uitstapje, met een extratrein, naar Vlissings
strand.
De harmonie Euphonia zal dat feestje op
luisteren.
Het beroep naar de Ned. Herv. gemeente
te Cats is aangenomen door den beer Joh.
de Voogd, cand. te Rotterdam.
Daardoor is voorzien in een vacature die 14
jaren heeft geduurd.
In dien tijd heeft het kerkbestuur de kerk,
pastorij en consistoriekamer heel wat verbeterd.
Men schrijft ons uit Schouwen:
Ofschoon de tram BrouwershavenSteen
bergen nog niet gelegd is, geeft zij reeds aan
leiding tot het opperen van allerlei plannen.
Zoo moet er althans ernstig sprake zijn van
eene badinrichting op het strand van Wester-
Schouwen, dat daartoe zoo uitmuntend geschikt
zou zjjn.
Als wij goed ingelicht zijn, dan heeft de
directeur der Rotterdamsche trammaatschappij
eenige dagen geleden aan dat strand een be
zoek gebracht. De oprichting van bovenge
noemde badinrichting zou ale eene conditio
sine qua non medebrengen, dat Haamstede met
een tram werd verbonden aan de tram Brou
wershaven—Steenbergen. Indien het waar is,
en dit zou ons niet verwonderen, dat het strand
te Wester-Schouwen op genoemden directeur
een hoogst gunstigen indruk heeft gemaakt, dan
meenen wij ons te mogen vleien, dat eene
eerste vrucht van de tram zulk een badinrich
ting zal zijn.
Tot kastelein in de sociëteit de Vereeni-
ging te Zierikzee is benoemd de heer J.
Cazemier te Haarlem.
Het in ons vorig nommer gemelde besluit
om niet in hooger beroep te komen van de
beslissing van Gedeputeerde Staten, waarbij
vernietigd werd het raadsbesluit tot toelating
van den heer Van de Velde, is door den
Terneuzenschen raad genomen met 8tegen
8 stemmen.
Bij enkele tegenstemmers gold de overweging
dat zij, evenals bij het besluit tot toelating,
zich geen partij wilden stellen en aan particu
lieren het indienen van bezwaren bij hoogere
autoriteiten wilden overlaten. Zij wenschten
het al of niet gaan in hooger beroep over te
laten aan den belanghebbende.
Verder werd besloten in de buurt Java een
terrein aan school C beschikbaar te stellen
voor het plaatsen van karren, ten behoeve
der aldaar wonende voerlieden, en dat, nadat het
door de gemeente is afgerasterd, te verhuren
voor 1.50 per kar en per jaar, bij vooruit
betaling, terwijl het terrein voorts op eerste
aanzegging ten allen tijde moet worden ont
ruimd.
Naar aanleiding van het feit dat door het dag,
bestuur aan een hippodrome gedurende eene
week vergunning is verleend om op de Markt
een tent op te slaan en voor het pnhliek open
te zijn, hadden eenige bewoners der Markt
een adres ingediend, waarin zij wijzen op den
overlast, dien zij daarvan hebben.
Zjj deelden daarin verder mede van meening
te zijn, dat het reeds meer dan genoeg is dat
met de kermis zoo iets plaats grijpt. Ze heb
ben er niets op tegen, dat gelegenheid wordt
gegeven voor eene, naar 't schijnt, voor som
migen aangename uitspanning, maar meenen
dat dit dan zonder overlast voor anderen
moet geschieden en verzochten daarom den
raad maatregelen te nemen dat dit niet meer
kan voorkomen.
De voorzitter deelde mede, dat de vergunning
door het dag. bestuur was verleend en ver
zocht den Raad zich in deze uit te spreken.
De heer De Feijter stelde daarop voor te
kennen te geveD, dat de Raad er tegen is dat
buiten kermisdagen aan dergelijke inrichtingen
vergunning wordt verleend om op te slaan op
gemeentegrond.
