bijvoegsel Verschillende Berichten. VAN DE Maandag 28 Maart 1898, no. 73, Middelburg 26 Maart. A t j e h. Het is heden, Zaterdag 26 Maart, vijf en twintig jaar geleden dat de Atjeh-oorlog werd verklaard. Dit geeft ons aanleiding een3 de aandacht van belangstellenden, en vooral van hen, die altyd door maar redeneeren over het ongemo tiveerde en het onwettige van dien oorlog, te vestigen op eenige opstellen, welke, onder den titel Eene herinnering 18731898, in de laatste weken voorkwamen in het Militair iveekblad, verschijnende bij Gebr.Belinfante, 's Gravenbage. Het slot van het laatste dier opstellen, on derteekend W., luidt: „Den 19en Maart 1873 vertrok de regeerings- commissaris met vier oorlogschepen van Pe- nang naar Atjeh, waar hij den 22en aankwam, op denzelfden datum dat de expeditionnaire macht onder generaal Kohier Batavia verliet. Na vier dagen van herhaalde pogingen om de zaak door onderhandelingen tot een goed einde te brengen verklaarde de regeeringscom- missaris den 26en Maart 1873, namens de In dische regeering, den sultan van Atjeh den oorlog. Wij hebben het noodig geacht de gebeurte nissen die, een kwart eeuw geleden, onmiddel lijk voorafgingen aan den Atjehoorlog en die als het ware de geschiedenis bevatten van het ontstaan van dien oorlog, eens in herinnering te brengen. Toen die oorlog gaandeweg slechts teleur stellingen baarde, is meer dan eens der toen malige regeering, zoo in Nederland als in Indië, verweten dat zij lichtvaardig daartoe was over gegaan. Uit de gepubliceerde telegrammen mits men ze beschouwe met de wetenschap die men in 1873 had kan blijken in hoever dat ver wijt gegrond was. Dit is zeker, dat het tractaat van 1824 waarbij wij ons verbonden hadden zorg te dra gen dat Atjeh de vereischte veiligheid aa/nbood aan zeevaart en handel en het Sumatra-trac- taat van 2 November 1871 waarbij deBrit- sche regeering afzag „van alle vertoogen tegen de uitbreiding van het Nederlandsch gezag in eenig gedeelte van het eiland Sumatra", ons met bijna wiskundige zekerheid te eeniger tijd tot een oorlog met den roofstaat Atjeh moes ten voeren." Vijf en twintig jaar heeft de krijg dus geduurd i Is dat zoo buitengewoon lang? Wij, Nederlanders, streden wel gedurende tachtig jaren tegen Spanje. Is het dan den Atjehers euvel te duiden, dat zij het zoo lang mogelijk volhouden, om den vreemden vijand uit hun land te weren En als wij dan denken aan de moeilijkheden, die Atjeh, wat ligging en terrein betreft, aan biedt, dan is er waarlijk niet zooveel reden om over dit feit ons zoo te bekommeren. Zulke oorlogen duren lang en kosten veel geld. Dat weten wij. Maar daarom te meer reden, om niet dan in de uiterste noodzakelijkheid daartoe over te gaan. Aan den anderen kant is het een niet te loochenen feit, dat wij, o.a. door het telkens ver anderen van stelsel, zeiven oorzaak zijn geweest van dien langen duur. Er schijnen onvergeeflijke fouten begaan te zijn. Maar wie kan die bij zulk eene moeielijke kwestie vermijden Wij hebben echter nu alle reden om, ook op grond van de jongste gebeurtenissen, te ver wachten dat het geen vijf en twintig jaar, mis schien geen tien jaar meer duren zal, of bet einde van den krijg is daar. P A I? X S VAN EMILE ZOLA. Bij het genieten van Zola's Paris dachten wij herhaaldelijk aan Vanity Paw-van Thacke ray. Het is waar: van inhoud en stijl zijn die twee werken geheel verschillendmaar er is toch een punt van overeenkomst tusschen beide. Ook de groote Engelsche satiricus en humorist heeft een tweeledigen cyclus gegevende eerste omvat Arthur Pendennisde Newcomes en de Lotgevallen van Philipde tweede Hendrik Esmond en De Virginiërswerken die bij el kander behooren, die