MIDDELBIRGSCHE COURANT.
N". 89.
1898.
Zaterdag
16 April.
141" Jaargang,
Deze courant verschijnt dagelijks, met nitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2.
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer
Middelburg 15 April 8 u. vm. 51 gr. 12 u 60 gr.,
av. 4 u. 53 gr. F. Verw. zw. Z. wind.
Advertentiën voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór één uur
aan het bureau bezorgd zijn.
v
AdvertentiSn20 cent per regel. Goboorte- dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 17 regels 1.50elke regel moer 20 cent. Reclames 40 cent per regel)
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige
voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis
aan het bureau te bekomen.
Agenten.
Te VlissingenC. N. J. ns Vet Mestdioh; ta
GoesA. C. Bollüyt, firma Wed. de Jongs.
Middelburg 15 April.
Een gelukkig teeken.
De heer J. C. Fabius, inspecteur van het
lager onderwijs, verdedigt in de anti-revolu
tionaire Nederlander het wetsontwerp op den
leerplicht.
Als men nu weet dat dit blad, orgaan van
jhr mr A. F. de Savornin Lobman, en dr
Kuyper in De Standaard om van mindere
goden niet te spreken het ontwerp bestrijden,
dan is het onzes inziens een gelukkig teeken
al is het voor die beide heeren niet aange
naam, dat van bevoegde zijde, van een man als
de heer Fabius, die erkent dat er zeer veel is
in de conclussies van het bekende Unie-rapport
dat hem aantrekt, toch een pleidooi voor het
ontwerp tot ons komt. Hij beroept zicb daar-
by op de schoolwetten van Engeland en
Transvaal, waar ook de „vrije school" wordt
gesubsidieerd.
Als men zoo schrijft hij van rijkswege
het subsidie verband houden deed met de resul
taten van het onderwijs, wat toch in beginsel
verstandig en rechtvaardig ware, zou dan niet
te vreezen zijn, dat de „nationale tijd" geheel
in beslag genomen werd door gedachtenwisse-
ling over „geweigerde bijdragen"en dat veler
geloof aan het Woord „Wilt gij nu de macht,
niet vreezen, doe het goede, en gij zult lof van
haar hebben. Want zij is Gods dienares uten
goede" op al te zware proef gesteld werd
Welnu, omdat het altijd zoo geweest is,
voorshands niet anders kan en bij ons leven
ook wel noodig blijven zal, acht die overheid
het hare roeping het lager onderwijs bij de wet
te regelen, daarop toe te zien en het te steunen
uit de schatkist, onverschillig of het gegeven
wordt door burgerlijke of kerkelijke gemeente,
dan wel vanwege eene particuliere vereeniging.
Maar nu rijst toch dadelijk de vraag zoo-
""*wei öp het zuidelijk, als op ons noordelijk
halfrond of het die overheid onverschillig
kan en mag zijn, welke vruchten dat onder
wijs oplevert.
Ook zonder leerplicht zijn goede vruchten
mogelijk. Maar nu kunnen wij ook heel het
buitenland en zelfs de vraag, of wij wel goede
christenen zijn, voorloopig laten rustenom in
alle kalmte te bespreken of er wettelijke maat
regelen noodig zijn om er voor te zorgen, dat
de kinderen, voor wie scholen gebouwd en
meesters aangesteld worden, nu ook wer
kelijk de scholen bezoeken. Aan mijn zijde
vind ik jhr. mr. T. A. J. van Asch van
Wijck, die in de zitting der Eerste kamer
van 26 Januari jl. zich aldus uitsprak„Ik be
hoor tot hen, die, wanneer aan de voornaamste
bezwaren (uit zijne rede van 23 September d.
a.v. blijkt, dat de spreker op gemoedsbezwa
ren doelt) tegemoet gekomen wordt, geen be
zwaar zou maken tegen een wetsontwerp tot:
het invoeren van schoolplicht, voor zoover
alleenslordigheid, sleur, slechte neigingen
en baatzucht.... aanleiding tot schoolverzuim
geven."
