MIDDELBURGSCHE COURANT. N°. 103. 141° Jaargang. 1898. Dinsdag 3 Mei. Middelburg 2 Mei. FEUILLETON. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, Frjjs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p», f 2,- Afizonderlijke nummers kosten 5 eent. Thermometer Middelburg 2 Mei 8 u. vm. 59 gr. 12 u 72 gr., av. 4 u. 67 gr. P. Verw. Z. wind regen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór één uur aan het bureau bezorgd zijn. AdvertentiSn: 20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten ea Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50elke regel meer 20 cent. Reclames 40 oent per regel) Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis a&n het bureau te bekomen. DE LOMBOKTELECRAMMEN. Generaal Vetter, die de wereld altijd maar heeft laten praten, heeft eindelijk het stilzwij gen verbroken. De Amsterd. Courant bevat een opstel van den generaal, die daarin de mededeelingen van v. S. in Insulinde tegenspreekt. Onze opvatting dat het door v. S- bedoelde telegram niet kon hebben bestaan, wordt vol komen bevestigd. Generaal Vetter heeft den 27en Angs. 1894 slechts éen telegram verzonden en wel het bericht dat door mr Brooshooft (buiten mede werking van den generaal) is openbaar gemaakt. Ook het licht, dat v. S. op den oorlogstoe stand in November 1894 deed vallen, wordt door generaal Vetter wat zuiverder gemaakt. Schoolverslag 1896—1897. Lager onderwijs. De toestand van het lager onderwijs in 1896, nagenoeg onveranderd gebleven, kan niet be paald gunstig genoemd worden. De uitkomsten lieten over 't algemeen nog veel te wenschen over. Ook nu weder wordt zeer ernstig ge- klaagd, niet alleen over veelvuldig schoolver- znim, maar ook over het vroeg verlaten van de school. Het aantal scholen, waar het wet telijk vereischt aantal onderwijzers niet aan wezig was, was geringer dan het jaar te voren. In de bezoldiging van het onderwijzend per soneel is in sommige gemeenten verbetering gekomen door eene betere regeling van de jaarwedden. De ongunstige toestand komt vooral ten plattenlande voor, waar 't grootste schoolver zuim is, en waar men de meeste moeite beeft om het voldoend aantal onderwijzers te krijgen. In den toestand van het herhalingsonderwijs is, blijkens de ontvangen ambtsberichten, geen verbetering gekomen. Het onderwijs in de nuttige handwerken voor meisjes liet aan vele openbare scholen nog veel te wenschen over, tengevolge van misplaatste zuinigheid of gemis aan belangstelling van de zijde der gemeentebesturen. Landbouwonderwijs werd, voor zooveel daar omtrent berichten van de inspecteurs werden ontvangen, alleen gegeven op zes herhalings scholen te Beemster. Bij sommige scholen, zoowel in steden als op het platteland, werden schooltuinen aange troffen, waar ten behoeve van het onderwijs der leerlingen land- en tuinbouwgewaBsen worden gekweekt. De daarmede verkregen uit komsten zijn over 't algemeen zeer gunstig. In den toestand van het bijzonder onderwijs is weder verbetering gekomen. In den omvang van het lager onderwijs kwam in 1896 nage noeg geen verandering. Van uitbreiding van het onderwijs in de vrije- en ordeoefeningen werd nog weinig vernomen. Het getal scholen is in 1896 met 41 ver meerderd (openbare 17, bijzondere 24). Het aantal gemeenten, waar herhalingsonder wijs werd gegeven, verminderde met 29, en het aantal leerlingen voor dat onderwijs met 436. Het getal schoolkinderen tusschen 6 en 12 jaar nam toe met 4783 (2560 j. en 2223 m.) Het getal leerlingen, die de dagschool bezoch ten, nam toe met 6822 (3558 j. en 3264 m.) Het aantal dagscholieren, die de avondschool bezochten, verminderde met 234 j. en 245 m. Bij de openbare scholen werd aan schoolgeld f 8674.69s