MIDOELBURGSCHE COURANT.
N°. 83
141® Jaargang.
1898.
Vrijdag
8 April.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Frjjs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., f2.
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer'
Middelburg 7 April 8 n. vm. 47 gr. 12 n 52 gr.,
av. 4 n. 50 gr. F. Verw. tam. kr. Z. W. wind.
Advertentiën voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór één uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Advertentiën: 20 cent per regel. Goboorte- dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel moer 20 cent. Reclames 40 cent por regelj
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige
voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis
aan het bureau te bekomen.
Middelburg 7 April.
Agenten.
Te YlissingenC. N. J. de Vet Mestdagh te
Goes: A. C. Bolltjyt, firma Wed. de Jonge.
KORTER EERSTE OEFENINCSTIJD.
Het is nog zoo héél lang niet geleden, dat
een ernstig militair orgaan goed vond den ernst
in twijfel te trekken van hen, die een verkor
ten eersten oefeningstijd der militie bepleitten.
Zulke uitspraken zijn altijd min of meer on
voorzichtig, want ze keeren zich veelal tegen
dengene die ze deed.
Wel verre dan ook dat een eerste oefentijd,
bekort tot 6 a 8 maanden, aanhangers verliest,
ziet men juist gaandeweg de rijen zijner voor
standers met degelijke krachten aanwassen,
terwijl daarentegen de strijders voor een lang
duriger eerste oefening, zij 't schoorvoetend,
eieren voor hun geld beginnen te kiezen.
Dat de schaar van voorstanders van een
verkorten diensttijd breeder wordt, vooral onder
de jongere elementen van het officiers corps,
kan geene verwondering wekken in een tijd
als de onze, waarin het gemeenschapsleven zich
ontwikkelt en er kentering komt in de geesten
der machthebbers en regeerders, wier plichten
meer en meer heenwijzen naar de opbloeiende
gemeenschaps-idee. De sociale gedachte wint
terrein, en wint terrein, tot onze groote blijd
schap, ook in militaire kringen. Veel meer dan
vroeger worden de militaristische neigingen
gebreideld en velerwegen bespeurt men het
gelukkig verschijnsel om met de eischen van
het sociale leven, gegrond op zedelijkheid en
recht, rekening te houden bij het vaststellen
van militaire maatregelen.
Wij zijn thans op den goeden weg, maar
meer dan op weg zeer stellig nog niet. Be
moedigend is de aangebonden strijd voor kor
ten oefeningstijdbemoedigend de propaganda
tot vermindering der weerzinwekkende exploi
tatie van arbeidskracht in de kazerne en tot
wering van oefeningsverzuim door allerhande
anufdiensten en corvéesbemoedigend ook de
vraag naar meer rechtszekerheid en niet min
der verblijdend ook het ernstig streven van
het legerbestuur, om de officieren te doordrin
gen van hun hooge plichten tegenover de zonen
van het volk.
Maar wij herhalen het, er is nog een lange
weg in de goede richting te doen. Als straks
de plaatsvervanging als een immoreel instituut
uit onze wetgeving zal verdwenen zijn, bestaat
er kans op ietwat snelleren gang, want al zul
len wij nog niet terstond tot den normalen toe
stand geraakt zijn, van wettenmakers en lands
bestuurders te hebben, die bet militaire leven
uit ervaring kennen, toch mogen wij verwach
ten al spoediger te komen tot het ideaal: een
militaire wetgeving, gegrondvest op de belan
gen van het algemeen en gesteund door zede
lijkheid en recht. (Arnh. Crt.)
Leerplicht en ouderlijke macht.
In het katholieke blad Het Centrum komt
een door G. v. Br. zeer warm geschreven op
stel voor ter aanbeveling van het aanhangige
wetsontwerp op den leerplicht. De schrijver
merkt op, dat men dit moeilijk in strijd met
eenig katholiek beginsel kan noemen.
Hij beschouwt vooral den leerplicht in ver
band met het later te verwachten wetsontwerp,
waarbij de ontzetting van de ouderlijke macht
wordt geregeld.
Op het gebied der kinderverwaarloozing en
kinderexploitatie is onze wetgeving nog uiterst
gebrekkig.
Eerst wanneer bewezen is dat de ouders
opzettelijk met een aan hun gezag onderworpen
minderjarige aan eenig misdrijf deelnemen of
tegen hem eenig misdrijf plegen kan ontzetting
worden uitgesproken.
