MIDIIELItl ItlïSdlIR COURANT. N°. 107. 141e Jaargang. 1898. Zaterdag 7 Mei. Deae courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prgs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., f 2. Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer Middelburg 6 Mei 8 u. vm. 46 gr. 12 u 53 gr., av. 4 a.52 gr. F. Verw. N. wind, buiig weder. Advertentiên voor het eerstvolgend nummer moeten deB middags vóór één unr aan het bureau bezorgd zijn. Advertentiên: 20 cent per regel. Geboorte- dood- en .alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.50 elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per reget* Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiên bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis aan het bureau te bekomen. Agenten. Te Zierikzee: A. C. de Moou, te Tholen: W. A. VAN Nieuwbshüijzen Middelburg 6 Mei. BMOEMOGM MZ. Bij kon. besluit: is benoemd tot hoofdopzichter over rechts- gebouwen, gevangenissen en rijksopvoedings gestichten J. J. van Schuylenburg, thans op zichter is de heer D. J. Vrijdag, arts, benoemd tot officier van gezondheid 2de kl. bij de zeemacht; zijn benoemd bij het pers. van den geneesk. dienst der landmacht, tot officier van gezondh. 2de kl. de burgergeneesknndige (artsen) G-. Hoogeboom, E. S. J. M. A. Fraser, T. J. Jaski, G. A. W. F. Losecaat van Nouhnis en A. F. Heyl is de kapitein H. J. Iwes, van het late reg. inf., op pensioen gesteld ad f 1429 's jaars is benoemd bij bet pers. van den geneesk. dienst der landmacht, tot officier van gezondh. lste kl., de officier van gezondh. 2de kl. dr J. A. Romeyn, van dat personeel; is de O.-I. ambtenaar met verlof W. M. H. van Scbmid, laatstelijk assistent-resident der XIII en IX kota's (Padangsche Bovenlanden) op zijn verzoek, wegens physieke ongeschikt heid, eervol uit 's lands dienst ontslagen, met toekenning van pensioen; is aan den heer mr A. G. N. Swart, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend uit zijne be trekking van adj .-commies bij het dep. van koloniën zijn de heeren dr A. Worster en dr F. C. W. Ihlow, tijdelijk, d. i. voor den tijd van vijf jaren, benoemd en aangesteld tot officier van gezondh. 2e kl. bij het leger in N.-I. Wijl het mogelijk is dat gevallen van pest in het rijk zouden voorkomen tengevolge van het epidemisch heerschen van die ziekte in Britsch-Indië en het voorkomen van die ziekte te Djeddah, is de wet van 4 Dec. 1872 (Stbl. no. 134) tot voorziening tegen besmettelijke ziekten, van toepassing verklaard op de pest. Ter vervanging van den luit. ter zee le kl. C. A. Dominions, is als le officier aan boord van het wachtschip te Amsterdam op getreden de luit. ter zee le kl. A. H. F. M. Latour. De voorzitter deelde mede, dat bericht is in gekomen van den heer I. G. de la Fontaine Verwey, dat hem tot 15 Juli a. s- vergunning is verleend om met zijn betrekking van leeraar bij het M. O. te Bergen op Zoom die te Goes waar te nemen en dat hij 21 April in functie Als leden van het stembureau voor de ver kiezingen voor de Provinciale Staten werden benoemd de heeren mr W. Dicke en I. Buijse, als hunne plaatsvervangers de heeren W. N. G. Coenen en J. F. van der Leeuw, als vierde lid de heer S. van der Peijl en ala diens plaatsvervanger de heer J. J. Ochtman. De firma wed. J. C. Massee Zn wenscht haar pakhuis aan de Boudewijnde Wittestraat te vergrooten en verzocht den raad haar daar voor grond af te staan. Burg. en weth. adviseerden afwijzend daarop te beschikken, aangezien door het plaatsen van gebouwen aan die zijde der stad de toegang zou worden bedorven en het plantsoen aldaar ÜIT STAD EN PROVINCIE. In den kunsthandel van den heer F. B. den Boer alhier is dezer dagen tentoonge