BUITENLAND.
dat het dier, waarvan het vleesch afkomstig ia,
niet aan tuberculose lijdend" was.
Orton, de Tichborne-clalmant,
is te Marylebone aan een beroerte overleden.
Onze oudere lezers, die omstreeks 25 jaar
geleden de geschiedenis van den dag volgden,
zullen zich nog wel herinneren, hoe deze man,
die beweerde de lang vermiste zoon eener
schatrijke weduwe te zijn, door de geheele
wereld belangstelling wekte in een van de
zonderlingste processen dat ooit is gevoerd.
Een groot deel van het Engelsche volk koos
op hartstochtelijke wijze partij voor of tegen
den man, wiens positie vooral sterk werd toen
de oude dame in hem haar zoon erkende. Een
inschrijving tot het dekken der proceskosten
bracht een zeer aanzienlijk bedrag op. Maar
vergeefs. De man werd herkend als een slagers
knecht uit Australië en wegens bedrog vervolgd.
Het proces, dat in 1872 werd gevoerd, duurde
verscheidene maanden en eindigde met een
veroordeeling tot 14 jaar dwangarbeid wegens
meineed.
Voor eenige jaren, toen Orton van alle mid
delen ontbloot was, besloot hij tot een stouten
slag.
Hij, die altijd zijn onschuld had volgehouden,
schreef eeu boek waarin hij een volledige be
kentenis aflegde, en de geheele geschiedenis
van zijn bedrog beschreef. Een uitgever gaf
hem een ruim honorarium. Maar als wij ons wel
herinneren, was de belangstelling van het pu
bliek in de zaak verdwenen, terwijl een groot
deel van onze tijdgenooten óf nooit van de
zaak hadden gehoord, óf daarvan niet zulk
een indruk hadden, dat zij hun geheugen nog
eens wilden opfrisschen.
Dat tenminste is zeker, dat men weinig van
het boek hoorde. Het merkwaardigste was
echter, dat enkelen, die steeds in de identiteit
van den man geloofd hadden, niet overtuigd
werden door zijn bekentenis en in het boek
een bedriegelijke speculatie in het belang'van
eigen beurs zagen.
Algemeen Overzicht.
De berichten uit Amerika zijn werkelijk
onrustbarendde crisis is op het hoogst en
de kansen zijn niet groot, dat de vrede er bo
ren opkomt.
Het antwoord van Spanje op de eischen, door
generaal Woodford overgebracht, wordt niet
bevredigend geacht.
Uit wat daaromtrent wordt medegedeeld
blijkt, dat Spanje de medewerking van de Ver.
Staten voor het ondersteunen der noodlijdenden
aanvaardt, dat de regeering te Madrid bereid
is aan de Cubaausche volksvertegenwoordiging
voor te stellen een eervollen vrede met de
opstandelingen te sluiten, en dat zij bereid is
de vijandelijkheden te staken, als de opstande
lingen dat vragen.
Het antwoord is dus wat wij reeds in ons
vorig nummer mededeelden een nieuw voorstel,
dat geen beslist antwoord is op de eischen
van Mac Kinley.
Meer bepaaldelijk schijnt verwacht te zijn,
dat Spanje zich over de onafhankelijkheid van
Cuba zou uitlaten. Dit nu is niet geschied en
verwekt veel ergernis.
Onmiddellijk na ontvangst van het antwoord
vergaderden de ministerraad en de commissies
voor de buitenlandsche zaken. In den minis
terraad achtte men den toestand zoo kritiek
mogelijk, terwijl, naar gemeld wordt, de com
missie uit den senaat het antwoord als een
weigering wilde opvatten. Men verwachtte dat
president Mac Kinley onmiddellijk een bood
schap aan het congres zou zenden. Maar daar
van is niets gekomen. Beide takken van de
volksvertegenwoordiging gingen tot Maandag
uiteen. Daarmede is ten minste weer een beetje
tijd gewonnen om zich te bedenken.
Een dergelijk voorstel is er al meer geweest,
en werd door de Times niet onaardig genoemd
een wapenstilstand tusschen den president en
het congres. Zeker is althans, dat Mac Kinley
vöor het behoud van den vrede big ft en niet
zal toegeven, zoolang verzet tegen de Jingoes
mogelijk is.
