MIDDELRIRGSCHE COURANT. N°. 100. 141° Jaargang. 1898. Vrijdag 29 April. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prfjs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2. Afzonderlijke nummers kosten 5 oent. Thermometer Middelburg 28 April 8 u. vm. 59 gr. 12 u 71 gr., »v. 4 n.64 gr.F.Verw. Z. wind. Bg deze courant behoort een Bijvoegsel, dat Woensdagavond reeds aan onze geabon- neerden te Middelburg is bezorgd. Middelburg 28 April, De waarheid over de Lombok-telegrammen. In ons nummer van 25 Maart maakten wij eenige opmerkingen over het telegram, door generaal Vetter na de Lombokramp aan den gouverneur-generaal gezonden. Herhaaldelijk was beweerd, dat de generaal bet hoofd had verloren en onmiddellijk naar Batavia had geseind, dat hij met het overschot der expeditie Lombok zou verlaten. Alleen aan het krachtige optreden van den gouverneur- generaal zou het te danken zijn geweest, dat de expeditie, in strijd met het advies van haar opperbevelhebber, op Lombok was gebleven. Mr P. Brooshooft heeft daarop vóór eenige maanden den laster ten nadeele van den generaal den kop willen indrukken, waarom bij openbaarheid gaf aan den tekst van het telegram, door generaal Vetter na zijn aan komst in het bivak te Ampenan aan den gouverneur-generaal gezonden. Thans komt V. S. in Imulinde op deze zaak terug. Hy neemt, op gezag van mr Brooshooft, gaarne aan, dat het door dezen medegedeelde telegram door den generaal verzonden is ge worden. Maar hg meent, dat het „als een paal boven water staat, dat er dan nog een ander voorafgaand telegram is geweest, veel hope loozer, dan het door mr B. gepubliceerde." Dit telegram kwam daarop neer, dat de expeditie naar Java moest terugkeeren, om in een volgend seizoen opnieuw georganiseerd te worden. V. S. geeft verder een heel verhaal van het overleg, door den gouverneur-generaal op 28 Aug. gehouden, en over de zitting van den Baad van Indië, na afloop waarvan aan generaal Vetter werd geseind, „dat hij had te biyven en dat hem belangryke versterkingen zouden worden toegezonden." De heer V. S. deelt „de waarheid" in deze mede, „niet om dien verdienstelijken opper officier omlaag te halen, maar om nit de scha duw in het volle licht te plaatsen de persooniyke verdiensten van den gouverneur-generaal, aan wiens energieke, snelle beslissing, toen menigeen te Batavia „„den kop kwyt was,"" bet te danken is, dat deze hoogst gevaarlijke tijd voor onze heerschappij in Indië geëindigd is met een volslagen verdelging en vernedering van den opgestanen vazalstaat." Op den lof, hier den gouverneur-generaal gebracht, zullen zeker weinigen iets willen afdingen. Ieder, die den loop van zaken in 1894 en in 1896 heeft gevolgd, zal moeten erkennen, dat de heer Van der Wijck heeft getoond, een buitengewone, krachtige, energieke persoonlijkheid te zijn. Maar een andere vraag is, of het waar is, dat generaal Vetter de expeditie wilde opgeven, en dat hij feitelijk door den gouverneur-gene raal is gedwongen te blijven. Wij voor ons gelooven het niet. Dat het door den heer V. S. bedoelde „eerste" tele gram bestaan heeft, betwijfelen wijdat de generaal alleen onder den invloed van een bevel uit Batavia op Lombok gebleven is, ontkennen wij. Immers in het door mr B. gepubliceerde telegram van generaal Vetter spreekt deze niet van terugkeer der expeditie, maar wel van een geheel nieuwe organisatie en van versterking der artiljerie. Dit telegram