FEUILLETON. in een nabij gelegen herberg een glas whisky drinken. Hij stemde toe, want hij bedacht, dat hij vanuit de herberg den ingang van zijn winkel kon zien. Ongeveer tien minuten zat hij daar, toen hij voor zijn deur een groote, magere kerel zag zwerven, die zich ervan scheen te willen verzekeren, dat er niemand in den winkel was; de man liep verscheidene malen langs 4e deur, ging naar de vensters en scheen op een gunstige gelegenheid te wachten. Na eenige aarzeling nam hij een besluit. Hij ging bliksemsnel den winkel in en kwam er dadelijk weer uit met een groot rond brood van vier pond onder zijn jas verborgen. Hij kon nauwelijks tien meter verder geloo- pen hebben, toen de bakker en zijn vriend toe schoten en een politieagent wenkten, die juist de straat inkwam. He man werd op heeterdaad gearresteerd. Den volgenden dag verscheen hij voor het gerecht, waar men volgens de eischen der Engelsche wet ook den bakker, diens vriend en den politieagent had gedagvaard, die de arrestatie had bewerkstelligd. Het was een treurig schouwspel. De man, Smith Adams, bekende natuurlijk. De getuigen vertelden wat er den vorigendag was gebeurd. Daarna begon de rechter Hawkins den agent te ondervragen. „Gisteren hebt gij na de arrestatie inlichtin gen ingewonnen omtrent den gevangene. Hoe waren deze inlichtingen „De gevangene is een braaf man, die nooit een vonnis heeft gehadhy heeft altijd ijverig gewerkt en wordt een voorbeeld van matigheid genoemd. Hy onderhoudt zyn moeder, zyn vrouw, een jongere zuster en een meisje van drie jaar. Zes maanden geleden is de patroon, bij wien hij vijf jaar lang gewerkt heeft, failliet gegaan. Toen heeft de gevangene te vergeefs werk gezocht; alles, wat hij bezat, moest hij in de bank van leening brengen. Eergisteren heeft zijn gezin geen eten gehad, gisteren evenmin. „Zijt gij van dat alles zeker „Volkomen zeker. Bovendien zijn hier al zijn buren, om te zijnen gunste te getuigen." „De rechter deed dadelijk uitspraak„De gevangene wordt vrijgesproken." Toen wendde hy zich tot den verbaasden man en zeide„Smith Adams, het is toch onbetwistbaar, dat gy gestolen hebt. En diefstal is een misdaad, of het een stuk brood of eeD gouden horloge geldt. Voor de wet is dit hetzelfde. Als ik slechtB mijn plicht als magistraat wilde doen, zou ik u tot gevange nisstraf moeten veroordeelen. Maar de wet is dikwijls onverstandig en brutaal. Ik luister liever naar mijn geweten als mensch en spreek u dadelijk vrij. „Thans moet ik nog slechts gehoorzamen aan mijn geweten als Christen, en zie hier wat het mij beveelt." De rechter liet zyn hoed brengen, legde er een half pond sterling in, en droeg zijn klerk op, den hoed rond te geven aan de advo caten en het publiek. De collecte bracht dadelijk meer dan vier pond op. Het geld werd aan Smith Adams gegeven, die van verbazing en vreugde sprakeloos was, en de bank der beschuldigden verliet om zoo snel mogelijk door de menigte te dringen, die plaats maakte om hem door te laten. Alles zonder dank, zonder één woord, al zijn ge dachten waren by de moeder, by de zuster, de vrouw en het kind, die sinds twee dagen op brood wachtten. Toen hij weg was, beval de rechter: „Breng den bakker voor!" De be stolene haastte zich, in de getuigenbank plaats te nemen, maar op een teeuen van den rechter zag men een politieagent den bakker in de bank der beschuldigden duwen. „Gevangene," zeide de rechter, „gij hebt niet geaarzeld een ongelukkige in de gevangenis te laten zetten, die een brood van eenige stuivers heeft gestolen, en wiens ellendig uiterlijk genoeg sprak van den hoogen nood. Gij wildet hem als dief laten