FEUILLETON.
in een nabij gelegen herberg een glas whisky
drinken. Hij stemde toe, want hij bedacht,
dat hij vanuit de herberg den ingang van zijn
winkel kon zien. Ongeveer tien minuten zat
hij daar, toen hij voor zijn deur een groote,
magere kerel zag zwerven, die zich ervan
scheen te willen verzekeren, dat er niemand
in den winkel was; de man liep verscheidene
malen langs 4e deur, ging naar de vensters en
scheen op een gunstige gelegenheid te wachten.
Na eenige aarzeling nam hij een besluit. Hij
ging bliksemsnel den winkel in en kwam er
dadelijk weer uit met een groot rond brood
van vier pond onder zijn jas verborgen.
Hij kon nauwelijks tien meter verder geloo-
pen hebben, toen de bakker en zijn vriend toe
schoten en een politieagent wenkten, die juist
de straat inkwam. He man werd op heeterdaad
gearresteerd. Den volgenden dag verscheen hij
voor het gerecht, waar men volgens de eischen
der Engelsche wet ook den bakker, diens vriend
en den politieagent had gedagvaard, die de
arrestatie had bewerkstelligd. Het was een
treurig schouwspel.
De man, Smith Adams, bekende natuurlijk.
De getuigen vertelden wat er den vorigendag
was gebeurd. Daarna begon de rechter Hawkins
den agent te ondervragen.
„Gisteren hebt gij na de arrestatie inlichtin
gen ingewonnen omtrent den gevangene. Hoe
waren deze inlichtingen
„De gevangene is een braaf man, die nooit
een vonnis heeft gehadhy heeft altijd ijverig
gewerkt en wordt een voorbeeld van matigheid
genoemd. Hy onderhoudt zyn moeder, zyn
vrouw, een jongere zuster en een meisje van
drie jaar. Zes maanden geleden is de patroon,
bij wien hij vijf jaar lang gewerkt heeft, failliet
gegaan. Toen heeft de gevangene te vergeefs
werk gezocht; alles, wat hij bezat, moest hij
in de bank van leening brengen. Eergisteren
heeft zijn gezin geen eten gehad, gisteren
evenmin.
„Zijt gij van dat alles zeker
„Volkomen zeker. Bovendien zijn hier al
zijn buren, om te zijnen gunste te getuigen."
„De rechter deed dadelijk uitspraak„De
gevangene wordt vrijgesproken."
Toen wendde hy zich tot den verbaasden
man en zeide„Smith Adams, het is toch
onbetwistbaar, dat gy gestolen hebt. En diefstal
is een misdaad, of het een stuk brood of eeD
gouden horloge geldt. Voor de wet is dit
hetzelfde. Als ik slechtB mijn plicht als
magistraat wilde doen, zou ik u tot gevange
nisstraf moeten veroordeelen. Maar de wet is
dikwijls onverstandig en brutaal. Ik luister
liever naar mijn geweten als mensch en spreek
u dadelijk vrij.
„Thans moet ik nog slechts gehoorzamen aan
mijn geweten als Christen, en zie hier wat het
mij beveelt." De rechter liet zyn hoed brengen,
legde er een half pond sterling in, en droeg zijn
klerk op, den hoed rond te geven aan de advo
caten en het publiek. De collecte bracht
dadelijk meer dan vier pond op. Het geld
werd aan Smith Adams gegeven, die van
verbazing en vreugde sprakeloos was, en de
bank der beschuldigden verliet om zoo snel
mogelijk door de menigte te dringen, die
plaats maakte om hem door te laten. Alles
zonder dank, zonder één woord, al zijn ge
dachten waren by de moeder, by de zuster, de
vrouw en het kind, die sinds twee dagen op
brood wachtten. Toen hij weg was, beval de
rechter: „Breng den bakker voor!" De be
stolene haastte zich, in de getuigenbank plaats
te nemen, maar op een teeuen van den rechter
zag men een politieagent den bakker in de
bank der beschuldigden duwen.
