MIRDELBURGSCHE COURANT.
N°. 102.
1898.
Maandag
2 Mei.
Yoor heweMadigden.
141° Jaargang.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prfj», per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p.,/2.—
Afzonderlijke nummers kosten 5 oent.
Thermometer
Middelburg 30 April 8 u. vm. 57 gr. 12 u 69 gr.,
av. 4 o. 63 gr. F. Verw. Z. wind
Advertentiën voor bet eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór één uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Advertentiën: 20 cent per regol. Geboorto- dood- en alle andere famHioberiohten en
Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel]
Grooto letters naar de plaats die zij innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige
voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis
aan het bureau te bekomen.
Agenten.
Te VlissingenC. N. J. de Vet Mestdagh te
Goes: A. C. Bolluyt, firma Wed. de Jonge.
Of zijn zij niet beweldadigd die nu reeds
of binnenkort een reisgids door ons land
een deel der Wandelingen door Nederland
van Craandyh of eeD Baedeker in handen
nemen om te bepalen waarheen zij in een
der volgende maanden hunne schreden
zullen richten.
Het is waar: men kan hen verdeelen in
onbezorgde en bezorgde reizigersin men-
schen die, zonder zich te bekommeren om
de financieele eischen, welke zulk een reis
stelt, vrij en zonder zorg den staf opnemen
en in personen wien de noodzakelijkheid is
opgelegd voor eigen gezondheid rust te
nemen of verandering van lucht te zoeken,
maar wier beurs geen buitensporige uitgaven
toelaat.
Van de laatsten zjjn er meer dan van de
eerstenmaar zij genieten toch ook het
voorrecht van te kunnen gaan naar elders
zy ziju toch ook beweldadigd waar hun de
weg niet is afgesloten die tot verbetering
hunner gezondheid, tot verjonging van hun
persoon, maar toch ook tot veraangenaming
van het leven voert.
Hetzij dan dat men ga louter voor ge
noegen hetzij men dit doet voor herstel
van gezondheid, tot noodzakelijke opfris-
sching, heerlijk is reeds veelal het idee op
reis te gaan en zich te verplaatsen.
Bij hen wagen wij het gehoor te vrageD
voor een welwillend verzoek. Op hun
medelijdend hart, op hun gevoel voor prac-
tische weldadigheid en hulpbetoon doen wij
Wjj meenen daartoe geen geschikter
oogenblik te kunnen kiezen dan thans, nu
zij, die voor genoegen zullen reizen, of zij-
wier gezondheid geen zorg behoeft te baren,
al ia eenige rust en afwisseling ook noodig,
willen zij met frisschen moed weer aan het
werk gaan, verkeeren in eene goede stemming,
met het oog op een heerlijk vooruitzicht.
Hun zouden wij willen vragen zich eeD
oogenblik in gedachten te verplaatsen in deD
toestand van hen, voor wie znlk een ver
andering ook dringend noodig is, maar die
uit totaal gebrek aan geld verplicht zijn te
blijven waar zij zijn, met de zekerheid dat
zij nu niet kunnen genezen, wat Wel het
geval zou wezen, wanneer zij slechts eenige
middelen hadden.
Zou dit voor hen geen pijnigende, geen
wreede gedachte zijn?
En zoo zijn er toch in de wereld, in ons
land, in onze woonplaats, in onze naaste
omgeving allicht.
Wanneer die beweldadigden dan, dit
wetende, denken aan het voorrecht, dat zii
hebben boven zoovele anderen, dan honden
wij ons overtuigd, dat zij gaarne iets van
het hunne zouden willen afstaan voor Öie.
niet-bevoorrechten, wanneer zij slechts wisten
dat huu gave nuttig en practisch wordt
besteed.
Welnu, daartoe kunnen wij een goed adres
opgeven. Wij wezen dit reeds in 't kort aan,
maar wij gevoelen ons gedrongen dit iets
meer uitvoerig te doen in het belang van
eene nuttige en practische vereeniging.
De philantropie openbaart zicb tegen
woordig in velerlei, volgens sommige zelfs
in te veel vormen. Wij zullen ze niet alle
in bescherming nemen; sommige zijn niet
boven bedenking of van overdrijving vrit
te pleiten.
