MIDDËLBURGSGHE COURANT. N°. 95. 141e Jaargang. 1898. Zaterdag 23 April. Dene courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- on Feestdagen, Pri)Bj per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2.- Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer Middelburg 22 April 8 u. vm. 47 gr- 12 u 58 gr., av. 4 u. 52 gr. F. Verw. tam. kr. Z. 0. wind. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór éér. uur aan het bureau bezorgd zijn. Advertentiën20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regolj Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis aan het bureau te bekomen. Middelburg 22 April. ONPRACTISCH. Sommige bladen verdiepen zich nog steeds in de kwestie ot een republikein of socialist in September den eed of de belofte van trouw aan de Koningin, voorgeschreven bij art. 53 der Grondwet, zou kunnen doen. Sommigen beweren dat dit door hen loyaal zou kunnen geschiedenanderen zijn van een tegenovergesteld gevoelen. Wij zouden zeggen laten dit de socialistische afgevaardigden zeiven uitmakenal zijn wij het eens met hen die beweren dat iemand, wat zijn particulier gevoelen betreft, republi kein kan zijn en toch beloven de Koningin, zoolang deze krachtens de Grondwet regeert, te eerbiedigen. Zoolang een wet er is, kan men beloven en is men verplicht haar te eerbiedigen, al streeft men er naar haar te wijzigen. Het dwaze idee om daarvoor eene, grond wets herziening te willen uitlokken, is eigenlijk het bespreken niet waard. Wie kau er nu over denken om die nog even vóór September tot stand te brengen Spoken. „Rome" en de „Doleantie" doen, volgens de Standaard, gedurig dienst als spoken, waar door velen van goede dingen worden terug gehouden. Alleen het „Socialisme, is geen spook, maar een vijand, waar men niet genoeg tegen op zijne hoede kan zijn". Wie nog zelfstandigheid genoeg bezit, om zonder bril van het Stan daard-hureél geschie denis te bestudeeren, zal het met ons bespot telijk vinden om Rome slechts voor een spook aan te zien. De aard en de natuur van Rome veranderen nooit. Zoodra men het zoover heeft als men het spoedig hoopt te krijgen, dat men de alles overbeerschende party is, dan gaat het natuur- lijk den weg weder op van voorheende dood aan alles wat protestant is! Dat is de leer. de taktiek, het beginsel, de politiek, dat is in één woord de toeleg van Rome in alles. Van daar dat ieder, die protestantsch bloed in de aderen heeft, walgt van de Standaard-politiek, die altyd heil wil zien en zoeken in samen werking met Rome. En in hoever de „doleantie" als een spook is aan te merken, hebben de processen, tegen de Ned. Herv. Kerk gevoerd, bewezen. En wat men nog weer eens tegen de Christ. Ge reformeerden beproeft, is nog honderd maal zoo brutaal. Volkomen stemmen we toe, dat het socialisme eene macht is, die voortwoe kert en niet gering is te schatten, maar of het socialisme ooit zooveel op onze vaderland - sche erve zal kunnen bederven en verwoesten, als Rome en de Doleantie al gedaan hebben, is voor ons nog eene open vraag." Aldus W., de bekende redacteur van De Wekker, orgaan der Christelijk Gereformeerde kerk in Nederland, in bet jongste nommer van zijn blad. STOOM LOODSDIENST. In zijn memorie van antwoord op het voor- loopig verslag der Tweede kamer over zijne begrooting zegt de Minister van Marine „Dat men vrij algemeen met voldoening bad gezien, dat deze minister in beginsel aan stoom- boven zeil-loodsdienst de voorkeur geeft, ver nam ondergeteekende met genoegen; hij meent echter de opmerking niet achterwege te mogen laten, dat ook zijn beide ambtsvoorgangers dezelfde meening waren