BUITENLAND. dat het dier, waarvan het vleesch afkomstig ia, niet aan tuberculose lijdend" was. Orton, de Tichborne-clalmant, is te Marylebone aan een beroerte overleden. Onze oudere lezers, die omstreeks 25 jaar geleden de geschiedenis van den dag volgden, zullen zich nog wel herinneren, hoe deze man, die beweerde de lang vermiste zoon eener schatrijke weduwe te zijn, door de geheele wereld belangstelling wekte in een van de zonderlingste processen dat ooit is gevoerd. Een groot deel van het Engelsche volk koos op hartstochtelijke wijze partij voor of tegen den man, wiens positie vooral sterk werd toen de oude dame in hem haar zoon erkende. Een inschrijving tot het dekken der proceskosten bracht een zeer aanzienlijk bedrag op. Maar vergeefs. De man werd herkend als een slagers knecht uit Australië en wegens bedrog vervolgd. Het proces, dat in 1872 werd gevoerd, duurde verscheidene maanden en eindigde met een veroordeeling tot 14 jaar dwangarbeid wegens meineed. Voor eenige jaren, toen Orton van alle mid delen ontbloot was, besloot hij tot een stouten slag. Hij, die altijd zijn onschuld had volgehouden, schreef eeu boek waarin hij een volledige be kentenis aflegde, en de geheele geschiedenis van zijn bedrog beschreef. Een uitgever gaf hem een ruim honorarium. Maar als wij ons wel herinneren, was de belangstelling van het pu bliek in de zaak verdwenen, terwijl een groot deel van onze tijdgenooten óf nooit van de zaak hadden gehoord, óf daarvan niet zulk een indruk hadden, dat zij hun geheugen nog eens wilden opfrisschen. Dat tenminste is zeker, dat men weinig van het boek hoorde. Het merkwaardigste was echter, dat enkelen, die steeds in de identiteit van den man geloofd hadden, niet overtuigd werden door zijn bekentenis en in het boek een bedriegelijke speculatie in het belang'van eigen beurs zagen. Algemeen Overzicht. De berichten uit Amerika zijn werkelijk onrustbarendde crisis is op het hoogst en de kansen zijn niet groot, dat de vrede er bo ren opkomt. Het antwoord van Spanje op de eischen, door generaal Woodford overgebracht, wordt niet bevredigend geacht. Uit wat daaromtrent wordt medegedeeld blijkt, dat Spanje de medewerking van de Ver. Staten voor het ondersteunen der noodlijdenden aanvaardt, dat de regeering te Madrid bereid is aan de Cubaausche volksvertegenwoordiging voor te stellen een eervollen vrede met de opstandelingen te sluiten, en dat zij bereid is de vijandelijkheden te staken, als de opstande lingen dat vragen. Het antwoord is dus wat wij reeds in ons vorig nummer mededeelden een nieuw voorstel, dat geen beslist antwoord is op de eischen van Mac Kinley. Meer bepaaldelijk schijnt verwacht te zijn, dat Spanje zich over de onafhankelijkheid van Cuba zou uitlaten. Dit nu is niet geschied en verwekt veel ergernis. Onmiddellijk na ontvangst van het antwoord vergaderden de ministerraad en de commissies voor de buitenlandsche zaken. In den minis terraad achtte men den toestand zoo kritiek mogelijk, terwijl, naar gemeld wordt, de com missie uit den senaat het antwoord als een weigering wilde opvatten. Men verwachtte dat president Mac Kinley onmiddellijk een bood schap aan het congres zou zenden. Maar daar van is niets gekomen. Beide takken van de volksvertegenwoordiging gingen tot Maandag uiteen. Daarmede is ten minste weer een beetje tijd gewonnen om zich te bedenken. Een dergelijk voorstel is er al meer geweest, en werd door de Times niet onaardig genoemd een wapenstilstand tusschen den president en het congres. Zeker is althans, dat Mac Kinley vöor het behoud van den vrede big ft en niet zal toegeven, zoolang verzet tegen de Jingoes mogelijk is. Deze partij blijft zeer rumoerig; het natuur lijk gevolg van het feit, dat_zij niet voortkomt uit de rustige