MIDDELBURGS» COURANT. N°. 135. 141e Jaargang. 1898. Zaterdag 11 Juni. Terrein-verkenning. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. 'rfja, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2. Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer Middelburg 10 Juni 8 u. vm. 63 gr. 12 n 69 gr., av. 4 n.67 gr.F.Verw. N. O. wind. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór één uur aan het bureau bezorgd zijn. Advertentiën: 20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel) Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis aan bet bureau te bekomen. Agenten. Te Terneuzen; M. de Jonge; te Rotterdam: Nijgh van Ditmar. Met zenuwachtige baast eu groote opge wondenheid is men in onze provincie aan de zijde der ultra-anti-revolutionnaire partij reeds vroeg begonnen met de zoogenaamde voorlichting der kiezers zelfs met misken ning van het gevaar, dat dezen op den dag der stemming vergeten zullen zijn waar het eigenlijk om gaat. Of zij dit zelfs wel vóór Vrijdag 17 Juni zullen gewaar worden, blijft nog de vraag. Want tot heden vernamen wij niet veel meer dan een groot gedrnisch over allerlei bijza ken meerendeels over hetgeen in onzen kring was voorgevallen en over de boosheid der liberalen. En daarmee beeft men zelfs niet kunnen wachten tot het oogenblik, waarop het ter rein is te overzien en de verkiezingsdag voorbij was. Op ons maakten die haast en die opge wondenheid een eigenaardigen indruk. Wie zich niet sterk gevoelt of bevreesd is, begint al spoedig zijn stem te verheffen om den schijn van krachtsbewustzijn te be waren en een air van moed aan te nemen. Zoo gaat het ook onze tegenpartij Zij bevindt zich met het oog op de aan staande Staten-verkiezingen dan ook in een eigenaardige, lang niet gemakkelijke positie. Er moet heel wat gelaveerdheel wat stuurman8knnst aangewend worden om tus- schen verschillende klippen door te zeilen. En wij gelooven, dat het haar ditmaal toch niet gelnkt is om die alle te ontgaan. Verkennen wij, om dit aan te toonen, even höi terrein, waarop Vrijdag 17 Juni de strijd zal gestreden worden een strijd waarvan zeer veel afhangt. Op dit oogenblik bestaan de Provinciale Staten van Zeeland uit 19 liberalen, 16 anti- Tevolutionnairen, 6 katholieken en een, de heer W. A. graaf van Lijnden, die zich bij geen enkele partij aansluit. De meerderheid aan anti-liberale zijde is dus gering en weinig is er noodig om die weer te doen overslaan naar onze zijde. Daarom te meer is er alle reden voor de vrijzinnigen, vooral in de districten Mid delburg, Vlissingen en Goes, om met al de kracht, met al den ijver, met den zelfden bewonderenswaardigen moed, die, trots herhaalde neerlagen, hen steeds ken merkten, opnieuw te strijden. De mogelijkheid eener overwinning is waar lijk niet uitgesloten. Jnist op die drie districten komt alles aan. Dit begrijpen de leiders der tegenpartij ten volleen het eerste consigne luidde dan ook het district Zierikzee onbevochten te laten, om juist alle krachten te concentreeren op onze omgeving en op Znid- en Noord- Beveland. Daartegen verhief zich echter een krach tige stemzij sprak het fiere woordtoch niet te vertsagen, maar te strijden en te getuigen zooveel men kan. Nu, dat valt te waardeeren. Elke partij, die eerlijk voor hare begin selen zich op de bres stelt, zij het ook zon der kans van slagen, dwingt eerbied af. Maar waarom ditzelfde niet gedaan in bet district SlnisOok daar zijn liberalen te bestrijdenook daar valt te getuigen tegen het liberale systeem. En waar het toch hoofdzakelijk te doen is om al wat vrijzinnig heet te weren, zonden wij ook nog willen vragenwaarom den eigen bondgenooten aangevallen in het district Hulst De feitelijke toestand is dus dat men met alle kracht zal trachten te behouden wat men in de districten Mid delburg eu Goes bezit en zoo mogelijk zal beproeven daar te verkrijgen meer winste eu in het district Vlissingen een paar zetels te veroveren. En dat alles zonder aanzien des persoons en ten voordeele van de ultra de Knype- riaansche partij, die, handig als zij is hier, waar