MIDDELBURGSCHE COURANT.
N°. 103.
141° Jaargang.
1898.
Dinsdag
3 Mei.
Middelburg 2 Mei.
FEUILLETON.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen,
Frjjs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p», f 2,-
Afizonderlijke nummers kosten 5 eent.
Thermometer
Middelburg 2 Mei 8 u. vm. 59 gr. 12 u 72 gr.,
av. 4 u. 67 gr. P. Verw. Z. wind regen.
Advertentiën voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór één uur
aan het bureau bezorgd zijn.
AdvertentiSn: 20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten ea
Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50elke regel meer 20 cent. Reclames 40 oent per regel)
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige
voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis
a&n het bureau te bekomen.
DE LOMBOKTELECRAMMEN.
Generaal Vetter, die de wereld altijd maar
heeft laten praten, heeft eindelijk het stilzwij
gen verbroken.
De Amsterd. Courant bevat een opstel van
den generaal, die daarin de mededeelingen van
v. S. in Insulinde tegenspreekt.
Onze opvatting dat het door v. S- bedoelde
telegram niet kon hebben bestaan, wordt vol
komen bevestigd.
Generaal Vetter heeft den 27en Angs. 1894
slechts éen telegram verzonden en wel het
bericht dat door mr Brooshooft (buiten mede
werking van den generaal) is openbaar gemaakt.
Ook het licht, dat v. S. op den oorlogstoe
stand in November 1894 deed vallen, wordt
door generaal Vetter wat zuiverder gemaakt.
Schoolverslag 1896—1897.
Lager onderwijs.
De toestand van het lager onderwijs in 1896,
nagenoeg onveranderd gebleven, kan niet be
paald gunstig genoemd worden. De uitkomsten
lieten over 't algemeen nog veel te wenschen
over. Ook nu weder wordt zeer ernstig ge-
klaagd, niet alleen over veelvuldig schoolver-
znim, maar ook over het vroeg verlaten van
de school. Het aantal scholen, waar het wet
telijk vereischt aantal onderwijzers niet aan
wezig was, was geringer dan het jaar te voren.
In de bezoldiging van het onderwijzend per
soneel is in sommige gemeenten verbetering
gekomen door eene betere regeling van de
jaarwedden.
De ongunstige toestand komt vooral ten
plattenlande voor, waar 't grootste schoolver
zuim is, en waar men de meeste moeite beeft
om het voldoend aantal onderwijzers te krijgen.
In den toestand van het herhalingsonderwijs
is, blijkens de ontvangen ambtsberichten, geen
verbetering gekomen.
Het onderwijs in de nuttige handwerken voor
meisjes liet aan vele openbare scholen nog veel
te wenschen over, tengevolge van misplaatste
zuinigheid of gemis aan belangstelling van de
zijde der gemeentebesturen.
Landbouwonderwijs werd, voor zooveel daar
omtrent berichten van de inspecteurs werden
ontvangen, alleen gegeven op zes herhalings
scholen te Beemster.
Bij sommige scholen, zoowel in steden als
op het platteland, werden schooltuinen aange
troffen, waar ten behoeve van het onderwijs
der leerlingen land- en tuinbouwgewaBsen
worden gekweekt. De daarmede verkregen uit
komsten zijn over 't algemeen zeer gunstig.
In den toestand van het bijzonder onderwijs
is weder verbetering gekomen. In den omvang
van het lager onderwijs kwam in 1896 nage
noeg geen verandering.
Van uitbreiding van het onderwijs in de
vrije- en ordeoefeningen werd nog weinig
vernomen.
Het getal scholen is in 1896 met 41 ver
meerderd (openbare 17, bijzondere 24).
Het aantal gemeenten, waar herhalingsonder
wijs werd gegeven, verminderde met 29, en het
aantal leerlingen voor dat onderwijs met 436.
Het getal schoolkinderen tusschen 6 en 12
jaar nam toe met 4783 (2560 j. en 2223 m.)
Het getal leerlingen, die de dagschool bezoch
ten, nam toe met 6822 (3558 j. en 3264 m.)
Het aantal dagscholieren, die de avondschool
bezochten, verminderde met 234 j. en 245 m.
Bij de openbare scholen werd aan schoolgeld
f 8674.69s meer ontvangen dan in 1895. Het
getal onderwijzers bij de openbare scholen ver
meerderde met 299 en bij de bijzondere scholen
met 12,
Het getal kweekelingen vermeerderde met
145, nl. dat der vrouwelijke met 256, tegen
over eene vermindering met 111 der manne
lijke kweekelingen.