Hieronder vallen dus niet zoo schrijft
V. Br. de duizenden kinderen, die, van eenige
lucifers of bloemenruikertjes voorzien, u om
een aalmoes vragen die, voor de bedelarij
opgeleid, alras tot misdaad en ontucht verval
len die geld moeten thuis brengen, op welke
wijze het ook verdiend zij. Het kind, op der
gelijke wijze geëxploiteerd, moet slecht worden.
Toch zal een wet slechts kunnen voorzien in
een klein gedeelte van de gevallen, waaralge-
heele verwaarloozing bestaat.
En van dat getal zal slechts een klein ge
deelte voor den rechter bewezen kunnen worden-
Immers de wetgever zal een criterium moeten
stellen. Hij zal een complex van daadzaken
of feiten moeten opgeven, waaruit de algeheele
verwaarloozing kan blijken.
Vele gevallen zullen dus buiten de wet
vallen of onbewezen blijven.
De voorgestelde regeling van den leerplicht
kan evenwel het later te verwachten ontwerp
op de ontzetting der ouderlijke macht aanvullen.
Want zijn de ouders verplicht voor de
geestelijke opvoeding van het kind te zorgen,
dan i# bet verwaarloosde kind ten minste een
deel van den dag aan de walgelijke en perfide
omgeving van het huisgezin onttrokken.
Bovendien, het kind, dat in zijn jeugd althans
iets geleerd heeft kan later is het door de
ouders reeds op den slechten weg gebracht
in het normale leven gemakkelijker terugkeeren
dan hij of zij, die steeds van iedere opvoeding
verstoken zijn gebleven.
Het onderwijs alleen maakt de menschen niet
moreel beter, maar het maakt geschikter voor
den socialen strijd en voorkomt daardoor mis
daad en ontucht. Het verwaarloosde kind, dat
niet in de uitzonderingen der wet vallende
de school moet bezoeken, zal al spoedig de
aandacht der onderwijzers trekken en deze
zullen zich van het lot dier ongelukkige kleinen
nader op de hoogte stellen en, zoo noodig door
andere menscbenvrienden geholpen, de sombere
jeugd dezer ongelukkige stumpers een weinig
verlichten.
Door leerplicht zal meer verwaarloozing aan
het licht komen; ziedaar een feit van belang.
Beide wetsontwerpen verschillend in wer
king hebben dezelfde strekking.
1. Ontaarde ouders te dwingen een hunner
ouderplichten na te komen
2. Onschuldige kinderen aan een bedorven,
onreine omgeving te onttrekken;
3. Misdaad en zedeloosheid onder de jeugd
eenigermate te doen afnemen.
Leerplicht, in verband met eene wet waarbij
de ouders en voogden bij algeheele verwaar
loozing uit hunne macht worden ontzet, kan
er toe bijdragen, dat het getal vermoorde kin
derzielen in onze hedendaagsche maatschappij
verminderen zal.
Deze gedachte rechtvaardigt naar mijne mee-
nÏDg het verlangen van velen ook van vele
katholieken dat beide wetsontwerpen bin
nen korten tijd in het staatsblad mogen ver
schijnen.
BEffOEMENGEN ENZ.
Bij kon. besluit
zijn benoemd tot ontvanger der directe be
lastingen, invoerrechten en accijnzen te Sim-
pelveld c. a. W. Sypkens, kommies-verificateur
derzelfde middelen 2de categorieen tot ont
vanger der directe belastingen en accijnzen te
Amerongen c. a. V. L. baron van Boetzelaer,
belast met de waarneming van het ontvang
kantoor derzelfde middelen te Heilo c. a.
zijn tegen 1 Juni bij de posterijen bevorderd
tot hoofdcommies de commies 1ste klasse H.
A. H. Canter Cremerstot commieB 1ste klasse
de commies 2de klasse F. G. van der Ramhorst
de Brouwer; tot commies 2de klasse de com
miezen 3de klasse J. J. Bijsterus Heemskerk,
W. Huisman jr., G. J. van Gortel, J. F. Rom
mel, J. W. Nortier, C. G. A. Janssen en W.
van Rijnen tot commies 3de klasse de com
miezen 4de klasse H. C. Bongenaar, C. F. D.
