uitstapje, met een extratrein, naar Vlissings strand. De harmonie Euphonia zal dat feestje op luisteren. Het beroep naar de Ned. Herv. gemeente te Cats is aangenomen door den beer Joh. de Voogd, cand. te Rotterdam. Daardoor is voorzien in een vacature die 14 jaren heeft geduurd. In dien tijd heeft het kerkbestuur de kerk, pastorij en consistoriekamer heel wat verbeterd. Men schrijft ons uit Schouwen: Ofschoon de tram BrouwershavenSteen bergen nog niet gelegd is, geeft zij reeds aan leiding tot het opperen van allerlei plannen. Zoo moet er althans ernstig sprake zijn van eene badinrichting op het strand van Wester- Schouwen, dat daartoe zoo uitmuntend geschikt zou zjjn. Als wij goed ingelicht zijn, dan heeft de directeur der Rotterdamsche trammaatschappij eenige dagen geleden aan dat strand een be zoek gebracht. De oprichting van bovenge noemde badinrichting zou ale eene conditio sine qua non medebrengen, dat Haamstede met een tram werd verbonden aan de tram Brou wershaven—Steenbergen. Indien het waar is, en dit zou ons niet verwonderen, dat het strand te Wester-Schouwen op genoemden directeur een hoogst gunstigen indruk heeft gemaakt, dan meenen wij ons te mogen vleien, dat eene eerste vrucht van de tram zulk een badinrich ting zal zijn. Tot kastelein in de sociëteit de Vereeni- ging te Zierikzee is benoemd de heer J. Cazemier te Haarlem. Het in ons vorig nommer gemelde besluit om niet in hooger beroep te komen van de beslissing van Gedeputeerde Staten, waarbij vernietigd werd het raadsbesluit tot toelating van den heer Van de Velde, is door den Terneuzenschen raad genomen met 8tegen 8 stemmen. Bij enkele tegenstemmers gold de overweging dat zij, evenals bij het besluit tot toelating, zich geen partij wilden stellen en aan particu lieren het indienen van bezwaren bij hoogere autoriteiten wilden overlaten. Zij wenschten het al of niet gaan in hooger beroep over te laten aan den belanghebbende. Verder werd besloten in de buurt Java een terrein aan school C beschikbaar te stellen voor het plaatsen van karren, ten behoeve der aldaar wonende voerlieden, en dat, nadat het door de gemeente is afgerasterd, te verhuren voor 1.50 per kar en per jaar, bij vooruit betaling, terwijl het terrein voorts op eerste aanzegging ten allen tijde moet worden ont ruimd. Naar aanleiding van het feit dat door het dag, bestuur aan een hippodrome gedurende eene week vergunning is verleend om op de Markt een tent op te slaan en voor het pnhliek open te zijn, hadden eenige bewoners der Markt een adres ingediend, waarin zij wijzen op den overlast, dien zij daarvan hebben. Zjj deelden daarin verder mede van meening te zijn, dat het reeds meer dan genoeg is dat met de kermis zoo iets plaats grijpt. Ze heb ben er niets op tegen, dat gelegenheid wordt gegeven voor eene, naar 't schijnt, voor som migen aangename uitspanning, maar meenen dat dit dan zonder overlast voor anderen moet geschieden en verzochten daarom den raad maatregelen te nemen dat dit niet meer kan voorkomen. De voorzitter deelde mede, dat de vergunning door het dag. bestuur was verleend en ver zocht den Raad zich in deze uit te spreken. De heer De Feijter stelde daarop voor te kennen te geveD, dat de Raad er tegen is dat buiten kermisdagen aan dergelijke inrichtingen vergunning wordt verleend om op te slaan op gemeentegrond. Met 7 tegen 4 stemmen werd dit voorstel goedgekeurd, waarop de voorzitter zeide nu genoeg te weten. Wederom werd geklaagd over de estrade, die de Markt ontsiert, en scheen de raad neiging te toonen om, wanneer een commissie uit de bevolking wilde beproeven gelden bijeen te krijgen voor een nieuwe muziektent, daarvoor ook eene subsidie te verleenen. Nadat besloten was de kermis op de ge wone wijze te doen plaats hebben, werd het dag. best. uitgenoodigd reeds