde dezer week naar
hunne haardsteden zullen terugkeeren om niet
weder opgeroepen te worden naar de residentie
behoudens onvoorziene gebeurtenissen,
voordat de sluiting van de zitting 1897—98
moet plaats hebben. Ik heb aan die voor
spelling geen geloof geslagen, in de eerste
plaats omdat er geen dringend werk was, dat
spoedige afdoening vereischte, maar ook omdat
in den zomer van 1898 in Nederland do poli
tieke hoofden niet naar ernstig werk zullen
staan. Wanneer de Eerste Kamer de wet op
den persoonlijken dienst zal hebben aange
nomen, en daar bestaat geen twijfel aan,
dan kunnen we op de zitting van 189798
als niet geheel zonder resultaat terugzien, ook
omdat daarin nog meer belangrijke maatregelen
zijn tot stand gekomen, die ik hier niet alle
behoef op te noemen. Bij het sluiten van de
zitting zal de minister van binnenlandsche
zaken aan meer en belangrijker dingen van den
parlementairen arbeid kunnen herinneren, dan
eenige jaren geleden aan een zijner voorgangers
te beurt viel, die het belangrijke van eene
uitermate onbelangrijke zitting wist te ont
dekken in het „voorzien in de behoeften van
den Staatsdienst", met andere woorden in het
voteeren van de begrooting en daarvoor aan
de leden der Staten-generaal in de korte
sluitingsrede den dank der regeering betuigde.
In September 1898 kunnen, behalve de wet op
den dienstplicht, ook de afschaffing van het
uitvoerrecht op de suiker in ludië en de doel
matige nieuwe regeling van de borgtochten,
een maatregel waarvan ik het democratisch
karakter nog niet in het licht gesteld zag, en
waarschijnlijk ook de rijwielbelasting worden
vermeld.
Dat er belangrijke wetsontwerpen bij de
Kamer aanhangig zjjn, die voor de nieuwe
zitting zullen bewaard blijven, is bekend. Ik
noem alleen den leerplicht en de verzekering
tegen ongevallen, maar spoedeischend zijn ze
niet; integendeel ben ik overtuigd dat uitstel
van behandeling op de totstandkoming van
duurzame, deugdelijke regelingen daaromtrent
niet anders dan gunstig werken kan. Beide
wetsontwerpen zijn in de afdeelingen onder
zocht en hoewel de voorloopige verslagen daar
over nog niet zijn uitgebracht,dat betrekkelijk
den leerplicht niet wegens de ernstige ziekte
van den heer Vermeulen, een der rapporteurs;
dat betrekkelijk de ongevallenwet niet, omdat
het onderzoek pas kort geleden heeft plaats
gehad, lekte het toch reeds uit, dat er in
de afdeelingen vooral tegen het leerplicht-
ontwerp ernstige bezwaren zijn geopperd. Niet
slechts de principieele, die we uit de oppositie
bladen kennen met hunne gezochtheid, maar
bezwaren tegen de bijzonderheden der voorge
dragen regeling, te berde gebracht door kamer
leden, overigens warme voorstanders van het
beginsel. Voor het hoofdbeginsel van het wets
ontwerp zelf heb ik weinig vrees; eene prin
cipieele beslissing over de wenschelijkheid van
de leerplicht zou, naar ik meen, in de tegen
woordige Tweede kamer zeker eene meerder
heid vinden, maar de aanneming van het
ontwerp, zooals het daar ligt, in al zijn bij
zonderheden en détails, is niet zoo boven twijfel
verheven.