veroordeelen, zoodat hij voor altijd onteerd zon zjjn, en gij hebt dat gedaan, gij een dik en welgedaan man, omdat gij uw verbeeldet, dat ge in uw recht waart. Dat zijt ge ook, maar ge zijt niet rechtvaardig en menschelijk. Toch zou ik toegevend voor u geweest zijn, wanneer ik, toen iedereen de hand in den zak stak, om geld voor dezen man te geven, niet had gezien, dat ge den hoed liet voorbygaan, zonder er iets in te leggen. Ge hebt geen medelijden gehad met hem, die honger had; ik zal ook geen medelijden metu hebben. Een wet, uitgevaardigd door koningin Elizabeth, veroordeelt iederen winkelier, die zijn winkel onbeheerd heeft gelaten, tot een dag gevangenisstraf, omdat hy daardoor den uitgehongerde in verzoeking brengt. Ik pas deze wet toe en veroordeel u tot een dag gevangenisstraf en in de kosten van het geding. Dit vonnis moge een les zyn voor alle hard vochtige menschen." En 's avonds toen de dief by zijn gezin was terug gekomen, en voor zich en de zijnen brood, steenkolen en dekens had gekocht, zat de bestolen bakker in een cel van de gevan genis te Holloway te brommen, twijfelend aan de rechtvaardigheid der menschen en de groote Elizabeth verwenschend. (Weekbl. De Amst.) Verkoopingen enz. Te Meliskerke is Woensdag, ten overstaan van den notaris P. de Maret Tak, verkocht het huis en erf met schuurtje en tuin, aldaar bewoond door P. Kuzee, kad, grootte 1 are, 50 cent., voor 1280; 3 aren, 20 cent. moesland aldaar, nabij de kerk der Geref. gemeente, voor 125, en een perceel moesland aldaar naast het vorige voor 90. Door het bestuur van het waterschap Baarland is Woensdag aanbesteed: het ver- hoogen van een gedeelte zeedijk en de on derhoudswerken van genoemd waterschap. Ingeschreven werd door de heeren G. van Meelen en I. van Beers te Vlissingen voor ƒ4889, D. Bijl te Vlissingen voor 4599, C. van Beers te Vlissingen voor/4565, G. Bolier te Scherpe- nisse voor 4500, A. Foudraine te Goes voor 4493, A. Karelse Cz te Borssele voor ƒ4485, P. Dronkers te Kapelle voor 4800, I. F. A. Polfliet te Walsoorden voor ƒ4125, B. van Eek te Ter- Neuzen voor 4080, P. J. Visser Pz te Hansweert voor 4080, I. Hack te Oud-Gastel voor 4060, A.Hollestellete Colijnsplaat voor 4001,M. Klep- pe te Scherpenisse voor ƒ3990,1. Lindenbergh Cz. te Wemeldinge voor 3950, B. den Exter van den Brink te Krabbendyke voor 3940, J. H. van de Ven te Middelburg voor 3890, C. de Wilde Az. te Kattendijke voor 3880, C. Franken te Colijnsplaat voor 3800, J. de Jonge te Middelburg voor 3688 eu I. Geluk I.Hz. te Tholen voor 3637, aan wien als laagste inschrijver het werk is gegund. (G.Crt.) Gemeenteraad van Vlissingen. Zitting van heden (Donderdag) middag te 2 uur. Voorzitter de heer jhr mr A. A. van Doorn van Koudekerke, burgemeester. Afwezig de heeren Wibaut en Van der Bilt, de laatste met kennisgeving'. De notulen van het verhandelde in de vo rige bijeenkomst worden gelezen en goedge keurd. De voorzitter doet mededeeling van eenige ingekomen stukken, welke voor kennisgeving worden aangenomen. Ook geeft de voorzitter kennis dat van mej. M. E. Schuurman, hoofd der school voor lager en meer uitgebreid lager onderwijs F, een ver zoek is ingekomen om tegen 1 Juni a. als zoodanig te worden ontslagen of zooveel vroe ger als haar opvolgster in staat zal zijn in functie te treden. Dit verzoek wordt gesteld in handen van burg. en weth. om advies. Daarna is aan de orde de benoeming van onderwijzend personeel aan de scholen A en B. Achtereenvolgens worden benoemd aan school A: tot onderwyzeres le kl. mej. A. W. J. Snyderstot onderwyzeres 2e kl. de dames A. Boucherie, J. Vreyke, A. Harte