MIDOELBURGSCHE COURANT. N°. 83 141® Jaargang. 1898. Vrijdag 8 April. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Frjjs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., f2. Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer' Middelburg 7 April 8 n. vm. 47 gr. 12 n 52 gr., av. 4 n. 50 gr. F. Verw. tam. kr. Z. W. wind. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór één uur aan het bureau bezorgd zijn. Advertentiën: 20 cent per regel. Goboorte- dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel moer 20 cent. Reclames 40 cent por regelj Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis aan het bureau te bekomen. Middelburg 7 April. Agenten. Te YlissingenC. N. J. de Vet Mestdagh te Goes: A. C. Bolltjyt, firma Wed. de Jonge. KORTER EERSTE OEFENINCSTIJD. Het is nog zoo héél lang niet geleden, dat een ernstig militair orgaan goed vond den ernst in twijfel te trekken van hen, die een verkor ten eersten oefeningstijd der militie bepleitten. Zulke uitspraken zijn altijd min of meer on voorzichtig, want ze keeren zich veelal tegen dengene die ze deed. Wel verre dan ook dat een eerste oefentijd, bekort tot 6 a 8 maanden, aanhangers verliest, ziet men juist gaandeweg de rijen zijner voor standers met degelijke krachten aanwassen, terwijl daarentegen de strijders voor een lang duriger eerste oefening, zij 't schoorvoetend, eieren voor hun geld beginnen te kiezen. Dat de schaar van voorstanders van een verkorten diensttijd breeder wordt, vooral onder de jongere elementen van het officiers corps, kan geene verwondering wekken in een tijd als de onze, waarin het gemeenschapsleven zich ontwikkelt en er kentering komt in de geesten der machthebbers en regeerders, wier plichten meer en meer heenwijzen naar de opbloeiende gemeenschaps-idee. De sociale gedachte wint terrein, en wint terrein, tot onze groote blijd schap, ook in militaire kringen. Veel meer dan vroeger worden de militaristische neigingen gebreideld en velerwegen bespeurt men het gelukkig verschijnsel om met de eischen van het sociale leven, gegrond op zedelijkheid en recht, rekening te houden bij het vaststellen van militaire maatregelen. Wij zijn thans op den goeden weg, maar meer dan op weg zeer stellig nog niet. Be moedigend is de aangebonden strijd voor kor ten oefeningstijdbemoedigend de propaganda tot vermindering der weerzinwekkende exploi tatie van arbeidskracht in de kazerne en tot wering van oefeningsverzuim door allerhande anufdiensten en corvéesbemoedigend ook de vraag naar meer rechtszekerheid en niet min der verblijdend ook het ernstig streven van het legerbestuur, om de officieren te doordrin gen van hun hooge plichten tegenover de zonen van het volk. Maar wij herhalen het, er is nog een lange weg in de goede richting te doen. Als straks de plaatsvervanging als een immoreel instituut uit onze wetgeving zal verdwenen zijn, bestaat er kans op ietwat snelleren gang, want al zul len wij nog niet terstond tot den normalen toe stand geraakt zijn, van wettenmakers en lands bestuurders te hebben, die bet militaire leven uit ervaring kennen, toch mogen wij verwach ten al spoediger te komen tot het ideaal: een militaire wetgeving, gegrondvest op de belan gen van het algemeen en gesteund door zede lijkheid en recht. (Arnh. Crt.) Leerplicht en ouderlijke macht. In het katholieke blad Het Centrum komt een door G. v. Br. zeer warm geschreven op stel voor ter aanbeveling van het aanhangige wetsontwerp op den leerplicht. De schrijver merkt op, dat men dit moeilijk in strijd met eenig katholiek beginsel kan noemen. Hij beschouwt vooral den leerplicht in ver band met het later te verwachten wetsontwerp, waarbij de ontzetting van de ouderlijke macht wordt geregeld. Op