Maar daarom te meer wasrdeeren wij het
pogen, om niet alleen liefdadigheid uit tt
oefenen, maar tegelijkertijd practisch te zijn
door te trachten erger te voorkomen.
Als men een kostwinner, wiens gezond
heid slecht is, de gelegenheid geeft die weet
te herstellen, dan doet men niet alleen.een
weldaad aan hem, maar ook aan zijn gezin,
aan de maatschappij, aan eigen kring, omdat,
komt zulk een man te vallen, de achterblij-
venden allicht voor rekening der openbare
liefdadigheid komen.
Uit dat standpunt beschouwd, is het zelfs
in het belang van bet algemeen, dat "men
zulk een man helpt. Het is wel, in plaats
van een menschlievend, een egoïstisch stand
punt, dat men dan inneemt; maar voor
sommigen heeft dit meer waarde dan andere
pverwegingen.
Wfl voor om letten echter liever op de
heerlijke gedachte, die aan zulk een hulp
ien grondslag ligt, de gedachte aan weldoen
en naastenliefde betrachten.
Eu daarvan getuigt menige regel in het
negende jaarverslag van de vereeniging
Reisbelasting. Daaruit blijkt, dat door het
bestuur eu de plaatselijke comités van die
vereeniging met liefde is gearbeid; dat de
verpleging der patiënten over het algemeen
getuigde van liefde en zorgdat menig
hunner niet was uitgepraat in lof over de
heusche en hartelijke behandeling, die hij
had ondervonden.
Om werkelijk de waarde van hetgeen door
die vereeniging gedaan wordt te kunnen
beoordeeleD, zou men een kijkje moeten
kunnen nemen in de gezinnen en toestanden,
waaruit zij de meeste patiënten verkrijgt.
Mat.r de bescheidenheid zou het verbieden,
al bestond de gelegenheid ertoe.
Daarvan veel meedeelen kau en mag het
bestuur ook niet. „Maar" zegt het
„och, er wordt zooveel geleden en het is
zoo heerlijk eenige verlichting te kunnen
verleenen."
Eene ODkele aanhaling uit het verslag is
leerzaam voor velen en geeft een duidelijk
inzicht op den nuttigen arbeid der vereeni
ging.
„Zooals vorige jaren maakten aldus luidt
het slot van dat verslag ook dit jaar man
nen en jongens slechts een kleine minderheid
onder onze patiënten uit. Toch ontbraken zij
niet. Zoo kunnen wij noemen o. a. een huisva
der, die ruim 20 jaren in een olieslagerij had
gewerkt; hij was een knap werkman en deed,
evenals zijn vrouw, alles om er boven op te
blijvenmaar hij had zich overwerkt en was
daardoor zeer sterk in zijn zenuwgestel ge
schokt. Toen hij na vier weken uit Zandvoort
terugkwam, waren de krachten veel bijgeko
men, en ging het loopen iets beterhet spre
ken bleef hem echter nog moeilijk vallen.
Zoo ook een ander werkman uit Arnhem,
een zeer oppassend man, maar die reeds gedu
rende twee jaren niets had kunnen verdienen.
Hij bracht 6 weken te Zandvoort door, en is
een van degenen van wie de docter getuigt,
dat er een groote verbetering is tot stand ge
komen hij nam l'/s kilo in gewicht toe.
Zoo ook een jongen van 18 jaren, in een ijzer
fabriek werkzaam, wiens vader reeds jaren ge
leden, en wiens moeder onlangs gestorven was.
Hij had typhus gehadnu is hij weer zoo ver
dat hij zijn werk kon hervatten. Zoo ook
een brievenbesteller uit Leiden, met een gezin
met 5 kinderen. Hij had influenza gehad, was
te vroeg weer aan het werk gegaan, en was
weer ingestort. Het verblijf te Apeldoorn knapte
i aanmerkelijk op. En zoo waren er meer
kostwinners, huisvaders, wier ziekte zooveel
zorg met zich bracht.