burgerij. nu zoo'n machtig orgaan als de Rapide hem zulk een vleiend artikel wijdde, wenschte Bal derby zich geluk, dat hij den Oceaan overge stoken was cn zijne zaken aan kant had gedaan. Eindelijk genoot hij dan van zijne millioenen. De groote wereld zocht den omgang met den half beschaafden rijkaard, en hij liet zich in pakken. Geheel Parijs hield zich met hem bezig, omdat Balderby, zonder het te willen, iedereen verbaasde. Hij had het huis eener bekende tooneelspeelster gekocht en richtte dit buitengemeen weelderig in. Alles wat naam had in kunst, wetenschap en politiek, wilde zijne feesten bijwonen. James was gelukkig: hij genoot van die vereering doch daar hij, ondanks al zijne schatten, heel eenvoudig was gebleven, duurde zijn geluk niet lang. Hij behandelde iedereen zonder complimenten en weldra begon men hierop aanmerkingen te makeneerst noemde men het oorspronkelijkheid en vergaf hem veel, terwille van zijn gelder werden zelfs allerlei bespottelijke, overdreven verhalen over hem in omloop gebracht doch toen men die moede was, werd men nieuwsgierig, onbe scheiden, praatziek en trachtte zooveel moge lijk bijzonderheden aangaande zijn particuliere leven uit te vorschen. Nadat men eerst niets dan lof had verkondigd over de feesten, die James gaf, over de toiletten zijner vrouw en dochter, vertelde men er weldra de zotste dingen van. Men zei dat er op een gecostu- Maar juist die woeligheid maakt dat zij het meest de aandacht trekt, dat zij meer dan de anderen gehoord wordt. Manifestaties tegen Mac Kinley, het verbran den van zijn portret en dergelijke vertooningen van 1000 man, vallen meer op dan de kalme houding van 10.000 burgers, die, vertrouwen stellende in de leiding der regeering, rustig thuis bljjven, in afwachting dat een beslissing wordt genomen door hen, die bevoegd en in staat zijn te beslissen. De kans op een bemiddeling van de Mogend heden, zoowat de laatste hoop van de koningin regentes, is niet groot. Rusland en Duitschland zouden hebben geweigerd, daar op het oogen- blik een bemiddeling onmogelijk is. Alleen zou de Fransche gezant te Washington een bezoek hebben gebracht aan den onder-staats secretaris Day, en de bemiddeling zijner re geering hebben aangeboden. Is dit aanbod een gevolg van een beroep, door de koningin regentes op Frankrijk gedaan? In het desbetreffende bericht was alleen ge sproken van eigenhandige brieven der vorsten niet Mogendheden zooals eerst is gemeld. Of Frankrijks bemiddeling zou kunnen baten Wij vreezen dat dit niet het geval zal zijn. De strijd waarom het gaat is een zeer inge wikkelde, die niet naar vaste rechtsbeginselen is te beslissen. Aan de eene zijde de eischen der menschlijkheid en de belangen van velen in de Unie, die beide vorderen, datdeCubaan- sche k westie spoedig en voor goed worde opgelost. Daar tegenover het souvereine recht van SpaDje, dat eerbiediging eischt zoolang die souvereiniteit bestaat; eindelijk de rechten der Cubanen, die meenen, dat de Spaansche volksplanting nu oud en wijs genoeg is, om uit de ouderlijke woning te trekken en op eigen beenen te gaan staan. In dezen doolhof van belangen en rechten een oplossing te vinden, die billijk en rechtvaardig is, die alle partijen gelijkelijk bevredigt en toch niet zoo gewrongen en gekunsteld is, dat de nieuwe toestand groote kan3 biedt op be stendigheid, dat schijnt ons een bijna onmoge lijke taak. De schaduwzijde van vreemde be middeling is dikwerf dat men een halve op lossing gaat zoeken, met het natuurlijk gevolg dat de toestand over eenigen tijd weer net of nog erger wordt dan deze was. Op dat gebied is nu zooveel leergeld betaald in de oude wereld, dat men in de nieuwe geen herhaling mag wenschen. Beknopte Mededeelingen. De hertog van Fife, de schoonzoon van