Deze partij blijft zeer rumoerig; het natuur
lijk gevolg van het feit, dat_zij niet voortkomt
uit de rustige burgerij.
nu zoo'n machtig orgaan als de Rapide hem
zulk een vleiend artikel wijdde, wenschte Bal
derby zich geluk, dat hij den Oceaan overge
stoken was cn zijne zaken aan kant had gedaan.
Eindelijk genoot hij dan van zijne millioenen.
De groote wereld zocht den omgang met den
half beschaafden rijkaard, en hij liet zich in
pakken. Geheel Parijs hield zich met hem
bezig, omdat Balderby, zonder het te willen,
iedereen verbaasde. Hij had het huis eener
bekende tooneelspeelster gekocht en richtte
dit buitengemeen weelderig in.
Alles wat naam had in kunst, wetenschap
en politiek, wilde zijne feesten bijwonen.
James was gelukkig: hij genoot van die
vereering doch daar hij, ondanks al zijne
schatten, heel eenvoudig was gebleven, duurde
zijn geluk niet lang. Hij behandelde iedereen
zonder complimenten en weldra begon men
hierop aanmerkingen te makeneerst noemde
men het oorspronkelijkheid en vergaf hem
veel, terwille van zijn gelder werden zelfs
allerlei bespottelijke, overdreven verhalen over
hem in omloop gebracht doch toen men
die moede was, werd men nieuwsgierig, onbe
scheiden, praatziek en trachtte zooveel moge
lijk bijzonderheden aangaande zijn particuliere
leven uit te vorschen. Nadat men eerst
niets dan lof had verkondigd over de feesten,
die James gaf, over de toiletten zijner vrouw
en dochter, vertelde men er weldra de zotste
dingen van. Men zei dat er op een gecostu-
Maar juist die woeligheid maakt dat zij het
meest de aandacht trekt, dat zij meer dan
de anderen gehoord wordt.
Manifestaties tegen Mac Kinley, het verbran
den van zijn portret en dergelijke vertooningen
van 1000 man, vallen meer op dan de kalme
houding van 10.000 burgers, die, vertrouwen
stellende in de leiding der regeering, rustig
thuis bljjven, in afwachting dat een beslissing
wordt genomen door hen, die bevoegd en in
staat zijn te beslissen.
De kans op een bemiddeling van de Mogend
heden, zoowat de laatste hoop van de koningin
regentes, is niet groot. Rusland en Duitschland
zouden hebben geweigerd, daar op het oogen-
blik een bemiddeling onmogelijk is. Alleen
zou de Fransche gezant te Washington een
bezoek hebben gebracht aan den onder-staats
secretaris Day, en de bemiddeling zijner re
geering hebben aangeboden. Is dit aanbod
een gevolg van een beroep, door de koningin
regentes op Frankrijk gedaan?
In het desbetreffende bericht was alleen ge
sproken van eigenhandige brieven der vorsten
niet Mogendheden zooals eerst is gemeld.
Of Frankrijks bemiddeling zou kunnen baten
Wij vreezen dat dit niet het geval zal zijn.
De strijd waarom het gaat is een zeer inge
wikkelde, die niet naar vaste rechtsbeginselen
is te beslissen. Aan de eene zijde de eischen
der menschlijkheid en de belangen van velen
in de Unie, die beide vorderen, datdeCubaan-
sche k westie spoedig en voor goed worde opgelost.
Daar tegenover het souvereine recht van SpaDje,
dat eerbiediging eischt zoolang die souvereiniteit
bestaat; eindelijk de rechten der Cubanen, die
meenen, dat de Spaansche volksplanting nu oud
en wijs genoeg is, om uit de ouderlijke woning
te trekken en op eigen beenen te gaan staan.
In dezen doolhof van belangen en rechten een
oplossing te vinden, die billijk en rechtvaardig
is, die alle partijen gelijkelijk bevredigt en
toch niet zoo gewrongen en gekunsteld is, dat
de nieuwe toestand groote kan3 biedt op be
stendigheid, dat schijnt ons een bijna onmoge
lijke taak. De schaduwzijde van vreemde be
middeling is dikwerf dat men een halve op
lossing gaat zoeken, met het natuurlijk gevolg
dat de toestand over eenigen tijd weer net of
nog erger wordt dan deze was.
Op dat gebied is nu zooveel leergeld betaald
in de oude wereld, dat men in de nieuwe geen
herhaling mag wenschen.
Beknopte Mededeelingen.