toegedaan, doch alleen nog geen vrijheid konden vinden om verder te gaan dan het in gebruik nemen van gehuurde stoomschepen aan den Hoek van Holland en te IJmuiden, om bij stormweer in den loodBdienst te voorzien. „Nu tegenwoordig echter de inkomsten de uitgaven belangrijk overtreffen, is ondergetee kende van meening, dat er aanleiding bestaat om een stap verder te gaan in die richting en, indien het rapport der tot onderzoek benoemde commissie uitmaakt, dat de uitgaven, door dien stap veroorzaakt, niet te bezwarend zijn, reeds op de volgende begrooting gelden daarvoor uit te trekken." AFDEELING ZEELAND van de Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst. Aan de, in het beric ht omtrent de feestver- gadering van bovengenoemde afdeeling ver melde, geschiedenis hiervan, die door den heer dr J. C. de Man werd bewerkt men zie Uit Stad en Provincie ontleenen wij het volgende: „Dan zullen we 't toch probeeren"; dit wa ren de laatste woorden van een gesprek, in 1848 gevoerd op den hoek der Molstraat tus schen dr. Adr. A. Fokker en dr. J. C. de Man. Er lag een beteekenis in dat woordje toch. Den Vrijdag te voren, toen het leesgezelschap De Harmonie vergaderd was, had De Man een brief ter tafel gebracht, dien hij had ontvan gen van dr. Ramaer te Zutphen, waarin Ramaer, die terecht als oprichter der Maat schappij ia beschouwd en daarvoor ook een gedenkteeken beeft ontvangen, het plan ont vouwde om over ganseh Nederland eene Maat schappij van geneeskundigen op te richten met een meerledig doel, t. w,1°. de beharti ging der maatschappelijke belangen van de geneeskunstoefenaren2°. het bevorderen van onderling gezellig verkeer3°. het behandelen van wetenschappelijke onderwer- Agenten. Te VlissingenC. N. J- de Vet Mbstdagh te GoesA. C. Bolldyt, firma Wed. de Jonge. UIT STAD EN PROVINCIE. De afdeeling Zeeland van de Nederland sche Maatschappij tot bevordering der Genees kunst viert heden haar vijftigjarig bestaan. Zij werd onder den naam Vereeniging van Zeeutvsehe Genees- en Heelkundigen opgericht den 22 April 1848 op initiatief van dr A. A. Fokker, dr J. C. de Man, dr L. J. de Marrée en dr M. H. Damme. Ter herdenking dezer heugelijke gebeuitenis honden de leden eene buitengewone vergade ring in de sociëteit Sint Joris, waarbij als feestredenaar optreedt prof. dr A. P. Fokker, hoogleeraar te Groningen, oud-lid der vereeni ging en zoon van den oprichter. Na afloop daarvan wordt een diner aange boden aan dr J. C. de Man, den eenigen. der stichters die nog in leven is. Het menu van dit diner bevat o. a. aan de binnenzijde de welgelijkende portretten van dr A. A. Fokker (den eersten voorzitter) en van dr J. C. de Man (den eersten secretaris). De laatste gaf aan de vereeniging een zwart ebbenhouten, met zilver versierden voorzitters hamer uit de Kon. Fabriek van goud- en zil verwerken van J. M. van Kempen en Zoon met toepasselijk opschrift ten geschenke. Aan de leden (en enkele autoriteiten) wordt bovendien ter herinnering aangeboden een boekje, waarin zgn opgenomen: de feestrede, door prof. Fokker heden uitgesprokende geschiedenis der afdeeling bewerkt door dr De Man; een levens schets der oprichters, bewerkt door dr J. P. Berdenis van Berlekom en een naamlijst van >n, bestuurders en afgevaardigden, verzameld door dr Bylsma. Op een andere plaats in dit blad vindt men eenige bijzonderheden omtrent deze afdeeling, ontleend aan dit werkje. Woensdagmorgen werd te Vlissingen door den commandant van Hr. Ms. Bulgia, den luit. er zee le klasse Michaelhoff, het eere- teeken met gesp voor belangrijke krijgsverrich tingen gedurende 1893/96 met een toepasselijke