Het aantal hoofden van scholen, die zonder
bijstand van onderwijzers in scholen met meer
dan 40 leerlingen op 1 Januari 1897 werkzaam
waren, bedroeg 112 tegenover 114 op 1 Januari
1895.
Op 1 Juli 1896 ontbraken bij de openb.
scholen 386 onderwijzers tegen 439 't jaar te
voren. De uitgaven voor het bezoldigd perso
neel bij de openbare scholen vermeerderde met
308.960.84s.
Van de bepalingen der wet, krachtens welke
de lobalen der openb. scholen beschikbaar wor
den gesteld voor het onderwijs in den gods
dienst, werd in 1896 in 870 schoollokalen van
357 gemeenten door godsdienstleeraren gebruik
gemaakt. Moeilijkbeden worden daarvan niet
ondervonden. Klachten over het niet naleven
van art. 33 der wet (neutraliteit der school)
werden niet vernomen.
Aan subsidiën Ver den verleend: in de gewone
kosten 272.950, in de buitengewone kosten
220.000.25. Samen f 492.950.25.
Aan gewone subsidiën werden in 't geheel
9700 meer uitgegeven dan 't jaar te voren
aan subsidiën in de buitengewone kosten
44.665 75 meer. De uitgaven wegens de toe
passing van art. 49 der wet bedroegen in totaal
54.365.75 meer dan in 1895.
In 3 gemeenten werd op 31 December 1896
in 't geheel geen schoolgeld voor de openb.
school geheven. De opbrengst der schoolgel
den aan de openb. scholen bedroeg ƒ1.645.128.53*
zijnde 8.674.629' meer.
Verbodsbepalingen omtrent het arbeiden van
kinderen beneden de 12 jaar bestonden in 144
gemeenten tegen 143 in 't jaar te voren.
Door het uitloven van openbare belooningen
en eereblijken werd het schoolbezoek aange
moedigd door 262 gemeenten, tegenover 268
gemeenten in 1895. De daarvoor gedane uit
gaven bedroegen f 41.895.71s tegen ƒ41.981,12
in 3895.
Blijkens do door de rcgoorïns "ulumgor.
ambtsberichten zijn er nog gemeentebesturen
die, in plaats van het schoolbezoek aan te
moedigen, het blijkbaar tegengaan, om zich de
kosten van meer onderwijzend personeel te
besparen.
In 1896 werd door de gemeenten voor het
lager onderwijs uitgegeven 14.040.265,07'
dat is 542.262,71 meer dan 't jaar te voren.
De inkomsten bedroegen 5.449.725,78', dat is
98 821,21 meer dan in 1895.
Door rijk en gemeenten te zamen werd uitgege
ven f 14,737.361,52', tegenover f 14.095,105,59'
in 1895,
De kosten van het hooger, middelbaar en
lager onderwijs bedragen: voor het rijk
9.970.029,07waarvan 1 715.249,19 voor de
universiteiten; 244.339 78 voor de gymnasia,
latijnscbe scholen enz.; 1.620.077,94' voor het
middelbaar onderwijs, en 6.191.597,93' voor
het lager onderwijs; voor de provincies
84.829,22'; voor de gemeenten 12.878.871,25
waarvan 322.820,08 voor de universitei
ten; 590.004,87' voor de gymnasia enz.;
1.742,52?,16' voor het middelbaar onderwijs
en 10.223.519,12' voor het lager onderwijs.
Totaal der gezamenlijke uitgaven f22.933.729.54s.
De inkomsten bedroegen voor het Rijk
467.551.92voor de gemeenten ƒ2.396.073.83
totaal 2.863.625.75.
Het zuiver bedrag van alle onderwijsuitgaven,
met uitzondering van het militair onderwijs,
van dat in de gevangenissen en bedelaars-
gestichten en van het onderwijs aan de bewaar
scholen was in 1896 derhalve ƒ20.070.103.79';
dat cijfer bedroeg in 1878 10.230.600.15',
klom in 1883 tot 19.435.019.16, nam toen
De wraak van den gevangene.
Uit het Engehch.
ya15
VICTOR WHITECHURCH.