Juist daarom is het beter, dat men eene re
geling, die, hoewel wenschelijk, niet zoo drin
gend is, dat ze op korten' termijn zou moeten
doorgedreven worden, bedaard, rustig, zonder
overhaasting en vooral met een ruim gebruik
van overleg tusschen regeering en volksverte
genwoordiging behandelt. Men zal gemakke
lijk inzien dat, zoo 't voor de natie van groot
belang is dat de leerplicht wordt ingevoerd)
het er betrekkelijk weinig op aan komt, dat
die invoering geschiedt zoóala het tegenwoordig
wetsontwerp haar beoogt of anders. Ziet ook
de minister van binnenlandsche zaken dat In,
dan zal hij aan de gegronde bedenkingen zij
ner geestverwanten tegen sommige onderdeden
van het wetsontwerp zijne welwillende aan
dacht schenken, en dan bestaat er goede reden
om te verwachten, dat het wetsontwerp eene
omwerking zal ondergaan, welke alle voorstan
ders van het daarin nedergelegd beginsel in
staat zal stellen daaraan hunne stem te geven.
Langs dien weg, en ik houd mij over
tuigd alleen langs dien weg bestaat er
vooruitzicht dat de leerplicht in het Staatsblad
van 1899 kan worden opgenomen. Dat er bij
invoering op niet-liberale elementen te reke
nen valt, is nu reeds gebleken een illusie te
zijndie ervaring zal denkelijk ook op de
regeering haren invloed doen gevoelen.
Ook de ongevallen-wet verdient ernstig en
rustig bekeken te worden. Hier zal ook de
zaak zelve weinig tegenstand vindén, behalve
alleen bij de opposanten quand mème en bij
hen die bedenking hebben tegen de staatsin
menging, tegen den dwang, ofschoon het mij
niet verwonderen zon, dat velen van deze laat-
sten, op soortgelijke motieven als in het orgaan
van den oud-minister Lohman vóór de staats
bemoeiing in zake kinderarbeid worden aange
voerd, toch hunne bezwaren konden overwinnen.
Maar afgescheiden van het beginsel, wekt ook
de voorgestelde uitvoering hier en daar beden
kingen op. Om maar één ding te noemen:
het monopolie van de staatsverzekeringsbank,
vooral op een terrein waar de particuliere in
dustrie hier te lande reeds zoo nuttig werkzaam
is, vindt bij vele voorstanders van den verze-
keringsdwang tegenstand. Licht mogelijk,
ofschoon ik hieromtrent mij niet zoo stellig
durf uitlaten dan ten opzichte van den leer
plicht, zal ook hier het beginsel te redden zijn
door eene opoffering van sommige onderdeelen,
althans door eenige wijziging of omwerking
van het ingediend ontwerp. De minister van
binnenlandsche zaken zal als vakman daarbij
zijn ambtgenoot van waterstaat, handel en
nijverheid van goeden raad kunnen dienen.
In deze laatste week barer werkzaamheden
heeft de Tweede kamer toen nog een paar
gewichtige belissingen te nemen gehad. Niet
die op de interpellatie van haar lid Troelstra
bedoel ik, want het gemis aan ondersteuning
van zijne zonderlinge motie stelde haar daartoe
niet in de gelegenheid maar al ware de motie
voldoende ondersteund geworden, dan nog zou
eene verwerping zóó noodwendig zijn geweest
dat de beslissing al hare belangrijkheid zou
verloren hebben. Een Parlement is niet be
voegd de invrijheidstelling van veroordeelden,
en wettig veroordeelden te decreteeren. Alleen
in zóóver zou de verwerping eenige beteekenis
gehad hebben, dat daarbij de Kamer formeel
zou verklaard hebben weinig waarde te hech
ten aan de argumenten, door den afgevaardigde
uit Tietjerksteradeel en zijn medestanders bui
ten de kamer in deze zaak aangevoerd. Ik
hoorde een ernstig man, oud magistraat, dezer
dagen zeggen„ik ben zelf te lang in de rech
terlijke macht geweest om niet overtuigd te
zijn dat de rechter dwalen kaD, maar indien
er niets anders tegen de veroordeeling van de
drie gebroeders Hoogerhuis aan te voeren is
dan hetgeen ik in de redevoeringen, krant
artikelen en brochures over deze zaak gelezen,
en met aandacht en zonder parti pris gelezen
heb, dan acht ik hier geen grond aanwezig om
tot eene rechterlijke dwaling te coneludeeven.
