FEUILLETON.
Verschillende Berichten.
zijde en ging alleen in op de kwestie van liet
ontslag van invalide arbeiders. Daarbij toonde
bij uit statistieken aan, dat de meeste onge
lukken juist komen door oorzaken onafhanke
lijk van eigenlijken fabrieksarbeid, zooals het
vallen van hoogten enz.
Mr Brevet betoogde, repliceerende, dat de op
het convocatiebiljet omschreven vraag wel
toeliet dieper op de kwestie in te gaan.
Na nog eenigo discussie merkte de heer
Herm. Snijders op, dat het verschil tuaschen de
beide sprekers niet zoo diep gaat. Niemand
acht fabrieken een ramp voor de stad. En het
verschil is feitelijk ontstaan, doordat in een
particulier gesprek dikwerf een paradox wordt
verkondigd of, als weerslag op een uitlating, een
wat te sterk woord wordt gebruikt. Dat de
gestelde vraag voor bevestigende beantwoording
vatbaar waB, ontkende hij niet, maar het was
reeds opgemerkt: er staat een credit tegen
over het debet. Bovendien zal men overal
waarnemen, dat grootere bloei van een stad,
zelfs al ontstaat deze door toevloed van rijken,
de kosten der gemeentehuishouding doet stijgen.
De geheele zaak is eigenlijk terug te leiden
tot de groote sociale kwestiede nadeelen van
den tegenwoordigon vorm der nijverheid en de
moeilijkheid om de positie van het proletariaat
te verbeteren. Hij schetste de treurige gevolgen
van den ondergang eener industrie, hetzij dat
deze eene bloeiende was of niet, en erkende
dat het ontslag van werklieden in zulke ge
vallen een der onvermijdelijke euvelen van den
tegonwoordigen stand der nijverheid is. Een
fabriek, die niet ;op deugdelijken grondslag
gevestigd is, zal zeker een ongeluk voor een
stad zijn en leiden tot vermeerdering der werk
loosheid.
De toevloeiing van de werkloozcn is echter
niet alleen het gevolg van de groote industrie.
Zij komt ook voort uit de Blechte toestan-
don ten plattelande deze moet men verbete
ren, en dat kan men doen door het kapitaal
daar heen te leiden.
Ook moet men de gebreken van de tegen
woordige nijverheid opheffen door verzekering.
Hij eindigde met als zijn conclusie uit te
spreken, dat bet voor een stad nuttig is dat
zich daar zaken vestigen, die op gezonden
grondslag rusten.
GEMEENTEBELANG.
Ofschoon de leden van de liberale kiesver-
eeniging Gemeentebelmg hunne kennissen had
den kunnen introduceeren voor de vergadering
die Woensdag avond in de beneden-voorzaal
van de sociëteit De Vergenoeging werd gehouden,
was de opkomst alles behalve groot. Dit middel
om propaganda te maken en de belangrijkheid
der aan de orde zijnde onderwerpen, scheen
niet genoeg attractie gehad te hebben om meer
dan een twaalftal personen, buiten het bestuur,
bet hoekje van den haard juist op dezen
„lentedag" zoo gezellig te doen verlaten.
De voorzitter, de beer J. de Vos, stelde, na
een openingswoord, aan de orde de rekening
en verantwoording van den penningmeester.
Deze werd goedgekeurd in ontvang ad f 135.75
on in uitgaaf ad f 181.77, duB met een kwaad
slot van f 46.01*.
Daarna werd overgegaan tot de verkiezing
van een bestuurslid in de plaats van het af
tredend en niet herkiesbaar lid, den heer M. S.
de Zeeuw.
Alvorens bracht de voorzitter een woord van
dank aan den heer De Zeeuw voor denkrach-
tigen steun, dien hij èn persoonlijk èn door zijn
zijn blad aan de vereeniging heeft verleend.