nu was den 27en van Ampenan verzonden. Eerst den volgenden dag, 28 Aug., hoorde de gouverneur-generaal van de ramp, en kon deze overgaan tot het raadplegen van den leger-commandant, den gouverneur van Atjeh en den Raad van Indië. Hoe Iaat de gouverneur-generaal het groote telegram van den opperbevelhebber der Lombok expeditie heeft ontvangen, is ons niet 1 Wij weten alleen dat hy den 28sten Aug., deB namiddags te 2.10, een gedeelte van den inhoud aan den minister seinde (regeeringstelegram 333). Overhaasting nu is zeker geen ondeugd van iet personeel ier regeeringibnresra j en waw w)j Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór één nor aan het bureau bezorgd zijn. Advertentiën: 20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel} Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis aan het bureau te bekomen. bovendien weten, dat het telegram nog erg besnoeid werd vóór het naar patria ging, daar is het duidelijk, dat het bericht zeker vóór den middag te Weltevreden is geweest. Is hiermede te rijmen het beweren, dat de gouverneur-generaal, dien ochtend van Buiten zorg te Weltevreden komende, daar een ander telegram van generaal Vetter ontving; een telegram „veel hopeloozer" dan het door mr Brooshooft bedoelde, en waarin de generaal adviseerde de expeditie op te geven 't Wil er bij ons niet in. Immers, zal dat waar zijn, dan moet generaal Vetter op 27 Augustus, met een tusschenruimte van een paar uur, tweemaal een telegram naar Batavia hebben gezonden, het tweede van een gansch andere strekking dan heteerBte; dan moet de generaal voor een dezer beide telegrammen een extra boot hebben besteld, daar de gewone koerier- boot slechts eens per dag voer. Op zich zelf is dit niet aannemelijk. En de aandachtige lezing van het telegram, gelijk mr B. het mededeelt, doet zien, dat het geen vervolg is op een ander bericht. Het is een kort, maar geheel afgerond verhaal van alles wat was voorgevallen van het oogenblik dat de nachtelgke beschieting begon, tot de terug komst van de verslagen expeditie in het bivak te Ampenan. Ware daaraan een ander telegram voorafge gaan, dan zou men in het tweede telegram juist de hoofdfeiten (bv. het sneuvelen van generaal Van Ham) hebben gemist, daar deze natuurlijk in het eerste telegram zouden zijn vermeld. Dit alles maakt het zeer onwaarschijnlijk dat aan het groote telegram een ander is vooraf gegaan. Bovendien heeft de minister van koloniën, toen in de kamer het feit ter sprake kwam dat het groote telegram zoo laat open baar gemaakt was, geantwoord dat dit het eerste telegram was, dat door den landvoogd was ontvangen. Wie nu wil beweren, dat er toch een ander telegram aan het groote voorafging, moet dus heel veel bewijzen. Hij moet aannemelijk maken, dat generaal Vetter den 27en eerst de expeditie wilde opgeven, en een paar unr later, zonder op zijn eerste advies te zinspelen, of zijn veranderde zienswijze toe te lichten, de middelen tot reorganisatie der expeditie aan gaf. Hij moet aantoonen, dat de generaal dien dag tweemaal gemeenschap met Boeleleng hadhij moet aantoonen, dat de gouverneur- generaal den inhoud en het bestaan van het eerste telegram voor den minister, geheim hield. Of V. S. tot dat alles kans ziet Wij voor ons gelooven het niet, en nemen veeleer aan, dat het telegram, dat aan het station Welte vreden aan den gouverneur-generaal werd over handigd, het groote telegram was, welks eerste e dien