MIDDËLBURGSGHE COURANT.
N°. 95.
141e Jaargang.
1898.
Zaterdag
23 April.
Dene courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- on Feestdagen,
Pri)Bj per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2.-
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer
Middelburg 22 April 8 u. vm. 47 gr- 12 u 58 gr.,
av. 4 u. 52 gr. F. Verw. tam. kr. Z. 0. wind.
Advertentiën voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór éér. uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Advertentiën20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regolj
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige
voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis
aan het bureau te bekomen.
Middelburg 22 April.
ONPRACTISCH.
Sommige bladen verdiepen zich nog steeds
in de kwestie ot een republikein of socialist
in September den eed of de belofte van trouw
aan de Koningin, voorgeschreven bij art. 53
der Grondwet, zou kunnen doen.
Sommigen beweren dat dit door hen loyaal
zou kunnen geschiedenanderen zijn van een
tegenovergesteld gevoelen.
Wij zouden zeggen laten dit de socialistische
afgevaardigden zeiven uitmakenal zijn wij
het eens met hen die beweren dat iemand,
wat zijn particulier gevoelen betreft, republi
kein kan zijn en toch beloven de Koningin,
zoolang deze krachtens de Grondwet regeert,
te eerbiedigen. Zoolang een wet er is, kan men
beloven en is men verplicht haar te eerbiedigen,
al streeft men er naar haar te wijzigen.
Het dwaze idee om daarvoor eene, grond wets
herziening te willen uitlokken, is eigenlijk het
bespreken niet waard. Wie kau er nu over
denken om die nog even vóór September tot
stand te brengen
Spoken.
„Rome" en de „Doleantie" doen, volgens de
Standaard, gedurig dienst als spoken, waar
door velen van goede dingen worden terug
gehouden. Alleen het „Socialisme, is geen
spook, maar een vijand, waar men niet genoeg
tegen op zijne hoede kan zijn".
Wie nog zelfstandigheid genoeg bezit, om
zonder bril van het Stan daard-hureél geschie
denis te bestudeeren, zal het met ons bespot
telijk vinden om Rome slechts voor een spook
aan te zien.
De aard en de natuur van Rome veranderen
nooit. Zoodra men het zoover heeft als men
het spoedig hoopt te krijgen, dat men de alles
overbeerschende party is, dan gaat het natuur-
lijk den weg weder op van voorheende dood
aan alles wat protestant is! Dat is de leer.
de taktiek, het beginsel, de politiek, dat is in
één woord de toeleg van Rome in alles. Van
daar dat ieder, die protestantsch bloed in de
aderen heeft, walgt van de Standaard-politiek,
die altyd heil wil zien en zoeken in samen
werking met Rome.
En in hoever de „doleantie" als een spook
is aan te merken, hebben de processen, tegen
de Ned. Herv. Kerk gevoerd, bewezen. En
wat men nog weer eens tegen de Christ. Ge
reformeerden beproeft, is nog honderd maal
zoo brutaal. Volkomen stemmen we toe, dat
het socialisme eene macht is, die voortwoe
kert en niet gering is te schatten, maar of
het socialisme ooit zooveel op onze vaderland -
sche erve zal kunnen bederven en verwoesten,
als Rome en de Doleantie al gedaan hebben,
is voor ons nog eene open vraag."
Aldus W., de bekende redacteur van De
Wekker, orgaan der Christelijk Gereformeerde
kerk in Nederland, in bet jongste nommer van
zijn blad.
STOOM LOODSDIENST.
In zijn memorie van antwoord op het voor-
loopig verslag der Tweede kamer over zijne
begrooting zegt de Minister van Marine
„Dat men vrij algemeen met voldoening bad
gezien, dat deze minister in beginsel aan stoom-
boven zeil-loodsdienst de voorkeur geeft, ver
nam ondergeteekende met genoegen; hij meent
echter de opmerking niet achterwege te mogen
laten, dat ook zijn beide ambtsvoorgangers
dezelfde meening waren toegedaan, doch alleen
nog geen vrijheid konden vinden om verder te
gaan dan het in gebruik nemen van gehuurde
stoomschepen aan den Hoek van Holland en te
IJmuiden, om bij stormweer in den loodBdienst
te voorzien.