„Brrrl", zei mijn metgezel en greep hui
verend mijn arm. „Dat vind ik iets afschu
welijks 1"
Wij stonden bij een overweg en waren op
het punt de rails over te steken, toen wij een
fluit en eenig gedreun hoorden, en twee vurige
oogen zagen aankomen, die ons waarschuwden
dat er een trein in aantocht was. Wij gingen
dus even achteruit om het ijzeren paard met
zijn vracht voorbij te laten. De lichten van
de wagens flikkerden op ons en wij voelden
een Bterke zuiging, daarna trad de duisternis
weer in en van lieverlede verdween ook het
roode achterlicht bij een bocht van den i
Verder gaande zei ik: „Wateen oud sol
daat en gewezen gevangenbewaarder, zooals
gij zQt, is toch niet bang voor een voorbij
gaanden trein
„Ach! mijnheer, iedereen heeft zijne
zwakke zijde en ik schaam mij niet, u te be
kennen dat ik er ook een heb. Als gij onder-
Vonden badt wat mij een jaar of tien geleden
overkomen is, zoudt gij ook een rilling krjjgen
weder geleidelijk af en steeg ia 1895 weder
tot 19.361.848.20.
A T J E H.
Aan het verslag omtrent de voornaamste
gebeurtenissen in bet gouvernement Atjeh en
onderhoorigheden, aangebracht per Engelsche
mail en loopende van 12 tot met 25 Maart, is
het volgende ontleend.
In den vooravond van 20 Maart brak in de
Chineeeche kamp te Kotaradja (Penajoeng)
Groot-Atjeh, een hevige brand uit, die echter
na eenige uren bedwongen kon worden. Drie-
en-twintig huizen werden door bet vuur ver
nield de schade wordt op bijna 150.000 be
groot.
In Lhong moet T. Oemar weder brieven
rondgezonden hebben, om bijdragen te eischen
voor den oorlog.
Op de Noordkust gingen de hoofdleiders van
het verzet voort hunne oproepingen te richten
tot de radja's der verschillende landschappen
in de Pedirstreek, om zich te Garoet en Areë
te verzamelen ter bespreking van de middelen
om ons gouvernement te bestrijden, en om
hunne opwachting bij den pretendent-sultan te
De hoofden van het landschap Pedir zijn de
eenigen, die bepaald weigeren zich by de ver
zamelde oorlogspartij aan te sluiten en het is
zeker in verband hiermede, dat de pretendent-
sultan zich in den nacht van 20 op 21 Maart
naar Paleh begaf en van daar T. Radja Koeala
medevoerde, om dezen tot radja van Pedir te
verheffen.
Onder de eertijds trouwe aanhangers van
Toeankoe Mohamad Daoed, namelijk Bintara
Tjoemboek, T. Sama Indra en T. Bin Titeuet,
is vrees ontstaan voor het drQven der oorlogs
partij en zij wantrouwen hare bedoelingen, nu
ook -T. Bintara Kemangan zich bij haar heeft
aangeslotengenoemde hoofden hebben daarom
met T. Lampoe-oe afgesproken elkaar in nood
bil te staan.
T. Bintara Tjoemboek heeft Areë reeds
verlaten.
Omtrent de plannen van T. Oemar is nog
niets met zerkerbeid bekend.
Uit goede bron wordt vernomen, dat men bij
de Pidir-expeditie veel tegenstand verwacht.
Toch schijnt Oemar lang niet op zijn gemak
te zijnop tirannieke wijze liet hij achttien
zijner volgelingen dooden, welke door hem
verdacht werden, eenigszins in contact te staan
met de regeering.
Agenten.
Te Ylissingen: C. N. J. de Vet Mestdagh; to
Goes: A. G. Bolioti, firma Wed. sa Jongb.
UIT STAD EN PROVINCIE.
Naar aanleiding der klacht van een onzer
correspondenten, in bet nommer van Zaterdag,
over de slechte aansluiting te Breda van den
trein, die te 7.52 uit Venloo vertrekt, met den
trein naar Zeeland, maakt een onzer lezers
de opmerking dat die klacht ongegrond is.
In de officieele dienstregeling, zoowel van den
nu afgeloopen winter als voor den nu ingetre
den zomer, staat zoo duidelijk mogelijk aange
geven de correspondentie van genoemden trein
70, die te 7.52 uit Venloo vertrekt en te 9.24
te Tilburg aankomt, op trein 1, die te 7.30 uit
Amsterdam vertrekt en te 9.26 in Tilburg
komt om te 9.28 naar Breda, Roosendaal en
Zeeland te vertrekken. Natuurlijk moet men
in Tilburg overstappen.
