MIDIIELItl ItlïSdlIR COURANT.
N°. 107.
141e Jaargang.
1898.
Zaterdag
7 Mei.
Deae courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prgs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., f 2.
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer
Middelburg 6 Mei 8 u. vm. 46 gr. 12 u 53 gr.,
av. 4 a.52 gr. F. Verw. N. wind, buiig weder.
Advertentiên voor het eerstvolgend
nummer moeten deB middags vóór één unr
aan het bureau bezorgd zijn.
Advertentiên: 20 cent per regel. Geboorte- dood- en .alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 17 regels 1.50 elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per reget*
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
Advertentiên bij abonnement op voordeelige
voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis
aan het bureau te bekomen.
Agenten.
Te Zierikzee: A. C. de Moou, te Tholen: W. A.
VAN Nieuwbshüijzen
Middelburg 6 Mei.
BMOEMOGM MZ.
Bij kon. besluit:
is benoemd tot hoofdopzichter over rechts-
gebouwen, gevangenissen en rijksopvoedings
gestichten J. J. van Schuylenburg, thans op
zichter
is de heer D. J. Vrijdag, arts, benoemd tot
officier van gezondheid 2de kl. bij de zeemacht;
zijn benoemd bij het pers. van den geneesk.
dienst der landmacht, tot officier van gezondh.
2de kl. de burgergeneesknndige (artsen) G-.
Hoogeboom, E. S. J. M. A. Fraser, T. J. Jaski,
G. A. W. F. Losecaat van Nouhnis en A. F.
Heyl
is de kapitein H. J. Iwes, van het late reg.
inf., op pensioen gesteld ad f 1429 's jaars
is benoemd bij bet pers. van den geneesk.
dienst der landmacht, tot officier van gezondh.
lste kl., de officier van gezondh. 2de kl. dr J.
A. Romeyn, van dat personeel;
is de O.-I. ambtenaar met verlof W. M. H.
van Scbmid, laatstelijk assistent-resident der
XIII en IX kota's (Padangsche Bovenlanden)
op zijn verzoek, wegens physieke ongeschikt
heid, eervol uit 's lands dienst ontslagen, met
toekenning van pensioen;
is aan den heer mr A. G. N. Swart, op zijn
verzoek, eervol ontslag verleend uit zijne be
trekking van adj .-commies bij het dep. van
koloniën
zijn de heeren dr A. Worster en dr F. C.
W. Ihlow, tijdelijk, d. i. voor den tijd van vijf
jaren, benoemd en aangesteld tot officier van
gezondh. 2e kl. bij het leger in N.-I.
Wijl het mogelijk is dat gevallen van pest
in het rijk zouden voorkomen tengevolge van
het epidemisch heerschen van die ziekte in
Britsch-Indië en het voorkomen van die ziekte
te Djeddah, is de wet van 4 Dec. 1872 (Stbl.
no. 134) tot voorziening tegen besmettelijke
ziekten, van toepassing verklaard op de pest.
Ter vervanging van den luit. ter zee le
kl. C. A. Dominions, is als le officier aan
boord van het wachtschip te Amsterdam op
getreden de luit. ter zee le kl. A. H. F. M.
Latour.
De voorzitter deelde mede, dat bericht is in
gekomen van den heer I. G. de la Fontaine
Verwey, dat hem tot 15 Juli a. s- vergunning
is verleend om met zijn betrekking van leeraar
bij het M. O. te Bergen op Zoom die te Goes
waar te nemen en dat hij 21 April in functie
Als leden van het stembureau voor de ver
kiezingen voor de Provinciale Staten werden
benoemd de heeren mr W. Dicke en I. Buijse,
als hunne plaatsvervangers de heeren W. N.
G. Coenen en J. F. van der Leeuw, als vierde
lid de heer S. van der Peijl en ala diens
plaatsvervanger de heer J. J. Ochtman.
De firma wed. J. C. Massee Zn wenscht
haar pakhuis aan de Boudewijnde Wittestraat
te vergrooten en verzocht den raad haar daar
voor grond af te staan.
Burg. en weth. adviseerden afwijzend daarop
te beschikken, aangezien door het plaatsen van
gebouwen aan die zijde der stad de toegang
zou worden bedorven en het plantsoen aldaar
ÜIT STAD EN PROVINCIE.
In den kunsthandel van den heer F. B.
den Boer alhier is dezer dagen tentoonge
steld een portret van H. M. de koningin, in
volledig kroningsornaat ten voete uit in Photo
chromolithographie, naar eene schilderij van
mej. Therèse Schwartze.
