MIDDELBIIRGSCHE COURANT. N°. 62 141" Jaargang. 1898. Dinsdag 15 Maart. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., f 2. Afzonderlijke nummers kosten 5 cent; Thermometer Middelburg 14 Maart 8 u. vm. 39 gr. 12 u45 gr., av. 4 u. 44 gr. F. Verw. zw. W. wind. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór één uur aan het bureau bezorgd zijn. Advertentiën: 20 cent por regel. Geboorte- dood- on alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per rej Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis aan het bureau te bekomen. Middelburg 14 Maart. Eene herinnering. Het was Zondag 50 jaar geleden, dat koning Willem II toegaf aan den algemeenen aandrang om de Grondwets herziening tot stand te bren gen, zooals de natie die wilde. Een paar bladen herinnerden daaraan en brachten o. a. hulde aan koning Willem II en aan de wakkere mannen, die aan dat groote werk hebben meegewerkt. De Midd. Crt gaf destijds, Dinsdag 14Maart, per buitengewoon nommer van die gebeurtenis kennis in deze woorden „Zijne Majesteit heeft heden den president der Tweede Kamer van de Staten-Generaal door eenen Adjudant doen ontbieden en hem te kennen gegeven, dat de ontwerpen tot ver duidelijking en wijziging der Grondwet, dezer dagen aan de Staten-Generaal aangeboden, vroeger waren zamengestelddat zijne Majes teit echter ontwaart, dat de natie meerdere veranderingen verlangd had, tengevolge waarvan hij gaarne aan de Kamer de eer wilde over laten, om de ontwerpen zoo te wijzigen, dat zij met de wenschen der openbare meening overeenkomen. Het zou Zijne Majesteit der halve hoogst aangenaam zijn, dat de Kamer zich ten spoedigste met die ontwerpen bezig hield, teneinde Zijne Majesteit met de veran deringen, wijzigingen en eoncessiën hekend te maken, welke door de Kamer verlangd werden, en die dan zijne Majesteit bereid zoude vinden, om alles in te willigen, wat tot het welzijn en het geluk des Volks kan strekken. Zijne Ma jesteit gaf tevens te kennen, dat hij zonder voorkennis zijner Ministers deze mededeeling deed." Overal werd deze tijding met vreugde begroet. In Middelburg ook staken een aantal ingezetenen de vlag niten werd den Konmg het volgend „dank-adres" gezonden „De ondergeteekenden, ingezetenen van Mid delburg, hoofdplaats der provincie Zeeland, betuigen aan Uwe Majesteit hunnen hartelijken dank voor het edelmoedig besluit, om zóóda nige herziening der Grondwet te doen plaats grijpen, waarbij waarlijk vrijzinnige grondbe ginselen ten leiddraad zullen strekken. „Mogt éénmaal Nederland Uwe Majesteit als zijnen redder van vreemde overheerschinp begroeten, toen uw bloed bij Waterloo voor het Vaderland gevloeid heeft; nu danken wij aan uwen Koninklijken wil de bewaring van den Staat, voor de schokken, waar ontevre denheid en teleurstelling van het volk, het Vaderland al ligtelijk aan hadden prijs gege ven, terwijl wij, in het volle vertrouwen op Uwer Majesteita wijsheid, ons bezield gevoelen met de hoop op eene betere toekomst, en met verschnldigden eerbied ons noemen Uwer Majesteits getrouwe onderdanen" {volgen de onderteekeningen). Tot leden der commissie, belast met het voordragen van een volledig ontwerp van Grond wetsherziening, werden benoemd de heeren mr Dirk Donker Curtius, mr J. M. de Kempe- naer, mr L. C. Luzac, mr L. D. Storm en mr J. R. Thorbecke. De N. R. Crt. schreef, in verband met deze, herinnering o. a. «Bij ons oordeel over de koninklijke daad i mag vooral niet uit het oog verloren worden, dat in die dagen zich aan bet koninklijk ge zag een ander begrip hechtte dan in onze dagen. Het beginsel van de onschendbaarheid des Konings was nog niet in het staatsrecht opgenomen en de miniaterieele verantwoordelijk heid was eene doode letter gebleven. Ook de praktijk bracht mede, dat het hoofd van den staat handelde buiten zijne ministers om. Toen in 1847 besloten was om eenige bepalingen der Grondwet, hoofdzakelijk op de kieswet betrekking hebbende, te wijzigen, stelde de Koning het programma daarvoor vast, niet in overleg met zijne ministers, maar met twee raadsmannen buiten het ministerieVan Doom van West-Capelle en Van Rappard; eerst na dat het aldus was vastgesteld, kwam het in den Kabinetsraad, om aan de goedkeuring der ministers te worden onderworpen. En toen later de wetsontwerpen, volgens dit programma opgemaakt, bij den Kabinetsraad in bebande ling kwamen, was het de koninklijke wil, die elke afwijking van het programma tegenhield. Maar bovendien, het door Willem II op 13 Maart genomen initiatief vindt voor de geschie denis zijne