Gekozen werd dc heer W. Heyboor met 11
stemmen2 stemmen waren uitgebracht op
den heer Zevenhuyzen en 1 op den heer Van
Woelderen.
Daarna was aan de orde de bespreking van
een protest der Middelburgers tegen subsidies
aan een tram VlissingenWestkapelleDom
burg. Het bestuur verklaarde, bij monde van
zijn voorzitter, dat het meende dat het tot
standkomen van zoodanige tram zou wezen in
het nadeel van Middelburgen dat het gewenscht
is te achten, dat de inwoners van deze gemeente
proteat aanteekenen tegen eene eventneele
subsidie-aanvraag door de commissie aan de
provincie en den staat.
Het bestuur stelde voor van de inwoners van
Middelbnrg een protest te doen uitgaan en den
wensch aan den raad kenbaar te maken, dat
deze, zoo subsidie aan de provincie of de
regeering wordt gevraagd, zich daartegen zal
verzetten.
De heer Van Woelderen herinnerde eraan,
dat sedert jaren reeds het denkbeeld beeft ge-
EEN ZOMERSPROOKJE.
27o Novelleuit het Duitsch.
VAK
BI ANC A BOBERTAG.
XVII.
Een bosehpad inslaande, zag Koenraad een
vrouwelijke gedaante voor zich uitgaan, met
een kruiwagen, dien zij voortduwde. Daar zij
langzaam liep, had hij haar spoedig ingehaald.
„Goeden avondzei hij tot 4e groot
moeder van Ernestine, die hare bossen blauw
bessen, kruisemunt, lavendel, arnicabloesem,
lijsterbesstruiken, Johanniskruid en wat dies
meer zij, op haar wagentje voortkruide.
Zij hield even op, zag hem met de haar eigen
strakheid en hare doordringende oogen aan, en
vroeg op spotachtigen toon„Heb je het
bloempje nog niet gevonden?"
„Neen".
„Dat geloof ik wel; dat moet op een
aparte manier gezocht worden".
Een mengeling van nieuwsgierigheid, belang-
stelliog en ergeroio bood hem aan die vrouw,
mou8seerd om een trambaan te leggen tusschen
Middelburg en Domburg, maar dat pogingen, in
dien geest aangewend, niet zijn geslaagd. Waar
door den voorzitter was beweerd, dat Middelburg
door den aanleg van de tram Vlissingen
Domburg zou worden benadeeld, wees hij erop
dat, kwam die tot stand, vanwege de staats
spoorwegen vele faciliteiten zouden worden
gegeven om Middelburg in de verbinding op
te nemen, door vele locaaltreinen tussciien
laatstgenoemde plaats en Vlissingen te laten
loopen en ook zoodoende de plattelandsgemeen
ten en Walcheren op gemakkelijke wijze met
de spoorlijn te verbinden.
Spreker achtte de meening, dat door de tram
Vlissingen boven Middelburg zou worden be
voordeeld zeer overdreven. Hij toonde door
voorbeelden aan dat door meerdere en gemak
kelijker verkeersmiddelen het verkeer toeneemt.
De voorzitter bleef bij zijne meening, ook
die van het bestuur, dat het belang van den
Middelburgschen handel zeer zou worden be
nadeeld door het tot stand komen van de
straks genoemde tramverbinding.
Na nog eenige discussie werd door den voor
zitter de vraag gesteld, of van uit Middelburg een
protestbeweging zal op het getouw gezet wor
den tegen het verleenen van een subsidie van
wege de provincie of het rijk aan de tramver
binding zooals die nu is voorgesteld. Met 11
tegen 7 stemmen werd die vraag ontkennend
beantwoord. Evenzoo werd ontkennend beant
woord de vraag of het wenschelijk is dat
bij een eventueele aanvrage om subsidie aan
de provincie of het rijk vanwege den raad van
Middelburg daartegen worde geprotesteerd.