zich onderling aansluiten als de twintig deelen van den Bougon-Macquart. Dan volgt bij Thackeray, als geheel op zich zelf staande, De kermis der IJdelheidwaarin we, zij het onder andere namen, dezelfde men- schen ontmoeten als in zijn cycli. Bij iederen persoon in zijn laatste werk denkt men aan die van de Pendennis- of Esmond-partijen evenzoo staat Paris ook geheel op zich zelf, maar de verschillende daarin voorkomende per sonen doen ons denken aan hen, met wie wij in den beroemden cyclus geleefd, geleden en genoten hebben. Herhaaldelijk brengt Zola in zijn overschoon laatste werk ons in gedachten terug tot de Bou- Eene niet gewettigde bevoorrechting. In een adres aan de Tweede kamer heeft het hoofdbestuur der vereeniging De Dageraad zijne bezwaren te kennen gegeven tegen het ontwerp- wetswijziging tot invoering van den persoon lijken dienstplicht. Het is van oordeel dat de aanneming van dit ontwerp, zooals het daar ligt, in strijd zou zijn met het algemeen belang en mot wat men èn van deze regeering èn van de vertegenwoordiging verwachten mocht. Het grondt dit oordeel op de volgende overwegingen „Tegenover de huldiging van een erkend goed beginsel, den persoonlijken dienstplicht, staat eene bevoorrechting der kerk, die be zwaarlijk nog grooter had kunnen zijn. Regee ring en vertegenwoordiging zijn voortgesproten uit eene algemeene verkiezing^ welker hoofd leus ontegenzeggelijk anti-clericalisme was. Met bovenbedoelde bevoorrechting verloo chent de regeering dus feitelijk haar levens- oorsprong. Ten andere voerden de liberale partijen, die nog altijd de leidende partijen heeten, steeds in hun program het beginsel van scheiding van Kerk en Staat, waarmede toch in 't geheel niet te rijmen is, dat de professionnals der Kerk, als leden van een macht, levende in, maar staande buiten den Staat, de plichten, welke op alle burgers rusten, van zich af zouden kunnen schuiven op geheel andere gronden dan die van Staatsbelang. 't Moge al waar zijn, dat deze bevoorrech ting het middel schijnt, om een groote partij, de roomsoh-katholieke, tot aanvaarding van don persoonlijken dienstplicht te bewegen, dit mag toch geen grond zijn om een reactionnaire in stelling, in stede van haar op te heffen, zoo ver mogelijk nog uit breiden. 't Aantal immers van hen, die principieel zich tegea alle kerkverband verzetten, die in de kerk, als instituut en instrument van gezag, een toenemend gevaar zien voor den vooruit gang, is stijgende. Het ligt dus geheel in de lijn der maatschappelijke ontwikkeling, de kerk te behandelen als de private instelling van bij zondere personen, waaraan in geen enkel op zicht boven andere vereenigingen en instellin gen vrijdom van algemeene lasten kan worden verleend. Het argument, dat de dienaren der kerk te goed zijn voor de vervulling van een plicht, die aan alle burgers wordt opgelegd, is gevaar lijk. Het ware toch de stilzwijgende erkenning, dat de wet den burgers een verplichting oplegt, die hen noodwendig slecht moet maken. Maar bovendien zou het toch van een onbegrijpelijke lafheid getuigen, als zij, die de voorgangers ter deugd zich noemen, bang zijn om daar te gaan werken, waar deugdzame voorbeelden dan zoo hoog noodig blijken te zijn. Opzettelijk laat genoemd hoofdbestuur de vraag ter zijde, of de kerk inderdaad het „goede" bevordert, omdat het de aandacht wil vestigen ook van de geloovigen, uitsluitend hierop dat bevoorrechting dier kerk in lijnrech ten strijd is met den huidigen gang der maat schappelijke ontwikkeling." Op al deze gronden dringt genoemd bestuur er bij de Kamer op aan het daarheen te leiden, dat elke bevoorrechting van kerk of gezindte uit het ontwerp worde