Onder de talrijke portretten, die voortdurend
van onze koningin in den handel komen, mee-
nen wij dat dit in het bijzonder de aandacht
verdient, omdat het een schitterend pleidooi
levert voor de merkwaardige hoogte, waarop
de kleurdrukkunst in ons land is gestegen.
Het gansche beeld ziet er bekoorlijk uit en
staat krachtig tegen den dofroodea grond; de
kleuren zijn harmonieus en de stoffen goed
uitgedrukt. Bovendien is de helderheid en het
smedige der vleeschkleur zóo wel nagebootst,
dat ze het glansrijke palet onzer gevierde
portrettiste verraden.
Het portret met zeer fraaie lijst wordt tot
billijken prijs verkrijgbaar gesteld en mag een
sieraad heeten zoowel voor vergaderzalen als
voor andere vertrekken van voldoende afmeting.
Met de tijdelijke waarneming van het
ontvangkantoor der directe belastingen en
accijnzen te Hardenberg is belast de heer J.
HeQt, kommies-verificateur 2e cat. te VI is-
Na ampele discussie, waarbij de heeren Quist,
Vau der Peijl, Coenen, Van der Leeuw, M. de
Jonge Jz. zich tegen het voorstel verklaarden en
de heeren Ochtman, Lenshoek en J. J. Ramondt
dit verdedigden, werd het verzoek ingewilligd
met 8 tegen 4 stemmen (die der wethouders en
de heeren Ochtman en Mulock Houwer.)
Naar aanleiding eener bemerking van Ged.
Staten werd het raadsbesluit van uitgifte van
grond in erfpacht aan J. en W. Brouwer in
zooverre gewijzigd, dat bij niet of onvolledige
nakoming der voorwaarden de raad, in plaats
van burg. en weth., in deze zal moeten be
slissen.
Voorts werd het gasthuisbestuur gemachtigd,
tot vereffening barer administratie, de begrooting
voor 1897 te wijzigen, aan den heer D. D.
van den Bout een kwartaal schoolgeld kwijt
gescholden voor zijn pupil W. Bouwens, omdat
die de school heeft verlaten, en aan mevrouw
Van Campen-Hannink, wegens vertrek, terug
gave van f 12.79 hoofdelijken omslag.
Voor de behandeling van het laatste punt
der agenda: Vaststelling van het kohier van
den H. O. werd de vergadering geschorst en
alleen wêer heropend om deze te sluiten.
Een houthandelaar van 'sGravenpol
der werd Maandagavond door een boomwagen
in de haven van Breskens geworpen, waaruit
hij, gewond en bewusteloos, met veel moeite
op het droge werd gebracht. Aan zijn hoofd
kreeg hij eene diepe wonde en aan zijn linker-
eenige kwetsuren. De arts van Groede
veibond hem, waarop hij den volgenden dag
naar zijne woonplaats kon wederkeeren.
Ingevolge kon. besluit wordt Hr Ms pant-
Bsrdekschip Zeeland met 1 Juni a.s. te Vlis-
si ngen in dienst gesteld.
Het bevel over dat schip is opgedragen aan
den kapitein ter zee A. G. Ellis.
Voorts worden met gemelden datum aan
boord van genoemden bodem geplaatstde kap.
luit. ter zee W. J. de Bruyne, als eerste-off.
de luits t/z. le kl. E. W. Pfeiffer en F. J. Goed
koop; de luits t/z. 2e kl. G. L. d'Abo, F. W. J-
Groeneboom, A. H. van Deur sen en H. J. Al
barda; de adelb. le kl. H. J. Pek, jhr P. A.
Prins, C. C. Kayser, J. A. Jager, F. F. van
der Ven, A. H. van der Meracb, A. Rombach.
E. J. Langelaan en H. C. Louwersede eerste-
luit. der mariniers W. J. Bernelot Moens; de
off. van gez. le kl. dr C. J. de Bruyn Kops
de off. van adm. le kl. A. A. J. Schilt; d<
gdj.-adm. P. A. Snellen van Vollenhoven en de
off.-machinist 2e kl. J. Maandag.
Te G o es hield Donderdag avond de ge
meenteraad eene zitting onder voorzitterschap
van den heer J. J, Ramondt, oudsten wet
houder. De burgemeester was afwezig. Tegen
woordig waren 13 leden.