wed. Sitsen en C. A. de Graag, tot dusver helpsters; en tot onderwyzeres 3e kl. de dames A. L. van 't Hof-Mets, J. F. Willemse, G. Sitsen en E. Scherer, tot dusver kweekelingen aan school B tot onderwijzeres le kl. mej. C. C. E. v. Ockenburg tot onderwijzeres 2e kl. de dames S. A. R. Dobbelaere, J. C. Ter- woert, M. C. Balk en M. J. Dobbelaere, tot dusver helpstersen tot onderwyzeres 3e kl. de dames N. J. Mets, J. J. Nagelkerke en M. M. Broek, tot dusver kweekelingen. Al deze benoemingen geschieden met alge- meene stemmen. Alsnu komen in behandeling verschillende voorstellen van burg. en weth. In de eerste plaats tot onderhandschen ver koop van gemeentegrond gelegen aan de ver lengde Coosje Busken8traat en wel een stuk aan H. J. Ganderheyden voor 2869.44 plus 698.65 voor trottoireen stuk aan W. Swenne voor 1296 plus 217.20 voor trottoir; oeu stuk aan A. Hanewinkel voor f 1433.60 en 193.086 voor trottoir en een stuk aan W. S. Bosch voor 1349.60 benevens 192.75'voor trottoir. De raad vereenigt zich hiermede zonder hoofdelijke stemming. In de tweede plaats tot het vaststellen der voorwaarden van de publieke verhuring van het koffiehuis der badplaatsen. Daarbij is bepaald, dat de termijn van huur looptvoor het koffiehuis van 1 Mei 1898— 30 April 1901 en voor het ververschingslokaal in den z. g. Gevangentoren van 1 Juni 1898—30 April 1901. De pachter wordt tevens belast met de exploitatie der strandstoelen, waarvoor hy 200 extra per jaar moet betalen, en met de exploitatie der baden volgens het oude tarief. De heer Rottier vraagt waarom de extra betaling van 200 voor de exploitatie der strandstoelen in de plaats is gesteld van f 160, het bedrag dat vroeger werd geheven. Hy vindt het nog al bezwarend en stelt voor dat bedrag op 160 te houden. De heer Van Raalte wyst er op dat hy in de verhooging geen bezwaar ziet. De eventu- eelo pachters zQn met de bepaling bekend en kunnen daarnaar hunne inschrijving regelen. De heer Rottier trekt alsnu zijn voorstel in. Zonder verdere discussie of hoofdeiyke stemming vereenigt de raad zich met de voor waarden. De voorzitter deelt mede dat na de verhu ring aan den raad de beslissing zal blflven over de gunning. Vervolgens komt aan de orde een voorstel tot verhooging der subsidies over 1897 aan het Burgerweeshuis en het Algemeen Armbestuur, voor eerstgenoemd gesticht ad 250 en voor laatstgenoemde instelling ad 350. Dit wordt aangenomen. Goedgekeurd worden daarna de gewyzigde begrootingen voor 1897 van beide genoemde instellingen, benevens die van het gasthuis. De eindcyfers in ontvang en uitgaaf zijn nuvoor het burgerweeshuis 7736.18', voor het alge meen armbestuur 11.814.93' en voor het gasthuis f 25.517.95'. Eindeiyk wordt nog eene wyziging gebracht in de gemeentebegrooting voor 1897. Bij de rondvraag wijst de heer Gewin erop, dat in het vorig jaar door den vorigen burge meester, den heer Tutein Nolthenius, is over gelegd eene regeling der pensioneering van gemeente-ambtenaren. Spreker erkent dat de nieuwe burgemeester mogelyk nog geen tyd zal gevonden hebben om zich van die zaak op de hoogte te stellen, doch zou toch gaarne wenschen dat die opnieuw ter hand werd ge nomen. Tenzy de voorzitter zelf daaraan de hand wil slaau, zag spreker gaarne de zaak commissoriaal werd gemaakt. De heer Van Raalte meent dat het gewenscht is af te wachten welke gevolgen de nieuwe regeling der financiën tusschen ryk en gemeente hebben zal. De heer Gewin is van oordeel dat daardoor de zaak op de lange baan zal worden gescho ven hij meent dat het belang der ambtenaren dringend eene regeling eisoht. De heer Verkuyl Quakkelaar is het volko