meer ontvangen dan in 1895. Het getal onderwijzers bij de openbare scholen ver meerderde met 299 en bij de bijzondere scholen met 12, Het getal kweekelingen vermeerderde met 145, nl. dat der vrouwelijke met 256, tegen over eene vermindering met 111 der manne lijke kweekelingen. Het aantal hoofden van scholen, die zonder bijstand van onderwijzers in scholen met meer dan 40 leerlingen op 1 Januari 1897 werkzaam waren, bedroeg 112 tegenover 114 op 1 Januari 1895. Op 1 Juli 1896 ontbraken bij de openb. scholen 386 onderwijzers tegen 439 't jaar te voren. De uitgaven voor het bezoldigd perso neel bij de openbare scholen vermeerderde met 308.960.84s. Van de bepalingen der wet, krachtens welke de lobalen der openb. scholen beschikbaar wor den gesteld voor het onderwijs in den gods dienst, werd in 1896 in 870 schoollokalen van 357 gemeenten door godsdienstleeraren gebruik gemaakt. Moeilijkbeden worden daarvan niet ondervonden. Klachten over het niet naleven van art. 33 der wet (neutraliteit der school) werden niet vernomen. Aan subsidiën Ver den verleend: in de gewone kosten 272.950, in de buitengewone kosten 220.000.25. Samen f 492.950.25. Aan gewone subsidiën werden in 't geheel 9700 meer uitgegeven dan 't jaar te voren aan subsidiën in de buitengewone kosten 44.665 75 meer. De uitgaven wegens de toe passing van art. 49 der wet bedroegen in totaal 54.365.75 meer dan in 1895. In 3 gemeenten werd op 31 December 1896 in 't geheel geen schoolgeld voor de openb. school geheven. De opbrengst der schoolgel den aan de openb. scholen bedroeg ƒ1.645.128.53* zijnde 8.674.629' meer. Verbodsbepalingen omtrent het arbeiden van kinderen beneden de 12 jaar bestonden in 144 gemeenten tegen 143 in 't jaar te voren. Door het uitloven van openbare belooningen en eereblijken werd het schoolbezoek aange moedigd door 262 gemeenten, tegenover 268 gemeenten in 1895. De daarvoor gedane uit gaven bedroegen f 41.895.71s tegen ƒ41.981,12 in 3895. Blijkens do door de rcgoorïns "ulumgor. ambtsberichten zijn er nog gemeentebesturen die, in plaats van het schoolbezoek aan te moedigen, het blijkbaar tegengaan, om zich de kosten van meer onderwijzend personeel te besparen. In 1896 werd door de gemeenten voor het lager onderwijs uitgegeven 14.040.265,07' dat is 542.262,71 meer dan 't jaar te voren. De inkomsten bedroegen 5.449.725,78', dat is 98 821,21 meer dan in 1895. Door rijk en gemeenten te zamen werd uitgege ven f 14,737.361,52', tegenover f 14.095,105,59' in 1895, De kosten van het hooger, middelbaar en lager onderwijs bedragen: voor het rijk 9.970.029,07waarvan 1 715.249,19 voor de universiteiten; 244.339 78 voor de gymnasia, latijnscbe scholen enz.; 1.620.077,94' voor het middelbaar onderwijs, en 6.191.597,93' voor het lager onderwijs; voor de provincies 84.829,22'; voor de gemeenten 12.878.871,25 waarvan 322.820,08 voor de universitei ten; 590.004,87' voor de gymnasia enz.; 1.742,52?,16' voor het middelbaar onderwijs en 10.223.519,12' voor het lager onderwijs. Totaal der gezamenlijke uitgaven f22.933.729.54s. De inkomsten bedroegen voor het Rijk 467.551.92voor de gemeenten ƒ2.396.073.83 totaal 2.863.625.75. Het zuiver bedrag van alle onderwijsuitgaven, met uitzondering van het militair onderwijs, van dat in de gevangenissen en bedelaars- gestichten en van het onderwijs aan de bewaar scholen was in 1896 derhalve ƒ20.070.103.79'; dat cijfer bedroeg in 1878 10.230.600.15', klom in 1883 tot 19.435.019.16, nam toen De wraak van den gevangene. Uit het Engehch. ya15 VICTOR WHITECHURCH. „Brrrl", zei mijn metgezel en greep hui verend mijn arm. „Dat vind ik iets afschu welijks 1" Wij stonden bij een overweg en waren op het punt de rails over te steken, toen