„Nu tegenwoordig echter de inkomsten de
uitgaven belangrijk overtreffen, is ondergetee
kende van meening, dat er aanleiding bestaat
om een stap verder te gaan in die richting en,
indien het rapport der tot onderzoek benoemde
commissie uitmaakt, dat de uitgaven, door dien
stap veroorzaakt, niet te bezwarend zijn, reeds
op de volgende begrooting gelden daarvoor
uit te trekken."
AFDEELING ZEELAND
van de
Nederlandsche Maatschappij
tot bevordering der Geneeskunst.
Aan de, in het beric ht omtrent de feestver-
gadering van bovengenoemde afdeeling ver
melde, geschiedenis hiervan, die door den heer
dr J. C. de Man werd bewerkt men zie
Uit Stad en Provincie ontleenen wij het
volgende:
„Dan zullen we 't toch probeeren"; dit wa
ren de laatste woorden van een gesprek, in
1848 gevoerd op den hoek der Molstraat tus
schen dr. Adr. A. Fokker en dr. J. C. de Man.
Er lag een beteekenis in dat woordje toch.
Den Vrijdag te voren, toen het leesgezelschap
De Harmonie vergaderd was, had De Man een
brief ter tafel gebracht, dien hij had ontvan
gen van dr. Ramaer te Zutphen, waarin
Ramaer, die terecht als oprichter der Maat
schappij ia beschouwd en daarvoor ook een
gedenkteeken beeft ontvangen, het plan ont
vouwde om over ganseh Nederland eene Maat
schappij van geneeskundigen op te richten
met een meerledig doel, t. w,1°. de beharti
ging der maatschappelijke belangen van de
geneeskunstoefenaren2°. het bevorderen
van onderling gezellig verkeer3°. het
behandelen van wetenschappelijke onderwer-
Agenten.
Te VlissingenC. N. J- de Vet Mbstdagh te
GoesA. C. Bolldyt, firma Wed. de Jonge.
UIT STAD EN PROVINCIE.
De afdeeling Zeeland van de Nederland
sche Maatschappij tot bevordering der Genees
kunst viert heden haar vijftigjarig bestaan. Zij
werd onder den naam Vereeniging van Zeeutvsehe
Genees- en Heelkundigen opgericht den 22 April
1848 op initiatief van dr A. A. Fokker, dr J.
C. de Man, dr L. J. de Marrée en dr M. H.
Damme.
Ter herdenking dezer heugelijke gebeuitenis
honden de leden eene buitengewone vergade
ring in de sociëteit Sint Joris, waarbij als
feestredenaar optreedt prof. dr A. P. Fokker,
hoogleeraar te Groningen, oud-lid der vereeni
ging en zoon van den oprichter.
Na afloop daarvan wordt een diner aange
boden aan dr J. C. de Man, den eenigen. der
stichters die nog in leven is. Het menu van
dit diner bevat o. a. aan de binnenzijde de
welgelijkende portretten van dr A. A. Fokker
(den eersten voorzitter) en van dr J. C. de Man
(den eersten secretaris).
De laatste gaf aan de vereeniging een zwart
ebbenhouten, met zilver versierden voorzitters
hamer uit de Kon. Fabriek van goud- en zil
verwerken van J. M. van Kempen en Zoon met
toepasselijk opschrift ten geschenke.
Aan de leden (en enkele autoriteiten) wordt
bovendien ter herinnering aangeboden een boekje,
waarin zgn opgenomen: de feestrede, door prof.
Fokker heden uitgesprokende geschiedenis der
afdeeling bewerkt door dr De Man; een levens
schets der oprichters, bewerkt door dr J. P.
Berdenis van Berlekom en een naamlijst van
>n, bestuurders en afgevaardigden, verzameld
door dr Bylsma.
Op een andere plaats in dit blad vindt men
eenige bijzonderheden omtrent deze afdeeling,
ontleend aan dit werkje.
