MIDDELBURGSCHE COURANT.
N0. 112.
141" Jaargang.
1898.
Vrijdag
13 Mei.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en feestdagen.
Frjjf, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland Craneo p.p.,/2.—
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer
Middelburg 12 Mei 8 u. vm. 51 gr. 12 u54 gr.,
tv. 4 u. 48 gr. F. Verw. W. wind, buiig.
Advertentiën voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór één uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Advertentiën20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 1—7 regols 1.50elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent por regel}
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige
voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis
aan het bureau te bekomen.
Agent e n.
Te Zierikzee: A. C. de Moon, te Tholcn: W. A.
VAN NEEUWIKHUIJZEK.
Middelburg 1*2 Mei.
WEDUWEN- EN WEEZEN-PENSIOENEN.
gin, dat gemaakt zal worden, overschieten, be-
hooren zoo spoedig mogelijk hun bestemming
te krijgen. En het „benepen" standpunt der
missarissen voor het fonds behoeft, meent
zij, daarbij niet uitsluitend te heerschen.
Bij de Tweede kamer is verleden week een
wets ontwerp ingekomen, dat een begin maken
wil met de beschikking over de millioenen,
die over blijken te zijn in het in 1890 door
den staat gestichte pensioenfonds voor wedu
wen en weezen der ambtenaren, die, in den zin
der burgerlijke pensioenwet, burgerlijke ambte
naren zijn. De kamer oordeelde destijds, dat
de pensioneering uitgestrekt moest worden
tot alle weduwen en weezen van hoever
zij ook mochten over zijn. Maar met
deze beperking, dat de weduwen en wee
zen van vóór of op 10 December 1888
overleden, gepensionneerde of op wachtgeld
gestelde ambtenaren niet meer dan 2/3 zou
den genieten van het bedrag, waarop zij aan
spraak zouden hebben gehad, als hun man of
vader hun was komen te ontvallen na de in
voering der wet. Wel beschouwd was er, naar
de Prov. Gron. Ct. in een artikel „Een goed
begin" aanmerkt, voor dit onderscheid geen
grond. Yrees voor te zware belasting van het
fonds leidde tot den voorzichtigheidsmaatregel.
Die vrees ia ijdel gebleken. Daarom stelt de
regeering nu voor gelijkstelling in ieder opzicht
van de weduwen en weezen van vóór 1888 met
do latere lotgenooten. Dit heeft natuurlijk
haast, daar het hier voor verreweg het groot
ete gedeelte geldt bejaarde personen.
Maar de Prov. Gron. Crt., dit ontwerp toe
juichende, merkt aan, dat er alle gelegenheid
is om op dit goed begin nog meer stappen te
laten volgen. Immers, er is een overschot vat
negen millioen en de voorgestelde maatregel
wordt geschat op een kapitaalswaarde van
f 1.790.412.
De minister van financiën zegt spoedige
regeling van de bestemming van het groote
saldo toe en verzekert daarbij, dat de kwestie
„min of meer in verband staat met vragen
omtrent toekenning van aanspraak op pensioen,
die nog in onderzoek zijn." Genoemd blad zou
gaarne in die verklaring een bedekte aanwijzing
lezen, dat ernstig gedacht wordt aan de verwe
zenlijking van het denkbeeld van den heer
Veegens, die van de millioenen, in het pensioen
fonds voor weduwen en weezen van burgerlijke
ambtenaren opgestapeld, een deel wil bestemmen
voor de pensioneering van onderwijzers-weduwen
en weezen. Op de vraag of dit geoorloofd is
heeft hij met, naar het oordeel van het Gro-
ningsche blad, klemmende redenen bevestigend
geantwoord. In zedelijken en rechtskundigen
zin mag, meent ook zij, op dit oogenblik de
Staat met volkomen vrijheid de bestemming
van het saldo aanwijzen, nu in 1890 tegenover
de ambtenaren in ieder opzicht rechtvaardig
heid is betracht en nu uit de omzichtige wijze,
waarop de wetgever in 1890 is te werk gegaan,
het nieuwe overschot ontstaan is.
