MIDDELBIRGSCHE COURANT. N°. 113. 1898. Zaterdag 14 Mei. Gansch onnut 141e Jaargang. Dese courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., ft. Afzonderlijke nummers koBten 5 cent. Thermometer Middelburg 13 Mei 8 u. vm. 50 gr. 12 u54 gr., av. 4 u.52 gr. F. Verw. W. wind, buiig. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór één uur aan het bureau bezorgd zijn. Adverfcentiön20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.50elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel* Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën by abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis aan het bureau te bekomen. Agenten. Te Zierikzee: A. C. de Mooü, te Tholen: W. A. VAN NlEüWENHUIJZEN. Middelburg 13 Mei. was de interpellatie, die de heer Donner Don derdag in de Tweede kamer heeft gehouden. Zij betrof, men weet het, de vraag of het in de bedoeling der regeering ligt de natie uit te noodigen op 31 Aug., den dag, waarop de Koningin den troon beklimt en de regeering aanvaardt, in de bedehuizen Gods zegen over baar af te smeeken. De heer Donner toch kon weten welk ant woord hij zou krijgen; zoodat hij eigenlijk vroeg naar den hem bekenden weg. En al haalde hy by zijn vraag nog zooveel aan, o. a. over Gods goedheid, die ons een koningin schonken al wees hy op het verleden het standpunt der regeering was, naar hg wist, in deze bepaald. Hy had dus verstandig gedaan zgne inter pellatie in te trekkenbem ware dan ook een échec bespaard, want steun vond hij weinig of niet. Nu heeft het allen schijn dat de heer Donner alleen heeft willen getuigen van zijn kerke lijke overtuigingen van zijn meening omtrent de houding, die eene regeering tegenover den godsdienst moet innemen. En al zal hij dit ook gedaan hebben op de hem eigen kalme, waardige wijze, naar zijne innige overtuiging wij hadden ook na de verschillende wenken, hem in dien geest gege ven, het juist van den nestor der kamer, die geen drijver is, zoo verstandig gevonden wan neer hy de zaak had laten rustenvooral heden ten dage. Het is tegenwoordig een slechte tijd om christeiyke regeeringen als voorbeeld te stellen. De Amerikaansche, die bij alle mogelijke ge legenheden ook optreedt als banierdraagster van het christelijk geloof, vond het met de leer van den stichter van dat geloof, die het haar zeker wel anders zou prediken, niet in strijd verderf en ellende te brengen; honderden het leven te doen verliezen en evenzoovelen in rouw te dompelen. De regeering van Spanje, het land dat hoog aangeschreven staat als katholieke natie, maar altijd door in ellendigen toestand verkeert, heeft op Cuba schandelijk huis gehouden waardoor al wat nu gebeurt, is ontstaan. En het eerste verzoek dat gedaan moest worden om den toestand daar te verbeteren, luidde geef ons meer soldaten en dwing de geeste lijke orden te vertrekken. Nu, van de bemoeizucht en den vaak verderfe- lijken invloed dier orden weet de historie meer te vertellen. En wie de huidige daden van andere ehris- teiyke regeeringen gadeslaat, krijgt alles be halve een goeden indruk van haar belangloos heid en eerlgkheid. Zendelingen doen opgeld. Het wordt voor zulke regeeringen een buiten- kansje, wanneer er hier of daar éen vermoord wordten het afdoende recept om zich weder- rechteiyk van een anders goed meeBter te maken en in het bezit van koloniën te gera ken is eenvoudigbeweeg een ijverig zende ling hoe ijveriger hoe beter er l gaan, en binnen korten tyd heeft men kans dat men, tot prijs voor zyn dood, in het be zit komt van een mooi stuk land. Dat is de huidige taktiek van de zich bg uitstek noemende christeiyke natiën. Hoofdzakelijk komt de schuld biervan op de regeeringen en niet op de zending, die in me nige streek ook haar goeden invloed deed gelden en nut stichtte, en die natuurlijk niet aansprakelgk is voor al te grooten of onhandi- gen yver van deze of gene harer dienaren, en voor het misbruik dat regeeringen van haar arbeid tegenwoordig maken. Maar wy vragen ook Of het rechtvaardig is? Of bet biliyk is menschen, die een ander geloof hebben, lastig te vallen en hun rust te ver storen, op gevaar dat zy nog moeten