MIDDELBIRGSCHE COURANT. N°. 64. 14? Jaargang. 1898. Donderdag 17 Maart. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Teestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2.- Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer Middelburg 16 Maart 8 n. vm. 40 gr. 12 u50 gr., av. 4 a.49 gr. F. Verw. W. wind. Middelburg 16 Maart. De rijksmiddelen zijn ook in Februari stijgende gebleven. Zij gaven 425.000 ineer dan dezelfde maand van 1897, waardoor het totaal van Jan. en Febr. een stijging van 16 ton bij de ongunstige gelijknamige maanden van 1897 aantoont. Tot de stijging in Februari hebben de directe belastingen zeker bet hunne niet bijge dragen. Die staan op de lijst met een tekort van f 328.000, bijna alleen te wijten aan een zeer natuurlijke oorzaak: de verandering van het dienstjaar bij het personeel. In Februari i '97 kwam nog f 332.720 in wegens het op 1 Ja nuari '97 afgebroken dienstjaar 1896/97. Maar in de jongste maanden werd niets betaald op het nieuwe dienstjaar, waarvoor de biljetten nog niet zijn uitgereikt, terwijl in Febr. slechts f 47.500 inkwam, als aanzuivering van hen die in 1897 nalatig waren gebleven. Voegt men daarbij een niet verklaarden teruggang van f 38.000 bij de vermogensbe lasting, dan is het tekort bij de directe belas- stingen voldoende blootgelegd. De invoerrechten gaven f 23.000 meer, maar de accijnzen stegen f 760.000. Dat is grootendeels het gevolg van de suiker, want van de andere accijnzen is het geslacht f 26.000 gestegen en het gedistilleerd f 54.000. Onder den invloed van de nieuwe regeling van de suiker belasting steeg de opbrengst van f 430.000 tot f 1.093.000 (zonder aftrek van de premies.) Als men nu weet dat de twee maanden van '97 samen nog f 77.000 minder gaven dan Februari 1898 alleen, dan is het niet te verwonderen, dat dit middel nu reeds 14 ton boven het vorige jaar staat. Van de indirecte belastingen toont de altijd wisselvallige successie een achteruitgang van f 170.000, maar het zegel haalde f 23.000 op, de registratie f 52.000 en de hypotheek f 5000, zoodat het verlies tot f 90.000 is gereduceerd. Van de kleinere middelen stegende domei nen f 7000, de posterijen 33.000, de telegraaf f 14.000. Andere veranderingen van beteekenis hadden niet plaats. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór éóei uur aan het bureau bezorgd zijn. AdvertentiSn20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.50elke regel meer 20 oent. Reclames 40 cent per regel] Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis aan het bureau te bekomen. Agentsni Te 's GravenhageDe Gebb. Belikfante te AmsterdamA. de La Mae Azn. LEERPLICHT. Blijkens de memorie van toelichting op het wetsontwerp, houdende wettelijke bepalingen tot regeling van den leerplicht, betoogt de minister, herinnerende aan de verplichting, in ons Burgerlijk Wetboek aan de ouders op gelegd hunne kinderen te onderhouden en op te voeden, dat die rechtsverplichting, niet in het leven geroepen maar erkend door de wet, volstrekte vrijheid uitsluit, terwijl de erkenning van den plicht tevens is de ontken ning van bet recht, dat van de volstrekte vrij heid om in stryd daarmede te handelen. Naar de meening der regeering mag de toe stand, dat hij, die zijn kind het noodzakelijke voedsel onthoudt, gevaar loopt met de straf rechter kennis te maken, maar hij die de opvoeding van zijn kind geheel verwaarloost, ongestraft blijft en in het volle bezit van de ouderlijke macht, niet blijven voortduren. Reeds is een wetsontwerp ingediend, waarbij de mogelijkheid wordt geopend om ouders, die zich om de opvoeding van hun kind niet be kommeren of het opleiden tot allerlei kwaad, van de ouderlijke macht te ontzetten, maar daarmede zal, gelijk de minister aanvoert, niet genoeg zijn gedaan. De regeering wijst op de onverantwoordelijke handelwijze