„Gevangene," zeide de rechter, „gij hebt niet
geaarzeld een ongelukkige in de gevangenis te
laten zetten, die een brood van eenige stuivers
heeft gestolen, en wiens ellendig uiterlijk genoeg
sprak van den hoogen nood. Gij wildet hem
als dief laten veroordeelen, zoodat hij voor
altijd onteerd zon zjjn, en gij hebt dat gedaan,
gij een dik en welgedaan man, omdat gij uw
verbeeldet, dat ge in uw recht waart. Dat zijt
ge ook, maar ge zijt niet rechtvaardig en
menschelijk. Toch zou ik toegevend voor u
geweest zijn, wanneer ik, toen iedereen de
hand in den zak stak, om geld voor dezen man
te geven, niet had gezien, dat ge den hoed liet
voorbygaan, zonder er iets in te leggen. Ge
hebt geen medelijden gehad met hem, die
honger had; ik zal ook geen medelijden metu
hebben. Een wet, uitgevaardigd door koningin
Elizabeth, veroordeelt iederen winkelier, die
zijn winkel onbeheerd heeft gelaten, tot een
dag gevangenisstraf, omdat hy daardoor den
uitgehongerde in verzoeking brengt. Ik pas
deze wet toe en veroordeel u tot een dag
gevangenisstraf en in de kosten van het geding.
Dit vonnis moge een les zyn voor alle hard
vochtige menschen."
En 's avonds toen de dief by zijn gezin
was terug gekomen, en voor zich en de zijnen
brood, steenkolen en dekens had gekocht, zat
de bestolen bakker in een cel van de gevan
genis te Holloway te brommen, twijfelend aan
de rechtvaardigheid der menschen en de groote
Elizabeth verwenschend.
(Weekbl. De Amst.)
Verkoopingen enz.
Te Meliskerke is Woensdag, ten overstaan
van den notaris P. de Maret Tak, verkocht
het huis en erf met schuurtje en tuin, aldaar
bewoond door P. Kuzee, kad, grootte 1 are,
50 cent., voor 1280;
3 aren, 20 cent. moesland aldaar, nabij de
kerk der Geref. gemeente, voor 125, en
een perceel moesland aldaar naast het vorige
voor 90.
Door het bestuur van het waterschap
Baarland is Woensdag aanbesteed: het ver-
hoogen van een gedeelte zeedijk en de on
derhoudswerken van genoemd waterschap.
Ingeschreven werd door de heeren G. van
Meelen en I. van Beers te Vlissingen voor ƒ4889,
D. Bijl te Vlissingen voor 4599, C. van Beers
te Vlissingen voor/4565, G. Bolier te Scherpe-
nisse voor 4500, A. Foudraine te Goes voor
4493, A. Karelse Cz te Borssele voor ƒ4485, P.
Dronkers te Kapelle voor 4800, I. F. A. Polfliet
te Walsoorden voor ƒ4125, B. van Eek te Ter-
Neuzen voor 4080, P. J. Visser Pz te Hansweert
voor 4080, I. Hack te Oud-Gastel voor 4060,
A.Hollestellete Colijnsplaat voor 4001,M. Klep-
pe te Scherpenisse voor ƒ3990,1. Lindenbergh Cz.
te Wemeldinge voor 3950, B. den Exter van
den Brink te Krabbendyke voor 3940, J. H.
van de Ven te Middelburg voor 3890, C. de
Wilde Az. te Kattendijke voor 3880, C.
Franken te Colijnsplaat voor 3800, J. de
Jonge te Middelburg voor 3688 eu I. Geluk
I.Hz. te Tholen voor 3637, aan wien als
laagste inschrijver het werk is gegund. (G.Crt.)
Gemeenteraad van Vlissingen.
Zitting van heden (Donderdag) middag
te 2 uur.