Woensdagmorgen werd te Vlissingen
door den commandant van Hr. Ms. Bulgia, den
luit. er zee le klasse Michaelhoff, het eere-
teeken met gesp voor belangrijke krijgsverrich
tingen gedurende 1893/96 met een toepasselijke
toespraak uitgereikt aan den korp. schrijver
Th. A. de Ruyter, den korpkok P. J. Grims,
den matroos der 2e kl. J. W. v. d. Berg, den
pen. Men beoogde oprichting van nieuwe
afdeelingen en aansluiting van reeds hier en
daar bestaande leesgezelschappen of dergelijke
corporatiën. Bij het uit 12 medici bestaande
leesgezelschap mislukte de poging van Ramaer
en van De Man, volgens een aan den eerstge-
noemden op 7 Juni gezonden bericht. Twee
redenen maakten de leden, die voor een groot
deel Oomes waren uit den onden tijd, huiverig
om aan die nieuwigheden met het toen reeds
28 - jaren tellende en bloeiende leesgezelschap
(opgericht 6 Augs. 1819 en thans nog bestaande)
mede te doen. Men kwam voor die reden niet
uit, maar ze bestond toch. De Februari-
omwenteling van 1848 was uitgebroken en
er kookte een ferment in het leven der geheele
maatschappij. Men, dat waren de autoriteiten
op medisch gebied, men was bevreesd, dat er
iets revolntionairs in dat plan lag om elkanders
belang te behartigen en zich, daartoe misschien
vooral, aaneen te sluiten en enkelen dachten
wellicht, dat er kuiperijen zouden beraamd
worden, om de mannen van macht en gezag
van hun tronen te stooten.
Dit was niet bet plan van den edelen, we-
tenBchappelijken Ramaer, maar de gistende toe
stand deed het vreezen en laten wij bet niet
voorbyzien de wijze Prudentia der mannen
van ondervinding had toch wel goed gedacht;
de geschiedenis heeft het geleerd. Toen de
eerste wet der Maatschappij ter goedkeuring
werd aangeboden aan de zóo liberale minis-
matrozen der 3e kl. J. Leijnse en J. J. Serton,
den stokers der 1p kl. A. de Ruiter en B. M.
Grasso, en den marinier 2e kl. J. Hartjesveld.
(VI. Crt.)
Voor de betrekking van waterbouwkundig
ambtenaar aan den ealamiteusen Susanna-polder,
welke door het verleend eervol ontslag aan den
heer H. van der Dussen met 1 Mei a.s vacant
komt, hebben zich 14 sollicitanten aangemeld.
- Donderdag morgen 11. bevond zich te
Scherpenisse de schaapherder J. G. met.
zijn geweer op straat, om jacht te maken op
musschen. Onhandig schutter als de man is,
bad hij het ongeluk dat bet schot door de
ruiten vloog van een tegenoverstaande wo
ning, rakelings langs de hoofden van twee
vrouwen, die juist bezig waren eenig werk te
verrichten.
Door den gemeente-veldwachter is bet ge
weer in beslag genomen en tegen den betrok
ken persoon procesverbaal opgemaakt wegens
overtreding van de wet op bet dragen van
wapenen.
- Iu het ons gezonden bericht over de ver
gadering van ingelanden van het waterschap
Poortvliet komt abusievelijk voor dat de beer
Anth. van der Slikke als no. 3 op de voor
dracht geplaatst is voör gezworen; dit moet
zijn de heer Anth. de Rijke.
Uit het land van Axel schrijft men ons:
't Is van algemeene bekendheid, dat men zich
in de omstreken van Gent in den laatsten tijd
vooral toelegt op de kweek van azalia's. Daar
van getuigt wel de tentoonstelling, die thans in
Gent wordt gehoudeD. En dat die arbeid
loonend moet zgn, bewijst wel het feit, dat
menig boertje, wien rogge en aardappelen
vroeger geen boterham konden bezorgen, thans
door de azalia's een welgesteld man is geworden
dat notaris en dokter het niet beneden zich
achten zich op die kweek toe te leggen. Er
schijnt nu op 't oogenblik iu uic gemeente gebrek
te komen aan boschgrond. Een bloemkweeker
te Saffelaere toch heeft onder de gemeente
Koewacht dertien gemeten boschgrond ge
kocht, wat hem met arbeidsloon en transport
kosten op ongeveer 8000 fres zal te staan komen.