Wie trouwens alles wat de tegenstander aan
voert niet wederlegt maar eenvoudig onwaar
noemt, om vast te stellen dat eigen onbewe
zen beweringen de zuivere onvervalschte waar
heid inhouden, kiest zeker den goeden weg
niet om een enkel onpartijdige te overtuigen.
Yan meer belang is de aanneming van het
voorstel van den minister van marine betrek
kelijk het nieuwe schip, dat om en bij de vier
millioen kosten zal. Wanneer ik lid van de
Kamer was, had ik daaraan misschien ook mijn
stem gegeven, maar zeker zou ik het niet van
harte hebben gedaan, noch overtuigd door de
argumenten van den minister. Het is hoogst
moeilijk uit te maken, waar de draag
kracht van eene natie eindigt, vooral in de
fensiezaken, omdat men daarbij evenzeer zoeken
moet naar de even moeilijk te vinden grens
lijn der verplichting om voor eigen onafhan
kelijkheid zorg te dragen. De tegenwoordige
tijd, waarin het verstgaande egoïsme zoo on
beschaamd weg de internationale betrekkingen
beheerscht, zou iemand huiverig maken om
zijn land en de koloniën in een verdedigbaren
staat te brengen door het aanschaffen van
kostbare oorlogschepen, waarvan een even-
tueele vijand er altoos nog meer en nog krach
tiger zal hebben dan wij. Zoolang de macht
het recht overheerscht, is 't alleen maar de
vraag wie de meeste macht bezit, en in dit
opzicht kan Nederland zich nimmer met de
groote zeemogendheden meten. Er is dus veel
te zeggen voor de bewering, dat al die aan
kostbaar en spoedig veranderend oorlogs-
materieel besteede millioenen slechts weggewor
pen geld zijn, dat, indien het tot verbetering
van den materieelen en moreelen toestand
van het volk uitgegeven werd, oneindig meer
nut zou doen. Maar aan den anderen kant,
de verantwoordelijkheid legt ook eischen op,
en wij kunnen en behooren althans maatrege
len te nemen dat de koning van Siam of die
der Belgen zich niet door een coup de main
van Insulinde meester maakt, al kunnen wij
een onrechtmatigen aanval van de groote zee
mogendheden van Europa, Azië of Amerika,
allen evenzeer door koloniënhonger en nijver
heids débouchéiorst geplaagd, op den duur niet
weerstaan. Rekenen op bondgenooten, staat
maken op den onderlingen naijver der mogend
heden als den besten waarborg voor onze vei
ligheid laat men dit niet doen. Werd niet
een dertigtal jaren geleden door Napoleon III,
die zoo met sympathie voor Nederland ver
vuld heette, aan Pruisen het befaamde trac-
taat voorgesteld, waarbij Frankrijk België zou
naasten, terwijl Pruisen trouverait sa Belgique
ailleurs.
Maar het „argument", dat mij zeer zeker niet
vóór het schip zou hebben doen stemmen, is de
noodzakelijkheid die in de kamer zoo zwaar ge
wogen heeft, om de marinewerf te Amsterdam
aan het werk te houden. Dit lijkt mij een vol
strekt onaannemelijk argument, dat geen tegen
stander van zwaar en kostbaar marine-mate
rieel bekeeren kan. Al is Bastiat uit demode,
toch wil ik zijn oordeel hier aanhalen, want
wie zoo redeneeren, verwarren, zooals hij aan
de protectionisten verweet, doel en middel. Is
het waar dat de marinewerf met enorme kos
ten voor den aanmaak van dergelijke gevaarten
is ingericht, dan zijn we daarom nog niet ver
plicht daarmede te blijven voortgaandit zou
zijn een nieuwe fout door een oude verschoo-
nen, terwijl daaraan bovendien de eisch ver
bonden is van steeds verdere uitbreiding en
verhooging van kosten om „met de wetenschap
gelijken tred te houden". Gold het hier werk
verschaffing voor een ander doel, dan mocht
men wellicht om het goede oogmerk over de
economische ketterij heenstappen. Had de Staat
werkplaatsen opgericht om in de behoefte aan
woningen voor de lagere klasse te voorzien,
dan zou ik altoos werk willen geven. Niet
echter om de arbeiders aan het werk te hou
den maar omdat voorziening in dien dringen
den nood van gezonde, doelmatige volkshuis
vesting eene zaak is van ontwijfelbaar alge
meen belang.