Voorzitter de heer jhr mr A. A. van Doorn
van Koudekerke, burgemeester.
Afwezig de heeren Wibaut en Van der Bilt,
de laatste met kennisgeving'.
De notulen van het verhandelde in de vo
rige bijeenkomst worden gelezen en goedge
keurd.
De voorzitter doet mededeeling van eenige
ingekomen stukken, welke voor kennisgeving
worden aangenomen.
Ook geeft de voorzitter kennis dat van mej.
M. E. Schuurman, hoofd der school voor lager
en meer uitgebreid lager onderwijs F, een ver
zoek is ingekomen om tegen 1 Juni a. als
zoodanig te worden ontslagen of zooveel vroe
ger als haar opvolgster in staat zal zijn in
functie te treden.
Dit verzoek wordt gesteld in handen van
burg. en weth. om advies.
Daarna is aan de orde de benoeming van
onderwijzend personeel aan de scholen A en B.
Achtereenvolgens worden benoemd
aan school A: tot onderwyzeres le kl. mej.
A. W. J. Snyderstot onderwyzeres 2e kl. de
dames A. Boucherie, J. Vreyke, A. Harte wed.
Sitsen en C. A. de Graag, tot dusver helpsters;
en tot onderwyzeres 3e kl. de dames A. L.
van 't Hof-Mets, J. F. Willemse, G. Sitsen en
E. Scherer, tot dusver kweekelingen
aan school B tot onderwijzeres le kl. mej.
C. C. E. v. Ockenburg tot onderwijzeres 2e
kl. de dames S. A. R. Dobbelaere, J. C. Ter-
woert, M. C. Balk en M. J. Dobbelaere, tot
dusver helpstersen tot onderwyzeres 3e kl.
de dames N. J. Mets, J. J. Nagelkerke en M.
M. Broek, tot dusver kweekelingen.
Al deze benoemingen geschieden met alge-
meene stemmen.
Alsnu komen in behandeling verschillende
voorstellen van burg. en weth.
In de eerste plaats tot onderhandschen ver
koop van gemeentegrond gelegen aan de ver
lengde Coosje Busken8traat en wel een stuk
aan H. J. Ganderheyden voor 2869.44 plus
698.65 voor trottoireen stuk aan W. Swenne
voor 1296 plus 217.20 voor trottoir; oeu
stuk aan A. Hanewinkel voor f 1433.60 en
193.086 voor trottoir en een stuk aan W. S.
Bosch voor 1349.60 benevens 192.75'voor
trottoir.
De raad vereenigt zich hiermede zonder
hoofdelijke stemming.
In de tweede plaats tot het vaststellen der
voorwaarden van de publieke verhuring van
het koffiehuis der badplaatsen.
Daarbij is bepaald, dat de termijn van huur
looptvoor het koffiehuis van 1 Mei 1898—
30 April 1901 en voor het ververschingslokaal
in den z. g. Gevangentoren van 1 Juni
1898—30 April 1901.
De pachter wordt tevens belast met de
exploitatie der strandstoelen, waarvoor hy
200 extra per jaar moet betalen, en met de
exploitatie der baden volgens het oude tarief.
De heer Rottier vraagt waarom de extra
betaling van 200 voor de exploitatie der
strandstoelen in de plaats is gesteld van f 160,
het bedrag dat vroeger werd geheven. Hy vindt
het nog al bezwarend en stelt voor dat bedrag
op 160 te houden.
De heer Van Raalte wyst er op dat hy in
de verhooging geen bezwaar ziet. De eventu-
eelo pachters zQn met de bepaling bekend en
kunnen daarnaar hunne inschrijving regelen.
De heer Rottier trekt alsnu zijn voorstel in.
Zonder verdere discussie of hoofdeiyke
stemming vereenigt de raad zich met de voor
waarden.
De voorzitter deelt mede dat na de verhu
ring aan den raad de beslissing zal blflven
over de gunning.