In de Donderdag te Terne u zen
gehouden raadsvergadering werden benoemd
de stembureaux voor de stemming voor
den gemeenteraad, en, met 6 tegen 5 stem
men, verworpen de voorstellen van het
Dag. Best. tot het verleenen een er gratificatie
van f 50 aan de politie en een gelijke som
m de lantaarnopstekers.
Een verzoek van den heer Yerhage, onder-
wgzer aan school C, om vergoeding voor meer
dere diensten tijdens een vacature, zal naar
het hoofd dier school worden verzonden om
advies.
De heer Van der Moer zal trachten eene
commissie te vormen, voor het uitoefenen van
het plaatselijk schooltoezicht; dit laat volgens
hem thans veel te wenschen over. De bestaan
hebbende schoolcommissie is te niet gegaan,
doordat de leden, de een na den ander, be
dankten en er geen liefhebbers meer te vinden
waren.
Tot ambtenaar van den burgerlijken stand
werd benoemd de heer H. C. L. van Tsel3teijn.
In de des avonds van dien dag door de Ka
mer van Koophandel en Fabrieken aldaar ge
houden vergadering werd voor kennisgeving
ters, werd die wet goedgekeurd, mits men art.
1 veranderde, waarin sprake was van verde
diging van elkanders belangen. De ministers
waren zelve bevreesd voor dat revolutionair
element, dat hen zei ven op den troon had ge
plaatst. En wat is het lot geweest van de
troonzalen der provinciale en plaatselijke ge
neeskundige commissiën De Maatschappij, toen
zij eenmaal een machtig lichaam was gewor
den, heeft de, trouwens zóo hoogst noo-
dige hervorming onzer geneeskundige wetten
steeds als hare hoofdwerken beschouwd en
toen dan ook, host varios casus in 1867 de
nieuwe wetten in het Staatsblad verschenen,
was het afgedaan met de corpora van voor
heen. Ook toen in 1849/50 de vereeniging
reeds vrij vasten, en alles behalve revolntion-
nairen grondslag verkregen had, hield men
er van, de oprichters zoowat te vergelijken
met een Louis Blanc en een Ledru Rollin.
Maar er was nog een tweede reden waarom
bet leesgezelschap de Harmonie zich niet wilde
aansluiten aan die Zutphensche utopieën. Dit
waren juist èn de wetenschap èn de harmonie
Het leesgezelschap was opgericht in een tijd,
toen de collegialiteit veel te wenschen overliet
en de nooit weg te cijferen jalousie de métier
veelal de harmonie verstoorde, vooral omdat
de uitlegging, die men aan de wetten en in
structies van doctoren, stedelijke en platte
lands-heelmeesters gaf, tot groote onaange
naamheden en rechterlijke vervolgingen aan-.
aangenomen de circulaire van den Granjebond
van orde, betreffende het inrichten eener
nationale arbeidsbeurs. Hierbij gold de over
weging, dat Do Nederlandsche Werkman, welke
slechts 75 cent per 3 maanden kost, gratis
dienstaanbiedingen plaatst, en dus meer aan
bevelenswaardig voorkomt dan de arbeidsbeurs,
waarin voor opname moet betaald worden.
Voorts werd adhesie betuigd aan het adres
der Kamer van Vlissingen betreffende het ge
bruik van post- als telegram- en plakzegels.
De voorzitter deelde mede vernomen te
hebben, dat Sluiskil zal worden geholpen, daar
bij de uitvoering van de kanaalwerken de brug
voor gewoon verkeer niet verderop zal worden
gebracht. De iu de kom van het gehucht te
leggen spoorbrug zal tevens worden ingericht
voor gewoon verkeer.
ONDERWIJS.
Akte-examens in Zeeland.
Donderdag zijn, zooals nog in een deel der
oplaag van ons vorig nommer werd mede
gedeeld, geëxamineerd voor do akte van be
kwaamheid als onderwijzer 6 man-
nelgke candidaten.
Geslaagd zijn er 3, nl. de heerenJ. van
Herp en H. J. Koole, beiden van Terneuzen,
en J. Peper van Aagtekerke.
RECHTSZAKEN.
Arrondissements-Rvchtbank te Middelburg.
Het doen ontstaan van gevaar voor een
spoortrein.