Met 7 tegen 4 stemmen werd dit voorstel
goedgekeurd, waarop de voorzitter zeide nu
genoeg te weten.
Wederom werd geklaagd over de estrade,
die de Markt ontsiert, en scheen de raad neiging
te toonen om, wanneer een commissie uit de
bevolking wilde beproeven gelden bijeen te
krijgen voor een nieuwe muziektent, daarvoor
ook eene subsidie te verleenen.
Nadat besloten was de kermis op de ge
wone wijze te doen plaats hebben, werd het
dag. best. uitgenoodigd reeds nu plaats aan te
bieden bij inschrijving voor twee draaimolens
en een stoomcaroussel, daar men, door er
vroeger mee te beginnen, wellicht hoogere
prijzen zal kunnen bedingen dan het vorig
jaar.
Donderdagmorgen bemerkte de gemeente
politie te Terneuzen dat van buiten de
kom een geslachte koe werd ingevoerd, met
het doel het vleesch tegen verminderden prijs
aan den man te brengen. De politie kreeg ver
moeden dat de zaak niet zuiver was en liet het
vleesch keuren. De gemeente-keurmeester keurde
het voor de consumptie af en het vleesch werd
vernietigd. Bij een onderzoek op de hoeve van
herkomst (bij den landbouwer A. de Kraker in
den Zevenaarpolder) bleek dat eenige deelen
der koe begraven waren en men dus van den
ziektetoestand der koe op de hoogte was. Had
de politie den invoer niet bemerkt, dan zou de
onverantwoordelijke handeling der eigenaars
voor de inwoners zeer schadelijke gevolgen
kunnen gehad hebben. Tegen den invoerder,
zekeren Fr. Dieleraan, nit Hoek, is proces-verbaal
opgemaakt.
Onze Biervlietsche berichtgever
schrijft
Naar aanleiding van de opmerking der
redactie over de uitreiking eener medalje van
den Nederlundschen politiebond in de raadszit
ting van Dinsdag deelen wij nog mede, dat de
veldwachter als concierge het raadhuis bewoont
en als gemeentebode in eenigszins nauwe relatie
tot het gemeentebestuur staat.
Voor den burgemeester, die te IJzendijke
woonachtig is, lag, dunkt ons, een meer plech
tig# handeling wel wat veor de band.
Bovendien zal men, evenals Koopmans van
Boekeren in zgn werkje Schoenen op Keur
zegt, gedacht hebben„Een mensch is geen
plank", en alle ingezetenen zullen dan ook
de satisfactie aan den beambte ten volle gunnen.
Voegen wij er by, dat de raadsvergadering
niet expreBselgk belegd was voor die huldebetoo-
ging en dat deze niet op de agenda zelfs was
aangekondigd, dan vertrouwen wij, dat bet
grootste deel van het bezwaar der redactie zal
wegvallen, ook al beamen wij ten deele de
gegrondheid harer opmerking.
OE KERK TE GOES.
Het korte bericht uit Goes in de N. R. C.
van gisteren, 2e blad, vereischt eenige toelich
ting.
Toen mij Dinsdag morge n bekend werd, dat.
men bezig was de kerk aldaar te verminken,
ging ik er heen, om den omvang van het.
kwaad op te nemen.
Van drie lichtopeningen, die achter het stad
huis geplaatst en van de straat niet zichtbaar
zgn, waren de stglen uitgenomen en reeds
door nieuwe vervangen, terwijl de loodbegla-
zing mede vernieuwd was. De steeuen tracee
ringen waren onaangetast gebleven.
In twee van die drie openingen waren vroe
ger reeds houten stijlen geplaatst en de her
stelling gold dus een herhaling van eertijds
begane zonde. In het derde lichtraam was
echter de zandsteenen stijl uitgebroken en door
een houten vervangen.
Uit inlichtingen, die mij door ooggetuigen
werden verstrekt, bleek dat de geheele her
stelling meer ondernomen was uit een zucht
tot verfraaiing dan wel tot verbetering of
tot wegneming van gebreken.