Vervolgens komt aan de orde een voorstel
tot verhooging der subsidies over 1897 aan het
Burgerweeshuis en het Algemeen Armbestuur,
voor eerstgenoemd gesticht ad 250 en voor
laatstgenoemde instelling ad 350.
Dit wordt aangenomen.
Goedgekeurd worden daarna de gewyzigde
begrootingen voor 1897 van beide genoemde
instellingen, benevens die van het gasthuis. De
eindcyfers in ontvang en uitgaaf zijn nuvoor
het burgerweeshuis 7736.18', voor het alge
meen armbestuur 11.814.93' en voor het
gasthuis f 25.517.95'.
Eindeiyk wordt nog eene wyziging gebracht
in de gemeentebegrooting voor 1897.
Bij de rondvraag wijst de heer Gewin erop,
dat in het vorig jaar door den vorigen burge
meester, den heer Tutein Nolthenius, is over
gelegd eene regeling der pensioneering van
gemeente-ambtenaren. Spreker erkent dat de
nieuwe burgemeester mogelyk nog geen tyd
zal gevonden hebben om zich van die zaak op
de hoogte te stellen, doch zou toch gaarne
wenschen dat die opnieuw ter hand werd ge
nomen. Tenzy de voorzitter zelf daaraan de
hand wil slaau, zag spreker gaarne de zaak
commissoriaal werd gemaakt.
De heer Van Raalte meent dat het gewenscht
is af te wachten welke gevolgen de nieuwe
regeling der financiën tusschen ryk en gemeente
hebben zal.
De heer Gewin is van oordeel dat daardoor
de zaak op de lange baan zal worden gescho
ven hij meent dat het belang der ambtenaren
dringend eene regeling eisoht.
De heer Verkuyl Quakkelaar is het volko
men eens met den heer Van Raalte.
De voorzitter deelt mede dat hy nog geene
gelegenheid heeft gehad zich van deze zaak op
de hoogte te stellenhij wil dit echter wel
doen en in een volgende vergadering den heer
Gewin antwoorden. Hy geeft hem, in verband
hiermede, in overweging thans geen voorstel
te doen.
De heer Gewin verklaart met die toezegging
genoegen te nemen.
Hierna vraagt de heer Kloppóra het woord.
Zoo voor zioh zelf als voor de heeren Rottier
en Delvoye stelt hij voor, voortaan geen
aanvragen tot verkoop van buiten de reeds
geprojecteerde rooilijnen gelegen gemeente
grond in behandeling te nemen, voor en aleer
het in koop aangevraagde terrein tydig en op eene
voldoende wijze is afgepaald en de leden van
den raad met die afpaling zijn in kennis
gesteld, opdat zoowel zij als de belanghebben
den, die tegen het onttrekken van grond aan
den publieken dienst bezwaren mochten heb
ben, zich eene juiste voorstelling van het in
Merkwaardig was, dat de eene partij de pre-
sentieiyat notarieel deed opstellen, terwijl de
wederpartij bij deurwaardersexploit tegen de
wettigheid der vergadering deed protesteeren.
Er is op hartstochteiyke wijze gedebatteerd
over de vraag of de vergadering wettig was,
maar zelf die kwestie kwam niet tot beslis
sing, daar de verdeeldheid zoo groot was, dat
de voorzitter de vergadering moest sluiten.
De Northwesternand Pacific Hypotheek
hank is Woensdag door de rechtbank te Amster
dam in staat van faillissement verklaard.
Te Roosendaal brak Dinsdag bij het los
sen vau ijzeren balken plotseling de ketting.
Een smid, 20 jaar oud en ongehuwd, werd
doodelijk getroffen.