van ouders, die niet zorgen dat hun kinderen geregeld school gaan of huisonderwijs ontvangen en ziet in leerplicht een middel om die ouders tot hun plicht te brengen, waar het bedenke lijk zou zijn alleen op grond van die verant woordelijke handelwijs de kinderen aan het gezag hunner natuurlijke beschermers te ont trekken. De min. herinnert, dat ook hier te lande sind3 jaren op invoering van leerplicht is aan gedrongen, maar tot heden te vergeefs. Een overzicht gevende van de pogingen, sinds 1878 daartoe gedaan, betoogt hij dat het belang van het opkomende geslacht in hooge mate bij in voering van leer- of schoolplicht betrokken is. Van de school, ook van de beste ingerichte, mag niet te veel worden verwacht; zij zal altijd slechts een zwak tegenwicht vormen tegen het gemis aan, of de verkeerdheden van de huiselijke opvoeding. Een feit is het dat het goede zaad, in de school uitgestrooid, door slechte invloeden en voorbeelden daarbuiten grootendeels verstikt wordt. De regeering nu meent dat juist ongun stige sociale omstandigheden, zooals verwaar- loozing van het kind te huis, Staatstusschen- komst te meer wettigen. Liet de opvoeding niet in zoovele huisgezinnen te wenschen over, jlan zon leerplicht nog eerder kunnen worden gemist. Gaan verwaarloozing te huis en onge regeld schoolbezoek samen, dan is het zoo goed als zeker dat de kinderen te gronde gaan. Verder betoogt de minister dat het Staats belang niet minder overwegend de invoering van leer- of schoolplicht vordert. Wat ons volk in de naaste toekomst zal praesteeren hangt voor een groot deel af van hetgeen het opkomend geslacht zal zijn. Een volk, dat slecht onderwezen wordt, ia niet in staat te concurreeren in den vreedzamen wedstrijd der volkeren. Zelfs financieel zoo stelt de minister in 't licht heeit de Staat belang bij invoering van leerplicht, daar, hoewel nie mand zich de illusie kan maken dat voor de verzachting van de gevolgen van armoede, misdaad en ellende geen gelden meer noodig zullen zijn, indien het schoolverzuim tot een minimum wordt gereduceerd en het lager onderwijs meer voldoende wordt als dan toch één factor die aan de armenbedeeling en aan de gevangenissen steeds nieuw voedsel verstrekt, zal zijn weggenomen. Voorts is bij de zaak bet Staatsbelang verbonden, dat wel licht tot ontwikkeling zullen gebracht komen de in het volk sluimerende intellectueele krachten. De regeering wijst op de waarschijnlijkheid, dat er thans onder de duizenden, die door on verschilligheid van hunne ouders veroordeeld zijn in onkunde voort te leven, meerdere gevonden worden, die bij voldoende ontwik keling tot iets groots waren bestemd en dat er onder de verstooten proletariërs allicht mannen opgroeien die, zoo zij slechts onder wijs hadden genoten, het menschdom zouden ver rijken met uitvindingen, waarvan nog het na geslacht de vruchten zou plukken. De regeering betoogt dat door invoering van leerplicht inzonderheid de lagere klassen in hare vrijheid worden beperkt. De meergegoede zullen van leerplicht weinig bemerken. De dwangmiddelen zullen dus voornamlijk worden toegepast tegen onvermogende ouders. Doch daarom kan niet mot grond worden beweerd, dat d6 leerplicht vooral tegen de lagere klas sen gericht is, daar de onvermogenden het meest door de gevolgen van leerplicht zullen worden gebaat. De minister wijst er op dat juist uit de kringen der werklieden de groote aandrang naar leerplicht kwam. Uitvoerig betoogt de regeering, ook met cijfers, dat in Nederland de omvang van het schoolverzuim de invoering van leer- en school plicht rechtvaardigt. O. a. wordt medegedeeld dat er op 1 Januari 1897 van de kinderen boven de 6 en beneden de 12 jaren 26840 jon gens en 32880 meisjes waren die in 't geheel geen lagere school of huisonderwijs genoten. Echter is gebleken dat er vele oorzakeD, zijn