De hertog van Fife, de schoonzoon van
den prins van Wales, die onlangs aftrad als
directeur der Ch.Cy, heeft in een redevoering
gezegd, dat hij zijn mededirecteuren niet in
den steek heeft willen laten, maar dat hij van
meening is, dat gecharterde maatschappijen ano-
maliën zijn. Deze moeten door rijksgezag
worden vervangen, en de minister van kolo
niën behoort de verantwoordelijkheid te dragen.
De aanstaande algemeene vergadering van
de Ch. Cy, waar ook Rhodes zal verschijnen,
gaf Vrijdag in het Lagerhuis aanleiding tot
eenig debat.
Robert Ileid vroeg of Chamberlain maat
regelen zou nemen om te beletten, dat per
sonen, die betrokken geweest zijn bij den inval
van Jameson of bij de oorlogstoebereidselen
vóór den inval, tot directeuren der Chartered
Company worden gekozen. Chamberlain ant
woordde, dat volgens de nieuwe regeling de
macht der directeuren aanzienlijk wordt inge
krompen en uitgeoefend onder rij kstoezicht; hij
stelt daarom voor het voorrecht der aandeel
houders om hun eigen directeuren te kiezen,
niet te beperken.
Ontevredenheid over het loontarief, dat
met de prijzen rijst en daalt, heeft in Zuid
Wales aanleiding gegeven tot eene groote
werkstaking in bijna de helft van de mijnen,
en men vreest, dat de beweging zich nog zal
uitbreiden.
De opgewondenheid is groot, iets dat by
Engelsche werkstakingen gelukkig lang niet
altijd het geval is. Zoo is bv. de groote werk
staking in de machine-fabrieken, hoewel de
beweging voor de arbeiders zulk een noodlot
tig verloop had, zonder eenige rustverstoring
afgeloopen.
Bismarck's verjaardag werd alleen in
huiselijken kring gevierd.
Een even zeldzaam als onwaardig middel
van verdediging heeft de Oostenrijksche regee-
meerd bal een wedstrijd in schoonheid was
gehouden, en dat de gastvrouw den prijs had
behaald voor statigheid, terwijl aan de dochter
die voor verleidelijkheid was toegekend.
James las die schandelijkheden en fronstte
de zware wenkbrauwen, terwijl hem een vloek
ontsnapte. Hij stak de gebalde vuist uit,
en trok den arm met een schielijke beweging
terug.
Het was echter nog niet uit. Men dichtte
Susanna de buitensporigste aanzoeken toe.
Tevergeefs volgde de eene wederlegging op de
anderetevergeefs had mevrouw Balderby
tijdens de afwezigheid van haar echtgenoot
een onderhoud met een reporter, en verklaarde
hem dat Susanna geen cent mee ten huwelijk zou
krijgen. Het leven der arme rijkaards werd on
dragelijk. Eerst opperde men twijfel omtrent
hun fortuin, daarna aangaande de wijze waarop
het verworven was. Het gerucht liep dat
James in de prairiën treinen overvallen en
reizigers uitgeplunderd had, en men illustreerde
die verhalen, teneinde zijn hebbelijkheid te
verklaren om altijd den rechterarm uit te
steken, met plaatjes, waarop de arme nabob
voorgesteld werd, met een mes in de hand,
bezig een Roodhuid te scalpeeren.
Men mompelde dat mevrouw Balderby, die
op raad van haar geneesheer niets dan water
dronk, zich, als zij alleen was, op Amerikaan-
sche wijze te buiten ging aan whiskey, brande
wijn, bier en champagne. Het was alsof een
ring aangegrepen. Als de oppositie van de Duit-
sche groepen voortduurt, dan zal de uitvoering
van verschillende openbare werken, o. a. van
het Donau-Elbe-kanaal, niet worden voortge
zet. De oppositie-bladen noemen dat „poli
tieke chantage". Nu, welk woord men eraan
geven wil is onverschillig de zaak isleelijk.
De Oostenrijksche begrooting voor 1898
bedraagt bijna 718 miljoen fl. aan uitgaven en
722 milj. fl. aan inkomsten.
Op het jongste consistorie is geen enkele
nieuwe kardinaal gepreconiseerd. Het H. col-
legie bestaat tegenwoordig uit 30 Italianen en
29 vreemdelingennooit was de verhouding
der vreemdelingen zoo groot. Leo XIII heeft
reeds 121 kardinalen zien sterven en er 117
benoemd.