men eens met den heer Van Raalte. De voorzitter deelt mede dat hy nog geene gelegenheid heeft gehad zich van deze zaak op de hoogte te stellenhij wil dit echter wel doen en in een volgende vergadering den heer Gewin antwoorden. Hy geeft hem, in verband hiermede, in overweging thans geen voorstel te doen. De heer Gewin verklaart met die toezegging genoegen te nemen. Hierna vraagt de heer Kloppóra het woord. Zoo voor zioh zelf als voor de heeren Rottier en Delvoye stelt hij voor, voortaan geen aanvragen tot verkoop van buiten de reeds geprojecteerde rooilijnen gelegen gemeente grond in behandeling te nemen, voor en aleer het in koop aangevraagde terrein tydig en op eene voldoende wijze is afgepaald en de leden van den raad met die afpaling zijn in kennis gesteld, opdat zoowel zij als de belanghebben den, die tegen het onttrekken van grond aan den publieken dienst bezwaren mochten heb ben, zich eene juiste voorstelling van het in Merkwaardig was, dat de eene partij de pre- sentieiyat notarieel deed opstellen, terwijl de wederpartij bij deurwaardersexploit tegen de wettigheid der vergadering deed protesteeren. Er is op hartstochteiyke wijze gedebatteerd over de vraag of de vergadering wettig was, maar zelf die kwestie kwam niet tot beslis sing, daar de verdeeldheid zoo groot was, dat de voorzitter de vergadering moest sluiten. De Northwesternand Pacific Hypotheek hank is Woensdag door de rechtbank te Amster dam in staat van faillissement verklaard. Te Roosendaal brak Dinsdag bij het los sen vau ijzeren balken plotseling de ketting. Een smid, 20 jaar oud en ongehuwd, werd doodelijk getroffen. Zondag geraakte de heer C. de Hoogh, predikant der Hervormd© gemeente te Vinke- veen, op den weg naar Koekengen, waar hij een vacature-beurt moest vervullen, met paard en rijtuig in een diepe vaart. Er was op dat oogenblik in den omtrek niemand aanwezig om hulp te bieden. De drie vrienden, die hem vergezelden, wisten zich met moeite te redden, doch de heer De Hoogh kon er eerst op het uiterste oogenblik in slagen met het hoofd een der glasruiten van het rijtuig door de stooten, en ontkwam alzoo aan een anders wissen dood. Iltj werd echter vrij ernstig aan den schedel verwond en bloedde hevig. In de Zaid-Willeznsvaarl te Maastricht is dryvende gevonden het lyk van een letterzetter, die sedert vastenavond werd vermist. De drenke ling, die in verren staat van ontbinding ver keerde, droeg nog zyn carnavalskleeding. Gast: Zeg, kellner, wat staat die hond daar tegen die gebraden haas te blaffen? Kellner: Om u de waarheid te zeggen, mynheer, dat is nog een oude vijandschap. Die twee hebben elkander nooit kunnen uitstaan» fcJedert Maandag verwacht men te Ostende te vergeefs de terugkomst van de aldaar thuis behoorende loodsboot no. 3. Vrijdag laatstleden is dat vaartuig voor het laatst gezien ter hoogte van Ostende, doch sinds de jongste stormen heeft men er niets meer van vernomen. Er bestaat dus gegronde reden om te gelooven, dat het met man en muis is vergaan. Al de opvarenden, ten getale van 9, zijn gehuwd en hoofden van talrijke gezinnen. Bun namen zynBens, schipper, Desitter, 't Jaeckx en Regoudt, loodsenGoedgebeur en Matheeussens, hulploodsenGoddyn, Van Won- terghem en Tienpond, leerlingen. Paasch-Zondag, 11 April, heeft te Ant werpen een wedstryd plaats van vet vee. Maandag daarop wordt het bekroonde vee in optocht door de stad geleid. Verschillende wagens zullen den stoet op luisteren. Tegen een commissaris van politie in een gemeente nabij Brussel is een klacht ingediend, wegens het doen ontstaan van nachtelijk buren gerucht. Aan zijn bureau is een