Voor deze rechtbank werd heden behandeld
de zaak tegen J. V., oud 39 jaar, spoorweg-
wachteres, huisvrouw van P. de V., geboren
te Schore en wonende te 's-H e e r-A rends-
kerke.
Haar werd te laste gelegd, dat het aan hare
schuld te wijten is, dat op den 22en October
1897, des voormiddags omstreeks 6'/i uur, te
's-Heer-Arendskerke gevaar is ontstaan voor
den passagier8trein no. 238 der Maatschappij
tot expl. van staatsspoorwegen, rijdende over
den spoorweg van genoemde maatschappij van
Vlissingen naar Roosendaal, welke trein toen
aldaar in aantocht was, om nabij wachtpost
no. 48 den overweg voorbij te rijden, doordat
zij terwyl ze als wegwaebteres bij meerge
noemde maatschappij onder anderen belast was
met het sluiten der sluitboomen aan boven
vermelden overweg voor die sluiting geen
zorg heeft gedragen.
Tengevolge van die nalatigheid is L. de
Jonge, die de sluitboomen geopend vond en
daardoor in de meening verkeerde, dat de over
weg vrij was, met een met twee paarden be
spannen wagen over genoemden overweg ge
reden, juist op het oogenblik dat bovenvermelde
trein in volle vaart aan kwam rijden, zoodat
het alleen aan de oplettendheid van den ma
chinist van dien trein, die onmiddellijk geremd
en een noodsein gegeven heeft, waardoor
bovengenoemde De Jonge, opmerkzaam gemaakt
zoo bard mogelijk is doorgereden, te danken
is dat die trein niet is gederailleerd.
In deze zaak waren vanwege het openbaar
ministerie vier getuigen gedagvaard, tot het
hooren waarvan werd overgegaan.
De eerste L. de Jonge, landbouwer te
6-Heer Arendskerke, verklaarde dat hij op den
22 Oct. met een ledigen, met twee paarden
leiding gaf. Stedelijke heelmeesters, leden der
provinciale en stedelijke commissiën, werden
wegens inwendige praktijk aangeklaagd en
vervolgd en de plattelander, omdat bij buiten
zijn ressort bad gepvaktizeerd. Wilde men
juist ook harmonie zien ontstaan, dan moest
men in de bijeenkomsten van het leesgezelschap
nooit spreken over praktykde oefening der
wetenschap moest zich bepalen tot het lezen
en, zoo men wil, bespreken van boeken; de
overige tgd van 610 uur moest aaD
gezelligheid worden gegeven onder 't gebruik
van thee, wijn of pons, tabak en een lekker
vuurtje in een verlichte kamer.
De lezer van deze opteekening zal nu be-
grgpen wat het „toch" beteekende iu den
mond van dr Fokker. De beide heeren assu-
meerden zich hun collega's dr L. I. de Marrée
en dr M. H. Damme en door hen werd reeds
den 22 April 1848 een voorloopige bijeenkomst
belegd in het oude, nu reeds lang geleden af
gebroken Gasthuis in den Langendelft, eu wel
in de zoogenaamde rekenkamer, waarin oud
tijds, wanneer zij niet in de armweesschool of
in de nieuwe burgerweesschool bijeenkwamen,
sedert vele eeuwen vergaderden de deftige regen
ten der gestichten. Behalve twee, die voor
afwezigheid gegronde redenen hadden, waren
al aanstonds 16 heeren, met de 4 oprichters er
bij gerekend, tegenwoordig.
Fokker legde met al den ernst en al de nauw
keurigheid, die hem eigen waren, naar aanleiding
bespannen wagen, gereden is over den overweg,
waarbij de beklaagde wachteres is. Alvorens
over de baan te rijden, heeft getuige nog met
bekl. gesproken, die bezig was haar konijnen
voeder te geven.
Toen getuige over een der rails was, hoorde
hij den trein fluiten; hij keek er naar en zag
dat de trein slechts een honderdtal meters van
hem af was. Hierop zette hij zijn paaiden aan
en kwam gelukkig ongedeerd over de rails. De
boomen waren open, zoodat getuige meende
dat de baan vrij was. Toen getuige over de
rails was, heeft bekl. de afsl uithoornen dicht
gegooid.
Even over den overweg werd de trein tot
stilstand gebracht.