dag officieel bekend werd gemaakt, en dat nu door mr. Brooshooft in zijn geheel is medegedeeld. Een andere voorstelling der zaak ia waarlijk niet noodig, om in het licht te stellen dat de heer V. d. Wgck in die moeilgke oogenblikken het hoofd boven water hield. Eerder zon die andere voorstelling den gouverneur-gene raal schaden. Want, al heeft de uitkomst hem in het gelijk gesteld, het heeft toch een hoogst bedenkelijke zijde, dat een gouverneur-generaal, die de tele graaf tot zijn beschikking heeft, de berichten over zoo belangrijke gebeurtenissen achterhoudt, teneinde den minister van koloniën voor een fait accompli te stellen. Wij kunnen dus zeker niet medegaan met V. S., die dat den gouverneur-generaal tot eeB eer rekent en die met zooveel woorden be weert, dat deze niet alleen het telegram van kolonel Quispel, maar ook het eerste telegram van generaal Vetter achterhield. De heer V. d. Wijck had het opperbestuur niet mogen blootstellen aan het treurige figuur dat het maakte, toen het eerst Dinsdagavond de eerste berichten ontving over de ramp, 30 uur vroeger door een der bladen wereldkundig gemaakt. Leerplicht. Het is een gelukkig teeken, dat vele anti liberalen hunne ingenomenheid betuigen met het ingediende ontwerp tot invoering van leer plicht en o. a. het orgaan van dr Schaep- 'man, Set Centrum, voortgaat daarvoor eer pleidooi te leveren. Dit blad, dat eerst, tot ergernis van De Tijd, een plaats verleende aan een opstel van G. v. Br. ten gunste van het ontwerp, bevat in de laatste dagen een reeks artikelen over leerplicht, waarin het uit de arbeidsecquête een meuigte getui genissen aanhaalt van R.-K. priesters, onder wijzers en leeken, die zich allen voor wette- lijken leerplicht verklaren. „Ziedaar," zegt het katholieke blad, „het thans urkmdlich geleverde bewijsdat wij, door iets te gevoelen voor de wenschelgkheid van leer plicht, volstrekt niet alleen staan, maar ons in goed roomsch gezelschap bevinden. „Hoevele welmeenende katholieken hier te lande zouden er evenzoo over denken als de nu aangehoorde getuigen? Wij weten het niet. Maar wel kennen wij in onze eigen omgeving verschillende, met onderwijszaken vertrouwde geloofsgenooten, die een voor ons katholieken aannemelijke wet op leerplicht zeer goed denk baar achten. Ook in het buitenland vinden wij voor zulk een gevoelen steun bij katholieke auteurs en woordvoerders van onmiskenbare beteekenis." Opmerking verdient ook, dat een R.-K. onderwijzer in het Hbld schrijft: „Mochten de schoolopzieners en de onder wijzers hun stem eens uitbrengen over het noodig of onnoodig van leerplicht, hoe klein zou het getal zijn die zich zouden scharen bij Maasbode enz. Eigenbelang kan hier moeilijk in het spel zijn, galleen de belangen van het schoolkind worden door die heeren in het oog gehouden. En of men dan hoorde Katholieken of niet-Katholieken zou vrijwel ik zijn." Verzekering van werklieden. ij de Tweede kamer is ingekomen het door de vorige regeering reeds ter band genomen, doch buiten behandeling gebleven ontwerp van wet, houdende wettelijke verzekering van werk lieden tegen de gevolgen van ongevallen in bepaalde bedrijven. De regeering verklaart, dat het thans inge diende ontwerp in hoofdtrekken overeenkomt met dat der vorige regeering. Ook de toelichting is bijna geheel nit het vorige ontwerp overgenomen. Onder de verzekeringsplichtige bedrijven zgn thans nog opgenomen de omnibus-ondernemin