MIDDELRERGSCHE COURANT. N°. 106. 141e Jaargang. 1898. Vrijdag 6 Mei. Middelburg 8 Mei. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en feestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2.— Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer Middelburg 5 Mei 8 u. vm. 53 gr. 12 u 62 gr., av. 4 u. 55 gr. F. Verw, Z. W. wind. Advertentiën voor bet eerstvolgend nummer moeten des middags vóór één uur aan het bureau bezorgd zijn. Advertentiën: 20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.50 elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel* Groote letters naar de plaats die j Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis aan het bureau te bekomen. Agenten. Te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholen: W. A. VAN NieüWENHUIJZEN. Nog eens; de Lombok-telegrammen. De beer Van Sandick is moeilijk te overtuigen. Blijkens het jongste nummer van Insulinde handhaaft bij zijn beweren, dat generaal Vetter na de Lombokramp had willen terngkeereu om de expeditie later te hervatten, en dat de gouverneur-generaal daarentegen bevel had gegeven dat generaal Vetter op Lombok zou blijven. Dit volhouden is merkwaardig, vooral om de metbode van bewijsvoering. Nadat uit de onthulling van mr Broosbooft was gebleken, dat de generaal in zijn telegram van den 27en Aug. «iet van terugkeeren had gesproken, kwam de heer Van Sandick met de mededee- ling, dat het als een paal boven water stond, dat er een voorafgaand telegram was geweest, waarin de generaal zich wel in dien geest had uitgelaten. De heer v. S. wist niet alleen dat dit telegram bestond; hij deelde ook mede op welken tijd en op welke plaats de gouver neur-generaal het had ontvangen. Het onwaarschijnlijke verbaal, dat buiten het openbaar gemaakte nog een ander telegram zou hebben bestaan, is sedert door den gene raai zelf in de Amsterd. Cour. tegengesproken. Voor iedereen moest de zaak nu uit zijn, alleen voor den heer v. S. is zij het niet. Deze toch zoekt, nu zijn verhaal onwaar is gebleken, het bewijs voor zijn beweren in het telegram- Brooshooft, dat hem reeds sinds zes weken be kend was. Op zichzelf is het zeker merkwaardig, dat de heer Van Sandick eerst nu deze ontdekking doet in plaats van in MaaTt. Maar nog zonderlinger is de grond voor de nieuwe stelling van den heer v. S. Hij toch beroept zich op de volgende woor den, voorkomende aan het slot van het door mr Brooshoott openbaar gemaakte en door generaal Vetter als echt erkende telegram „Of een offensief optreden met de aanwezige troepenmacht en onder de gegeven omstandig heden, met het doel Mataram en Tjakra met geweld te veroveren, resultaat zoude hebben, betwijfel ik, ook al werd daaraan een verscb bataljon toegevoegd. De expeditie zal opnieuw gereorganiseerd en uitgerust moeten worden, en van veel artillerie voorzien moeten worden". Aldus seinde generaal Vetter een paar uur nadat hij het strandbivak bij Ampenan had bereikt. Teneinde nu zijn beweren te bewijzen, wijst de heer v. S. op de tegenstelling tusschen de mededeeling, dat naar 's Generaals oordeel te betwijfelen was of een offensief optreden met de aanwezige troepenmacht resultaat zoude hebben, al werd daaraan ook een versch batal jon toegevoegd, en het advies aan het slot om opnieuw de expeditie te organiseeren en uit te rusten. Daaruit is, volgens den heer v. S., niets anders te lezen, dan dat de generaal betwijfelde te zullen slagen, ook al werden hem veiscbe troepen toegezonden, en dat hij alleen heil zag in een opnieuw uitrusten en organiseeren van de expeditie, wat natuurlijk op Java, niet op Lombok, moest geschieden- Deze laatste woorden, door