In de hoikringen te Belgrado spreekt men
van een plan om den opperbevelhebber van
het leger ex-koning Milan voor eenigen tijd
buitenlandsch verlof te geven, met verzoek dat
verlof te gebruiken.
De Kretenzers hebben weer eenige Muzel:
manneu vermoord, hetgeen de admiraal aan
leiding gaf den president der nationale verga
dering zijn leedwezen daarover te betuigen en
te vragen dat de moordenaars aan de interna
tionale commissie zouden worden uitgeleverd.
Uit Pretoria wordt de bevestiging geseind
van het vermoeden dat het doodbericht van
president Kruger onwaar is. Oom Paul, die
zich nooit zoo wel heeft gevoeld, lachte harte
lijk toen hij hoorde welk bericht in de wereld
was gezonden.
Te Johannesberg is een inschrijving ge
opend om Kotze schadeloos te stellen voor de
geldelijke nadeelen voortspruitende uit het
verlies van zijn rechtersambt.
Zola's cassatie.
De Parij8che ochtendbladen brengen uit
voerige berichten over de conclusie van den
procureur-generaal Manau inzake het cassatie
beroep van Zola en Perreux.
Deze vertegenwoordiger van het 0. M. ver
wierp de eerste zes middelen van cassatie op
verschillende gronden.
Merkwaardig was daarbij de wijze, waarop
hij trachtte goed te praten, dat aan Labori was
geweigerd generaal Boisdeffre vragen te stellen.
Daar alle vragen betrekking hadden op de
zaak-Dreyfuss, noemt hg het waarschijnlijk dat
het met de geweigerde vragen ook hetzelfde
geval zijn zal.
Hij verklaarde verder er prijs op te stellen
de persoonlijkheid van de veroordeelden bniten
het debat te houden. Het is een zuivere rechts
kwestie, die kalm en stelselmatig moet worden
behandeld. Er is om het proces reeds te veel
agitatie geweest. Daarbij wraakte hij het dat
uit het buitenland artikelen komen, waarin
het hof werd gesommeerd het vonnis te ver
nietigen. Zulke sommaties verwierp hij met
verontwaardiging.
Maar Manau protesteerde eveneens tegen de
aanvallen en verdachtmakingen tegenover hen,
die zich om Zola schaarden. Men kan van
meening verschillen zonder te beleedigen.
Wat hem betreft, hij zou slechts naar de
stem van de rede luisteren, en uit haren naam
verklaarde hij dat de zes eerste cassatiemid
delen ongegrond waren.
Alleen over het laatste middel (dat een sub
sidiaire beteekenis schijnt te hebben) liet
Manau zich minder sterk en beslist uit. Naar
zijn meening was de krijgsraad niet meer in
wezen toen de beleediging plaats had. Hij
kon dus niet, gelijk de wet voorschrijft, in
algemeene vergadering bijeenkomen, om te
beslissen of er aanleiding bestond een klacht
in te dienen. De minister van oorlog was
daarom bevoegd uit naam van den krijgsraad
te handelen. (Of deze bevoegdheid een wette-
lijken grond had vonden wij niet vermeld).
Maar toch verklaarde Manau zich aan het
oordeel van het hof te zullen onderwerpen.
De mogelijkheid van cassatie op dat punt
voorziende, zeide hij, dat hij zich ten minste
daarmede geluk kon wenschen, dat het niet
noodig zal zijn het proces opnieuw te beginnen.
Wel drukte hij de hoop uit, dat, als het hof
een der cassatiemiddelen aanvaardt, het zorg
zal dragen wel aan te geven op welke punten
in een eventueel nieuw proces niet mag worden
teruggekomen. Want men moet vooral ver
mijden dat de pijnlijke incidenten, welke voor
het hof der assises voorkwamen, zich herhalen.
bende schaamteloozen samenspande om hen
Frankrijk te doen verlaten, en James zou zeker
al lang vertrokken zijn, indien hij zijn vrouw
niet gehad had, die nog altijd aan Parijs ge
hecht was en aan wie hij ook geen vierde ver
telde van alles wat hij vernam.
Maar zijn leven was vergald. Men beschul
digde hem van gierigheid, terwijl hij het geld met
handen vol weggaf. Eensklaps heette het dat
de beroemde Amerikaan, de man met den uit
gestoken armziek was. Parijs ontstelde en
liet naar hem vragen. Allerlei kleine blaadjes,
die eiken avond onder een anderen titel ver
schijnen, maakten bulletins openbaar, over de
gezondheid van den grooten man, en met
iederen dag schreef men hem erger kwalen toe.