toespraak uitgereikt aan den korp. schrijver Th. A. de Ruyter, den korpkok P. J. Grims, den matroos der 2e kl. J. W. v. d. Berg, den pen. Men beoogde oprichting van nieuwe afdeelingen en aansluiting van reeds hier en daar bestaande leesgezelschappen of dergelijke corporatiën. Bij het uit 12 medici bestaande leesgezelschap mislukte de poging van Ramaer en van De Man, volgens een aan den eerstge- noemden op 7 Juni gezonden bericht. Twee redenen maakten de leden, die voor een groot deel Oomes waren uit den onden tijd, huiverig om aan die nieuwigheden met het toen reeds 28 - jaren tellende en bloeiende leesgezelschap (opgericht 6 Augs. 1819 en thans nog bestaande) mede te doen. Men kwam voor die reden niet uit, maar ze bestond toch. De Februari- omwenteling van 1848 was uitgebroken en er kookte een ferment in het leven der geheele maatschappij. Men, dat waren de autoriteiten op medisch gebied, men was bevreesd, dat er iets revolntionairs in dat plan lag om elkanders belang te behartigen en zich, daartoe misschien vooral, aaneen te sluiten en enkelen dachten wellicht, dat er kuiperijen zouden beraamd worden, om de mannen van macht en gezag van hun tronen te stooten. Dit was niet bet plan van den edelen, we- tenBchappelijken Ramaer, maar de gistende toe stand deed het vreezen en laten wij bet niet voorbyzien de wijze Prudentia der mannen van ondervinding had toch wel goed gedacht; de geschiedenis heeft het geleerd. Toen de eerste wet der Maatschappij ter goedkeuring werd aangeboden aan de zóo liberale minis- matrozen der 3e kl. J. Leijnse en J. J. Serton, den stokers der 1p kl. A. de Ruiter en B. M. Grasso, en den marinier 2e kl. J. Hartjesveld. (VI. Crt.) Voor de betrekking van waterbouwkundig ambtenaar aan den ealamiteusen Susanna-polder, welke door het verleend eervol ontslag aan den heer H. van der Dussen met 1 Mei a.s vacant komt, hebben zich 14 sollicitanten aangemeld. - Donderdag morgen 11. bevond zich te Scherpenisse de schaapherder J. G. met. zijn geweer op straat, om jacht te maken op musschen. Onhandig schutter als de man is, bad hij het ongeluk dat bet schot door de ruiten vloog van een tegenoverstaande wo ning, rakelings langs de hoofden van twee vrouwen, die juist bezig waren eenig werk te verrichten. Door den gemeente-veldwachter is bet ge weer in beslag genomen en tegen den betrok ken persoon procesverbaal opgemaakt wegens overtreding van de wet op bet dragen van wapenen. - Iu het ons gezonden bericht over de ver gadering van ingelanden van het waterschap Poortvliet komt abusievelijk voor dat de beer Anth. van der Slikke als no. 3 op de voor dracht geplaatst is voör gezworen; dit moet zijn de heer Anth. de Rijke. Uit het land van Axel schrijft men ons: 't Is van algemeene bekendheid, dat men zich in de omstreken van Gent in den laatsten tijd vooral toelegt op de kweek van azalia's. Daar van getuigt wel de tentoonstelling, die thans in Gent wordt gehoudeD. En dat die arbeid loonend moet zgn, bewijst wel het feit, dat menig boertje, wien rogge en aardappelen vroeger geen boterham konden bezorgen, thans door de azalia's een welgesteld man is geworden dat notaris en dokter het niet beneden zich achten zich op die kweek toe te leggen. Er schijnt nu op 't oogenblik iu uic gemeente gebrek te komen aan boschgrond. Een bloemkweeker te Saffelaere toch heeft onder de gemeente Koewacht dertien gemeten boschgrond ge kocht, wat hem met arbeidsloon en transport kosten op ongeveer 8000 fres zal te staan komen. In de Donderdag te Terne u zen gehouden raadsvergadering werden benoemd de stembureaux voor de stemming voor den gemeenteraad, en, met 6 