nu plaats aan te bieden bij inschrijving voor twee draaimolens en een stoomcaroussel, daar men, door er vroeger mee te beginnen, wellicht hoogere prijzen zal kunnen bedingen dan het vorig jaar. Donderdagmorgen bemerkte de gemeente politie te Terneuzen dat van buiten de kom een geslachte koe werd ingevoerd, met het doel het vleesch tegen verminderden prijs aan den man te brengen. De politie kreeg ver moeden dat de zaak niet zuiver was en liet het vleesch keuren. De gemeente-keurmeester keurde het voor de consumptie af en het vleesch werd vernietigd. Bij een onderzoek op de hoeve van herkomst (bij den landbouwer A. de Kraker in den Zevenaarpolder) bleek dat eenige deelen der koe begraven waren en men dus van den ziektetoestand der koe op de hoogte was. Had de politie den invoer niet bemerkt, dan zou de onverantwoordelijke handeling der eigenaars voor de inwoners zeer schadelijke gevolgen kunnen gehad hebben. Tegen den invoerder, zekeren Fr. Dieleraan, nit Hoek, is proces-verbaal opgemaakt. Onze Biervlietsche berichtgever schrijft Naar aanleiding van de opmerking der redactie over de uitreiking eener medalje van den Nederlundschen politiebond in de raadszit ting van Dinsdag deelen wij nog mede, dat de veldwachter als concierge het raadhuis bewoont en als gemeentebode in eenigszins nauwe relatie tot het gemeentebestuur staat. Voor den burgemeester, die te IJzendijke woonachtig is, lag, dunkt ons, een meer plech tig# handeling wel wat veor de band. Bovendien zal men, evenals Koopmans van Boekeren in zgn werkje Schoenen op Keur zegt, gedacht hebben„Een mensch is geen plank", en alle ingezetenen zullen dan ook de satisfactie aan den beambte ten volle gunnen. Voegen wij er by, dat de raadsvergadering niet expreBselgk belegd was voor die huldebetoo- ging en dat deze niet op de agenda zelfs was aangekondigd, dan vertrouwen wij, dat bet grootste deel van het bezwaar der redactie zal wegvallen, ook al beamen wij ten deele de gegrondheid harer opmerking. OE KERK TE GOES. Het korte bericht uit Goes in de N. R. C. van gisteren, 2e blad, vereischt eenige toelich ting. Toen mij Dinsdag morge n bekend werd, dat. men bezig was de kerk aldaar te verminken, ging ik er heen, om den omvang van het. kwaad op te nemen. Van drie lichtopeningen, die achter het stad huis geplaatst en van de straat niet zichtbaar zgn, waren de stglen uitgenomen en reeds door nieuwe vervangen, terwijl de loodbegla- zing mede vernieuwd was. De steeuen tracee ringen waren onaangetast gebleven. In twee van die drie openingen waren vroe ger reeds houten stijlen geplaatst en de her stelling gold dus een herhaling van eertijds begane zonde. In het derde lichtraam was echter de zandsteenen stijl uitgebroken en door een houten vervangen. Uit inlichtingen, die mij door ooggetuigen werden verstrekt, bleek dat de geheele her stelling meer ondernomen was uit een zucht tot verfraaiing dan wel tot verbetering of tot wegneming van gebreken. Het tastbaar bewijs daarvan werd mij gele verd door de afkomende materialen, die nog in het kerkruim aanwezig waren. Deze restes verkeerden nog in zeer gaven toestand het eikenhout zag er uit als nieuw alleen hadden de brugijzers van de loodbe- glazing bier en daar wat geleden, doch dit ware gemakkelijk te herstellen geweest. In plaats van het nog zeer soliede eikenhout en den oorspronkelgken zandsteen waren de nieuwe stijlen van greenenhout genomen, dat zeker zoo lang geen weerstand zal bieden aan de invloeden van weer en wind. De aangebrachte werken zullen ongeveer een uitgaaf vorderen van f 500, en met zekerheid kan worden aangenomen, dat dit bedrag niet alleen in het water is geworpen, doch dat voor het stevige oude werk in de plaats is gekomen nieuw werk van belangrijk minder gehalte, terwijl bovendien een oorspronkelijk raam