MIDDELRIIRGSCHE COl R WT. FEUILLETON. N°. 73, 141" Jaargang. 1898. Maandag 28 Maart. EEN ZOMERSPROOKJE. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en feestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2.— Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. T hermometer Middelburg 26 Maart 8 u. vm. 36 gr. 12 u 39 gr., av. 4 u. 38 gr. F. Verw. tam, kr. O. wind, buiig. Advertentiën voor bet eerstvolgend nummer moeten des middags vóór één uur aan het bureau bezorgd zijn. Advertenti§n20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cont. Reclames 40 cent per regoli Groote letters naar de plaats die zjj innemen. Advertentiën by abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis aan het bureau te bekomen. Agenten. Te 'b GravenhageDe Gebr. Bklinfante te AmsterdamA. de La Mar Azn. By deze courant behoort een Bijvoegsel. Middelburg 26 Maart. Brieven van een Hagenaar. In de Haagsche wereld heerscht op het oogenblik volkomen windstilte. De menschen gaan en komen, worden geboren en sterven, zoo als dat in dezen tijd van't jaar meestal gebeurt: die van vergaderingen houden kunnen van de bijeenkomst van deze vereeniging naar die van genen bond wandelende muziek- en comedie- liefhebbers worden op allerhande wijze bediend door inheemsche en vreemde vendeurs amu sement zelfs de beminnaars van de beeldende kunst hebben tentoonstellingen om bij te wo nen, maar alles gaat, zoo te zeggen, machinaal en koud weg. Windstilte heerscht er; en zoo we niet op dezelfde plaats blijven rusten, ko men we alleen vooruit door laveeren en kunst middelen toepassenmen mag fluiten hoe men wil, er is geen bries in de lappen te krijgen. Of het komt omdat Den Haag de residentie is weet ik nietmaar wel dat 't in de lands, zaken van Nederland almede slap gaat. Het ministerie, met zijne goede voornemens, heeft bij de Tweede kamer twee wetsontwerpen van groot belang ingediend, die mij toeschijnen aan dezelfde kwaal van windstilte te laboreer en. Afschaffing van de dienstvervanging bij de militie, regeling van den leerplicht, toen de troonrede van 1897 die toezegde als hervorming, en waaraan de regeering zich allereerst wijden zou, heb ik mij verheugdnu de wetsontwerpen er zijn, gevoel ik mij teleurgesteld. Er is mij te veel toegeeflijkheid jegens principiëele tegen standers, te veel transactie met het beginsel zelf in, om me nog erg warm te maken voor de ingediende voorstellen. Van het ontwerp op den persoonlijken dienst plicht behoef ik hier niet veel te zeggen. Dé lezers van dit blad hebben van de redactie zelve reeds vernomen, wat er te zeggen is tegen het in massa vrijstellen van eene geheele categorie van militieplichtigen onmiddellijk nadat, op het papier, ook voor hen de persoon lijke, niet afkoopbare dienstplicht gevestigd isde Fransche j uristen zouden daarop hun bedenk adagium donner et retenir ne vaut mogen toepassen. Mij dunkt, in deze afwijking van den regel der consequentie is niets anders te zien dan een concessie aan de katholieke partij, waaraan men te minder goedkeuring kan schenken, omdat ze noodeloos en werkeloos zal zijn. De oppositie zal er niet door gebroken worden, maar het aangeboden voordeel zal (noch met dankbaarheid, noch met voldoening echter) alsof 't zoo hoorde worden aanvaard. Ook het wetsontwerp op den leerplicht is door de redactie reeds besproken, en, al ben ik het in menig opzicht met haar eens, of liever juist daarom wenschte ik ook nog op een paar belangrijke punten te wijzen. In dat wetsontwerp hindert ook mij de open deur, die zulk een uitstekenden uitweg aan biedt om te ontsnappen