steld een portret van H. M. de koningin, in volledig kroningsornaat ten voete uit in Photo chromolithographie, naar eene schilderij van mej. Therèse Schwartze. Onder de talrijke portretten, die voortdurend van onze koningin in den handel komen, mee- nen wij dat dit in het bijzonder de aandacht verdient, omdat het een schitterend pleidooi levert voor de merkwaardige hoogte, waarop de kleurdrukkunst in ons land is gestegen. Het gansche beeld ziet er bekoorlijk uit en staat krachtig tegen den dofroodea grond; de kleuren zijn harmonieus en de stoffen goed uitgedrukt. Bovendien is de helderheid en het smedige der vleeschkleur zóo wel nagebootst, dat ze het glansrijke palet onzer gevierde portrettiste verraden. Het portret met zeer fraaie lijst wordt tot billijken prijs verkrijgbaar gesteld en mag een sieraad heeten zoowel voor vergaderzalen als voor andere vertrekken van voldoende afmeting. Met de tijdelijke waarneming van het ontvangkantoor der directe belastingen en accijnzen te Hardenberg is belast de heer J. HeQt, kommies-verificateur 2e cat. te VI is- Na ampele discussie, waarbij de heeren Quist, Vau der Peijl, Coenen, Van der Leeuw, M. de Jonge Jz. zich tegen het voorstel verklaarden en de heeren Ochtman, Lenshoek en J. J. Ramondt dit verdedigden, werd het verzoek ingewilligd met 8 tegen 4 stemmen (die der wethouders en de heeren Ochtman en Mulock Houwer.) Naar aanleiding eener bemerking van Ged. Staten werd het raadsbesluit van uitgifte van grond in erfpacht aan J. en W. Brouwer in zooverre gewijzigd, dat bij niet of onvolledige nakoming der voorwaarden de raad, in plaats van burg. en weth., in deze zal moeten be slissen. Voorts werd het gasthuisbestuur gemachtigd, tot vereffening barer administratie, de begrooting voor 1897 te wijzigen, aan den heer D. D. van den Bout een kwartaal schoolgeld kwijt gescholden voor zijn pupil W. Bouwens, omdat die de school heeft verlaten, en aan mevrouw Van Campen-Hannink, wegens vertrek, terug gave van f 12.79 hoofdelijken omslag. Voor de behandeling van het laatste punt der agenda: Vaststelling van het kohier van den H. O. werd de vergadering geschorst en alleen wêer heropend om deze te sluiten. Een houthandelaar van 'sGravenpol der werd Maandagavond door een boomwagen in de haven van Breskens geworpen, waaruit hij, gewond en bewusteloos, met veel moeite op het droge werd gebracht. Aan zijn hoofd kreeg hij eene diepe wonde en aan zijn linker- eenige kwetsuren. De arts van Groede veibond hem, waarop hij den volgenden dag naar zijne woonplaats kon wederkeeren. Ingevolge kon. besluit wordt Hr Ms pant- Bsrdekschip Zeeland met 1 Juni a.s. te Vlis- si ngen in dienst gesteld. Het bevel over dat schip is opgedragen aan den kapitein ter zee A. G. Ellis. Voorts worden met gemelden datum aan boord van genoemden bodem geplaatstde kap. luit. ter zee W. J. de Bruyne, als eerste-off. de luits t/z. le kl. E. W. Pfeiffer en F. J. Goed koop; de luits t/z. 2e kl. G. L. d'Abo, F. W. J- Groeneboom, A. H. van Deur sen en H. J. Al barda; de adelb. le kl. H. J. Pek, jhr P. A. Prins, C. C. Kayser, J. A. Jager, F. F. van der Ven, A. H. van der Meracb, A. Rombach. E. J. Langelaan en H. C. Louwersede eerste- luit. der mariniers W. J. Bernelot Moens; de off. van gez. le kl. dr C. J. de Bruyn Kops de off. van adm. le kl. A. A. J. Schilt; d< gdj.-adm. P. A. Snellen van Vollenhoven en de off.