het gebied der kinderverwaarloozing en kinderexploitatie is onze wetgeving nog uiterst gebrekkig. Eerst wanneer bewezen is dat de ouders opzettelijk met een aan hun gezag onderworpen minderjarige aan eenig misdrijf deelnemen of tegen hem eenig misdrijf plegen kan ontzetting worden uitgesproken. Hieronder vallen dus niet zoo schrijft V. Br. de duizenden kinderen, die, van eenige lucifers of bloemenruikertjes voorzien, u om een aalmoes vragen die, voor de bedelarij opgeleid, alras tot misdaad en ontucht verval len die geld moeten thuis brengen, op welke wijze het ook verdiend zij. Het kind, op der gelijke wijze geëxploiteerd, moet slecht worden. Toch zal een wet slechts kunnen voorzien in een klein gedeelte van de gevallen, waaralge- heele verwaarloozing bestaat. En van dat getal zal slechts een klein ge deelte voor den rechter bewezen kunnen worden- Immers de wetgever zal een criterium moeten stellen. Hij zal een complex van daadzaken of feiten moeten opgeven, waaruit de algeheele verwaarloozing kan blijken. Vele gevallen zullen dus buiten de wet vallen of onbewezen blijven. De voorgestelde regeling van den leerplicht kan evenwel het later te verwachten ontwerp op de ontzetting der ouderlijke macht aanvullen. Want zijn de ouders verplicht voor de geestelijke opvoeding van het kind te zorgen, dan i# bet verwaarloosde kind ten minste een deel van den dag aan de walgelijke en perfide omgeving van het huisgezin onttrokken. Bovendien, het kind, dat in zijn jeugd althans iets geleerd heeft kan later is het door de ouders reeds op den slechten weg gebracht in het normale leven gemakkelijker terugkeeren dan hij of zij, die steeds van iedere opvoeding verstoken zijn gebleven. Het onderwijs alleen maakt de menschen niet moreel beter, maar het maakt geschikter voor den socialen strijd en voorkomt daardoor mis daad en ontucht. Het verwaarloosde kind, dat niet in de uitzonderingen der wet vallende de school moet bezoeken, zal al spoedig de aandacht der onderwijzers trekken en deze zullen zich van het lot dier ongelukkige kleinen nader op de hoogte stellen en, zoo noodig door andere menscbenvrienden geholpen, de sombere jeugd dezer ongelukkige stumpers een weinig verlichten. Door leerplicht zal meer verwaarloozing aan het licht komen; ziedaar een feit van belang. Beide wetsontwerpen verschillend in wer king hebben dezelfde strekking. 1. Ontaarde ouders te dwingen een hunner ouderplichten na te komen 2. Onschuldige kinderen aan een bedorven, onreine omgeving te onttrekken; 3. Misdaad en zedeloosheid onder de jeugd eenigermate te doen afnemen. Leerplicht, in verband met eene wet waarbij de ouders en voogden bij algeheele verwaar loozing uit hunne macht worden ontzet, kan er toe bijdragen, dat het getal vermoorde kin derzielen in onze hedendaagsche maatschappij verminderen zal. Deze gedachte rechtvaardigt naar mijne mee- nÏDg het verlangen van velen ook van vele katholieken dat beide wetsontwerpen bin nen korten tijd in het staatsblad mogen ver schijnen. BEffOEMENGEN ENZ. Bij kon. besluit zijn benoemd tot ontvanger der directe be lastingen, invoerrechten en accijnzen te Sim- pelveld c. a. W. Sypkens, kommies-verificateur derzelfde middelen 2de categorieen tot ont vanger der directe belastingen en accijnzen te Amerongen c. a. V. L. baron van Boetzelaer, belast met de waarneming van het ontvang kantoor derzelfde middelen te Heilo c. a. zijn tegen 1 Juni bij de posterijen bevorderd tot hoofdcommies de commies 1ste klasse H. A. H. Canter Cremerstot commieB 1ste klasse de commies 2de klasse F. G. van der Ramhorst de Brouwer; tot commies 2de klasse de com miezen 3de klasse J. J. Bijsterus Heemskerk, W. Huisman jr., G. J. van Gortel, J. F. Rom mel, J. W. Nortier, C. G. A. Janssen