Het bestuur van het pensioenfonds is ten
deze echter van een andere meening, zoo
merkt de Opr. Haarl. Crt. op. Het is nl. van
oordeel, dat, bij de beschikking over meerge
meld overschot, op den voorgrond staan moet,
dat het uitsluitend worde bestemd voor
maatregelen in het belang der weduwen en
weezen van hen uit wier bijdragen het fonds
is ontsproten. Onze lezers zullen zich mis
schien wel herinneren, dat het pensioenfonds
voor weduwen en weezen der burgerlijke
ambtenaren in 1890 is gesticht, nadat een
halve eeuw lang door die ambtenaren veel
meer bleek te zijn bijgedragen voor hun eigen
pensioen dan tot bestrijding noodig was, ter
wijl de wetgever blijkbaar gewild had, dat ook
de staat in de pensioenkosten zou bijdragen.
Van daar, dat het overschot aangewezen werd
vooreen pensioenfondsten bate hunner weduwen
en weezen. Van daar nu natuurlijk ook de
meening van het bestuur van het pensioenfonds,
dat het thans weder opnieuw zich voordoend
overschot altijd uitsluitend ten bate van de
weduwen en weezen dier ambtenaren moet
worden aangewend.
Maar, gelijk gezegd, de Prov. Gr. Ct is het
met den heer Veegens eens, die er ook de
weduwen en weezen der openbare onderwijzers
in wil doen deelen. Zij vindt de opvatting
van het bestuur angstvallig beperkt en hoopt
gelijk wij zagen, dat de regeering in haar geest
zal handelen. Men moet zicb, zegt zij, niet te
spoedig aan illusies overgegeven. Maar
men de zooeven vermelde schriftelijke uiting
van den premier beschouwt in verband met
den uitroep van den minister van binnenland
sche zaken bij de behandeling der begrooting
voor 1898, «dat de zaak der onderwijzers
weduwen- en weezenpensioneering beter staat
dan ooit te voren," dan schijnt het haar toe,
dat het voor hen begint te dagen.
In elk geval, zoo besluit zij, de millioenen,
die ook nog na dé voltooiing van het goede be
BMOEMDTGM MZ.
In de St. Crt is opgenomen een bericht van
den consul-generaal te Londen, betreffende eene
vermindering van de rechten op tabak bij
invoer in het Vereenigd Koninkrijk.
De gewone audiëntie van den minister van
binnenlandsche zaken zal a. Zaterdag niet
.ts hebben.
Persoonlijke dienstplicht.
De heer Van Kol heeft een amendement in
gediend op het wetsontwerp tot invoering van
den persoonlijken dienstplicht, strekkende om
in art. 1 van dat wetsontwerp bedoelde
wijziging van art. 124 der wet op de Nationale
militie zoodanig te lezen dat de bij die wijzi
ging toegestane onderlinge nummerverwisseling
tusschen manschappen van hetzelfde corps
vervalt.
De heer Troelstra heeft een amendement
voorgesteld, waarvan de bedoeling is om de
looDtabel van art. 1 der kieswet, doch ver
minderd met 1/5 van de daarin vermelde be
dragen, bij de wet tot invoering van den per
soonlijken dienstplicht te voegen om als maat
staf te dienen bij de verleening van onthef
fing van den werkelijken dienst in het geval
van onmisbaarheid in het gezin van den inge
lijfde bij de militie.
T WE KHG HAiVER,
A M B O I N A.
Te Ambon kwam, volgens een particulier
schrijven van daar aan de Soer. Crt, den 26en
Maart weder een vrij hevige aardschok voor,
zoodat alles wat in de kasten stond rinkelde.
Den volgenden avond een lichtere schok en
zoo gaat het maar door. Telkens voelt men
zoo luidt het in dien brief dat de grond
niet tot rust is gekomen. De beweging is
steeds verticaal. Volgens het oordeel van de
deskundige commissie, die den toestand van
Ambon heeft te onderzoeken, is de toekomst
voor die plaats zeer duister.
De heer Verbeek zegt, dat binnen korter of
langer tijd, maar zeker binnen vier jaar weer
een schok, minstens even hevig als die van 6
Januari, zal voorkomen.
Men houdt de werking niet voor vulkanisch.
De schokken zijn te verklaren door een ver
zakking van den bovenkorst van Wainitoetot
Passo, zoodat Ambon daar juist den last
heeft. Het schijnt, dat de koraalformatie, waarop
Ambon rust, van onderen verweerd is, zoodat
die afbrokkelt en dat au een scheur of gleuf
ontstaan is vlak onder de stad. Telkens wanneer
nieuw stuk afbreekt voelt men den schok.
Vandaar, dat de beweging steeds verticaal is.