In de Donderdagavond door de Kamer
van koophandel en fabrieken te Ternenzen
>uden vergadering werd geklaagd over de
weinige bekendheid van de afvaarturen der
Provinciale booten op de Wester-Schelde en
betreurd dat deze niet meer, zooals vroeger,
in de meest gelezen bladen werden geadver
teerd, daar de uitgegeven aanplakbiljetten geen
voldoende bekendheid aan de dienstregeling
geven. Ter gelegenertijd zal de Kamer pogin
gen aanwenden, om daarin verbetering te ver
kregen.
Met algemeens stemmen verklaarde de Kamer
in te stemmen met de motie van 's Bosch, be
treffende het ontwerp tot reorganisatie der
Kamers van koophandel en werd de voorzitter
afgevaardigd naar de op Zaterdag te Amster-
te houden algemeene vergadering der af
gevaardigden, waar ook de kamers van Mid
delburg en Vlissingen zullen vertegen
woordigd zijn.
ONDERWIJS.
De commissie van toezicht op het lager
onderwijs alhier heeft haar gewoon verslag
over het afgeloopen jaar aan den gemeenteraad
brachten leertijd werden toegekend opschool
A aan 12 m en 14 j B aan 6 m. en 10 j.,
C aan 14 m. en 1G j., E aan 18 j., G aan 4
m., H aan 9 m. en 13 j. en I aan 9 m. en 12 j.
8 leerlingen van school T> werden tot school
G toegelaten.
Omtrent de herhalingsklassen, verhonden aan
school B, meldt bet verslag het volgende:
a. In de daartoe Bestemde lokalen van die
school ontvingen 18 meisjes en 27 jongens
onderwijs.
Het getuigschrift na afloop van den 2-jarigen
cursus werd uitgereikt aau 7 jongens en 4
In het Burgerweeshuis(Molenwater) volg
den 9 vrouwelijke en 1 mannelijke leerling de
en.
10 vrouwelijke en 8 mannelijke leerlin
gen woonden in het Armweeshuis op de Hee
rengracht de lessen bij.
De dames-commissie, ingesteld teneinde hij
het toezicht op het onderwijs in de handwer
ken haar bijstand te verleenen, deelt mede dat
het nieuw leerplan door haar met de onder
wijzeressen opgemaakt, blijkens inlichtingen der
onderwijzeressen, gunstige resultaten heeft
opgeleverd.
Het examen, bedoeld bij art. 11 der wet
op het notarisambt, zal voor het jaar 1898
aanvangen op Vrijdag 1 Juli e.k. en worden
gehouden te 's Gravenhage.
Tot lid en voorzitter is benoemd mr A.
Telders, raadsheer in den Hoogen Raad der
Nederlanden.
Wij verwijzen verder naar de Staatscourant
van heden (Vrijdag 6 Mei).
RECHTSZAKEN.
Arrondissements-Rechtbank te Middelburg.
Daarin wijst de commissie erop dat de school
spaarbanken weder hoogst nuttig werkzaam
waren.
Het saldo op de scholen B, H en I (onver-
mogenden) bedroeg te zamen f 1239,88 tegen
f 1246.99 in het vorige jaardat der scholen
A en C (minvermogenden) respectievelijk
2289.55s en f 2077.12.
Het getal leerlingen op de openbare scholen
bedroeg op 31 Dec. 1897 1013 m. en 899 vr.
tegen 1001 en 891 in 1896dat op de bij
zondere scholen 325 en 453 tegen 332 en 465.
Bedroeg het aantal leerlingen, zonder mede
te rekenen die van het toen nog bestaande
instituut van dhr. Van Linschoten, op 31 De
cember 1896" 2689, op 31 December 1897 was
dat cijfer 2690.
Op laatstgenoemden datum gingen 20 leer
lingen meer op de openbare en 56 leerlingen
minder op de bijzondere scholen dan op
eerstgenoemden.
Vereerendó getuigschriften van goed vol
Een meineedlg ambtenaar.
Ter heden gehouden zitting van boven
genoemde rechtbank had zich te verantwoor
den J. H., oud 33 jaren, onbezoldigd rijksveld
wachter te Kruiningen.
Hem werd te laste gelegddat hij op 21
Februari 1898 ter openbare terechtzitting van
het kantongerecht te Goes, als getuige onder
eede gehoord in de strafzaak contra Johannes
van Nieuwenhuijze Jzn, oud 22 jaar, arbeider,
geboren en wonende te KruiningeD, ten nadeele
van dien beklaagde eene verklaring heeft afge
legd, die valsch was en in strijd met de waarheid.