en W. van Rijnen tot commies 3de klasse de com miezen 4de klasse H. C. Bongenaar, C. F. D. Hagel en A. C. Abbing is dr C. H. G. H. Leurs, lid van den ge neeskundigen raad voor Limburg en Oostelij k- Noordbrabant, te Roermond, benoemd tot rid der in de orde van den Nederlandschen Leeuw; is, tegen 1 Juli, aan dr C. Hofstede de Groot, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als directeur van 's Rijks Prentenkabinet te Am sterdam is mr G. de Vries Az., Staatsraad in buiten gewonen dienst te 's Gravenhage, benoemd tot minister van Staaten is hem op zijn verzoek een eervol ontslag verleend als lid en voor zitter der staatscommissie, bij kon. besluit van 21 April 1892 no 4 ingesteld, ten einde de regeering van advies te dienen omtrent de wettelijke regelB, die ten aanzien van het water staatsbestuur behooren te worden gesteld, en zulks onder dankbetuiging is benoemd tot lid der staatscommissie voor noemd de heer mr E. de Vries, dijkgraaf van het hoogheemraadschap Rijnland te Leiden; en is benoemd tot voorzitter van voornoemde staatscommissie het lid dier commissie de heer G. van Diesen. BEDRIJFSBELASTING. Op voordracht van den minister van finan ciën zijn nieuwe formulieren vastgesteld voor de beschrijvingshiljetten by de belasting op bedryfs- en andere inkomsten. En wel van de beide voornaamste formulieren Aa 1 en B. De wijziging bestaat in hoofdzaak hierin, dat het getal vragen, die den belastingschul digen ter beantwoording worden gesteld, weder om is ingekrompen en de formulieren daardoor beknopter zijn geworden. De weetgierigheid van den fiscus zal niet meer zoover gaan om, bij een onderzoek naar uw be- drijfsinkomsten, te vragen of gij gehuwd zijt en hoe de namen en voornamen zijn van uw vrouw, alsof die op uw bedrijfsinkomsten eeni- gen invloed oefenden. Ook strekt zich de be langstelling niet meer uit tot het getal perso nen dat voor een zaak reist en de personen die ten hunnen huize voor een ander arbeiden. Andere afzonderljjke vragen zijn bij vorige ge voegd, zoodat het geheel er vrij wat eenvou diger uitziet. In formulier B is de dikke kop weggelaten, die een herhaling bevatte van wat in Aa 1 staat, waarheen enkel verwezen wordt. In dat formulier wordt ook niet nogmaals gevraagd hoe gij heet en waar gy woont. In de specificatie der inkomsten wordt geeD verandering gebracht. Maar weggelaten is de vraag naar het jaarlijksch inkomen uit ver mogens beneden f 13.000; vermoedelijk om dat de hoegrootheid van het vermogen in biljet Aa 1 moet worden opgegeven en de be cijfering van het belastbaar inkomen tegen 4 pCt. eon rekensom oplevert, die menniet van den aangever mag vorderen, maar die aan het belastingkantoor behoort tc geschieden. Ook vervalt de vraagOver welk tijdvak men de veranderlyke inkomsten heeft berekend. Een nuttige bijvoeging is de vermelding in het hoofd van Aa I, dat men kosteloos ten kantore van inspecteur of ontvanger der directe belastingen inlichtingen kan erlangen. Hbld UIT STAD EN PROVINCIE. Reeds eenige dagen hangt in onze werk kamer een reclame-biljet van Nijmegen Vooruit, de Vereeniging tot bevordering van het Vreem delingenverkeer te Nijmegen. Wij hebben het biljet van verschillende kanten bezien, en wy moeten zeggen: als reclamebiljet heeft het de groote verdienste dat het de aandacht trekt, maar mooi kunnen wij het niet vinden. Welnu zal de vereeniging en de ontwerper, heer Van Boven, zeggen dat is ook het voornaamste doel. Van dat standpunt bezien, wenschen wy beiden geluk met de overwinning, door den ontwerper in den wedstrijd behaald. De plaat toch was het resultaat van eene prijsvraag. Maar wij hopen dat andere ver eenigingen dit voorbeeld niet zullen volgen, en liever, als zij ook z<rik