jammerlijk verknoeid is. Verder bleek mij, dat dezelfde schendende hand, die voor enkele jaren de fraaie kerk te Kloetinge ellendig verminkte, ook hier bezig is met een van Nêerland's meest belangrijke monumenten onherstelbaar te bederven. Over dat betreurenswaardig bedrgf had ik een onderhoud met den president-kerkvoogd, die mij voorkwam van goeden wille te zijn, doch zich beriep op den door het college aan- gestelden deskundige en vreemd opzag bij het vernemen, dat op die wgze een belangrijke som nit de niet ruim voorziene kerkekas on nut was besteed. Tegen het volgend jaar is opnieuw een der fraaie ramen veroordeeld om dezelfde executie te ondergaan, doch na de toezegging van den president, om in het college een voorstel te doen tot het inwinnen van een deskundig advies, dat hem buiten bezwaar der kerkelijke fond sen is aangeboden, heb ik alle hoop, dat kerk voogden een eind zullen maken aan zulk ergerlijk gedoe, dat tot schande en schade moet strek ken van de stad hunner inwoning en tot on- vermijdelijken ondergang moet lijden van het aan hunne goede zorgen toevertrouwde kostbaar monument. J. A. FREDERIKS. Middelburg, 10 Juni 1898. De heer Mulder, teekenaar bij het depar tement van binnenlandsche zaken, afdeeling kunsten en wetenschappen, is naar Goes ver trokken, in verband met het bovenstaande. RECHTSZAKEN. Arrondissements-jRecktbmk te Middelburg. E en s n ij pa r t ij. Voor bovengenoemde rechtbank werd heden behandeld de zaak tegen W. v. d. P., 30 jaar oud, werkman, geboren te Arnemuiden en wonende te Middelburg, aan wien ten laste gelegd wordt dat hg, in den avond van den 15 Mei omstreeks kwart voor tien, in de Baanstraat alhier, P. J. Fiegen een snede in den hals en A. Sanderse eenige sneden in het hoofd en eene snede in den pink van den rech terhand heeft toegebracht en daardoor deze personen bloedend heeft verwond. Verder dat hij denzelfden avond omstreeks 10 uur, in de Lange Noordstraat, S. Haverkorn een snede in den hals heeft toegebracht en hem bloedend verwond heeft. In deze zaak waren van wege het openbaar ministerie 10 getuigen gedagvaard. Uit de verklaringen van den eersten getuige, den inspecteur van politie A. Moerdgk, bleek dat de bekl., toen hij na het gebeurde op het politiebureel werd gebracht, niet normaal was, eenigszins versuft, hoewel hij toch zich bewust was van hetgeen hij gedaan had. Den volgen den dag bleek dat V. d. P. eenige kleine ver wondingen had- De bekl. zeide dat bij in den bewusten avond zeer opgewonden was. Van het bierhuis van Boom in de Baanstraat weggaande, kreeg hij eerst een klap, waarop hij een slag terug gaf, en daarna een steek met een bajonet. Toen heeft hg ook gestoken met zgn mes. Van het steken door hem van sergeant Haverkorn wist hij niets. De inspecteur zeide dat hij in den bewusten avond van beklaagde heeft vernomen, dat deze in de Noordstraat iemand had gestoken. De milicien A. Sanderse, de tweede getuige, verklaarde in den avond van 15 Mei bij Boom in het Baanstraatje geweest te zijn. Daar heeft een persoon, hg weet niet wie, ruzie gemaakt. Omstreeks kwart over negen heeft getuige met een paar soldaten het bierhuis verlaten. Op straat is hij plotseling, zonder daartoe eenige aanleiding gegeven te hebben, van achteren aangevat en kreeg hij een slag op het hooi'd, waardoor een bloedende wond ontstond. Hij voelde niet dat hg gestoken werd. In bet hospitaal gedragen, is daar gebleken dat hij een steekwonde bekomen had. Wie hem geslagen en gestoken heeft, weet hg niet. Bekl. kan niet zeggen, dat hij getuige heeft gestokenhij weet wel dat hij in het Baan straatje iemand gestoken heeft, maar niet wie. Hij stak om zich te verdedigen, wijl hij klappen kreeg en een bajonetsteek. De volgende getuige, de milicien A. de Rijke, was in den avond van 15 Mei ook in het bier