het eenigszins kan, zooals nu ook in het district Hulst, bij voorkeur eigen vrienden op den voorgrond plaatst, maar waar het noodig is de mannen der hervormde £erk te believen, dat niet nalaat, mits dezen voor hen het pad slechts effenen om hun invloed uit te breiden. In het district Goes treden thans drie besliste aanhangers van dr Kuyper af; men wil hen gaarne behouden met behulp der gematigde anti-revolutionnairen, die van dr Kuyper en de zijnen niet willen weten, en van de katholieken. Wij constateeren eenvoudig de feiten aan anderen de beoordeeling in deze over latende. Dat wij hierop wijzen, het diende ook als herinnering aan het feit, dat aan dit politiek spel der laatste jaren wordt meegedaan door velen die, hoezeer zij ook overtuigd zijn dat men hen gebruikt, omdat men ben niet missen kan, toch niet dei) moed hebben zich te onttrekken aan een pogen, dat alleen aan die party ten goede komt. Dit geldt niet alleen van degenen die, hoewel in een en denzelfden geest zich be wegende, toch het gevaar kennen dat het dryven in die richting oplevert, maar ook van de katholieken, op wier medewerking nog onlangs weer een beroep werd gedaan. Uit erkentelijkheid daarvoor doet men thans een aanval op bun eigen veste. En die houding is des te onverklaarbaar der omdat nog onlangs De Standaard schreef: „Bij de Staten Provinciaal zijn de verhou dingen minder gespannen, is overleg met andere partijen gemakkelijker, en kan men over en weer toeschietelijker zijn, mits maar éen ding vaststat. w., dat de candidaat een deugdelijk en ook voor ons bruikbaar kiezer voor de Eerste kamer zal zijn." Nu, op dit punt zijn de anti-revolution nairen toch altijd van mannen als de heeren Van Waesberghe Jaossens, Moerdijk en Van Rompu zoo zeker geweest als maar kan zyn. En toch? De dankbaarheid der anti-revolutionnairen, die de „schoven van den oogst", zooals dr Kuyper op zijne eigenaardige manier dat noemt, altijd zeiven binnen haalden, uitte zich op welsprekende wijze. Het zou ons daarom volstrekt niet ver wonderen dat, blijkens het ons gemelde be richt, er in de districten Vlissingen en Middelburg bij de katholieken zich een tegenzin openbaarde om bij de a. stemming nog langer spandiensten te bewijzen. die wij danken aan de anti-liberale meer derheid. Dat men dit niet kan, is een bewijs voor het goede beheer der liberalen, met mannen als mr N. J. C. Soouck Hurgronje, J. A. A. Fransen van de Putte, mr J. C. R, van der Bilt, die wy hier nog wel eens mogen ge denken, en L H. C. Heljse. Aan hun beleid, aan hun beheer danken wij, dat de wagen in het goede spoor is kunnen gaan. Hun politiek was eene practische politiek, die hun opvolgers nog niet hebben kunnen verbeteren. Maar daarom blijft het een altijd durende grief jegens hen, die zich van het gezag meester maakten, dat zij, toen zij daartoe pogingen aanwendden, valsche leuzen lieten weerklinkenallerlei drogredenen aanhaal den, eu de eischen, die het bestuur van een provincie stelt, miskenden, alleen om zeiven op het kussen te komen. En zoo wil men thans opnieuw den kie zers zand in de oogen strooien Gewichtiger dan de vraag, wat de Kuyperiaansche leiders van de anti-revolutionnaire party, die toch hun leeuwendeel verwierven in de overwin ningen, bewoog te handelen zooals nu ge schiedde of dit plaats beeft met opzet, dan wel uit gebrek aan overleg, is voor ons de kwestie wat de anti-liberalen in de Provinciale en vooral in het college van Gedeputeerde Staten hebben gedaan met de macht, die zij nu eenige jaren in handen hebben. Wij hebben op die vraag vroeger al reeds een antwoord gegeven; maar nu de kiezers weer op het punt staan uitspraak te doen, is zij opnieuw zeker gewettigd. Wat is er dan nu, sinds zij het roer in handen hebben, in het provinciaal beheer veranderd Wat is geschied tot verbetering van even- tueele minder goede toestanden? Toen zij zich beijverden de meerderheid te verwerven, weerklonk luide de bewering dat aan het liberaal beheer een einde moest gemaakt worden; dat er zou moeten ver beterd, vooral bezuinigd worden. Met dien eisch voor