Daarna werd de exploitatie van de gastabriek
ter sprake gebracht. Dit punt der agenda
werd ingeleid door den heer M. S. de Zeeuw-
Hij achtte met het bestuur den gasprijs te
hoog en was van oordeel dat bij vermindering
het gasverbruik zou toenemen. Vermindering
van den gasprijs achtte hij mogelijk en door
de billijkheid geboden.
Met algemeene stemmen werd als de conclusie
der vergadering de wenschelijkheid van verla
ging van den gasprijB uitgesproken en besloten
daarvan aan den gemeenteraad te doen blijken.
LETTEREN "EN KUNST.
De Boezemvrienden
is, van begin af, in de Amsterdamsche bladen
algemeen geprezen, zoowel om inhoud als
om spel.
Thans lazen wij daarover een oordeel uit de
provincie, en wel in de Arnh. Ct., in wier
woonplaats het blijspel vorige week Donderdag
is gegeven.
Dit blad, wier recensent of liever, naar som
migen beweren, recensente iemand is met een
juist, artistiek oordeel, laat zich over een en
ander ook zeer gnnstig uit.
Na een overzicht van het stuk gegeven te
hebben, schrijft de criticus:
„Het viertal boezemvrienden Bruno, de
raisonneur (de heer Chrispijn), Winkler, de
musicus (de heer Kreeft), Hagedorn, de schilder
(de heer Schulze) en Scholzde ingenieur (de
heer Verenet) maakte een erg typisch ge
heel uit. Het samenspel was weder bijzonder
goed, niet alleen in de eerste acte, o. a. bij
den „salamander", maar ook in het verdere
verloop. De ruzie b.v. stormde zoo flink op.
De dames waren conventioneeler in haar spel
dan de heereD, maar voldeden niettemin zeer
goed. Mevr. Van Ollefen overdreef het platte
Vlaamsch spreken en doen wel wat te veel.
De knechtsrol van den heer Wensma was
weder éenig.
Er zit dus veel in Boezemvrienden dat aan
trekt. We kunnen er nog bijvoegen, en dit is
waarlijk geen geringe verdienste, dat de dia
loog dikwijls geestiger is dan in de meeste
Dnitsche blijspelen, en dat de actie in leven
digheid toeneemt.
Omdat de vier bedrijven in dezelfde kamer
spelen, kon de regie meer dan gewone zorg
besteden aan de inrichting van dit vertrek
een allergezelligst uitziende studeer- enz. kamer,
geschikt en opgesierd zooals dat heden ten
dage meer en meer smaak wordt ook al
loopen de karakters van de bewoners nóg zoo
uiteen. Maar, 't moet gezegd worden, voor
eene kamer van dr Bruno Mmtensdie de halve
wereld heeft rondgezworven en overal diepe
indrukken en eigenaardigheden van land en
volk vergaarde, was zij een model.
Het publiek toonde zich zeer voldaan. Voort
durend heerschte een aangename Btemming;
men lachte nu eens ongedwongen, want er is
Hij was echter te trotsch om haar nadere in
lichtingen te vragen en zei dus kalm
„Ik zal het wel vinden".
„Waarom ook niet?"
Zij liepen een eind zwijgend naast elkander
voort. Zij kende zijn verhouding tot Ernestine
even goed als hij de hare, maar het scheen
beiden onmogelijk, daarover te spreken. Er
kwam niet de minste verandering op haar
schoon besneden, doch bruin, verweerd gelaat.
Zij zag hem geen enkele maal aan. Hij scheen
haar onverschillig,ja zelfs door haar gehaat te zijn
en toen zij bij een plek kwamen, waar de weg
door hooge moskanten omzoomd was, liet zij
haar wagen staan en ging zitten, tot den doc-
ter zeggende„Loop maar door
Hij glimlachte, maar in plaats van verder
te gaan ging hij naast haar zitten en zei:
„Vertel mij een sprookje, grootmoeder". Dit
verzoek scheen haar niet te verbazen en zij
begon, hem strak aanziende.