Het tastbaar bewijs daarvan werd mij gele
verd door de afkomende materialen, die nog
in het kerkruim aanwezig waren.
Deze restes verkeerden nog in zeer gaven
toestand het eikenhout zag er uit als nieuw
alleen hadden de brugijzers van de loodbe-
glazing bier en daar wat geleden, doch dit
ware gemakkelijk te herstellen geweest.
In plaats van het nog zeer soliede eikenhout
en den oorspronkelgken zandsteen waren de
nieuwe stijlen van greenenhout genomen, dat
zeker zoo lang geen weerstand zal bieden aan
de invloeden van weer en wind.
De aangebrachte werken zullen ongeveer een
uitgaaf vorderen van f 500, en met zekerheid
kan worden aangenomen, dat dit bedrag niet
alleen in het water is geworpen, doch dat voor
het stevige oude werk in de plaats is gekomen
nieuw werk van belangrijk minder gehalte,
terwijl bovendien een oorspronkelijk raam
jammerlijk verknoeid is.
Verder bleek mij, dat dezelfde schendende
hand, die voor enkele jaren de fraaie kerk te
Kloetinge ellendig verminkte, ook hier bezig is
met een van Nêerland's meest belangrijke
monumenten onherstelbaar te bederven.
Over dat betreurenswaardig bedrgf had ik
een onderhoud met den president-kerkvoogd,
die mij voorkwam van goeden wille te zijn,
doch zich beriep op den door het college aan-
gestelden deskundige en vreemd opzag bij
het vernemen, dat op die wgze een belangrijke
som nit de niet ruim voorziene kerkekas on
nut was besteed.
Tegen het volgend jaar is opnieuw een der
fraaie ramen veroordeeld om dezelfde executie
te ondergaan, doch na de toezegging van den
president, om in het college een voorstel te
doen tot het inwinnen van een deskundig advies,
dat hem buiten bezwaar der kerkelijke fond
sen is aangeboden, heb ik alle hoop, dat kerk
voogden een eind zullen maken aan zulk ergerlijk
gedoe, dat tot schande en schade moet strek
ken van de stad hunner inwoning en tot on-
vermijdelijken ondergang moet lijden van het aan
hunne goede zorgen toevertrouwde kostbaar
monument.
J. A. FREDERIKS.
Middelburg, 10 Juni 1898.
De heer Mulder, teekenaar bij het depar
tement van binnenlandsche zaken, afdeeling
kunsten en wetenschappen, is naar Goes ver
trokken, in verband met het bovenstaande.
RECHTSZAKEN.
Arrondissements-jRecktbmk te Middelburg.
E en s n ij pa r t ij.
Voor bovengenoemde rechtbank werd
heden behandeld de zaak tegen W. v. d. P.,
30 jaar oud, werkman, geboren te Arnemuiden
en wonende te Middelburg, aan wien ten
laste gelegd wordt dat hg, in den avond
van den 15 Mei omstreeks kwart voor tien, in
de Baanstraat alhier, P. J. Fiegen een snede
in den hals en A. Sanderse eenige sneden in het
hoofd en eene snede in den pink van den rech
terhand heeft toegebracht en daardoor deze
personen bloedend heeft verwond.
Verder dat hij denzelfden avond omstreeks 10
uur, in de Lange Noordstraat, S. Haverkorn
een snede in den hals heeft toegebracht en
hem bloedend verwond heeft.
In deze zaak waren van wege het openbaar
ministerie 10 getuigen gedagvaard.
Uit de verklaringen van den eersten getuige,
den inspecteur van politie A. Moerdgk, bleek
dat de bekl., toen hij na het gebeurde op het
politiebureel werd gebracht, niet normaal was,
eenigszins versuft, hoewel hij toch zich bewust
was van hetgeen hij gedaan had. Den volgen
den dag bleek dat V. d. P. eenige kleine ver
wondingen had-
De bekl. zeide dat bij in den bewusten
avond zeer opgewonden was. Van het bierhuis
van Boom in de Baanstraat weggaande, kreeg
hij eerst een klap, waarop hij een slag terug
gaf, en daarna een steek met een bajonet. Toen
heeft hg ook gestoken met zgn mes. Van het
steken door hem van sergeant Haverkorn wist
hij niets.