Genoemde Nieuwenhuijze was beklaagd dat
hij op 17 December 1897, des namiddags te
1 uur, op een perceel bouwland, gelegen on
der de gemeente Kruiningen en toebehoorende
aan den landbouwer P. Vermué, twee wild
strikken zoodanig had gesteld, dat daarin
wild kon gevangen worden.
Op de zitting van het kantongerecht was
door den griffier in tegenwoordigheid van J. H.
rgelezen een door hem, beklaagde, op den
ambtseed opgemaakt proces-verbaal van den
navolgenden inhoud
„Op den zeventien December in het jaar
1800 zeven en negentig des voormiddags om
streeks een uur, terwijl ik Jan Houtman, on
bezoldigd rijksveldwachter, jachtopziener te
Kruiningen, mij op surveillantie bevond onder
de gemeente Kruiningen, alwaar ik zag zekeren
Johannes van Nieuwenhuijze, zoon van Jacob,
van beroep arbeider, geboren 5 Augustus in
het jaar 1875, geboren en wonende te Kruinin
gen, welke zich bevond op een perceel bouw
land van den landbouwer Pieter Vermue en
daar even het land doorloopen te hebben,
stelde hij twee wildstrikken zoodanig dat er
wild in kon gevangen worden. Welke voren
alwaar voornoemde van Nieuwenhuijze de strik
ken had ingesteld op het genoemde bouwland
door mij ter overtuiging werden opgenomen
zoodat voor de komst van Nieuwenhuijze geen
strik en ook niemand anders aanwezig was,
doch ontkende zijne overtreding. Hierop heb
ik hem aangezegd zijn dag te onthouden. Het
jachtveld is gelegen onder de gemeente Krui
ningen en bet j achtrecht behoort aan den heer
A. C. Bertel te 's-Gravenhage. De beide ge
stelde wildstrikken zijn door mij in beslag ge
nomen ten dienste der justitie. En is hiervan
door mij op den ambtseed opgemaakt dit pro
ces-verbaal en geteekend, J. Houtman, Krui
ningen 17 December 1897."
Na de voorlezing van dit proces-verbaal nu
heeft J. H. opzettelijk, valschelijk en in strijd
met de waarheid, ten nadeele van bovenver
melden beklaagde Van Nieuwenhuijze, de vol
gende verklaring afgelegd
„dat hij persisteert bij het door hem opge
maakt en voorgelezen proces-verbaal en daar
aan toe te voegen„dat hij het feit heeft zien
plegen, terwijl hij stond op den grintweg bij
den molen onder Kruiningen dat de beklaagde
zich bevond op een bouwland, tegen het land
van Van Iwaarden en niet tegen de kunstwei
dat de beklaagde aan zijn kant stond van de
glooiing van den grond, die men daar heeft,
zoodat hij kon zien wat beklaagde deed; dat
hij zeker weet dat er vóór dien tijd geen strik
ken stonden, want dat hij langs de plaats aar
zij later stonden nog gekomen was, toen hij
van zijn werk naar huis ging; dat hij met Marcelis
van der Hart gewerkt had op het land van
Koledat hij in den namiddag weder met Van
der Hart daar naar toe is gegaan en dat hij steeds
de plaats, waar beklaagde geweest was, altijd
in het oog heeft gehouden en dat daar niemand
anders dan beklaagde is geweest, totdat hij
daar 's avonds om 8 uur de strikken vond dat
hij om half twaalf des voormiddags van zijn
werk naar huis is weggegaan en, na gegeten
te hebben, daarna is gegaan naar de plaats,
alwaar bij het feit heeft zien plegendat Van
der Hart toen nog tegen hem gezegd heeft: „die
laat zich gemakkelijk pakken"dat de plaats,
waar hij stond en de plaats, waar de strikken
gezet werden, een afstand heeft van 300 meter
dat hij van het land van Kole, alwaar hij
werkte, de plaats, alwaar de strikken gesteld
waren, steeds in het oog heeft gehouden."
In deze zaak waren van wege het openbaar
ministerie drie getuigen gedagvaard, terwijl de
heer mr A. C. A. Jacobse Boudewijuse, advo
caat te Middelburg, als verdediger van den
beklaagde optrad.
Na voorlezing van het bovengenoemd pro
ces verbaal en van het resumé van het verhoor
van beklaagde voor den kantonrechter te Goes
werd de beklaagde gehoord.