-machinist 2e kl. J. Maandag. Te G o es hield Donderdag avond de ge meenteraad eene zitting onder voorzitterschap van den heer J. J, Ramondt, oudsten wet houder. De burgemeester was afwezig. Tegen woordig waren 13 leden. In de Donderdagavond door de Kamer van koophandel en fabrieken te Ternenzen >uden vergadering werd geklaagd over de weinige bekendheid van de afvaarturen der Provinciale booten op de Wester-Schelde en betreurd dat deze niet meer, zooals vroeger, in de meest gelezen bladen werden geadver teerd, daar de uitgegeven aanplakbiljetten geen voldoende bekendheid aan de dienstregeling geven. Ter gelegenertijd zal de Kamer pogin gen aanwenden, om daarin verbetering te ver kregen. Met algemeens stemmen verklaarde de Kamer in te stemmen met de motie van 's Bosch, be treffende het ontwerp tot reorganisatie der Kamers van koophandel en werd de voorzitter afgevaardigd naar de op Zaterdag te Amster- te houden algemeene vergadering der af gevaardigden, waar ook de kamers van Mid delburg en Vlissingen zullen vertegen woordigd zijn. ONDERWIJS. De commissie van toezicht op het lager onderwijs alhier heeft haar gewoon verslag over het afgeloopen jaar aan den gemeenteraad brachten leertijd werden toegekend opschool A aan 12 m en 14 j B aan 6 m. en 10 j., C aan 14 m. en 1G j., E aan 18 j., G aan 4 m., H aan 9 m. en 13 j. en I aan 9 m. en 12 j. 8 leerlingen van school T> werden tot school G toegelaten. Omtrent de herhalingsklassen, verhonden aan school B, meldt bet verslag het volgende: a. In de daartoe Bestemde lokalen van die school ontvingen 18 meisjes en 27 jongens onderwijs. Het getuigschrift na afloop van den 2-jarigen cursus werd uitgereikt aau 7 jongens en 4 In het Burgerweeshuis(Molenwater) volg den 9 vrouwelijke en 1 mannelijke leerling de en. 10 vrouwelijke en 8 mannelijke leerlin gen woonden in het Armweeshuis op de Hee rengracht de lessen bij. De dames-commissie, ingesteld teneinde hij het toezicht op het onderwijs in de handwer ken haar bijstand te verleenen, deelt mede dat het nieuw leerplan door haar met de onder wijzeressen opgemaakt, blijkens inlichtingen der onderwijzeressen, gunstige resultaten heeft opgeleverd. Het examen, bedoeld bij art. 11 der wet op het notarisambt, zal voor het jaar 1898 aanvangen op Vrijdag 1 Juli e.k. en worden gehouden te 's Gravenhage. Tot lid en voorzitter is benoemd mr A. Telders, raadsheer in den Hoogen Raad der Nederlanden. Wij verwijzen verder naar de Staatscourant van heden (Vrijdag 6 Mei). RECHTSZAKEN. Arrondissements-Rechtbank te Middelburg. Daarin wijst de commissie erop dat de school spaarbanken weder hoogst nuttig werkzaam waren. Het saldo op de scholen B, H en I (onver- mogenden) bedroeg te zamen f 1239,88 tegen f 1246.99 in het vorige jaardat der scholen A en C (minvermogenden) respectievelijk 2289.55s en f 2077.12. Het getal leerlingen op de openbare scholen bedroeg op 31 Dec. 1897 1013 m. en 899 vr. tegen 1001 en 891 in 1896dat op de bij zondere scholen 325 en 453 tegen 332 en 465. Bedroeg het aantal leerlingen, zonder mede te rekenen die van het toen nog bestaande instituut van dhr. Van Linschoten, op 31 De cember 1896" 2689, op 31 December 1897 was dat cijfer 2690. Op laatstgenoemden datum gingen 20 leer lingen meer op de openbare en 56 leerlingen minder op de bijzondere scholen dan op eerstgenoemden. Vereerendó getuigschriften van goed vol Een meineedlg ambtenaar. Ter heden gehouden zitting van boven genoemde rechtbank had zich te verantwoor den J. H., oud 33 jaren, onbezoldigd rijksveld wachter te Kruiningen. Hem werd te laste gelegddat hij op 21 Februari 1898 ter openbare terechtzitting van het kantongerecht te Goes, als getuige onder eede gehoord in de strafzaak contra Johannes van Nieuwenhuijze Jzn, oud 22 jaar, arbeider, geboren en wonende te KruiningeD, ten nadeele van dien beklaagde eene verklaring heeft afge legd, die valsch was en in strijd met de waarheid. Genoemde Nieuwenhuijze was beklaagd dat hij op 17 December 1897, des namiddags te 1 uur, op een perceel