De inspecteur zeide dat hij in den bewusten
avond van beklaagde heeft vernomen, dat deze
in de Noordstraat iemand had gestoken.
De milicien A. Sanderse, de tweede getuige,
verklaarde in den avond van 15 Mei bij Boom
in het Baanstraatje geweest te zijn. Daar heeft
een persoon, hg weet niet wie, ruzie gemaakt.
Omstreeks kwart over negen heeft getuige met
een paar soldaten het bierhuis verlaten. Op
straat is hij plotseling, zonder daartoe eenige
aanleiding gegeven te hebben, van achteren
aangevat en kreeg hij een slag op het hooi'd,
waardoor een bloedende wond ontstond. Hij
voelde niet dat hg gestoken werd.
In bet hospitaal gedragen, is daar gebleken
dat hij een steekwonde bekomen had. Wie
hem geslagen en gestoken heeft, weet hg niet.
Bekl. kan niet zeggen, dat hij getuige heeft
gestokenhij weet wel dat hij in het Baan
straatje iemand gestoken heeft, maar niet wie.
Hij stak om zich te verdedigen, wijl hij klappen
kreeg en een bajonetsteek.
De volgende getuige, de milicien A. de Rijke,
was in den avond van 15 Mei ook in het bier
huis van Boom. Daar was ook V. d. P., die
ruzie maakte tegen de militairen. Getuige zag
Sanderse weggaan en V. d. P. dezen volgen.
Toen men spoedig daarop riep dat er buiten
gevochten werd, heeft hg het bierhuis verlaten en
gezien dat V. d. P. Sanderse van achteren beet
pakte en met zgn mes zwaaide. Hij zag daarop
Sanderse bloedend neervallen. V. d, P. was,
tijdens zijn verblijf in het bierhuis, zeer opge
wonden doch niet dronken.
Getuige heeft niet gezien, dat V. d. P. buiten
gemolesteerd is, zooals deze beweert. Dat is,
volgens hem, ook niet mogelijk.
De volgende getuige, de arbeider J. Munter,
had den Zaterdag vóór 15 Mei gehoord, dat er
bij Boom dien avond zou gevochten worden
tusschen militairen en burgers. Hij was met
V. d. P. derwaarts gegaan en zag later dezen
weggaan, toen eenige soldaten het bierhuis ver
lieten. Hij heeft in het Baanstraatje een standje
gezien tusschen militairen en burgers en opge
merkt dat een militair zijn bajonet trok. Ge
tuige ging toen weg in de richting van het
hospitaal en heeft van het gebeurde verder
niets gezien. Bekl. liep hem blootshoofds
voorbij en eenigen tijd later heeft getuige
V. d. P. op de Vischmarkt gezien toen deze
naar huis ging. Deze viel, vermoedelijk omdat
hij dronken was, op de Vischmarkt neer. Ge
tuige heeft daarna het mes van V. d. P. van de
straat opgeraapt.
De bekl. beweerde dat hij niet dronken
geweest was.
De volgende getuige, de milicien O. van
Dijk, was in den avond van 15 Mei in het
bierhuis van Boom geweest. Het was hem niet
bekend, dat daar gevochten zou worden. V. d.
P. was ook in het bierhuis en maakte daar
moeite, waarop de bierhuishouder hem aan
maande zich rustig te houden, wat echter niet j
veel hielp. Toen Sanderse wegging, volgde.
V. d. P. hem en kort daarop ontstond buiten
een vechtpartij. Van Dijk zag dat burgers en
militairen slaags waren en daaronder ook V.
d. P. Sanderse lag bloedend op den grond en
V. d. P. liep, met een mes in de hand, weg
in de richting van het hospitaal.