een biljet verlangen, den bewerker ervan nog andere eischen zullen stellen. Het oog wil ook wel bekoord, het - Tot verbazing van de meesten, die het aanschouwden wij hadden het voorrecht niet bewoog zich heden ochtend door boui- mige straten onzer stad een automobiele, het voertuig dat in den laatsten tijd in grootere plaatsen langzaam baan breekt. Men meent dat de vier personen, die op bet vehikel plaats hadden genomen, Engelschen zijn," die heden ochtend met de boot van Queenbro met hun wagen overkwamen. Anderen beweerden dat zij uit Vlissingen kwamen. Hoe 't zy, in elk geval manoeuvreerden zij zeer handig met hun voertuig. Als een bevestiging van hetgeen dezer da gen door een onzer correspondenten te Vlis singen werd gemeld, mag zeker wel beschouwd worden het bericht, dat het besluit tot ophef fing van het zeepostkantoor VlissingenQueens- boro is ingetrokken, zoodat ook na 1 Mei de behandeling der brieven aan boord van de sche pen der maatschappij Zeeland wordt voortgezet- Tot stadsvroedvrouw tö Hulst is benoemd mejuffrouw L. A. Imandt-De Pauw, gemeente vroedvrouw te Sluiskil. In Het Ned. Dagblad van Dinsdag 29 Maart komt een schryven voor van den heer A. M. Knottnerus, predikant te Z a a m s 1 a g, waar op eerst dezer dagen onze aandacht viel. Hoewel wij niet gewoon zijn, van ingezonden stukken uit andere bladen over Zeeuwsche toe standen melding te maken, omdat wy steeds bereid zijn, wanneer dit slechts eenigszins mogelijk is, daarvoor onze kolommen open te Btellen, meenen wij toch, uit het oogpunt der rechtvaardigheid, een en ander uit het schrijven van den heer Knottnerus, dat ten doel had een in genoemd dagblad voorgekomen bericht te bestrijden, onder de oogen onzer lezers te moeten brengen. Het is zoo hoogst moeiiyk voor oningewijden om een juist oordeel te vellen over de veel besproken toestanden te Zaamslag; in deze mag dan ook vooral wel gelden de regel audi et alteram partemook de tegonparty worde gehoord. Het geldt hierby de bekende kwestie van het wonen van den burgemeester in de ge meente en het daarover in de jongBte raads zitting gesprokene, dat onzen lezers bekend is. „Die kwestie nu" zoo schryft de heer Knottnerus „laat Zaamslag zelf betrekkelijk koud, al betreuren vele weidenkenden het, dat de dingen gaan, zooals zij gaan. Er is een klein partytje, dat toevallig al de raadsleden op één na, aan zijne zyde ziet geschaard en dat hier, om verschillende redenen, verbazend veel agitatie maakt. Maar het is eene agitatie, die niet verder komt dan de muren van de gemeenteraadskamer. Deze agitatie is tegen den burgemeester gericht en betreft niet zijn persoon; ieder burgemeester, die niet valt in smaak van de Zartmslagscke agitatoren, zou hetzelfde ondervinden. Vraagt men nu aan menschen van allen rang en standWat hebt ge tegen den burgemeester? dan is bet ant woord steeds: Niets! Velen in Zaamslag, die het zouden kunnen zijn, willen niet gaarne lid van den raad wezenzij huiveren terug voor dit wespennest. Zaamslag is langen tyd verblind geweest en daardoor de oppermacht van het u genoemde partytje. Maar het kruikje gaat zoolang te water totdat het breekt. God regeert. Het recht zal zegevieren." „Hot is overigens zoo besluit de Zaam siag8che predikant zijn schrijven toch na tuurlijk, dat de poging van dea burgemeester om in Zaamslag woning te verkrijgen, gepaard ging met de aanvrage om buiten de gemeente te wonen. Stel, dat aan des burgemeesters verzoek was voldaan, en men op de doorhem gestelde, voor de gemeente zeer voordeelige voorwaarden, hem een woning had gegeven, dan zou dit toch niet van daag of morgen hebben kunnen geschieden, maar zouden door de verbouwing nog wel enkele maanden ver- loopen zyn. Waar moest de burgemeester