Bij de groote meerderheid van vrouwelijke
patiënten kunnen wij onderscheidendienst
boden te zwak om haar werk te verrichten
moeders afgetobd door de zorg voor een groot
gezin, en verplicht daarvoor de kost te ver
dienen, daaronder niet weinige weduwen
naaisters die voor zichzelf, en dikwijls ook nog
voor ouders of andere betrekkingen, eensober
stuk brood moeten trachten te verdienen
onderwijzeressen, die zich overwerkt hadden;
personen die aan acute ziekten geleden hadden,
maar ook door gemis aan voedsel en friseche
lucht niet weer op krachten konden komen
ouden van dagen, die met moeite den kost
verdienden en wien het, ook door haar ellen
dige omgeving, aan alle levenskracht ontbrak.
En zoo zouden wij meer kunnen noemen.
Dat zeker niet aan allen de hulp even goed
besteed was, dat er wel eens personen gingen
die maar liever hadden moeten thuis blijven
dat achter het verlangen eenigen tijd naar
buiten te gaan een enkele keer wel eens iets
anders stak, dan zorg voor de gezondheid
wij zullen het niet ontkennen, en niemand kan
het meer betreuren dan wij. Vergissingen,
teleurstellingen zijn ook in deze niet te ontgaan,
vooral waar vaak op zeer grooten afstand en
naar gelijk ons later bleek onvolledige
inlichtingen moest worden geoordeeld. Toch
mogen wij ook in dit opzicht met dankbaarheid
erkennen, dat de teleurstellingen niet opwegen
tegen de verblijdende ervaringen. Honderd
vier en negentig personen, die door onze ver
eeniging in staat gesteld zijn gedurende eenigen
tijd de frissche buitenlucht, goede verzorging,
goed voedsel, rust te genieten, het is geen
kleinigheid. Laten er dan enkelen onder ge
weest zijn, aan wie deze weldaad verkwist is,
verre de meesten zijn er door geholpen en ver
kwikt en goedgedaan.
Hun dank brengen wij gaarne, met den onzen,
aan allen over, die ons door hunne gaven tot
onzen -arbeid hebben in staat gesteld."
Commentaren op die mededeelingen willen
wij niet maken. Een ieder kan zelve daar
over oordeeleu. Maar op een punt willen
wij toch even do bijzondere aandacht vestigen.
Men laat wel eens als bezwaar tegen znlke
vereenigingen wegen, dat zij zorgeloosheid
aankweekeo; onberaden huwelijken in de
hand werken. Welnu, de Reisbelasting strekt
haar hulp uit over gehuwden en ongehuwden;
zij steunt na ernatig onderzoek; on zelfs,al
deden zij, die geholpen worden, vroeger een
onberaden stap, zij worden nu voor de toe
komst gesteund, opdat die voor de hunneD
geen grooter ellende brenge in den vorm vat
voortdurende ziekte en achteruitgang, om te
eindigen in totalen ondergang.
De belangstelling in de vereeniging Reis
belasting is toenemende, ook in onze omge
ving. Dit hebben wij reeds meegedeeld.
Maar zij kon toch nog grooter zijn.
Als ieder, die zijn budget voor de reis
opmaakt en op geen gulden behoeft te zien,
een, twee of meer percenten van dat budget
afzonderde of meer uitgaf ten bate van die
vereeniging, dan deed men een weldaad,
zonder dat men zelve iats te kort behoefde
te komen. Hoe royaal, om niet te zeggen,
boe roekeloos en overdreven, is men vaak
op reis met het geven van fooien, die niet
altijd even noodig en goed besteed zijn,
maar waarvan zeker een deel veel nuttige»1
kon worden aangewend in het belang van
de ReubelastingEn zelfs, al mocht men zich
daarvoor iets ontzeggen, zou men dan meenen
dat dit de reis zou henadeelen
Wij gelooven het tegendeelwij gelooven,
dat het genot ervan zou worden verhoogd
door de gedachte te hebben meegewerkt aan
een goed werk; aan het opbouwen van het
geluk van menig persoon, van menig gezin.
En dat is geen geringe voldoening.
Laten wij, op het voetspoor van het ver
slag, ook' ten slotte eens mogen herinneren
aan het doel der Vereeniging. Dit bestaat
hierin: aan minvermogenden, die voor herstel
van gezondheid, volgens attest van hun
geneesheer, bosch of zeelucht noodig hebben,
deze gedurende eenigen tijd te verschaffen.