huis van Boom. Daar was ook V. d. P., die ruzie maakte tegen de militairen. Getuige zag Sanderse weggaan en V. d. P. dezen volgen. Toen men spoedig daarop riep dat er buiten gevochten werd, heeft hg het bierhuis verlaten en gezien dat V. d. P. Sanderse van achteren beet pakte en met zgn mes zwaaide. Hij zag daarop Sanderse bloedend neervallen. V. d, P. was, tijdens zijn verblijf in het bierhuis, zeer opge wonden doch niet dronken. Getuige heeft niet gezien, dat V. d. P. buiten gemolesteerd is, zooals deze beweert. Dat is, volgens hem, ook niet mogelijk. De volgende getuige, de arbeider J. Munter, had den Zaterdag vóór 15 Mei gehoord, dat er bij Boom dien avond zou gevochten worden tusschen militairen en burgers. Hij was met V. d. P. derwaarts gegaan en zag later dezen weggaan, toen eenige soldaten het bierhuis ver lieten. Hij heeft in het Baanstraatje een standje gezien tusschen militairen en burgers en opge merkt dat een militair zijn bajonet trok. Ge tuige ging toen weg in de richting van het hospitaal en heeft van het gebeurde verder niets gezien. Bekl. liep hem blootshoofds voorbij en eenigen tijd later heeft getuige V. d. P. op de Vischmarkt gezien toen deze naar huis ging. Deze viel, vermoedelijk omdat hij dronken was, op de Vischmarkt neer. Ge tuige heeft daarna het mes van V. d. P. van de straat opgeraapt. De bekl. beweerde dat hij niet dronken geweest was. De volgende getuige, de milicien O. van Dijk, was in den avond van 15 Mei in het bierhuis van Boom geweest. Het was hem niet bekend, dat daar gevochten zou worden. V. d. P. was ook in het bierhuis en maakte daar moeite, waarop de bierhuishouder hem aan maande zich rustig te houden, wat echter niet j veel hielp. Toen Sanderse wegging, volgde. V. d. P. hem en kort daarop ontstond buiten een vechtpartij. Van Dijk zag dat burgers en militairen slaags waren en daaronder ook V. d. P. Sanderse lag bloedend op den grond en V. d. P. liep, met een mes in de hand, weg in de richting van het hospitaal. P. J. Fiegen, werkman, de volgende getuige, die den löen Mei, 's avonds omstreeks 10 uur, komende uit het bierhuis van Boom, over het Bolwerk nabij hét Baanstraatje liep, zag dat de bekl. hem in snellen pas voorbijging. Hij hoorde hem zeggen „ziedaar" en voelde daarop een duw in zgn nek-, toen hg zijn hand daar tegen drukte, bemerkte hij dat die bebloed was. Bekl. had een mes in zijn handhij was, voor zooveel getuige kon bemerken, niet dron ken. Getuige heeft van een standje in het Baanstraatje niets gemerkt. De bekl. verklaarde van deze verwonding niets te weten. De werkman C. Vroegop, die op den bewusten avond met Fiegen samen was, verklaarde in denzelfden geest als deze. De volgende getuige, de sergeant S. Haver korn, verklaarde in den meergenoemden avond van 15 Mei tegen 10 uur, door de Noordstraat, komende, plotseling door een burger van aclite ren te zijn aangevallen. De burger bracht hem een snede in den hals toe, die een bloedende wond veroorzaakte. Hij kende dien man niet. De beklaagde zeide niet te weten, dat bij dien avond in de Noordstraat geweest was en ook niet dat hij een steek of snede zou hebben toegebracht. A. Klap, dienstbode, was op den 15 Mei met haar vriendin in de Noordstraat en heeft de aanranding gezienV. d. P. gaf in het voor bijgaan den sergeant een slag of steek en liep toen hard weg. E. Leijnse, eveneens dienstbode, de vriendin van de vorige getuige, verklaarde in denzelf den geest. De beklaagde bleef erbij hiervan niets te weten, maar kon zijne bewering door niets aan nemelijk maken. De ambtenaar van het openbaar ministerie begon met er op te wijzen dat in den avond van 15 Mei op verschillende plaatsen drie per sonen bloedend verwond zijn geworden, met het gevolg dat twee hunner in het hospitaal moesten worden opgenomen. Dat de gevolgen