Zondag morgen te zes uren vereenigden
zich op de Groote Markt a 1 h e r de bij den
Beetuurdersbond aangesloten vereenigingen
ter gelegenheid van den Meidag een wandel
tocht te maken. Alvorens dien aan te vangen,
sprak de voorzitter van genoemden bond, D.
Bimmel, een enkel woord om de niet aange
slotenen uit te uoodigen den tocht mede te
maken, mits in goede orde. Met ontplooide
dels marcheerde daarna de stoet naar het station
en verder over den Ouden VlissingBchen weg
naar Oost-Souburg, waar een oogenblik halt
werd gehouden. Daar werd in de open lucht
door Samson van Amsterdam een korte rede
gehouden, waarin de beteekenis van den
werd uiteengezet.
Te Souburg sloten zich de Vlissingsche be-
toogers bij die van Middelburg aan en wandelde
men gezamenlijk naar de Scheldestad, welke
men doortrok om naar het badhuis te gaan.
In een uitspanning daar dicht bij, werd eenige
tijd gepoosd en voerdeB verschillende sprekers
het woord.
Langs den Nieuwen Vlissingschen weg keerde
men vervolgens naar Middelburg terug, waar
op de Groote Markt de stoet door den voorzit
ter van den Bestuurdershond werd ontbonden.
Door het ongunstig weder moest het eerste
deel van het Mei-concert, dat in den tuin van
het Schuttershof alhier zou plaats hebben, in
de groote zaal gehouden voor het tweede deel
kon echter de tuin gebruikt worden. Een tame
lijk talrijk publiek kwam op en daar sprak
Becker, voorzitter van den Nederl. Kleermakers-
bond, wat tot een kort debat aanleiding gaf.
's Avonds was de groote Schuttershofz&s.\ dicht
bezet door hen, die de feestvergadering wilden
bijwonen. Daar sprak Becker weder een teest-
rede uit, waarin hij de beteekenis van den
Meidag op nieuw uiteenzette, op de wensche-
lijkheid van verbroedering der arbeiders wees
en den bekenden eiach voor de drie achten mo
tiveerde.
tjc "vuuu ïvci j vcraer teesteliik aoorerepracui
door de opvoering van een tooneelstnkje, het
vertoonen van levende beelden, het maken van
muziek en het houden van voordrachten.
Een motie in zake de Gebrs. HogerhuiB
werd aangenomen en besloten een sympathie
betuiging met liet lot barer zoons de moeder
te doen toekomen met de helft der opbrengst
eener voor een tweeledig doel gehouden collecte,
welke 12.10 had opgebracht.
Den ganschen dag cn avond heerschte een
voorbeeldige orde, een alleszins opgewekte
geest en een goede, gezellige toon.
Ook op verschillende andere plaatsen buiten
Zeeland is in denzelfden geest het Meifeest ge
vierd overal werd vergaderd, gespeecht en
hadden muzikale en vocale uitvoeringen plaats;
voor zoover wij lazen, vielen nergens ongere
geldheden voor.
Te Amsterdam werden druk bezochte mee
tings gehouden in het Paleis voor Volksvlijt
en in Gonstantia.
In eerstgenoemd lokaal werd een motie aan
genomen, waarin de onmiddellijke invrijheid
stelling van de Gebrs. Hoogerhnis werd ge-
eisebt.
In de Plantage hielden de parlementaire so
cialisten een vergadering, die minder drukbe
zocht was.
Bij al die betoogingen was de regen, die nu
en dan viel, nog al hinderlijk.
In de St. Ct. van Zondag en Maandag 1
en 2 Mei zijn opgenomen de statuten van de
naamlooze vennootschap Zeeuioache Hypotheek
bank te Middelburg.
Zij is aangegaan voor honderd jaar en heeft
ten doel het ter leen verstrekken van geld
onder eerste hypothecair verband op onroerende
goederen, gelegen in het rijk van Europa, en
het uitgeven van pandbrieven.
Het kapitaal bedraagt 600.000 en is ver
deeld in twee serieën van 300 aandeelen elk
van 1000.
Het geheele kapitaal is geplaatst bij de in
werkingstelling der vennootschap.
Op de aandeelen wordt bij den aanvang der
vennootschap tien percent gestort, tegen over-
gifte der aandeelen.