aan de ouderlijke verplichting, van nature van etbischen aard, doch welker bevestiging door wetsdwang noodig ia om hare nakoming te verzekeren. Wie maar overwegend „bezwaar" heeft tegen alle scholen, in zijne nabijheid gelegen; wie maar zijne kinderen niet verkiest te laten inenten kan ze, ongehinderd en met het volste recht, van alle onderwijs verstoken houden, ze laten op groeien voor alle kwaad. Had men eene redac tie weten te vinden, die dit recht alleen aan de „gemoedsbezwaren" toekende, hét; zou er mêe door kunnenmen zou daarin een bewijs van moderatie der regeering kunnen zien, en, hoe weinig ik ook houd van dat woord, welks klank te veel aan modderen herinnert, mis schien zon ik er mij by kunnen nederleggen. Maar de wet specificeert die bezwaren niet, laat zelfs daarnaar geen onderzoek toehet. is voldoende dat de onverschillige recalcitrante vader zegt„ik heb overwegend bezwaar tegen alle binnen de drie kwartier van mijnewoning gelegen scholen", en de volle vrijheid van intellectueele verwaarloozing, van zedelijke ^mishandeling zijner eigen kinderen is zijn deel. Welk een kolossaal misbruik is er van deze bepaling te verwachten Nu heet het, dat deze wet niet zoozeer te gen het absolute, maar wel tegen het relatieve schoolverzuim gericht is, omdat het eerste, zoo als in de memorie van toelichting vergoelijkend wordt gezegd, slechts in beperkte mate voor komt, maar indien dit het geval is, indien de regeering meent, door haren klaren wijn water te mengen, de kans op aanneming van haar voorstel te verhoogen, dan had het wetsont werp niet opgezet en geredigeerd moeten zijn, alsof het wel degelijk den algemeenen leer plicht beoogt. Dan had men het groote doel niet op den voorgrond moeten zetten, maar zich moeten behelpen met de geringere strekking, het maken van voorschriften om te zorgen dat de eenmaal schoolgaande kinderen zoo regel matig en trouw mogelijk de school bezoeken en daarvan niet te vroeg afgenomen worden. Aan de nuttigheid van zoodanigen maatregel zou niemand twijfelenveel tegenstand zou deze waarschijnlijk niet ontmoeten behalve van verstokte doctrinairen of van lieden, wien 't maar te doen is om den hond te slaan en die daartoe eiken stok bruikbaar vinden. Indien dus de regeering bestrijding van het relatief schoolverzuim genoeg achtte, en die van het absolute als van geringe uitgebreidheid (eigen lijk echter omdat ze dien strijd wegens de on zekerheid van den uitslag niet aandurfde) wilde laten rusten, dan had ze in haar eigen belang verstandiger gedaan met dat nadrukkelijk in haar wetsontwerp te doen blijken. Het is wijs niet verder te willen springen dan de stok lang is, maar om een smal slootje over te komen heeft men geen bovenmatigen polsstok noodig. Mijn overheenstapvermogen, gegeven nu eenmaal de algemeene verslapping van onzen tijd, is echter zoo sterk ontwikkeld dat, ware ik kamerlid, de teleurstelling mij niet tot tegen stemmen zou kunnen leiden. Ik blijf er zelf koud genoeg onder om het wetsontwerp op zich zelf te kunnen onderzoeken, en bij dat onderzoek ben ik gestuit op een paar beden kingen, die ge mij wel veroorloven zult hier nog aan te stippen. Dat men den schoolleeftijd al dadelijk met 6 jaren laat aanvangen, is ver keerd. Voor menig kind, haast schreef ik voor de meeste kinderen, is zes jaren te vroeg, het geen de wetgever zelf erkent door bewaarschool- bezoek met schoolonderwijs voor de zesjarige schoolplichtigen, die geen lager onderwijs ge nieten, gelijk te stellen. Beter ware het, zoo als ik reeds ergens heb aanbevolen gezien, den 1 eerplicht te laten duren, naar