P. J. Fiegen, werkman, de volgende getuige,
die den löen Mei, 's avonds omstreeks 10 uur,
komende uit het bierhuis van Boom, over het
Bolwerk nabij hét Baanstraatje liep, zag dat
de bekl. hem in snellen pas voorbijging. Hij
hoorde hem zeggen „ziedaar" en voelde daarop
een duw in zgn nek-, toen hg zijn hand daar
tegen drukte, bemerkte hij dat die bebloed
was. Bekl. had een mes in zijn handhij was,
voor zooveel getuige kon bemerken, niet dron
ken. Getuige heeft van een standje in het
Baanstraatje niets gemerkt.
De bekl. verklaarde van deze verwonding
niets te weten.
De werkman C. Vroegop, die op den bewusten
avond met Fiegen samen was, verklaarde in
denzelfden geest als deze.
De volgende getuige, de sergeant S. Haver
korn, verklaarde in den meergenoemden avond
van 15 Mei tegen 10 uur, door de Noordstraat,
komende, plotseling door een burger van aclite
ren te zijn aangevallen. De burger bracht hem
een snede in den hals toe, die een bloedende
wond veroorzaakte. Hij kende dien man niet.
De beklaagde zeide niet te weten, dat bij
dien avond in de Noordstraat geweest was en
ook niet dat hij een steek of snede zou hebben
toegebracht.
A. Klap, dienstbode, was op den 15 Mei met
haar vriendin in de Noordstraat en heeft de
aanranding gezienV. d. P. gaf in het voor
bijgaan den sergeant een slag of steek en liep
toen hard weg.
E. Leijnse, eveneens dienstbode, de vriendin
van de vorige getuige, verklaarde in denzelf
den geest.
De beklaagde bleef erbij hiervan niets te
weten, maar kon zijne bewering door niets aan
nemelijk maken.
De ambtenaar van het openbaar ministerie
begon met er op te wijzen dat in den avond
van 15 Mei op verschillende plaatsen drie per
sonen bloedend verwond zijn geworden, met
het gevolg dat twee hunner in het hospitaal
moesten worden opgenomen. Dat de gevolgen
niet ernstiger zijn geweest, is niet de schuld
van beklaagde, maar meer een gevolg van het
toeval. Was de steek aan den sergeant Ha
verkorn niet tegengehouden door de kraag van
diens jas, dan was die verwonding zeker levens
gevaarlijk geweest. De bekl. ging dien avond
te keer als een razende.
De ambtenaar trachtte aan te toonen dat
V- d. P. het voornemen gehad heeft om te
vechten en zijn mes te gebruiken en leidde
uit de getuigenverklaringen af, dat in deze van
zelfverdediging geen sprake kan zijn.
De ambtenaar achtte het aan beklaagde ten
laste gelegde wettig en overtuigend bewezen
en vorderde tegen hem, die meer wegens mis
handeling tot gevangenisstraf is veroordeeld,
een ongebonden leven leidt en bij de marine
eerst gedegradeerd en later vervallen verklaard
is van den militairen stand, een gevangenisstraf
voor den tijd van een jaar.
Uitspraak heden over acht dagen.
Door dezelfde rechtbank zijn heden veroor
deeld wegens
beschadiging G. R., 13 j., zonder beroep,
Biezelinge, tot f 5 b. s. 5 d. h.
vernielingE. J. d. B., 18 j., landbouwer,
Heille (Sluis), tot f 3 b. s. 3 d. h.en Ch. L.
v. D., 3G j., koehouder, Oostburg, tot f 1 b.
8. 1 d. h.
het dragen van onderscheiding steehenen zonder
ertoe gerechtigd te zijn: C. J. K., 26 j., schil
der, te Vlissingen, tot f 1 b. s. 1 d. h.en
mishandelingS. S., 42 j., hvr. van E. T.,
Westdorpe, tot f 2 b. s. 2 d. h.