tegen 5 stem men, verworpen de voorstellen van het Dag. Best. tot het verleenen een er gratificatie van f 50 aan de politie en een gelijke som m de lantaarnopstekers. Een verzoek van den heer Yerhage, onder- wgzer aan school C, om vergoeding voor meer dere diensten tijdens een vacature, zal naar het hoofd dier school worden verzonden om advies. De heer Van der Moer zal trachten eene commissie te vormen, voor het uitoefenen van het plaatselijk schooltoezicht; dit laat volgens hem thans veel te wenschen over. De bestaan hebbende schoolcommissie is te niet gegaan, doordat de leden, de een na den ander, be dankten en er geen liefhebbers meer te vinden waren. Tot ambtenaar van den burgerlijken stand werd benoemd de heer H. C. L. van Tsel3teijn. In de des avonds van dien dag door de Ka mer van Koophandel en Fabrieken aldaar ge houden vergadering werd voor kennisgeving ters, werd die wet goedgekeurd, mits men art. 1 veranderde, waarin sprake was van verde diging van elkanders belangen. De ministers waren zelve bevreesd voor dat revolutionair element, dat hen zei ven op den troon had ge plaatst. En wat is het lot geweest van de troonzalen der provinciale en plaatselijke ge neeskundige commissiën De Maatschappij, toen zij eenmaal een machtig lichaam was gewor den, heeft de, trouwens zóo hoogst noo- dige hervorming onzer geneeskundige wetten steeds als hare hoofdwerken beschouwd en toen dan ook, host varios casus in 1867 de nieuwe wetten in het Staatsblad verschenen, was het afgedaan met de corpora van voor heen. Ook toen in 1849/50 de vereeniging reeds vrij vasten, en alles behalve revolntion- nairen grondslag verkregen had, hield men er van, de oprichters zoowat te vergelijken met een Louis Blanc en een Ledru Rollin. Maar er was nog een tweede reden waarom bet leesgezelschap de Harmonie zich niet wilde aansluiten aan die Zutphensche utopieën. Dit waren juist èn de wetenschap èn de harmonie Het leesgezelschap was opgericht in een tijd, toen de collegialiteit veel te wenschen overliet en de nooit weg te cijferen jalousie de métier veelal de harmonie verstoorde, vooral omdat de uitlegging, die men aan de wetten en in structies van doctoren, stedelijke en platte lands-heelmeesters gaf, tot groote onaange naamheden en rechterlijke vervolgingen aan-. aangenomen de circulaire van den Granjebond van orde, betreffende het inrichten eener nationale arbeidsbeurs. Hierbij gold de over weging, dat Do Nederlandsche Werkman, welke slechts 75 cent per 3 maanden kost, gratis dienstaanbiedingen plaatst, en dus meer aan bevelenswaardig voorkomt dan de arbeidsbeurs, waarin voor opname moet betaald worden. Voorts werd adhesie betuigd aan het adres der Kamer van Vlissingen betreffende het ge bruik van post- als telegram- en plakzegels. De voorzitter deelde mede vernomen te hebben, dat Sluiskil zal worden geholpen, daar bij de uitvoering van de kanaalwerken de brug voor gewoon verkeer niet verderop zal worden gebracht. De iu de kom van het gehucht te leggen spoorbrug zal tevens worden ingericht voor gewoon verkeer. ONDERWIJS. Akte-examens in Zeeland. Donderdag zijn, zooals nog in een deel der oplaag van ons vorig nommer werd mede gedeeld, geëxamineerd voor do akte van be kwaamheid als onderwijzer 6 man- nelgke candidaten. Geslaagd zijn er 3, nl. de heerenJ. van Herp en H. J. Koole, beiden van Terneuzen, en J. Peper van Aagtekerke. RECHTSZAKEN. Arrondissements-Rvchtbank te Middelburg. Het doen ontstaan van gevaar voor een spoortrein. Voor deze rechtbank werd heden behandeld de zaak tegen J. V., oud 39 jaar, spoorweg- wachteres, huisvrouw van P. de V., geboren te Schore en