keuze van de ouders hetzij van 613, hetzij van 714 jaren, dan was voor elk kind de duur even lang, terwijl volgens het ontwerp voor de gepriviligieerde bewaarschoolbezoekers de duur maar 6 jaren telt. Een tweede bedenking is: hoe wordt het huisonderwijs, dat voor schoolbezoek in de plaats treedt, gecontroleerd Die contróle is 29. Novelle, uit het Duitsch. vair BIANGA BOBERTAG. XVHI. Op eens kwam een geweldige ruk een gekraak een schok, een plof, een ijskoude worgende omarming en verder niets meer «O, mijn hoofd! O, mijn ribben ik heb zeker mijn heele ribbenkast gebroken vervloekte kanaillesriep de knecht en sloeg onbarmhartig op de paarden. „Waar is de dokter?" „Ik weet het niet, maar ik heb zoo'n plof gehoord. Die is weg, die is wegWat? Wilt ge hem naspringen. Is het niet genoeg dat er een weg is?" „Houd de paarden vast!" „Denk toch aan je, kinderen, JCapeller, beter een Houd de paarden) en je mond er by. Als die man verdrinkt, verdrink ik mee." Dat waren angstige minuten. De knecht zat als een marmeren beeld, doch bewoog voortdurend de lippen, terwijl hij op het water staarde, een van die verraderlijke, koude bergwateren, die niet gaarne teruggeven wat zij eenmaal veroverd hebben. Doch toen er eindelijk beweging in kwam, had hij het beleid om de leidsels aan een mijlpaal te slaan en van den bok te klauteren, met den zweep in de hand, om hem zijn heer toe te steken. Het geluk wilde dat Kapeller den zweep kon grijpen en met een krachtigen ruk trok de knecht hem naar den wal. „Heb je hem waarlijk „Ja maar, dood of levend, dat weet ik niet." „Hij ademt nog meneer, hij ademt nog" „Drommels nog toe, we waren haast al lebei weg geweest". „Nu meneer, ik heb ook aldoor gebeden „Vader, geef ons heden ons dagelijkseh brood!" Iets anders kwam mij van angst niet in de gedachten. XIX. „Het lijdt geen twijfel dat ik uw moorde naar ben) volstrekt niet! Dat wil zeggen* noodig wegens de bepaling, dat het zich over de vakken a tot g en i van de onderwijswet moet uitstrekken. En daar al die vakkeu niet gelijk op aan de kinderen van alle klassen der scholen worden onderwezen, zal het noodig zijn dat dit huisonderwijs nader wordt omschreven, en men daarbij een, met dat van de lagere school overeenstemmend leerplan eischt. In be ginsel en als algemeene regel zal het wel de bedoeling zijn het huisonderwijs alleen in ex- ceptioneele gevallen toe te latenalle pedago gen zijn 't ten minste daarover eens, maar nu de wet eenmaal het huisonderwijs ten aanzien van den leerplicht met schoolonderwijs heeft gelijk gesteld, gaat het niet aan, de voorkeur voor het tweede en afkeuring voor het eerste te toonen. Dat zou ook vallen onder hetdon- et retenir ne vaut. De billijkheid eischt ech ter dat van het privilegie alweder geen mis bruik wordt gemaakt om, uit welk motief dan oók, aan de kinderen een min degelijk, niet aan de eischen der wet beantwoordend onder wijs te geven. Mijne derde bedenking, waarbij ik 't voor eerst laten zal ia ook daarop wees de redactie van de Midd. Crt. reeds de overlading van de schoolopzieners met nieuw werk, voortvloeien de uit dit wetsontwerp. Tot nog toe hadden zij notitie te nemen van het schoolverzuim als algemeen verschijnsel; gaat de wet door, dan hebben zij zich ook bezig te houden met de individueele gevallen. Verzuimbriefjes om, naar gelang van het jaargetijde, de schoolkinderen te mogen thuis houden om in het boerenbe drijf te werken, wat eigenlijk strikt verboden behoorde te zijn worden door ben afgegeven, en de nasporing naar alle ge vallen van schoolverzuim zullen den schoolop ziener geen tijd overlaten om zich te wijden aan het belang van het eigenlijk onderwijs, dat met al die particuliere gevallen niet in verband staat, en dat het wezenlijk terrein van werkzaamheid voor dezen staatsambtenaar is. Dit is geen onoverkomelijk bezwaar: men kan meer arroudissements-schoolopzieners aan stellen, die dan ook bezo'.