den prins van Wales, die onlangs aftrad als directeur der Ch.Cy, heeft in een redevoering gezegd, dat hij zijn mededirecteuren niet in den steek heeft willen laten, maar dat hij van meening is, dat gecharterde maatschappijen ano- maliën zijn. Deze moeten door rijksgezag worden vervangen, en de minister van kolo niën behoort de verantwoordelijkheid te dragen. De aanstaande algemeene vergadering van de Ch. Cy, waar ook Rhodes zal verschijnen, gaf Vrijdag in het Lagerhuis aanleiding tot eenig debat. Robert Ileid vroeg of Chamberlain maat regelen zou nemen om te beletten, dat per sonen, die betrokken geweest zijn bij den inval van Jameson of bij de oorlogstoebereidselen vóór den inval, tot directeuren der Chartered Company worden gekozen. Chamberlain ant woordde, dat volgens de nieuwe regeling de macht der directeuren aanzienlijk wordt inge krompen en uitgeoefend onder rij kstoezicht; hij stelt daarom voor het voorrecht der aandeel houders om hun eigen directeuren te kiezen, niet te beperken. Ontevredenheid over het loontarief, dat met de prijzen rijst en daalt, heeft in Zuid Wales aanleiding gegeven tot eene groote werkstaking in bijna de helft van de mijnen, en men vreest, dat de beweging zich nog zal uitbreiden. De opgewondenheid is groot, iets dat by Engelsche werkstakingen gelukkig lang niet altijd het geval is. Zoo is bv. de groote werk staking in de machine-fabrieken, hoewel de beweging voor de arbeiders zulk een noodlot tig verloop had, zonder eenige rustverstoring afgeloopen. Bismarck's verjaardag werd alleen in huiselijken kring gevierd. Een even zeldzaam als onwaardig middel van verdediging heeft de Oostenrijksche regee- meerd bal een wedstrijd in schoonheid was gehouden, en dat de gastvrouw den prijs had behaald voor statigheid, terwijl aan de dochter die voor verleidelijkheid was toegekend. James las die schandelijkheden en fronstte de zware wenkbrauwen, terwijl hem een vloek ontsnapte. Hij stak de gebalde vuist uit, en trok den arm met een schielijke beweging terug. Het was echter nog niet uit. Men dichtte Susanna de buitensporigste aanzoeken toe. Tevergeefs volgde de eene wederlegging op de anderetevergeefs had mevrouw Balderby tijdens de afwezigheid van haar echtgenoot een onderhoud met een reporter, en verklaarde hem dat Susanna geen cent mee ten huwelijk zou krijgen. Het leven der arme rijkaards werd on dragelijk. Eerst opperde men twijfel omtrent hun fortuin, daarna aangaande de wijze waarop het verworven was. Het gerucht liep dat James in de prairiën treinen overvallen en reizigers uitgeplunderd had, en men illustreerde die verhalen, teneinde zijn hebbelijkheid te verklaren om altijd den rechterarm uit te steken, met plaatjes, waarop de arme nabob voorgesteld werd, met een mes in de hand, bezig een Roodhuid te scalpeeren. Men mompelde dat mevrouw Balderby, die op raad van haar geneesheer niets dan water dronk, zich, als zij alleen was, op Amerikaan- sche wijze te buiten ging aan whiskey, brande wijn, bier en champagne. Het was alsof een ring aangegrepen. Als de oppositie van de Duit- sche groepen voortduurt, dan zal de uitvoering van verschillende openbare werken, o. a. van het Donau-Elbe-kanaal, niet worden voortge zet. De oppositie-bladen noemen dat „poli tieke chantage". Nu, welk woord men eraan geven wil is onverschillig de zaak isleelijk. De Oostenrijksche begrooting voor 1898 bedraagt bijna 718 miljoen fl. aan uitgaven en 722 milj. fl. aan inkomsten. Op het jongste consistorie is geen enkele nieuwe kardinaal gepreconiseerd. Het H. col- legie bestaat tegenwoordig uit 30 Italianen en 29 vreemdelingennooit was de verhouding der vreemdelingen zoo groot. Leo XIII heeft reeds 121 kardinalen zien sterven en er 117 benoemd. In de hoikringen te Belgrado spreekt