Hagel en A. C. Abbing
is dr C. H. G. H. Leurs, lid van den ge
neeskundigen raad voor Limburg en Oostelij k-
Noordbrabant, te Roermond, benoemd tot rid
der in de orde van den Nederlandschen Leeuw;
is, tegen 1 Juli, aan dr C. Hofstede de Groot,
op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als
directeur van 's Rijks Prentenkabinet te Am
sterdam
is mr G. de Vries Az., Staatsraad in buiten
gewonen dienst te 's Gravenhage, benoemd tot
minister van Staaten is hem op zijn verzoek
een eervol ontslag verleend als lid en voor
zitter der staatscommissie, bij kon. besluit van
21 April 1892 no 4 ingesteld, ten einde de
regeering van advies te dienen omtrent de
wettelijke regelB, die ten aanzien van het water
staatsbestuur behooren te worden gesteld, en
zulks onder dankbetuiging
is benoemd tot lid der staatscommissie voor
noemd de heer mr E. de Vries, dijkgraaf van
het hoogheemraadschap Rijnland te Leiden; en
is benoemd tot voorzitter van voornoemde
staatscommissie het lid dier commissie de heer
G. van Diesen.
BEDRIJFSBELASTING.
Op voordracht van den minister van finan
ciën zijn nieuwe formulieren vastgesteld voor
de beschrijvingshiljetten by de belasting op
bedryfs- en andere inkomsten. En wel van
de beide voornaamste formulieren Aa 1 en B.
De wijziging bestaat in hoofdzaak hierin,
dat het getal vragen, die den belastingschul
digen ter beantwoording worden gesteld, weder
om is ingekrompen en de formulieren daardoor
beknopter zijn geworden.
De weetgierigheid van den fiscus zal niet meer
zoover gaan om, bij een onderzoek naar uw be-
drijfsinkomsten, te vragen of gij gehuwd zijt
en hoe de namen en voornamen zijn van uw
vrouw, alsof die op uw bedrijfsinkomsten eeni-
gen invloed oefenden. Ook strekt zich de be
langstelling niet meer uit tot het getal perso
nen dat voor een zaak reist en de personen die
ten hunnen huize voor een ander arbeiden.
Andere afzonderljjke vragen zijn bij vorige ge
voegd, zoodat het geheel er vrij wat eenvou
diger uitziet.
In formulier B is de dikke kop weggelaten,
die een herhaling bevatte van wat in Aa 1
staat, waarheen enkel verwezen wordt. In dat
formulier wordt ook niet nogmaals gevraagd
hoe gij heet en waar gy woont.
In de specificatie der inkomsten wordt geeD
verandering gebracht. Maar weggelaten is de
vraag naar het jaarlijksch inkomen uit ver
mogens beneden f 13.000; vermoedelijk om
dat de hoegrootheid van het vermogen in biljet
Aa 1 moet worden opgegeven en de be
cijfering van het belastbaar inkomen tegen 4
pCt. eon rekensom oplevert, die menniet van
den aangever mag vorderen, maar die aan het
belastingkantoor behoort tc geschieden. Ook
vervalt de vraagOver welk tijdvak men de
veranderlyke inkomsten heeft berekend.
Een nuttige bijvoeging is de vermelding in
het hoofd van Aa I, dat men kosteloos ten
kantore van inspecteur of ontvanger der directe
belastingen inlichtingen kan erlangen. Hbld
UIT STAD EN PROVINCIE.
Reeds eenige dagen hangt in onze werk
kamer een reclame-biljet van Nijmegen Vooruit,
de Vereeniging tot bevordering van het Vreem
delingenverkeer te Nijmegen.
Wij hebben het biljet van verschillende
kanten bezien, en wy moeten zeggen: als
reclamebiljet heeft het de groote verdienste
dat het de aandacht trekt, maar mooi kunnen
wij het niet vinden.
Welnu zal de vereeniging en de ontwerper,
heer Van Boven, zeggen dat is ook het
voornaamste doel. Van dat standpunt bezien,
wenschen wy beiden geluk met de overwinning,
door den ontwerper in den wedstrijd behaald.
De plaat toch was het resultaat van eene
prijsvraag. Maar wij hopen dat andere ver
eenigingen dit voorbeeld niet zullen volgen,
en liever, als zij ook z<rik een biljet verlangen,
den bewerker ervan nog andere eischen zullen
stellen. Het oog wil ook wel bekoord, het
- Tot verbazing van de meesten, die het
aanschouwden wij hadden het voorrecht
niet bewoog zich heden ochtend door boui-
mige straten onzer stad een automobiele,
het voertuig dat in den laatsten tijd in grootere
plaatsen langzaam baan breekt.