wij een fluit en eenig gedreun hoorden, en twee vurige oogen zagen aankomen, die ons waarschuwden dat er een trein in aantocht was. Wij gingen dus even achteruit om het ijzeren paard met zijn vracht voorbij te laten. De lichten van de wagens flikkerden op ons en wij voelden een Bterke zuiging, daarna trad de duisternis weer in en van lieverlede verdween ook het roode achterlicht bij een bocht van den i Verder gaande zei ik: „Wateen oud sol daat en gewezen gevangenbewaarder, zooals gij zQt, is toch niet bang voor een voorbij gaanden trein „Ach! mijnheer, iedereen heeft zijne zwakke zijde en ik schaam mij niet, u te be kennen dat ik er ook een heb. Als gij onder- Vonden badt wat mij een jaar of tien geleden overkomen is, zoudt gij ook een rilling krjjgen weder geleidelijk af en steeg ia 1895 weder tot 19.361.848.20. A T J E H. Aan het verslag omtrent de voornaamste gebeurtenissen in bet gouvernement Atjeh en onderhoorigheden, aangebracht per Engelsche mail en loopende van 12 tot met 25 Maart, is het volgende ontleend. In den vooravond van 20 Maart brak in de Chineeeche kamp te Kotaradja (Penajoeng) Groot-Atjeh, een hevige brand uit, die echter na eenige uren bedwongen kon worden. Drie- en-twintig huizen werden door bet vuur ver nield de schade wordt op bijna 150.000 be groot. In Lhong moet T. Oemar weder brieven rondgezonden hebben, om bijdragen te eischen voor den oorlog. Op de Noordkust gingen de hoofdleiders van het verzet voort hunne oproepingen te richten tot de radja's der verschillende landschappen in de Pedirstreek, om zich te Garoet en Areë te verzamelen ter bespreking van de middelen om ons gouvernement te bestrijden, en om hunne opwachting bij den pretendent-sultan te De hoofden van het landschap Pedir zijn de eenigen, die bepaald weigeren zich by de ver zamelde oorlogspartij aan te sluiten en het is zeker in verband hiermede, dat de pretendent- sultan zich in den nacht van 20 op 21 Maart naar Paleh begaf en van daar T. Radja Koeala medevoerde, om dezen tot radja van Pedir te verheffen. Onder de eertijds trouwe aanhangers van Toeankoe Mohamad Daoed, namelijk Bintara Tjoemboek, T. Sama Indra en T. Bin Titeuet, is vrees ontstaan voor het drQven der oorlogs partij en zij wantrouwen hare bedoelingen, nu ook -T. Bintara Kemangan zich bij haar heeft aangeslotengenoemde hoofden hebben daarom met T. Lampoe-oe afgesproken elkaar in nood bil te staan. T. Bintara Tjoemboek heeft Areë reeds verlaten. Omtrent de plannen van T. Oemar is nog niets met zerkerbeid bekend. Uit goede bron wordt vernomen, dat men bij de Pidir-expeditie veel tegenstand verwacht. Toch schijnt Oemar lang niet op zijn gemak te zijnop tirannieke wijze liet hij achttien zijner volgelingen dooden, welke door hem verdacht werden, eenigszins in contact te staan met de regeering. Agenten. Te Ylissingen: C. N. J. de Vet Mestdagh; to Goes: A. G. Bolioti, firma Wed. sa Jongb. UIT STAD EN PROVINCIE. Naar aanleiding der klacht van een onzer correspondenten, in bet nommer van Zaterdag, over de slechte aansluiting te Breda van den trein, die te 7.52 uit Venloo vertrekt, met den trein naar Zeeland, maakt een onzer lezers de opmerking dat die klacht ongegrond is. In de officieele dienstregeling, zoowel van den nu afgeloopen winter als voor den nu ingetre den zomer, staat zoo duidelijk mogelijk aange geven de correspondentie van genoemden trein 70, die te 7.52 uit Venloo vertrekt en te 9.24 te Tilburg aankomt, op trein 1, die te 7.30 uit Amsterdam vertrekt en te 9.26 in Tilburg komt om te 9.28 naar Breda, Roosendaal en Zeeland te vertrekken. Natuurlijk moet men in Tilburg overstappen. Zondag morgen te zes uren vereenigden zich op de Groote Markt a 1 h e r de bij