MIDDELBIRGSCHE COURANT.
N°. 64.
14? Jaargang.
1898.
Donderdag
17 Maart.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Teestdagen.
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2.-
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer
Middelburg 16 Maart 8 n. vm. 40 gr. 12 u50 gr.,
av. 4 a.49 gr. F. Verw. W. wind.
Middelburg 16 Maart.
De rijksmiddelen
zijn ook in Februari stijgende gebleven. Zij
gaven 425.000 ineer dan dezelfde maand van
1897, waardoor het totaal van Jan. en Febr.
een stijging van 16 ton bij de ongunstige
gelijknamige maanden van 1897 aantoont.
Tot de stijging in Februari hebben de
directe belastingen zeker bet hunne niet bijge
dragen. Die staan op de lijst met een tekort
van f 328.000, bijna alleen te wijten aan een
zeer natuurlijke oorzaak: de verandering van
het dienstjaar bij het personeel. In Februari i
'97 kwam nog f 332.720 in wegens het op 1 Ja
nuari '97 afgebroken dienstjaar 1896/97. Maar in
de jongste maanden werd niets betaald op het
nieuwe dienstjaar, waarvoor de biljetten nog
niet zijn uitgereikt, terwijl in Febr. slechts
f 47.500 inkwam, als aanzuivering van hen
die in 1897 nalatig waren gebleven.
Voegt men daarbij een niet verklaarden
teruggang van f 38.000 bij de vermogensbe
lasting, dan is het tekort bij de directe belas-
stingen voldoende blootgelegd.
De invoerrechten gaven f 23.000 meer, maar
de accijnzen stegen f 760.000.
Dat is grootendeels het gevolg van de suiker,
want van de andere accijnzen is het geslacht
f 26.000 gestegen en het gedistilleerd f 54.000.
Onder den invloed van de nieuwe regeling
van de suiker belasting steeg de opbrengst van
f 430.000 tot f 1.093.000 (zonder aftrek van
de premies.) Als men nu weet dat de twee
maanden van '97 samen nog f 77.000 minder
gaven dan Februari 1898 alleen, dan is het niet
te verwonderen, dat dit middel nu reeds 14 ton
boven het vorige jaar staat.
Van de indirecte belastingen toont de altijd
wisselvallige successie een achteruitgang van
f 170.000, maar het zegel haalde f 23.000 op,
de registratie f 52.000 en de hypotheek f 5000,
zoodat het verlies tot f 90.000 is gereduceerd.
Van de kleinere middelen stegende domei
nen f 7000, de posterijen 33.000, de telegraaf
f 14.000.
Andere veranderingen van beteekenis hadden
niet plaats.
Advertentiën voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór éóei uur
aan het bureau bezorgd zijn.
AdvertentiSn20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 17 regels 1.50elke regel meer 20 oent. Reclames 40 cent per regel]
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige
voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis
aan het bureau te bekomen.
Agentsni
Te 's GravenhageDe Gebb. Belikfante te
AmsterdamA. de La Mae Azn.
LEERPLICHT.
Blijkens de memorie van toelichting op het
wetsontwerp, houdende wettelijke bepalingen
tot regeling van den leerplicht, betoogt de
minister, herinnerende aan de verplichting,
in ons Burgerlijk Wetboek aan de ouders op
gelegd hunne kinderen te onderhouden en
op te voeden, dat die rechtsverplichting, niet
in het leven geroepen maar erkend door
de wet, volstrekte vrijheid uitsluit, terwijl de
erkenning van den plicht tevens is de ontken
ning van bet recht, dat van de volstrekte vrij
heid om in stryd daarmede te handelen.
Naar de meening der regeering mag de toe
stand, dat hij, die zijn kind het noodzakelijke
voedsel onthoudt, gevaar loopt met de straf
rechter kennis te maken, maar hij die de
opvoeding van zijn kind geheel verwaarloost,
ongestraft blijft en in het volle bezit van de
ouderlijke macht, niet blijven voortduren.
Reeds is een wetsontwerp ingediend, waarbij
de mogelijkheid wordt geopend om ouders, die
zich om de opvoeding van hun kind niet be
kommeren of het opleiden tot allerlei kwaad,
van de ouderlijke macht te ontzetten, maar
daarmede zal, gelijk de minister aanvoert, niet
genoeg zijn gedaan. De regeering wijst op de
onverantwoordelijke handelwijze van ouders,
die niet zorgen dat hun kinderen geregeld
school gaan of huisonderwijs ontvangen en
ziet in leerplicht een middel om die ouders
tot hun plicht te brengen, waar het bedenke
lijk zou zijn alleen op grond van die verant
woordelijke handelwijs de kinderen aan het
gezag hunner natuurlijke beschermers te ont
trekken.