gen, het leggen van riolen en van gas- en water leidingen buiten gebouwen, het fabriceeren van lichtgas en het verwerken van de daarbij ont stane nevenproducten, het koken van moutwgn en jenever. Nieuw is voorts een bepaling, strekkende om de verzekering ook uit te strekken over den hier woonachtigen werkman, die voor de hier gevestigde onderneming het bedrijf in een vreemd land tijdelijk of bij tusschenpoo- zen uitoefent. Wordt bedoelde werkman in de verzekering opgenomen, dan behoort door den werkgever voor hem premie betaald te worden. Tevens is een bepaling opgenomen waardoor bevorderd wordt, dat het buitenland onze werklieden in de verzekeringsplichtige bedrgven niet in eene wettelijke verzekering tegen de gevolgen van ongevallen opneemt, bijaldien zij aldaar tijdelijk of bij tusschen- poozen het bedrijf uitoefenen. Waar in bet vorige ontwerp bepaald was dat, indien de verzekerde werkman lid is van een fonds voor uitkeering en hij gedurende' langer dan drie weken gedeeltelijk of geheel ongeschikt is tot werken, de verzekeringsbank hem bovendien als schadeloosstelling uitkeert een geldsom, geiykstaande met 26 maal de door hem aan het fonds over de week, vooraf gaande aan het ongeval, betaalde bijdrage, is in het nieuwe ontwerp de termijn op zes weken gesteld en het bedrag op 52 maal de week-bijdrage. In verband daarmede is ook geregeld de termijn voor de verdere schade loosstelling, in den vorm van geregelde uit keering op rente. De schadeloosstelling voor begrafeniskosten, door de rijksverzekeringsbank uit te keeren, is bepaald op dertigmaal het dagloon van den overledene. In het vorige ontwerp was be paald 10 pet. van het jaarloon. De rente-uitkeering aan de nagelaten be trekkingen is uitgebreid tot elk ouderloos klein kind, indien de overledene zijn kostwinner was, en bedraagt 20 pet. van diens dagloon. BEAOEMIAGEIV MZ. Bij kon. besluit is benoemd tot vice-president der arr.-recht- bank te Maastricht mr J. A. Reynen, thans rechter in gemelde rechtbank is benoemd tot onderwijzeres aan de rijks kweekschool voor onderwijzeressen te Apeldoorn, mej. J. A. E. Houbolt, aldaar; is aan K. C. Huyghens Backers, op zgn ver zoek, eervol ontslag verleend als leeraar aan de rijkshoogere burgerschool te Roermond zijn benoemd bij het wapen der genielo. by den staf van bet wapen, tot kolonel de Agenten. Te Ylissingen: C. N. J. de Vet Mestdagh te Goes: A. C. Bodiutt, firma Wed. de Jonge, luit.-kolonel P. C. Kooltot majoor de kapi tein J. Meursingetot kapitein de eerste-luits. G. W. C. Westenberg en J. J. Schuiltot eerste-luit. de tweede-luit. F. T. Jannette Walen, allen van dien staf, vóórlaatstgenoemde werkzaam by de kon. mil. academie; tot com mandant in het 4de geniecommandement, de luitenant-kol. H. van 'tSant, commandant van het korps genietroepen, die in verband daar mede eervol van zyn tegenwoordig bevel wordt onthevenen bij het korps genietroepen, tot comman dant van het korps de majoor J. W. N. Cramer, van het korps; tot majoor de kapi tein W. Cool, van den staf van het wapen tot eerste-luit. de tweede-luit. H. H. E. R. Westenberg, van het korps; is de kapitein der artillerie P. J. Winkel, thans op non-activiteit, op pensioen gesteld ad f 901 's jaars is aan W. M. C. Gastelaars eervol ontslag verleend als bureel ambtenaar van den Rijks waterstaat. In de St.Ct. is opgenomen eene mededeeling, door den Spaanachen gezant aan onze regeering gedaan, van