De aardkorst onder Ambon wordt dus natuur
lijk hoe langer hoe dunner, zoodat het niet
onmogelijk wordt geacht, dat heel Ambon op
eens in de diepte zakt. Meestal wordt men
vooraf gewaarschuwd, wanneer weer een schok
zal voorkomen, door een geluid als een doffe
plons, alsof in de verte een zwaar voorwerp
in bet water wordt geworpen; daarop volgde
dan de schok, die heviger of minder hevig is
naarmate de plons meer of minder hard was
De meeste huizen zijn nog ruïnes. Aan het
wederopbouwen van het residentie- en het
postkantoor is men druk bezig.
Wat de arme inboorlingen moeten beginnen,
als dat werk is afgeloopen, weet niemand".
UIT STAD EN PROVINCIE.
Met intrekking van zijne verplaatsing
naar Ossendrecht, is de kommies 3e klasse H.
Eijke met ingang van 16 Februari a. s. van
Aardenburg verplaatst naar Roosendaal
(velddienst.)
De Nieuwe kerk der Ned. herv. gemeente
te Middelburg is sedert 2 Mei 11. wegens
werkzaamheden tot nadere aankondiging ge
sloten. Die werkzaamheden bestaan in het
voorzien in de verzakking van den vloer en
het witten en schoonmaken van het inwendige
van het gebouw.
Het eerstgenoemde werk wordt uitgevoerd
door de firma M. K. Jeras en Zn en, na afloop
daarvan, het tweede door de firma H. P. van
de Ree en Zn, beiden alhier.
De minister van marine heeft, met ingang
van 15 Mei, benoemd tot hulpbinnenloods, ter
standplaats Vlissingen, den varensgezel
D. Stemmer.
Door de anti-revolutionnaire kiesvereeni-
ging te Vlissingen zijn, volgens De Z.,
tot voorloopige candidaten bij de aanstaande
verkiezing van leden der Provinciale staten
gekozen de heeren H. J. van der Meer en J. Bos.
De heer Bos werd ook in 1895 candidaat ge
steld en kwam toen in herstemming met den
heer C. L. van Woelderen.
Toen werd de heer Van Woelderen gekozen
met 1874 stemmen, tegen 1679 op den heer Bos.
Bij de eerste stemming waren op den heer
Van Woelderen 1675 en op den heer Bos 1734
stemmen uitgebracht.
Zooals nog in een deel van ons vorig
nommer ia medegedeeld, ontvingen wij Woens
dag namiddag telegraphisch bericht uit West-
kap el le, dat de ijzeren tjalk Gijsbertje, schip
per Timmermans, van Woudrichem, tegen den
dijk zat en verloren was, terwijl de Vrouw
Adriana, schipper Lanser van SHedrecht, op
het strand zat, echter niet gevaarlijk.
Daaromtrent schrijft men ons nader
Die ongevallen zijn veroorzaakt door den
harden wind, die veel op een storm geleek.
En wij hadden dien niet verwachtvolgens
aankondiging toch zou daarvan kennis gege
ven worden aan de kustwachten.
Nu kan men over de verwachting in gevoe
len verschillen, en men op het Metereologisch
instituut geen storm hebben tegemoet gezien.
Heden (Donderdag) morgen, toen het hier veel
kalmer was dan gisteren, werd bet sein uit
gehangen dat de schipperij op zijn hoede moest
zijn, want dat storm werd verwacht.
Hoe het zij: Woensdag hadden genoemde
schippers hunne plaatsen ingenomen en waren
zij begonnen met lossen. Schipper Timmermans
had in zijn ijzeren aakschip een lading steen
kolen. Het schip is van 1896 en verzekerd
voor f 7000. Het zit nog hoog op desteenen
en is zwaar lek.
De Vrouw Adriana had een lading rijshout
gelost ten zuiden van Weatkapelle. Het schip
is op het strand geslagen en zit onder de
duinen; het heeft weinig geleden. Het moet
maar verzekerd zijn tot Vlissingen, niet voor
de reis naar Westkapelle.
Een boei, „Oostgat 2", met ketting, dreef
voor den dijk en is naar boven gesleept door
een ploeg volk.
In de Dinsdagavond door de liberale
kiesvereeniging Noordgouwe-Kerkwerve
gehouden vergadering werden de drie aftredende
leden der Provinciale Staten, de heeren B. G.
van der Have te Ouwerkerk, mr A. J. F.