die ook bij invoering van leerplicht tot vrijstelling zullen moeten leiden. Van veel meer beteekenis echter dan het absolute, acht de regeering het relatieve schoolverzuim. Wat daaromtrent, bij gemis aan een volledige sta tistiek bekend is, doet zien dat dit kwaad over het geheele land nog altijd groot is. De vraag ot verbodsbepalingen tot het tegen gaan van kinderarbeid de invoering van leer plicht niet overbodig maken, acht de regeering niet voor bevestiging vatbaar. In het wetsontwerp wordt de vraagzullen de ouders gedwongen worden hunne kinderen te zenden naar een openbare school, waar onderwijs wordt gegeven in eene richting die zij verkeerd achten, indien zij voor hun kind op eene school in hunnen geest geen plaats kunnen bekomen? ontkennend beantwoord. De minister oordeelt, dat ernstige bemoedsbezwaren kunnen worden geëerbiedigd, zonder dat men behoeft te vreezen, dat daardoor de wet een groot deel van haar effect zal verliezen. Bij het onderzoek naar het volstrekte schoolver zuim van circa 60.000 kinderen op 1 Januari 1897 werd slechts in 13 gevallen opgegeven gemoedsbezwaren. En alleen het volstrekte schoolverzuim komt hier in aanmerking. Door de voorgestelde regeling wordt getracht aan den eenen kant hen die in gemoede bezwaar hebben hunne kinderen naar een zekere school te zenden, te vrijwaren tegen vervolging, aan den anderen kant te waken, dat niet dergelijke bezwaren met gunstig gevolg als voorwendsel kunnen worden aangegrepen om aan de wet telijke verplichting te ontkomen. Er op wijzende dat het aantal kinderen, die niet school gaan, omdat zij niet gevaccineerd zijn, groot is, zegt de minister dat hij bij de overweging van deze qnaestie de voorkeur beeft gegeven aan het verleenen van vrijstelling aan de ouders, die hunne kindereu liever van onderwijs verstoken laten dan hen te laten vaccineeren, boven het tegelijkertijd voordragen eener wijziging van de wet op de besmette lijke ziekten. Daardoor wordt met betrekking tot een qnaestie, die tot zooveel verschil van gevoelen aanleiding geeft, het status quo ge handhaafd. De regeering ontkent niet dat invoering van leerplicht zal leiden tot nieuwe uitgaven in het belang van het onderwijs, o. a. voor ver meerdering van schoollokaliteit, meer personeel, billijke verhooging van de bijdragen voor het bijzonder onderwijs. A T J E H. De correspondent der N. R. Ct. te Batavia seint onder dagteekening van 15 dezer Resident Van Langen op Atjeh heeft ont slag gevraagd. Snouck Hurgronje is daarheen gecommitteerd. Het blad teekent hierbij het volgende aan „Het verzoek om ontslag van generaal majoor Van Vliet als gouverneur van Atjeb, nadat hij den 15en Februari naar Batavia vertrokken is, nu gevolgd door hetzelfde bericht over den resident van Atjeh, den heer Van Langen, doet vermoeden, dat zij beiden het niet eens zijn met de plannen, die de Gouverneur-Generaal ten opzichte van Noord-Sumatra koestert. Wij hopen intusschen van harte dat dit niet het geval moge wezen. De zending van den heer Snouck Hurgronje schijnt erop te wijzen, dat zooveel mogelijk in samenwerking met de rechtmatige hoofden der bevolking opgetreden zal worden tegen de partij der oelama's of geestelijke drijvers en opstookers, die eerst recht het hoofd opstaken, toen wij achter de geconcentreerde linie terug weken en die sedert de bevolking tegen ons ophitsten. Dat de bevolking, buiten hun invloed gebracht, zich rustig houdt, werd gedurende de laatste maanden in het van geestdrijvers gezuiverde gebied van Groot-Atjeh bewezen. Als er strijd gevoerd mocht worden in de Pedirsche landschappen, en de vele verkennin gen in die riching wijzen daarop, dan zal het zijn tegen den invloed dier oelama's en dan zal de heer Snouck de man moeten zijn, die daarbij de goede verstandhouding tuaschen ons en de wettige hoofden en de rustige bevolking