een kon. besluit, volgens hetwelk tengevolge van den tusschen Spanje en de Vereenigde Staten bestaanden oorlogstoestand vervallen de verdragen van vrede en vriend schap van 27 October 1795, het protocol van 12 Januari 1877 en alle andere schikkingen, overeenkomsten of verdragen, tot dusver tus schen de beide landen van kracht. Verder dat de Spaansche regeering, handha vende haar recht om kaperbrieven af te geven, welk recht zij zich uitdrukkelijk heeft voorbe houden bij hare nota van 16 Mei 1857, in ant woord op het door de Fransche regeering tot haar gericht verzoek om tot de declaratie van Parijs betreffende het zeerecht toe te treden, voorshands door middel van Spaansche koop vaardijschepen een dieQBt van „hulpkruisers der Oorlogsmarine" in het loven zal roepen, welke hulpkruisers met die marine zullen samenwer ken tot bereiking der oorlogsdoeleinden en zullen staan onder de jurisdictie der oorlogs marine. Blijkens mededeeling van den Spaanschen gezant, zal de toegaDg tot de havens op Cuba, Porterico, en de Philippijnsche eilanden slechts mogelijk zijn met behulp van de aanwijzingen der kustloodsen, die zich met hunne vaartuigen ter plaatse zullen bevinden, om de schepen binnen de havens te voeren. De aandacht van belanghebbenden wordt ook gevestigd op de mogelijkheid, dat het wegnemen der bakens en bet uitdooven der kustlichten, om redenen van oorlogsbelang, door deSpaan: sche autoriteiten noodzakelijk zoude kunne» worden geacht. UIT STAD EN PROVINCIE. B ij kon. besluit is aan A. E. de Badts, op zijn verzoek, met ingang van 1 Mei 1898, eervol ontslag verleend als plaatsvervangend dijkgraaf van den Nieuwer haven-voider. Met 1 Mei a. s. zijn in Zeeland ver plaatst de kommiezen by 's rijks belastingen J. A. van Hoeve, 2e kl., van Terneuzen naar Tholen, M. C. Commelin, le, van Aardenburg naar Terneuzen en A. J. W. Korff, 3e, van Aarden burg naar Zuiddorpe. Ingetrokken zijn de verplaatsingen van de kommiezenJ. P. van Oost, le kl., van Ellewoutsdijk naar Hoedekenskerke; S. A. Iburg, le, van Hoedekenskerke naar Ellewouts dijk M. C. Commelin, le, van Aardenburg naar Hoedekenskerke; P. Verslnijs, 2e, van Hoede kenskerke naar Tholen en F. Remery, 3e, van Aardenburg naar Zuiddorpe. Dinsdagavond werd bij een bakker in de Langeviele alhier uit de winkellade een be drag van f 5 ontvreemd. Hiervan werden twee bij de politie Biecht bekend staande jongens verdacht die, toen zij Woensdagavond hetzelfde spelletje spelen wilden, gesnapt zijn. Met ingang van 1 Mei a. zyn te V1 i s in gen bij het Belgisch loodswezen benoemd: tot loods de hulploods J. Brackx; tot loods- leerling de matroos van den maildienst te Ostende J. E. A. G. de Pootertot matroos aan boord van het lichtschip Wielingen: de matrozen van voornoemden maildienst J. G. Block en A. F. Velghe; tot loodsleerling bij den loodsdienst te Ostende E. A. Timmerman, thans matroos aan boord van het het licht schip Wielingen, terwijl de loodsleerlingen H. C. A. Mobn en J. G. Jansen in hunne zelfde hoedanigheid bij diezelfden dienst zijn overge plaatst. Te Cl in ge werd Woensdag eene ten toonstelling van vee gehouden. Evenals ver leden week te Zaamslag, was er veel vee te zien, maar het bezoek van vreemden gering, Wat geen verwondering behoeft te wekken, nu er tegenwoordig veel boerenkoopdagen in 'tland van Hulst gehouden worden en er zelfs éen op den eigen dag viel. In de Woensdag voormiddag te Aar de n b u r g