Zondag geraakte de heer C. de Hoogh,
predikant der Hervormd© gemeente te Vinke-
veen, op den weg naar Koekengen, waar hij
een vacature-beurt moest vervullen, met paard
en rijtuig in een diepe vaart. Er was op dat
oogenblik in den omtrek niemand aanwezig
om hulp te bieden. De drie vrienden, die hem
vergezelden, wisten zich met moeite te redden,
doch de heer De Hoogh kon er eerst op het
uiterste oogenblik in slagen met het hoofd een
der glasruiten van het rijtuig door de stooten,
en ontkwam alzoo aan een anders wissen dood.
Iltj werd echter vrij ernstig aan den schedel
verwond en bloedde hevig.
In de Zaid-Willeznsvaarl te Maastricht is
dryvende gevonden het lyk van een letterzetter,
die sedert vastenavond werd vermist. De drenke
ling, die in verren staat van ontbinding ver
keerde, droeg nog zyn carnavalskleeding.
Gast: Zeg, kellner, wat staat die hond
daar tegen die gebraden haas te blaffen?
Kellner: Om u de waarheid te zeggen,
mynheer, dat is nog een oude vijandschap. Die
twee hebben elkander nooit kunnen uitstaan»
fcJedert Maandag verwacht men te Ostende
te vergeefs de terugkomst van de aldaar thuis
behoorende loodsboot no. 3. Vrijdag laatstleden
is dat vaartuig voor het laatst gezien ter
hoogte van Ostende, doch sinds de jongste
stormen heeft men er niets meer van vernomen.
Er bestaat dus gegronde reden om te gelooven,
dat het met man en muis is vergaan.
Al de opvarenden, ten getale van 9, zijn
gehuwd en hoofden van talrijke gezinnen.
Bun namen zynBens, schipper, Desitter,
't Jaeckx en Regoudt, loodsenGoedgebeur en
Matheeussens, hulploodsenGoddyn, Van Won-
terghem en Tienpond, leerlingen.
Paasch-Zondag, 11 April, heeft te Ant
werpen een wedstryd plaats van vet vee.
Maandag daarop wordt het bekroonde vee in
optocht door de stad geleid.
Verschillende wagens zullen den stoet op
luisteren.
Tegen een commissaris van politie in een
gemeente nabij Brussel is een klacht ingediend,
wegens het doen ontstaan van nachtelijk buren
gerucht. Aan zijn bureau is een gevangenhok
verbonden. Daar worden de rustverstoorders
en dronkaards opgesloten, die men 's nachts op
straat vindt. Maar eens opgesloten, beginnen
die kerels zulk lawaai te maken, dat de buren
niet slapen kunnen. Het zonderlingste is, dat
in het vredegerecht, waar deze zaak moet ge
oordeeld worden, de burgemeester der gemeente
als openbaar ministerie zetelt en hij dus tegen
zichzelven zal moeten requireereu.
Prinses Louise van België is met haar
officier te Boedapest teruggekeerd.
De Belgische justitie heelt, op verzoek
der Nederlandsche regeeringaan de marechaus
see te Eysden (L.) overgeleverd den notaris
klerk uit Rotterdam, die verdacht wordt zijn
patroon 27.000 te hebben ontstolen.
Voor de Paryschen salon van dit jaar
waren ongeveer 10.000 kunstvoortbrengselen
ingekomen.
Te Parys heelt in den Bemissance-
8chouwbxtrg een voorstelling van Ibsens Vriend
des Volks plaats gehad, geheel bedoeld als
Zola-demonstratie. De hoofden der beweging
(Clémenceau, madame De Sévérin enz.) traden
als figuranten op, en de zaal was goed gevuld
met een publiek van dezelfde richting, 't Was
een bepaalde demonstratie, maar niet spontaan.
Dat bewijzen bv. de kreten: „Leve de an
archie, weg met het leger." 't Gebeurde had
dus niet veel beteekenis, daar het niet op een
omkeer wijst.
Eigenaardiger was het volgende. Toen
Labori een pleidooi in eene erfenis-kwestie
hield, voegde zyn tegenparty hem opeens toe,
EEN ZOMEESPROOKJE.