gelicht. DIENSTPLICHT. Het voorloopig verslag der Tweede kamer omtrent het ontwerp tot wijziging en aanvul ling der militiewet is bereids in druk versche nen, en bevat zeer uitvoerig de beschouwingen, daarover in de afdeelingen gevoerd. Plaatsgebrek belet ons daarvan thans een uitgebreid overzicht te geven. Wij stippen daarom het volgende aan Het spreekt van zelf, dat in dat verslag de zelfde beschouwingen en tegenopmerkingen worden gemaakt o. a. o ver opportuniteit, over de vraag of omtrent denjdienstplicht kan worden beslist zonder gelijktijdige hervorming der le vende strijdkrachten als reeds in de pers zijn gevoerd. Op een paar punten wenschen wij nu reeds de aandacht te vestigen. Uit dat verslag blijkt toch, dat over de ont heffing van geestelijken meer bedenkingen zijn geopperd, dan een onlangs verspreid voorloopig bericht zou doen vermoeden. Tegen die ontheffing van personen, die tot geestelijken worden opgeleid, hadden verschei dene leden in beginsel bezwaar met 't oog op de onbillijkheid voor hen die tot andere be roepen worden opgeleid. Waarom ook anderen, die gemoedsbezwaren hebben, zooals de doops gons en Macquarts. Zijn Paris is een troost voor zijn vereerders, die getroffen zijn door het vonnis, dat hem een jaar lang aan de maat schappij zal onttrekken. In den anarchist Jansen herkennen we Sauvarine, in madame Theodorevróuw Maliea, beiden uit Germinal bij de opoffering van Guillaume Froment, den broer van den hoofdpersoon uit den nieuwen cyclusLes trois villesLourdes, Bome, Paris, herinneren we ons Pauline Quenu uit La Joie de Vivre, die Lazare afstaat aan Louise Thi- baudierin Camille Duvillard zien wij de type terug van Louise de Mareuil, in den Baron Duvillard, Aristide Bougon, beiden uit La Curêe; de minister Monferrand herinnert aan Eugène Bougon uit Son Excellence van dien naam Jahan, beeldhouwer, Antoine Froment, Fonsèquè, Massot voeren ons terug tot VOeuvre; Silviane is een tweede Nana, niet erger en niet beter; Marie Couturier is het levend evenbeeld van Lisa Macquart uit Le Ventre de Paris en nog meer van bare dochter Pauline QuenuSalvat en Mathis zijn de Etiennes Lantiers uit het mijndistrict. Bij het lezen der schildering van Parijs en van den invloed, dien het gezicht op de wereldstad op de hoofdpersonen van Paris maakt, worden wij herhaaldelijk herinnerd aan Une page amour. En zoo zouden wij nog meer vergelijkingen kunnen makej, vreesden we niet te veel te gezinden en de aanhangers van de leer van Tolstoï, wel verplicht tot persoonlijken dienst plicht Verder werd daarbij gewezen op Duitschland Frankrijk en Italië, waar aanstaanden geeste lijken en ordebroeders geene vrijstelling of ontheffing yan dienst wordt verleend. Andere leden achtten de vrijstelling van aan staande geestelijken en orde-broeders ter eer biediging van de godsdienstvrijheid en ge moedsbezwaren gerechtvaardigd. Sommigen brachten hulde aan de regeering voor hetgeen zij ten behoeve van de roomsch katholieken heeft voorgesteld, waardoor de bestrijding van dit ontwerp niet een specifiek roomsch katho liek karakter behoeft te dragen. Er waren ook voorstanders van den dienstplicht, die ver klaarden tegen te zullen stemmen indien de vrijstellingen voor geestelijken enz. wegvielen. Eenigen wenscbten de bezwaren tegen de ontheffing van geestelijken weg te nemen door te bepalen, dat de ontheffing niet zal verleend worden tenzij de belanghebbende bewijze ge schiktheid en bekwaamheid te bezitten om even tueel voor den geneeskundigen dienst, inten dance, administratie of als aalmoezenier dienst te doen. Overigens werd opgemerkt, dat het verleenen van ontheffing voor andere nadeelig iswel worden in de plaats van hen, die onthef fing verkregen, geene andere lotelingen ingelijfd, maar de ontheffingen vermeerderen toch de kansen der werkelijk dienenden om voor het big vend gedeelte te worden aangewezen. Boven dien zou de uitbreiding der ontheffingen er toe kunnen leiden, dat het contingent op eenhoo- ger cijfer moest worden gebracht. Verder werd de meening uitgesproken, dat de regeering de vrijstelling voor de R.