Voor een deel vinden deze woorden zeker
hunne verklaring in de omstandigheid, dat spie
ker als burgemeester eener niet onbelangrijke
gemeente de ervaring heeft opgedaan, hoezeer
het onderwijs wordt benadeeld door het wille
keurig schoolverzuim.
BMOEMDiGES ENZ.
Bij kon. besluit
is bij het kadaster: aan J. J. Kuipers te
Alkmaar, op verzoek, eervol ontslag verleend
als landmeter der 1ste klasse, behoudens aan
spraak op pensioen en zyn benoemd tot land
meter lste klasse P. van Dijk te Hoorn, thans
2de klasse; en der 2de klasse J. Rietsema te
Assen, thans van de 3de klasse
is mr Andries Willem van den Brandeler te
Cheribon (Java), met al zijne wettige, zoo man
nelijke als vrouwelijke, afstammelingen in den
Nederlandschen adel verheven met de praedi-
caten van jonkheer en jonkvrouw.
UIT STAD EN PROVINCIE.
Tegen 1 Mei zijn in Z e e 1 a n d de vol
gende kommiezen bij 's rijks belastingen ver
plaatst O. Uffen 2e van Vlissingen (stad) naar
MiddelburgP. M. A. van den Brandt 2e van
Zierikzee naar Vlissingen (stad)J. P. van
Bortel le van Breskens naar ZierikzeeF. Beun
3e van Renesse naar Breskens; J.S.Bondewel
2e van Hontenisse naar Renesse; C. Kopmels
4e van Sas van Gent naar HontenisseJ. van
Soest 4e van Sas van Gent (tijd) naar Sas van
GentJ. Snoodijk le van Veere naar St. Maar
tensdijk; J. J. Hodde le van Vlissingen (haven)
naar Veere; J- van Dien 2e van Vlissingen
(stad) naar Vlissingen (haven); W. C. van de
Putte 3e van Vlissingen (haven) naar Vlis-
pingen (stad)J. Schuiling 3e van Sas van
Gent naar Vlissingen (haven)B. J. ten
Bokum 4e van St. Jansteen naar Sas van GentJ.
F. Eckebus 3e van Hontenisse naar St. Jansteen
J. H. van Zijl 4e van Koewacht naar Honte
nisse; F. van nurck 4e van Budel (tijd) naar
Koewacht; P. Versluijs 2e van Hoedeken skerke
naar Tholen ;-M. C. Commelin le van Aardenburg
naar HoedekenskerkeP. Bouders Az. 3e van
Sas van Gent naar AardenburgH. Bouma 4e
van Terneuzen (tijd) naar Sas van GentA. van
der Welle 3e van Hulst naar Terneuzen; J.
Beerens 4e van Zniddorpe (tijd) naar Hulst
F. Remerij 3e van Aardenburg naar Zuiddorpe
G. H. A. van de Burgt 3e van Zuiddorpe naar
Aardenburg; C. L. Vervaeck 4e van Sas van
Gent (tijd) naar ZuiddorpeM. F. E. Neder hand
4e van Kauter naar Sas van GentD. J. Jansen
4e van Aardenburg naar Kanter H. R. J.
Claeijs 4e van Noorbeek naar Aardenburg; P.
Lauret 3e van Sas van Gent naar Axel; K.
Spijkerman 3e van Hulst naar Terneuzen; P.
J. Stoutjesdijk 4e van Budel (station) naar
St Jansteen; T. B. Tas 4e van St Jansteen naar
Hulst; J. W. H. Hoger vorst 4e van Veld
zicht naar St. JansteenH. J. A. van
Schingen 4e van Hoeven naar Veldzicht;
I. P. van Oost le van Ellewoutsdijk naar
Hoedekenskerke; S. A. Iburg le van
Hoedekenskerke naar Ellewoutsdijk; M. J.