De beklaagde zeide, dat de getuige volko
men de waarheid sprak. Zij gaf toe dat zij
het tydig sluiten der boomen had nagelaten.
Eerst door het fluiten van den trein is bekl.
op de nadering van den trein opmerkzaam
geworden. Daarop hoorde zij het noodsein.
Als reden waarom zij niet op haar post was
gaf bekl. op dat zij zeer in gedachten was
omdat eenige dagen te voren een kindje van
haar was overleden.
J. C. S. van Honcke, machinist bij de Maat-
schappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen
te Vlissingen, de tweede getuige, verklaarde
dat hij in den bewusten morgen trein 238 als
machinist had geleid en naby wachtpost 48
bemerkte, dat op den overweg aldaar een wagen
reed. Hij bevond zich toen op een afstand van
ongeveer 59 meter van den overweg. Getnige
gaf het alarmsein en remde; de trein rolde
toch nog door tot over den overweg. Het
stoppen was noodig om ongelukken te voor
komen, zoowel voor den voerman als roor den
trein.
Op de vraag of bij aanrijden van den wagen
gevaar voor den trein had kunnen ontstaan,
kon getuige geen beslist antwoord gevenda
mogelijkheid van gevaar, al was er ook niet
bepaald voor een déraillement te vreezen, be
stond echter z. i. wel.
Getuige verklaarde nog dat zijn trein iets te
laat was.
Op een vraag van den ambtenaar van het
O. M. antwoordde getuige nog dat, als hij den
wagen niet gezien had en hij eerst bij de bot
sing bad geremd, er wel gevaar voor een dé
raillement had kunnen ontstaan.
H. P. Monté, stationschef te Arnemuiden, de
derde getuige, verklaarde in den bewusten
morgen aan wachtpost 48 het bloksein te heb
ben gegeven, dat de trein van Arnemuiden was
vertrokken. Echter ook onverminderd dat
sein, had bekl. de boomen drie minuten vóór
de aankomst van den trein moeten sluiten.
Bekl. verklaarde het sein niet vernomen te
hebben.
A. Zandee, arbeider te 's Heer Arendskerke,
de laatste getuige, heeft den landbouwer De
Jonge over den overweg zien rijdenzijn
wagen was er juist gepasseerd toen de trein
aankwam en ter hoogte van dien weg stopte.
De beklaagde beweerde nog dat, toen de
wagen over den overweg reed, de trein daar
nog ruim 200 meter van af was. Zij wist dat
zoo zeker, omdat zg dit op het terrein beeft
laten nameten.
Beklaagde verklaarde verder, dat zij nog
nimmer wegens onoplettendheid in haar be
diening is gestraft.
De ambtenaar van het openbaar ministerie
der bovengemelde 3 punten de bedoelingen Uit
en voegde als 4o er bij aansluiting aan de
reeds bestaande kringen.
Nooit had men in Middelburg gehoord van
eene vereeniging van doctoren en chirurgen,
het was dus eene groote zelfvoldoening voor
de oprichters, dat alle aanwezigen zich bereid
verklaarden aan het plan gevolg te geven eu,
zooals wel te denken was, werden in deze
buitengewone vergadering de vier voorstellers
met by voeging van dr J. C. v. d. Broecke be
noemd om zoo spoedig mogelijk een concept
reglement te ontwerpen en daarbij als een feit
aan te nemen, dat de vereeniging, immers dien
naam zou men voeren, was geconstitueerd.
Aan prof. B. de Jonge, den voorzitter der
Prov. gen. commissie, die uitlaudig was, werd
het lidmaatschap opgedragen en later door hem
met dank aanvaard.
Zooals te wachten was, ontbrak bet dit
comité niet aan activiteit. In twee, ook nog
als buitengewoon beschouwde, bijeenkomsten
den 15en Mei en 5 Juni werd een concept
reglement behandeld en vastgesteld, de com
missie met dank ontbonden en een bestuur
verkozen.
Gekozen werden dr V. d. Broecke, dr Fok
ker, J. H. Cornielje, dr De Man en dr Damme.
Volgens het reglement moesten ook de digni
tarissen door de vergadering worden gekozen;
de keuze van voorzitter, secretaris eu penning
meester viel pp Fokker, De Man en Cornielje,