-Katho- lieken verder uitbreidt dan voor andere kerkgenootschappen, bijv. voor Doopsgezinden. Eenigen drongen aan op ontheffing van onder wijzers in 't belang van het onderwijs. Van de vrijstelling van ordebroeders werd eenerzijds de vrees geuit, dat zij tot willekeur zal leiden. Een aantal leden had bezwaar tegen de voor gestelde ontheffing van kostwinners. Verscheidene leden drongen aan de vrijstel ling van eenigen zoon uit de militiewet te doen vervallen. BEWOEMIW GENT EWZ. Bij kon. besluit'. is pensioen verleend, ten laste van den staat aan mr W. C. J. J. Cremers, ten bedrage van f 3000 's jaars is benoemd, tot adjunct-commies bij 's rijks archief in Noord-Brabant mr C. C. D. Ebell, te 's Hertogenbosch zijn benoemd tot buitengewoon adelborst bij de koninklijke Nederlandsche marine-reserve de heer en C. E. Plugge en J. A. Bientjes zijn benoemd tot ontv. der dir.-bel., invoerr. en ace. te Gennep c. a. H. Schuurman ont vanger te Ootmarsum c. a.te Meerssen c. a. J. J. A. Houben, ontvanger te Woudrichem c. a. is aan H. H. Schotanus a Steringa Lemke, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend uit zijne betrekking van directeur der registratie en domeinen voor de provinciën Friesland, Groningen en Drenthe, te Leeuwarden, met dankbetuiging, en benoemd tot directeur voor de voornoemde provinciën, te Leeuwarden L. J. M. Timmers Verhoeven, thans insp. der reg. en domeinen le kl. in de 27ste divisie te Nijmegen. De St. Ct. van heden bevat een Kon. besluit, houdende bepalingen omtrent het korps bureel ambtenaren van den Rijkswaterstaat. Daarbij is bepaald, dat er zal zijn een door ons te benoemen korps bureelambtenaren van den Rijkswaterstaat, tot een getal van ten hoogste 120, verdeeld in drie klassen en op jaarwedden als volgt; 40 der lste kl. op jaar wedden vau 1250 tot en met 160040 der 2de kl. op jaarwedden van f 850 tot en met f 1200; 40 der 3de kl. op jaarwedden van f 400 tot en met f 800. DE STORM, die Donderdagavond opstak en nog woedt en die in Holland van sneeuwbuien vergezeld was, heeft heel wat vertraging veroorzaakt in den loop der treinen en veel storing gebracht in de telegraphische gemeenschap. Zooals in ons vorig nommer werd gemeld, ontvingen wij dientengevolge Vrijdag uit Hol land geen telegrammen. De opgaaf der beurs- noteering bleef daarom achterwege. Uit heden door ons ontvangen telegrammen vergen van het geduld, vooral van lien, die niet zoo geheel thuis zijn in de werken van den grootsten schrijver dezer eeuw. Paris is natuurlijk zeer mooi geschreven Zola kan trouwens niet anders het is vol heerlijke, versterkende gedachten, prachtige teekenïngen, onvergetelijke beelden; maar het is ook in tegenstelling met Bome bij zonder boeiendParis is een nieuwe en grootere glorie aan des schrijvers kroon. Wat we in '94 bij de lezing van Lourdes vermoedden, is gebeurdPierre Froment, wiens leven wij thans geheel kennen, de hoofdpersoon van Lourdes en Bome, is nu ook de groote man uit Paris; de twijfelende priester, de dweeper met zijn realistische, helaas onuitvoer bare idóes, de schrijver van la Bome Nouvelle, de droomer van une ère nouvelle, van een chris telijk socialisme, Pierre Froment legt het priesterkleed af. „Indien uw jas u hindert, waarom trekt ge die dan niet uit?, vraagt de