Den Haag, 16 Juni 1898.
LANDBOUW.
Uitvoer van geslachte varkens naar
Engeland.
In de voorjaarsvergadering van het hoofd
bestuur onzer Maatschappij zoo ving de
heer G. A. Vorsterman van Oyen aan bij de
bespreking van dit onderwerp in de algemeene
vergadering der Landbouwmaatschappij te
Tholen werd te sprake gebracht de inrich
ting van een slachthuis te Vlissingen om van
daar het vleesch met de booten van de Maat
schappij Zeeland naar de Londensche markt
te voeren.
De vraag was toen, of daarvan voor de
Zeeuwsche veefokkerij geen voordeel zou te
trekken zijn.
De voorzitter meende dat men, om daarop
een voldoend antwoord te geven, vooreerst
diende te weten, welk soort van vleesch in
Engeland het meest verlangd wordt, om daar
naar de wijze van vetmaken te regelenver
volgens diende men bekend te zijn met de
usantiën van de Londensche markt, met de
geschikte wijzen om het vee naar Vlissingen
te vervoeren enz. enz.
Z. i. ware het zeer gewenscht, dat over deze
belangrijke zaak op de algemeene vergadering
te Tholen een rapport werd uitgebracht, opdat,
bij sluiting van het buitenland voor ons levend
vee, ten minste het geslacht vleesch zou kunnen
worden uitgevoerd.
Toen dit voorstel algemeen bijval had ge
vonden, deelde de voorzitter mede, dat ik mij
bereid had verklaard een rapport uit te bren
gen in den geest, zooals reeds door hem was
besproken, waarbij hij tevens zijne hulp aan
bood om bij de betrokken Maatschappijen de
noodige inlichtingen te bekomen.
Tengevolge van deze belofte stelde de voor
zitter zich in betrekking met den heer E. van
der Heijden te Vlissingen, die aan de Mij.
Zeeland en aan deze exportslachterij verbonden
is, welke heer zich op zijn verzoek naar Aar
denburg begaf, waar hij ons de meer volledige
inlichtingen verschafte, die ik wil trachten
hier in het kort terug te geven.
Mocht iemand nog uitvoeriger mededeelingen
omtrent dit onderwerp verlangen, wij twijfelen
geen oogenblik wij citeeren hier letterlijk
den heer Van Oyen of de heer Van der
Heijden zal bereid zijn, die op mondelinge of
schriftelijke aanvrage te verstrekken.
De heeren Thompson en Co. de onderne
mers van het abattoir te Vlissingen hebben,
behalve in Denemarken, reeds vóór geruimen
tijd eene export-slachterij ingericht te Assen,
de hoofdstad van de provincie Drente.
Dewijl echter het vervoer van het geslachte
varken van daar naar Vlissingen groote kos
ten veroorzaakt en ook tijd kost, waardoor
het vervoerde in de warme zomerdagen wel
eenigszins in qualiteit verminderde, werd in
overleg getreden met de Maatschappij tot
Exploitatie van Staatsspoorwegen en met de
Mij. Zeeland en het gevolg van die besprekin
gen is dat er te Vlissingen eene slachtplaats
zal ingericht worden, waar de varkens zóo zul
len worden toebereid als door de Engelsche
markt gevorderd wordt. Van dit abattoir is de
buitenbouw reeds gedeeltelijk gereed.
Die Engelsche markt toch verlangt twee
soorten van varkensvoor de bacon-slagerij
varkens van 80 tot 90, maximum 100 K.G.
gewicht en voor de vleesch-markt varkens van
30 tot 50 KG.