Men meent dat de vier personen, die op bet
vehikel plaats hadden genomen, Engelschen
zijn," die heden ochtend met de boot van
Queenbro met hun wagen overkwamen. Anderen
beweerden dat zij uit Vlissingen kwamen. Hoe
't zy, in elk geval manoeuvreerden zij zeer
handig met hun voertuig.
Als een bevestiging van hetgeen dezer da
gen door een onzer correspondenten te Vlis
singen werd gemeld, mag zeker wel beschouwd
worden het bericht, dat het besluit tot ophef
fing van het zeepostkantoor VlissingenQueens-
boro is ingetrokken, zoodat ook na 1 Mei de
behandeling der brieven aan boord van de sche
pen der maatschappij Zeeland wordt voortgezet-
Tot stadsvroedvrouw tö Hulst is benoemd
mejuffrouw L. A. Imandt-De Pauw, gemeente
vroedvrouw te Sluiskil.
In Het Ned. Dagblad van Dinsdag 29 Maart
komt een schryven voor van den heer A. M.
Knottnerus, predikant te Z a a m s 1 a g, waar
op eerst dezer dagen onze aandacht viel.
Hoewel wij niet gewoon zijn, van ingezonden
stukken uit andere bladen over Zeeuwsche toe
standen melding te maken, omdat wy steeds
bereid zijn, wanneer dit slechts eenigszins
mogelijk is, daarvoor onze kolommen open te
Btellen, meenen wij toch, uit het oogpunt der
rechtvaardigheid, een en ander uit het schrijven
van den heer Knottnerus, dat ten doel had een
in genoemd dagblad voorgekomen bericht te
bestrijden, onder de oogen onzer lezers te moeten
brengen.
Het is zoo hoogst moeiiyk voor oningewijden
om een juist oordeel te vellen over de veel
besproken toestanden te Zaamslag; in deze
mag dan ook vooral wel gelden de regel
audi et alteram partemook de tegonparty
worde gehoord.
Het geldt hierby de bekende kwestie van
het wonen van den burgemeester in de ge
meente en het daarover in de jongBte raads
zitting gesprokene, dat onzen lezers bekend is.
„Die kwestie nu" zoo schryft de heer
Knottnerus „laat Zaamslag zelf betrekkelijk
koud, al betreuren vele weidenkenden het, dat
de dingen gaan, zooals zij gaan. Er is een
klein partytje, dat toevallig al de raadsleden
op één na, aan zijne zyde ziet geschaard en
dat hier, om verschillende redenen, verbazend
veel agitatie maakt. Maar het is eene agitatie,
die niet verder komt dan de muren van de
gemeenteraadskamer. Deze agitatie is tegen
den burgemeester gericht en betreft niet zijn
persoon; ieder burgemeester, die niet valt in
smaak van de Zartmslagscke agitatoren,
zou hetzelfde ondervinden. Vraagt men nu aan
menschen van allen rang en standWat hebt
ge tegen den burgemeester? dan is bet ant
woord steeds: Niets! Velen in Zaamslag,
die het zouden kunnen zijn, willen niet gaarne
lid van den raad wezenzij huiveren terug
voor dit wespennest.
Zaamslag is langen tyd verblind geweest en
daardoor de oppermacht van het u genoemde
partytje.
Maar het kruikje gaat zoolang te water
totdat het breekt.
God regeert. Het recht zal zegevieren."
„Hot is overigens zoo besluit de Zaam
siag8che predikant zijn schrijven toch na
tuurlijk, dat de poging van dea burgemeester
om in Zaamslag woning te verkrijgen, gepaard
ging met de aanvrage om buiten de gemeente
te wonen. Stel, dat aan des burgemeesters
verzoek was voldaan, en men op de doorhem
gestelde, voor de gemeente zeer voordeelige
voorwaarden, hem een woning had gegeven,
dan zou dit toch niet van daag of morgen
hebben kunnen geschieden, maar zouden door
de verbouwing nog wel enkele maanden ver-
loopen zyn. Waar moest de burgemeester dien
tyd blijven, indien bij geene permissie had
buiten de gemeente te wonen En dan was
er bij de agitatoren gejuich geweest omtrent
de onhandigheid vau den burgemeester".