dien tyd blijven, indien bij geene permissie had buiten de gemeente te wonen En dan was er bij de agitatoren gejuich geweest omtrent de onhandigheid vau den burgemeester". De gemeenteraad van Philippine heeft het kohier op den hoofdelijken omslag over 1898 vastgesteld op een bedrag van f 1783.20, verdeeld over 149 belastingschuldigen. De laagste aanslag naar een inkomen van f 300 399 bedraagt f 1.20; de hoogste 132 naar een inkomen van f 22002399. ZEEUWSCH GENOOTSCHAP DER WETENSCHAPPEN. In de Woensdagavond gehouden algemeene vergadering zijn tot lid van dat Genootschap benoemd de navolgende heeren J. J. Berdenis van Berlekom, arts, dr W. A. Poort, leeraar aan de rij ks hoogere burgerschool, en G. H. Rengs, pastoor der Roomsch katho lieke gemeente; alle drie te Middelburg; dr Z. Th. Diehl, directeur van de hoogere burgerschool te Goes; J. Drabbe, gepension- neerd kolonel der genie te Domburg, en dr A. Kujjpere, officier van gezondheid te Vlis singen; dr J. F. van Bemmelen, leeraar aan het gymnasium, te 's Gravenhage; prof. dr P. J. Blok, te Leiden; prof. dr J. H. Gallée, te Utrecht; dr A. Geijl, geneeskundige te Dordrecht; C. J. Gonnet, rijks- en gemeente-archivaris te Haarlem; F. A. Hoefer, gemeente-archivaris te HattemE. W. Hoevenaars, oudheidkundige te Heeswijk; dr J. de Hullu, gemeente-archivaris te Deventer; D. C. Meijer Jr, oudheidkundige te Amsterdamdr J. II. Moll, Gymnasii rector te Amersfoort; prof. mr Jacq. Oppenheim, te Leiden; prof. dr J. Reitsma, te Groningen; mr L. M. Rollin Couquerque, te's-Gravenhage; J. H. L, van der Schaaff, oudheidkundige te Amsterdam; J. W. des Tombe, geschiedkundige te Utrecht; prof. dr S. D. van Veen, te Utrecht; dr C. A. Verrijn Stuart, secretaris en mr W. A. baron van Verscheur, voorzitter der Cen trale Commissie voor de statistiek, beiden te 's-GravenhageJ. A. W. Vrijman, architect te 's-Gravenhage prof. dr W. van Heurck, botanicus te Ant werpen, en Fr. Müller, Kon. Regierungsbau- meister te Husum. In plaats van den heer J. A. Frederiks die als bestuurslid moest aftreden en niet her kiesbaar was, en wien de voorzitter, onder in stemming der vergadering, dank betuigde voor hetgeen hij voor het Genootschap steeds doet werd gekozen de heer mr R. Fruin Th. Az., met 22 stemmen, terwyi op den mede-voorge dragen beer M. H. Van Visvliet 5 stemmen waren uitgebracht. Aan het verslag over het afgeloopen jaar, uitgebracht door den secretaris, den heer mr W. Polman Kruseman,is het volgende ontleend: Nadat de directeuren en leden, die in het af geloopen jaar aan het genootschap zijn ont vallen, waren herdacht, werd medegedeeld dat het aantal directeuren en directrices 46 be draagt tegen 50 ten vorigen jare en dat der leden 323 tegen 310. Van de laatstcu waren er 59 te Middelburg woonachtig. In het personeel der conservatoren kwam eenige verandering, daar de heer A. J. Wynne op zyn verzoek eervol ontslag erlangde als conservator der mineralia en voorwerpen van zoölogischen aard en als zoodanig opgevolgd werd door den heer dr H. J. van de Stadt. De heer M. Vlamings verklaarde zich bereid de, sedert het ontslag van den heer W. D. Lutejjn, vaceerende betrekking van conserva tor der verzameling schilderijen en portretten waar te nemen. Het aantal betalende bezoekers der veizamo- llngen bedroeg in 1897 2433 tegen 2380 ia 1896. Toch bedroeg de gelieele ontvangst aan entreegelden slechts f 426.75 of f 9.70 minder dan in het voorgaande jaar, daar wel het aan tal bezoekers uit den werkenden stand, die eene entree van 0.10 betalen, van 1057 tot 1210 steeg, doch dat der contributiabelen ad f 0.25 van 1323 tot 1223 daalde. Gratis werd het Museum opengesteld voor de leden van de in den afgeloopen zomer te Middelburg gehouden