Voor de bacon-slagerij mogen geen andere
dieren geleverd worden dan die van het
middelsoort Yorkshire ras, kenbaar aan den
eenigszins stompen hoek, die het voorhoofd
vormt met den snuit, en aan de tamelijk groote
ooren, die min of meer naar voren neigen en
schuin omhoog staan. Schouders, lendenen en
kruis zijn goed ontwikkeld. De borstkas is
ruim, de borst zoo breed en diep dat hij tus
schen de voorbeenen zichtbaar is. De rug is
recht tot daar, waar de staart is aangezet. X-
beenen van voren zijn geene aanbeveling, even
min als engbeenige achterpooten.
Het middelsoort Yorkshire-var ken is tamelijk
groot en sterk; het voedt zijne jongen, die het
bij 10 a 12 werpt en waarvan er weinig sterven,
goed op en bereikt met weinig kosten het ge
wicht van 75 tot 100 Kg., dat door de export
slachterijen verlangd wordt.
De reden, waarom het Yorkshire ras ver
langd worde, moet men zoeken in de eigen
aardige wijze, waarop het bacon op de En
gelsche markt wordt verkocht.
Het varken wordt ontdaan van kop en le
dematen en dan overlangs in reepen gesneden,
die bij dit ras gelijkmatig met spek zijn be
dekt, hetgeen bij varkens van andere rassen
geenszins het geval isdaar bij deze de spek
laag van achter naar voren steeds in dikte
afneemt.
Wil men de varkensmesterij met voor
deel drijven, dan moet men daarvoor goed
zijn ingericht. Het binnenhok dient eene ge
middelde temperatuur te hebben van 14° C.; is
het er kouder, dan wordt een gedeelte van het
voedsel gebruikt tot verwarming van het
lichaam is het er warmer, dan moeten de die
ren te veel drinkende stal moet dagelijks
worden uitgemest. De voederbakken moeten
geregeld worden schoongehoudenen al krij
gen de dieren ook voeder, dat met water ver
dunt is, het kan geen kwaad, het is zelfs zeer
aanbevelenswaardig, voortdurend te zorgen
voor zuiver drinkwater.
Een goedkoop en goed voedermengsel bestaat
uit aardappels en gedroogde spoeling, waarom
trent men in het boekje Het varken van den
heer A. A. ter Haar nadere opgaven van
vinden.
In het voormalig IVe district van Zeeland
heeft men reeds lang geleden het Yorkshire
ras ingevoerd, omdat die varkens onder den
naam van Engelschmannetjes veel werden
opgekocht door Belgische kooplieden, die ze
te Stroobergen en elders slachtten en van daar
uit naar Engeland zonden.
Het sluiten van de Belgische grens voor
varkens uit Zeeland heeft aan dien handel een
einde gemaakt.
Men heeft het later nog beproefd met slach
terijen te Oostburg en te Breskens, doch deze
zijn nooit tot grooten bloei kunnen geraken,
evenmin als de vroegere onderneming van
Nathan, die zich te Vlissingen had neergezet
maar slechts kort met den varkenshandel in
het vierde district zich heeft ingelaten.
Het klaarmaken van bacon gaat volgens een
zeer ingewikkeld proces, waarvoor opzettelijk-
daartoe ingerichte slachthuizen noodig zijn.
Het abattoir, dat te Vlissingen in orde wordt
gebracht, zal geheel op de hoogte van den
tijd zijn.
In afwachting, dat men zoover is, worden nu
reeds varkens opgekocht voor de Engelsche
vleeschmarkt, dieren van 30 tot 50 kg. Maan
dag den 6en is men begonnen met het slachten
en verzenden.
In alle deelen van Zeeland, waar men zich
wil toeleggen op het kweeken en vetten van
Yorkshire varkens, worden agenten aangesteld
om de varkens aan te koopen.
De agent koopt ze a contant en zorgt ver
der voor hun vervoer naar Vlissingen. De
prijzen, welke besteed zullen worden, hangen
natuurlijk af van de markt te Londen.