De gemeenteraad van Philippine heeft
het kohier op den hoofdelijken omslag over
1898 vastgesteld op een bedrag van f 1783.20,
verdeeld over 149 belastingschuldigen. De
laagste aanslag naar een inkomen van f 300
399 bedraagt f 1.20; de hoogste 132 naar
een inkomen van f 22002399.
ZEEUWSCH GENOOTSCHAP DER
WETENSCHAPPEN.
In de Woensdagavond gehouden algemeene
vergadering zijn tot lid van dat Genootschap
benoemd de navolgende heeren
J. J. Berdenis van Berlekom, arts, dr W. A.
Poort, leeraar aan de rij ks hoogere burgerschool,
en G. H. Rengs, pastoor der Roomsch katho
lieke gemeente; alle drie te Middelburg;
dr Z. Th. Diehl, directeur van de hoogere
burgerschool te Goes; J. Drabbe, gepension-
neerd kolonel der genie te Domburg, en dr
A. Kujjpere, officier van gezondheid te Vlis
singen;
dr J. F. van Bemmelen, leeraar aan het
gymnasium, te 's Gravenhage; prof. dr P. J.
Blok, te Leiden; prof. dr J. H. Gallée, te
Utrecht; dr A. Geijl, geneeskundige te Dordrecht;
C. J. Gonnet, rijks- en gemeente-archivaris te
Haarlem; F. A. Hoefer, gemeente-archivaris te
HattemE. W. Hoevenaars, oudheidkundige te
Heeswijk; dr J. de Hullu, gemeente-archivaris
te Deventer; D. C. Meijer Jr, oudheidkundige
te Amsterdamdr J. II. Moll, Gymnasii rector
te Amersfoort; prof. mr Jacq. Oppenheim, te
Leiden; prof. dr J. Reitsma, te Groningen;
mr L. M. Rollin Couquerque, te's-Gravenhage;
J. H. L, van der Schaaff, oudheidkundige te
Amsterdam; J. W. des Tombe, geschiedkundige
te Utrecht; prof. dr S. D. van Veen, te Utrecht;
dr C. A. Verrijn Stuart, secretaris en mr W.
A. baron van Verscheur, voorzitter der Cen
trale Commissie voor de statistiek, beiden te
's-GravenhageJ. A. W. Vrijman, architect te
's-Gravenhage
prof. dr W. van Heurck, botanicus te Ant
werpen, en Fr. Müller, Kon. Regierungsbau-
meister te Husum.
In plaats van den heer J. A. Frederiks
die als bestuurslid moest aftreden en niet her
kiesbaar was, en wien de voorzitter, onder in
stemming der vergadering, dank betuigde voor
hetgeen hij voor het Genootschap steeds doet
werd gekozen de heer mr R. Fruin Th. Az.,
met 22 stemmen, terwyi op den mede-voorge
dragen beer M. H. Van Visvliet 5 stemmen
waren uitgebracht.
Aan het verslag over het afgeloopen jaar,
uitgebracht door den secretaris, den heer mr
W. Polman Kruseman,is het volgende ontleend:
Nadat de directeuren en leden, die in het af
geloopen jaar aan het genootschap zijn ont
vallen, waren herdacht, werd medegedeeld dat
het aantal directeuren en directrices 46 be
draagt tegen 50 ten vorigen jare en dat der
leden 323 tegen 310. Van de laatstcu waren er
59 te Middelburg woonachtig.
In het personeel der conservatoren kwam
eenige verandering, daar de heer A. J. Wynne
op zyn verzoek eervol ontslag erlangde als
conservator der mineralia en voorwerpen van
zoölogischen aard en als zoodanig opgevolgd
werd door den heer dr H. J. van de Stadt.
De heer M. Vlamings verklaarde zich bereid
de, sedert het ontslag van den heer W. D.
Lutejjn, vaceerende betrekking van conserva
tor der verzameling schilderijen en portretten
waar te nemen.
Het aantal betalende bezoekers der veizamo-
llngen bedroeg in 1897 2433 tegen 2380 ia
1896. Toch bedroeg de gelieele ontvangst aan
entreegelden slechts f 426.75 of f 9.70 minder
dan in het voorgaande jaar, daar wel het aan
tal bezoekers uit den werkenden stand, die eene
entree van 0.10 betalen, van 1057 tot 1210
steeg, doch dat der contributiabelen ad f 0.25
van 1323 tot 1223 daalde.