gevangenhok verbonden. Daar worden de rustverstoorders en dronkaards opgesloten, die men 's nachts op straat vindt. Maar eens opgesloten, beginnen die kerels zulk lawaai te maken, dat de buren niet slapen kunnen. Het zonderlingste is, dat in het vredegerecht, waar deze zaak moet ge oordeeld worden, de burgemeester der gemeente als openbaar ministerie zetelt en hij dus tegen zichzelven zal moeten requireereu. Prinses Louise van België is met haar officier te Boedapest teruggekeerd. De Belgische justitie heelt, op verzoek der Nederlandsche regeeringaan de marechaus see te Eysden (L.) overgeleverd den notaris klerk uit Rotterdam, die verdacht wordt zijn patroon 27.000 te hebben ontstolen. Voor de Paryschen salon van dit jaar waren ongeveer 10.000 kunstvoortbrengselen ingekomen. Te Parys heelt in den Bemissance- 8chouwbxtrg een voorstelling van Ibsens Vriend des Volks plaats gehad, geheel bedoeld als Zola-demonstratie. De hoofden der beweging (Clémenceau, madame De Sévérin enz.) traden als figuranten op, en de zaal was goed gevuld met een publiek van dezelfde richting, 't Was een bepaalde demonstratie, maar niet spontaan. Dat bewijzen bv. de kreten: „Leve de an archie, weg met het leger." 't Gebeurde had dus niet veel beteekenis, daar het niet op een omkeer wijst. Eigenaardiger was het volgende. Toen Labori een pleidooi in eene erfenis-kwestie hield, voegde zyn tegenparty hem opeens toe, EEN ZOMEESPROOKJE. S3. Novelle, uit het Duitsch. VAM BI ANC A BOBERTAG. XX. „Daar hebt gij, bijvoorbeeld, myn nichtje over een half uur zult gij haar wel hier zien die schildert, die speelt, die zingt, die maakt japonnen, die speelt croquet en niefs bevredigt haar; want zij zoekt werk. Wilt gij het wel gelooven? Zij gaat heen en neemt een betrekking aan. In haar poBitie een be trekking, verbeeld nJ Alleen om wat te doen te hebben! En als zij niet trouwt, mag de hemel weten wat er van haar terecht komt, want ze zal van dat geschrijf en dat bonne spelen ook gauw genoeg hebben, en wie weet wat voor dwaasheden zij dan weer zal beginnen, al is zij nog zoo door en door ver standig. Ik bedoel niets onbehoorlijks maar levendigheid en verstand leiden ten slotte toch altijd tot buitensporigheden." „Is zij een nicht van u, of van mevrouw uw echtgenoot?" vroeg Egbert meer uit be leefdheid dan uit belangstelling. ■r- „Vpo mij. En niet eens h«el m> Z{j is dat hij „betaald was om de rechters te be driegen." De man werd de zaal uitgezet en Labori, zijne rede hervattende, zeide „Ik moet verklaren, dat ik in deze zaak niet het geringste honorarium ontvangen heb, even min als in eene andere van meer beteekenis. „Kan men dan in dit land, waar mea zoo veel grootmoedigheid placht te vinden, iemand niet langer ondanks alle hindernissen en in weerwil van alle gevaar zijn plicht zien doen, zonder hem terstond in verdenking te brengen Het geval heeft nogal opzien gebaard. Pierre Loti (Viaud) had besloten, zoodra hij kapitein ter zee was. den dienst te verlaten en zich geheel aan de letterkunde te wijden. Maar hij is nu reeds met 14 raDggenooten op pensioen gesteld. De hertog van Saksen-Coburg (vroeger hertog van Edinburg) is te Nizza met goed gevolg geopereerd. Hij leed aan een gezwel bij de nieren. Bij een stierengevecht te Barcelona, Dinsdag, werd de toreador Juanneribo doodelijk gewond. Hij stierf na een paar minuten. Het publiek, zeer onder den indruk, ging spoedig heen. Onlangs werd hier te lande een cinema- tograaf gestolen, welke te Londen werd terug gevonden. Thans heeft men daar de „rollen" van een „cinematografische" zonsverduistering gestolen. By de Duitsche Rykebank heeft men