Dewijl de export slachterijen in het groot
elders, vooral in Denemarken, groote voor-
deelen hebben opgeleverd voor den varkens-
kweeker, valt het niet te betwijfelen of in
Zeeland kan die tak van het landbouwbedrijf
daar, waar de uitvoer van levend vee aan
alle zijden bemoeilijkt wordt, nog vrij zekere
winsten opleveren.
Gewenscht blijft in ieder geval een rationeele
proefneming op eenigszins groote schaal.
Daar waar men het Yorkshire varken nog
niet heeft, voere men het in, behandele het
zooals een varken behandeld moet worden,
wil het niet blootgesteld zijn aan allerlei ziek-
teD, die uit gebruikelijke onreinheid en slecht
voedsel voortkomen. En zelfs al kweekt men
niet voor de Engelsche markt, het aankweeken
van dit varkensras op zich zelf zal al eene
verbetering zijn.
Behalve varkens worden door den heer Van
der Heijden ook aangekocht kalvers en schapen.
Van de kalvers heeft men twee soorten, nl.:
Zoetemelk kalvers, die uitsluitend gevoederd
worden met de melk van het moederdier, ge
durende 8 weken opgesloten worden in enge
hokjes, opdat zij weinig beweging zouden ne
men, en na ieder drinkmaal een korfje voor de
muil krijgen, opdat zij niets zouden eten en
het vleesch volmaakt wit zoude zijn.
Voor deze kalvers worden besteed de laagste
prijzen in de maanden JuniSeptember, middel-
prijzen van September tot Februari, en de
hoogste prijzen van Februari tot April.
Zoo'n kalf kan in acht weken een zwaarte
krijgen van 60 Kg. en varieert in prijs van
f 30 tot f 45.
De aankweek van zulke kalvers geschiedt
druk in de meijerij van Den Bosch voor de
de Rotterdamsche markt.
Zoodanige kalvers kunnen aangekweekt wor
den met ondermelk, afgeroomde melk mits men
het daaraan onttrokken vet vervange dooreen
ander vet, bijv. door koek. Het vleesch is
minder blank dan dat van roomkalvers en daarom
goedkooper. De prijzen daarvan loopen zelden
hooger dan f 40.
Daarnaast heeft men nog graskalvers van 5
tot 8 maanden, waarvan de aankweek ge
woonlijk niet erg loonend is.
Ook schapen worden aangekocht voor de
Engelsche markt en wel
lammeren, die, in het voorjaar geboren, aan
gehouden worden tot November, December of
Januari en waarvoor prijzen bedongen wor
den tot f 8 per stuken
vette schapen, die volgens het gewicht wor
den verkocht en waarvan de prijzen dus zeer
verschillend zijn.
De maximumprijs loopt tot f 30 a f 35
hij kan echter ook beneden f 20 bedragen.
Voor het vetmaken worden de lang wollige
Engelsche rassen, Leicesters, Lincolns, Oxford-
hires en Southdowns aanbevolen, die van 5—8
pond wol geven en gemest een gewicht bereiken
van 50 tot 100 kilogram. Zij verlangen in-
tusschen eene goede grazing en uitstekend
wintervoeder.
Hiermede, zoo eindigde de heer Van Oyen,
heb ik de taak, welke mij opgedragen werd,
ten einde gebracht.
Bij de vele moeielijkheden, die den veeteeler
in den weg worden gelegd door de telkens
weder keer ende en streng volgehouden sluiting
der grenzen, kunnen de export-slachterijen bij
goede exploitatie wellicht een middel wor
den, om het teelen van vee eenigszins winst
gevend te doen blijven.
Het is van het uiterst belang dat thans, nu
zoo schoone gelegenheid te Vlissingen geopend
wordt, pogingen worden aangewend om die
voor onze landbouwers van blijvend voordeel
te doen zijn.
Vergaderingen, Concerten enz.
Middelburg.
Zondag 19 Juni. Concert Schuttershof 8 u.
Donderd. 23 Juni. Zomerconcert. Schutters-
hof 7 r/a u.
Zondag 24 Juli. Concert Schuttershof 8 u.
Vlissingen.