bezuiniging heeft men niet het minst op de kiezers invloed uitge oefend. En wat is er nu bezuinigd? Hebben de belastingschuldigen daarvan iets bemerkt op hunne belastingbiljetten Niets hoegenaamd: Het tegendeel staat te wachten. Zijn er ten opzichte van den stoomboot- dienst op de We8ter-Scbelde veel verbete ringen aangebracht? Mocht men als zoodanig beschouwen de nieuwe boot, tot den aanmaak waarvan de Staten besloten, dan zyn wij zoo vrij op te merken dat daartoe hoofdzakelijk het initiatief is genomen van liberale zijde en niet van het Gedeputeerd college. Men noeme éene verbetering, éene be- Izuiniging van eenigszins beduidenden aard, Zonder aanzien des persoons. gaat men te werk om dat doei te bereiken schreven wij, zelfs tegenover eigen bondge nooten. Terwijl, na onderling overleg, eerst aan mannen als Van Waesberghe Jaussena en Vau Rompu een zetel werd verschaft in het Gedeputeerd College, omdat men na den steun der katholieken daaitoe verplicht was, gaat de ultra-anti-revolutionnaire partij nu in Hulst die heeren in hun eigen district bestoken. In Vlissingen wil men W. A. graaf van Lijnden doen vallen; hoewel die partij toch allerminst, naar wij kunnen vermoeden, reden heeft om hem ondankbaar te zyn. Consideraties tegenover mannen van er varing en kennis neemt men dus niet in acht. Men zou anders kunnen vragen, of bet niet waardiger zou geweest zijn tegenover zulke mannen, geea candidaat te stellen Het hoofdbeginselde verkiezing voor leden der Eerste Kamer, behoeft toch geen be zwaar te zijn, want die heeren, althans de beide eerstgenoemden stellig en de laatste meer dan waarscbynlijk, zijn op dat pnnt den anti-revolutionnairen trouw. Dat men dit teget over den heer J. H. Snijders niet deed, is nog te verklaren. Maar toch, tegenover een man van ervaring als hij, iemand die jaren lang voor de belangen van den landbouwenden stand ijverde, had men van die zijde, op groüd van vroegere uitlatingen, een eenigszins andere houding kunnen verwachten in dien zin dat men tegenover hem iemand had gesteld met wien men geen inconsequentie beging. Dat iemand jong is, behoeft geen beletsel te wezen om hem een zetel te verschaffen in een college. Men moet eenmaal beginnen en Gladstone was ook jong toen hij de eerste schrede op het pad der politiek zette. Op 22jarigen leeftijd was hij lid van het lager huis en op 24jarigen minister. Dat iemand meester in de rechten is, heeft voor ons nog minder bezwaar. Maar men had den nu gestelden candi daat kunnen laten rusten, totdat er een vaca ture was of hem nemen in plaats van hem, die meer eigenaardig in het district Vlissingen thnis behoort. Daarvoor is deze ook een oogenblik in aan merking gekomen. Waarom wij nu een anderen Candidast hadden verwacht? Hierom Bij vroegere gelegenheden is niet door ons, maar juist dcor de leiders derzelfde anti-revolutionnaire fractie beweerd dat wij geen behoefte hebben aan advocaten, maar aan practische mannen, landbouwers, of met den landbouw vertrouwde personen. En nu een man als de heer J. H. Snijders, die waarlijk steeds toonde de belangen van dien stand te kennen en te behartigen, moet aftreden, is het eerste wat men doet, tegen over hem iemand stellen, die totaal vreemd is op dat gebied, en hoe bekwaam ook wellicht op zichzelf, al is daarvan nog wei nig bekend en gebleken, in deze zeker niet op éen lyn gesteld kan worden met den heer J. H. Snijders. Middelburg 10 Juni. De Maatschappij „Zeeland" in de Tweede kamer. Bij het Donderdag in die kamer behandelde wetsontwerp tot goedkeuring van een over eenkomst met de stoomvaart-Maatschappij Zee land, wegens het uitvoeren van een maildienst tusschen Vlissingen en Qneenborougb of een andere Engelsche haven, leverde de oud-mi- nister, mr M. baron Mackay, afgevaardigde voor Kampen, zooals in ons vorig nommer kortelijk is gemeld, een pleidooi voor een hoogere subsidie. Hij vond dat de waardeering nog duidelijker in daden had moeten spreken. De maatschappij heeft, zeide bij, een zware taak op zich genomen en uitnemend vervnld, door met groote offers ook een dagdienst te