ü^d dienen te wor den. En nu vrees ik dat de welbegrepen be langen van het onderwijs zullen dwingen tot het aanstellen van een dubbel toezichtpersoneel. De bestaande arrondissements-schoolopzieners zullen dan blijven belast met de algemeene onderwijsbelangen, waaraan zij al hun tijd kunnen besteden nieuwe moeten er komen om op de naleving der leerplichtwet toe te zien. Dus wordt er een speciaal politietoezicht op het schoolverzuim ingesteld; deze ambtenaren zullen wel niet in uniform gaan, met stok en hartsvanger gewapend worden. Maar feitelijk krijgen we alzoo een speciaal schoolverzuim- politiepersoneel, terwijl de regeering de politie buiten de zaak wil houden. Den Haag, 24 Maart 1898. de Eiraimers van J. Morks, gezet voor strijk kwartet door den heer Louis P. Kriens, vol deden uitstekend. De compositiëu zijn voor piano. Hopen wij dat deze Nos veel ingang mogen vinden bij de pianisten het zijn dank bare en lieve stukjes." - Met ingang van 1 April a. s. zijn te V1 i s s i n g e n bij het Belgisch loodswezen benoemd tot loodsleerlingde sloeproeier H. F. Verbancktot sloeproeierde matroos der lichtschepen te Oostende J. P. Cattoor en de matroos van den maiidienst dierzelfde plaats A. J. Dewijmmer, en tot matroos der lichtsche pen te Oostende: de sloeproeier C. Verburgb. - Van den naar zee vertrekkenden Neder- Iandschen loodsschoener No 15 brak Vrijdag namiddag ter reede Vlissingen de groo te zeilboom. De schipper J. L^ms had daarbij het ongeluk de zware stukken hout op de handen te krijgen, ten gevolge waarvan drie vingers zwaar gekwetst werden. Hij is ter verpleging aan den wal moeten achterblijven. Het gebouw, thans in gebruik bij de sociëteit Unitas aan de Rommelkade te Vlis singen, is, in overleg met verschillende notabele ingezetenen, gekocht door twee werk bazen voor de werklieden vereeniging De Sche 1de. Men wil, met behoud van het bestaande ge bouw, een tooneel- en concertzaal bouwen, welke een 1200 personen zal kunnen bevatten. Behalve voor de genoemde werk lieden ver eeniging zal het gebouw ook beschikbaar wor den gesteld voor verschillende andere vereeni- UIT STAD EK PROVINCIE. Bij kon. besluit is met het gezondheids onderzoek van uit zee aankomende schepeu, voor den tijd van drie jaren, met ingang van 1 April 1898, voor Vlissingen belast H. Breukink, arts, aldaar. Voor de betrekking van concierge op het raadhuis te Middelburg hebben zich 56 sollicitanten aangemeld. - Op een concert, door de orkestvereeniging „C dur" te Breda 11. Zaterdag gegeven, is een bewerking van strijkorkest van Jan Morks Dix Miniatures met succes ten gehoore gebracht. De Bredasche Courant zegt o. a. hierover: gelukkig slechts bijna uw moordenaar, nu gij er met een stortbad en een gebroken arm af gekomen zijt, maar dat drukt mij toch ge noegen dat ik u tenminste bij mij in huis kon nemen en mijn bescheiden aandeel in uw herstel hebben mocht, is het eenige wat mij een weinig troost", sprak de jonge eigenaar van Urlachsdorf. - „Laat het u dan geheel troosten, baron, ofschoon ik volstrekt niet begrijp hoe mijn zoeken naar dat alpenbloempje u tot mijn moordenaar kon maken, ingeval ik niet uit dien kouden vijver opgevischt ware", antwoordde de geredde martelaar der wetenschap, die na een veertiendaagsch ziekbed, met