Maandag 20 Juni. Concert Oldenboom
LütkemannHofmeester
Wijsman. Grand Hotel
des Bains 8 u.
W o e n s d. 22 Juni. Vergad. Zeeland. Stad
huis 1V» u.
Zondag 19 Juli. Uitvoering St. Caecilia.
Stedelijk Badhuis 6 u.
Verkoopingen en Verpachtingen iu Zeeland.
Datnm. Plaat». Voorwerpen. Informaties
21 Juni Hukt, Staatsgronden, K.vanMeurs,
21 Vlissingen, Gereedschappen, Hendrikse.
22 Biggekerke, Hofstede, Tak
23 Middelburg, Stalhouderij, Tak.
24 Middelburg, Paarden ear., Tak.
28 Zontelands, Huisraad enz., Loeff
29 't Zand, Hofstede enz., Loeff,
1 Juli Grijpskerke, Vruchten enz., Loeff.
1 Veersche weg, Inspan, Havers.
2 Middelburg, Hofsteedje, Huvers.
5 Grijpskerke, Inspan, Loeff.
6 't Zand, Hofstede, Huvers.
GEMEENTERAAD.
De burgemeester van Middelburg maakt be
kend dat op Woensdag den 22 Juni
1898, des namiddags te 2V» uur, een openbare
zitting van den gemeenteraad zal plaats heb
ben, ter behandeling van de onderstaande zaken
Ingekomen stukken.
Benoeming van 2 leden van het bestuur der
godshuizen (vacatures J. F. Fak Brouwer en
N. Epkema.)
Verzoek om eervol ontslag van mej. Zouten-
dam uit hare betrekking vaa onderwijzeres in
de handwerken aan school C en voordracht
ter benoeming van mej. J. P. Jonk in hare
plaats.
Voordracht ter benoeming van eene onder
wijzeres aan school I (vacature I. Schotsman).
Kohier hondenbelasting 1898.
Voorstel van de heeren Van Dunné, L. K.
van der Harst JJz., C. Verhage, mr K. W.
Brevet, mr 8. Gratama Hz. en I. H. C. Heijse
tot verlaging van den gaaprijs en het opdragen
van het beheer en de leiding der gasfabriek
aan eene bijzondere commissie uit den Raad.
Rekening schutterij.
Voorstel van burg. en weth. tot verhuring
van grond aan de Loskaai aan K. J. Kuiler.
Voorstel van burg. en weth. tot verkoop
van de „Kattepoort".
Middelburg, den 17 Juni 1898.
De burgemeester,
SCHORER.
PAARDENMARKT TE MIDDELRURG.
Burgemeester en wethouders vau Middelburg
maken bekend, dat voor de paarden, welke ter
veemarkt van Donderdag den 23 Juni 1898
mochten worden aangevoerd, door hen, krach
tens artikel 18 der verordening op het markt
wezen, in het bijzonder is aangewezen de laan
op het Molenwater, welke voert van de gas
fabriek naar den Kruidtuin der Rijks Hoogere
Burgerschool.
Middelburg, 10 Juni 1898.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
W. J. SPRENGER, waarn. voorzitter.
A. DE VULDER VAN NOORDEN,
secretaris.
ONVEILIGHEID VAARWATER.
De burgemeester van Middelburg brengt ter
kennis van zeevarenden dat schietoefeningen
zullen plaats hebben
a. op 28 Juni a. s. en zoo noodig op enkele
volgende dagen'nabij Diemerdam (Zuiderzee) en
b. op 25 en 28 Juni a. s. en 6 en 7 Juli
a. s., alsmede op 9 en waarschijnlijk op 16 Juli
a. s. van het fort te IJ muiden (Noordzee).
De voor de veiligheid te nemen voorzorgs
maatregelen liggen voor belanghebbenden ter
gemeente-secretarie ter lezing.
Middelburg, 16 Juni 1898.
De burgemeester voornoemd,
SCHORER.
POLITIE.