zal moeten trachten te verkrijgen. Of deze gevolgtrekkingen uit de korte tele grammen juist zijn, zal de toekomst moeten leeren." De Atjeh-correspondent van de Sum. Ct. schrijft naar aanleiding van bet vertrek van kolonel Van Vliet naar Batavia „Met de oostboot, die waarschijnlijk op den 15en Februari van 01eh-leh vertrokken is, ver trok naar Batavia de gouverneur van Atjeh. Hij gaat daarheen ingevolge speciale opdracht van den gouverneur-generaal. Aangaande de te behandelen zaken wordt heel wat gefluisterd. Zelfs moeten er onaangename persoons-kwesties bedisseld worden, maar zekerheid dienaangaan de schijnt niemand te hebben, dus zal ik die geruchten laten wegsterven. Spoedig genoeg zal blijken waarom het, behalve de bekende hoofdzaak, nog te doen is geweest. Gedurende de afwezigheid van den gouverneur zal de resident voor de Atjehsche zaken te Kota- Radja belast zijn met het civiele bestuur, ter wijl de luitenant-kolonel van den generalen staf G. W. Beeger de militaire aangelegenheden zal afdoen." De berichten, die de mail nit Atjeh brengt, hebben nog betrekking op de tochten ondernomen tegen Toekoe Oemar bij zijn heen en weer trekken naar Pedir. Melding makend van het wederoptreden der vijandelijke benden in Atjeb, schrijft de corres pondent der Sum. Ct. ook nog .Ontkend kan niet worden, dat het verzet of de strijd geen enkele keer meer dat ernstige karakter aanneemt, zooals in de dagen, toen er nog geloof in en vertrouwen op eigan kracht bij den vijand inzat. Niet dan flauw zijn de pogingen, die hij tegen ons in 't werk stelt." Men schgnt algemeen te verwachten dat in April e. k. de tocht tegen Pedir zal worden ondernomen. BEKOEMINGM EAZ. Bij kon. besluit zijn in hunnen rang over geplaatst bij het regiment grenadiers en jagers luit.-kol. G. A. de Bruyn, van het 3de, en majoor K. F. A. van de Wall, van het 5de reg. inf. De overplaatsing van eerstgenoemden officier is nog in een deel der oplaag van ons vorig nommer medegedeeld. ij kon. besluit is het tractement van com miezen der posterijen en van die der telegrafie van de 2., 3. en 4. kl., benevens van de com miezen der posterijen en telegrafie in het bezit van het post- of telegraafradicaal, met f 100 verhoogd, en bepaald dat deze verhooging zal gerekend worden te zijn ingegaan met 1 Januari jl. Verder ia de vergoeding, toe te kennen aan ambtenaren der posteryen en telegrafie, bij ver plaatsing in het belang van den dienst, in of buiten de standplaats, bepaald op hoogstens f 250, indien het tractement f 3000 of minder be draagt, en een twaalfde van de jaarwedde, aan de nieuwe betrekking verbonden, voor tracte- menten boven UIT STAD EN PROVINCIE. Prov. blad no. 38 bevat eene circulaire van Gedeputeerde Staten aan de verschillende gemeentebesturen, houdende mededeeling van het besluit van den gemeenteraad van Scher pe n i s s e, tot het instellen eener veemarkt op den derdeu Maandag der maanden Juni en Mocht tegen dat besluit bezwaar bestaan, dan dient dit vóór 31 Maart te worden mede- De gemeentebesturen, -van welke op dat tijdstip geen bericht is ingekomen, zullen ge acht worden geene bezwaren te hebben. Aan de uitvoering voor kinderen, heden middag in de Concert- én gehoorzaal alhier door de Hand-Bell Ringers gegeven, viel slechts een matig bezoek ten deel. Door de vooruitstrevende liberalen te Goes is thans eene kiesvereeniging opgericht onder den naam van Vooruitgang. Zij is aan gesloten by de Liberale Unie. Het bestuur bestaat nit de heeren A. A. ter Haar, A. W. A. Ross en M. den Hollander als voorzitter, secretaris en penningmeester. Men meldt ons uit Bruinisse: In eene Dinsdagavond gehouden vergadering van den kerkeraad, die door den heer Frederiks nit Middelburg werd bijgewoond, is besloten de oude kerk te behouden en te doen restaureeren, volgens de plannen van de heeren dr