ontdekt, dat werkelijk duplicaten van bank biljetten in omloop zyn. De man, die de billetten in omloop bracht, heeft bekend en de bergplaats van nog een pakket van zulke papieren aangewezen. De Berlijnsche geneesheeren hebben hun eigen sociëteit gevormd, o. a. met het doel buitenlandsche collega's te recipieeren. Verleden jaar verloor de DuitBche keizerin een armband met een paar portretten. De man, die het vond en terugbracht, kreeg 150 M. belooning. Maar daarmede was hy niet tevreden. Hy meende aanspraak te hebben op een vind- loon van 10 der waarde en stelde een eisch in dien geest in. Het kleinood werd daarna getaxeerd en op 1000 M. geschat, zoodat de vinder er ieelijk in liep. Te Hamburg heeft een gewezen fabrikant, later handelsagent, zyn vrouw met 18 messte ken vermoord en daarna zichzelf door een dolk steek in 't hart van kant gemaakt. Te Castelleneta, onder Lecce, in het Napelsche, wilde een welgestelde boer, opge hitst door zyne minnares, zijne vrouw met uien vergeven. Deze laatste, hem wantrouwende, zette den schotel in eene kast weg. Ongeluk kig werd die door haar driejarig dochtertje ge vonden het kind at er van en is eenige uren later onder schrikkelijke pijnen gestorven. De man en zijne medeplichtige zijn aangehouden. Het wordt, bevestigd dat te Sebastopol door een 100tal beambten en officieren van de Zwarte Zeevloot bedrog is gepleegd. Vijf dei verdachten pleegden zelfmoord, en de bevel voerende admiraal zal moeten aftreden. Ook in het arsenaal te Taronto is een groot bedrog ontdekt. Te Bornholm werden na den jongsten storm 21 visscbersschepen vermist. Levensregelen voor jonge componisten en dichters of die het worden willen, door Erik MeyerHelmund. „Wasch en kam u behoorlijk, laat uw haren knippen. Vergeet niet dat er schoon linnen goed is. „Als ge een opera componeert en de kapel meester heeft een vrouw die zingt, schrijf dan de hoofdrol voor haar, al heeft ze ook geen stem. „Laat u niet te dikwyis photographeeren." Een moderne Salomo. Gelukkig de rechter, die begrijpt, dat zoo als de oude Latijnsche speuk zegt summum jussumma injuria, het hoogste recht soms de grootste onbiliykheid kan zijn en die tevens in het arsenaal zijner wetsbepalingen de noodige paragrafen kan vinden, om recht en billijkheid met elkander te verzoenen. Zulk een rechter was de Londensche magistraat Hawkins, die de schijnbaar tegenstrydige eigenschappen van gestrengheid en humaniteit op zeldzame wijze vereen igde. In den winter van 1890 was een zekere bak ker eens alleen in zyn winkel in de City, toen een vriend hem kwam vragen of hij meeging van een tak, die den adelyken titel heeft laten varen." „Waarom?" „Herinnert gij u een roman van Spiel- hagenik geloof problematische karakters, waarin een hoe heet hy ook weer „Oldeburg?" „Juist. In die manier is het. Er was eens een neef van myn vader die in '48 zijn „eigen idees" had, en het niet, zooals de held van Spielhagen, bij het burgerlijke visitekaartje liet, maar wel degelijk optrad met het roode vaandel, volkstoespraken hield op een ton, en op de barrikades vocht totdat hij eindelijk zes jaar vestingstraf kreeg. Toen bij die uit gezeten had „Zette hij toen een wijnzaak op?" -T- „Hoe weet gij dat?" „Dus was het zoo?" „Ja zekerEn hij deed er heel goede zaken mee, want vooreerst had hij er veel verstand van, en ten tweede moet hij alleraar digst in gezelschap geweest zijn, muzikaal dichterlijk en het hoofd vol grappen en anec- doten. Een handige, flinke vent. Nu, wij, Wolpersdorfs, zijn geen van allen bedremmeld uitgevallen." „Neen zeker niet." „Zyn zoon heeft de zaak voortgezet en is met een ryke, voorname