En om naar buiten te gann, komen het
eerst in aanmeiking kostwinnersdan per
sonen die aan eene acute ziekte geleden of
eeu operatie ondergaan hebben, dan ook
personen die zich op de eene of andere wijze,
zonder bepaald ziek te zijn geweest, hebben
overwerkten daardoor niet in staat zijn hnn
werk te verrichten.
Wie in Zeeland aan het goede doel der
Vereeniging wil medewerken, weet het:
ia Middelburg en Vlissingen bestaat
een comité; in onze stad zijn het de
dames M. van der Ha»st en Van Deinse
De Bruijne; in onze zusterstad de dames
de wed. Van der Berg-Tulp en J. Bouvin,
die zeker zich zullen verheugen in elke gift.
welke haar ter hand wordt gesteld of tos-
gezonden.
Middelburg 30 April.
TELEURSTELLEND.
De Standaard vindt dat de houding, door
het Centrum en het Huisgezin inzake Leerplicht
ingenomen, teleur stelt.
En dan die van den heer Fabius Die is
nog in de familie.
Bovendien zon het blad meenen, dat er onder
eigen partijgenooten nog niet veel meer aan
hangers zijn van leerplicht en tegenstanders
van het standpunt, dat dr Kuyper en zijne
vrienden benevens de ultramontaansche bond
genooten tegenover het aanhangige wetsontwerp
innemen
Nog een klacht over onzen gezant
te Parijs.
In het Hbld. komt een schrijven voor van
mr Van Rappard, lid van de Staten van Gel
derland, die zich naar aanleiding van 't geval-
Israëls beklaagt over de ook door hem onder
vonden wijze, waarop de belangen van Neder
landers in Frankrijk behartigt worden.
De heer v. R. was gehuwd met een Fransche
vrouw, die dus natuurlijk door haar huwelijk
Nederlandsche werd. Deze vrouw werd krank
zinnig en is toen op haar verzoek op een villa
in baar geboorteplaats Auchy verpleegd. Daar
heeft haar familie haar ontvoerd en aan 't ge
zag van haar echtgenoot onttrokken, terwijl de
bevolking uit den omtrek de villa plunderde
en vernielde. De heer V. R. begaf zich toen
naar Parijs, waar hij den heer De Stners vroeg
hoe hij weder zijn vrouw terngbekomen kon,
om voor haar te zorgen, en hoe hij schade
vergoeding en bestraffing van de verantwoor
delijke personen krijgen kon.
De heer Do Stners kon er niets aan doen
de heer V. R. werd van den een naar den ander
gestuurd en niemand kon hem helpen. Toen
wendde de heer V. R. zich tot onzen minister
van huitenlandsche zaken, die hem ook weinig
troost kon schenken. Wat betreft de terugbe-
koming van mevrouw v. R., mochten de autori
teiten in deze niet tusschenbeide komen, omdat
mevr. v. R. een actie tot scheiding van tafel en
bed bad ingesteld en de president van de
rechtbank te Béthune, in deze natuurlijk onbe
voegd, haar voorloopig had toegestaan haar in
trek te nemen hij haar grootouders. En wat de
plundering der villa betreft, daaromtrent kon
de heer v. R. desverkiezende een aanklacht in
dienen bij de Fransche autoriteiten, wat feite
lijk was geschied, doch zonder resultaat.
Uit het stuk blijkt: lo dat de Nederlandsche
minister, wel verre van de vernieling van het
eigendom van onzen landgenoot te beantwoor
den met een krachtige diplomatieke actie,
trachtte den benadeelde over te halen geen ge
volg aan de zaak te geven, wijl daarnit een
voor hem onaangenaam geschrijf in de kranten
zon volgen; 2o dat onze minister het zeer
twijfelachtig noemt of de Fransche justitie de
plunderaars zal straffen; 3o dat de Fransche over
heid onzen landgenoot den raad gaf zich zelf
recht te verschaffen door zijn vrouw maar weer
terug te rooven; 4e dat men te Parijs onder
de hand verzekerde dat men officieel niet wilde
helpen, omdat er dan te veel gevoeligheden
zouden worden opgewekt. „Den 8sten Mei
waren de algemeene kamerverkiezingen en
wanneer men mij hielp, zegt de heer Van
Rappard, zouden personen (lie de regeerings-
candidaten steunden, der regeering minder
welgezind worden, ja zelfs hun steun aan
de tegenpartij verzekeren" 5o dat een
Fransch rechter aan de echtgenoote van
een in Nederland wonend Nederlander, alzoo
een Nederlandsche vrouw, heeft toegestaan de
haar door haar iran aangewezen woning te
verlaten en haar machtigde elders haar verblijf
te vestigen.
