Hel
BIJVOEGSEL
Donderdag 28 April 18P8, no
Middelburg 27 April.
Gemeenteraad van Middelburg.
Vergadering van heden, Woensdag,
middag te 2 uren.
Voorzitter de heer jhr mr L. Schorer, burge
meester.
Afwezig de heeren Van Dunné, Van der
Swalme en Van de Ree roet kennisgeving.
(Men zie de courant zelve.)
De voorzitter deelt mede dat bij hem is in
gekomen een schrijven van zes leden van den
raad met verzoek dat schrijven, gedagteekend
11 April, vertrouwelijkin gesloten zitting te
behandelen.
Wijl de voorzitter eene besloten zitting ten
deze niet noodig acht, vraagt hij of drie raads
leden zulk eene zitting wenschen.
Dit blijkt niet het geval te zijn.
Het stuk wordt alsnu voorgelezen.
Het strekt om den gaaprijs te verlagen
en het beheer over de gasfabriek aan een
commissie uit den raad op te dragen.
Het is arkomstig van de heeren J. F. van
Dunné, L. K. van der Harst, mr S. Gratama,
mr K. W. Brevet, C. Verhage en I. H. C.
Heiise. Zij schrijven
„De ondergeteekenden, leden van den raad te
Middelbnrg, vinden in bet onlangs gedane aan
bod van de Imperial en de daardoor bekend
geworden feiten en gegevens aanleiding, aan
hunne medeleden het volgende in overweging
te geven
lo. om den gasprijs te verlagen, en
2o. om 't beheer en de leiding der gemeente
gasfabriek aan eene bijzondere commissie op
te dragen, die door den raad uit zijn midden
gekozen wordt.
Voor het eerste pleit èn de overweging, dat
de gasprijs bij de meeste andere gemeente-gas
fabrieken aanmerkelijk lager is, en niet minder
de wetenschap, waartoe wij geraakt zijn, zoo
door verstrekte gegevens als door gedane onder
zoekingen, dat de geldelijke toestand onzer
fabriek, dank zij de belangrijke door haar be
haalde winsten, zeer gunstig is.
Indien men uit de gemeenteverslagen het
cijfer opdiept, dat de gasfabriek met de onmid
dellijk aangebrachte verbeteringen en vernieu
wingen bij overnemi ïg gekost heeft; indien
men daarover eene rente berekent van vijf ten
honderd in het jaar, en dat bedrag telken jare
vermindert met het winstcijfer van het laatst
afgesloten dienstjaar, maar ook anderzijds ver
meerdert met de kosten der telken jare aan
gebrachte verbeteringen en vernieuwingen, waar
over ook vijf ten honderd rente is berekend
van af het tijdstip van betaling, dan komt
men tot de slotsom, dat de gasfabriek op ultimo
December 1896 nog te boek stond voor een
bedrag van 99.866 995.
Maakt men echter de rekening op uit de
jaarljjk8che afzonderlijke rekeningen van de
gasfabrieken, en behandelt men die op dezelfde
wijze als boven werd aangegeven, dan wordt
de toestand eenigszins anders en komt men tot
de slotsom, dat de gasfabriek op 31 December
1896 te boek stond voor een bedrag van
f 78.558.67s.
Verschil van beide cijfers is reeds daaruit
verklaarbaar, dat bij de rekeningen van de
gasfabriek alleen die kosten voor nieuwe wer
ken zijn opgenomen die niet uit de exploitatie
konden gedekt worden, waarvoor dus de ge
meente met nieuwe voorschotten moest te ge-
moet komen, terwijl uit de gemeenteverslagen
zijn uitgetrokken al de vernieuwingen en ver
beteringen, waartoe door den raad machtiging
werd verleend, maar het gvoote verschil ligt
toch daarin, dat in eene bijlage B in dato
November 1892 eene leening van f 85000 is
opgenomen, die ten deele strekte tot terug
gaaf van tijdelijke voorschotten van kasgeld,
die de gemeente aan de gascommissie deed.
In eene andere bijlage (A) is daarvan niet af
zonderlijk gerept, omdat uit de balans van
ultimo December 1896 een kassaldo bleek, dat
dit deel der schuld ruimschoots dekte.