Aan het bureau van politie alhier zijn
als gevonden gedeponeerd een kinderarm
bandje, een strooien hoed, een wit hondje, een
kindêrbroche, een moer van een rijtuig, een
zwarte meisjes muts, een pendule sleutel, een
band van een kinderwagen, een duimstok, een
blauwe schort, een jongenskraag, een horloge
ketting, een klein bruin lang harig hondje,
een toer koralen, een gouden medaillon, een
sleuteltje (sigaren knipper), en een beleen-
briefje.
Burgerlijke Stand.
Van 11—18 Juni.
Vlissingen. Ondertrouwd: H. de Munck,
wedr 44 j. met S. M. de Raadt, wede 29 j.
Getrouwd: A. C. Lauwereins, jm. 27 j.met
G. V. van Sluijs, jd. 24 j. J. Gomes, jm. 24
j. met J. M. Arents, jd. 23 j.
Bevallen: H. Stroo, geb. Adriaanse, d. A.
L. Willems, geb. Timmerman, d. N. Stroo,
geb. Jobse, z. Z. Fröberg. geb. Labrujere, z.
F. P. M. van den Berg, geb. Oosterbaan, d.I.
J. Izeboud, geb. Hutchison, z. A. J. Melker,
geb. Polfliet, z. (tweel.) A. Kopmels, geb.
Geudeke, d. L. Tissink, geb. Meijers, d. S.
Maas, geb. Bakker, z. G. J. de Pagter, geb.
Van Kleenen, d. S. de Bres, geb. Schouwenaar,
d. M. Hoftijzer, geb. Swaneveld, z. (levenl.)"^
OverledenA. M. Beurskens, wede van J7
B. Potters, 67 j. D. Kuipers, ongeh. z. 18 j. J.
C. Maertens, z. 5 m. K. de Weerd, man van
G. J. Teerling, 50 j.
Goes. Ondertrouwd: C. Bolle, jm. 22 j. met
D. Schrijver, jd. 26 j.
BevallenH. M. Ostelee, geb. Snoodijk, z.
M. den Herder, geb. Engelblik, d. J. van de
Rafelaar, geb. Ossel, z.
HANDELSBERICHTEN.
GraanmarKten enz.
IJzendijxe, 18 Juni. Ter graanmarkt
van heden was de aanvoer niet rnim met zeer
weinig omzet, daartegen was er veel vlashan
del met prijzen van f 120, f 140 tot f 170 per
gemet.
Men besteedde voorjarige tarwe f
f a f nieuwe f 8.75, f 9.a
frogge ffa fnieuwe
dito 5.50, a wintergerst
a per 100 K.G.nieuwe dito
8.70, a zomergerst
a vnieuwe dito -.
a haver ƒ7.50, 7.75 a
paardenboonen groene
erwten a per H.L.koolzaad
a per H.L.
Gent, 17 Juni. Ter veemarkt van heden
(Vrijdag) werden te koop gesteld: 6 schapen,
6 lammeren, 157 kalveren, 316 vette var
kens, 19 loopers, 375 biggen, 73 melkkoeien,
8 groote ossen, 148 jonge ossen, 153 vaarzen,
105 vette koeien, 130 s.ieren, 129 magere dieren.
Prijzen waren per kilog. voor ossen en
vaarzenvleesch fr. 1.25 a fr. 1.35idem 2de
qual. fr. 1.12 a fr, 1.18; koeienvleesch fr. 1.15
a fr. 1.20; idem 2de qual fr. 0.85 fr. 1.—
stierenvleesch fr. 1.05 a fr. 1.18; kalfvleesch
fr. 1.40 a fr. 1.50; schapenvleesch fr. 1.50 a
fr. 1.55; lamsvleesch fr. 1.75 a fr. 2.— en
varkensvleescb fr. 1.07 a fr. 1.15.
Huiden. Vaarzen, ossen, koeien fr. 0.85
a fr. 0.86stieren fr. 0.73 fr. kalveren
fr. 1.10 fr. 1.15.
Versoh roet fr. 0.25 a fr. 0.30.
Stoomdrukkerij - D. G. Kröber Jr. - Middelburg,