aanstaande tweede vrouw van zijn broer Guillaume, toen zij merkte dat zijn priesterkleed hem bij eenigen arbeid lastig was. Haar bedoeling was zeer alledaagseh maar hij paste den wenk echter in geestelijken zin toe; en geen wonder, want van Lourdes af en na zijn vruchteloos bezoek aan Rome, is het kleed hem te zwaai-. In het eerste boek het werk is in vijf boeken- verdeeld blijkt dat de telegraphische gemeenschap hier en daar, o. a. met Amsterdam, weer zoo goed als hersteld is. Boven Zaandam is echter alles nog gestoord. Of 't daar buiten ook spoken moetzoo schreef men ons uit Vlissiugen. De dagboot Prinses Marie arriveerde Vrijdag avond eerst te kwart over tienen, terwijl de nachtboot Prins Hendrik, die, ten gevolge van den op orkaan gelijkenden storm schade aan een der booten ontving, heden morgen te half zeven binnenkwam. Uit Westkapelle schrijft men ons dat, terwijl de voorloopige herstelling der storm schade aan den dijk, deze week geheel klaar was gekomen, het zich nu laat aanzien, wan neer het weder zoo blijft, dat de schade weder belangrijk zal worden. Reeds nu zijn honder den meters steenglooiing weggeslagen. Tusschen Amsterdam en Rotterdam zijn een massa telegraafpalen omgewaaid, wat op het spoorwegverkeer van grooten invloed was bijna alle treinen kwamen te laat aan. Te Amsterdam en Haarlem viel veel sneeuw. Te Monnikendam liepen een aantal botters binnen, om in de haven een toevluchtsoord te zoeken velen hadden averij. Op de Kliperken zit een botter, die vermoedelijk verloren zal zijn. Te Leiden en te Haarlem is het telefoonver keer geheel gestremd. Te Nieuwediep zijn eenige in de haven lig gende vi8scher8chuiten losgebroken en op drift geraakt; zij kregen belangrijke schade. In de Marinesluis is een baggermachine gezonken. Het Noorsche schip Mentone, in het verlengde gedeelte der buitenhaven aan den grond lig gende, is door den storm medegevoerd in een geul en daar gezonken. In Friesland is de telegraphische gemeenschap zoo goed als geheel verbroken. De postboot van Kampen kon Urk niet be reiken, wel is de reis Enkhuizen-Urk gemaakt. Ook uit het buitenland komen vele berich ten over het slechte Weer. In Denemarken woedde een zware sneeuw storm, welke op zee vele ongelukken veroor zaakte. In Engeland was het weer niet minder erg, terwijl van de Noordkust van Duitschland wordt gemeld, dat de zee werd opgedreven en hier en daar in de steden drong. De wijziging der rioleering te Middelburg. Door den Middelburgschen Bestuurdersbond is, dato 21 Maart, over deze zaak het volgende adres aan den gemeenteraad verzonden „Geeft met den noodigen eerbied te kennen. De Middelburgsche Bestuurdersbond, geves tigd te Middelburg, bij welken Bond zijn aan gesloten de navolgende onderafdeelingen, te wetenTimmcrliedenbond, Metaalbewerkersbond, Meubchnakersbond, Schildersgezellenbond, Kleer- makersbond, Socialistenbond, Typografenbond en Gecomb. Vakvereniging (plaatselijk) dat de Bond zich bezwaard gevoelt door het besluit, genomen door het (lag. bestuur onzer gemeente, waarbij een deel van het in het openbaar aanbesteedde werk tot verbetering der rioleering is gegund geworden aan den heer Visser te Papendrecht, niettegenstaande de som, waarvoor hij inschreef, f 1500 hooger was dan het bedrag waarvoor de heer Ditmars, inge zetene dezer gemeente, het werk had willen uitvoeren dat het voor den Bond een raadsel blijft, mogelijk door uwen Raad op te lossen, waar wij meermalen te hooren krijgen dat dit of dat besluit genomen is in het belang der gemeente- financiën, hoe het dag. bestuur, met voorbij zien zoowel der directe belangen van de ge meente als de indirecte belangen der ingezetenen, eene dergelijke beslissing