Nu valt het zeker ieder in het oog, dat
zoowel bij bet eene als bij het andere cijfer
een gasprijs van 8V2 cent volstrekt niet ge
rechtvaardigd is.
Dat -de gemeente als exploitante geen geschenk
aan de gasverbruikers behoeft ,te geven, erken
nen wij ten volle, maar wij zijn ook evenzeer over
tuigd, dat het niet aangaat de gasverbruikers
ten bate van de gemeentekas te exploiteeren
op de wijze als zulks nu geschiedt.
Hoeveel die verlaging zou moeten bedragen,
wenschen wij over te laten aan de prudentie
eener gascommissie, zoo de meerderheid van
den Raad met de meerderheid der onderteeke
naren (want op dit punt zijn wij niet eenstem
mig) die zou willen instellen. De meerderheid
onzerzijds meent, dat met het oog op den
omvangrijken arbeid van het dagelij ksch bestuur,
in aanmerking genomen de eigenaardige taak
eener gascommissie, rekening houdende met de
elders opgedane ervaring, de instelling eener
bijzondere gascommissie hoogelijk gewenscht
is, wat ook desbetreffende vroeger hier zij
voorgevallen en geoordeeld.
Mocht de raad daartoe niet genegen zijn, dan
Btellen wij u voor, om burg. en weth. uit te
noodigen eene verlaging van den gasprijs in
overweging te nemen."
De voorzitter zegt dat de zaak van te alge
meen belang is, om die in geheime zitting te
behandelen, te meer waar de gasfabriek een
open boek is te achten. Hij opent daarom
de beraadslaging.
De heer De Stoppelaar heeft geen bedenking
om aan de behandeling deel te nemen, maar
vraagt of het geen bezwaar is, dat op de agenda
daarvan geen melding is gemaakt, vooral met
het oog op de afwezige leden.
De voorzitter ziet in de behandeling geen
bezwaar; hij acht een spoedige beslissing
De heer De Waal stelt voor de behandeling
aan te houden tot de eerste vergadering in Mei.
De heer F. Gr. Sprenger zou geen bezwaar
hebben tegen uitstel tot een volgende verga
dering, maar niet bepaald eene in Mei, omdat
hij er prijs op zon stellen dat de voorzitter bij
de behandeling tegenwoordig ware, wat in Mei
misschien niet het geval zijn zal.
De heer De W-aal wijzigt zAjn voorstel in
dien geest.
De heer Heijse vraagt of een volgende ver
gadering niet wat vaag is, waarop de voorzit
ter er op wijst, dat de bedoeling is de Jnni-
Dit wordt zonder verdere beraadslaging of
hoofdelijke stemming aangenomen.
Ter tafel komt nu het kohier der plaatselijke
directe belasting op de inkomsten over 1898.
Het wordt goedgekeurd.
Achtereenvolgens worden goedgekeurd een
af- en overschrijving op de begrooting dei-
schutterij voor 1897 en een wijziging der be
grooting van de godshuizen voor hetzelfde jaar.
Alsnu komt in behandeling een voorstel van
burg. en weth. tot vaststelling van verorde
ningen tot heffing en invoering van rechten
voor het gebruik of genot van sommige open
bare gemeentewerken of bezittingen der ge
meente en van wege het gemeentebestuur ver
strekte diensten.
De voorzitter legt over het door ons reeds
medegedeelde rapport der commissie voor de
financiën.
Bij het daarin bedoeld punt 4, aansluiting
van riolen aan gemeente-riolen per vierk. deci
meter ad f 3, zegt de beer Koole dat het hem
genoegen doet dat aan zijn bezwaar is tege
moetgekomen, maar dat hij het verkeerd vindt
per vierk. decimeter te rekenen. Bovendien
komt hem de prijs te hoog voorbij wil de
buizen in drie categoviën verdeelen, een van 3
eene van f 0 en eene van f 9.
De heer Koole doet een daartoe strekkend
voorstel.
De heer Den Bouwmeester hoeft er geen
bezwaar tegen, mits de heer Koole nog eenige
nadere toelichting van zijne cijfers geeft.