„Er waB eens een bloempje, dat had
iemand uit een vreemd land meegebracht en
in zijn tuin geplant en er behagen in geschept
dat het wortel schoot. Toen er evenwel een
nieuwe maan kwam, rukte het plantje zijn
wortels uit en toog weg over land en zee, tot dat
het weer in zyn geboorteland was. Daarna
w»o bet tuintje JeSg voor hem," Er lag iets
niets in 't stuk, dat dit belet. Er werd met
veel warmte geapplaudisseerd."
Zooals men weet, wordt dit blijspel van Ludwig
Fulda Dinsdag a. in den schouwburg te Mid
delburg opgevoerd.
In een te Amsterdam gehouden bijeen
komst van belangstellenden in de Nederland-
sche Opera, onder directie van den heer Van
der Linden, is uitvoerig gedebatteerd over
middelen ozn die instelling in stand te houden.
Het resultaat daarvan was, dat het voorstel
der commissie een waarborgfonds van
25,000 bijeen te brengen werd aangeno
men en tevens besloten werd, alle gepaste
middelen aan te wenden om subsidie te ver
krijgen ook van den gemeenteraad. De ter
vergadering aanwezigen (een vijftigtal) teeken
den gezamenlijk voor een bedrag van f 675,
zoodat thans f 1875 by een is.
Hans Waehenhtisen, de bekende schrijver
van historische romans enz., is in den ouder
dom van 72 jaar overleden.
Als oorlogscorrespondent verwierf hij eene
ware beroemdheid en volgde de krijgsverrich
tingen in de oorlogen in den Krim, Italië,
Sleeawijk-Holstein en den Fransch-Dnitschen
oorlog van 187071.
Verdi's gezondheid laat veel te wenschen
over. Op zijn verjaardag verzocht hij van be
zoeken te worden verschoond ea de reis naar
Parijs is onbepaald verdaagd.
Men maakt veel ophef van het feit, dat
door den heer J. van Dijk Mzn., directeur der
Christ, philantropische inrichtingen te Doe-
tichem, 15 jongelui, meerendeeis leerlingen der
hoogste klasse van het gymnasium, zijn wegge
zonden, omdat zij tegen zijn verbod sigaren
hadden gerookt.
Over de meerdere of mindere gestrengheid
van die straf kunnen wij natuurlijk niet oor-
deelen, zonder de feiten te kennen, maar, af
gescheiden daarvan en van de kwestie of het
verbod goed wasof het betrof het rooken in
de inrichting of daarbuiten, wat nog al ver
gedreven zou zijn, tenzij de directeur ook daar
recht heeft te bevelen, een feit is het toch dat
er recht van straffen was waar die leerlingen
iets deden dat hm verboden was.
Tegenwoordig neemt de heerachtigheid van
sommige jongelui de goede, de sjoviale, de
natuurlijk-jongeluiachtige niet te na gesproken
zulk een onhebbelijk karakter aan, dat er wel
eens een krachtige hand noodig is om daaraan
paal en perk te stellen.
Woensdag was het de geboortedag van
de groothertogin van SakBen, geboren prinses
Sophie der Nederlanden. By die gelegenheid
zijn eenige Hollandsche bladen, met voorken
nis van de Koningin-Regentes, in de gelegen
heid gesteld de volgende woorden, waarin de
overleden prinses een laatsten groet brengt
aan Nederland, over te nemen uit haar testa
ment:
Que Dien protégé ft jamais man cher pays
nataleotntnè la Maison d1 Orange. Je dis un
dernier' mot de souvenir ft mes amis de jeunesse
comme a tons ceux que je connate depuis des
années."
(Dat God ten eeuwigen dage mijn dierbaar
geboorteland bescherme, evenals het Huis van
Oranje. Ik richt hierbij een laatste woord van
herinnering tot de vrienden uit mijn jeugd en
tot allen, die ik sedert jaren ken).