Verdere storting moet geschieden, wanneer
het be8tnur daartoe het besluit neemt. Het be
sluit daartoe kan slechts genomen worden,
wanneer en voor zoover de storting ter nako
ming van de verplichtingen der vennootschap
jegens derden mocht worden vereischt.
Als commissarissen treden op de beeren
mr F. N. van der Bilt; mr A. P. R. C. baron
van der Borch van Verwolde; mr J. G. van
DeinseD. J. DronkersJ. F. van DunnóI.
H. C. Heyse; W. A. de Laat de Kanter; W.
F. K. Lenshoekmr J. M. Rensjhr A. C.
Roëllmr P. J. F. van Voorst Vadermr R.
van Veenmr J. M. Schout VelthuysW. C.
de Vlaming.
De vennootschap wordt beheerd door twee
directeuren, die door aandeelhouders worden
benoemd. In afwijking hiervan worden voor
de eerste maal tot directeuren benoemd de
beerenC. J. Huvers en mr A. A. de Veer Gz.
en als adjunct-directeur de heer C. Versluys.
Overgeplaatst van Vlisaingen naar
Rotterdam de postconducteur A. Tavenier.
als er een sneltrein langs u heen snorde.
„0, dus is er een reden voor f
„Zeker mijnheer. Indien gy met mij
naar huis wilt gaan en een half uurtje uitrus
ten, zal ik u vertellen, wat mij toen gebeurd is".
Ik betuigde mijn ingenomenheid met dat
voorsteldoch vóór ik verder ga, moet ik ver
melden, dat tot op dien avond deze metgezel
mij geheel onbekend was geweest. Ik logeerde
sedert eenige dagen in een klein stadje, Druli-
minster genaamd, en was uit visschen gegaan
iu de buurt, met geen ander gezelschap dan
mijn pijp.
Terwijl ik aandachtig naar myn dobber zat
te kijken, kwam er een knap, bejaard man
naast mij zitten en sloeg insgelijks zijn hengel
uit. Daar wij heiden weinig beet hadden, be
gonnen wg een praatje, en toen de schemering
inviel, pakten wij ons boeltje in en wandelden
samen over de velden naar het stadje terug.
Hij vertelde mij het een en ander van zijn
verleden, waaruit ik vernam dat hij begonnen
was bij het leger en later gevangenbewaarder
was geweest in de bekende strafgevangenis
van Dartport, uit welke betrekking bij sedert
eenige jaren zijn ontslag genomen had, om
in het stadje, waar hij geboren was, een vreed
zaam leven te slijten en te genieten van zijn
spaarpenningen en zijn pensioen. Een eindje
voorbij den overweg hielden wij stil voor een
klein huisje in de eerste straat van een der
buitenwijken.
„Kom binnen, mijnbeer", zei de oude
man. „Ik woon alleen; want ik ben vrijgezel,
dus als gg een kopje thee by my wilt drinken
terwijl ik vertol, zal het mij zeer aangenaam
zijn."
Het was een kille herfstavond en het hel
dere vnur en de zingende theeketel maakten
de kleine woonkamer zoo gezellig dat ik zijn
uitnoodiging gaarne aannam.
„En nu, mijnheer", zei hij toen wij
rustig gezeten waren, „zal ik u vertellen
waarom ik niet gaarne des avonds dicht by
een sneltrein kom.
„Gij kunt natuuriyk wel nagaan dat wy
somtijds zonderlinge klanten te Dartport had
den. Die koninkiyke hotels nemen allerlei
gasten op, en wy kunnen niet kieskeurig zijn.
wat het gedrag aangaat. Een van de ergste
galgenboeven, die ik mij herinner, was
kerel, dien ik maar by zyn oud nummer 36
zal noemen. Hij moest een langdurige straf
ondergaan voor zoover ik weet, zit bij nog;
als er iets meer bewijzen waren geweest,zou zijn
gevangenistijd zeker korter geweest en op het
schavot uitgeloopen zyn doch, niettegen
staande hij heel wat op zijn kerfstok had
niemand er aan twijfelde of hij een moord
pleegd had, ontbraken de noodige bewijzen
om hem te veroordeelen.
„Van het eerste oogenblik af begreep ik
dat wij moeite met No 36 zouden hebben.