De min. herinnert, dat ook hier te lande
sind3 jaren op invoering van leerplicht is aan
gedrongen, maar tot heden te vergeefs. Een
overzicht gevende van de pogingen, sinds 1878
daartoe gedaan, betoogt hij dat het belang van
het opkomende geslacht in hooge mate bij in
voering van leer- of schoolplicht betrokken is.
Van de school, ook van de beste ingerichte,
mag niet te veel worden verwacht; zij zal
altijd slechts een zwak tegenwicht vormen
tegen het gemis aan, of de verkeerdheden van
de huiselijke opvoeding. Een feit is het dat
het goede zaad, in de school uitgestrooid, door
slechte invloeden en voorbeelden daarbuiten
grootendeels verstikt wordt.
De regeering nu meent dat juist ongun
stige sociale omstandigheden, zooals verwaar-
loozing van het kind te huis, Staatstusschen-
komst te meer wettigen. Liet de opvoeding
niet in zoovele huisgezinnen te wenschen over,
jlan zon leerplicht nog eerder kunnen worden
gemist. Gaan verwaarloozing te huis en onge
regeld schoolbezoek samen, dan is het zoo
goed als zeker dat de kinderen te gronde gaan.
Verder betoogt de minister dat het Staats
belang niet minder overwegend de invoering
van leer- of schoolplicht vordert. Wat ons
volk in de naaste toekomst zal praesteeren
hangt voor een groot deel af van hetgeen het
opkomend geslacht zal zijn. Een volk, dat
slecht onderwezen wordt, ia niet in staat te
concurreeren in den vreedzamen wedstrijd der
volkeren. Zelfs financieel zoo stelt de
minister in 't licht heeit de Staat belang
bij invoering van leerplicht, daar, hoewel nie
mand zich de illusie kan maken dat voor de
verzachting van de gevolgen van armoede,
misdaad en ellende geen gelden meer noodig
zullen zijn, indien het schoolverzuim tot een
minimum wordt gereduceerd en het lager
onderwijs meer voldoende wordt als dan
toch één factor die aan de armenbedeeling en
aan de gevangenissen steeds nieuw voedsel
verstrekt, zal zijn weggenomen. Voorts is bij
de zaak bet Staatsbelang verbonden, dat wel
licht tot ontwikkeling zullen gebracht komen de
in het volk sluimerende intellectueele krachten.
De regeering wijst op de waarschijnlijkheid,
dat er thans onder de duizenden, die door on
verschilligheid van hunne ouders veroordeeld
zijn in onkunde voort te leven, meerdere
gevonden worden, die bij voldoende ontwik
keling tot iets groots waren bestemd en dat
er onder de verstooten proletariërs allicht
mannen opgroeien die, zoo zij slechts onder
wijs hadden genoten, het menschdom zouden ver
rijken met uitvindingen, waarvan nog het na
geslacht de vruchten zou plukken.
De regeering betoogt dat door invoering van
leerplicht inzonderheid de lagere klassen in
hare vrijheid worden beperkt. De meergegoede
zullen van leerplicht weinig bemerken. De
dwangmiddelen zullen dus voornamlijk worden
toegepast tegen onvermogende ouders. Doch
daarom kan niet mot grond worden beweerd,
dat d6 leerplicht vooral tegen de lagere klas
sen gericht is, daar de onvermogenden het
meest door de gevolgen van leerplicht zullen
worden gebaat. De minister wijst er op dat
juist uit de kringen der werklieden de groote
aandrang naar leerplicht kwam.
Uitvoerig betoogt de regeering, ook met
cijfers, dat in Nederland de omvang van het
schoolverzuim de invoering van leer- en school
plicht rechtvaardigt. O. a. wordt medegedeeld
dat er op 1 Januari 1897 van de kinderen
boven de 6 en beneden de 12 jaren 26840 jon
gens en 32880 meisjes waren die in 't geheel
geen lagere school of huisonderwijs genoten.