bouwland, gelegen on der de gemeente Kruiningen en toebehoorende aan den landbouwer P. Vermué, twee wild strikken zoodanig had gesteld, dat daarin wild kon gevangen worden. Op de zitting van het kantongerecht was door den griffier in tegenwoordigheid van J. H. rgelezen een door hem, beklaagde, op den ambtseed opgemaakt proces-verbaal van den navolgenden inhoud „Op den zeventien December in het jaar 1800 zeven en negentig des voormiddags om streeks een uur, terwijl ik Jan Houtman, on bezoldigd rijksveldwachter, jachtopziener te Kruiningen, mij op surveillantie bevond onder de gemeente Kruiningen, alwaar ik zag zekeren Johannes van Nieuwenhuijze, zoon van Jacob, van beroep arbeider, geboren 5 Augustus in het jaar 1875, geboren en wonende te Kruinin gen, welke zich bevond op een perceel bouw land van den landbouwer Pieter Vermue en daar even het land doorloopen te hebben, stelde hij twee wildstrikken zoodanig dat er wild in kon gevangen worden. Welke voren alwaar voornoemde van Nieuwenhuijze de strik ken had ingesteld op het genoemde bouwland door mij ter overtuiging werden opgenomen zoodat voor de komst van Nieuwenhuijze geen strik en ook niemand anders aanwezig was, doch ontkende zijne overtreding. Hierop heb ik hem aangezegd zijn dag te onthouden. Het jachtveld is gelegen onder de gemeente Krui ningen en bet j achtrecht behoort aan den heer A. C. Bertel te 's-Gravenhage. De beide ge stelde wildstrikken zijn door mij in beslag ge nomen ten dienste der justitie. En is hiervan door mij op den ambtseed opgemaakt dit pro ces-verbaal en geteekend, J. Houtman, Krui ningen 17 December 1897." Na de voorlezing van dit proces-verbaal nu heeft J. H. opzettelijk, valschelijk en in strijd met de waarheid, ten nadeele van bovenver melden beklaagde Van Nieuwenhuijze, de vol gende verklaring afgelegd „dat hij persisteert bij het door hem opge maakt en voorgelezen proces-verbaal en daar aan toe te voegen„dat hij het feit heeft zien plegen, terwijl hij stond op den grintweg bij den molen onder Kruiningen dat de beklaagde zich bevond op een bouwland, tegen het land van Van Iwaarden en niet tegen de kunstwei dat de beklaagde aan zijn kant stond van de glooiing van den grond, die men daar heeft, zoodat hij kon zien wat beklaagde deed; dat hij zeker weet dat er vóór dien tijd geen strik ken stonden, want dat hij langs de plaats aar zij later stonden nog gekomen was, toen hij van zijn werk naar huis ging; dat hij met Marcelis van der Hart gewerkt had op het land van Koledat hij in den namiddag weder met Van der Hart daar naar toe is gegaan en dat hij steeds de plaats, waar beklaagde geweest was, altijd in het oog heeft gehouden en dat daar niemand anders dan beklaagde is geweest, totdat hij daar 's avonds om 8 uur de strikken vond dat hij om half twaalf des voormiddags van zijn werk naar huis is weggegaan en, na gegeten te hebben, daarna is gegaan naar de plaats, alwaar bij het feit heeft zien plegendat Van der Hart toen nog tegen hem gezegd heeft: „die laat zich gemakkelijk pakken"dat de plaats, waar hij stond en de plaats, waar de strikken gezet werden, een afstand heeft van 300 meter dat hij van het land van Kole, alwaar hij werkte, de plaats, alwaar de strikken gesteld waren, steeds in het oog heeft gehouden." In deze zaak waren van wege het openbaar ministerie drie getuigen gedagvaard, terwijl de heer mr A. C. A. Jacobse Boudewijuse, advo caat te Middelburg, als verdediger van den beklaagde optrad. Na voorlezing van het bovengenoemd pro ces verbaal en van het resumé van het verhoor van beklaagde voor den kantonrechter te Goes werd de beklaagde gehoord. Hij erkende bedoeld procesverbaal opge maakt te hebben en de verklaring te hebben afgelegd