S3. Novelle, uit het Duitsch.
VAM
BI ANC A BOBERTAG.
XX.
„Daar hebt gij, bijvoorbeeld, myn nichtje
over een half uur zult gij haar wel hier
zien die schildert, die speelt, die zingt, die
maakt japonnen, die speelt croquet en niefs
bevredigt haar; want zij zoekt werk. Wilt gij
het wel gelooven? Zij gaat heen en neemt
een betrekking aan. In haar poBitie een be
trekking, verbeeld nJ Alleen om wat te doen
te hebben! En als zij niet trouwt, mag de
hemel weten wat er van haar terecht komt,
want ze zal van dat geschrijf en dat bonne
spelen ook gauw genoeg hebben, en wie
weet wat voor dwaasheden zij dan weer zal
beginnen, al is zij nog zoo door en door ver
standig. Ik bedoel niets onbehoorlijks maar
levendigheid en verstand leiden ten slotte
toch altijd tot buitensporigheden."
„Is zij een nicht van u, of van mevrouw
uw echtgenoot?" vroeg Egbert meer uit be
leefdheid dan uit belangstelling.
■r- „Vpo mij. En niet eens h«el m> Z{j is
dat hij „betaald was om de rechters te be
driegen." De man werd de zaal uitgezet en
Labori, zijne rede hervattende, zeide
„Ik moet verklaren, dat ik in deze zaak niet
het geringste honorarium ontvangen heb, even
min als in eene andere van meer beteekenis.
„Kan men dan in dit land, waar mea zoo
veel grootmoedigheid placht te vinden, iemand
niet langer ondanks alle hindernissen en in
weerwil van alle gevaar zijn plicht zien doen,
zonder hem terstond in verdenking te brengen
Het geval heeft nogal opzien gebaard.
Pierre Loti (Viaud) had besloten, zoodra
hij kapitein ter zee was. den dienst te verlaten
en zich geheel aan de letterkunde te wijden.
Maar hij is nu reeds met 14 raDggenooten op
pensioen gesteld.
De hertog van Saksen-Coburg (vroeger
hertog van Edinburg) is te Nizza met goed
gevolg geopereerd. Hij leed aan een gezwel
bij de nieren.
Bij een stierengevecht te Barcelona,
Dinsdag, werd de toreador Juanneribo doodelijk
gewond. Hij stierf na een paar minuten. Het
publiek, zeer onder den indruk, ging spoedig
heen.
Onlangs werd hier te lande een cinema-
tograaf gestolen, welke te Londen werd terug
gevonden. Thans heeft men daar de „rollen"
van een „cinematografische" zonsverduistering
gestolen.
By de Duitsche Rykebank heeft men
ontdekt, dat werkelijk duplicaten van bank
biljetten in omloop zyn.
De man, die de billetten in omloop bracht,
heeft bekend en de bergplaats van nog een
pakket van zulke papieren aangewezen.
De Berlijnsche geneesheeren hebben hun
eigen sociëteit gevormd, o. a. met het doel
buitenlandsche collega's te recipieeren.
Verleden jaar verloor de DuitBche keizerin
een armband met een paar portretten. De
man, die het vond en terugbracht, kreeg 150 M.
belooning. Maar daarmede was hy niet tevreden.
Hy meende aanspraak te hebben op een vind-
loon van 10 der waarde en stelde een eisch
in dien geest in. Het kleinood werd daarna
getaxeerd en op 1000 M. geschat, zoodat de
vinder er ieelijk in liep.
Te Hamburg heeft een gewezen fabrikant,
later handelsagent, zyn vrouw met 18 messte
ken vermoord en daarna zichzelf door een dolk
steek in 't hart van kant gemaakt.