men van een plan om den opperbevelhebber van het leger ex-koning Milan voor eenigen tijd buitenlandsch verlof te geven, met verzoek dat verlof te gebruiken. De Kretenzers hebben weer eenige Muzel: manneu vermoord, hetgeen de admiraal aan leiding gaf den president der nationale verga dering zijn leedwezen daarover te betuigen en te vragen dat de moordenaars aan de interna tionale commissie zouden worden uitgeleverd. Uit Pretoria wordt de bevestiging geseind van het vermoeden dat het doodbericht van president Kruger onwaar is. Oom Paul, die zich nooit zoo wel heeft gevoeld, lachte harte lijk toen hij hoorde welk bericht in de wereld was gezonden. Te Johannesberg is een inschrijving ge opend om Kotze schadeloos te stellen voor de geldelijke nadeelen voortspruitende uit het verlies van zijn rechtersambt. Zola's cassatie. De Parij8che ochtendbladen brengen uit voerige berichten over de conclusie van den procureur-generaal Manau inzake het cassatie beroep van Zola en Perreux. Deze vertegenwoordiger van het 0. M. ver wierp de eerste zes middelen van cassatie op verschillende gronden. Merkwaardig was daarbij de wijze, waarop hij trachtte goed te praten, dat aan Labori was geweigerd generaal Boisdeffre vragen te stellen. Daar alle vragen betrekking hadden op de zaak-Dreyfuss, noemt hg het waarschijnlijk dat het met de geweigerde vragen ook hetzelfde geval zijn zal. Hij verklaarde verder er prijs op te stellen de persoonlijkheid van de veroordeelden bniten het debat te houden. Het is een zuivere rechts kwestie, die kalm en stelselmatig moet worden behandeld. Er is om het proces reeds te veel agitatie geweest. Daarbij wraakte hij het dat uit het buitenland artikelen komen, waarin het hof werd gesommeerd het vonnis te ver nietigen. Zulke sommaties verwierp hij met verontwaardiging. Maar Manau protesteerde eveneens tegen de aanvallen en verdachtmakingen tegenover hen, die zich om Zola schaarden. Men kan van meening verschillen zonder te beleedigen. Wat hem betreft, hij zou slechts naar de stem van de rede luisteren, en uit haren naam verklaarde hij dat de zes eerste cassatiemid delen ongegrond waren. Alleen over het laatste middel (dat een sub sidiaire beteekenis schijnt te hebben) liet Manau zich minder sterk en beslist uit. Naar zijn meening was de krijgsraad niet meer in wezen toen de beleediging plaats had. Hij kon dus niet, gelijk de wet voorschrijft, in algemeene vergadering bijeenkomen, om te beslissen of er aanleiding bestond een klacht in te dienen. De minister van oorlog was daarom bevoegd uit naam van den krijgsraad te handelen. (Of deze bevoegdheid een wette- lijken grond had vonden wij niet vermeld). Maar toch verklaarde Manau zich aan het oordeel van het hof te zullen onderwerpen. De mogelijkheid van cassatie op dat punt voorziende, zeide hij, dat hij zich ten minste daarmede geluk kon wenschen, dat het niet noodig zal zijn het proces opnieuw te beginnen. Wel drukte hij de hoop uit, dat, als het hof een der cassatiemiddelen aanvaardt, het zorg zal dragen wel aan te geven op welke punten in een eventueel nieuw proces niet mag worden teruggekomen. Want men moet vooral ver mijden dat de pijnlijke incidenten, welke voor het hof der assises voorkwamen, zich herhalen. bende schaamteloozen samenspande om hen Frankrijk te doen verlaten, en James zou zeker al lang vertrokken zijn, indien hij zijn vrouw niet gehad had, die nog altijd aan Parijs ge hecht was en aan wie hij ook geen vierde ver telde van alles wat hij vernam. Maar zijn leven was vergald. Men beschul digde hem van gierigheid, terwijl hij het geld met handen vol weggaf. Eensklaps heette het dat de beroemde Amerikaan, de man met den uit gestoken armziek was. Parijs ontstelde en liet naar hem vragen. Allerlei kleine