Almekinders 4e van Stamproij (tijd.) naar
Terneuzen; I. Risseeuw 4e van Locht (tijd.)
naar Aarden burg; P. van Wouwe 4e van
Oasendrecht naar Hansweert; en P. H. S.
Tröberg kommies te water 2e van Lobith naar
Vlissingen (haven).
Het cijfer achter iederen naam wijst aan de
klasse, waartoe elk der genoemden behoort.
Naar wij vernemen, is de commissie van
toezicht op den Provincialen stoomboot-
dienst op de Westerschelde in eene bij
eenkomst, gehouden met haren deskundige, den
heer W. Fenenga te Amsterdam, tot overeen
stemming gekomen betreffende het te bonwen
nieuw stoomschip voor dien dienst.
Aan de maatschappij de Maas te Rotter
dam is, als minste inschrijver, de levering
gegundbehoudens nadere goedkeuring door
bet Gedeputeerd college.
De aannemingsom bedraagt f 118.080.
De stoomboot wordt een weinig langer en
breeder dan de Zeeuwsch- Vlaanderen, een nood
zakelijk gevolg van een ander type machine
en ketel.
De afmetingen zijnlengte tusschen loodlij
nen M. 46breedte M. 6.60 en holte M. 3.10.
De boot wordt voorzien van eene hellende
compound machine, met oppervlak condensatie
en een stalen stoomketel, met gegolfde patent-1
vuren van zoodanig systeem, dat die vernieuwd
kunnen worden zonder andere deelen te Bloopen.
De snelheid is bepaald op 12Va Engelsche
«mijlen per uur.
De aflevering is bepaald op 10 maanden na
de goedkeuring der overeenkomst.
Maandag a. zal de heer H. Pierson van
Zetten in een bijeenkomst met mannen, te
houden in het Schuttershof alhier, spreken
over het vraagstuk der prostitutie.
Er wordt gelegenheid tot debat gegeven.
Nadat in de Donderdag gehouden zitting
van den gemeenteraad van Vlissingen de
geheime vergadering weder openbaar was ge
worden, kwam, zooals wij reeds in het kort
meldden, de heer Gewin nog eens terug op de
in de vorige zitting door hem ter sprake ge
brachte regeling van de pensioneering der
ambtenaren.
Hij verklaarde het niet eens te zijn met de
raadsleden, die met het vaststellen der regeling
willen wachten totdat de fluancieele verhouding
tusschen het rijk en de gemeente is tot stand
gekomen. Het geldt hier eene daarvan afge
scheiden zaak, die urgent is en in het belang
der ambtenaren niet mag worden uitgesteld.
De percentage, die de ambtenaren zullen
moeten bijdragen, is een zaak van later zorg.
De vorige burgemeester noemde 2% en dat
cijfer zal wel ongeveer moeten behouden blijven.
Verder wees spreker erop dat, toen de ont-
werp-regeling werd overgelegd, besloten is die
te stellen in handen der financieele commissie
en ook het stuk te lateu drukken, opdat de
raadsleden er kennis van zouden kunnen nemen.
Spreker is gebleken dat het stuk niet in
handen is van de financieele commissiehet
blijft liggen in het archief en wordt zoodoende
aan den raad onttrokken.
De heer Gewin stelde voor het rapport te
doen drukken en een exemplaar ervan aan de
leden van den raad te doen toekomen.
Dit voorstel werd voldoende ondersteund.
De heer Verkuyl Quakkelaar vroeg of het
wel vaststaat dat tot drukken van de ontwerp
regeling besloten is, waarop de voorzitter de
notulen liet raadplegen.
Daaruit bleek dat besloten was in den geest
als door den heer Gewin was gezegd.
Hierop stelde de voorzitter voor het stuk
te stellen in handen der financieele commissie
en het te doen drukken, waartoe de raad besloot.