Hij erkende bedoeld procesverbaal opge
maakt te hebben en de verklaring te hebben
afgelegd en bekende voor den reek ter-commis
saris te hebben toegegeven, dat én het proces
verbaal èn die verklaring in strijd waren met
de waarheid.
Daarna werd overgegaan tot het verhoorder
De eerste was M. van der Hart, arbeider
te Kruiningen.
Hij verklaarde den 21 Febr. met beklaagde
H. gewerkt te hebben in een sloot langs
den grintweg. Hij is, na den morgen ge
arbeid te hebben, samen met H, gaan eten en
na afloop daarvan met dezen weder naar het
werk gegaan. Hij heeft toen Yan Nieuwenhuijze
gezien, die alleen was. Deze heeft een paar
maal een oogenblik in bukkende houding ge
staan op een stuk bouwland van Vermue. Of
Van Nieuwenhuijze gereedschap bij zich bad,
wist getuige niet.
Getuige heeft, omdat Van Nieuwenhuijze be
kend staat als strooper, met H. de mogelijk
heid besproken, dat Van N. bezig was met wild
strikken te zetten. Hij ontkende echter tegen
H. gezegd te hebben„die laat zich gemakke
lijk pakken."
Getuige beeft met H. gewerkt tot een uur
of vijf of half zes en is samen met hem
huiswaarts gegaan.
Getuige heeft, na Van Nieuwenhuijze gezien
te hebben, tegen H. gezegd „als ik jou was
zou ik die zaak onderzoeken" waarop H. ant
woordde „dat zal ik morgen wel doen".
De beklaagde erkende, dat hij niet heeft kun
nen zien wat Van Nieuwenhuijze, toen hij in
bukkende houding stond, uitvoerdedaarvoor
was de afstand te groot.
Tussehen den middag is hij niet op de
plaats geweest waar hij vermoedde datNieuwen-
hnljze strikken had gezetdaar was ook geen
reden voor, want vóór het eten had hij
Nieuwenhuijze niet gezien. Hij kon dus niet
verklaren of daar wildstrikken stonden.
De getuige verklaarde daarna nog dat, ter
wijl hij met H. aan het werk was, het ormo
gelijk was om het land te overzien, waar Van
Nieuwenhuyze zich zou hebben bevonden.
Den ganschen werktijd is H. met getuige
saamgebleven en H. heeft toen geen strikken
in beslag kunnen nemen.
De tweede getuige M. Kole, arbeider te
Kruiningen, verklaarde den 17 Dec. gezien te
hebben dat omstreeks 1 uur Van Nieuwenhuijze
zich bevond op het land van Vermuehij ging
met hem een praatje maken en is hij hem ge
bleven tot omstreeks drie uur, en in dien tus-
schentijd heeft Van Nieuwenhuijze geen strik
ken gezet.
De getuige Van der Hart, opnieuw gehoord,
verklaarde geen tweeden persoon bij Van
Nieuwenhuijze gezien te hebben, wel op cenigen
afstand van deze.
Dat verklaarde ook de beklaagde.
De getuige Kole hield echter zijne bewering vol.
De laatste getuige M. J. Verhoek, brigadier
majoor der rijk8veldwaoht te Goes, gaf eenige
inlichtingen omtrent de plaatselijke gesteldheid,
waaruit bleek, dat de beklaagde op de plaats,
waar hij zich bevond, niet kon hebben gezien
wat voorviel op de plaats waar Van Nieuwen
huijze was.
Getuige verklaarde nog, dat bekl. geschorst
is als jachtopziener en reeds meermalen door
hem verdacht werd niet volkomen betrouw
baar te zijn.
Op eene vraag van den verdediger, of de
getuige die slechte meening eerst nu koesterde,
na deze zaak, dan wel van vroeger, antwoordde
getuige bekl. reeds vroeger gewantrouwd te
hebbeD.
De beklaagde, thans weder gehoord, gaf pHnt
voor punt toe, dat zijn procesverbaal valsch
geweest en in strijd met de waarheid. Hl)
heeft Van Nieuwenhuijze geen strikken zien
stellen en ook niet het land steeds in 't oog
ihad.
De beklaagde zeide wel in den avond van
17 Dec. in het bewuste land wildstrikken ge
vonden te hebben, precieB op de plaats waar
hij Van Nieuwenhuijze gezien had.
Verder erkende bekl. voor den kantonrechter
te Goes als getuige een valsche verklaring af
gelegd te hebben. Hij zeide dat z. i. het feit
ongetwijfeld gepleegd is en dat hij daarom zijn
proces-verbaal opgemaakt en de verklaring
afgelegd heeft.