blaadjes, die eiken avond onder een anderen titel ver schijnen, maakten bulletins openbaar, over de gezondheid van den grooten man, en met iederen dag schreef men hem erger kwalen toe. In werkelijkheid leed hij slechts aan een ver koudheid, die hij op de jacht had opgedaan; maar zijn vrouw en dochter lazen eiken morgen de meest vertroostende berichten over zijn toestand en toen hij al weer geheel beter was, hoorde hij zelf op zekeren morgen, op straat onder zijne vensters roepen: „De ziekte van James Balderby. Zijn dood." Met een driftig gebaar stak hij den arm uit en trok hem nog sneller dan anders terug. Acht dagen daarna stond het huis te koop. De familie had Parijs verlaten. Hl. In dienzelfden tijd verkocht de heer Duro- quois, notaris te Melun, aan den heer Arthur Bepaald verbijsterend was het slot van de conclusie: „Wij smeeken den heer Zola en diens vrienden medelijden te hebben met het Frankrijk. Dat hij de groote overwonnene van 1870 gelegenheid late zich in stilte voor te bereiden om door arbeid, eendracht en vrede een nieuwen glans te geven aan zijn kroon als koningin der wereld." Zou de heer Manau niet weten, dat dit niet van Zola, maar wel van de regeering afhangt De toespeling van Manau op een artikel uit den vreemde, heeft, naar wij in een der Hol- landsche bladen lezen, betrekking op een stuk in de Siècle van een onzer landgenooten, die zich J. W. H. noemt. Alleen reeds het ge bruik van letters (die initialen zouden moeten verbeelden) doet vermoeden, dat het artikel niet veel zaaks is. Vooral in zulke zaken is anonymiteit erger dan verkeerd. INGEZONDEN STUKKEN. ingezonden stukken worden in geen gevel teruggezonden. De Premie- en Rijkskeuringen in Zeeland. Mijnheer de Redacteur. In bet vakblad Hippos van 26 Maart 11. vond ik het verslag der premie- en Rijkskeu ringen in Zeeland. Dit verslag bevat zulke verrassende openbaringen, dat ik niet kon na laten eenige opmerkingen hierover m boven genoemd blad ten beste te geven. Daar het mij echter voorkomt, dat de uitslag der keuringen niet genoeg algemeen bekend is en het misschien voor de landbouwers in Zeeland nuttig kan zijn van 't een en ander op de hoogte gesteld te worden, verzoek ik u daarvoor beleefd eene plaats in uw veelgelezen blad, waarvoor bij voorbaat mijn dank. Onder de hengsten, bekroond met eene bij drage van 300, komt als plaatsvervanger no 1 voor de hengst Cavour no 334, eigenaar A. de Kraker te Zaamslag. Men kan dus aannemen dat dit paard van goede qualiteit is en de voorkeur verdient boven andere niet bekroonde hengaten. Als zoodanig wordt hij dan ook den landbouwers aanbevolen. Wat las ik nu echter verder Bij de keuring te Hulst werd door de rijks keuringscommissie o. m. afgekeurd wegens bok- hoeven, bolspatten, de hengst Cavour van A. de Kraker te Zaamslagen wordt dus elk land bouwer in zijn belang aangeraden zijne merries niet door dezen hengst te laten dekken. Ra, ra wat is dat?? Moet men nu dezen hengst gebruiken of niet? Daar nu vergissen menschelijk is, zou men hier van eene vergissing kunnen spreken wan neer in beide commissies slechts éen persoon gekeurd had. Waar echter in de eene com missie vijf en in de andere drie personen zit ting hadden, is dit geval hier feitelijk uitgeslo ten en moet dus door een der beide commissies een grove fout begaan zijn. De eenige oplossing in deze kwestie is, mijns inziens, eene neutrale, nieuwe commissie te benoemen die den hengst nogmaals nauwkeu rig moet keuren. Blijkt het dan dat de hengst wel de bovengenoemde gebreken heeft, dan dient hij van de lijst der bekroonde hengsten geschrapt te worden; heeft hij ze niet, dan dient de hengst te worden goedgekeurd. In beide gevallen is het ten zeerste aan te raden dat aan den uitslag van deze laatste keuring