Deze doet dit.
De heer Den Bouwmeester beveelt daarop
eene andere redactie aan, waarmede de heer
Koole genoegen neemt, omdat daardoor aan
zijn bezwaar wordt tegemoet gekomen.
De heer F. G. Sprenger zegt dat hij behoort
tot de leden der financieele commissie, die aan
art. 3 der vigeerende verordening de voorkeur
geven.
Hij geeft daarom burg. en weth. in overwe
ging eene verordening te maken als eene, die
zij in uitzicht hebben gesteld, maar die zij nog
niet indienden.
De voorzitter deelt mede dat dit aan den
raad zei ven ligt; burg. en weth. toch hebben
gesproken van desgewensebt.
De heer Den Bouwmeester wijst op de be
zwarende bepaling, dat voor afvoerriolen een
cijns van f 3 wordt geheven juist van perso
nen die bet minst kunnen betalen.
Eene riool-belasting in den geest als de heer
Sprenger wil, zullen burg. en weth. uit zich
zei ven niet aanbieden.
Den heer Den Bouwmeester adviseert daar
om aanneming van het ontwerp van burg. en
weth.
De heer mr A. P. Snouck Hurgronje ver-
eenigt zich ten volle met dit voorstel met het
oog op de billijkheid. Hij betreurt het dat de
gemeente een bate van f 1000 zal verliezen,
maar hij derft liever die bate dan een bestaande
onbillijkheid te bestendigen.
De heer F. G. Sprenger vraagt stemming
over punt 4, zooals dit nu is gewijzigd.
Het wordt aangenomen met algemeene
stemmen, behalve die van den heer F. G.
Punt 5 bepaalt dat voor elke vergunning
tot opgraven van openbaren gemeentegrond,
voor elke opening, of, zoo deze grocter is dan
een vierkanten meter, voor eiken vierkanten
meter f 0.50 zal moeten betaald worden.
De heer Koole vraagt of liet de bedoeling
is voor elk gat minstens f 0.50 te eischen,
bijv. ook voor een gat voor het plaatsen van
een paal, waarvoor bovendien reeds f 0.05
wordt geheven.
De heer Den Bouwmeester zegt dat dit steeds
zoo geweest is, terwijl hij verder opmerkt dat
men voor het plaatsen van palen geen gat
behoeft te maken.
Dit laatste geeft de heer Koole toe; hij zegt:
„men kan de palen plaatsen op zilveren voetjes
eveneens als bij den tabernakel in de woestijn".
Het punt wordt daarop goedgekeurd.
Bij de bepaling van den prijs voor het plaatsen
van steigerpalen op f 0.05, merkt de heer Koole
op dat hij dit te veel acht in verband met
hetgeen voor de gaten is bepaald. Hij wenscht
daarom stemming daarover.
Het resultaat daarvan is dat de prijsbepaling
gehandhaafd wordt met algemeene stemmen,
behalve die van de heeren Koole en Verhage.
De voorzitter vraagt of een der leden wenscht
dat burg. en weth. een belasting ontwerpen in
verband met art. 240t der gemeentewet.
De heer F. G. Sprenger zegt dit te wenschen.
De heer mr A. P. Snouck Hurgronje zou
dit ook wel wenschen, maar vraagt of daar
tegen bij burg. en weth. geen bezwaren be
staan met het oog op de uitvoering.
De voorzitter meent dat die bezwaren wel
zullen zijn op te lossen.
De heer Koole hoopt dat burg. en weth. niet
zoodanige belasting zullen ontwerpen. Er zijn
al belastingen genoeg en hij zou het beter
achten dat een der bestaande belastingen zoo
noodig werd verhoogd.
De voorzitter ziet in nieuwe belastingen meer
heil dan in verhooging van den hoofdelijken
omslag, die nu reeds den minderen man meer
dan te veel drukt, en van welke verhooging
anderen zooveel verwachten.
De heer Koole merkt op, dat ook de nieuwe
belasting den minderen man niet minder zal
drukken.
Het voor8tel-Sprenger, voldoende onder
steund zijnde, komt in beraadslaging.