boeten voor de al te grooten yver van die vreemde bezoekers of voor de opgewondenheid van eenigen hunner eigen landgenooten diemeenen dat hun geloof even goed is, zoo niet beter misschien, dan het voor hen nieuwe, dat men brengen komt? Men zou eens zien hoe weinig vriendelijk in Europa een Chinees werd ontvangen die wilde beproeven bekeerlingen te maken voor de leer van Confucius. Waarlijk, de uitingen van christelgkheid, de historische feiten der jongste dagen, om kleine eigenaardigheden in beperkten kring niet te spreken, zyn niet van dien aard om een regeering aan te moedigen het land, waarover zy regeert, bijzonder als „Christelijke natie" te doen kennen. Een natie heeft het beste uithangbord op dat gebied in hare daden! Bovendienbidden en danken is een zaak van het hart en moet niet op voorschrift of uitnoodiging geschieden. Daartoe behoeft eene regeering niet het initiatief te nemen en allerminst nu, waar eene kerkelijke corporatie daartoe reeds overging. In de historische lijn ligt zulk een uitnoo diging evenmin. De premier, minister Pierson, wees er den heer Donner op dat jaren geleden, toen wij nog een minister van eeredienst had den, deze bij cholera en veepest de leeraren wees op de wenschelgkheid van opzending gebeden, zoo men het oorbaar achtte. Bij de zwangerschap der Koningin noo- digde de Koning zelf tot gebeden uit, niet de regeering. Maar wat is geschied bg gebeurtenissen als deze? In 1840 wer den de kerkgenootschappen uitgenoodigd Koning Willem II bij zijn troonsbeklimming in hun gebeden te herdenkenin 1849 deed de regeering niets, doch er had in alle kerken godsdienstoefening plaats en Koning Willem III en de Kon. familie woonden die in de Wester kerk te Amsterdam by. Bij de aan vaarding van 't Regentschap door Koningin Emma geschiedde hetzelfde op uitnoodiging der synodale commissie zonder eenige offi- cieele uitnoodiging. En omdat het dus niet ligt in de historische lijn was de Regeering niet voornemens tot eene uitnoodiging over te gaan. De heer Donner vond dan ook geen steun bij de leiders zelfs der hem na verwante par- zoodat de interpellatie uitging ala een nachtkaars: „Wie behoefte gevoelt om te bid den kan bidden", zegt Het Vad., „en dat het daaraan niet ontbreken zal, daar zullen de kerken en de individuen zelf wel voor zorgen, gelijk reeds voldoende gebleken is, al ver klaarde de heer Donner op eenigszins uitda gend en toon, dat de gereformeerde kerken het op uitnoodiging van de synode der Hervormde kerk toch niet deden. Maar wachten die dan op een uitnoodiging der regeering? Anders gaat men aan die zgde altijd zoo prat op het eigen initiatief en op de souvereiniteit der kerk. Als de regeeriDg de heeren uitnoodigde, liep zij nog maar gevaar het antwoord te krygen: „Denk je, dat wij daar zelf niet voor kunnen zorgen Blijf van ons erf af." Nogal aardig wist de heer Pierson aan te wijzen, dat de „historische lijn" nooit van die uitnoodigingen gekend had, althans niet bg gelijksoortige ge beurtenissen, ook niet onder het Kabinet van „het Christelijk bewustzijn". Maar 'tis met de historische iyn, zooals wglen Haffmans zei: „Ik hou allemachtig veel van de historische lijn, nl. als de historische lijn wil wat ik wil." Zoo ook de heer Brummelkamp, die een preekje leverde om zgn geestverwant te steu nen, en die, toen de historische lgn aan 's nee- ren Donners hand ontglipt was, dan maar tegen die lgn in wilde gaan." Het eenige, wat de heer Donner, zeker niet tot zijn genoegen, uitlokte door zijn interpel latie, was een ontboezeming van den heer Troelstra, die even veel recht had van zgn meening te doen blgken over de inhuldiging der koningin als de interpellant. Wij moeten hierop even wgzen, omdat het Donderdag ons gezonden telegram niet duidelgk was. De heer Troelstra mengde zich ook in het debat. Natuuriyk stond hij aan de zijde der regeering, maar hij had een staatsrechtelijk verschilpunt ontdekt, omdat de regeering, in deze in overeenstemming met den interpellant, de inhuldiging een belangrijke, indrukwekkende gebeurtenis had geacht. Hij nu vond dit feit Zoo leien wy in het verslag in Het Vad. In ancLre bladen komt