Cuypera c. s. De vorige week werden te Koewacht in een sloot een half dozijn doode hazen ge vonden. Een onderzoek bracht aan 't licht, dat de dieren zich te goed hadden gedaan op een klaverveld, bestrooid met de bekende klaver-guano. In de Maandagnamiddag te Aarden- bnrg gohnndon roadonitting- word bcolotcn tot uitgifte van een perceel grond in erfpacht aan J. F. Rijckaert, teneinde daarop een woon huis te stichten. Nu de machtiging van Ged. Staten ver kregen was tot het treffen eener overeen komst met Sluis, kon de gemeenschappelijke regeling omtrent het begraven van lijken uit Oud-Heille op de begraafplaatsen te Aardenburg worden vastgesteld. Een verzoek van St. Kruis nopens die aangelegenheid werd gewezen van de hand. De instructie van den gemeente-archivaris werd in dien zin gewijzigd, dat die ambtenaar voortaan ook in den namiddag van Maandag, Woensdag en Vrijdag toegang zal hebben tot het archief. De weg langs het trottoir buiten de Kaai- poort zal worden verzand, terwijl eene strook gronds in het Mauritsdreefje in ertpaebt zal gevraagd worden tot aanleg van een voetpad. Het riool tusschen de erven van Mabezoone en Pieters in de Landstraat zal worden hersteld. Nog werd besloten de ingezetenen binnen enkele dagen bijeen te roepen tot bespreking der feestviering by gelegenheid der inhuldiging van H. M. de Koningio. Bij de gewone omvraag door den voorzitter vroeg de oudste wethouder, de heer De Graaff, het woord en gaf een beknopte schets van al betgeen in het laatste tiental jaren in de ge meente was voorgevallen met betrekking tot de veranderingen, welke in het personeel van den raad en de ambtenaren der gemeente waren voorgekomen, en van de vele gewichtige be sluiten, welke in dat tijdperk Waren genomen Daarop ging de spreker aldus voort„Zie daar, geachte medestrijders voor de belangen der gemeente, een beknopt overzicht van de niet gewone zaken, waaraan ieder onzer in meerdere of mindere mate heeft mede gewerkt, in het laatste tiental jaren tot stand gebracht. Voor vele der opgenoemde zaken zijn groote geldsommen verlegd en ten deele nog verschuldigd. Toch is het financieele even wicht niet alleen behouden gebleven, maar is de gemeente in aanzien zoodanig vooruit ge gaan, dat zij met iedere andere in ons district kan wedijveren. Meer hiervan te zeggen vind ik ongepast, bevreesd ons een eigen krans te zullen vlechten. Maar waartoe dit alles medegedeeld Het is heden de eerste raadsvergadering na ver loop van het tiental jaren, dat de heer mr P. C. J. Henneqnin tot burgemeester onzer ge meente is benoemdeene gebeurtenis die ik meende niet stilzwijgend te mogen laten voor bijgaan. Alzoo, geachte voorzitter, zijt u met ons en onze voorgangers volle tien jaren werk zaam geweest. Gij hebt door woorden en daden getoond dat de belangen onzer gemeente u ter harte gaan. Is het waar dat een of meer onzer in slechts enkele gevallen te recht often onrechte uwe zienswijze niet deelden, het zelfde znlt u mogelijk ook van ons of sommigen onzer knnnen getuige»; in elk geval zjjn door one verschil van zienswijze de belangen der ge meente niet geschaad. Vergun mij, zeker uit ona aller naam, u hartelijk dank te zeggen voor de groote welwillendheid, die wij van u hebben ondervonden, maar bovenal voor het vele goede, dat door u ten behoeve van onze gemeente ia gedaan. Ons aller wensch is u nog vele jaren ala hoofd onzer gemeente te behouden, omdat wij er niet aau twijfelen, of u zult met onver- flauwden ijver voortgaan om den bloei der gemeente te doen toenemen. Worde u daarvoor de noodige kracht in ruime mate geschonken! Onzerzijds geven wij u de verzekering dat, waar wij uwe taak kunnen vergemakkelijken, ons dit zal zijn niet enkel een plicht maar ook eene eere. Door onze vereende krachten bevorderen wij zoowel de belangen der ge meente als die van hare