openen. Wij kregen daardoor een goeden maildienst en voordeel bij 't internationaal brievenvervoer. De naijver van onze zuidelyke naburen is daardoor opgewekt en niet minder die van Engelanden na de opening van den spoorweg naar den Hoek-van-Holland opende Engelsche maatschappij een concurreerende lijn en na jaren te hebben geweigerd, is dit jaar toegestaan een gedeelte van de mails langs die lijn te vervoeren. De heer Mackay maakt daarvan de regeering geen verwijtzy moest 't toestaan om wellicht tegenover een machtige partij erger te voorkomen. De le Mei was voor ons uit dit oogpunt een treurdag en voor Engeland een dag van victorie, getuigen de uitingen der bladen, die 't een anomalie noemden, dat de Engelsche mails vervoerd werden onder niet-Engel8che vlag. Het gedeeltelijk vervoer der brievenmalen door de Great Eastern Comp. heette in de Times een eersten stap op den goeden weg. Wij zijn dus gewaarschuwd, om aan de concurrentie 't hoofd te bieden. De taak voor de Zeeland dreigt te zwaar te wor den, als de regeering niet machtiger steunt. Wel krijgt de Zeeland een vergoeding voor 't ver voer, maar dat is slechts een deel van hetgeen de staat int, die 't leeuwendeel voor zich houdt. Tegenover die som aan de maatschappij staan nog groote geldelijke verplichtingenwat zij krijgt is gering. De regeering had de vergoe ding ruimer moeten stellen, omdat het bestaan der maatschappij van groot belang en thans hoogst bedenkelijk, ziekelijk is. Zelfs als een of twee ton meer werd gegeven, zouden de aan deelhouders niets profiteerenmen zou slechts de noodige afschrijvingen kunnen doen. De oud-minister vreest dat, als de twee bestaande lijnen blij vod concurreer en als thans, een derde met 't voordeel zal gaan strijken en dat dan de Zeeland zal verdwijnen, wat een be treurenswaardig feit zou zyn tegenover een onderneming, die wij aan de energie van vader landslievende mannen te danken hebben. De minister van waterstaat verklaarde zich geheel te vereenigen met den lof, aan de Zee land gebracht, en met 't betoog van de wen- schelijkheid van het brievenvervoer onder eigen vlag. Hij zal dit zooveel mogelijk bevorderen. Als men echter een hooger uitkeeriDg vraagt, dan kan de minister dit slechts beamen als er noodzakelijkheid voor bestaat. Maar er is voor de regeering geen aanleiding, om, waar geen nieuwe verplichtingen worden opgelegd en waar zy jaren lang op nitstekende wijze, zy het ook zonder financieel gunstige resultaten, aan baar verplichtingen voldeed, bij de Maatschappij te komen om meer aan te bieden. Alsde Zeeland dreigt ten onder te gaan, is 't altijd nog tijd genoeg om dit te voorkomen. De heer Mackay bleef 't de plicht der regee ring achten om te zorgen dat de ziekelijke toestand van deze nationale onderneming op- houde, want^wat de minister zegt, zou er toe moeten leiden om wat minder goed te exploi- teeren. Dan eerst zou de regeering iets willen doen. De minister merkte echter nog op geenszins het gevaar te duchten, dat de heer Mackay voorziet. De Maatschappij is krachtig genoeg om den dienst goed te vervullen. De steun komt daarbij van andere zijde en zoolang dit 't geval is, bestaat er voor de regeeriug geen aanleiding tot tusschenkomst in den ge wilden geest. Het debat werd daarna gesloten en, na goed keuring der artikelen, het wetsontwerp zonder stemming aangenomen. Het Vad. schrijft, naar aanleiding van deze discu8siën De minister vond blijkbaar het pes simisme van den heer Mackay wat overdreven en meende, dat men een drenkeling eerBt de reddende hand moest toesteken, als hij werke lijk kopje onder gaat. In elk geval was niet recht duidelyk, wat de heer Mackay practisch wilde. Is het subsidie in verhouding tot de ver leende diensten voor postvervoer te gering? Misschien, maar de verhooging, die het uit dien hoofde zou kunnen ondergaan, zou toch nooit van dien aard kunnen zijn, om een werkelijk noodlijdende maatschappij er boven op te hel pen. Of is het noodig aan de aandeelhouders eener nationale onderneming door Staatshulp dividend te garandeeren Doch dan d ient een andere weg ingeslagen dan die van 't verleenen van een postsubsidie. Maar een gevaarlijke weg 1 P E O I R. Naar aanleiding der jongste telegrammen over de operaties der expeditie, zegt het N. v. d. D. Daaruit blijkt, dat de vijand nergens stand houdt en zonder veel inspanning werd verdre ven. Zelfs de plaatsen, welke tot dusver ge noemd werden als de bolwerken van het ver zet, Garoet als hoofdkwartier van Oemar, waar zich alle geestdry vers verzamelden, Pa- dang Tidji waar Panglima Polim zich, naar het heette, zoo geducht had versterkt, zij wer den zonder verliezen genomen en bezet. 