wonende te 's-H e e r-A rends- kerke. Haar werd te laste gelegd, dat het aan hare schuld te wijten is, dat op den 22en October 1897, des voormiddags omstreeks 6'/i uur, te 's-Heer-Arendskerke gevaar is ontstaan voor den passagier8trein no. 238 der Maatschappij tot expl. van staatsspoorwegen, rijdende over den spoorweg van genoemde maatschappij van Vlissingen naar Roosendaal, welke trein toen aldaar in aantocht was, om nabij wachtpost no. 48 den overweg voorbij te rijden, doordat zij terwyl ze als wegwaebteres bij meerge noemde maatschappij onder anderen belast was met het sluiten der sluitboomen aan boven vermelden overweg voor die sluiting geen zorg heeft gedragen. Tengevolge van die nalatigheid is L. de Jonge, die de sluitboomen geopend vond en daardoor in de meening verkeerde, dat de over weg vrij was, met een met twee paarden be spannen wagen over genoemden overweg ge reden, juist op het oogenblik dat bovenvermelde trein in volle vaart aan kwam rijden, zoodat het alleen aan de oplettendheid van den ma chinist van dien trein, die onmiddellijk geremd en een noodsein gegeven heeft, waardoor bovengenoemde De Jonge, opmerkzaam gemaakt zoo bard mogelijk is doorgereden, te danken is dat die trein niet is gederailleerd. In deze zaak waren vanwege het openbaar ministerie vier getuigen gedagvaard, tot het hooren waarvan werd overgegaan. De eerste L. de Jonge, landbouwer te 6-Heer Arendskerke, verklaarde dat hij op den 22 Oct. met een ledigen, met twee paarden leiding gaf. Stedelijke heelmeesters, leden der provinciale en stedelijke commissiën, werden wegens inwendige praktijk aangeklaagd en vervolgd en de plattelander, omdat bij buiten zijn ressort bad gepvaktizeerd. Wilde men juist ook harmonie zien ontstaan, dan moest men in de bijeenkomsten van het leesgezelschap nooit spreken over praktykde oefening der wetenschap moest zich bepalen tot het lezen en, zoo men wil, bespreken van boeken; de overige tgd van 610 uur moest aaD gezelligheid worden gegeven onder 't gebruik van thee, wijn of pons, tabak en een lekker vuurtje in een verlichte kamer. De lezer van deze opteekening zal nu be- grgpen wat het „toch" beteekende iu den mond van dr Fokker. De beide heeren assu- meerden zich hun collega's dr L. I. de Marrée en dr M. H. Damme en door hen werd reeds den 22 April 1848 een voorloopige bijeenkomst belegd in het oude, nu reeds lang geleden af gebroken Gasthuis in den Langendelft, eu wel in de zoogenaamde rekenkamer, waarin oud tijds, wanneer zij niet in de armweesschool of in de nieuwe burgerweesschool bijeenkwamen, sedert vele eeuwen vergaderden de deftige regen ten der gestichten. Behalve twee, die voor afwezigheid gegronde redenen hadden, waren al aanstonds 16 heeren, met de 4 oprichters er bij gerekend, tegenwoordig. Fokker legde met al den ernst en al de nauw keurigheid, die hem eigen waren, naar aanleiding bespannen wagen, gereden is over den overweg, waarbij de beklaagde wachteres is. Alvorens over de baan te rijden, heeft getuige nog met bekl. gesproken, die bezig was haar konijnen voeder te geven. Toen getuige over een der rails was, hoorde hij den trein fluiten; hij keek er naar en zag dat de trein slechts een honderdtal meters van hem af was. Hierop zette hij zijn paaiden aan en kwam gelukkig ongedeerd over de rails. De boomen waren open, zoodat getuige meende dat de baan vrij was. Toen getuige over de rails was, heeft bekl. de afsl uithoornen dicht gegooid. Even over den overweg werd de trein tot stilstand gebracht. De beklaagde zeide, dat de getuige volko men de waarheid sprak. Zij gaf toe dat zij het tydig sluiten der boomen had