gehouden raadszitting werd o. ra. "oten tot het aangaan eener geldleening van hoogstens f 24000, waarvan de helft te leenen het Burger Gasthuis, de wederhelft by het Burger Weeshuis. De geldleening is aflosbaar in hoogstens 60 jaren in aandeelen van f 400 gen eene rente van 3 Naar aanleiding der bepalingen in het regie ent van politie verklaarde de raad zich on bevoegd om te beschikken op een tweetal adressen van herbergiers en bierhuishoudsters, bevattende het eene het voorstel om dansten ten te weren, het andere om die tee te laten. Volgens den raad is alleen de burgemeester bevoegd tot het nemen eener beslissing in deze- In eene gecombineerde zitting van den raad met regenten van het gasthuis werd besloten tot opneming in het oude mannen- en vrouwen huis van E. A. Timmerman, wed. Iz. Crince. Hoofdelijke omslag Vlisslngen. Aan het door burg. en weth. opgemaakt voorloopig kohier van den hoofdelijken om slag der gemeente Vlissingen voor 1898 is het volgende ontleend Klasse Midden- Aantal Belastbaar Aanslag term aangealag. inkomen 1 425 787 f 18450 f 0.79 2 475 399 28305 2.36 3 525 338 39312.50 3.94 4 575 277 44800 5.61 5 650 311 71525 7.88 6 750 142 46795 11.03 7 850 113 48690 14.18 8 950 118 60060 17.33 9 1100 225 145530 22.06 10 1300 60 51660 28.36 11 1500 124 121000 34.66* 1700 57 67990 40.96* 13 1900 93 116100 47.27 14 2150 79 105175 55.15 15 2450 41 72570 64.60 16 2800 35 69860 75.63 17 3200 17 47320 88.23* 18 3600 9 27620 100.84 19 4000 3 10440 113.44* 20 4450 5 19845 127.63 21 4950 4 18200 143.38* 5500 1 5100 160.71* 6150 1 5175 181.20 24 6900 4 26000 204.83* 25 7750 4 25725 231.62 9700 2 18600 293 07 28 10700 1 10300 324.28* 32 14700 2 20020 450.63» 34 16700 1 16300 513.66 Het totaal der 3253 aangeslagenen bedraagt f 1.358.167.50. Stormwaarschuwlng8dienst. Met ingang van 1 Mei 1898 zullen, voorna melijk ten dienste! der kustvaart en van de visschersvloot, van het Koninklijk Nederlandsch Meteorologisch Instituut waarschuwingen uit gaan, wanneer de aldaar ingekomen telegraphi- sche weerberichten storm doen verwachten» Daartoe zijn te Brouwershaven, Noord- Schouwen, West-Schouwen, Burgsluis, West- kapelle, Vlissingen en Nieuwersluis seinpalen opgericht, waaraan seinen worden gcheschen, zoodanig dat zy zichtbaar zyn van tot vertrek gereed liggende of naby de kost vertoevende schepeD. Voor nadere inlichtingen te dezer Zake ver- wyzen wy naar de St. Crt. van heden. ONDERWIJS. Akte-examens in Zeeland» Woensdag zijn, zooals nog in een deel (léf oplaag van ons vorig riomtner werd mede gedeeld, geëxamineerd voor de akte van be kwaamheid als onderwyzer 6 man nelijke candidaten. Geslaagd zijn allen, nameiyk de heeren J. Kense, Middelburg, L. A. Laven, Scherpe- nisse, W. A. Leenhouts, Yzendijke, C. J. van Leeuwe, Oostburg, P. A. de Maat, Boschka- pelle en G. F. Maris, Tholen. Voor de vrQe- en ordeoefeningen der gymnastiek werden geëxamineerd G man nelijke candidaten. Geslaagd zyn er 3, nl. de heerenG. Fran- coys van Kruiningen, P. le Grand van Oost_ burg en P. G. Janssen van Hontenisse. Verschillende Berichten. A. J. R. en W. v. A., landbonwerskneebta te Oud-Vosmeer, hebbenappólaaDgeteekend tegen het in ons vorig nommer gemelde vonnis der arrondissements rechtbank te Zierikzee van 26 April, waarbij zy wegens diefstal van een paard en wagen ieder veroordeeld zyn tot een gevangenisstraf van twee jaar.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 1