Gratis werd het Museum opengesteld voor
de leden van de in den afgeloopen zomer te
Middelburg gehouden algemeene vergadering
der Maatschappij van Pharmacie.
De bibliotheek ontving de gewone uitbreiding
door geschenken en toezonding van periodieken.
De Zelandia Illustrata onderging talrijke
uitbreiding, o. a. door de ontvangst van den
heer Henri Tak van een zeer fraaie, zeldzame
en kostbare verzameling teekeningen.
De verzameling handschriften werd ook
weder uitgebreid; het munt- en penningkabi
net werd verrykt met belangrijke zaken en het
kabinet van geschiedkundige voorwerpen
en zeldzaamheden werd door vele aanwinsten
vermeerderd.
Daarentegen onderging de verzameling fossilia
weinig verandering en kreeg de ethnologische
verzameling geen uitbreiding.
In de ouderwetsche kamer werden weder
eenige cadeaux geplaatst.
Verder werden in het verslag nog vermeld
aanwinsten der verzameling zoölogische voor
werpen en die der verzameling schilderijen en
portretten.
Het planetarium, dat in de laatste jaren
slecht liep en gedeeltelijk stilstond, is thans
in reparatie bij don horlogemaker P. den Boer
te Wisselcerke, die heeft aangeboden het ge
heel in orde te brengen.
De leeskamer bleef op den bestaanden voet
gehandhaafd.
"Wat betreft de werkzaamheden der commis
sie tot het opsporen, het behoud en het bekend
maken van de overblyfselen van kunst en oud
heid in Zeeland werd breedvoerig melding ge
maakt van het door haar verrichtte in zake de
kerk te Bruiuisse, wat, zooals men weet, met
goeden uitslag is bekroond.
Aan het eind van zijn verslag deelde de heer
mr W. Polman Kruseman nog het volgende
mede
„Ons voortvarend en energiek medelid, de
heer Heijse, heeft in vereeniging met eenige
andere heeren het initiatief genomen om het
monumentale huis in de Lange Delft,
door Van de Perre gebouwd en laatstelijk door
den heer Heijse bewoond, voor provinciale
bibliotheek te doen aankoopen. Mocht dat
denkbeeld verwezenlijkt worden, dan bestaat
het voornemen om de bibliotheek des genoot'
schaps, met uitzondering van de Zeeuwsche
afdeeling, welke thanB in het lokaal Zélan dia
Illustrata bewaard wordt en daar zal blyven,
de boeken dus, die thans op de tweede ver
dieping staan, aan de provincie in bruikleen
af te staan.
Het voordeel wordt daardoor verkregen, dat
de bibliotheek van de provincie en die van het
Genootschap elkander aanvullen en daardoor
dubbele waarde erlangen, terwyl ook met grond
mag verwacht worden, dat aan eene groote
bibliotheek, in het midden der stad gelegen
en op kenuelyke wijze aan het publiek aange
duid, meer bezoek zal ten deel vallen dan thans
met deze het geval is.
Tevens zal er dan gelegenheid zijn om onzen
bekwamen bibliothekaris bij hot gebruik der
boeken steeds te raadplegen, waartoe bet ge
bouw vermoedelyk eiken werkdag gedurende
twee uren zal openstaan".
„In de tweede plaats is door het bestuur het
initiatief genomen tot het organiseereu van eene
Zeeuwsche Oranje-tentoonstelling in
het lokaal Zelandia Illustrata.
Nadat men zich eerst vergewist had, da
tegen de verwezenlijking van zoodanig plan by
de commissie van de groote tentoonstelling van
dien aard te Amsterdam geen bezwaar zou
bestaan, is als voorbereidende maatregel eene
commissie in het leven geroepen, waarvan mr
A. J. Roest en jhr mr L. Schorer het voor
zitterschap en de heeren W. A. Graaf van
Lijnden het eerelidmaatschap aanvaard hebben
en waartoe een 30tal directeuren en leden zijn
toegetreden.
Het bestuur vleit zich, dat het ter gelegen
heid van de inhnldigingsfeesten aan belangstel
ling in deze onderneming niet ontbreken zal,
terwyl met gnmd mag verwacht worden, dat
de inzendingen en wat het Genootschap zelf
aan portretten en prenten bezit, voldoende
zullen zyn om eene tentoonstelling van loka
len aard behoorlijk te stoffeeien."