Echter is gebleken dat er vele oorzakeD,
zijn die ook bij invoering van leerplicht tot
vrijstelling zullen moeten leiden. Van veel
meer beteekenis echter dan het absolute, acht
de regeering het relatieve schoolverzuim. Wat
daaromtrent, bij gemis aan een volledige sta
tistiek bekend is, doet zien dat dit kwaad
over het geheele land nog altijd groot is.
De vraag ot verbodsbepalingen tot het tegen
gaan van kinderarbeid de invoering van leer
plicht niet overbodig maken, acht de regeering
niet voor bevestiging vatbaar.
In het wetsontwerp wordt de vraagzullen
de ouders gedwongen worden hunne kinderen
te zenden naar een openbare school, waar
onderwijs wordt gegeven in eene richting die
zij verkeerd achten, indien zij voor hun kind
op eene school in hunnen geest geen plaats
kunnen bekomen? ontkennend beantwoord. De
minister oordeelt, dat ernstige bemoedsbezwaren
kunnen worden geëerbiedigd, zonder dat men
behoeft te vreezen, dat daardoor de wet een
groot deel van haar effect zal verliezen. Bij
het onderzoek naar het volstrekte schoolver
zuim van circa 60.000 kinderen op 1 Januari
1897 werd slechts in 13 gevallen opgegeven
gemoedsbezwaren. En alleen het volstrekte
schoolverzuim komt hier in aanmerking. Door
de voorgestelde regeling wordt getracht aan
den eenen kant hen die in gemoede bezwaar
hebben hunne kinderen naar een zekere school
te zenden, te vrijwaren tegen vervolging, aan
den anderen kant te waken, dat niet dergelijke
bezwaren met gunstig gevolg als voorwendsel
kunnen worden aangegrepen om aan de wet
telijke verplichting te ontkomen.
Er op wijzende dat het aantal kinderen, die
niet school gaan, omdat zij niet gevaccineerd
zijn, groot is, zegt de minister dat hij bij de
overweging van deze qnaestie de voorkeur
beeft gegeven aan het verleenen van vrijstelling
aan de ouders, die hunne kindereu liever van
onderwijs verstoken laten dan hen te laten
vaccineeren, boven het tegelijkertijd voordragen
eener wijziging van de wet op de besmette
lijke ziekten. Daardoor wordt met betrekking
tot een qnaestie, die tot zooveel verschil van
gevoelen aanleiding geeft, het status quo ge
handhaafd.
De regeering ontkent niet dat invoering van
leerplicht zal leiden tot nieuwe uitgaven in
het belang van het onderwijs, o. a. voor ver
meerdering van schoollokaliteit, meer personeel,
billijke verhooging van de bijdragen voor het
bijzonder onderwijs.
A T J E H.
De correspondent der N. R. Ct. te Batavia
seint onder dagteekening van 15 dezer
Resident Van Langen op Atjeh heeft ont
slag gevraagd. Snouck Hurgronje is daarheen
gecommitteerd.
Het blad teekent hierbij het volgende aan
„Het verzoek om ontslag van generaal majoor
Van Vliet als gouverneur van Atjeb, nadat hij
den 15en Februari naar Batavia vertrokken
is, nu gevolgd door hetzelfde bericht over den
resident van Atjeh, den heer Van Langen, doet
vermoeden, dat zij beiden het niet eens zijn
met de plannen, die de Gouverneur-Generaal
ten opzichte van Noord-Sumatra koestert. Wij
hopen intusschen van harte dat dit niet het
geval moge wezen.
De zending van den heer Snouck Hurgronje
schijnt erop te wijzen, dat zooveel mogelijk in
samenwerking met de rechtmatige hoofden der
bevolking opgetreden zal worden tegen de
partij der oelama's of geestelijke drijvers en
opstookers, die eerst recht het hoofd opstaken,
toen wij achter de geconcentreerde linie terug
weken en die sedert de bevolking tegen ons
ophitsten. Dat de bevolking, buiten hun invloed
gebracht, zich rustig houdt, werd gedurende
de laatste maanden in het van geestdrijvers
gezuiverde gebied van Groot-Atjeh bewezen.
Als er strijd gevoerd mocht worden in de
Pedirsche landschappen, en de vele verkennin
gen in die riching wijzen daarop, dan zal het
zijn tegen den invloed dier oelama's en dan zal
de heer Snouck de man moeten zijn, die daarbij
de goede verstandhouding tuaschen ons en de
wettige hoofden en de rustige bevolking zal
moeten trachten te verkrijgen.