den heer v. S. er aan toegevoegd, geven den doorslag en toonen aan dat het eenige bewijs, door den heer v. S. aangevoerd, neerkomt op zijn persoonlijke opvatting ten aanzien van de vraag, waar expeditie opnieuw georganiseerd zou moeten worden. Op zich zelf is het steeds gewaagd een be schuldiging te gronden op een persoonlijke opvatting. Maar dubbel lichtvaardig is dit hier, waar de heer v. S. kon en moest weten, dat zijn opvatting geheel verkeerd was. De expeditie kon en is nl. op Lombok ge reorganiseerd. En wie, met het oog op de door v. S. opgemerkte tegenstelling tusschen twee uitdrukkingen van den generaal, nog mocht vragen, of, wat in de eerste week van Septem ber op Lombok voorviel, wel was „het opnieuw organiseeren en uitrusten der expeditie" kan van den gouverneur-generaal-zelf antwoord krijgen. Jjamers na afloop van de zitting van den Raad van Indië op 28 Augustus schreef de gouverneur-generaal in het te 3.30 namiddag aan den minister van koloniën verzonden regee ringstelegram no 444: „Binnen 4 dagen gaat tweede bataljon naar Lombok en aanvulling geleden verliezen, zoomede sterke ar tillerie en al wat noodig is tot reconstructie expeditie." Beter bewijs voor ons beweren, dat de expe ditie op Lombok gereorganiseerd ia, schijnt ons al niet denkbaar. Maar bedoeld telegram van den landvoogd is nog om een andere reden merkwaardig. De geheele strekking van de betoogen des heeren v. S. is aan te toonen, dat de gouver neur-generaal dien 28en Augustus geheel is afgeweken van het advies van den generaal. Welnu, het telegram aan den minister be wijst onwederlegbaar, dat de gouv.-generaal geheel volgens het advies van generaal Vetter heeft beslist. Diens advies luidde: „De expeditie zal opnieuw georganiseerd en uitgerust en van veel artiljerie voorzien moe ten worden." Welnu, een halven dag na de ontvangst van dit telegraphisch advies van den opperbevelheb ber der expeditie, kon de Gouv.-Generaal aan den minister seinen, dat door hem was besloten tot het zenden van sterke artiljerie en van al wat noodig is totreconstructie der expeditie. Ons dunkt dat uit een vergelijking van beide telegrammen het onwederlegbare bewijs volgt, dat de Gouv.-Generaal in overeenstemming met het advies van den generaal handelde. Hoe de beer v. S. het tegendeel kan vol houden, is ons onverklaarbaar. Maar even onbegrijpelijk is het ons waarom hij dat doet. In zijn eerBte opstel teekende hij zijn optre- sn als een poging om uit de schaduw op de voorgrond te doen treden de persoonlijke verdiensten van den Gouv.-Generaal. Deze wor den, gelooven wij, door niemand betwist. aar wel worden zij verdacht gemaakt door den heer v. S., die tracht de voorstelling in gang te doen vinden, dat de gouverneur-gene raal tegen het advies van den opperbevelhebber heeft beslist; dat hij den generaal de door deze gevraagde middelen onthield dat hij van uit Batavia met klem er op aandrong coute que coute Tjakra Negara te nemen, zelf op een oogenblik, dat de opperbevelhebber der expeditie daarin groote bezwaren zou hebben gezien. Waarlijk een handige vriend schijnt de heer v. S. ons niet toe. Ons ten minste komt de gouverneur-generaal veel grooter voor als bij waarde beeft gehecht aan het oordeel van den veldoverste, als hij dezen de middelen zond welke gevraagd wer den, en als hij verder met vertrouwen de lei ding van de operaties aan den generaal overliet. om de gelden, uitgetrokken voor de inhnldi- gingsfeesten, maar, als althans de heer Van der Zwaag kan gelden als hun woordvoerder, ook omdat ze de heele marine-begrooting wil len afschaffen. KORTZICHTIGE POLITIEK. Met al het geld, dat de Spanjaarden