den Beetuurdersbond aangesloten vereenigingen ter gelegenheid van den Meidag een wandel tocht te maken. Alvorens dien aan te vangen, sprak de voorzitter van genoemden bond, D. Bimmel, een enkel woord om de niet aange slotenen uit te uoodigen den tocht mede te maken, mits in goede orde. Met ontplooide dels marcheerde daarna de stoet naar het station en verder over den Ouden VlissingBchen weg naar Oost-Souburg, waar een oogenblik halt werd gehouden. Daar werd in de open lucht door Samson van Amsterdam een korte rede gehouden, waarin de beteekenis van den werd uiteengezet. Te Souburg sloten zich de Vlissingsche be- toogers bij die van Middelburg aan en wandelde men gezamenlijk naar de Scheldestad, welke men doortrok om naar het badhuis te gaan. In een uitspanning daar dicht bij, werd eenige tijd gepoosd en voerdeB verschillende sprekers het woord. Langs den Nieuwen Vlissingschen weg keerde men vervolgens naar Middelburg terug, waar op de Groote Markt de stoet door den voorzit ter van den Bestuurdershond werd ontbonden. Door het ongunstig weder moest het eerste deel van het Mei-concert, dat in den tuin van het Schuttershof alhier zou plaats hebben, in de groote zaal gehouden voor het tweede deel kon echter de tuin gebruikt worden. Een tame lijk talrijk publiek kwam op en daar sprak Becker, voorzitter van den Nederl. Kleermakers- bond, wat tot een kort debat aanleiding gaf. 's Avonds was de groote Schuttershofz&s.\ dicht bezet door hen, die de feestvergadering wilden bijwonen. Daar sprak Becker weder een teest- rede uit, waarin hij de beteekenis van den Meidag op nieuw uiteenzette, op de wensche- lijkheid van verbroedering der arbeiders wees en den bekenden eiach voor de drie achten mo tiveerde. tjc "vuuu ïvci j vcraer teesteliik aoorerepracui door de opvoering van een tooneelstnkje, het vertoonen van levende beelden, het maken van muziek en het houden van voordrachten. Een motie in zake de Gebrs. HogerhuiB werd aangenomen en besloten een sympathie betuiging met liet lot barer zoons de moeder te doen toekomen met de helft der opbrengst eener voor een tweeledig doel gehouden collecte, welke 12.10 had opgebracht. Den ganschen dag cn avond heerschte een voorbeeldige orde, een alleszins opgewekte geest en een goede, gezellige toon. Ook op verschillende andere plaatsen buiten Zeeland is in denzelfden geest het Meifeest ge vierd overal werd vergaderd, gespeecht en hadden muzikale en vocale uitvoeringen plaats; voor zoover wij lazen, vielen nergens ongere geldheden voor. Te Amsterdam werden druk bezochte mee tings gehouden in het Paleis voor Volksvlijt en in Gonstantia. In eerstgenoemd lokaal werd een motie aan genomen, waarin de onmiddellijke invrijheid stelling van de Gebrs. Hoogerhnis werd ge- eisebt. In de Plantage hielden de parlementaire so cialisten een vergadering, die minder drukbe zocht was. Bij al die betoogingen was de regen, die nu en dan viel, nog al hinderlijk. In de St. Ct. van Zondag en Maandag 1 en 2 Mei zijn opgenomen de statuten van de naamlooze vennootschap Zeeuioache Hypotheek bank te Middelburg. Zij is aangegaan voor honderd jaar en heeft ten doel het ter leen verstrekken van geld onder eerste hypothecair verband op onroerende goederen, gelegen in het rijk van Europa, en het uitgeven van pandbrieven. Het kapitaal bedraagt 600.000 en is ver deeld in twee serieën van 300 aandeelen elk van 1000. Het geheele kapitaal is geplaatst bij de in werkingstelling der vennootschap. Op de aandeelen wordt bij den aanvang der vennootschap tien percent gestort, tegen over- gifte der aandeelen. Verdere storting moet geschieden, wanneer het be8tnur daartoe het besluit neemt. Het be sluit daartoe kan slechts genomen worden, wanneer