de meest mogelijke publiciteit wordt gegeven, opdat de landbouwers weten waaraan zij zich te houden hebben. Onder de rubriek van de „binnen de laatste 12 maanden ingevoerde buitenlandsche fok- hengsten" komt als plaatsvervanger No. 1 voor de hengst Bar a van R. Pauwels te Bouchaute in België. Hippos teekent hierbij 't volgende aan „Het komt ons voor, dat deze hengst ten on rechte is toegelaten ter mededinging naar de premiën en de toekenning van eene bijdrage in strijd is met het reglement. „De eigenaar van den hengst, die eene bij drage voor het onderhoud heeft aangenomen, moet dien hengst twee achtereenvolgende dek- tijden voor den publieken dienst beschikbaar stellen en in eene door de in art. 2 genoemde keuringscommissie aan te wijzen streek. „Bara is in 1896 met eene bijdrage van f 700 bekroondhij moet dus tot het einde van den dektijd van 1897 in de provincie ge weest zijn en is daarna naar Bouchaute terug- Morton een kleine villa, aan de oevers van de Seine, in de nabijheid van Lys de Dammaine. „Ik ben niet rijk," had de kooper gezegd, „als ik het huis betaald heb, houd ik vier duizend frank 'sjaars over; maar ik leef op een bescheiden voet, mijn vrouw en dochter doen zelf het huishouden wij hebben slechts eene dienstbode noodig." Zij hadden het huis geheel gemeubeld ge kocht en betrokken het terstond. De vader kwam zelden verder dan den tuin, waar hij zat te rooken en te lezen of naar zijne planten keek. Zijn vrouw en dochter wandelden dik wijls 's avonds langs de rivier en stelden veel belang in hetgeen er voorviel tusschen de tal rijke visschers en hunne prooien. Parijs sprak na het vertrek van Balderby nog veel kwaad van hem. Hij was een geluk zoeker, een avonturier, zooals er zooveel ver rijzen op de boulevards, om na een korte poos weer spoorloos te verdwijnen, en Arthur Morton, die, zooals men begrijpt, niemand anders waB dan James Balderby, las die smaadredenen, ver bleekte en maakte weer zijn gewone gebaar. In overleg met de zijnen had hij alleen zijn groot fortuin verloochend om bevrijd te wor den van alle onbescheidenen en nieuwsgierigen. Nergens stelt men belang in lieden die maar vierduizend frank rente bezitten; die laat men in vrede hun tuin opharken, in de zon wandelen, hunne boomen snoeien, hun sla be gieten, wijn aftappen, een kaartje leggen met gebracht. Nu is hij teruggekomen en wordt kennelijk door de commissie behandeld op den zelfden voet als andere, voor het eerst inge voerde, hengsten. Deze opvatting, van wat als invoer moet beschouwd worden, is zeker zon derling. De commissie heeft waarschijnlijk op deze wijze getracht een goeden hengst in de provincie te houden. „Mocht het reglement zoo worden uitgelegd, dan zou het voldoende zijn met een bekroon den bultenlandschen hengst na afloop van de twee dektijden eene wandeling over de grens te maken, om hem weer als nieuw-ingevoerde te doen beschouwen, en te kunnen mededingen naar de bijdragen, die in Zeeland voor bui tenlandsche hengsten altijd hooger zijn dan voor in de provincie tehuisbehoorende. Maar die opvatting is in strijd met de eerste alinea van art. 2 van het algemeen rijksreglement. Dit zegt: „Voor de in art. 1 bedoelde bijdragen en premiën komen alleen in aanmerking paarden, die in de provincie, waar de keuring plaats heeft, thuis behooren of aldaar zijn gesta tioneerd dit laatste voor zoover het zijn uit het buitenland ingevoerde fokhengsten, d i e voor het eerst aan de keuring deelnemen." „Bara is niet een paard, dat in de provincie tehuis behoorthij heeft niet voor de eerste maal aan de keuring deelgenomen en kon dus niet in aanmerking komen." Aldus Hippos en ik ben het hiermede niet alleen geheel eens, maar wensch er nog bij te voegen dat de Provinciale keuringscommissie blijkbaar