De gemeenteraad van Borssele stelde
het kohier van den boofdelyken omslag voor
1898 vast, ten bodrage van f 1580.90, verdeeld
over 134 personen. Per ziel bedraagt de be-
asting ruim f 1.47s.
Do rekening van het burgerlijk armbestuur
over 1898 werd goedgekeurd met een voor-
deelig saldo van f 441.78.
Naar aanleiding eener opmerking tegen de
invoering van een nieuwen hoofdelijken omslag
besloot de raad de regeling dier belasting te
verdagen.
Verder werd besloten mcetewerben tot den
nieuwen uitkoop van tollen op den prov.
straatweg Goes—'s Gravenpolder, terwijl op
diens verzoek het traktement van den gemeente
veldwachter werd verhoogd met f 40, en alzoo
gebracht op f 400.
Tot gemeente-geneesheer te Wemel-
dinge is benoemd de heer P. J. A. Kruise,
arts te Axel.
Te Wissekerke is Donderdag het
eerste der negen zinksfcukken neergelaten, die
in vereeniging met een paar dammen het
oeverwerk zullen vormen in de nabijheid van
den calamiteuzen Anna-FViso-polder.
Het zinken van een stuk geeft altijd zoo
schrijft men ons een buitengewone drukte
aan den dijk. Vijf groote en 15 kleinere vaar
tuigen, waaromheen zich een aantal roeibooten
bewegen, terwijl een sleepbootje gereed ligt
voor spoedeischende gevallen, 150 werklieden,
20 BChippers met hun volk, 't polderbestuur,
het toezicht, in verschillende graden, van pro
vincie en rijk en een goed dozijn belangstel
lenden en nieuwsgierigen, die meest aan boord
van 't kopschip in den weg loopen, maar bij
zoo'n eerste gelegenheid worden geduld dat
alles, in gang gezet en geleid door de luide,
doch voor den leek totaal onverstaanbare be
velen van aannemer en dijkbaas, levert een
tooneel op van beflty*. igheid, dat steeds zijn
aantrekkelijkheid voor groot en klein blijft
behouden, al wordt het, helaas, maar al te
dikwijls op de noordkust van ons eiland op
gevoerd.
Door de liberale kiesvereeniging De
Vrijheid te Terneuzen is voor de a.s. raads
verkiezing tot candidaat gesteld de heer P. A.
van de Velde, aannemer.
ONDERWIJS.
Akte-examens in Zeeland.
Donderdag zijn, zooals nog in een deel der
oplaag van ons vorig nommer werd mede
gedeeld, geëxamineerd voor de akte van be
kwaamheid als onderwijzeres 6 vrouwelijke
candidaten.
Geslaagd zyn er 5, nl. de damesW. de
Koster, te Ierseke; N. Kruijs Voorberge, te
's Gravenpolder; C. A. M. v. d. Meulen, te
GoesC. J. de Mooij, te Zierikzee en A. J. W.
de Munck, te Hansweert.
Voor de vrije- en ordeoefeningen der gym
nastiek werden geëxamineerd 4 vrouwelijke
candidaten.
Geslaagd zijn er 3, de dames A. S. Bethe, te
Zierikzee; J. A. I. Dieleman, te Terneuzen en
S. M. M. van Ham, te Oostburg.
Voor de nnttige handwerken werden 4
vrouwelijke candidaten geëxamineerd, die alle
slaagden, nl. de dames A. S. Bethe, te Zierikzee
J. A. I. Dieleman, te TerneuzenS. M.
M. van Ham, te Oostburg en M. C. de Korte,
te Ierseke.
Tot eersten onderwijzer aan de o. school
voor g. 1. o. 3de klasse n° 22, hoofd de heer
C. H. Koopen, te Rotterdam, is met 37 stemmen
benoemd de heer H. Maaten, oud-leerling van
de rijks-kweekschool te Middelburg.