en voor zoover de storting ter nako ming van de verplichtingen der vennootschap jegens derden mocht worden vereischt. Als commissarissen treden op de beeren mr F. N. van der Bilt; mr A. P. R. C. baron van der Borch van Verwolde; mr J. G. van DeinseD. J. DronkersJ. F. van DunnóI. H. C. Heyse; W. A. de Laat de Kanter; W. F. K. Lenshoekmr J. M. Rensjhr A. C. Roëllmr P. J. F. van Voorst Vadermr R. van Veenmr J. M. Schout VelthuysW. C. de Vlaming. De vennootschap wordt beheerd door twee directeuren, die door aandeelhouders worden benoemd. In afwijking hiervan worden voor de eerste maal tot directeuren benoemd de beerenC. J. Huvers en mr A. A. de Veer Gz. en als adjunct-directeur de heer C. Versluys. Overgeplaatst van Vlisaingen naar Rotterdam de postconducteur A. Tavenier. als er een sneltrein langs u heen snorde. „0, dus is er een reden voor f „Zeker mijnheer. Indien gy met mij naar huis wilt gaan en een half uurtje uitrus ten, zal ik u vertellen, wat mij toen gebeurd is". Ik betuigde mijn ingenomenheid met dat voorsteldoch vóór ik verder ga, moet ik ver melden, dat tot op dien avond deze metgezel mij geheel onbekend was geweest. Ik logeerde sedert eenige dagen in een klein stadje, Druli- minster genaamd, en was uit visschen gegaan iu de buurt, met geen ander gezelschap dan mijn pijp. Terwijl ik aandachtig naar myn dobber zat te kijken, kwam er een knap, bejaard man naast mij zitten en sloeg insgelijks zijn hengel uit. Daar wij heiden weinig beet hadden, be gonnen wg een praatje, en toen de schemering inviel, pakten wij ons boeltje in en wandelden samen over de velden naar het stadje terug. Hij vertelde mij het een en ander van zijn verleden, waaruit ik vernam dat hij begonnen was bij het leger en later gevangenbewaarder was geweest in de bekende strafgevangenis van Dartport, uit welke betrekking bij sedert eenige jaren zijn ontslag genomen had, om in het stadje, waar hij geboren was, een vreed zaam leven te slijten en te genieten van zijn spaarpenningen en zijn pensioen. Een eindje voorbij den overweg hielden wij stil voor een klein huisje in de eerste straat van een der buitenwijken. „Kom binnen, mijnbeer", zei de oude man. „Ik woon alleen; want ik ben vrijgezel, dus als gg een kopje thee by my wilt drinken terwijl ik vertol, zal het mij zeer aangenaam zijn." Het was een kille herfstavond en het hel dere vnur en de zingende theeketel maakten de kleine woonkamer zoo gezellig dat ik zijn uitnoodiging gaarne aannam. „En nu, mijnheer", zei hij toen wij rustig gezeten waren, „zal ik u vertellen waarom ik niet gaarne des avonds dicht by een sneltrein kom. „Gij kunt natuuriyk wel nagaan dat wy somtijds zonderlinge klanten te Dartport had den. Die koninkiyke hotels nemen allerlei gasten op, en wy kunnen niet kieskeurig zijn. wat het gedrag aangaat. Een van de ergste galgenboeven, die ik mij herinner, was kerel, dien ik maar by zyn oud nummer 36 zal noemen. Hij moest een langdurige straf ondergaan voor zoover ik weet, zit bij nog; als er iets meer bewijzen waren geweest,zou zijn gevangenistijd zeker korter geweest en op het schavot uitgeloopen zyn doch, niettegen staande hij heel wat op zijn kerfstok had niemand er aan twijfelde of hij een moord pleegd had, ontbraken de noodige bewijzen om hem te veroordeelen. „Van het eerste oogenblik af begreep ik dat wij moeite met No 36 zouden hebben. Niet alleen dat hij zoo groot en sterk was, maar Men schrijft ons uit Houtenisse: Aan Je lenen van ner vnnrnvmnr nnmitetOt oprichting van eene coöperatieve beetwortel- suikerfabriek in ZeeuwschVlaanderen werd dezer dagen door den voorzitter eene exploi tatie-rekening toegezonden voor eene fabriek van 30 40 millioen Kg. beetwortelbewerking