Een comitó van drankbestrijders te Rot
terdam is voornemens de aandacht op de geheel
onthouding te vestigen door middel van een
allegorische voorstelling, welke deel zal uit
maken van den geschiedkundigen optocht
tijdens de inhuldigingsfeesten.
Zij wekken ook hunne medestrijders in andere
plaatsen op aan een eventueelen optocht ten
hunnent op dezelfde wijs deel te nemen.
Als het dan maar geschiedt op artistieke
wijze en niet zoo foei leelijk en afschrikwek
kend als bij zulke pogingen wel eens gebeurt
Het Hbld bevat hedeu zeer uitvoerige en
lezenswaardige mededeelingen van een verslag
gever, die het hoofd der openbare lagere school
te Loo, gem. Duiven, den heer C. J. van Rijn,
bezocht heeft, om zich op de hoogte te stellen
van de toestanden op onderwijsgebied aldaar.
Daarin wordt aangetoond hoe dat hoofd en
zijn gezin op allerlei wijzen worden tegenge
werkt door de R.-K. geestelijkheid, die het erop
toelegt, zooals men weet, om de openbare school
leeg te pompen.
In vele gemeenten in ons land gaat het
slecht met de opbrengst voor feestvieringen in
bijzonder uitdagends in hare donkere oogen;
maar hy hield zich dapper, knikte haar toe en
zei: „dat is zoo kort, vertel er nog een."
„Er was eens iemand geweeBt die uitging
om het geluk te zoeken en die dacht: als ik
maar altyd rechtuit loop, zal ik wel om de
aarde heenkomen, en eindelgk alle dingen ge
zien hebben. Waar gij dan het geluk ziet,
moet gij het vast houden. Hij heeft geloopen
jaar en dag, maar het geluk is niet gekomen.
Doodmoede, denkende dat nergens geluk te
vinden was, noch bij de Zwarten in 't Afrika,
noch waar de zee geworden is tot ijs, nergens
doch op een zomerdag bij het eerste hanen
gekraai heeft hij het geluk gevonden en toen
stond hy weer voor zijns vaders huis."
„Men gaat niet alleen naar 't Afrika om
zijn geluk te zoeken. De menschen hebben
geen plaats meer in het oude vaderland en
daarom zendt de koning eenigen hunner uit,
om plaats te zoeken, ergens waar de
hitte niet al te groot is, noch de koude
te bar, en die moeten zien waar bet koren
zou kunnen groeien en wat er aan goud
of steenkolen in de bergen te vinden is. En
dus moeten zij wel het geluk zoeken, maar
niet hun eigen, alleen dat van anderen; en als
zij daarbij genoeg te eten krijgen en de koning
hun oog een kleine belooning daarvoor geeft,,
Augustus of September. In Delft b.v. klaagt i
de commissie steen en beendaar is zoo wei
nig ontvangen, dat er zeifa niet te denken valt
aan eenige feestviering.
De bekende Amsterdamsche zaak van den
heer F. A. L. de Gruyter zal, zegt men, geli
quideerd worden. Crediteuren zuiien allen 100
pet krygen. De aandeelhouders betalen echter
het gelag. En onder hen bevinden zich juist in
deze zaak zeer veel kleine lieden. Men kon nl.
aandeeltjes van f 12 in de zaak nemen, waarop
een rente van 6 pet was gewaarborgd, terwijl
men bovendien, al had men maar éen zoo'n
aandeel, bij eiken inkoop 5 pet korting kreeg.
En dat geld is naar de maan.
Woensdag middag is het vaartuig van
den beurtschipper C. Verstraeten, varende van
Tholen op Rotterdam, tegen een ducdalvo van
de spoorwegbrug te Dordrecht aangeloopen,
met het gevolg dat het schip een groot gat in
den boeg bekwam, en, om zinken te voorkomen,
onder den Zwijndrechtschen wal op het droge
moest worden gezet.