algemeene vergadering der Maatschappij van Pharmacie. De bibliotheek ontving de gewone uitbreiding door geschenken en toezonding van periodieken. De Zelandia Illustrata onderging talrijke uitbreiding, o. a. door de ontvangst van den heer Henri Tak van een zeer fraaie, zeldzame en kostbare verzameling teekeningen. De verzameling handschriften werd ook weder uitgebreid; het munt- en penningkabi net werd verrykt met belangrijke zaken en het kabinet van geschiedkundige voorwerpen en zeldzaamheden werd door vele aanwinsten vermeerderd. Daarentegen onderging de verzameling fossilia weinig verandering en kreeg de ethnologische verzameling geen uitbreiding. In de ouderwetsche kamer werden weder eenige cadeaux geplaatst. Verder werden in het verslag nog vermeld aanwinsten der verzameling zoölogische voor werpen en die der verzameling schilderijen en portretten. Het planetarium, dat in de laatste jaren slecht liep en gedeeltelijk stilstond, is thans in reparatie bij don horlogemaker P. den Boer te Wisselcerke, die heeft aangeboden het ge heel in orde te brengen. De leeskamer bleef op den bestaanden voet gehandhaafd. "Wat betreft de werkzaamheden der commis sie tot het opsporen, het behoud en het bekend maken van de overblyfselen van kunst en oud heid in Zeeland werd breedvoerig melding ge maakt van het door haar verrichtte in zake de kerk te Bruiuisse, wat, zooals men weet, met goeden uitslag is bekroond. Aan het eind van zijn verslag deelde de heer mr W. Polman Kruseman nog het volgende mede „Ons voortvarend en energiek medelid, de heer Heijse, heeft in vereeniging met eenige andere heeren het initiatief genomen om het monumentale huis in de Lange Delft, door Van de Perre gebouwd en laatstelijk door den heer Heijse bewoond, voor provinciale bibliotheek te doen aankoopen. Mocht dat denkbeeld verwezenlijkt worden, dan bestaat het voornemen om de bibliotheek des genoot' schaps, met uitzondering van de Zeeuwsche afdeeling, welke thanB in het lokaal Zélan dia Illustrata bewaard wordt en daar zal blyven, de boeken dus, die thans op de tweede ver dieping staan, aan de provincie in bruikleen af te staan. Het voordeel wordt daardoor verkregen, dat de bibliotheek van de provincie en die van het Genootschap elkander aanvullen en daardoor dubbele waarde erlangen, terwyl ook met grond mag verwacht worden, dat aan eene groote bibliotheek, in het midden der stad gelegen en op kenuelyke wijze aan het publiek aange duid, meer bezoek zal ten deel vallen dan thans met deze het geval is. Tevens zal er dan gelegenheid zijn om onzen bekwamen bibliothekaris bij hot gebruik der boeken steeds te raadplegen, waartoe bet ge bouw vermoedelyk eiken werkdag gedurende twee uren zal openstaan". „In de tweede plaats is door het bestuur het initiatief genomen tot het organiseereu van eene Zeeuwsche Oranje-tentoonstelling in het lokaal Zelandia Illustrata. Nadat men zich eerst vergewist had, da tegen de verwezenlijking van zoodanig plan by de commissie van de groote tentoonstelling van dien aard te Amsterdam geen bezwaar zou bestaan, is als voorbereidende maatregel eene commissie in het leven geroepen, waarvan mr A. J. Roest en jhr mr L. Schorer het voor zitterschap en de heeren W. A. Graaf van Lijnden het eerelidmaatschap aanvaard hebben en waartoe een 30tal directeuren en leden zijn toegetreden. Het bestuur vleit zich, dat het ter gelegen heid van de inhnldigingsfeesten aan belangstel ling in deze onderneming niet ontbreken zal, terwyl met gnmd mag verwacht worden, dat de inzendingen en wat het Genootschap zelf aan portretten en prenten bezit, voldoende zullen zyn om eene tentoonstelling van loka len aard behoorlijk te stoffeeien."

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 1