De heer W. J. Sprenger zal er tegen stem
men. De raad heeft verleden jaar straatbelas
ting verworpen toen die, met het oog op den
hoofdelijken omslag, werd voorgesteld, en spre
ker acht het alleen den tijd voor het voorstel
len van nieuwe belastingen bij de behandeling
dor begrooting en de bespreking der inkom
sten belasting, niet nu.
De heer De - Stoppelaar wijst er op, dat er
heel wat bezwaren zullen blaken, indien een
ontwerp als de heer Sprenger bedoeld wordt
bewerkteen ondergrondsche inspectie van
ganscb Middelburg zou daarvoor noodig wezen.
De heer F. G. Sprenger stelt in het licht
dat het geen nieuwe belasting is die hij voor
stelt er was reeds eene heffing.
De heer Heijse zegt dat dit niet precies juist
is; men heeft een onbillijke heffing door een
billijke vervangen.
Het voorstel-Sprenger, alsnu in stemming ge
bracht, wordt met 10 tegen 4 stemmen v e r-
worpen.
Voor stemmen de heeren F. G. Sprenger,
jhr mr W. H. Snouck Hurgronje, A. F. Snouck
Hurgronje en Gratama.
Aan de orde zijn nu twee voorstellen van
de commissie voor het ontwerpen van veror
deningen, tegen wier overtreding straf is be
dreigd, tot wijziging van de verordening van
algemeene plaatselijke politie.
Het eerste bedoelt in hoofdzaak
In artikel 112 tusschen de bepaling sub
litt. b en die sub litt. c iu te voegeu de vol
gende zinsneden
bb, hemelwater van eenig gebouw op de
straat te laten loopen. Dit water moet tot in
het naastbijzijnde gemeenteviool of de naastbij-
zijnde gracht of kaai geleid worden door
middel van aaneengesloten buizen van metaal,
steen of aardewerk, een en ander door burg.
en weth. voor te schrijven.
Dit verbod is niet toepasselijk op eenig ge
bouw, gelegen ter plaatse, alwaar van gemeente
wege geene gelegenheid tot afvoer van water
is gegeven
bbb. spoel- (menage) water of urine te
verwijderen of te doen verwijderen anders
dan lo op de wijze als in art. Ill ten op
zichte van faecaliëu is voorgeschreven2o. in
eenig ander tot verwijdering van spoelwater of
van urine bestemd gemeenteriool; 3o. waar
gelegenheid tot gebruik maken van de wijze,
sub 1 en 2 bedoeld, ontbreekt, op zoodanige
wijze als burg. en weth. in verband met de
plaatselijke gesteldheid het doelmatigst en met
het oog op de openbare gezondheid het meest
geschikt zullen achten
bbbb. spoel- (menage-) water of urine te
verwijderen of te doen verwijderen in eenigen
straatsyphon of rioolput."
De heer Brevet verklaart bezwaar te hebben
tegen de zinsnede bb en licht dat in het breede
toe.
Hij wil niet dat burg. en weth. de leiding
voorschrijven, maar zou wenschen dat de
eigenaars der gebouwen in deze worden vrij-
De heer mr A. P. Snouck Hurgronje ver
dedigt deze alinea; ook bij de vroegere redactie
werd het voorschrift aan burg. en weth. gelaten.
De heer Den Bouwmeester deelt mede, dat
dit ook altijd in de praktijk is gehuldigd en
nooit aanleiding heeft gegeven tot moeilijk
heden.
De heer jhr mr E. P. Schorer sluit zich hierbij aan.
De heer Brevet stelt alsnu voor art. 112 bb
te lezen als art. 22d.
Dit voorstel wordt verworpen met 12
stemmen tegen 2, die van de heeren Brevet en
De Waal.
Met betrekking tot punt bbb stelt de beer
Brevet voor om in de 3e alinea daarvan, in
plaats van „burg. en weth", te lezen „de ge
meenteraad".
Hij licht dit eveneens breedvoerig toe, zich
daarbij grondende op de bepalingen der ge
meentewet.