nu reeds voor de onderwerping van Cuba hebben op geofferd, en misschien wel met de helft of een derde van dat bedrag, hadden zij, zegt Het Ned. Dbld., Cuba tot den hoogsten trap van bloei en ontwikkeling kunnen brengen. De Cubanen zouden dan hunne dankbare bondgenooten zijn geworden in plaats van hunne meest verbitterde vijanden. Cuba zou dan een actief zijn en geen passiet. Nu heeft het vermoedelijk aan het moederland reeds meer gekost, dan het ooit aan Spanje heeft opgele verd, en al dat geld is sn te vergeefs besteed. Omdat het moederland weigerde de kolonie naar behooren te behandelen, breDgt de kolonie het moederland ten val. Wat is eene oneer lijke staatkunde toch ongelooflijk kortzichtig Het gaat Spanje nu als vroeger onze Oost- Indische compagnie, die bankroet maakte, om dat zij door ongeoorloofde middelen groote winsten wilde behalen. BEST OEMI4 GEi\ MZ. Bij kon. besluit is benoemd tot directeur van bet post- en telegaaafkantoor te Ede W. Ribbink, thans commies der posterijen 2de kl. is de O.-I. ambtenaar met verlof A. J. H. W. baron van Heeckeren, laatstelijk secretaris der residentie Madioen, op zijn verzoek, wegens pbysieke ongeschiktheid, eervol uit 's lands dienst ontslagen, met toekenning van pensioen de O.-I. ambtenaar met verlof P. L. G. Weiter, laatstelijk zoutverkooppakhuismeester te Palembang, op zijn verzoek, eervol uit 's lands dienst ontslagen, met toekenning van pensioen is de officier van gezondh. late kl. van het leger in N.-I. H. Breitenstein, op zijn verzoek eervol uit den militairen dienst ontslagen, met toekenning van pensioen. In de St.-Crt zijn opgenomen de in de artt. 6, 7, 12, 27, 65 en 79 van het kiesreglement voor de Kamers van arbeid bedoelde lijsten, aangifte, formulier, oproeping, stembriefje, ver klaring en processen-verbaal. EEN ERGERLIJKE UITVAL. Over het Woensdag, bij de behandeling der begrooting voor Marinein de Tweede kamer voorgevallene men zie de desbetreffende rubriek in dit nommer schrijft Het Vad.- Een klacht over de voeding en een klacht over de jeneververstrekking, beide zeer over dreven, liepen bij den beer Troelstra uit op een min vriendelijken uitval tegen bet militarisme, dien de heer Verhey releveerde, zoodat er nog een soort van standje uit voortvloeide. Men had den uitval knnnen laten rusten, als men had willen onderscheiden tusschen „het mili tarisme" en „de militairen". Waar is het echter, dat de beleedigende bedoeling onmiskenbaar was, maar als het feit juist is, dat de heer Troelstra aanleiding gaf tot zijn woorden, dan de verleiding voor hem zeker zeer groot. Intusschen weet de beer Troelstra zoo goed als ieder ander, dat het Nederlandsche volk het „zuipen" niet in den militairen dienst behoeft te leeren. Eindelijk wekte nog het loodswezen veler be langstelling. Hoofdzaak uit het debat was, dat de minister niet van zins bleek een commissie voor de reorganisatie van het loodswezen in te stellen, en ook het rapport der commissie voor de Loodsgelden voorloopig wilde laten lig gen. Men kan er vrede mee hebben, nu de invoering van stoomloodsdienst met ernst ter hand zal worden genomen. De minister was blijkbaar van oordeel, dat men moet weten, hoeveel het loodswezen kost, alvorens aan de loodsgelden en den loodsdienst te gaan tornen. In het late middaguur werd de begrooting aangenomen met algemeene stemmen op 3 die der heeren sociaal-democraten, niet alleen TWEKaK HAMER, Zooals in een deel der oplaag van ons vorig nommer nog is gemeld, werd Woensdag dooi de kamer de begrooting voor Marine a an ge nomen met 70 tegen 3 stemmen. Bij de behandeling van art. 36 werd dooi den beer Verhey gewezen op