die opmerking van den premier niet voor. De vraag rest of de Koning dit deed op eigen gezag. Men zou anders zeggen dat Z. M. toch ook de regeeiing vertegenwoordigt. De Handelingen sollen in deze misschien lioht ontsteken» zoo gewichtig niet, althans voor de welvaart van het volk al van heel weinig beteekenis. „Waar hier de „staatsrechtelijke" quaestie schuilt, ontgaat ons ten eenenmale" zegt bovengenoemd blad, „en dat de inhuldiging van directen invloed op de volkswelvaart zal zgn, hebben wy niet hooren beweren. Maar wij zouden willen vragen, of het in 't gezin van den heer Troelstra geen blijde dag zal zyn, die ook tot plechtigen ernst misschien stemt, als de heer des huizes verjaart, zonder dat dit feit nu juist op de welvaart van het gezin van overwegenden invloed is? De leider der parlementaire socialisten heeft van de loffelijke bedoeling van zijn partij getuigd om de feest vierenden niet te hinderenhij ga nog een stapje verder en hindere ook niet de kamer ieder oogenblik met gansch nuttelooze anti- monarchale ontboezemingen." Hierna had eene interpellatie plaats van den afgevaardigde voor Tietjerksteradeel over eene belemmering, door den burgemeester van Hoo- gezand, van eene socialistische vergadering. Ook te Zierikzee, waar hij zelf zou optreden, werd, beweerde bij, door den burgemeester in gelgken geest gehandeld. De minister van binnenlandsche zaken liet het gebeurde te Zierikzee rustentrouwens, daarbg is, meenen wij, geen officieel verbod uitgevaardigd. Er was geen gelegenheid te verkrggen om te sprekenmaar daaraan had de burgemeester geen schuld gehad. Wat het gebeurde te Hoogezand betreft, ook daar is een bepaald verbod niet geschiedalles komt neer op verkeerde opvattingen van her bergiers, waarvan een meende dat de burge meester liever had dat de heer Schaper uit Groningen niet optrad en daarom zijne zaal niet wilde afstaan. Alleen had de burgemeester een latere vergunning aan een derde lokaal houdster, de wed. Nus, ingetrokken, omdat deze, weduwe geworden, die toch niet zon hebben gehouden en omdat er spoedig een ander huurder in 't huis zou komen. Toch erkende de minister dat de burgemeester door die intrekking juist op dat tijdstip den schijn op zich heeft geladen van opzettelijke belem mering en hij verklaarde dat de regeering er tegen is, dat de burgemeesters aldus, zij het ook zijdelings, optreden ook tegen vergaderin gen van parlementair socialistische vereenigin- genen, zooals hij later opmerkte, zeker ook niet alleen van deze. Na deze interpellaties werd een aanvang ge maakt met het gewichtige werkhet ontwerp tot wyziging en aanvulling der militiewet, en wel tot invoering van den persooniyken dienst plicht. Van de daarover gevoerde beraadslagingen gaven wg reeds een kort overzicht. Veel nieuwe gezichtspunten werden daarbij niet geopend. Alleen dienen wij, omdat dit slechts in een deel van ons vorig nommer werd gemeld, te herhalen wat de heer Van Kol sprak ter ver dediging van het standpunt, dat hij tegenover het ontwerp inneemt. Hg begon met de op merking, dat de socialisten in een moeilijk geval ver keer enzy worden geroepen een nieuwen pilaar te helpen zetten onder een gebouw, dat ze liefst geheel willen doen verdwgnen. Zij willen alleen algemeens volkswapening. En wat beoogt men met dit ontwerp vroeg hij. Indirect algemeenen dienstplicht of wat dan? Men weet het niet. De Reg. verbergt baar plannen. Het is noodig die te kennen. Het moet blijken of wij nog meer naar 't militarisme gaan of naar algemeenen weerplicht, waartegen hij geen bezwaar heeft en waarvan hij de voor- deelen in 't licht stelde, uiteen physiek en mo reel oogpunt, voor de geheele mannelijke be volking. Toch is afschaffing van den atkoop van militieplicht boven alles plicht. Het is een bloedbelastingmen koopt 't bloed van den armen jongen om dat van den rijken te sparen. Afkoop van den plicht om 't grondgebied des lands te verdedigen, is onteerend, is een schreeuwend onrecht. Die te doen verdwgnen, is althans plicht. Nog beter is echter verder te gaan en de loting af te schaffende loting voor het offeren van positie en leven is barbaarschhet stelsel