Niet alleen dat hij zoo groot en sterk was, maar
Men schrijft ons uit Houtenisse:
Aan Je lenen van ner vnnrnvmnr nnmitetOt
oprichting van eene coöperatieve beetwortel-
suikerfabriek in ZeeuwschVlaanderen werd
dezer dagen door den voorzitter eene exploi
tatie-rekening toegezonden voor eene fabriek
van 30 40 millioen Kg. beetwortelbewerking
per campagne. Uit die rekening, opgemaakt
in overleg met bevoegde deskundigen, blijkt,
dat men by de gunstige ligging van de fabriek
en de uitstekende kwaliteit der beetwortelen
gerust kan aannemen, dat zelfs in het ongun
stigste geval en bij eene jaarhjksehe aflossing
van 1/15 van het geleende kapitaal nog eene
verhooging van den beetwortelprys ad 1.00
kan gegeven worden.
Men Bchryft ons uit Terneuzen in ver
band met de bekende kwestie der raadsver
kiezing
Zooals reeds in het vorig nommer bericht
werd, besloot Zaterdagmorgen tiet hoofdstem
bureau, alvorens den uitslag der stemming vast
te stellen, het advies van den commissaris der
koningin te vragen hoe te handelen, daar in de
bus van het 2e stemdiatrict één briefje te veel
Alvorens deze beslissing genomen werd,
ging bet stembureau over tot de opening der
pakketten van genoemd stemdistrict, en wel
aanleiding vaneen verzoek van drie kiezers.
Dit verzoek wa3 gegrond op de meening, dat
dan zou na te speuren zijn of de kiezer, die
twee biljetten ontvangen bad, daarvan slechts
ik merkte het aan zyn loenschen, valschen blik.
En ik had my niet vergistwant hij bleek
een van de lastigste gevangenen te zyn, die
wij ooit gehad hadden. Hij kreeg al spoedig
een gruwelijken hekel aan my, daar bet onge
luk wilde dat ik de eerste was die een slecht
rapport wegens wangedrag over hem moest
uitbrengen, en hij door mij het eerst toen
kennis maakte met de kat met negen staarten
(een zweep met negen riemen).
„Toen ik dien avond in zijn cel kwam,
verbrak hij den strengen regel van stilzwijgen
en siste„Jou duivelsche cipier. Ik zal je
dooden, eer ik met je afgedaan heb".
Het was een dreigement, dat ik al meer dan
eenB gehoord had en ik trok het mij indertijd
niet erg aan, ofschoon ik later alle reden had
om het mij te herinneren.
„Er verliepen twee jaar en 36 gaf
teekenen van beterschap. Hij had een by
der krachtig gestel en de gev&ngenkost scheen
hem in het minst niet te verzwakken. Hij
moest in de steengroeven voortdurend streng
bewaakt worden, want hij verstond de kunst
om op allerlei manieren gevaarlijk te zyn
„Eindelijk, tegen het einde van den
zomer, veranderde hij eensklaps van tak-
tiek, en werd bedaard en handelbaar
maar ik vertrouwde hem minder dan ooit;
want ik had hem goed gadegeslagen en beg
dat hy iets in zijn schild voerde. Ik bad mij
niet bedrogen, want op een middag toen er
plotseling een zware mist op kwam, knalde er
op eens een schot en het bleek dat 36 gevlucht
Gebruik makende van den mist, bad hy
den naastbijstaanden oppasser tegen den grond
geworpen, een schildwacht met een steenworp
gedood, en was op den loop gegaan, het er op
wagende of de tweede hem een kogel na zond.
Hy werd natuuriyk terstond nagezet, doch
het gelukte hem op de heide te ontkomen.
Toen de duisternis inviel, werd er een arm oud
man gevonden, die, half naakt en versuft, op
eenige mijlen afstands van de gevangenis lag,
en bygebracht zijnde, vertelde dat 36 hem ge
dwongen bad hem al zgne boven kleeren
te geven, zoodat de vluchteling alle kans had
om weg te komen.
,Het was tusschen negen en tien, toen
ik, met eenige leden van bet opsporing»'
peloton, dicht bij den spoorweg bleef staan,
om te beraadslagen. Het was de groote Zuid-
we8teiyke lyn naar Londen, die dwars door
een verlaten landstreek ten noorden van Dart
port loopt.
„„Of het iets zou baten als wij naar het
station van Weestmoor gingen zei myn
aanvoerder. Westmoor lag ongeveer twee
mijlen hooger op, aan de lyn.
„„Het is zeker mogelijk, dat hy zich hier
ergens schuil houdt en op een trein loert,
ofschoon ik overtuigd ben dat hy naar het
noorden zal gaan dat houd ik voor waar»
{Slot volgt.)