Dit haalde hem eene ernstige berisping van
den president op den hals, die hem op liet
onverantwoordelijke van zijn daad wees.
De ambtenaar van het M., die daarop het
woord verkreeg, begon met er op te wijzen
dat, waar van iedereen te eischen is dat bij,
als getuige onder eede gehoord, de waar
heid spreekt, dit te meer het geval is bij
een politie-ambtenaar, omdat die, door een
valsch proces-verbaal op te maken en een
valsche verklaring af te leggen, een ander
ongelukkig maken ban. Het is dus een zeer
ernstig feit dat aan beklaagde ten laste gelegd
wordt.
De zaak uiteenzettend, stelde de ambtenaar
in het licht, dat in deze van geen vergissing
sprake zijn kan, waar beklaagde zijn proces
verbaal ter zitting van bet kantongerecht te
Goes nog nader heeft toegelicht en aangevuld.
De beklaagde heeft zijn misdrijf erkend en
zijne bekentenis wordt bevestigd door de ge
hoorde getuigen.
Het gewicht, dat gehecht wordt aan proces-
senverbaal van politieambtenaren, maakt het
feit zeer ernstig, vooral waar hier ten nadeele
van iemand is getuigd, voor wien eene ver
oordeeling had kunnen volgen.
De ambtenaar eischte verooraeeung van De-
klaagde tot eene gevangenisstraf van vier jaren
en vroeg dat de rechtbank last zoude geven
tot diens onmiddellijke inhechtenisneming.
De verdediger begon met aan te toonen dat,
ten einde veroordeeling van den beklaagde
te kunnen doen volgen, bewezen moet worden
dat deze te kwader trouw, tegen beter weten
in, Van Nieuwenhuijze heeft beschuldigd van
het zetten van wildstrikbeB.
Toen bekl. zijn verkaring voor den kanton
rechter te Goes aflegde, was hij stellig over
tuigd dat Van Nieuwenhuijze wildstrikken
;eft gezet.
Spreker wees er op, dat bekl. wel heeft er
kend niet alles gezien te hebben, wat hij heeft
gerelateerd, maar toch blijft by zijn beweren
dat bij vast overtuigd was dat het feit is ge
pleegd.
De verdediger zette uiteen, dat bekl. alle
reden had om aan te nemen dat Van Nieu
wenhuijze Btrikken gezet bad. Deze stond als
een strooper bekend en toen H. hem in het
jachtveld zag in een houding die deed ver
moeden, dat hy wildstrikken kon zetten, kreeg
hij direct de gedachte dat Van Nieuwenhuyze
aan zijn verboden liefhebberij toegaf. Datvry
sterke vermoeden werd absolute zekerheid, toen
H. 's avonds op hetzelfde terrein wildstrikken
vond.
Van Nieuwenhuyze heeft trouwens ook ver
klaard, dat hy den avond te voren óp het
zelfde terrein wildstrikken geplaatst heeft.
De verdediger concludeerde tot vryspraak
van zijn cliënt of, zoo de rechtbank hem toch
schuldig mocht achten, dat zij hem niet zal
veroordeelen tot de exhorbitant hodge straf,
die de ambtenaar van het O. M. heeft geëischt
en ook niet zal inwilligen diens verzoek om
beklaagde, die getrouwd is en voor zyn gezin
bet brood verdient, onmiddellijk in hechtefiid
te nemen.
Na re- en dupliek werd de ritting geschorst
en ging de rechtbank in raadkamer.
Na heropening der zitting verklaarde de
voorzitter dat de rechtbank geen termen had
gevonden tot inwilliging vaö het verzoek tot
onmiddellijke inhechtenisneming eö dat de uit
spraak bepaald ia op heden over 8 dagen.
Voor dezelfde rechtbank werd verder behan
deld de zaak tegen P. L., wed. van C.vanH#,
baker en werkster, oud 70 jaar, wonende tö
Kloetinge.
Den lOden Januari jl. had beklaagde terecht
gestaan voor het kantongerecht te Goes, out
zich te verantwoorden wegens het buiten nood-
zaak uitoefenen van het bedrijf van verlos
kundige.
Zij had, zooals dit meermalen, vooral op
het platteland, voorkomt, hulp verleend bij de
geboorte van een tweetal kinderen, en wel 31
Mei en 29 Sept. 1897.
Door den ka ntonrecLter was zij, overeen
komstig den eiscb van hot O. M., vrijgesproken.