VrijgesprokenA. O., 17 j., arbeider, Zaarn-
slag (Othene), en X d. S., 73 j., landbouwer,
Zuiddorpe, beiden beklaagd van vernieling, en
P. D., 21 j., werkman, Middelburg, beklaagd
van veroorzaken van lichamelgk letsel door
schuld.
In zake C. P.. 51 j., notaris te Kruiningen,
geappelleerde van een vonnis van het kanton
gerecht te Goes, waarbij hij ter zake van het hem
bij dagvaarding ten laste gelegde is ontslagen
van rechtsvervolging, is het vonnis des eersten
rechters bevestigd voor wat het primair ten
laste gelegde betreft en het voor het overige
vernietigd; en opnieuw rechtdoende geïnti
meerde, ter zake van het in de provincie
Zeeland herbeplanten van een weg, die een
kruinsbreedte van minder dan 7 M. heeft, zon
der vergunning van Gedeputeerde Staten, ver
oordeeld tot f 5 b. s. 1 d. h.
Het Haagsche gerechtshof heeft de levens
lange gevangenisstraf, door de rechtbank op
gelegd aan den giftmenger Van Kampen te
Sassenheim, bevestigd.
LETTEREN EN KUNST.
F. Jr. rectificeert in het nommer van
heden der Opr. Haarl. Crt. zijne vergissing
ten opzichte van de Elias. Deze „kwam," zegt
hij, *door een (gelukkig tijdelijke ^'zinsverbijs
tering op papier."
In de Woensdag te Leiden door de Maat
schappij van letterkmde gehouden vergadering
is tot gewoon lid 0. a. benoemd de heer J.
Boudewijnse, secretaris van het Indisch Genoot
schap, te 's Gravenhage.
Verschillende Berichten.
De Eerste kamer benoemde tot rappor
teurs over het wetsontwerp betreffende den
persoonlgken dienstplicht de heerenVan Alphen,
Godin de Beaufort, Van Marie, Rutgers van
Rozenburg en Schimmelpen ninck van der Oye.
De prins en prinses van Wied hebben,
beweert men, het voornemen tijdens de inhul
digingsfeestdagen een groote middagpartg te
geven op hunne buitengoederen te Wassenaar.
Woensdagavond is te Rotterdam, terwijl
de moeder afwezig was, een tweejarig kind, dat
op een vensterbank kroop, door het geopende
raam gevallen. De kleine overleed aan de be
komen kwetsuren.
De 18-jarige dienstbode aldaar, die de vorige
maand in brand geraakte en zulke ernstige
brandwonden bekwam, is Donderdag iri het
ziekenhuis, waar zij verpleegd werd, aan de
gevolgen overleden.
Te Schiedam kreeg Zondag een negen
jarig meisje, in een der plaiziertuinen een
hevigen slag van een schommel tegen het hoofd.
Maandag overleed zij.
Hare oudere zuster, van 18 jaar, die bij het
ongeluk tegenwoordig was, wordt sinds dien
dag vermist.
Zaterdagavond ontstond te 's Gravenhage
een hoogloopende twist tusschen een vrouw
en haar man en dochter over het verpanden
van een stuk huisraad. In drift sloeg de man
zijn vrouw, die in hoogst zwangeren toestand
verkeerde, met een strijkplank op het hoofd.
Toen haar toestand overbrenging naar het
ziekenhuis noodzakelijk had gemaakt, werd zij
aldaar verpleegd, maar is Donderdagmiddag
overleden. Het lijk wordt ter schouwing naar
het academisch ziekenhuis te Leiden overge
bracht. Man en dochter zijn aangehouden.
De man is loodgieter van beroep en moet
een goed werkman zijn, maar hij zoowel als
zijne vrouw dronken vrg sterk. De vrouw
verpande meermalen huisraad en kleederen om
aan drank te komen, wat dikwijls aanleiding
tot twist gaf. Een paar weken geleden zijn
man en vrouw nog in het water geloopen en
toen met moeite gered.