de wenscheüjk- heid om de adspirant-administratenrs aan de Handelsschool te Amsterdam op te leiden. De minister verklaarde de verantwoordelijk heid voor de nu voorgenomen opleiding op zich te nemenhet bleek hem bij onderzoek onmogelijk, om die van Willemsoord naar Amsterdam naar de Handelsschool over te brengen. De minister ontwikkelde nader zijn bezwarende Handelsschool sluit zich aan bij de driejarige H, B. S. en het vakonderwijs voor de adspirant-administrateurs moet aan sluiten bij dat van de H. B. S. met vijfjarigen cursus. De Handelsschool zou geheel veran derd moeten worden, om het onderwijs, dat gericht is op de eischen van den handel, voor de officieren van administratie bruikbaar en nuttig te maken. Dit geldt zoowel voor de talen als voor warenkennis en technologie; de kosten zullen hooger zijn en de militaire vor ming zou door den omgang met burgerlijke leerlingen lijden. De minister durfde geen proef aan, overtuigd, dat men er een jaar mede achteruit zou zijn. Bij art. 40 had een onverkwikkelijk incident plaats. De beer Troelstra, erkennende dat er wel eenige verbetering in de voeding bij de marine is gekomen, verklaarde toch dat daaraan nog veel ontbreekt. Hij toonde dit aan uit een schrijven over de voeding met erwten aan boord van de Adolf van Nassau, die geheel bedorven waren. Hij vertoonde er een monster van. Ook aan boord van de Kortenaer werd soep verstrekt van bedorven erwten eindelijk werd betzelfde voedsel aan boord van de Eitertsen toegediend en op de Friso werden koolrapen verstrekt, die in staat van ontbindirig waren. Wel verschaft men eenige vingerhoeden jenever, maar geen goed voedsel. Er wordt nochtans 36 a 38 cents per man voor het voedsel verstrekt, wat de heer Troelatra ruim voldoende acht voor goed voedsel. Hij kwam voorts op tegen het verstrekken van jenever aan de schepelin gen, zoowel buiten- als binnengaats. Waar de kamer gelden heeft toegestaan aan de reg. om drankmisbruik te bestrijden, mag deze niet medewerken, om den kanker, die aan de wel vaart van ons volk knaagt, aan te wakkeren Al zijn de schepelingen vrij om jenever te. weigeren, het gaat daarmede als met de gods dienst-oefeningen wie weigert wordt bespot. Aan boord van een onzer schepen te Antwer pen werden vreemdelingen ontvangen en men zag daar een ton met de nationale kleuren, een wapen en een oranje-lint, waaropjenever. Dat iB het symbool van ons militairisme vechten en zuipen onder de leus: Voor Vader land en Oranje!' De voorzitter verklaarde de laatste woorden liefst als niet gesproken te beschouwen. Volgens den minister is in het algemeen de verstrekte voeding aan boord uitstekend de hem vertoonde erwten zijn echter niet geschikt voor voeding. Zijn ze aldus als voeding ge geven, dan is dat at te keuren. De min. zal dit onderzoeken, want ook naar zijne meeniDg zijn de voor de voeding uitgegeven gelden voldoende oin ze uitstekend te doen blijven. Wat de jenever aangaat, het gebruik er van is afgenomen; er zijn er die liever het geld nemen. De minister fs geen voorstander van jenever-verstrekking, maar waar zelfs genees- heeren een zoodanige verstrekking tegen vocht en zeelucht op reis gewenscht achten, daar is het moeielijk er mede te breken. Men gaat echter meer en meer dien weg op en geeft nu en dan koffie. Langzamerhand wordt het jene ver-gebruik minder en kan het dan zal de minister gaarne tot de geheele afschaffing medewerken. De heer Staalman verklaarde, dat het voed sel in het algemeen voldoende is, zelfs best. Maar de fout ligt in het verbruiken van voor raad, die reeds eenige reizen heeft medegemaakt. Daaraan make de minister een einde. De heer