per campagne. Uit die rekening, opgemaakt in overleg met bevoegde deskundigen, blijkt, dat men by de gunstige ligging van de fabriek en de uitstekende kwaliteit der beetwortelen gerust kan aannemen, dat zelfs in het ongun stigste geval en bij eene jaarhjksehe aflossing van 1/15 van het geleende kapitaal nog eene verhooging van den beetwortelprys ad 1.00 kan gegeven worden. Men Bchryft ons uit Terneuzen in ver band met de bekende kwestie der raadsver kiezing Zooals reeds in het vorig nommer bericht werd, besloot Zaterdagmorgen tiet hoofdstem bureau, alvorens den uitslag der stemming vast te stellen, het advies van den commissaris der koningin te vragen hoe te handelen, daar in de bus van het 2e stemdiatrict één briefje te veel Alvorens deze beslissing genomen werd, ging bet stembureau over tot de opening der pakketten van genoemd stemdistrict, en wel aanleiding vaneen verzoek van drie kiezers. Dit verzoek wa3 gegrond op de meening, dat dan zou na te speuren zijn of de kiezer, die twee biljetten ontvangen bad, daarvan slechts ik merkte het aan zyn loenschen, valschen blik. En ik had my niet vergistwant hij bleek een van de lastigste gevangenen te zyn, die wij ooit gehad hadden. Hij kreeg al spoedig een gruwelijken hekel aan my, daar bet onge luk wilde dat ik de eerste was die een slecht rapport wegens wangedrag over hem moest uitbrengen, en hij door mij het eerst toen kennis maakte met de kat met negen staarten (een zweep met negen riemen). „Toen ik dien avond in zijn cel kwam, verbrak hij den strengen regel van stilzwijgen en siste„Jou duivelsche cipier. Ik zal je dooden, eer ik met je afgedaan heb". Het was een dreigement, dat ik al meer dan eenB gehoord had en ik trok het mij indertijd niet erg aan, ofschoon ik later alle reden had om het mij te herinneren. „Er verliepen twee jaar en 36 gaf teekenen van beterschap. Hij had een by der krachtig gestel en de gev&ngenkost scheen hem in het minst niet te verzwakken. Hij moest in de steengroeven voortdurend streng bewaakt worden, want hij verstond de kunst om op allerlei manieren gevaarlijk te zyn „Eindelijk, tegen het einde van den zomer, veranderde hij eensklaps van tak- tiek, en werd bedaard en handelbaar maar ik vertrouwde hem minder dan ooit; want ik had hem goed gadegeslagen en beg dat hy iets in zijn schild voerde. Ik bad mij niet bedrogen, want op een middag toen er plotseling een zware mist op kwam, knalde er op eens een schot en het bleek dat 36 gevlucht Gebruik makende van den mist, bad hy den naastbijstaanden oppasser tegen den grond geworpen, een schildwacht met een steenworp gedood, en was op den loop gegaan, het er op wagende of de tweede hem een kogel na zond. Hy werd natuuriyk terstond nagezet, doch het gelukte hem op de heide te ontkomen. Toen de duisternis inviel, werd er een arm oud man gevonden, die, half naakt en versuft, op eenige mijlen afstands van de gevangenis lag, en bygebracht zijnde, vertelde dat 36 hem ge dwongen bad hem al zgne boven kleeren te geven, zoodat de vluchteling alle kans had om weg te komen. ,Het was tusschen negen en tien, toen ik, met eenige leden van bet opsporing»' peloton, dicht bij den spoorweg bleef staan, om te beraadslagen. Het was de groote Zuid- we8teiyke lyn naar Londen, die dwars door een verlaten landstreek ten noorden van Dart port loopt. „„Of het iets zou baten als wij naar het station van Weestmoor gingen zei myn aanvoerder. Westmoor lag ongeveer twee mijlen hooger op, aan de lyn. „„Het is zeker mogelijk, dat hy zich hier ergens schuil houdt en op een trein loert, ofschoon ik overtuigd ben dat hy naar het noorden zal gaan dat houd ik voor waar» {Slot volgt.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 1