Een 75-jarige vrouw op Urk was Zater
dag bezig met visch schoonmaken, gleed uit
over een vischkop, viel en was eenige uren
later een lijk. Aldaar is bericht ontvangen, dat
de schipper van een der van daar varende
botters op de Noordzee is over boord geslagen
en verdronken. De man laat een vrouw met
acht kinderen onverzorgd achter.
Onder Nijmegen is in den nacht van Zon
dag op Maandag een boerderij met al wat er
in was verbrand. De bewoners moesten zich
door de ramen een uitweg banen. Te
Waardenburg is bij een broodbakker brand
ontstaan, die zijn huis en een ernaast gelegen
smederij in de asch legde.
Bij een uitgeversfirma te Enschedé ver
nielde een brand het magazijn, de bindzaal en
het kantoor. Al deze vertrekken brandden
geheel uit. De schade is aanzienlijk, doch door
assurantie gedekt.
- Te Tilburg boog een jonge vrouw zich,
bij het water scheppen uit een der kuipen van
een fabriek te veel voorover, zoodat zij in de
kuip met kokend water viel. Geheel met brand
wonden overdekt, werd zij naar het ziekenhuis
vervoerd. Haar toestand is hoogst bedenkeiyk.
Woensdagochtend sprong een dame tus
schen Boxtel en Tilburg uit den in beweging
zljnden trein, om haar hoed, welke afgewaaid
was, te redden. Gelukkig werd dit door het
treinpersoneel bemerkt. De onvoorzichtige, die
zich blijkbaar erg bezeerd had, werd in den
trein gedragen en te Tilburg in het station
gebracht, ter verdere behandeling. De trein
had door een en ander een kwartier vertraging.
Te Ferwerderadeel stierf onlangs de
gemeente-secretaris en onmiddellijk daarna
beroofde de gemeente-ontvanger zich van het
leven.
Volgens de N. R. Crt. zijn thans de volgende
feiten aan het licht gekomen:
Er is een aanzienlijk bedrag te kort in de
administratie van den ontvanger, wegens aan
hem betaalde hoofdelijke omslagen, die niet
zijn verantwoord. Men is nu bezig om langs
de huizen der ingezetenen te gaan om de be
lastingbiljetten na te zien en te vergelyken met
wat door den overledene verantwoord is.
Ook is het kasboek nog zoek. Men hoopt,
dat het by de ontzegeling van den boedel van
wijlen den gemeente-secretaris aan het licht zal
komen. De gemeente-ontvanger was geheel on
der den suggestieven. invloed van den secre
taris Wiesenhaan, dien hy niets durfde te
weigeren, ook niet gelden uit de gemeentekas.
De ongelukkige man heeft er zich tegenover
zyn vrienden wel eens over uitgelaten, dat het
er voor hem niet best uitzag, als Wiesenhaan
eens plotseling kwam te overlijden. Deze liet
vaak geld van den ontvanger halen op een
eenvoudig visitekaartje, waarop slechts vermeld
stond goed voorgulden, „Wat seil ik mei
dy flarden as ti eris op oankwaam", zei hy dan.
(Wat zaJ ik met die vodden doen als het er
eens toekwam). De wanorde in zyn admini
stratie schrijft men toe aan zyn vrees voor
Wiesenhaan, men brengt die er althans mede
in verband. De ontvanger leefde zeer zuinig,
schier armoedig.
De gemeente Ferwerderadeel is tegen schade
gedekt door den borgtocht van f 12.000.
Het Duitsche oorlogsschip Stein is
Woensdagmiddag van Antwerpen naar Kiel
teruggekeerd.
Niet de advertentie van Philip van Coburg
in de Petites Affiches, maar de mededeeling dat
zyn zg daarom nog geen schurken of zotten.
Nu heb ik u ook wat verteld, grootmoeder,
nu gy weer."