In werkelijkheid leed hij slechts aan een ver
koudheid, die hij op de jacht had opgedaan;
maar zijn vrouw en dochter lazen eiken morgen
de meest vertroostende berichten over zijn
toestand en toen hij al weer geheel beter was,
hoorde hij zelf op zekeren morgen, op straat
onder zijne vensters roepen: „De ziekte van
James Balderby. Zijn dood."
Met een driftig gebaar stak hij den arm uit
en trok hem nog sneller dan anders terug.
Acht dagen daarna stond het huis te koop.
De familie had Parijs verlaten.
Hl.
In dienzelfden tijd verkocht de heer Duro-
quois, notaris te Melun, aan den heer Arthur
Bepaald verbijsterend was het slot van de
conclusie: „Wij smeeken den heer Zola en
diens vrienden medelijden te hebben met het
Frankrijk. Dat hij de groote overwonnene van
1870 gelegenheid late zich in stilte voor te
bereiden om door arbeid, eendracht en vrede
een nieuwen glans te geven aan zijn kroon als
koningin der wereld."
Zou de heer Manau niet weten, dat dit niet
van Zola, maar wel van de regeering afhangt
De toespeling van Manau op een artikel uit
den vreemde, heeft, naar wij in een der Hol-
landsche bladen lezen, betrekking op een stuk
in de Siècle van een onzer landgenooten, die
zich J. W. H. noemt. Alleen reeds het ge
bruik van letters (die initialen zouden moeten
verbeelden) doet vermoeden, dat het artikel
niet veel zaaks is.
Vooral in zulke zaken is anonymiteit erger
dan verkeerd.
INGEZONDEN STUKKEN.
ingezonden stukken worden in geen gevel teruggezonden.
De Premie- en Rijkskeuringen in Zeeland.
Mijnheer de Redacteur.
In bet vakblad Hippos van 26 Maart 11.
vond ik het verslag der premie- en Rijkskeu
ringen in Zeeland. Dit verslag bevat zulke
verrassende openbaringen, dat ik niet kon na
laten eenige opmerkingen hierover m boven
genoemd blad ten beste te geven.
Daar het mij echter voorkomt, dat de uitslag
der keuringen niet genoeg algemeen bekend is
en het misschien voor de landbouwers in
Zeeland nuttig kan zijn van 't een en ander
op de hoogte gesteld te worden, verzoek ik u
daarvoor beleefd eene plaats in uw veelgelezen
blad, waarvoor bij voorbaat mijn dank.
Onder de hengsten, bekroond met eene bij
drage van 300, komt als plaatsvervanger no 1
voor de hengst Cavour no 334, eigenaar A. de
Kraker te Zaamslag. Men kan dus aannemen
dat dit paard van goede qualiteit is en de
voorkeur verdient boven andere niet bekroonde
hengaten. Als zoodanig wordt hij dan ook
den landbouwers aanbevolen.
Wat las ik nu echter verder
Bij de keuring te Hulst werd door de rijks
keuringscommissie o. m. afgekeurd wegens bok-
hoeven, bolspatten, de hengst Cavour van A. de
Kraker te Zaamslagen wordt dus elk land
bouwer in zijn belang aangeraden zijne merries
niet door dezen hengst te laten dekken.
Ra, ra wat is dat?? Moet men nu dezen
hengst gebruiken of niet?
Daar nu vergissen menschelijk is, zou men
hier van eene vergissing kunnen spreken wan
neer in beide commissies slechts éen persoon
gekeurd had. Waar echter in de eene com
missie vijf en in de andere drie personen zit
ting hadden, is dit geval hier feitelijk uitgeslo
ten en moet dus door een der beide commissies
een grove fout begaan zijn.
De eenige oplossing in deze kwestie is, mijns
inziens, eene neutrale, nieuwe commissie te
benoemen die den hengst nogmaals nauwkeu
rig moet keuren. Blijkt het dan dat de hengst
wel de bovengenoemde gebreken heeft, dan
dient hij van de lijst der bekroonde hengsten
geschrapt te worden; heeft hij ze niet, dan
dient de hengst te worden goedgekeurd. In
beide gevallen is het ten zeerste aan te raden
dat aan den uitslag van deze laatste keuring
de meest mogelijke publiciteit wordt gegeven,
opdat de landbouwers weten waaraan zij zich
te houden hebben.