Verhei) kwam op tegen de uiting van den beer Troelstra; bij noemde die een lichtvaardigheid en een hoogst ongemoti veerde bewering. Dit protest werd met teeke nen van goedkeuring begroet. De heer Troelstra handnaafde zijn meeningy dat de door hem genoemde leuze het militai risme karakteriseert: vechten en zuipen onder de leuzevoor Vaderland en Oranje. De voorzitter riep daarop, nu de heer Troel stra deze woorden herhaalde, den spreker tot de orde. Die woorden zijn niet alleen belet di- gend voor de marine, maar voor het geheele volk. De heer Troelstra hield vol, dat niet allé militairen drinkers zijn, maar wel, dat door de heerschende begrippen en gewoonten het mili tairi8me de afgekeurde fouten kweekt. Het debat werd gesloten waarna de artt. 40 en 41 werden goedgekeurd. Bij art. 47 kwam het loodswezen ter sprake. De heer De Smid zou gaarne voor de kwestie der vervanging van zeil- door stoomloods- vaartuigen en voor de tarieven een commissie ingesteld zien, die de geheele zaak van het loodswezen zou hebben te onderzoeken en deswege voorstellen te doen. De commissie van 1894 had een te veel beperkt mandaat; nochtans had de regeering tegen baar voor stellen bezwaarhet was alleen een financieel bezwaar en daarop mag toch de instelling eener nieuwe commissie met ruimer mandaat niet afstuiten. De minister heeft op dien aandrang met geen woord geantwoord. De heer Groen van Waarder drong bij dei. minister aan op bespoediging eener beslissing in deze zaak en hij ondersteunde het denkbceJu eener uitbreiding van de samenstelling en van het mandaat der commissie. Hij uitte de hoop dat de regeering niet aan finaucieele bezwaren zal vasthouden, waar het een zoo groot belang voor handel en scheepvaart betreft. De minister verzekerde aan dit onderwerp ernstige aandacht te hebben gewijd. Bij zijn optreden bleek hem, dat de vorige regeeringen zijn teruggedeinsd voor hervormingen, omdat de eisch steeds werd gesteld, dat de inkomsten uitgaven moeten compenseeren. Daardoor ook was het mandaat der commissie van 1894 beperkt. De min. acht, na al hetgeen voor en scheepvaart is gedaan, den eisch, dat de uitgaven door de inkomsten worden ge dekt, niet onbillijk. Nu de inkomsten belang rijk toenemen, acht de min. het financieel be zwaar minder gewichtig. Men moet nu begin nen met het uitstekend maken van het loods wezeneerst daarna kunnen de tarieven her zien worden en eerst bij dat laatste kan het gewenscht zijn den handel te hooren en daar voor een commissie te benoemen. Het rapport der commissie is nog niet in 'smin. handen maar het zal spoedig inkomen en strekt om van den Hoek van Holland en IJmuideu de huidige gehuurde zeilschepen door rijks-atoom schepen voor het loodswezen te vervangen. Dat beoogt de min. ook. Het zal een zeer groote verbetering zijn. Of men ook den loodsdienst te Dungeness zal kunnen vervangen is de vraag nogwant daarvan znllen de kosten nog veel belangrijker zjjn. Na repliek van den heer Smidt, die in het bijzonder constateerde dat de zaak der her ziening van het tarief van de baan is, —wat de minister ontkende, omdat bet rapport van 1896 basis blijft zoodra de tarieven aan do orde komen werd art. 47 goedgekeurd, even als artt. 48—53. Bij art. 54 drong de heer Lucasse aan op verbeterde bezoldiging van de kwartiermcea- sters en roeierB bij bet loodswezen te Vlissingen. De minister erkende dat de Belgische lood sen meer verdienen dan de Nederlandsche en beloofde de zaak nader te zullen onderzoeken. Bij art. 62 drong de heer De Klerk aan op maandelijksche aflossing van de wachters op de lichtschepen, evengoed als de kapiteins, stuurlieden en machinisten. Als