Te Castelleneta, onder Lecce, in het
Napelsche, wilde een welgestelde boer, opge
hitst door zyne minnares, zijne vrouw met
uien vergeven. Deze laatste, hem wantrouwende,
zette den schotel in eene kast weg. Ongeluk
kig werd die door haar driejarig dochtertje ge
vonden het kind at er van en is eenige uren
later onder schrikkelijke pijnen gestorven. De
man en zijne medeplichtige zijn aangehouden.
Het wordt, bevestigd dat te Sebastopol
door een 100tal beambten en officieren van de
Zwarte Zeevloot bedrog is gepleegd. Vijf dei
verdachten pleegden zelfmoord, en de bevel
voerende admiraal zal moeten aftreden.
Ook in het arsenaal te Taronto is een groot
bedrog ontdekt.
Te Bornholm werden na den jongsten
storm 21 visscbersschepen vermist.
Levensregelen voor jonge componisten en
dichters of die het worden willen, door Erik
MeyerHelmund.
„Wasch en kam u behoorlijk, laat uw haren
knippen. Vergeet niet dat er schoon linnen
goed is.
„Als ge een opera componeert en de kapel
meester heeft een vrouw die zingt, schrijf dan
de hoofdrol voor haar, al heeft ze ook geen
stem.
„Laat u niet te dikwyis photographeeren."
Een moderne Salomo.
Gelukkig de rechter, die begrijpt, dat zoo
als de oude Latijnsche speuk zegt summum
jussumma injuria, het hoogste recht soms de
grootste onbiliykheid kan zijn en die tevens in
het arsenaal zijner wetsbepalingen de noodige
paragrafen kan vinden, om recht en billijkheid
met elkander te verzoenen. Zulk een rechter
was de Londensche magistraat Hawkins, die
de schijnbaar tegenstrydige eigenschappen van
gestrengheid en humaniteit op zeldzame wijze
vereen igde.
In den winter van 1890 was een zekere bak
ker eens alleen in zyn winkel in de City, toen
een vriend hem kwam vragen of hij meeging
van een tak, die den adelyken titel heeft
laten varen."
„Waarom?"
„Herinnert gij u een roman van Spiel-
hagenik geloof problematische karakters,
waarin een hoe heet hy ook weer
„Oldeburg?"
„Juist. In die manier is het. Er was
eens een neef van myn vader die in '48 zijn
„eigen idees" had, en het niet, zooals de held
van Spielhagen, bij het burgerlijke visitekaartje
liet, maar wel degelijk optrad met het roode
vaandel, volkstoespraken hield op een ton, en
op de barrikades vocht totdat hij eindelijk
zes jaar vestingstraf kreeg. Toen bij die uit
gezeten had
„Zette hij toen een wijnzaak op?"
-T- „Hoe weet gij dat?"
„Dus was het zoo?"
„Ja zekerEn hij deed er heel goede
zaken mee, want vooreerst had hij er veel
verstand van, en ten tweede moet hij alleraar
digst in gezelschap geweest zijn, muzikaal
dichterlijk en het hoofd vol grappen en anec-
doten. Een handige, flinke vent. Nu, wij,
Wolpersdorfs, zijn geen van allen bedremmeld
uitgevallen."
„Neen zeker niet."
„Zyn zoon heeft de zaak voortgezet en
is met een ryke, voorname dame getrouwd.
De zoon van dit echtpaar
t)U priyaat dQcwt te Berlijn
„Ik sta versteld."
„Ik ook."
„En de dochter is dat nichtje dat wij
verwachten."
„Juffrouw Keetje Wolpersdorf, de vrien
din mijner zuster. Gy zieter bestond reeds
een soort van betrekking tusschen u en mij;
gelukkig heb ik niet geduelleerd met den pri
vaatdocent en met juffrouw Keetje heb ik niet
zóó gekibbeld, dat wij het niet meer bij kunnen
leggen".
„Dus hebt ge toch gekibbeld
„Ja wel".