De heer De Stoppelaar is van een ander ge
voelen. In den laatsten tijd is reeds veel van
de bevoegdheid van burg. en weth. naar den
raad overgebracht. Ook voor deze bepaling den
raad telkens te laten beslissen, acht spreker
niet noodig.
De heer jhr mr E. P. Schorer is van de
zelfde meening, wijl, werd het voorstel-Brevet
aangenomen, de gemeenteraad allicht tweemaal
per week zou dienen te vergaderen.
De beer Brevet blijft bij zijne meening, dat
hier een delegatie van macht plaats heeft, die
niet mag geschieden. Of de raad meermalen
daarvoor zal moeten vergaderen, is een kwes
tie van ondergeschikt belang.
Het voorstel-Brevet, alsnu in stemming ge
bracht, wordt verworpen met 12 stemmen
tegen 2, die van de heeren Brevet en De Waal.
Het tweede deel van het voorstel strekt om,
in verband met het adres van het bestuur van
bet Nwfsdepartement, art. 3 der bedoelde veror
dening te wijzigen als volgt
Zij (burg. en weth.) zijn tevens bevoegd de
secreten van nieuw te stichten scholen en andere
inrichtingen van openbaar nut, wanneer de
plaatselijke gesteldheid het gedoogt, te doen
uitloozen in eenig riool, dat met het rio'ennet
in deu riool watergang, naar Veere uitloopende,
in directe verbinding staat."
De heer Koole vraagt, of het de bedoeling
is, dat het secreet direct suëert op het riool,
dan wel op een beerput als zinkput.
De heer Den Bouwmeester antwoordt„direct
op het riool."
De heer Koole meent dat, vooral wanneer
een twintigtal huizen op die manier suëerden,
er te veel vaste stoffen in liet riool zouden
komen.
De heer Den Bouwmeester wijst op de groote
capaciteit van het riool en deelt de vrees van
den heer Koole niet.
De heer De Stoppelaar stelt in het licht dat
er bepaald wordt: „wanneer de plaatselijke
gesteldheid het gedoogt", terwijl de heer F. G.
Sprenger zegt, dat er hier kwestie van een bad
inrichting is en cr dus veel doorspoeling zijn zal.
De heer Gratama zou verder willen gaan dan
dit voorstel beoogt en niet alleen inrichtingen
van openbaar nut maar ook andere perceelen
desnoods tegen betaling van eene retributie
op het riool doen uitloozen, indien de plaat
selijke gesteldheid bet gedoogt. Hij wijst op
een verzoek in dezen geest, indertijd door den
heer Roest gedaan.
De voorzitter stelt in het licht dat derge
lijke zaken niet in een hand omdraaien te
regelen zijn. Later zal gelegenheid bestaan
om de zaak-Roest, in verband mot een aan
vraag van de Coöperatieve Bouuwereenigingte
behandelen.
De heer Gratama trekt na deze inlichting
zijn voorstel in.
Daarop wordt de wijziging goedgekeurd.
Aan de orde is nu het adres van dr J. C.
Bolle c. s. betreffende het gebruik van
„PRIKKELDRAAD"
langs den openbaren weg, met advies van
voornoemde commissie.
Dit laatste strekt, zooals men weet, dat de
commissie een verbod tot gebruik van dat
draad niet doelmatig acht en burg. en weth. in
overweging geeft, zich in het aanwenden ervan
te matigen.
De heer Brevet kan niet medegaan met het
standpunt, waarop de commissie voor de straf
verordening zich plaatst. Hij wil zich stellen
op het standpunt van het gevaar dat het prik
keldraad oplevert voor het publiek, dat van
de wandelingen gebruik maakt.
Hij stelt voor
lo. De gemeenteraad noodigt burg. en weth.
uit geen prikkeldraad te gebruiken en bestaand
prikkeldraad weg te nemen of van prikkels
te ontdoen, overal waar door bet gebruik van
prikkeldraad gevaar voor schade te duchten
is voor het zich langs de openbare wande
lingen en wegen bewegend publiek.
2o. De gemeenteraad spreekt als haar gevoelen
uit, dat bij het tegenwoordig gebruik van
prikkeldraad op de openbare wandelingen en
wegen dat gevaar in ruime mate aanwezig is.