Fokker en mr J. C. van de Lek de Clercq te
Zierikzee met algemeene stemmen gecandideerd.
Vooraf was door den secretaris-penningmeester,
den heer A. Prince, de rekening overgelegd
en werd deze als zoodanig herkozen.
Daarna werd nog besloten de verspreiding
van enkele exemplaren van den Nederlandschen
Werkman als propagandamiddel met 1 Juli te
hervatten.
Tot afgevaardigden ter Centrale vergadering
te Zierikzee op 26 Mei a. werden aangewezen
de heeren F. van den Bout Az., A. A. Vis en
J. C. L. Wortman.
Dinsdag middag tegen twaalf uur bracht
een hollend paar van den heer G., onder Haam
stede, een bezoek aan Ren esse. Het was
tusschen Noordwelle en Haamstede op hol ge
gaan en over laatst genoemde gemeente naar
huis gerenddoch, daar alle hekken gesloten
vindend, vervolgde het zijn weg naar Renesse.
Hier rende het een paar maal rond, viel tegen
een ijzeren hek, zoodat dit geheel verbogen op
den grond kwam, sloeg den weg naar de dui
nen in, liep langs den noordkant en kwam
eindelijk onder Scharendijke in water of mod
der terecht, zoodat het daar zijn tocht moest
eindigen.
Gelukkig was de school nog niet uit, zoodat
er weinig kinderen buiten liepen. Nu liep het
dier rakelings langs een jongetje van twee jaar,
dat in het gras speelde.
De gemeenteraad van IJzendijke nam
jl. Woensdag dan eindelijk een besluit in de
bekende zaak der subsidie aan het muziekge
zelschap Geduld overwint. Een voorstel om dit
f 150 te geven werd met 4 tegen 3 stemmen
verworpen.
Van den heer Carpreau was een voorstel
ingekomen, om ter gelegenheid vanhetKonin-
ginnefeest een muziektempel op te richten en
daarvoor een premieleeniDg te sluiten. In
principe werd daartoe besloten en de voorsteller
uitgenoodigd zijn plan nader te ontwikkelen.
Het schijnt in diens bedoeling te liggen aan-
deelen van f 5 tot een bedrag van f 2000 uit
te geven, met eene bepaalde jaarlijksche aflos
sing en met premiën.
Méér dan een aandeel zou niet mogen wor
den genomen, ten einde de deelneming algemeen
te kunnen doen zijnGaat het plan door,
waaraan, volgens onzen berichtgever, sterk
getwijfeld wordt, dan zal er een muziektempel
zijn en misschien geen muzikanten.
Tot marktmeester werd met algemeene
stemmen de gemeente-veldwachter P. Loof
benoemd en aan de weduwe van den vorigen
veldwachter toegestaan het beursgebouw
bljjven onderhouden en Bchoonmaken op een
salaris van f 30. De jaarwedden van de
grafdelvers op het Katholieke- en Protestant-
sche kerkhof werden respectievelijk bepaald op
40 en 25, berekend naar de laatste tien
jaren.
HET NUT.
Onder voorzitterschap van den heer L. K.
van der Harst JJz. werd Woensdag avond, in
een der lokalen van de sociëteit Dn Vergenoe
ging alhier, eene vergadering gehouden van
het departement Middelburg der Maatschappij
tot Nut van t Algemeen.
Als altijd was de opkomst der leden niet groot.
Na lezing en goedkeuring der notulen van
de vorige bijeenkomst, deelde de voorzitter
mede, dat door het gemeentebestuur voor liet
badhuis de aansluiting op het gemeente-riool
is goedgekeurd en dat, zooals door ons reeds
is gemeld, het bouwen van het badhuis ouder
de hand is aanbesteed aan de firma W. van
Uije Zoon voor een som van f 11.420.
Vervolgens geschiedde overlegging van in
gekomen stukken.
Daarna werd door den voorzitter medegedeeld,
dat over de voor het badhuis toegezegde gel
den zal worden beschikt in Augustus of Sep
tember en dat de rente zal ingaan 1 October 1898.
De gelden, voor den kookcursus beschikbaar
gesteld, zijn geïndeen leerares is gevonden en
eerstdaags zullen pogingen worden aangewend
om een geschikte lokaliteit te verkrijgen.