den linkerarm in een doek, nog heel bleek in een luierstoel lag, en van de veranda van het heerenhuis het uitzicht over het dal genoot, terwijl de eigenaar, een groote, blonde, krachtige jonge man, met half grappige, half gemeende wanhoop voor hem stond en in zijn groote levendigheid tel kens de armen omhoog hief. „Wat Moet ik u dat nu al dadelijk op biechten, dokter Toen ik verleden jaar mijn huwelijksreis door Zwitserland maakte, had ik toch zoo'n pleizier in dat aardige goedje, dat daar overal op die duizelingwekkende hoogten groeit en bloeit, alsof er verder niets aan Uit Goes schrijft men ons Door het bestuur der kiesvereeniging Voor uitgang is eene circulaire verspreid aan de „medekiezers". Daarin wordt er op gewezen dat het geringe bedrag der contributie voor niemand een bezwaar voor het lidmaatschap kan zijn. Allen, die het in hoofdzaak met het bestuur eens zijn, worden uitgenoodigd tot toetreding. Niemand verschuil e zich met te zeggen: „Het ia zonder mij altijd goedgegaan". Inte gendeel het is niet altijd goed gegaan. Er zijn nog te veel lauwen cn onverschilligen. Die onverschilligen wakker te schudden, is in de eerste plaats het doel der nieuwe kiesvereeni ging; dan zal bereikt kunnen worden, wat men als onbereikbaar beschouwde. Kiesrecht is kiesplicht! Let men op de meerderheid, waarmede bij de verkiezingen voor de Tweede kamer en de Prov. Staten de anti-revolutionnairen de over winning behaalden, en als men ziet hoeveel kiezers thuis blijven, onder welke zeker geen anti-revolutionnairen voorkomen, dan mag men daaruit afleiden, dat eene overwinning niet tot de onmogelijkheden behoort. En 't kan toch niemand onverschillig zijn in welken geest ons land wordt geregeerd Een stem is een stem, onverschillig wie die uitbrengt. Daarop volgt een kort résumé van het pro gramma der Liberale Uniewaarbij de nieuwe vereeniging is aangesloten. ,Allehens op 't dek want de verkiezingen voor leden van Provinciale Staten staan voor de deur. Niet beginnen te zeggenHet helpt toch niet; want wie voor den strijd zijne wapens wegwerpt is een verloren man; wie zijn wapen flink hanteert, heeft daarentegen kans op suc ces, en zal zelfs door de tegenpartij geroemd worden als een man. De liberalen zijn niet allen godsdienstloos; is, en dat er in zijn naïveteit zoo allerliefst kinderlijk uitziet]mijn vrouw zei altijd „het is de engel onder de bloemen!" Er was geen gevaarlijk plekje waar zij niet tegen opklom om het te plukken. In Andermatt hebben wij voor het eerst ernstig gekibbeld, alleen over die bloempjes en toen dacht ikDrommels, dat goed zou toch bij ons ook wel kunnen groeien. Daar zou het heel mooi staan en minder ge vaarlijk zijn voor jonge vrouwtjes. Ik ver zamelde dus een aantal plantjes, pakte die tu8schen wat mos in een sigarenkistje en bracht ze behouden thuis. Ach! gy hadt ons eens moeten zienAls een oude vrijster haar canarievogel pardon oude vrijsters bestaan er niet meer, er zijn nog slechts ongehuwde dames en gehuwde dus als de ongehuwde dames met haar canarievogel, hebben wij met dat kistje gereisd en er beurtelings voor ge zorgd. In Partenkirchen liet mijn vrouw de parapluies staan, in ltegunsburg vergat ik een handkoffertje, de eerste bleven weg het laatste heb ik eindelijk teruggekregen alles omdat wij alleen aan ons edelweis dachten In München zei ik nog tot mijn vrouw„Lili, als we later zóo voor onze kinderen zorgen als nu voor die plantjes, zullen wij hen ontzaglijk verwennen." De plantjes kwamen das behouden dat is een oneerlijk wapen in ds handen der politieke tegenstanders. Verbetering van