De heer Koole meent dat het voorstel om
bet prikkeldraad geheel weg te nemen te ver
gaat. Er moet helaasop sommige plaatsen
prikkeldraad blijven, zoolang het publiek,
vooral de jeugd, de wandelingen niet meer
ontziet.
Spreker meent dat de raad niet kan meegaan
met het adres en er afwijzend op zal moeten
beschikken.
De heer Den Bouwmeester zegt dat, als het
prikkeldraad weg is, de wandelingen in min
der dan geen tijd zullen geraseerd zijn. Van
gevaar is spreker niets gebleken. Gewoon
draad werd vernield, evenzoo hout en steen.
Toen is bandijzer gebruikt en spreker toont
hoe men daarmede gedurende de Paaschdagen
gehandeld heeft.
Dat staaltje was sterk sprekend.
De voorzitter herinnert, dat reeds op ver
schillende plaatsen de prikkels zija weggeno
men; zij zijn alleen behouden op de plaatsen,
waar zij werkelijk niet te missen blijken te
zijn. Men hoopt dan ook het langzamerhand
nog meer te kunnen doen verdwijnen.
De heer Gratama vraagt, of er door het
prikkeldraad reeds ongelukken zijn voorgeko
men en of het den voorzitter misschien bekend
is, dat dr Bolle in zijn practijk gevallen van
ongelukkeu heeft ondervonden.
De voorzitter antwoordt ontkennend.
De heer jhr mr W. H. Snouck Hurgronje,
gezien hebbende hoe de wandelingen er tegen
woordig uitzien en rekening houdende met de
baldadigheid der straatjeugd, zou, ware hij in
de commissie voor de strafverordeningen tegen
woordig geweest, niet mede gegaan zijn met
haar voorstel tot matiging. Iiij, die dikwijls
op de wandelingen komt, heeft nimmer het
gevaar van het prikkeldraad bemerkt.
Hij zal dus tegen het voorstel-Brevet stemmen.
Het eerste deel van diens voorstel, in stemming
gebracht, wordt verworpen, met algemeene
stemmen, behalve die van de heeren Brevet en
De Waal.
Het tweede deel wordt eveneens verwor
pen met hetzelfde aantal stemmen, 12 tegen 2.
Het voorstel der commissie wordt alsnu als
aangenomen beschouwd.
Daarna wordt gunstig beschikt op het adres
van bet bestuur der Christelijke naai- en brei-
school, houdende verzoek om gratis verstrek
king van gas ten behoeve van die school, en,
op voorstel van burg. en weth., hoogstens 1000
kub. meter gas gratis toegestaan.
De heer Schorer vraagt alvorens hoeveel gas
in normalen tijd voor die school is benoodigö
geweest, om te weten waarop zich iu het
voorstel van burg. en weth. het cijfer van 1000
meter baseert.
De heer W. J. Sprenger wijst erop dat het
cijfer berust op eeue gemaakte berekening.
De heer Koole stelt voor het cijfer van 1000
op 1300 te brengen, er tevens op wijzende dat
de titel der school geen „christelijke" maar
Armen naai- en breischool is.
De heer Den Bouwmeester meent dat 1000
meter wel voldoende is. Nadat de meter in
de bedoelde school geplaatst ie, is het gebruik
van het gas belangrijk verminderd. De twee
in het perceel gevestigde scholen gebruikten
in 1897 1400 meter.
De heer W. J. Sprenger herinnert eraan, dat
het gasverbruik vroeger grooter was, omdat
de leeraressen extra les gavendaarvoor be
hoeft de gemeente geen gas te geven. Hij
acht 1000 meter voldoende.
De heer Heijse vraagt inlichting of indertijd
aan de naai- en breischool gratis gebruik van
De voorzitter zegt dat dit oogluikend is
toegestaan, maar toen er misbruik gemaakt
werd, heeft men een afzonderlijken meter
De heer Schorer zegt zich, na de verkregen
inlichtingen, bij de 1000 M. te kunnen neer
leggen. Blijkt dat cijfer te laag, dan kan daarop
later terug worden gekomen.