Onder de rubriek van de „binnen de laatste
12 maanden ingevoerde buitenlandsche fok-
hengsten" komt als plaatsvervanger No. 1 voor
de hengst Bar a van R. Pauwels te Bouchaute
in België.
Hippos teekent hierbij 't volgende aan
„Het komt ons voor, dat deze hengst ten on
rechte is toegelaten ter mededinging naar de
premiën en de toekenning van eene bijdrage
in strijd is met het reglement.
„De eigenaar van den hengst, die eene bij
drage voor het onderhoud heeft aangenomen,
moet dien hengst twee achtereenvolgende dek-
tijden voor den publieken dienst beschikbaar
stellen en in eene door de in art. 2 genoemde
keuringscommissie aan te wijzen streek.
„Bara is in 1896 met eene bijdrage van
f 700 bekroondhij moet dus tot het einde
van den dektijd van 1897 in de provincie ge
weest zijn en is daarna naar Bouchaute terug-
Morton een kleine villa, aan de oevers van de
Seine, in de nabijheid van Lys de Dammaine.
„Ik ben niet rijk," had de kooper gezegd,
„als ik het huis betaald heb, houd ik vier
duizend frank 'sjaars over; maar ik leef op
een bescheiden voet, mijn vrouw en dochter
doen zelf het huishouden wij hebben slechts
eene dienstbode noodig."
Zij hadden het huis geheel gemeubeld ge
kocht en betrokken het terstond. De vader
kwam zelden verder dan den tuin, waar hij
zat te rooken en te lezen of naar zijne planten
keek. Zijn vrouw en dochter wandelden dik
wijls 's avonds langs de rivier en stelden veel
belang in hetgeen er voorviel tusschen de tal
rijke visschers en hunne prooien.
Parijs sprak na het vertrek van Balderby
nog veel kwaad van hem. Hij was een geluk
zoeker, een avonturier, zooals er zooveel ver
rijzen op de boulevards, om na een korte poos
weer spoorloos te verdwijnen, en Arthur Morton,
die, zooals men begrijpt, niemand anders waB
dan James Balderby, las die smaadredenen, ver
bleekte en maakte weer zijn gewone gebaar.
In overleg met de zijnen had hij alleen zijn
groot fortuin verloochend om bevrijd te wor
den van alle onbescheidenen en nieuwsgierigen.
Nergens stelt men belang in lieden die maar
vierduizend frank rente bezitten; die laat
men in vrede hun tuin opharken, in de zon
wandelen, hunne boomen snoeien, hun sla be
gieten, wijn aftappen, een kaartje leggen met
gebracht. Nu is hij teruggekomen en wordt
kennelijk door de commissie behandeld op den
zelfden voet als andere, voor het eerst inge
voerde, hengsten. Deze opvatting, van wat als
invoer moet beschouwd worden, is zeker zon
derling. De commissie heeft waarschijnlijk
op deze wijze getracht een goeden hengst in de
provincie te houden.
„Mocht het reglement zoo worden uitgelegd,
dan zou het voldoende zijn met een bekroon
den bultenlandschen hengst na afloop van de
twee dektijden eene wandeling over de grens
te maken, om hem weer als nieuw-ingevoerde
te doen beschouwen, en te kunnen mededingen
naar de bijdragen, die in Zeeland voor bui
tenlandsche hengsten altijd hooger zijn dan
voor in de provincie tehuisbehoorende. Maar
die opvatting is in strijd met de eerste alinea
van art. 2 van het algemeen rijksreglement.
Dit zegt:
„Voor de in art. 1 bedoelde bijdragen en
premiën komen alleen in aanmerking paarden,
die in de provincie, waar de keuring plaats
heeft, thuis behooren of aldaar zijn gesta
tioneerd dit laatste voor zoover het zijn uit
het buitenland ingevoerde fokhengsten, d i e
voor het eerst aan de keuring
deelnemen."
„Bara is niet een paard, dat in de provincie
tehuis behoorthij heeft niet voor de eerste
maal aan de keuring deelgenomen en kon dus
niet in aanmerking komen."
Aldus Hippos en ik ben het hiermede niet
alleen geheel eens, maar wensch er nog bij te
voegen dat de Provinciale keuringscommissie
blijkbaar een zeer slecht geheugen heeft.