Bij de politie in de residentie is als ver
mist aangegeven eene verzameling sieraden,
die een waarde van ongeveer 20.000 ver
tegenwoordigen. Het zijn briljanten, parelen
en andere preciosa.
Te Goudswaard bij Numansdorp is een
boerenarbeider, in de tram willende stappen,
terwijl deze reeds in beweging was, tusschen
de wagens gevallen. De ongelukkige was ter
stond dood. Zijn lichaam werd letterlijk door
gesneden.
Te Gameren is tijdens een hevig onweder
een gehuwde vrouw van schrik doodgebleven.
Te Middelharnis is een vrouw, die bezig
was achter hare woning in de haven goed te
spoelen, in het water gevallen en verdronken.
Omtrent het drama,
dat Zondag in Den Haag is afgespeeld, schrijft
men aan het Utr. Prov. en Sted. Dbld. het
volgende
Een heerlijke zomeravond half de bevol
king van onze stad vroolijk en prettig op weg
naar buiten, naar Scbeveningen en het groen
der bosscben en dwars door die mengeling
van lichte kleuren en levendige stemmingen,
trok daar een donkere Btreep, een zware scha
duw achter een sombere groepeen heer, ijzig
bleek, vastgehouden door de vuisten van een
paar agenten, omstuwd door een steeds aan
groeiende volksmassa, die op haren weg het
woord „moord" uitstrooit en achterlaat als een
dissonant in de eerste lentevreugde
Zoo zag ik Zondagavond Vemer zyne laatste
wandeling maken, zijn wandeling naar de
gevangenis, die hij vermoedelijk nooit meer
zal verlaten.
Zulke moorden komen er wel meer voor, zegt
men wellicht.; waarom er dan meer indruk van
te krijgen, dan wanneer een even rampzalige
in een achterbuurt het mes trekt en een ander
overhoop steekt?
Inderdaad, het geval is dan, voor dader en
slachtoffers samen, even ongelukkig. Maar wat
er een zoo bijzondere beteelcenis aan geeft is
niet, dat een heer den moord pleegde, maar
het feit dat iemand, die door opvoeding en
loopbaan geleerd had, zichzelven te beheerschen,
tot zulk een misdaad overslaat.
Laat ik daarom trachten, het afgrijselijke
voorval eenigermate duidelijk te maken.
Vemer zal een tiental jaren geleden getrouwd
zgn. Zijn vrouw was toen niet veel meer dan
een kind, nog geen 20 jaarnog zie ik haar
met lange vlechten op den rug naast hem in
de Tent. Kort daarna gingen ze naar Indië.
Er kwamen nu en dan berichten, waaruit men
wel eens vernam, dat 't niet alles couleur de
rose" was in het huwelijk. Waarom? Ik weet
't niet; vermoedelijk was 't eenvoudig wat de
Fransche Code noemt incompatïbilitê d' hu
meur et de caractère, want kwaad heeft van
haar niemand ooit verteld, en van hem alleen,
dat hij erg nurksch kon zijn en lastig, gierig,
zegt men, en raar; de „gekke Vemer" schijnt
hij in het Indische leger wel eens te zijn ge
noemd, maar toch een uitstekend officier, niet
gemakkelijk, maar zelf ook stipt, ridder van
de Militaire Willemsorde.
Na eenige jaren kwamen zij naar Holland
terug. Hier, in een kleine woning, en nu ge
heel zonder bezigheiddie afleiding gaf,
werd 't er in huis niet beter op humeur en
karakter kwamen telkens weer in botsing, en
de eene onaangenaamheid volgde op de andere.