nagelaten. Eerst door het fluiten van den trein is bekl. op de nadering van den trein opmerkzaam geworden. Daarop hoorde zij het noodsein. Als reden waarom zij niet op haar post was gaf bekl. op dat zij zeer in gedachten was omdat eenige dagen te voren een kindje van haar was overleden. J. C. S. van Honcke, machinist bij de Maat- schappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen te Vlissingen, de tweede getuige, verklaarde dat hij in den bewusten morgen trein 238 als machinist had geleid en naby wachtpost 48 bemerkte, dat op den overweg aldaar een wagen reed. Hij bevond zich toen op een afstand van ongeveer 59 meter van den overweg. Getnige gaf het alarmsein en remde; de trein rolde toch nog door tot over den overweg. Het stoppen was noodig om ongelukken te voor komen, zoowel voor den voerman als roor den trein. Op de vraag of bij aanrijden van den wagen gevaar voor den trein had kunnen ontstaan, kon getuige geen beslist antwoord gevenda mogelijkheid van gevaar, al was er ook niet bepaald voor een déraillement te vreezen, be stond echter z. i. wel. Getuige verklaarde nog dat zijn trein iets te laat was. Op een vraag van den ambtenaar van het O. M. antwoordde getuige nog dat, als hij den wagen niet gezien had en hij eerst bij de bot sing bad geremd, er wel gevaar voor een dé raillement had kunnen ontstaan. H. P. Monté, stationschef te Arnemuiden, de derde getuige, verklaarde in den bewusten morgen aan wachtpost 48 het bloksein te heb ben gegeven, dat de trein van Arnemuiden was vertrokken. Echter ook onverminderd dat sein, had bekl. de boomen drie minuten vóór de aankomst van den trein moeten sluiten. Bekl. verklaarde het sein niet vernomen te hebben. A. Zandee, arbeider te 's Heer Arendskerke, de laatste getuige, heeft den landbouwer De Jonge over den overweg zien rijdenzijn wagen was er juist gepasseerd toen de trein aankwam en ter hoogte van dien weg stopte. De beklaagde beweerde nog dat, toen de wagen over den overweg reed, de trein daar nog ruim 200 meter van af was. Zij wist dat zoo zeker, omdat zg dit op het terrein beeft laten nameten. Beklaagde verklaarde verder, dat zij nog nimmer wegens onoplettendheid in haar be diening is gestraft. De ambtenaar van het openbaar ministerie der bovengemelde 3 punten de bedoelingen Uit en voegde als 4o er bij aansluiting aan de reeds bestaande kringen. Nooit had men in Middelburg gehoord van eene vereeniging van doctoren en chirurgen, het was dus eene groote zelfvoldoening voor de oprichters, dat alle aanwezigen zich bereid verklaarden aan het plan gevolg te geven eu, zooals wel te denken was, werden in deze buitengewone vergadering de vier voorstellers met by voeging van dr J. C. v. d. Broecke be noemd om zoo spoedig mogelijk een concept reglement te ontwerpen en daarbij als een feit aan te nemen, dat de vereeniging, immers dien naam zou men voeren, was geconstitueerd. Aan prof. B. de Jonge, den voorzitter der Prov. gen. commissie, die uitlaudig was, werd het lidmaatschap opgedragen en later door hem met dank aanvaard. Zooals te wachten was, ontbrak bet dit comité niet aan activiteit. In twee, ook nog als buitengewoon beschouwde, bijeenkomsten den 15en Mei en 5 Juni werd een concept reglement behandeld en vastgesteld, de com missie met dank ontbonden en een bestuur verkozen. Gekozen werden dr V. d. Broecke, dr Fok ker, J. H. Cornielje, dr De Man en dr Damme. Volgens het reglement moesten ook de digni tarissen door de vergadering worden gekozen; de keuze van voorzitter, secretaris eu penning meester viel pp Fokker, De Man en Cornielje,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 1