dame getrouwd. De zoon van dit echtpaar t)U priyaat dQcwt te Berlijn „Ik sta versteld." „Ik ook." „En de dochter is dat nichtje dat wij verwachten." „Juffrouw Keetje Wolpersdorf, de vrien din mijner zuster. Gy zieter bestond reeds een soort van betrekking tusschen u en mij; gelukkig heb ik niet geduelleerd met den pri vaatdocent en met juffrouw Keetje heb ik niet zóó gekibbeld, dat wij het niet meer bij kunnen leggen". „Dus hebt ge toch gekibbeld „Ja wel". „Nu dat zal zoo erg niet zijnwant myn vrouw heeft haar geschreven, dat er hier een docter Ebert, als schipbreukeling bij ons lag en zelfs betoogd dat het daarom noodig was dat zij hier kwam, daar wy ons zoo weinig in staat gevoelden om een jongen geleerde op den duur bezig te houden. Nu kunnen wij terstond met de verzoening beginnenGij zult er toch niet tegen hebben met zoo'n be minnelijke jonge dame de vredenspljp te roo- ken „Als zy mij maar wil vergeven". „Zij zon geen vrouw moeten zijn, indien zy vijandig bleef tegen een arm in een doek en deze interessante bleekheid. Dat wil zeg gen op het oogenblik ziet ge er zeer blozend uit odaar is het rijtuig „O! juffrouw Keetje ment." „En goed ook, Haar vertrouw ik mijn Trakheners gerust toe, zelfs al is de weg nog zoo heuvelachtig. D i e zou u niet omgegooid hebben. Kijk eens hoe mooi ze dien draai neemt. Dag nichtjeWat ziet ge er goed uit." „Dag neef! Dag doctor Ebert! Uw hand als 't u blieft." Zy wierp den koetsier de leidsels toe en sprong van den bok, in een allerbevalligst costuum, met schitterende oogen en een lachenden mond. XXL Op het balcon van het Urlachsdorfer slot zaten vier personen om een welvoorzienen koffiedisch, te praten en harteiyk te lachen. „Dus een lila das en gele handschoenen vroeg de gastvrouw. „Ja, en een bouquet rozen in de hand, heb ik dat al gezegd vroeg Keetje Wolpers dorf. „Neen van de rozen hebt ge niets ge zegd." „Prachtige cent* foliosen een uitdruk king van bedwongen hartstocht onder zijn knevel. Terwyi ik dat alles in my opneem doet hij een stap vooruit, en werpt mij een blik toe, als het opgaan van de zon. „Dag dokter," zeg ik „gij hebt een mooien oogop slag waarop hij een beetje gekrenkt glim lacht en dan dadelijk in hoe heet het ook weer? infüedi'as res gaat, en mij iets verzekert van een diepen indruk, van een bescheiden, gezellig tehuis. Ach! hemel, hy verviel heelemaal in B-mineur." „Keetje, hij had u zeker ernstig lief." „Wacht eerst af, nichtje. Nu, ik maak een dienaresse, zeg het vereischte van groot® eer en leedwezen dat ik hem moet afslaan waarop hij verdwijnt, met een blik oals een gewond dier en met de rozen, alsof hy die nog gauw ergens anders ging heen brengen. Het speet my van de rozen, die had ikgaarn® aangenomen." „Gij kleine spotsterHadt gij hem maar genomen." „Zoo Iemand die zijn smachtende blik ken voor den spiegel in studeert Tot nogtoe kent ge de geschiedenis nog zonder de ben- gaalsche verlichtingdie zal ik echter terstond ontsteken. 'sMiddags komt Hossberg thuis, gaat voor mij staan en begint uitbundig te lachen, zeggende dat ik het zonderlingste vrouwsper soon van de wereld ben. Nu wist hy alles, ik was een rijke erfgename hy taxeert mij dadelijk in mijn gezicht op het vijfvoudige zegt dat ik een adelijke dame ben, opgevoed in een Zwitsersch pension, en dat ik aquarellen teeken. „Maar dat is waar, ik heb teekeningen van u gezien", roept de docter uit. „Ja, dat heb ik ook niet tegengesproken^ evenmin als de Zwitsersche kostschool. Wat mijn fortuin betreft, zei ik dat by beter moest - loeren cyferenmaar met voll® verontwaardig

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 2