niet ernstiger zijn geweest, is niet de schuld van beklaagde, maar meer een gevolg van het toeval. Was de steek aan den sergeant Ha verkorn niet tegengehouden door de kraag van diens jas, dan was die verwonding zeker levens gevaarlijk geweest. De bekl. ging dien avond te keer als een razende. De ambtenaar trachtte aan te toonen dat V- d. P. het voornemen gehad heeft om te vechten en zijn mes te gebruiken en leidde uit de getuigenverklaringen af, dat in deze van zelfverdediging geen sprake kan zijn. De ambtenaar achtte het aan beklaagde ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen en vorderde tegen hem, die meer wegens mis handeling tot gevangenisstraf is veroordeeld, een ongebonden leven leidt en bij de marine eerst gedegradeerd en later vervallen verklaard is van den militairen stand, een gevangenisstraf voor den tijd van een jaar. Uitspraak heden over acht dagen. Door dezelfde rechtbank zijn heden veroor deeld wegens beschadiging G. R., 13 j., zonder beroep, Biezelinge, tot f 5 b. s. 5 d. h. vernielingE. J. d. B., 18 j., landbouwer, Heille (Sluis), tot f 3 b. s. 3 d. h.en Ch. L. v. D., 3G j., koehouder, Oostburg, tot f 1 b. 8. 1 d. h. het dragen van onderscheiding steehenen zonder ertoe gerechtigd te zijn: C. J. K., 26 j., schil der, te Vlissingen, tot f 1 b. s. 1 d. h.en mishandelingS. S., 42 j., hvr. van E. T., Westdorpe, tot f 2 b. s. 2 d. h. VrijgesprokenA. O., 17 j., arbeider, Zaarn- slag (Othene), en X d. S., 73 j., landbouwer, Zuiddorpe, beiden beklaagd van vernieling, en P. D., 21 j., werkman, Middelburg, beklaagd van veroorzaken van lichamelgk letsel door schuld. In zake C. P.. 51 j., notaris te Kruiningen, geappelleerde van een vonnis van het kanton gerecht te Goes, waarbij hij ter zake van het hem bij dagvaarding ten laste gelegde is ontslagen van rechtsvervolging, is het vonnis des eersten rechters bevestigd voor wat het primair ten laste gelegde betreft en het voor het overige vernietigd; en opnieuw rechtdoende geïnti meerde, ter zake van het in de provincie Zeeland herbeplanten van een weg, die een kruinsbreedte van minder dan 7 M. heeft, zon der vergunning van Gedeputeerde Staten, ver oordeeld tot f 5 b. s. 1 d. h. Het Haagsche gerechtshof heeft de levens lange gevangenisstraf, door de rechtbank op gelegd aan den giftmenger Van Kampen te Sassenheim, bevestigd. LETTEREN EN KUNST. F. Jr. rectificeert in het nommer van heden der Opr. Haarl. Crt. zijne vergissing ten opzichte van de Elias. Deze „kwam," zegt hij, *door een (gelukkig tijdelijke ^'zinsverbijs tering op papier." In de Woensdag te Leiden door de Maat schappij van letterkmde gehouden vergadering is tot gewoon lid 0. a. benoemd de heer J. Boudewijnse, secretaris van het Indisch Genoot schap, te 's Gravenhage. Verschillende Berichten. De Eerste kamer benoemde tot rappor teurs over het wetsontwerp betreffende den persoonlgken dienstplicht de heerenVan Alphen, Godin de Beaufort, Van Marie, Rutgers van Rozenburg en Schimmelpen ninck van der Oye. De prins en prinses van Wied hebben, beweert men, het voornemen tijdens de inhul digingsfeestdagen een groote middagpartg te geven op hunne buitengoederen te Wassenaar. Woensdagavond is te Rotterdam, terwijl de moeder afwezig was, een tweejarig kind, dat op een vensterbank kroop, door het geopende raam gevallen. De kleine overleed aan de be komen kwetsuren. De 18-jarige dienstbode aldaar, die de vorige maand in brand geraakte en zulke ernstige brandwonden bekwam, is Donderdag iri het ziekenhuis, waar zij verpleegd werd, aan de gevolgen overleden. Te Schiedam kreeg Zondag een negen jarig meisje, in een der plaiziertuinen een hevigen slag van een schommel tegen het hoofd. Maandag overleed zij. Hare oudere zuster, van 18 jaar, die bij het ongeluk tegenwoordig was, wordt sinds dien dag