Om tot eene zuivere, onpartijdige vergelijking
tusschen de, ter bekroning in aanmerking ko
mende, hengsten te geraken, dient toch in de
eerste plaats wel dat zooveel mogelijk onder
gelijke omstandigheden wordt gekeurd.
In Middelburg werden de voorgebrachte heng
sten gekeurd op grove, ongelijk liggende, straat
keien. In Kruiningen had de keuring plaats
op goedliggende straatklinkers en te Goes op
grint.
Dat een en ander invloed heeft op de wijze
van stappen en draven zal niemand tegenspre
ken. De keuringscommissie had hier echter geen
schuld aan, daar haar door de gemeentebestu
ren der betrokken plaatsen een© keuringsplaats
werd aangewezen, waaraan natuurlijk niet te
veranderen viel. Van wege de Vereeniging ter
Verbet, van het Paardenras op Walcheren en
N. en St. Joosland werd eene missieve gezon
den aan het hoofdbestuur der Maatsch. ter be
vordering van Landbouw en Veeteelt in Zeeland
en werd op bovengenoemde omstandigheid ge
wezen, waarbij zij tevens verzocht de hengsten,
die bij de verschillende keuringen het hoogst
aantal punten hadden verkregen, nogmaals op
een, door het hoofdbestuur aan te wijzen, plaats
te laten bijeenkomen en nu onder gelijke om
standigheden te laten herkeuren.
Voor dit laatste verzoek had zij nog een
reden. De keuringen toch hadden met groote
tasscbenpoozen plaats gehad (buiten schuld der
commissie) en dat kon ontegenzeggelijk in
vloed uitoefenen op den uitslag, want: „lest
heugt 't best" en men kan zich een hengst, dien
men twee weken geleden gekeurd heeft, niet
zoo goed meer voor den geest brengen als een
dien men pas een paar dagen geleden heeft
gekeurd.
Het hoofdbestuur kon echter om verschillende
redenen niet aan dit verzoek voldoen, ofschoon
ik niet geloof dat een der eigenaars van de
voor bekroning in aanmerking komende heng
sten tegen een gunstige beslissing bezwaar
zou hebben gehad.
Later kan dit nu misschien veranderd worden,
maar daar hebben de nu medegedongenen niet
meer aan, daar zij dan niet meer behooren
onder de rubriek van de binnen de laatste 12
maanden ingevoerde fokhengsten.
Ik heb de eer te zijn, mijnheer de redacteur,
hoogachtend,
W. J. VAN DEN BOSCH.
Arnemuiden, 1 April 1898.
H E R IJ K.
Deze herijk is bepaald als volgt, voor:
Domburg, ook voor Aagtekerke, 4 April.
Westkapelle, ook voor Zoutelande, 5 April.
Koudekerke, ook voor Biggekerke en Melis-
kerke, 6 April.
Cortgene, 18 April.
Wissekerke, 19 en 20 April.
Colijnsplaat, ook voor Cats, 21 en 22 April.
de- buren in het naastbij gelegen koffiehuis
dat zgn geen lieden, wier gangen de moeite
waard zijn om na te gaan, voor een blad als
le Rapide.
Maar waarom was James niet verder van
Parijs weggegaan Er zijn toch in Frankrijk
genoeg lieve plekjes, ver van het Parjjsche
gewoelDat was ook al weer geweest op
verlangen zijner vrouw, die gaarne in de buurt
van Dammaine wilde wonen; zij had het dorp
volstrekt niet uit een gril gekozenwant zij
had haar eerste jeugd daar doorgebracht, zij
was daar, na den dood harer moeder, tot haar
zesde jaar, toevertrouwd geweest aan de zor
gen eener trouwe min, vrouw Louiseau, de
vrouw van een landbouwer.
Zij herinnerde zich nog altijd het verdriet
van die brave lieden, toen haar vader haar
kwam halen, omdat zij te Auteuil op een
kostschool moest gaan leeren. Zij had ook veel
geschreiden of men haar al vertelde dat die
officier haar vader was, dat hielp niet, zij
meende van iedereen verlaten te zijn, nu zij
haar min niet meer had.
Naijverig op de genegenheid, welke zijn kind
dezen armen lieden toedroeg, gaf de vader hun
zijn adres niet. Hij had hen ruim betaald en
beschouwde de zaak daarmede afgedaan.
Wordt vervolgd.)
Stoomdrukkerij D. G. Kröber Jr. Middelburg.