er geen ern stige bezwaren zijn pleit alles ook voor het mindere personeel voor spoediger aflossing. De heeren Lucasse en Staalman ondersteun den dit verzoek. De 10 a 11.000 gulden, die het meer zon kosten het cijfer is h. i. ech ter niet meer dan f 6000 mag geen belem mering zijn. De minister hield vol, dat de berekening der meerdere kosten ad 10.000 juist is. Het art. werd goedgekeurd, evenals artt. 63— 75, na eenige opmerkingen van den heer Lu casse over den leeftijd der loodsen voor pèn- aioen, dieu hij gaarne verkort zag, en over pen sioneering bij verminking. Inlichtingen op het adres van den gemeenteraad van Naar den, over het wonen van officieren aldaar in garnizoen buiten de De commissie, in wier handen is gesteld de nota van inlichtingen van den minister van oorlog op bovengenoemd adres, spreekt als baar gevoelen uit, dat in den regel de officie ren behooren te wonen in de gemeente waar de troep, waarbij zij zijn ingedeeld, garnizoen houdt, doch dat de minister van oorlog de vrijheid moet hebben om van dien regel at te wij keu in gevalleu waar dit, zonder nadeel voor den dienst, in het belang van de geziü- nen der officieren noodig is. De commissie stelt voor den minister dank te zeggen voor de gegeven inlichtingen. UIT STAD EN PROVINCIE. Bg kon. besluit is benoemd tot 2e luit. bij de dd. schutterij te Zierikzee A. C. van der Vliet, thans schutter. In de St. Cl. van heden is opgonomen de iyBt van hoogstaangeslagenen in de rijks direc- te-belastingen in de provineié Zee I an d de lijst telt 132 namen. De bevolking der provincie be draagt 199.234 personen. Het laagste gezameüjk bedrag, dat tot de plaatsing op de ljjst heeft geleid, is f 452,81. De vereeniging Handelsbelang alhier heeft in eene Woensdag gehouden vergadering besloten, een adres te richten tot den gemeente raad, strekkende om adhesie te betuigen mét het voorstel der zea raadsleden om den prijs van het stook- en lichtgas te verlagen. Dit adres zal bg verschillende boekhandelaren voor belanghebbenden ter teekening worden gelegd. BIjjkens het zgn. Maandboekje overleden gedurende de maand April te Middelburg 23 personen. De ziekten der overledenen warenhart- en vaatziekte 5, keelziekte 3, onvoldoende ontwik keling, kliertering, longtering en longontste king ieder 2 en voorts waterzucht, verzweering, beroerte, ruggemergsziekte, slepend longlijden, kinderdiarrhoea en nierziekte ieder 1. De ouderdom der overledenen wasbeneden het jaar 5, van 1 tot 5 jaar 2, van 5 tot 10 jaar 1, van 25 tot 30 jaar 1, van 45 tot 60 jaar 1, van 55 tot 60 jaar 1, van 60 tot 65 jaar 1, van 65 tot 70 jaar 4, van 70 tot 75 3, van 75 tot 80 jaar 2, van 85 tot 90 jaar 1 en van 90 tot 95 jaar 1. Gedurende de maand April zijn door het centraal-bureau van de telefoon alhier 1814 aansluitingen tot stand gebrachtte V l i s sin- gen 1955. De raad van Sta ven is se heeft in zijho Woensdag gehouden zitting besloten aan ihr 1. van der Lek de Glercq van StavenisBe voor f 800 te verkoopen de oude school met annexe onderwijzerswoning. De bedoeling van den kooper is in bedoelde perceelcn een bewaar school te stichten, waaraan daar groote behoefte bestaat. In de Belgische gemeente Koewacht is heden in een beerput gevonden het lijkje van een kind van het mannelijk geslacht, twee dagen oud, en dat waarschijnlijk een Nederlandsche moeder heeft. De Belgische en de Nederlandsche politie hebben een onderzoek ingesteld. Te Graauw werd Woensdag op de hof. stee van wijlen den burgemeester dier gemeen, te, den heer P, Verbaegen, een van de mooiste Mei-koopdagen gehouden, die sinds

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 1