Mej. M. van der Burg, directrice der H. B.
school voor meisjes te Rotterdam, heeft tegen
1 Sept. haar eervol ontslag gevraagd.
Volgens de Hollandsche bladen is van
het plan, om het eind-examen der hoogere bur
gerscholen van verschillende provinciën door
èene commissie te doen afnemen, voor zooveel
de provinciën Limburg, Noord-Brabant en
Zeeland betreft, door den minister van bin-
nenlandsche zaken afgezien. Voor ieder dier
provinciën zal eene afzonderlijke commissie
worden benoemd.
RECHTSZAKEN.
Arrondissemmts-Rechtbank te Middelburg.
Twee gevaarlijke sujetten.
Voor bovengenoemde rechtbank hadden zich
heden te verantwoorden P. K., oud 46 jaar,
werkman, en G. K., 20 jaar, arbeider, beiden
wonende te Kloetinge, thans alhier ge
detineerd.
Hun werd het volgende ten laste gelegd;
dat zij in den avond van 21 Januari 1898, om
streeks 7'/a uur, te zamen en in vereeniging,
met het voornemen om in de woning, bewoond
door de gebroeders Pijke te Goes, geld, toebe-
hoorende aan die gebroeders Pijke, althans
aan een ander dan aan hen, beklaagden, met
het oogmerk van wederrechtelijke toeeigening,
weg te nemen, in een schuur, tevens stal,
welke tegen genoemde woning aangebouwd en
daarmede binnenshuis door eene deur gemeen
schap heeft, weder rechtelijk zijn binnen
gedrongen, tot welke schuur, tevens stal,
zij zich den toegang hebben verschaft
doordien de le beklaagde een raampje boven
in eene deur van die schuur heeft stuk ge
slagen, daarop den 2en beklaagde behulpzaam
is geweest om dat raampje te bereiken, waarop
de 2e beklaagde door dat raampje naar binnen
is geklommen en vervolgens een klinketdeur
van die schuur van binnen heeft opengemaakt,
door welke deur de le beklaagde daarop even
eens in die schuur is binnengegaan, waarbij
de 2e beklaagde voorzien was van een aan
het eene einde geslepen ijzeren staaf, welke bij
het doorzoeken van de woning en bij het openen
van gesloten bergplaatsen van dienst kon
zijn, terwijl de uitvoering van hun bovenom
schreven voornemen niet is voltooid, door de
van hun wil onafhankelijke omstandigheid dat
eerst Jan Pijke, vervolgens Pieternella van
Weele, daarop Jacobus Pijke en eindelijk Cor
nelia van Weele in die schuur zyn binnenge
komen en hen beklaagden ontdekt hebben,
waarna die personen, althans eenige hunner,
getracht hebben hen te vatten, waarop zij, be
klaagden, toen zij betrapt waren, weggevlncbt
zijn, nadat alvorens, om zich die vlucht mogelijk te
maken of om den diefstal voor te bereiden, de 2e
beklaagde genoemden Jan Pijke aangevat, bij
de keel gegrepen en met bovenvermelden
ijzeren staaf een hevigen slag tegen het hoofd
gegeven had en de lste beklaagde bovenver
melde Pieternella van Weele vastgegrepen en
verscheidene slagen toegebracht had, henevens
bovenvermelden Jacobus Pijcke eveneens vast
gepakt en verscheidene slagen toegebracht had.
Aan de beklaagden was ambtshalve als raads
man toegevoegd de heer mr J. de Witt Hamer,
advokaat te Goes.
In deze zaak waren van wege het openbaar
ministerie 14 getuigen gedagvaard.
De rechtbank was samengesteld uit de heeren
mrs J. van der Lek de Clercq, president, jhr
E. P. Schorer en B. J. F. Kronenburg, rechters; als
ambtenaar van het openbaar ministerie trad op
de heer mr J. K. H. Turk, terwijl als griffier
zitting had de heer mr E. L. Umbgrove.
Na voorlezing der akte van verwijzing wer
den de beklaagden, vader en zoon, ondervraagd.