rechtvaardiging in de fel bewogen tijden, in de zeer buitengewone omstandighe den, waarin het vaderland en waarin heel Europa verkeerde. Toen op 14 October de zitting der dubbele Kamer werd gesloten, sprak de minis ter De Kempenaer deze gedenkwaardige woor den: .De geschiedenis dezer zitting levert een Agenten. Te 's GravenhageDe Gebr. Bkunfantk te Amsterdam A. de La Mar Azn. tafereel op, eenig in de geschiedenis <ler wereld, eenig vooral in onze dagen, in het midden der beroeringen van Europa. Elders stonden de volken tegen hun vorsten op, om hen te mis kennen en te verdrijven; hier trad de vorst, ofschoon door huiselijken rouw gegriefd, zijn volk vertrouwend tegemoet, en beiden ver bonden zich, inniger en vaster dan ooit, aan elkander. Elders werden grondwetten geschon- den, verscheurdhier werd de grondwet geëerbiedigd, gezuiverd. Elders werd het ko ningschap verbannenhier werd het op betere grondslagen bevestigd. Elders worden de partijen en de partijschappen met den dag talrijker en stouter, en bedreigen elkander met krijg en moordhier is de stof tot verdeeld heid zorgvuldig opgeruimd, en reiken alle in gezetenen elkander eendrachtig de broederhand toe." In deze woorden ligt de beteekenis van het initiatief, door koning Willem II op dien 13den Maart genomen, met juistheid geteekend. EEN LEKKER MAAL. In de Sociale Stemmen doet Ch. een beroep op de meergegoede Nederlanders, opdat den dag der inhuldiging onzer koningin niemand belet worde aan. het nationale feest deel te nemen tengevolge van den honger. Behalve „de armen", voor wie wel gezorgd zal worden door eene extra-uitdeeling, zijn er nog zoovelen, wier armoede niet bekend, maar daarom niet minder nijpend is, of die als zwervelingen noch kerkelijk, noch burgerlijk een domicilie van onderstand hebben. Op de vraag des schrijvers of zijn denkbeeld uitvoerbaar is, antwoordt hij „Mij dunkt, ja. Hiertoe behoeven wij slechts nogmaals in den zak te tasten en dan, bij mogelijk gebrek aan ervaring op dit gebied, even ter schole te gaan by onze, ook in dit opzicht zoo practische buren, de Engelschen. Die verstaan de kunst van 't aanrechten van openbare maaltijden, waar plaats is voor een ieder die wil aanzitten." Zouden dat in kleine gemeenten velen zijn? In groote plaatsen, waar zulke personen on bekend zyn, onder wie velen, bij wie, door verschillende omstandigheden, de schaamte is verdwenen, zou zulk een openbare maaltijd succes kunnen hebben, in andere plaatsen zou den, juist door eergevoel, velen zich laten weerhouden om aan te zitten. Maar laat dan elk in zijn kring eens zien of op den dag der inhuldiging op de eene of andere wijze niet een gezin gelukkig is te maken. Of laten buurtcommissiën in deze eens een practischen maatregel nemen, opdat o. a. vermeden worde dat het eene gezin veel, het andere weinig of niets ontvange. UIT STAD EN PROVINCIE. Naar men ons heden meedeelt, is een deel der opbrengst van de uitvoeringen, te geven door de Bell Ringers, bestemd voor de Chris telijke Jongemannen Vereeniging te 's Graven- ige. - Naar wij vernemen is de heer P. Polvliet alhier benoemd tot lid der jury voor de afdeeling pluimgedierte op de internationale tentoonstelling van kunst, ny verheid enz., dit jaar te Leeuwarden te houden. Er ging dezer dagen een gerucht door Middelburg dat, hoe meerder monden het verspreidden, hoe grooter afmetingen aannam. De spraakmakende gemeente vertelde niet meer of minder, dan dat den 9en dezer maand het postkantoor alhier in vlammen zou opgaan. Toen dit niet gebeurde, werd een andere datum genoemd en menigen avond waren er nieuws gierigen, die toch eens even door de Noord straat gingen, om zich te overtuigen dat alles in den haak was. Er werd ook gesproken van een dreigbrief, die zou ontvangen zijn, en na het postkantoor werden en worden nog andere gebouwen ge noemd, waar brand zou zijn te verwachten. En wat is nu eigenlyk de oorzaak van die agitatie Niets anders dan dat vermoedelijk door een of anderen kwajongen, die had liooren spreken over de branden in Zuid-Beveland en van daar gevonden dreigbrieven, de misplaatste aardigheid gehad had om op een vodje papier te schrijven, dat den9en Maart het postkantoor in vlammen zou opgaan en in het laatst der vorige maand dat kattebelletje, waarop nog wat krabbels voorkwamen, in de brieven bus te steken, waar het gevonden werd. Het is te hopen dat men dien kwajongen moge vinden, en dat ieder, die de politie kan helpen den dader van zulke quasi-grappen te straffen, dit niet zal nalaten. De dagboot Prinses Marie- bracht