vermist. Zaterdagavond ontstond te 's Gravenhage een hoogloopende twist tusschen een vrouw en haar man en dochter over het verpanden van een stuk huisraad. In drift sloeg de man zijn vrouw, die in hoogst zwangeren toestand verkeerde, met een strijkplank op het hoofd. Toen haar toestand overbrenging naar het ziekenhuis noodzakelijk had gemaakt, werd zij aldaar verpleegd, maar is Donderdagmiddag overleden. Het lijk wordt ter schouwing naar het academisch ziekenhuis te Leiden overge bracht. Man en dochter zijn aangehouden. De man is loodgieter van beroep en moet een goed werkman zijn, maar hij zoowel als zijne vrouw dronken vrg sterk. De vrouw verpande meermalen huisraad en kleederen om aan drank te komen, wat dikwijls aanleiding tot twist gaf. Een paar weken geleden zijn man en vrouw nog in het water geloopen en toen met moeite gered. Bij de politie in de residentie is als ver mist aangegeven eene verzameling sieraden, die een waarde van ongeveer 20.000 ver tegenwoordigen. Het zijn briljanten, parelen en andere preciosa. Te Goudswaard bij Numansdorp is een boerenarbeider, in de tram willende stappen, terwijl deze reeds in beweging was, tusschen de wagens gevallen. De ongelukkige was ter stond dood. Zijn lichaam werd letterlijk door gesneden. Te Gameren is tijdens een hevig onweder een gehuwde vrouw van schrik doodgebleven. Te Middelharnis is een vrouw, die bezig was achter hare woning in de haven goed te spoelen, in het water gevallen en verdronken. Omtrent het drama, dat Zondag in Den Haag is afgespeeld, schrijft men aan het Utr. Prov. en Sted. Dbld. het volgende Een heerlijke zomeravond half de bevol king van onze stad vroolijk en prettig op weg naar buiten, naar Scbeveningen en het groen der bosscben en dwars door die mengeling van lichte kleuren en levendige stemmingen, trok daar een donkere Btreep, een zware scha duw achter een sombere groepeen heer, ijzig bleek, vastgehouden door de vuisten van een paar agenten, omstuwd door een steeds aan groeiende volksmassa, die op haren weg het woord „moord" uitstrooit en achterlaat als een dissonant in de eerste lentevreugde Zoo zag ik Zondagavond Vemer zyne laatste wandeling maken, zijn wandeling naar de gevangenis, die hij vermoedelijk nooit meer zal verlaten. Zulke moorden komen er wel meer voor, zegt men wellicht.; waarom er dan meer indruk van te krijgen, dan wanneer een even rampzalige in een achterbuurt het mes trekt en een ander overhoop steekt? Inderdaad, het geval is dan, voor dader en slachtoffers samen, even ongelukkig. Maar wat er een zoo bijzondere beteelcenis aan geeft is niet, dat een heer den moord pleegde, maar het feit dat iemand, die door opvoeding en loopbaan geleerd had, zichzelven te beheerschen, tot zulk een misdaad overslaat. Laat ik daarom trachten, het afgrijselijke voorval eenigermate duidelijk te maken. Vemer zal een tiental jaren geleden getrouwd zgn. Zijn vrouw was toen niet veel meer dan een kind, nog geen 20 jaarnog zie ik haar met lange vlechten op den rug naast hem in de Tent. Kort daarna gingen ze naar Indië. Er kwamen nu en dan berichten, waaruit men wel eens vernam, dat 't niet alles couleur de rose" was in het huwelijk. Waarom? Ik weet 't niet; vermoedelijk was 't eenvoudig wat de Fransche Code noemt incompatïbilitê d' hu meur et de caractère, want kwaad heeft van haar niemand ooit verteld, en van hem alleen, dat hij erg nurksch kon zijn en lastig, gierig, zegt men, en raar; de „gekke Vemer" schijnt hij in het Indische leger wel eens te zijn ge noemd, maar toch een uitstekend officier, niet gemakkelijk, maar zelf ook stipt, ridder van de Militaire Willemsorde. Na eenige jaren kwamen zij naar Holland terug. Hier, in een kleine woning, en nu ge heel zonder bezigheiddie afleiding gaf, werd 't er in huis niet beter op humeur en karakter