Beiden erkenden in den avond van 21 Jan.
1898 zich te hebben begeven naar de hofstede
van de gebroeders Pijke met het doel om dief
stal te plegen. Zij gaven ook toe daar gehan
deld te hebben, zooals in de dagvaarding om
schreven is, zich das door braak toegang in
de Behuur verschaft te hebben en de verschil
lende hierboven genoemde personen aangegre
pen en hun slagen toegebracht te hebben.
Zjj vertelden dit op zeer gemoedelijke wijze
en gaven nog op, dat zij ieder een zak over
het hoofd hadden gehad om niet kenbaar te
zijnbovendien hadden zij zich ook het gezicht
zwart gemaakt met roet.
Hierna werd overgegaan tot het hoor en der
gedagvaarde getuigen.
Jan Pijke, landbouwer te Goes, de eerste,
verklaarde dat de beide beklaagden in zijne
nabijheid woonachtig zijn en de cerBtc vroeger
een stuk grond van hem gepacht had, waar
voor hij nog al eens by hem kwam.
In den avond van 21 Jan., op een Vrijdag,
ging getuige, omstreeks half acht, met zijn
huishoudster naar den stal om de koeien te
melken.
Zoodra hij de schnnr binnenkwam, werd hij
aangevallen en bij de keel gegrepen. Getnige
viel al spoedig op den grond en worstelde met
den aanvaller, die hem met een hard voorwerp
geduchte slagen op het hoofd toebracht. Bij
den derden slag werd getuige bewusteloos; al
vorens had hij echter zijn aanvaller een paar
maal in de vingers gebeten.
Toen getuige tot zichzelven kwam, werd hy
op de been geholpen door de tweede meid.
Hij heeft zijn aanvaller niet herkend en ook
niet gezien wat met zijne huisgenooten is
voorgevallen.
Getnige verklaarde, dat hy bij de worsteling
verschillende kneuzingen heeft bekomen, die
hem gedurende vier weken het werken hebben
belet. Hij gevoelt zelfs nu nog pijn in zijn
rechterarm.
Den morgen na het gebeurde heeft getuige
gezien, dat een raampje boven een deur in de
schuur was stuk geslagen.
G. K., de tweede beklaagde, verklaarde dat
hij met getuige geworsteld heeft en dat bij
hem maar één stag heeft toegebracht. Getuige
heeft hem toen aan den hals gepakt en
paar maal in de vingers gebeten.
De eerste beklaagde verklaarde van hetgeen
tusschen Pijke en zijn zoon gebeurd is, niets te
weten, omdat hij er niets van heeft gezien.
De getnige verklaarde nog niet te weten, dat
er eenige vijandschap tusschen den eersten
beklaagde en hem bestaatby heeft hem nim
mer benadeeld en ook nimmer woorden met
hem gehad. Op eene vraag van den voorzitter
of het getuige bekend was, waaraan de achter
uitgang van den eersten bekl., die vroeger in
goeden doen was, is toe te schrijven, verklaarde
getuige dit niet te weten. Hij heeft wel eens
een stuk grond van hem gekocht, doch dat
heeft hy betaald.
Nog verklaarde hy in den avond van den
aanval geld in huis gehad te hebben, doch hy
had geen grond om te vermoeden, dat dit den
beklaagden bekend kon zijn.
Op een vraag van den verdediger of er geen
kwestie tusschen getuige en den eersten bekl.
bestond, verklaarde deze dat hij geld van bekl.
te vorderen had en hem daar wel eens om had
gevraagd, doch altijd op kalme wijze.
Pieternella van Weele, huishoudster by
de gebroeders Pijke, de tweede getuige,
verklaarde gewoou te zlju met den baas
's avonds naar de schuur te gaan, om de
koeien te melken. Die gewoonte volgde zij
ook in den avond van 21 Jan. en had toen een
lantaarn in de hand. De baas ging vooruit en
zij hoorde eensklaps een gerochel, waarop een
persoon op haar toeliep en haar een slag op
het hoofd toebracht. Die slag kwam zoo aan,
dat zij bloedde. De lantaarn werd haar ook
uit de hand geslagen.