rijksbelastingen, persoonlijke dienstplicht, leerplicht zijn ze niet allen in het belang van den werkman De liberale partij vreest niet, dat de kleine man te ver standig worden zal. De drie bestuursleden, de heeren A. A. ter Haar, A. W. A. Ross en M. den Hollander, zijn erkend vooruitstrevende liberalen. Trau- sigeeren met hun beginsel zullen zij niet, even min als overleg plegen met kiesvereenigingen van tegenovergestelde richting om daarmee succes te verkrijgen voor een of meer van hun candidaten. De jonggeboren vereeniging heeten wij har telijk welkom. Haar ontstaan is een bewijs dat alle politiek leven nog niet is uitgedoofd. Vrijdag is te Leiden voor het arts-examen geslaagd de heer M. Pleune, van 's Heer Arendskerke. In den nacht van Donderdag op Vrijdag is de te Col ijnsplaat voor den wal liggende tjalk van A. Visser te Sliedrecht, geladen met rijs, gezonken tengevolge van een gat in den boeg, waarschijnlijk veroorzaakt door dien het vaartuig op een anker was geBtooteu. Daar de bemanning nog tijdig het gevaar be merkte, had zij gelegenheid op een ander schip over te gaan. Door den dijkraad van het calamiteuse waterschap Bruinisse is de jaarwedde van den waterbouwkundigen ambtenaar G. Bo- lier CJz. verhoogd met f 100 en derhalve ge bracht op f* 1000. De heer J. M. Krijger te Bruinisse is benoemd tot buitengewoon opzichter by 's Rijks waterstaat in de provincie Overijsel. In de ledenvergadering van het departe ment Yzendijke der Maatschappij tot nut van t algemeen is bij acclamatie tot penningmeester benoemd de heer J. L. I. de Bats te Biervliet, ter vervanging van den beer J. H. Bödeker. ^mdelIberichtên; Graanmarkten enz. Marktprijzen van Tarwe en Meel. Vrij' ag 25 Maart. Antwerpen. Tarwe kalm. Amerikaansch fr. 22. P a r ij s. Tarwe kalmloop. md. fr. 28.95. B e r 1 ij n. De over het geheel iets flauwere berichten uit het buitenland hadden hier geen nadeeligen invloed ondanks geringen handel heerschte er zelfs zoowel voor Tarwe als Rogge j vastere stemming, en werden wegens be perkt aanbod iets hoogere prijzen betaald. N e w - Y o r k dis. 100vorigen dag 102 Chicago 102#/s Voor andere marktberichten zie men het bij voegsel. PRIJZEN VAN EFFECTEN. Staatsleeningen. Per telegraaf Koeri tub Giftere* Heden 2* 26 Maart Maart KKDERLAND. pOfc. Bedrag Stekken Cert. N. W. Soh. 21/» 1°°° 8013/la 85»/g dito Obl8 1000 983k 986/g dito Gert8 1000 97X 67&/s HONG. dito gondL 5 r 100 TALIE. In». 02/81 5 Lii. 100-100000 -» Ü08T ANB.U&. Obl. Mei-N oyember.6 11. 1000 8IS/4 8Wg dito Jan.-Juli.5 1000 847/g 84ö/4 hier aan en in mijn grooten ijver zette ik ook eigenhandig een half dozijn er van in do sneeuwkuilen en had er een razend pleizier in dat zij wortel schotende overigen zette ik in mijn park," Ebert begon luidkeels te lachen, „Goddank, dat gij noch lachen kunt. Die in de sneeuwkuilen zijn ze heel gauw verloo- penmaar die in het park nog veel gauwef opgekomen en die laatsten zijn het, die u bijna bet leven gekost hebben, zoodat ik bijna uw moordenaar ware geworden." „Gy zult my toch ten minste wel het genoegen willen doen, mijnheer Von Urlachs dorf, om mij dat goedje te wijzen, en als gij er mij een wilt geven tot aandenken De jonge grondeigenaar, die steeds in be weging was geweest, stond eensklaps stil en zei glimlachend: „natuurlijk zal ik u mijn geheele Alpen flora laten zien, want ik heb nog meer mooie dingen, die hier gewoonlijk niet voor komen, en gij krijgt ook een aandenken, dat spreekt van zelf dokter Ebert, maar als gy dacht dat mijn naam Urlachsdorf is (Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 1