kwamen telkens weer in botsing, en de eene onaangenaamheid volgde op de andere. Eindelijk liep zij voor goed weg en trok in huis bij eene vrouw, die, als het gerucht juist is, wel in de laatste plaats voor Vemer's echtge- noote de toevlucht kon zijn, en wier qualiteit van gescheiden vrouw in elk geval het vermoe den wettigt, dat het talent om een gelukkig huiselijk leven in te richten nu juist niet hare specialiteit was. Een feit is 't, dat zij het zij dan met of zonder opzet de verwijdering tusschen de echtgenooten grooter en grooter maakte, de verbittering heviger, en dat Vemer gedurende een paar jaren nu bijna voortdurend blootstond aan al die plagerijen en onaange naamheden, waarin een vrouw, als zij kwaad wil, den hitteraten man nog verre de baas is. Van verschillende kanten werd verzoening beproefd, door de familieleden, door de beklagens waardigste der slachtoffers, de oude moeder van denmoordenaar, door Vemer zeiven, te vergeefsonder den invloed van hare „vriendin" weigerde zij en bleef vijandig, en de scheiding werd voortgezet. Er volgden hard tegen hard ruwe tooneelen op straat, hatelijke brieven, stukjes in kranten om den echtgenoot op de kaak te zetten, en eindelijk sloeg hij nu tot het jammerlijke uiterste over, waarvan men de bijzonderheden kent. Waarschuwing. In het jongste nommer van het Maandblad tegen de kwakzalverij wordt gewaarschuwd tegen een „middel tot genezing van zwakte of branderigheid op de oogen, die tot blindheid zou kunnen leiden," dat in Middelburg tegen f 1 wordt verkocht. Volgens een onderzoek, verricht door den heer L. E. Goester, apotheker te Amsterdam, bestaat die balsem nit slijm van kweepittcn', hij is derhalve met eenige stuivers ruimschoots betaald. Maar dit is het ergste niet. Slijm van kweepitten, naar het blad meent, voor jaren wel eens gebruikt bij oogkwalen, is al een zeer ongeschikt middel voor dat doel en daarom ook niet meer in gebruik. Het zal ongetwijfeld meer kwaad dan goed doen, want de slijm is een stof, die spoedig in bederf overgaat, schimmelt, et dat zoo'n schimmclhoudende vloeistof nu juist geen geschikt middel is voor zulke teere organen als de oogen, die altijd met de grootste zindelijkheid moeten worden behandeld, begrijpt ieder. De woorden, in de aankondiging van dat middel voorkomende „zwakte of branderigheid op de oogen, die tot blindheid zouden kunnen leidennoemt het maandblad een leelgke wijze van reclame-maken. Daarin ligt duidelgk het doel, om de lui bang temaken. De vrees voor blindheid moet de menschen, vooral de licht- geloovigen, doen grgpen naar het middel. Dat is leelijk, meer dan dat Het weder in Mei. Aan het maandelijksch overzicht van het weder, medegedeeld door het Kon. Ned. Met. Instituut, is het volgende ontleend: Onder den invloed van een depressie, die N.-waarts langs Groot-Brittannië trok, begon de maand met buiig weder, veelal vergezeld van onweders; terwijl de temperatuur steeg, en deze op 2 Mei een depressie over het Z, van Engeland en de Noordzee naar het O. van Nederland trok, werd het weder bij N.-lijken wind koud en schraal, maar klaarde op 8 Mei een weinig op. Na 10 Mei werd het weder beheerscht door een depressie boven Scandina vië, waarvan buiig, koud weder met N.W.-lijken wind het gevolg was, die echter ten gevolge eener andere depressie boven de Noordzee op 11 Mei in een krachtigen Z.W. wind overging^ Terwijl deze depressie den volgenden dag N. waarts trok, ruimde de wind. De luchtdrukking was na 15 Mei gelijkmatig over Europa verdeeld, zoodat de wind zwak en zeer afwisselend van richting was. O.lijke wind kwam betrekkelijk veel voor en het weder was de laatste helft der maand bijna voort durend somber en schraal. Op 20 en 21 Mei trokken nog onweders over Nederland.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 2