Of deze gevolgtrekkingen uit de korte tele
grammen juist zijn, zal de toekomst moeten
leeren."
De Atjeh-correspondent van de Sum. Ct.
schrijft naar aanleiding van bet vertrek van
kolonel Van Vliet naar Batavia
„Met de oostboot, die waarschijnlijk op den
15en Februari van 01eh-leh vertrokken is, ver
trok naar Batavia de gouverneur van Atjeh.
Hij gaat daarheen ingevolge speciale opdracht
van den gouverneur-generaal. Aangaande de te
behandelen zaken wordt heel wat gefluisterd.
Zelfs moeten er onaangename persoons-kwesties
bedisseld worden, maar zekerheid dienaangaan
de schijnt niemand te hebben, dus zal ik die
geruchten laten wegsterven. Spoedig genoeg
zal blijken waarom het, behalve de bekende
hoofdzaak, nog te doen is geweest. Gedurende
de afwezigheid van den gouverneur zal de
resident voor de Atjehsche zaken te Kota-
Radja belast zijn met het civiele bestuur, ter
wijl de luitenant-kolonel van den generalen
staf G. W. Beeger de militaire aangelegenheden
zal afdoen."
De berichten, die de mail nit Atjeh
brengt, hebben nog betrekking op de tochten
ondernomen tegen Toekoe Oemar bij zijn heen
en weer trekken naar Pedir.
Melding makend van het wederoptreden der
vijandelijke benden in Atjeb, schrijft de corres
pondent der Sum. Ct. ook nog
.Ontkend kan niet worden, dat het verzet
of de strijd geen enkele keer meer dat ernstige
karakter aanneemt, zooals in de dagen, toen er
nog geloof in en vertrouwen op eigan kracht
bij den vijand inzat. Niet dan flauw zijn de
pogingen, die hij tegen ons in 't werk stelt."
Men schgnt algemeen te verwachten dat in
April e. k. de tocht tegen Pedir zal worden
ondernomen.
BEKOEMINGM EAZ.
Bij kon. besluit zijn in hunnen rang over
geplaatst bij het regiment grenadiers en jagers
luit.-kol. G. A. de Bruyn, van het 3de, en
majoor K. F. A. van de Wall, van het 5de
reg. inf.
De overplaatsing van eerstgenoemden officier
is nog in een deel der oplaag van ons vorig
nommer medegedeeld.
ij kon. besluit is het tractement van com
miezen der posterijen en van die der telegrafie
van de 2., 3. en 4. kl., benevens van de com
miezen der posterijen en telegrafie in het bezit
van het post- of telegraafradicaal, met f 100
verhoogd, en bepaald dat deze verhooging zal
gerekend worden te zijn ingegaan met 1
Januari jl.
Verder ia de vergoeding, toe te kennen aan
ambtenaren der posteryen en telegrafie, bij ver
plaatsing in het belang van den dienst, in of
buiten de standplaats, bepaald op hoogstens
f 250, indien het tractement f 3000 of minder be
draagt, en een twaalfde van de jaarwedde, aan
de nieuwe betrekking verbonden, voor tracte-
menten boven
UIT STAD EN PROVINCIE.
Prov. blad no. 38 bevat eene circulaire
van Gedeputeerde Staten aan de verschillende
gemeentebesturen, houdende mededeeling van
het besluit van den gemeenteraad van Scher
pe n i s s e, tot het instellen eener veemarkt op
den derdeu Maandag der maanden Juni en
Mocht tegen dat besluit bezwaar bestaan,
dan dient dit vóór 31 Maart te worden mede-
De gemeentebesturen, -van welke op dat
tijdstip geen bericht is ingekomen, zullen ge
acht worden geene bezwaren te hebben.
Aan de uitvoering voor kinderen, heden
middag in de Concert- én gehoorzaal alhier
door de Hand-Bell Ringers gegeven, viel slechts
een matig bezoek ten deel.
Door de vooruitstrevende liberalen te
Goes is thans eene kiesvereeniging opgericht
onder den naam van Vooruitgang. Zij is aan
gesloten by de Liberale Unie.
Het bestuur bestaat nit de heeren A. A. ter
Haar, A. W. A. Ross en M. den Hollander als
voorzitter, secretaris en penningmeester.
Men meldt ons uit Bruinisse:
In eene Dinsdagavond gehouden vergadering
van den kerkeraad, die door den heer Frederiks
nit Middelburg werd bijgewoond, is besloten
de oude kerk te behouden en te doen
restaureeren, volgens de plannen van de heeren
dr Cuypera c. s.