van 't blinde lot moet door een vast Btelsel van keuze worden vervangen} de rjjken voorop, dan de middelklasse en de armen en minder gegoeden het laatst; men oefeDe hen voorai buiten de kazerne, hen aan den arbeid over latende. Dat ware de werkeiyke sociale recht vaardigheid het ontwerp doet dit niethet geeft door de regeling v: n het blij vend gedeelte weder voorkeur, gunstbetoon aan de meer ge lijken. En de heer Van Kol wil dat niet. Hy en zijn vrienden willen by al de bepalingen ook wat de vrgstellingen betreft gelijkheidgeen verschil tusschen heeren-soldaten en arbeiders soldaten. Men vergoede ook de schade, die de gezinnen lijden, door den dienst veroorzaakt. Sociale wetten hebben dan ook by den heer Van Kol den voorrang boven dit ontwerp. Dat de katholieke afgevaardigde, de heer Vermeulen, redacteur van De Tijdtegen het ontwerp is, spreekt van zelf. Diens betoog be hoeven wij hier niet mee te deelenzijn be zwaren zijn algemeen bekend. Op verzoek van den voorzitter wordt de kwestie der vrijstellingen besproken bij de desbetreffende artikelen. BEJiOEMDi GEN ENZ. Bij kon. besluit: is benoemd tot ambt. van het O. M. bij de kantongerechten in bet arr. Amsterdam, voor het kanton Amsterdam no 2, ter standplaats Amsterdam, mr J. Bake, advocaat en procu reur te 's Hertogenbosch, tevens werkzaam bij den officier van justitie bij de arr. rechtbank aldaar is benoemd tot notaris binnen het arr. 's Gra- venhage, ter standplaats 's GravenhageA. A. van Straaten, candidaat-notaris aldaar; zgn bij bet rijksarchief in Overgssel benoemd: tot amanuensis J. Geesink, ambtenaar aan het oud-archief der gemeente Zwolle, en tot klerk binder B. A. de Vries, te Hattem is benoemd tot leeraar aan de R. H. B. S. te Assen dr D. Dijken, thans tijdelijk leeraar aan die school. Blijkens resolutie van den minister van financiën, zgn de ambtenaren der invoerrechten en accgnzen gehouden tot de handhaving van de voorschriften betreffende de onzijdigheid van Nederland in den oorlog tusschen Spanje en de Vereenigde Staten van Amerika mede te werken, door aan de officieren of hulp officieren van justitie onmiddellgk kennis te geven van ontdekte pogingen tot overtreding. In afwachting van het optreden van die autoriteiten moeten zg, voor zoover de hun wettelijk ten dienste staande middelen dit toe laten, de verboden uitvoeren zooveel mogelijk vertragen. De staatscommissie, belast met het afnemen van het examen, bedoeld by art. 11 der wet op het notarisambt, zal hare zittingen houden te 's Gravenhage, op Vrijdag 1 Juli e.k. en volgende dagen. Hun, die wenschen tot het examen te worden toegelaten, wordt herinnerd dat zg zich ten minste veertien dagen vóór den aanvang daar van schiftelijk moeten aanmelden bij deD voor zitter der commissie ('s Gravenhage, Nassaulaan no. 21), met opgaaf of zy zich aan het geheele examen dan wel aan éen of meer gedeelten wenschen te onderwerpen en onder overlegging van hunne geboorte-akte. De verzoekschriften moeten op zegel gesteld zyn. Van de ontvangst zal aan de belangheb den vóór den aanvang der zittingen wor den kennis V. d. Veen van Goes zal spreken over Etisch en Gereformeerd, de heer Esselink van Zierikzee over Titus 3 5, de heer Van der Hoorn van Domburg overMag een predikant ook aan politiek doen?; de heer Van der Kooy: de roeping der gemeente tegenover de zending en de heer B. Veenstra van VlissingenZijn wondergaven nog in de gemeente aanwezig? Door de centrale antirevolutionnaire kiesvereeniging te Middelburg zijn als candidaten voor de Provinciale Staten geBteld voor bet kiesdistrict VI ie sin gen de heeren J. Bos en A. Loois, beiden te Vlissingen woonachtig. (Fl. Ct.) - Tot vice-consul van Zweden en Noorwegen te Vlissingen is benoemd de heer J. van Boven, in plaats van den heer Jos van Munster, wien op verzoek eervol ontslag is verleend. Te Borssele vonden een paar arbeiders in het strand een zeehond, die een vermoe delijk gewicht had van 150 pond. Het dier was kort vóór de vangst gedoodbet had twee versche wonden aan den buik. De eigenaars hebben de huid verkocht voor f 1, terwijl zij van de traan nog een aardig winstje maken. Nog is bg