Goedgekeurd werd de rekening en verant
woording der commissie voor de volksbiblio
theek, in ontvangst en uitgaaf bedragende
f 173.29* met een voordeelig saldo van f 77.195,
en die van de commissie voor de bewaarscholen,
in ontvangst ad f 2862.40* en uitgaaf ad
f 3037.47, zoodatdeze rekening een nadeelig
slot oplevert van f 175.36*.
Hierna hadden eenige benoemingen plaats.
Eerstens van een bestuurslid, vacature J.
Jansen, waarvoor werden aanbevolen de heeren
J. Jansen en C. L. van Woelderen. Eerstge
noemde werd met 6 stemmen herbenoemdeen
stem was op den heer Van Woelderen uitge
bracht.
In de tweede plaats van een lid in de com
missie voor de bewaarscholen, vacature J. A.
Frederiks. Benoemd werd, van de aanbevolen
heeren H. P. van de Ree en M. G. Bufiason,
eerstgenoemde met algemeene stemmen.
In de derde plaats van een lid in de com
missie voor de volksbibliotheek, vacature D.
Jeras, waarvoor aanbevolen werden de heeren
L. Vogel en B. Neelmeijer. Eerstgenoemde
werd met algemeene stemmen benoemd.
In de vierde plaats van een afgevaardigde en
een plaatsvervangend afgevaardigde ter alge
meene vergadering.
Daarvoor werden aanbevolen de heeren J.
A. Altorffer, mr F. N. van der Bilt, mr S.
Gratama Hz., T. Kielstra en H. Snijders.
Nadat laatstgenoemde verzocht had op hem
geen stemmen uit te brengen, werden met al
gemeene stemmen benoemd tot afgevaardigde
de heer J. A. Altorffer en tot plaatsvervangend
afgevaardigde de heer mr F. N. van der Bilt.
Aan het bestunr werd machtiging verleend
om, indien een dezer beide heeren verhinderd
mocht zijn, een ander der aanbevolenen aan te
wijzen.
Eindelijk werden de punten van beschrijving
ter algemeene vergadering besproken.
Ten slotte werd nog mededeeling gedaan van
een schrijven van het bestuur van het fonds
voor het onderwijs aan schipperskinderen. Voor
eene bijdrage van de leden van het Nut be
veelt het fonds zich aan.
Hierna werd de vergadering gesloten.
Adres wetsontwerp op den leerplicht.
Het door het hoofdbestuur der Maatschappij
tot bevordering van landbouw en veeteelt, dt. 5
Mei bij de Tweede kamer ingediende adres
luidt als volgt
„Geeft met verschuldigden eerbied te kennen
het hoofdbestuur der Maatschappij tot bevor
dering van landbouw en veeteelt in Zeeland, dat
het, kennis genomea hebbende van het wets
ontwerp, rakende de invoering van Leerplicht
daarin eene bepaling heeft gevonden waarin de
bevoegdheid wordt verleend om aan de leer
lingen boven 9jarigen leeftijd, die verplicht zijn
de school te bezoeken, verlof te geven, gedu
rende zes weken, wegens werkzaamheden in of
voor de bedrijven van landbouw enz. de school
te verzuimen
dat in eene vergadering van het hoofdbestuur
onzer Maatschappij, op welke vergadering de
vertegenwoordigers van alle afdeelingen aan
wezig waren, deze bepaling is ter sprake ge
bracht en men algemeen van gevoelen was,
dat zij uiterst nadeelig zou werken op het
onderwijs te plattelande, waarvan nu reeds
over het algemeen de resultaten niet zeer
schitterend zijn;
dat toch, tengevolge van deze bepaling, ge
durende den oogsttijd de werkzaamheden op
bet veld de meeste scholen te plattelande voor
de helft zullen ontvolken, zoodat, wanneer met
overblijvende leerlingen het onderwijs ge
wordt voortgezet, na den terugkeer van
die de school verzuimden, alle klassikaal
onderwijs voor dat jaar onmogelijk zal zijn
geworden; terwijl, wanneer aan de over
blijvende leerlingen zoodanig onderwijs gege
ven wordt, dat zij met de teruggekeerde leer
lingen geschikt dezelfde klasse kunnen blijven
vormen, het onderwijs gedurende die zes weken
van terugwerkende kracht is geweest, omdat
de resultaten gelijken tred hebben gehouden
met die, welke verkregen worden, door kinde
ren geen onderwijs te doen genieten
dat om bovenstaande overweging de verga
dering tot het besluit is gekomen, dat het zeer
geweuscht zou zijn, de besproken bepalingen