„Nu dat zal zoo erg niet zijnwant myn
vrouw heeft haar geschreven, dat er hier een
docter Ebert, als schipbreukeling bij ons lag
en zelfs betoogd dat het daarom noodig was
dat zij hier kwam, daar wy ons zoo weinig
in staat gevoelden om een jongen geleerde
op den duur bezig te houden. Nu kunnen wij
terstond met de verzoening beginnenGij
zult er toch niet tegen hebben met zoo'n be
minnelijke jonge dame de vredenspljp te roo-
ken
„Als zy mij maar wil vergeven".
„Zij zon geen vrouw moeten zijn, indien
zy vijandig bleef tegen een arm in een doek
en deze interessante bleekheid. Dat wil zeg
gen op het oogenblik ziet ge er zeer blozend
uit odaar is het rijtuig
„O! juffrouw Keetje ment."
„En goed ook, Haar vertrouw ik mijn
Trakheners gerust toe, zelfs al is de weg nog
zoo heuvelachtig. D i e zou u niet omgegooid
hebben. Kijk eens hoe mooi ze dien draai
neemt. Dag nichtjeWat ziet ge er goed uit."
„Dag neef! Dag doctor Ebert! Uw hand
als 't u blieft."
Zy wierp den koetsier de leidsels toe en
sprong van den bok, in een allerbevalligst
costuum, met schitterende oogen en een
lachenden mond.
XXL
Op het balcon van het Urlachsdorfer slot
zaten vier personen om een welvoorzienen
koffiedisch, te praten en harteiyk te lachen.
„Dus een lila das en gele handschoenen
vroeg de gastvrouw.
„Ja, en een bouquet rozen in de hand,
heb ik dat al gezegd vroeg Keetje Wolpers
dorf.
„Neen van de rozen hebt ge niets ge
zegd."
„Prachtige cent* foliosen een uitdruk
king van bedwongen hartstocht onder zijn
knevel. Terwyi ik dat alles in my opneem
doet hij een stap vooruit, en werpt mij een
blik toe, als het opgaan van de zon. „Dag
dokter," zeg ik „gij hebt een mooien oogop
slag waarop hij een beetje gekrenkt glim
lacht en dan dadelijk in hoe heet het ook
weer? infüedi'as res gaat, en mij iets
verzekert van een diepen indruk, van een
bescheiden, gezellig tehuis. Ach! hemel,
hy verviel heelemaal in B-mineur."
„Keetje, hij had u zeker ernstig lief."
„Wacht eerst af, nichtje. Nu, ik maak
een dienaresse, zeg het vereischte van groot®
eer en leedwezen dat ik hem moet afslaan
waarop hij verdwijnt, met een blik oals
een gewond dier en met de rozen, alsof hy
die nog gauw ergens anders ging heen brengen.
Het speet my van de rozen, die had ikgaarn®
aangenomen."
„Gij kleine spotsterHadt gij hem maar
genomen."
„Zoo Iemand die zijn smachtende blik
ken voor den spiegel in studeert Tot nogtoe
kent ge de geschiedenis nog zonder de ben-
gaalsche verlichtingdie zal ik echter terstond
ontsteken. 'sMiddags komt Hossberg thuis, gaat
voor mij staan en begint uitbundig te lachen,
zeggende dat ik het zonderlingste vrouwsper
soon van de wereld ben. Nu wist hy alles,
ik was een rijke erfgename hy taxeert mij
dadelijk in mijn gezicht op het vijfvoudige
zegt dat ik een adelijke dame ben, opgevoed
in een Zwitsersch pension, en dat ik aquarellen
teeken.
„Maar dat is waar, ik heb teekeningen
van u gezien", roept de docter uit.
„Ja, dat heb ik ook niet tegengesproken^
evenmin als de Zwitsersche kostschool. Wat
mijn fortuin betreft, zei ik dat by beter moest -
loeren cyferenmaar met voll® verontwaardig