De vorige week werden te Koewacht
in een sloot een half dozijn doode hazen ge
vonden. Een onderzoek bracht aan 't licht,
dat de dieren zich te goed hadden gedaan op
een klaverveld, bestrooid met de bekende
klaver-guano.
In de Maandagnamiddag te Aarden-
bnrg gohnndon roadonitting- word bcolotcn
tot uitgifte van een perceel grond in erfpacht
aan J. F. Rijckaert, teneinde daarop een woon
huis te stichten.
Nu de machtiging van Ged. Staten ver
kregen was tot het treffen eener overeen
komst met Sluis, kon de gemeenschappelijke
regeling omtrent het begraven van lijken
uit Oud-Heille op de begraafplaatsen te
Aardenburg worden vastgesteld. Een verzoek
van St. Kruis nopens die aangelegenheid werd
gewezen van de hand.
De instructie van den gemeente-archivaris
werd in dien zin gewijzigd, dat die ambtenaar
voortaan ook in den namiddag van Maandag,
Woensdag en Vrijdag toegang zal hebben tot
het archief.
De weg langs het trottoir buiten de Kaai-
poort zal worden verzand, terwijl eene strook
gronds in het Mauritsdreefje in ertpaebt zal
gevraagd worden tot aanleg van een voetpad.
Het riool tusschen de erven van Mabezoone en
Pieters in de Landstraat zal worden hersteld.
Nog werd besloten de ingezetenen binnen
enkele dagen bijeen te roepen tot bespreking
der feestviering by gelegenheid der inhuldiging
van H. M. de Koningio.
Bij de gewone omvraag door den voorzitter
vroeg de oudste wethouder, de heer De Graaff,
het woord en gaf een beknopte schets van al
betgeen in het laatste tiental jaren in de ge
meente was voorgevallen met betrekking tot
de veranderingen, welke in het personeel van
den raad en de ambtenaren der gemeente waren
voorgekomen, en van de vele gewichtige be
sluiten, welke in dat tijdperk Waren genomen
Daarop ging de spreker aldus voort„Zie
daar, geachte medestrijders voor de belangen
der gemeente, een beknopt overzicht van
de niet gewone zaken, waaraan ieder onzer
in meerdere of mindere mate heeft mede
gewerkt, in het laatste tiental jaren tot stand
gebracht. Voor vele der opgenoemde zaken
zijn groote geldsommen verlegd en ten deele
nog verschuldigd. Toch is het financieele even
wicht niet alleen behouden gebleven, maar is
de gemeente in aanzien zoodanig vooruit ge
gaan, dat zij met iedere andere in ons district
kan wedijveren. Meer hiervan te zeggen vind
ik ongepast, bevreesd ons een eigen krans te
zullen vlechten.
Maar waartoe dit alles medegedeeld Het
is heden de eerste raadsvergadering na ver
loop van het tiental jaren, dat de heer mr P.
C. J. Henneqnin tot burgemeester onzer ge
meente is benoemdeene gebeurtenis die ik
meende niet stilzwijgend te mogen laten voor
bijgaan. Alzoo, geachte voorzitter, zijt u met
ons en onze voorgangers volle tien jaren werk
zaam geweest. Gij hebt door woorden en daden
getoond dat de belangen onzer gemeente u ter
harte gaan. Is het waar dat een of meer onzer
in slechts enkele gevallen te recht often onrechte
uwe zienswijze niet deelden, het zelfde znlt
u mogelijk ook van ons of sommigen onzer
knnnen getuige»; in elk geval zjjn door one
verschil van zienswijze de belangen der ge
meente niet geschaad. Vergun mij, zeker uit ona
aller naam, u hartelijk dank te zeggen voor
de groote welwillendheid, die wij van u hebben
ondervonden, maar bovenal voor het vele goede,
dat door u ten behoeve van onze gemeente ia
gedaan.
Ons aller wensch is u nog vele jaren ala
hoofd onzer gemeente te behouden, omdat wij
er niet aau twijfelen, of u zult met onver-
flauwden ijver voortgaan om den bloei der
gemeente te doen toenemen. Worde u daarvoor
de noodige kracht in ruime mate geschonken!