te wijzigen en te vervangen door
„Op alle scholen te plattelande wordt
aan de leerlingen van de hoogste drie
klassen zes achtereenvolgende weken va-
cantie gegeven
het tijdstip der vacantie wordt geregeld
door den gemeenteraad in overleg met
den district8-schooIopziener"
dat door de vergadering een ander bezwaar
werd te berde gebracht tegen den leeftijd van
13 jaar, omdat kinderen van 12 jaar op het
platteland reeds vele loonende diensten kunnen
bewijzen, die, bij de doorgaans geringe verdien
sten der ouders, niet uit het o >g mogen wor
den verlorenwant daar, waar het hoofd van
het huisgezin slechts bij uitzondering een
eenigszins voldoend loon verdienen kan, zijn
bijverdiensten van een kind, al bedragen die
slechts f 1 per week, niet onverschillig, en
deze som en meer kan door 12-jarige kinderen
worden verdiend door het inleggen van boonen
en aardappels, door wieden, aren lezen, aard
appels rapen en vooral en dat is een hoofd
punt door op jongere broeders en zusters
te passen, opdat dan niet alleen de vader,
maar ook de moeder, beiden aan den arbeid
kunnen zijn waarom dan ook door de ver
gadering de wensch werd uitgedrukt
„dat de dertienjarige leeftijd zou vervan
gen worden door eenen twaalfjarigen, ten
minste voor de scholen te plattelande";
dat eindelijk als derde pant besproken werd
het „herhalingsonderwijs", dat te plattelande
bijna overal zeer veel te wenschen overlaat en
het verplichtend stellen van 12-16-
jarigen leeftijd, en wel bijvoorbeeld gedurende
de vier wintermaanden iedere week 8 uur, der
vergadering hoogst noodig voorkwam, omdat
door een kind gemakkelijk wordt vergeten, wat
het op 12jarigen leeftijd kent en niet onder
houden wordt, terwijl het nooit vergeten zal,
wat het van 1216jarigen leeftijd herhaalt en
bijleert; terwijl nog bovendien het verplicht
herhalingsonderwijs met vreugde door de oudera
zou worden begroet, omdat deze niets liever
verlangen, dan dat hunne kinderen gedurende
den winter geregeld onderwijs genieten, waar
nu de tijd in de winteravonden door vele
jongens gewoonlijk op den openbaren weg
wordt doorgebracht;
waarom het hoofdbestuur zich tot
uwe vergadering wendt met het verzoek in het
wetsontwerp op den leerplicht tijdens de be
handeling de veranderingen en wijzigingen te
willen aanbrengen, welke in bet voorgaande
zijn aangegeven en die voor de bewoners van
het platteland noodzakelijk zijn en ook door
hen geweuscht worden.
't Welk doende, enz.
jameantaraad van Middelburg.
Zitting van (Woensdag) middag te 3 uren.
(Slot.)
Voorzitter de beer W. J. Sprengen Da
lurgemeester is
Tegenwoordig
uitland ig.
'egenwoordig alle leden.
Bij de verdere bespreking van het voorstel
van burg. en wetb. tot wijziging en aanvulling
der verordeningen) regelende het lager onder"
wijs, waarvan de strekking reeds werd mede*
gedeeld, wijst de heer Den Bouwmeester er nog op
dat men, met betrekking tot de uitbreiding
van het onderwijzend personeel aan school
B, wel spreekt van een tijdeljjken maat
regel maar dat de practijk zal loeren dat do
abnormale toestand van thans een normala
blijft en dat door uitbreiding van het perso
neel het hoofd feitelijk een controleerend hoofd
wordt.
De heer Van Dunné meent dat, wanneer men
bepaalt dat de uitbreiding zal bestendigd blij
ven zoolang aan de school meer dan acht
klassen zijn, dit bezwaar wordt weggenomen.
De heer Gratama meent ook dat, door het
voorstel van burg. en weth. aan te nemen, het
hoofd van school B wel degelijk een contro-
leeiend hoofd wordt, wat indruischt tegen het
indertijd genomen raadsbesluit.
De heer De Stoppelaar kan zich alleen met
bet voorstel tot uitbreiding van het onderwij
zend personeel vereenigen indien hij de verze
kering ontvangt dat de maatregel slechts tij
delijk zal zijn.
De heer Brevet betwist de meening dat het
hoofd van school B, indien het personeel wordt
vermeerderd, een controleerend hoofd zoo wor»