Persoonlijke dienstplichten Patrimonium.
Op de jongste vergadering der afdeeling
Watergraafsmeer van het Nederl. Werklieden
verbond Patrimonium is met algemeene stem
men de volgende motie aangenomen
De afdeeling „Watergraafsmeer" van het
Nederl. Werkl. Verbond Patrimoniumken
nis genomen hebbende van het bij de Tweede
kamer der Staten-Generaal ingediend wets
ontwerp tot afschaffing der plaatsvervanging
en lettende op de jongste discussiën, hierover
in de pers gehouden, acht zich geroepen, uit
te spreken, dat, naar hare overtuiging, be
doelde wet zoowel strekt tot sociale recht-
vaardigheid als tot verheffing van bet leger,
en van meening zijnde, dat studenten in de
Godgeleerdheid niet kunnen beschouwd wor
den als in het ambt van Dienaar des Woords
staande, en het voor de aanstaande Dienaren
des Woords zelfs gewenscht is, dat zij ook die
zijde van het practische leven leeren kennen,
spreekt den wensch uit, dat ook zij aan den
persoonlijken dienstplicht deelnemen en de wet
door de Tweede kamer der Staten-Generaal zoo
worde gewijzigd, dat het verdedigen van onze
nationale onafhankelijkheid voor alle zonen
des Vaderlands volkomen gelijk zij.
Aan de andere afdeelingen van Patrimonium
is adhaesie-betuiging gevraagd.
BENOEMINGEN ENZ.
De St. Ct van heden bevat een Kon.
besluit van den 22en April 1898, tot wijziging
van bet Kon. besluit van 10 Juli 1896 (Stbl.
no 104), waarbij nader wordt bepaald, welke
ziekten van het vee voor besmettelijk worden
gehouden en welke der, in de wet van 20 Juli
1870 (Stbl. no 131) genoemde, maatregelen bij
het heerschen of bij het dreigen van elke dier
ziekten moeten toegepast worden.
Blijkens een telegram van den gouv.-gen.
van N.-I., van 29 dezer, wordt de gouverne-
mentskoffieoogst op Java voor dit jaar thans
geraamd op omstreeks 132.000 pikols.
UIT STAD EN PROVINCIE.
Wij herinneren dat morgen (Zondag 1
Mei) de zomerdienstregeling op de spoorwegen
begint. De bekende opgaaf in ons blad is
daarmee in overeenstemming gebracht.
Met ingang van 1 Mei zijn verplaatst
de kommies verificateur bij 's rijks belastingen
S. Hazenberg van Zierikzee naar IJmuiden,
en de kommies der 2e klasse J. A. van Hoeve
van Terneuzen naar Schiedam, zulks met
intrekking zijner verplaatsing naar Tholen.
Z. K. H. prins Christiaan van Sleeswijk-
Holstein kwam Vrijdagnacht, komende van
Berlijn, met den sneltrein te Vlissingen
aan, om de reis naar Engeland met de nacht
boot, Koningin Regentes te vervolgen.
Bij den gedurende Maart en April d. j.
gehouden nationalen schietwedstrijd met flobert
buks van 6 m.m. en rijks cylindergeweer, uit
geschreven door de afdeeling Haarlem e. o.
van den Ned. bond van oud onderofficieren
en de schietvereeniging Generaal Van Merlen,
te Haarlem, behaalde de heer H. F. van
en van Vlissingen den 14en geld
prijs op de vrije baan cylinder, terwijl
der schiet- en tooneelvereeniging Onder Ons
mede aldaar, als de verstkomende, een fraai
eerekrnis werd aangeboden.