Die eenvoudige voorstelling eener expeditie
van colouisatie, waarvan de kortheid haar toch
trof, maakte indruk op de oude vrouw, al liet
zij dit niet blijken. Maar zij was vol afkeer
en wantrouwen tegen den man, die hare
antieke, beproefde en toch bekrompen wijsheid
door een moderne en meer omvattende versloeg,
en zy scheen niet dadelgk te weten hoe zij het
gesprek zou voortzetten.
„Hoe oud zijt gij, grootmoeder?" vroeg
Ebert op eens. Zij wist het niet of vond
niet noodig om het te zeggen en begon weer
„Er was eens een jonge vrouw, die zóo'n mooi
gezicht had, dat zy nooit ond wilde worden
en toen de jaren rimpels op haar voorhoofd
begonnen te maken, zei zij„Hoe dom, men
blijft jong zoolang de spiegel u niet zegt dat
gij oud wordt als ik nooit meer in een
spiegel kijk, blijf ik altyd jong". Zoo ver
beeldde zy zich dat zij haar leven lang een
mooie vrouw bleef. Op zekeren dag echter
toen zij over de vyftig was, hadden eenige
Heden een grap met haar, hielden haar vast
en zetten haar voor een spiegel, roepende
„zoo moedertje, kijk nu eens hoe mooi je nog
bent. „Ach watriep ze uit^Wat doe ik
deze advertentie valseh was, is nader gebleken
valsch te zijn. De boodschap aan Havas was
niet van de Oostenrijksche ambassade afkom
stig; men had eerst per telefoon, later per
telegraaf, zich bediend van den naam van
graaf Berchtold, den tweeden secretaris, om
Havas te misleiden. Men kan dus de advertentie,
waarin gezegd wordt prinses Louise geen ere-
diet te verleenen, als echt beschouwen.
Den 19den Januari werd te Elsene, onder
Brussel, een soldaat door eene keukenmeid,
met wie hij verkeerd had, maar die hij verla
ten wilde, met twee revolverschoten aan het
hoofd gekwetst. De daderes, voorwaardelijk
tot vier maanden gevangenis veroordeeld,
heeft zich nu met haar geliefde verzoend.
Arm in arm verlieten zij het paleis van justitie
en zullen eerstdaags trouwen.
De Fransche mailboot Ville de Rome is
bij kaap Negro, 11/2 mijl van Port Mahon
gestrand. Alle opvarenden en de mails zijn
gered. Er waren 117 passagiers aan boord
onder wie 30 dames. Men vreest dat het schip
verloren is.
Het onderzoek tegen den moordenaar
Vacher is thans gesloten. Het strekte zich
uit over 98 moorden of moordpogingen, waar
van de daders onbekend zyn gebleven.
Vacher heeft 12 dezer misdaden bekend,
maar het gerecht beschuldigt hem nog van 16
andere, namelijk van moord in 1894 op een
9-jarig kind, in 1895 op een knaap en vier
vrouwen, in 1896 op een knaap, een aan en
twee jonge meisjes, in 1897 op drie jonge
meisjes en drie oude vrouwen.
Koningin Victoria, sedert eenigen tijd,
zooals men weet, te Cimiez bij Nizza vertoe
vende, bereikte Maandagmiddag op haar ge
wonen wandelrit de nauwe brug over de rivier
tegelijk met een schamelen begrafenisstoet. Deze
bleef ter zijde staan, om H. M. door te laten,
maar de Koningin deed haar rytuig stilstaan
en den stoet voorgaan, eerbiedig het hoofd
buigende toen de doode langs kwam. De rouw-
dragenden ontblootten voor haar het hoofd en
waren blijkbaar door deze heuschheid getroffen.