heeft kunnen nemen dat de Bond, wanneer dit besluit in verband staat met een vroeger voor eene commissie uit uwen Raad door eenige patroons afgelegde verklaring als zouden er 50 krukken onder de Middelburgsche vaklieden gevonden worden, dit zeer zeker eene goede les acht voor hen, die te hooi en te gras een deel onzer smade lijk hebben beleedigd, maar het eveneens diep betreurt, met het oog op de werkloosheid, dat daarvan velen de dupe worden, die dit niet verdienen en het tergend voor hen is met de handen in de zakken te moeten toezien hoe hunne Papendrechtsche kameraden de voor keur genieten dat de Bond, andermaal van oordeel, waar maken we met, zoo niet alle, dan toch met de meeste personen kennis, dank zij een ver nuftig gevonden idee om den priester Pierre Froment door Parijs te laten trekken van den een naar den ander, ter wille van zijn ouden vriend en collega Bosedenzelfden abt Rose, die wegens zijn al te groote liefdadigheid door zijn superieuren onder handen wordt genomen en die nu, bang geworden voor de hooge gees telijkheid, aan Pierre opdraagt een ouden armen schilder in de arbeidersbuurten op te zoeken en dezen wat geld te geven. Pierre besluit voor den ouden man plaatsing aan te vragen in een Asile des invalides du Travail, een stichting van de geldaristocratie. Daardoor leeren we Salvat en zijn huisgezin kennen. Salvat dien Pierre dien dag herhaaldelijk ziet en die tegen den avond van denzelfden dag een bom werpt in het huis van een bankier, waardoor een meisje, dat een hoed van een der dames thuis moest bren gen, gedood wordt. Om deze daad draait de intrigue en aan deze daad hebben we de schoon ste bladzijden van den roman te danken. Wij krijgen als we die niet reeds hadden door de werkstaking in Germinal een anderen kijk op het leven en den strijd der socialisten, communisten en anarchistenwegslepend is het betoog voor hen, die met daden van ge weld de wereld willen veranderenwegslepend de wijze waarop hunne denkbeelden uitgelegd, de heer Ditmars, als uitvoerder van groote werken, waaraan minstens even moeielijke technische bezwaren zijn verbonden, en het den Bond niet is bekend dat er antecedenten be staan, die getuigen tegen de firma Ditmars, de gemeentekas een uitgave had bespaard van een aanzienlijk bedrag en het hier een open bare aanbesteding gold, waarbij geen voorbehoud was gemaakt, zij, de firma Ditmars, rechtens had behooren te worden belast met de uitvoe ring van hoogergenoemd werk; of wanneer ei' bij het Dagel. Bestuur gegronde redenen be stonden, die het nu genomen besluit motiveer den, dezen aan de firma Ditmars hadden be hooren uiteengezet te worden, waardoor zoude voorkomen zijn dat de handelwijze van Burg. en Weth. door den Bond als unfair moet worden gequalificeerd redenen waarom deBond,adhaesie betuigende met het request der timmerlieden-vereeniging, Uwen Raad verzoekt aan het Dagel. Bestuur op te dragen bij openbare aanbestedingen Middelburgschen patroons de voorkeur te doen genieten, ook al zijn zij niet de laagste inschrij vers, waar nu o. i. bewezen is dat het er op een paar honderd gulden niet zoo op aankomt en het bezwaar vervalt, genoemd in het ant woord op een adres der Gecomb. Vakvereeni ging, eertijds uwen Raad toegezonden." Donderdag werd te Arnhem eene zeer woelige buitengewone vergadering gehouden van de Alg. Handelsvereniging. Tenslotte werd een motie aangenomen, om het bestuur te nood zaken de rekening en verantwoording der ten toonstelling op Sonsbeek alsnog ter lezing der leden te leggen. Daarop trad het bestuur af. Eeue mededeeling van het bestuur, dat surséance van betaling was aangevraagd, gaf aan ver scheidene leden stof tot heftige