-Te Domburg werd heden morgen, in
het in aanbouw zijnde nieuwe hötel op de
duinen, de 23-jarige man P. de V. door den
rijksveldwachter dood gevonden.
lij had Vrijdagavond deelgenomen aan eene
uitvoering van eene tooneelvereeniging en zich
na afloop daarvan in genoemd huis begeven,
waaraan hij werkzaam was, om daar te over
nachten.
Hoogstwaarschijnlijk is hij bij zijne thuis
komst van een ladder gevallen.
Naar men ons meldtis C. d. K. weduwe D.
d. W., landbouwster te Heinkenszand,den
9en dezer gearresteerd als verdacht van brand
stichting op hare hofstede, heden weder op
vrije voeten gesteld.
- Op een Donderdag avond te Goes door
de nieuwe liberale kiesvereeniging Vooruitgang
gehouden vergadering werd voorlezing gedaan
van de met de vereeniging Goes gevoerde cor
respondentie over de eventueele samenwerking
bij de verkiezingen.
Voor de Staten-verkiezingen zal men afwach
ten welke personen definitief candidaat ge
steld worden.
Uit een met het bestuur der Liberale Unie
gevoerde correspondentie bleek, dat de heer
C. A. Zelvelder te Utrecht bereid is vóór de
stemming in eene nader te bepalen openbare
bijeenkomst als spreker op te treden.
- Omtrent het meegedeelde feit, dat aan het
station te Rotterdam uit den zak van een
handelaar in granen te Goes een portefeuille
is gerold, meldt de G. Crt nader, dat de be
roofde even te voreu eene belangrijke som aan
bankpapier had ontvangen, wat gedurende de
telling door eenige personen kan gezien zijn.
De Goesenaar was echter voorzichtig genoeg
geweest om deze som niet in zijn. portefeuille,
maar op meer secure wijze te bergen in een
afsluitbaar zakje aan de binnenzijde van het
vest. Deed iedereen zoo, het bedrijf van zak
kenroller zou bij gebrek aan grijpbaren buit
spoedig tot de geschiedenis behooren!
Te Brouwershaven is geplaatst de
tot rijksveldwachter aangestelde schipper en
visscher, P. Kik te Bruinisse.
By de Vrijdag te Terneuzen gehouden
stemming voor een lid van den raad waren
uitgebracht 829 stemmen, waarvan 15 van
onwaarde. Aantal kiezers 1113.
Hiervan verkregen de heeren P. A. van de
Velde (lib.) 310, J- P. van Herp (antirev.) 198,
A. J. Tazelaar (antirev.) 197 en R. Platteeuw,
(werkmanscandidaat) 109 stemmen.
Er zou dus eene herstemming moeten plaats
hebben tusschen de beide eerstgenoemden.
Daar in de bus te Sluiskil eou briefje
meer was dan er namen voorkwamen op de
ljjst der gestemd hebbende kiezers (110) wat,
naar men ons schrijft, van invloed kan zijn
op de kwestie of ook de heer Tazelaar al of
niet in herstemming moet komen, besloot bet
hoofd8temhurean daaroverhet advies te vragen
van den commissaris der koningin. De voor
zitter van het bureau vertrok daartoe naar
Middelburg.
Naar wij vermoeden, zal de commissaris der
koningin eenvoudig opmerken, dat het stem
bureau moet beslissen en dit reeds, overeen
komstig art. 93 en 94 der kieswet, hedenmor
gen te negen uur had moeten doen.
Dat in deze eene andere beslissing mogelijk
is dan eene herstemming tusschen de twee ge
noemde personen, gelooven wij niet, daar zich
hier het geval niet voordoet dat drie personen
in herstemming zullen komen.
Over het al of niet wettige der stemming
wordt bij het onderzoek der geloofsbrieven
door den raad beslist.
In de Vrijdag namiddag te Eede ge
houden raadsvergadering is tot gemeente-ont
vanger benoemd de heer T. F. Nuonink.
Woensdag voormiddag, toen de zonen van
den landbouwer Barbé te Philippine met
paard en wagen uit den kleinen ÓTef/epolder
door den Braakman naar huis reden, zakte het
paard plotseling tot aan den buik in bet drjjf»