't Behoeft niet te verwonderen, wanneer men van Toekoe Oemar niet veel last meer zal heb ben. Zoolang hij succes heeft, zullen de lieden in Pedir hem steunen, maar gaat hij op den loop, dan is 't met zijn invloed spoedig gedaan, want men zal niet vergeten, dat hij hier in het geheel niet thuis behoort. De Pedireezen zul len zich dan herinneren, dat hij in de inland- sche hiërarchie toch nooit meer was dan een oeloe-balang (territoriaal hoofd) aan de West kust, waarmede zij weinig betrekking hebben. Het grootste succes is zeker, dat Panglima Polim óok naar het Zuiden is uitgeweken, zooals men meent naar Kemala in zekeren zin voor hem een Canossa. Daar hoopt hij in de Sultans-partij en de onverzoenlijke Oela- ma's (priesters) nieuwen steun te vinden. Ke mala is het Atjehsche Mekka, waar wellicht nog het laatste hevig verzet is te wachten. Een tocht daarheen schynt onvermijdelijk en de troepenmacht, welke kolonel Van Heutsz thans onder zijne bevelen heefr, is die ook zeker te verwachten. Indien Kemala eenmaal door „de ongeloovi- gen" is bezet, dan, mag men verwachten, zal alle tegenstand ophouden en zullen de hoof den van de beide federaties zich vanzelf ko men onderwerpen aan de Kompanie, die in het eind de sterkste bleek. BENOEMINGEN ENZ. Bij kon. besluit: is aan den offi. van gezondh. le kl. bij de zeemacht J. Aaltsz, op zijn verzoek, eervol ontslag uit den zeedienst verleend is bevorderd tot officier van gezondh. le kl. de officier van gezondh. 2e kl. B. L. van Albada; is aan den adjunct-administrateur F. H. Hooghwinkel, op zyn verzoek, eervol ontslag uit den zeedienst verleend. UIT STAD EN PROVINCIE. Bij kon. besluit is (her)benoemd als burge meester van ArnemuidenS. van Eenennaam. Verder is eervol ontslag verleend wegens verandering van woonplaats aan J. R. Tak als j-luit. by de dd. schuttery te Middelburg en aan J. F. Pilaar als 2e-luit. bij die te Goes. By laatstgenoemde schutterij is benoemd tot 2e-luit. J. Pilaar, thans schutter. Naar men ons verzoekt te melden, maken, behalve de in ons vorig nommer genoemde heeren, nog als correspondeerende leden deel uit van de commissie voor de Zeeuwsche Oranje Nassau-tentoonstelling de heeren H. M. Kesteloo te Domburg, A. A. A. E. Gewin en C. N. Kalbfleisch, beiden te Vlissingen, en J. Franse te Zierikzee. Op de tentoonstelling van vrouwenarbeid te 's Gravenhage zal o. a. door mej. Marie Berdenis van Berlekom met het meisjeskoor van Ons Huis alhier eene muziekuitvoering gegeven worden. Deze mededeeling, reeds vroeger door ons gedaan, komt thans voor in de officieele op gaaf omtrent hetgeen o.a. op die tentoonstel ling zal gebeuren. Als bijzonderheid meldde men aan de Holland8che bladen, dat Donderdagavond te Vlissingen voor het vervoeren van de Amerikaansche post via Queensborough—Vlis singen—Hannover in trein 86 vier poBtry tuigen noodig waren om de zakken met brieven en andere stukken voor Duitachland te vervoeren. Heden maken de kinderen der christelijke school te Goes per stoomboot Admiraal de Ruijtereen watertochtje naar Zierikzee. Te kwart, voor acht ging de stoet van de school met bet muziekgezelschap Hosannah voorop, en trok zoo in optocht naar de boot. Bij het vertrek werden de volksliederen gespeeld en velen oogden de boot na. Heden avond te 8 uren wordt de boot terug verwacht. Donderdag 14 Juli maken de kinderen der openbare lagere school van wege het Comité tot wering van schoolverzuim bet jaarlijkse!»

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 1