kritiek. Het Nederlandsche tjalkschip Jantina Maria, van Delfzijl naar Hamburg, is Donderdag teruggekeerd, met verlies van ankers, ketting en eeu zwaard. Een knecht is, door verkleu ming en uitputting, plotseling op het voordek overleden. Postkantoor te Rotterdam. Het onrustbarende bericht omtrent het post kantoor te Rotterdam, dat, volgens de Am- sterdamsche bladen zou afgebroken moeten worden, vindt tegenspraak bij Het Vad. Zoo erg is de toestand niet, zegt het blad. Er zijn verzakkingen waargenomen en een paar muren gescheurd, en er is een commissie benoemd, om het gebouw te onderzoeken. Zij bestaat uit de heerenMichaels, oud-directeur voor den aanleg der Staatsspoorwegen; De Jongh, directeur der Rott. gemeentewerkenKnuttel, Rijksbouwmeester en Metselaar, ingenieur-archi tect der gevangenissen. Het rapport dier commissie is nog niet uit gebracht men hoopt echter door het aanbren gen van ijzeren balken verdere verzakkingen te voorkomen. Volgens een mededeeling aan het Hbld. staat het vast, dat er verzakking aan de waterzijde geconstateerd is, wat vermoedelijk op reke ning der hooge watervlooden moet worden ge schreven. Dit is intusschen alleen een kwestie van reparatie. EEN COED PLAN. Door de bekende cacaofabrikanten, de heeren C. J. van Houten Zoon te Weesp, zal op een terrein, groot ongeveer 46 hectaren, in de ge meente Weesperkarspel, gelegen naast hun fabrieksterrein, een park met arbeiderswoningen worden aangelegd. Dit zal geschieden naar een ontwerp van don heer Hugo A. C. Poortman, park-architect te Goor, leerling van den bekenden architecte- paysagiste Ed. Andró te Parijs en jaren lang diens chef de bureau. Na een wedstrijd, daar voor uitgeschreven, werd dit plan gekozen omdat daarin vooral de goede bedoeling der firma Van Houten op den voorgrond gesteld is, om den werklieden goede, gezonde, luchtige, vroolijke en aangenaam gelegen woningen te bezorgen. Daartoe worden deze voorgesteld in den bouwtrant der Engelsche cottages, en zoo tusschen de boomen en het groen verdeelddat bijna ieder huis uitzicht heeft op een gedeelte van het park, terwijl achter alle een lap grond gelegen is ter cultiveering en alle een klein voortuintje hebben voor bloemen en planten. Behalve de in het programma gevraagde ge bouwen, zijn nog ontworpen een ziekenhuis, zwemplaats, algemeene wasehplaats, kweekerijen hunne daden vergoelijkt worden. Een ommekeer heeft er in onze gedachten plaats ten opzichte der zoogenaamd gevreesde theorieënterwijl wij ons te midden van anarchisten en derge lijke bevinden, beginnen wij iets te gevoelen voor hun fanatisme, voor hun roep om wraak, voor hun strijd tegen den rijkdom en voor het arme slavenvolk. We beginnen iets te begrij pen van het gevoel, dat een ernstig, edel, geleerd man Guillaume bezielt als éen zijner protégés in deze Salvat door beulshanden sterft en hij daardoor op het denkbeeld komt een ellendige verwoesting aan te richten in een kerk. Een daad waarin Pierre hem verhindert. Zola is krachtig in zijn strijd tegen het onrecht, den arbeidenden stand aangedaan door de macht van zijn woord ontwaakt bij ons sympathie voor de gevoelens van hen, die uitgezogen en vertrapt worden, die werken, werken tot zij niet meer kunnen en voor wie daarna geen redding, geen thuis meer is. Typisch is de moeite, die gedaan moet worden, om een armen, afgeleefden werkman in het asile opgenomen te krijgen. Froment wordt van den een naar den ander gezonden, en als de werkman reeds een maand dood is, krijgt de priester bericht dat er plaats voor hem is1 In alle standen der maatschappij worden we ingeleid, zoodat de scherpste contrasten ons

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 5