het dezer dagen gehouden examen voor commies der posterijen geslaagd de heer I. Emanuel, surnumerair der posteryen en telegraphic te Zierikzee. - Door ingelanden van den polder Mog- gershil is, naar men ons nit St Ann a land schrijft, besloten, in verband met de daarover ontvangen circulaire, aan Ged. Staten mede te deelen, dat zij het billgk achten dat ook de vroonen bijdragen in de kosten van belangryke wegsverbeteriDg. Daar de rekening over 1897/98 sluit met een nadeelig saldo van f 61.38' werd het dijkge- schot verhoogd met f 4 per H.A. en alzoo gebracht op f 14. Op de voordracht ter benoeming van een dijkgraaf, ten gevolge der periodieke aftreding als zoodanig van den heer H. Elenbaas Jbz., werden geplaatst de heeren H. Elenbaas Jbz., N. Kodde en J. van Putte. UIT STAD EN PROVINCIE. Prov. blad no. 60 bevat eene bepaling van den commissaris der Koningin in Zeeland dat het onderzoek van de verlofgangers dei militie te land, aan wie is toegestaan het onder zoek later te ondergaan, zal plaats hebben op 9 December 1898, des voormiddags om 11 uur, op de Koopmansbeurs te Middelburg. Verder wordt verbeterd de opgaaf betrekke lijk de dagsbepaling voor het jaarlijksch onder zoek van de verlofgangers der militie te land, in dien zin dat het onderzoek te Thoien niet Zaterdag maar Vrijdag 10 Juni zal plaats hebben. Uit mededeelingen in de Hollandsche bla den biykt ons, dat Donderdag voor het eerst het sein geheschen is dat storm aankondigt. Dien dag werd een zwarte bal uitgehangen, wat beteekent „wees op uw hoede", en waarvan de strekking is, dat er stoornis in den damp kring te wachten is. Het is waarschijnlijk de oplossing van het feit, dat Woendag te Westkapelle geen stormaankondiging plaats had. Alhier zal den 23en Juni eene confe rentie plaats hebben van predikanten der Gereformeerde kerken in Zeeland. De beer Men schrgft ons uit Terneuzen: Donderdag had op de Markt alhier de uit reiking plaats der eeremedaiiles van de Oranje' Nassau-orde aan de maréchaussées Adam en Van der Waal. Eenige autoriteiten en een vijftigtal man schappen van de brigades uit Zeeland en Noord- Brabant waren bij de plechtigheid tegenwoor dig, terwijl ook vele inwoners onzer gemeente daarvan getuige waren. Alvorens tot de uitreiking over te gaan, hield de luit.-kolonel Prins, commandant der eerste divisie, eene toespraak, waarin hy, aan de ge beurtenis, die tot de eervolle onderscheiding aanleiding had gegeven, herinnerend, deed uit komen hoe de moed en plichtsbetrachting van >emde maréchaussées bij de gevangenne ming van Miloen het gevolg heeft gehad dat de rust in de omstreken van I Jzendgke en Bier vliet is teruggekeerd, waar men vóórdien tyd 'et meer zeker van zijn have en goed was» De spreker herinnerde verder nog aan de betuigingen van sympathie, die de beide maré chaussées van verschillende zgden mochten ondervinden en die ook tot eer strekken van het wapen. De heer Prins achtte zich gelukkig op Zeeuwschen bodem en in een oud Vaderland- sche veste de beide maréchaussées het eere metaal op de borst te kuunen hechten als een erkenning hunner verdiensten. Nadat dit verricht was, wees de luit-kolonel op de belangstelling, door H< M. ten deze aan het leger en het wapen betoond, en stelde by een „leve de Koninginleve de Koningin- sgentes! leve het Huis van Oranje-Nassauin. Natuuriyk werd dit met een driewerf hoera Op de bovenzaal van het Hotel de Commerce had daarna de aanbieding van eerewgn plaats en bleven de manschappen nog eenigen tyd Een bijvoegsel tot de St. Ct. (no. Ill) beVat een staat van de gevallen van besmettelijke veeziekte in Nederland, voorgekomen gedurende de maand April. Daaraan ontleenen wij de vol gende opgave (de cijfers tusschen haakjes dui den het aantal eigenaren aan, onder wier vee de ziekte voorkwam)mond en klauwzeer 475 (44), kwade droes en huidworm bij de eenhoe vige dieren 3 (2), schurft bij de eenhoevige dieren en de schapen 219 (65), vlekziekte by varkens 4 (4), miltvuur by alle vee 23 (22). In de provincie Zeeland kwamen alleen 7 gevallen van mond- en klauwzeer voor en wei te Oosterland.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 1