Onzerzijds geven wij u de verzekering dat,
waar wij uwe taak kunnen vergemakkelijken,
ons dit zal zijn niet enkel een plicht maar
ook eene eere. Door onze vereende krachten
bevorderen wij zoowel de belangen der ge
meente als die van hare ingezetenen. Zoo zij het 1"
Nadat de leden der vergadering deze rede
voering met applaus hadden begroet, dankte
de voorzitter getroffen door deze onverwachte
hulde. Hg had zich ook wel herinnerd, dat hij
op 21 Februari 11. tien jaren hier was werk
zaam geweest, maar had er niet op gerekend
dat dit feit zou herdacht worden.
Spreker betuigde dat hy voor de gemeente
had gedaan, wat zyne hand vond om te doen,
doch dat hg niet zooveel had kunnen tot stand
brengen zonder de hulp van hen, die hem in
het bestuur' der gemeente ter zijde stonden.
Door combinatie van allerlei werkzaamheden
kwam soms niet alles tot uitvoering, wat hij
zich had voorgesteld, doch de vriendeiykheid
van hen, met wie hg samen werkte en die
zijne taak hielpen verlichten, rekende het hem
niet toe wanneer hg in sommige opzichten mocht
zyn te kort geschoten.
Hij dankte alle leden van het gemeentebe
stuur voor hunne medewerking en hoopte dat
ieder van hen hem steeds zal waarschuwen,
waar hg in de vervulling van zijn plicht mocht
dreigen te kort te schieten.
Hij drukte den wensch nit, dat allen mogen
blijven samenwerken om de belangen der ge
meente te helpen bevorderen.
Hierna werd de zitting gesloten.
Te Sluis is Dinsdag morgen met een
sleepnet nit de kade opgehaald het ïyk van
zekeren F. W., een ongehuwd boerenknecht,
die sedert Zondag avond werd vermist en
wiens pet men Maandag drijvende vond. Het
lijk is naar het gasthuis gebracht. De sterke
drank schgnt ook in deze een rol gespeeld te
hebben.
Natuurkundig Gezelschap.
Het onderwerp, door dr H. Japikse te behan
delen op de 11. Maandag gehouden bijeenkomst
van dit Gezelschap, t. w. het telegrafetren zonder
draad, had een groot aantal belangstellenden
in het auditorium voor Physica der R. H. B. S.
verzameld.
De spreker ving zijn voordracht aan met
een korte beschrijving van de inrichting en
werking der gewone Morse-telegraaf. Door een
druk op den sleutel in het seinende station
wordt een stroom gesloten, die een electro-
magueet op het ontvangende station in werking
stelt. Hierdoor wordt een andere stroom ge
sloten, waarin een 2e electromagneet, welke
laatste nu een hefboom aantrekt, welks ander
uiteinde een bewegende rol papier even tegen
een inktrol drukt. Op die wijze ontstaan stip
pen en stTepen, door combinatie waarvan men
letters en woorden vormt.
Bij de telegraaf van Marconi bestaat er tus
schen den seingever en seinontvanger geen
draadhet overbrengen van telegraphische
seinen geschiedt hier door voortplanting van
electrische trillingen.
De spreker bracht nu allereerst het wezen
en de eigenschappen dezer electrische trillingen
in herinnering, waarvan vooral door H. Hertz waa
aangetoond, dat zij in aard overeenkomen met
geluide-, licht- en warmtetrillingen, b. v. zich,
evenals deze, in rechte stralen voortplanten. De
trillingsduur .is nog langzamer dan bij warmte-
en lichttrillingen. Alle verschijnselen, die
men bij andere trillingen waarneemt, als
breking, interferentie, polarisatie, resoneeren
enz., neemt men ook bg electrische trillingen
waar. Op dit resoneeren, dit „medetrillen"
berust nu Marconi's methode.
Als resonator doet dienst een zoogenaamd
gevoelig contact, d. w. z. een buisje, gevuld
met koper- en nikkelvglsel waartusachen kwik.
Dit buisje is opgenomen in een stroomgeleiding,
maar biedt zooveel weerstand, dat de stroom
niet door kan gaan. Laat men echter op dit
buisje electrische trillingen vallen, dan gaat de
stroom wèl door, en kan deze bv. een seintoestel
of een bel in beweging brengen. Er ontstaat dus
een betere geleiding, wellicht het gevolg van
tal van microscopisch kleine vonkjes, die de
metaaldeeltjes aan hun oppervlakte doen sa
mensmelten. Door een klop op het buisje houdt
stroom weer op; automatisch geschiedt dit
door een hamertje, bewogen door een, in