Na den slag ontvangen te hebben, is getuige
weggeloopen om den anderen baas te roepen.
Zij heeft den persoon, die haar aanviel, niet
herkend en kan nu nog, zeggen of het de eerste
bekl. is geweest.
Na eerst buiten geweest te zijn en „moord"
geroepen te hebben, is getuige, die intusschen
een andere lantaarn gehaald had, weder naar
de schuur gegaan daar zag zij twee personen
staan, zij heeft toen de deur van de schuur
gesloten en is weder het hnis binuen ge
gaan. Daar vond zy den baas Jan Pijke, die
bloedde en er versuft uitzag.
De eerste bekl. zeide, dat hy de getuige niet
geslagen had, maar dat zij ergens tegen aan is
geloopenhy heeft ook niet de lantaarn stuk
De getuige hield vol, dat zy geslagen was en
toonde, om dat te bewijzen, eenbebloedde muts,
die zij op den bewusten avond bad gedragen.
Jac. Pijke, eveneens landbouwer te Goes,
de derde getuige, iemand die buitengewoon
hardhoorend was, verklaarde dat hij den 21en
Januari geld in hnis bad en gal verder een
verhaal van het gebeurde in de schuur. Hy
was op het hulpgeroep van de meid daarheen
gegaan en toen hij zag dat er vreemden in de
schuur waren, naar binnenshuis geloopen
om een stok. Hij heeft toen in de schuur met
iemand geworsteld, dien hy echter niet kende.
Hy heeft van dien persoon een klap ontvangen,
tengevolge waarvan hij een blauw oog heeft
De eerste bekl. verklaarde, dat dete getuige
hem had aangevallen en in het gezicht gekrabt.
Cornelia van Weele, dienstbode by de ge
broeders Pijke, daarna geboord, die in de
huiskamer was tydens den overval, heeft haar
zuster hulp booren roepen en gezien dat deze,
binnen komende, de lantaarn niet meer by zich
had, welke zy had medegenomen. Haar zuster
heeft toen een andere lantaarn genomen en zy
is met haar naar den stal gegaan. Daar vond
zy baas Jan Pijke, die, op den grond liggende,
bezig was zich op te richten. Zij heeft hem
daarby hnlp geboden en hem binnen's huis
gebracht.
Getuige ia toen weder naar de schuur gegaan
en zag, dat baas Jacob Pijke daar met een
man van kleine gestalte worstelde. Zij heeft
slechts een persoon gezien en naar de lengte
te oordeelen, houdt zij daarvoor den eersten
beklaaede.
M. J. Verhoek, brigadier majoor dor ryks-
veldwacht te Goes, verklaarde dadelijk na dat
hij kennis had gekregen van bet gebeurde bij
de gebroeders Pijke een onderzoek te hebben
ingesteld. Hij deelde mede, hoe hij den toestand
in de schuur heeft bevonden.
Deze getuige verklaarde verder dat bij daar
na getracht heeft de daders op te sporen.
Hy had reeds spoedig vermoedens opgevat
tegen de beide beklaagden.
Wel waren in den aanvang de aanwijzingen
nog erg zwak, maar telkens wist hij op het
spoor te komen van nieuwe omstandigheden,
die hem in zijn vermoeden sterkten.
Zoo wist hij reeds spoedig iemand op te
sporen, die P. K. gezien en gesproken bad op
bewusten avond, dicht bij de hofstede van ge
broeders Pijke, en aan wien P. K. toen zelfs
gezegd had, dat het wel wonder was, dat er
bij zulke rijke boeren niet eens ingebroken
werd. Verder had Verhoek gezien, dat de
beide beklaagden na bet voorgevallene verwond