De heer Koole neemt daarop zijn voorstel
terug.
Vervolgens wordt behandeld het voorstel van
burg. en weth. tot rooiing van 3 boomen op
de Turf kaai tegenover de St Janstraat en van
een huns inziens gevaarlijk staanden boom bij
ket rozenperk op het Noordbolwerk.
Dit wordt aangenomen.
Nadat eene wijziging is gebracht in de ge-
meentebegrooting voor 1898, wordt, op voorstel
van burg. en weth., afwijzend beschikt op een
adres van P. W. van Pagé, houdende verzoek
om een stuk gemeentegrond aan de Nieuwe
Oostersche straat te mogen koopen.
Burg. en weth. meenen, dat de gemeente
geen genoegzaam bijzonder belang bij dien
verkoop heeft.
Alvorens vraagt de heer Schorer of de ge
meente bijzonder belang heeft hij het behoud.
Zoo dit niet het geval is, dan zou hij het in
eigendom willen overdoen aan hem die het
De heer Den Bouwmeester gelooft, dat men
het stukje metdertijd noodig kan hebben voor
het maken van een uitgang voor de school
op het Oostkerkplein.
Eindelijk komt in behandeling een adres van
de hoofdcommissie voor de kroningsfeesten, om
verhooging van het subsidie uit de gemeentekas
met f 1000 of f 600, om daardoor den voorgeno
men gondeltocht te kunnen doen plaats hebben.
Burg. en weth. deelen mede geen vrijheid
te kunnen vinden om den in de begrooting
opgenomen post voor openbare feesten te ver-
koogen en stellen voor afwijzend op het verzoek
te beschikken.
De heer jhr mr W. H. Snouck Hurgronje
breekt een lans voor het verzoek der com
missie. Wanneer hij goed is ingelicht, dan
wordt de som gevraagd om een deel van het
program uit te voereu, dat anders door gebrek
aan geld zal moeten achterwege blijven. Dat
deel, de gondeltocht, heeft menigeen dieper in
de beurs doen tasten, dan hij anders zou gedaan
hebben. De gondeltocht zou een groot deel
van den feestavond vullen en daarom zou het
wenschelijk zijn dat middelen konden gevonden
worden om hem te doen doorgaan.
De som, door den raad gevoteerd voor de
feestelijkheden, is voor een provinciale hoofd
stad zeker niet groot en kon, naar spreker
meent, wel wat verhoogd worden.
De heer Heijse gelooft dat in deze dagen
van geldverspilling voor feesten de feest
viering hier wel wat veel is opgeschroefd. Hij
meent dat, ofschoon de burgerij reeds veel heeft
gegeven, wanneer men meer feest wenscht dan
mogelijk is met de geldmiddelen, de burgerij
dan zelf de hoogeve kosten moet bijeen brengen.
De heer jhr mr E. P. Schorer is het eens
met den heer Heijse. Hij acht het feest te
veel opgeschroefd; hij vindt het niet noodig
twee dagen feest te vieren en evenmin een
zoo groote verscheidenheid van vermakelijk
heden. Z. i. kan de huldiging der Koningin
best in een dag gevierd worden.
De heer jhr mr W. H. Snouck Hurgronje
betwist het beweren omtrent het opgeschroef
de; alles is zoo krap mogelijk berekend.
Hierop wordt het voorstel van burg. en
weth. in stemming gebracht en aangeno
men met algemeene stemmen, behalve die van
den heer jhr mr W. H. Snouck Hurgronje.
Hierna gaat de zitting over in eene met
gesloten deuren.
De zitting weder heropend zijnde, deelt de
voorzitter mede, dat hij van 6 Mei tot 15 Juni
van den minister van binnenlandsche zaken
verlof heeft om zich buiten de gemeente te
bevinden.
De heer De Stoppelaar, vermoedende dat de
voorzitter zich tot herstel zijner gezondheid
uit stad begeeft, spreekt de hoop uit dat hij
veel succes van zijn reis zal hebben en de
raad hem in goede gezondheid zal terugzien.
Hierna wordt de zitting gesloten.
Stoomdrukkerij D. G. Kröber Jr. Middelburg.