en bekende voor den reek ter-commis saris te hebben toegegeven, dat én het proces verbaal èn die verklaring in strijd waren met de waarheid. Daarna werd overgegaan tot het verhoorder De eerste was M. van der Hart, arbeider te Kruiningen. Hij verklaarde den 21 Febr. met beklaagde H. gewerkt te hebben in een sloot langs den grintweg. Hij is, na den morgen ge arbeid te hebben, samen met H, gaan eten en na afloop daarvan met dezen weder naar het werk gegaan. Hij heeft toen Yan Nieuwenhuijze gezien, die alleen was. Deze heeft een paar maal een oogenblik in bukkende houding ge staan op een stuk bouwland van Vermue. Of Van Nieuwenhuijze gereedschap bij zich bad, wist getuige niet. Getuige heeft, omdat Van Nieuwenhuijze be kend staat als strooper, met H. de mogelijk heid besproken, dat Van N. bezig was met wild strikken te zetten. Hij ontkende echter tegen H. gezegd te hebben„die laat zich gemakke lijk pakken." Getuige beeft met H. gewerkt tot een uur of vijf of half zes en is samen met hem huiswaarts gegaan. Getuige heeft, na Van Nieuwenhuijze gezien te hebben, tegen H. gezegd „als ik jou was zou ik die zaak onderzoeken" waarop H. ant woordde „dat zal ik morgen wel doen". De beklaagde erkende, dat hij niet heeft kun nen zien wat Van Nieuwenhuijze, toen hij in bukkende houding stond, uitvoerdedaarvoor was de afstand te groot. Tussehen den middag is hij niet op de plaats geweest waar hij vermoedde datNieuwen- hnljze strikken had gezetdaar was ook geen reden voor, want vóór het eten had hij Nieuwenhuijze niet gezien. Hij kon dus niet verklaren of daar wildstrikken stonden. De getuige verklaarde daarna nog dat, ter wijl hij met H. aan het werk was, het ormo gelijk was om het land te overzien, waar Van Nieuwenhuyze zich zou hebben bevonden. Den ganschen werktijd is H. met getuige saamgebleven en H. heeft toen geen strikken in beslag kunnen nemen. De tweede getuige M. Kole, arbeider te Kruiningen, verklaarde den 17 Dec. gezien te hebben dat omstreeks 1 uur Van Nieuwenhuijze zich bevond op het land van Vermuehij ging met hem een praatje maken en is hij hem ge bleven tot omstreeks drie uur, en in dien tus- schentijd heeft Van Nieuwenhuijze geen strik ken gezet. De getuige Van der Hart, opnieuw gehoord, verklaarde geen tweeden persoon bij Van Nieuwenhuijze gezien te hebben, wel op cenigen afstand van deze. Dat verklaarde ook de beklaagde. De getuige Kole hield echter zijne bewering vol. De laatste getuige M. J. Verhoek, brigadier majoor der rijk8veldwaoht te Goes, gaf eenige inlichtingen omtrent de plaatselijke gesteldheid, waaruit bleek, dat de beklaagde op de plaats, waar hij zich bevond, niet kon hebben gezien wat voorviel op de plaats waar Van Nieuwen huijze was. Getuige verklaarde nog, dat bekl. geschorst is als jachtopziener en reeds meermalen door hem verdacht werd niet volkomen betrouw baar te zijn. Op eene vraag van den verdediger, of de getuige die slechte meening eerst nu koesterde, na deze zaak, dan wel van vroeger, antwoordde getuige bekl. reeds vroeger gewantrouwd te hebbeD. De beklaagde, thans weder gehoord, gaf pHnt voor punt toe, dat zijn procesverbaal valsch geweest en in strijd met de waarheid. Hl) heeft Van Nieuwenhuijze geen strikken zien stellen en ook niet het land steeds in 't oog ihad. De beklaagde zeide wel in den avond van 17 Dec. in het bewuste land wildstrikken ge vonden te hebben, precieB op de plaats waar hij Van Nieuwenhuijze gezien had. Verder erkende bekl. voor den kantonrechter te Goes als getuige een valsche verklaring af gelegd te hebben. Hij zeide dat z. i. het feit ongetwijfeld gepleegd is en dat hij daarom zijn proces-verbaal opgemaakt en de verklaring afgelegd heeft. Dit haalde hem eene ernstige