ingezetenen. Zoo zij het 1" Nadat de leden der vergadering deze rede voering met applaus hadden begroet, dankte de voorzitter getroffen door deze onverwachte hulde. Hg had zich ook wel herinnerd, dat hij op 21 Februari 11. tien jaren hier was werk zaam geweest, maar had er niet op gerekend dat dit feit zou herdacht worden. Spreker betuigde dat hy voor de gemeente had gedaan, wat zyne hand vond om te doen, doch dat hg niet zooveel had kunnen tot stand brengen zonder de hulp van hen, die hem in het bestuur' der gemeente ter zijde stonden. Door combinatie van allerlei werkzaamheden kwam soms niet alles tot uitvoering, wat hij zich had voorgesteld, doch de vriendeiykheid van hen, met wie hg samen werkte en die zijne taak hielpen verlichten, rekende het hem niet toe wanneer hg in sommige opzichten mocht zyn te kort geschoten. Hij dankte alle leden van het gemeentebe stuur voor hunne medewerking en hoopte dat ieder van hen hem steeds zal waarschuwen, waar hg in de vervulling van zijn plicht mocht dreigen te kort te schieten. Hij drukte den wensch nit, dat allen mogen blijven samenwerken om de belangen der ge meente te helpen bevorderen. Hierna werd de zitting gesloten. Te Sluis is Dinsdag morgen met een sleepnet nit de kade opgehaald het ïyk van zekeren F. W., een ongehuwd boerenknecht, die sedert Zondag avond werd vermist en wiens pet men Maandag drijvende vond. Het lijk is naar het gasthuis gebracht. De sterke drank schgnt ook in deze een rol gespeeld te hebben. Natuurkundig Gezelschap. Het onderwerp, door dr H. Japikse te behan delen op de 11. Maandag gehouden bijeenkomst van dit Gezelschap, t. w. het telegrafetren zonder draad, had een groot aantal belangstellenden in het auditorium voor Physica der R. H. B. S. verzameld. De spreker ving zijn voordracht aan met een korte beschrijving van de inrichting en werking der gewone Morse-telegraaf. Door een druk op den sleutel in het seinende station wordt een stroom gesloten, die een electro- magueet op het ontvangende station in werking stelt. Hierdoor wordt een andere stroom ge sloten, waarin een 2e electromagneet, welke laatste nu een hefboom aantrekt, welks ander uiteinde een bewegende rol papier even tegen een inktrol drukt. Op die wijze ontstaan stip pen en stTepen, door combinatie waarvan men letters en woorden vormt. Bij de telegraaf van Marconi bestaat er tus schen den seingever en seinontvanger geen draadhet overbrengen van telegraphische seinen geschiedt hier door voortplanting van electrische trillingen. De spreker bracht nu allereerst het wezen en de eigenschappen dezer electrische trillingen in herinnering, waarvan vooral door H. Hertz waa aangetoond, dat zij in aard overeenkomen met geluide-, licht- en warmtetrillingen, b. v. zich, evenals deze, in rechte stralen voortplanten. De trillingsduur .is nog langzamer dan bij warmte- en lichttrillingen. Alle verschijnselen, die men bij andere trillingen waarneemt, als breking, interferentie, polarisatie, resoneeren enz., neemt men ook bg electrische trillingen waar. Op dit resoneeren, dit „medetrillen" berust nu Marconi's methode. Als resonator doet dienst een zoogenaamd gevoelig contact, d. w. z. een buisje, gevuld met koper- en nikkelvglsel waartusachen kwik. Dit buisje is opgenomen in een stroomgeleiding, maar biedt zooveel weerstand, dat de stroom niet door kan gaan. Laat men echter op dit buisje electrische trillingen vallen, dan gaat de stroom wèl door, en kan deze bv. een seintoestel of een bel in beweging brengen. Er ontstaat dus een betere geleiding, wellicht het gevolg van tal van microscopisch kleine vonkjes, die de metaaldeeltjes aan hun oppervlakte doen sa mensmelten. Door een klop op het buisje houdt stroom weer op; automatisch geschiedt dit door een hamertje, bewogen door een, in

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 1