een zeer slecht geheugen heeft. Om tot eene zuivere, onpartijdige vergelijking tusschen de, ter bekroning in aanmerking ko mende, hengsten te geraken, dient toch in de eerste plaats wel dat zooveel mogelijk onder gelijke omstandigheden wordt gekeurd. In Middelburg werden de voorgebrachte heng sten gekeurd op grove, ongelijk liggende, straat keien. In Kruiningen had de keuring plaats op goedliggende straatklinkers en te Goes op grint. Dat een en ander invloed heeft op de wijze van stappen en draven zal niemand tegenspre ken. De keuringscommissie had hier echter geen schuld aan, daar haar door de gemeentebestu ren der betrokken plaatsen een© keuringsplaats werd aangewezen, waaraan natuurlijk niet te veranderen viel. Van wege de Vereeniging ter Verbet, van het Paardenras op Walcheren en N. en St. Joosland werd eene missieve gezon den aan het hoofdbestuur der Maatsch. ter be vordering van Landbouw en Veeteelt in Zeeland en werd op bovengenoemde omstandigheid ge wezen, waarbij zij tevens verzocht de hengsten, die bij de verschillende keuringen het hoogst aantal punten hadden verkregen, nogmaals op een, door het hoofdbestuur aan te wijzen, plaats te laten bijeenkomen en nu onder gelijke om standigheden te laten herkeuren. Voor dit laatste verzoek had zij nog een reden. De keuringen toch hadden met groote tasscbenpoozen plaats gehad (buiten schuld der commissie) en dat kon ontegenzeggelijk in vloed uitoefenen op den uitslag, want: „lest heugt 't best" en men kan zich een hengst, dien men twee weken geleden gekeurd heeft, niet zoo goed meer voor den geest brengen als een dien men pas een paar dagen geleden heeft gekeurd. Het hoofdbestuur kon echter om verschillende redenen niet aan dit verzoek voldoen, ofschoon ik niet geloof dat een der eigenaars van de voor bekroning in aanmerking komende heng sten tegen een gunstige beslissing bezwaar zou hebben gehad. Later kan dit nu misschien veranderd worden, maar daar hebben de nu medegedongenen niet meer aan, daar zij dan niet meer behooren onder de rubriek van de binnen de laatste 12 maanden ingevoerde fokhengsten. Ik heb de eer te zijn, mijnheer de redacteur, hoogachtend, W. J. VAN DEN BOSCH. Arnemuiden, 1 April 1898. H E R IJ K. Deze herijk is bepaald als volgt, voor: Domburg, ook voor Aagtekerke, 4 April. Westkapelle, ook voor Zoutelande, 5 April. Koudekerke, ook voor Biggekerke en Melis- kerke, 6 April. Cortgene, 18 April. Wissekerke, 19 en 20 April. Colijnsplaat, ook voor Cats, 21 en 22 April. de- buren in het naastbij gelegen koffiehuis dat zgn geen lieden, wier gangen de moeite waard zijn om na te gaan, voor een blad als le Rapide. Maar waarom was James niet verder van Parijs weggegaan Er zijn toch in Frankrijk genoeg lieve plekjes, ver van het Parjjsche gewoelDat was ook al weer geweest op verlangen zijner vrouw, die gaarne in de buurt van Dammaine wilde wonen; zij had het dorp volstrekt niet uit een gril gekozenwant zij had haar eerste jeugd daar doorgebracht, zij was daar, na den dood harer moeder, tot haar zesde jaar, toevertrouwd geweest aan de zor gen eener trouwe min, vrouw Louiseau, de vrouw van een landbouwer. Zij herinnerde zich nog altijd het verdriet van die brave lieden, toen haar vader haar kwam halen, omdat zij te Auteuil op een kostschool moest gaan leeren. Zij had ook veel geschreiden of men haar al vertelde dat die officier haar vader was, dat hielp niet, zij meende van iedereen verlaten te zijn, nu zij haar min niet meer had. Naijverig op de genegenheid, welke zijn kind dezen armen lieden toedroeg, gaf de vader hun zijn adres niet. Hij had hen ruim betaald en beschouwde de zaak daarmede afgedaan. Wordt vervolgd.) Stoomdrukkerij D. G. Kröber Jr. Middelburg.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 6