Chevalier, de manager van Cordang en
Meyers, schrijft aan het Journal des Sports dat
hij met zijn beide „poulains" te Norwood is
gevestigd, vlak by de Crystal Paiacebaan, waar
Cordang de beschikking zal hebben over de gang-
making van Dnnlop. Cordang traint aich nu
voor Bordeaux-Paris, en hy zal niets verzuimen
om mooi eerste aan te komen in dien wedstrijd,
hoewel zij, die de beschikking zullen hebben
over automobiels, zeker veel voor hebben.
Meyers zal dit seizoen zeker van zich laten
spreken; hij is in zeer strenge training.
Tot niet geringe voldoening van het
Reichsgesundheitsamt zijn te Keulen eindelijk
twee manden met Amerikaansehe appelen aan
gehouden, waarop de gevreesde San José-
8childluis iB aangetroffen. Ze werden dadeiyk
den gelukkigen eigenaar afgekocht en naar
het departement te Berlijn gezonden „om voor
wetenschappeiyke doeleinden te dienen".
Een courant van de oppositie te Agram
de Obzor, heeft eenige dagen geleden haar
800e inbeslagneming gevierd. Zy bestaat
39 jaar.
Het bekende plan om een gedenkteeken
op te richten, by de plaats waar de ezaar bij
zijn aankomst nit den trein stapte, heeft de
goedkeuring van den Paryséhén raad verworven,
De vrees, dat de pelgrimstochten naar
Mekka noodlottigjzouden worden, is bewaarheid.
Uit Djeddah wordt een geval van pest geseind,
Een naar Klondyke bestemde bark Heletie
Valmy is verlaten gevonden. Van de opva
renden, 13 zeelieden en 27 passagiers, is niets
bekend.
Verkoopingen enz.
Door het polderbestuur vau Walcheren
werd heden middag in het polderhuis in de
Abdij alhier in het openbaar aanbesteed
a. Het leveren van eiken- en mastenhout.
Hiervoor schreven in de heeren R. Clercx
voor f 8290, F. Clercx voor 8100, J. H.
Velzen voor f 7800, L. A. Spierings voor
6980, deze inschrijvers wonen allen te Boxtel,
en J. Raaijmakers te Helmond voor f 6366.
b. Het vervoeren van 292.000 straatklinkers
en 40.175 straatkeien, naar de wegen des pol
ders in éen perceel.
Hiervoor werd ingeschreven door de volgende,
te Middelburg wonende slepers: P. de Kam
voor f 485, S. Vinke voor f 435.43, L. Hen-
drikse voor f 408.44 en'J. Jongepier voor f 406.
Door hetzelfde polderbestuur werd nog ver
met zoo'n slechten spiegel, dat ben ik heele-
maal niet". Toen vonden de anderen dat zij
gek was en lieten haar loopen",
„Zy was ook niet heelemaal wijs", merkte
Koenraad aan,
„Zooals men het nemen wil. Dom en
wijs komt vlak op hetzelfde neer.
Menigeen heeft een plekje in zyn ziel, waar
mee hij niet graag in den spiegel ziet, en als
een ander hem er een voorhoudt, loopt hij
weg en zegt: „dat ben ik heelemaal niet."
„Gij zijt wijs, vrouw Steiner."
„Wat de domheden aangaat, die heb ik
altyd graag aan de manslui overgelaten. Ik
ken er die gaan heen, en nemen een meisje
vau den weg tot vrouw, verbeelden zich dat
zy haar een heele eer aandoen en het is toch
alleen maar omdat zij denkenzet ik my een
boom voor het huis, dan maakt hy het my
wellicht donker in de kamer, maar plant ik er
een struikje, dan heb ik geen schaduw en geen
duisternis en misschien denken zy ook, een
boom kykt mg op de vingers, bemoeit zich
met mijn werk en groeit my wellicht nog over bet
hoofd; maar over het struikje kan ik heen kyken
en ben daarnaast altyd een held. Die heeft ook
niet goed in een spiegel gekeken."
(Wordt vervolgd.)