Eindelijk liep zij voor goed weg en trok in huis
bij eene vrouw, die, als het gerucht juist is,
wel in de laatste plaats voor Vemer's echtge-
noote de toevlucht kon zijn, en wier qualiteit
van gescheiden vrouw in elk geval het vermoe
den wettigt, dat het talent om een gelukkig
huiselijk leven in te richten nu juist niet hare
specialiteit was. Een feit is 't, dat zij het
zij dan met of zonder opzet de verwijdering
tusschen de echtgenooten grooter en grooter
maakte, de verbittering heviger, en dat Vemer
gedurende een paar jaren nu bijna voortdurend
blootstond aan al die plagerijen en onaange
naamheden, waarin een vrouw, als zij kwaad
wil, den hitteraten man nog verre de baas is.
Van verschillende kanten werd verzoening
beproefd, door de familieleden, door de beklagens
waardigste der slachtoffers, de oude moeder
van denmoordenaar, door Vemer zeiven,
te vergeefsonder den invloed van hare
„vriendin" weigerde zij en bleef vijandig, en
de scheiding werd voortgezet. Er volgden
hard tegen hard ruwe tooneelen op straat,
hatelijke brieven, stukjes in kranten om den
echtgenoot op de kaak te zetten, en
eindelijk sloeg hij nu tot het jammerlijke uiterste
over, waarvan men de bijzonderheden kent.
Waarschuwing.
In het jongste nommer van het Maandblad
tegen de kwakzalverij wordt gewaarschuwd
tegen een „middel tot genezing van zwakte of
branderigheid op de oogen, die tot blindheid
zou kunnen leiden," dat in Middelburg
tegen f 1 wordt verkocht.
Volgens een onderzoek, verricht door den
heer L. E. Goester, apotheker te Amsterdam,
bestaat die balsem nit slijm van kweepittcn',
hij is derhalve met eenige stuivers ruimschoots
betaald.
Maar dit is het ergste niet. Slijm van
kweepitten, naar het blad meent, voor jaren
wel eens gebruikt bij oogkwalen, is al een
zeer ongeschikt middel voor dat doel en daarom
ook niet meer in gebruik. Het zal ongetwijfeld
meer kwaad dan goed doen, want de slijm is
een stof, die spoedig in bederf overgaat,
schimmelt, et dat zoo'n schimmclhoudende
vloeistof nu juist geen geschikt middel is voor
zulke teere organen als de oogen, die altijd
met de grootste zindelijkheid moeten worden
behandeld, begrijpt ieder.
De woorden, in de aankondiging van dat
middel voorkomende „zwakte of branderigheid
op de oogen, die tot blindheid zouden kunnen
leidennoemt het maandblad een leelgke wijze
van reclame-maken. Daarin ligt duidelgk het
doel, om de lui bang temaken. De vrees voor
blindheid moet de menschen, vooral de licht-
geloovigen, doen grgpen naar het middel. Dat
is leelijk, meer dan dat
Het weder in Mei.
Aan het maandelijksch overzicht van het
weder, medegedeeld door het Kon. Ned. Met.
Instituut, is het volgende ontleend:
Onder den invloed van een depressie, die
N.-waarts langs Groot-Brittannië trok, begon
de maand met buiig weder, veelal vergezeld
van onweders; terwijl de temperatuur steeg,
en deze op 2 Mei een depressie over het Z,
van Engeland en de Noordzee naar het O. van
Nederland trok, werd het weder bij N.-lijken
wind koud en schraal, maar klaarde op 8 Mei
een weinig op. Na 10 Mei werd het weder
beheerscht door een depressie boven Scandina
vië, waarvan buiig, koud weder met N.W.-lijken
wind het gevolg was, die echter ten gevolge
eener andere depressie boven de Noordzee op
11 Mei in een krachtigen Z.W. wind overging^
Terwijl deze depressie den volgenden dag
N. waarts trok, ruimde de wind.
De luchtdrukking was na 15 Mei gelijkmatig
over Europa verdeeld, zoodat de wind zwak
en zeer afwisselend van richting was. O.lijke
wind kwam betrekkelijk veel voor en het weder
was de laatste helft der maand bijna voort
durend somber en schraal. Op 20 en 21 Mei
trokken nog onweders over Nederland.