berisping van den president op den hals, die hem op liet onverantwoordelijke van zijn daad wees. De ambtenaar van het M., die daarop het woord verkreeg, begon met er op te wijzen dat, waar van iedereen te eischen is dat bij, als getuige onder eede gehoord, de waar heid spreekt, dit te meer het geval is bij een politie-ambtenaar, omdat die, door een valsch proces-verbaal op te maken en een valsche verklaring af te leggen, een ander ongelukkig maken ban. Het is dus een zeer ernstig feit dat aan beklaagde ten laste gelegd wordt. De zaak uiteenzettend, stelde de ambtenaar in het licht, dat in deze van geen vergissing sprake zijn kan, waar beklaagde zijn proces verbaal ter zitting van bet kantongerecht te Goes nog nader heeft toegelicht en aangevuld. De beklaagde heeft zijn misdrijf erkend en zijne bekentenis wordt bevestigd door de ge hoorde getuigen. Het gewicht, dat gehecht wordt aan proces- senverbaal van politieambtenaren, maakt het feit zeer ernstig, vooral waar hier ten nadeele van iemand is getuigd, voor wien eene ver oordeeling had kunnen volgen. De ambtenaar eischte verooraeeung van De- klaagde tot eene gevangenisstraf van vier jaren en vroeg dat de rechtbank last zoude geven tot diens onmiddellijke inhechtenisneming. De verdediger begon met aan te toonen dat, ten einde veroordeeling van den beklaagde te kunnen doen volgen, bewezen moet worden dat deze te kwader trouw, tegen beter weten in, Van Nieuwenhuijze heeft beschuldigd van het zetten van wildstrikbeB. Toen bekl. zijn verkaring voor den kanton rechter te Goes aflegde, was hij stellig over tuigd dat Van Nieuwenhuijze wildstrikken ;eft gezet. Spreker wees er op, dat bekl. wel heeft er kend niet alles gezien te hebben, wat hij heeft gerelateerd, maar toch blijft by zijn beweren dat bij vast overtuigd was dat het feit is ge pleegd. De verdediger zette uiteen, dat bekl. alle reden had om aan te nemen dat Van Nieu wenhuijze Btrikken gezet bad. Deze stond als een strooper bekend en toen H. hem in het jachtveld zag in een houding die deed ver moeden, dat hy wildstrikken kon zetten, kreeg hij direct de gedachte dat Van Nieuwenhuyze aan zijn verboden liefhebberij toegaf. Datvry sterke vermoeden werd absolute zekerheid, toen H. 's avonds op hetzelfde terrein wildstrikken vond. Van Nieuwenhuyze heeft trouwens ook ver klaard, dat hy den avond te voren óp het zelfde terrein wildstrikken geplaatst heeft. De verdediger concludeerde tot vryspraak van zijn cliënt of, zoo de rechtbank hem toch schuldig mocht achten, dat zij hem niet zal veroordeelen tot de exhorbitant hodge straf, die de ambtenaar van het O. M. heeft geëischt en ook niet zal inwilligen diens verzoek om beklaagde, die getrouwd is en voor zyn gezin bet brood verdient, onmiddellijk in hechtefiid te nemen. Na re- en dupliek werd de ritting geschorst en ging de rechtbank in raadkamer. Na heropening der zitting verklaarde de voorzitter dat de rechtbank geen termen had gevonden tot inwilliging vaö het verzoek tot onmiddellijke inhechtenisneming eö dat de uit spraak bepaald ia op heden over 8 dagen. Voor dezelfde rechtbank werd verder behan deld de zaak tegen P. L., wed. van C.vanH#, baker en werkster, oud 70 jaar, wonende tö Kloetinge. Den lOden Januari jl. had beklaagde terecht gestaan voor het kantongerecht te Goes, out zich te verantwoorden wegens het buiten nood- zaak uitoefenen van het bedrijf van verlos kundige. Zij had, zooals dit meermalen, vooral op het platteland, voorkomt, hulp verleend bij de geboorte van een tweetal kinderen, en wel 31 Mei en 29 Sept. 1897. Door den ka ntonrecLter was zij, overeen komstig den eiscb van hot O. M., vrijgesproken.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 1