Zondag middag te Vlissingen aan 572zakken post, wegende ruim 12000 K. G.; dit is het grootst aantal K. G. dat ooit over Vlissingen verzon den werd. Tal van menscheu bewoog zich dien middag op den Noordzee-Boulevard aldaar, om getuige te zijn van het op de recde ten anker komen van het verwacht wordende Duitsche oplei dingschip Stein, commandant kapitein ter zee Oelrichs, welke eenvoudige gebeurtenis te on geveer half zes plaats had. Spoedig daarop begaven zich achtereenvolgens aan boord de commandant van het te Vlissingen gestatio neerde ko8tschip Bulgia, luit. ter zee le klasse H. J. P. Micheihoff, de onder-inspecteur van het Belgisch loodswezen, als marine-officier, de heer F. B. J, Vanschooten en de Duitsche con sul, de heer J. L. Gruber. De Stein telt 300 koppen en ia voorzien van hulpstoomvermogen. Van het diner, dat door den Duitschen con sul, den officieren van de Stein en anderen genoodigden, o. a., behalve bovengenoemde heeven den burgemeester, in het hotel Zeeland zou worden aangeboden, kon Zondag, wegens te late aankomst, en heden, wegens te vroeg vertrek, geen gebruik gemaakt worden. Het Duitsche schip vertrok nl. heden mor gen te twaalf uur naar Antwerpen, terwijl de muziek aan boord het Wien Necrlands bloed Luidens loopende geruchten zouden de offi cieren door den koning van België per tele gram zijn uitgenoodigd om zoo spoedig mogelijk naar Antwerpen to komen, waar reeds eene plaats aan de Kade in orde was gemaakt en een trein zou gereed staan om hen naar Laeken te vervoeren. De Friesland was nog niet gearriveerddat de komst van dien bodem in verband zou staan met bovengenoemdiDuitsch oorlogsschip, blijkt dus een praatje te zijn geweest. - Zaterdagavond laat, 't was al na tieneD, is te Vlissingen eene dienstbode,"evenna dat zij was thuis gekomen, door de politie ge arresteerd, verdacht van diefstal van een vrij aanzienlijke geldsom en van eenige goederen; een en ander ten nadeele van de familie, waar zij nog slechts eene maand in betrekking was. De ontvreemde goederen en een bedrag van bijna f 90 werden bij de verdachte, P. J. M., die geen onbekende bij de justitie moet zijn, gevonden en door de politie in beslag genomen. Naar men ons meldt is heden morgen het Ned. as. Bremerhaven, vso. New-York naar Antwerpen, bij Borssele aan den grond geva ren en zit zeer gevaarlijk. Men was bezig de lading petroleum uit te pompen. - Te Baarland werd Zondagavond brand ontdekt in een strooklamp in de onmiddellijke nabijheid van de landbouwschuur van den landbouwer G. S. Door spoedige hulp was men met emmers en brandspuit der gemeente de vlammen weldra meester. De brandspuiten van Oudelande en Hoedekenskerke rukten inmiddels aan. Het vee had men nog tijdig in veiligheid gebracht. Zaterdagmorgen geraakte, naar men ons uit Brouwershaven meldt, de Noordsche bark Woxjekapitein C. Andersen, komende van Arendal, met bestemming naar Gent, op de Qosterbank aan den grond. Na een deel van zyn deklast aan een drietal Ouddorpsche schippers overgegeven te hebben, kon de bark zijn reis weer vervolgen. De ge loste deklast is te Brouwershaven opgeslagen. Bij gelegenheid der landbouwvergadering te T h o 1 e n wil het fanfarengezelschap Con cordia aldaar Woensdag 15 Juni een festival houden van fanfare- en harmoniegezelschappen. Deelnemers moeten zich bij het bestuur van dat gezelschap aanmelden. Bij mist liep Zondagmorgen bewesten de haven van Ter neuzen op het strand de stoomboot Colchestervan de lijn Antwerpen Harwich. Korten tijd daarna klaarde de mist op. De juist aan de laagwaterlijn, bij laagwater geheel droogzittende boot had gedurende den dag veel bekijks. Ten aanschouwe van een menigte menschen, geschaard op de haven hoofden, wallen en zeedijken, kwam de boot nog vóór hoog water met eigen kracht vlot en zette zy de reis naar Antwerpen voort. Eenigen der passagiers waren des morgens geland en hadden per trein hunne reis vervolgd. Een stille uitvaart. Heden bewoog zich over een deel van onze kaden, op weg naar de algemeene begraaf plaats, een lijkstoet, die door velen, klein en groot, zeker wel in gedachten gevolgd zal zijn. Zij, die aldus naar hare laatste rustplaats werd gebracht, was niet eene die in het pu bliek leven een groote rol speelde. Dat lag niet op haar wegdaarvoor was zij te beschei den. Maar toch was zij voor velen geen vreemde en zelfs buiten onze stad is zij uit haar wer ken bekend, vooral in de kinderwereld en onder hen die zoo gaarne de jeugd iets goeds willen leeren, iets dat de harten ontvankelijk maakt voor het schoone. Slechts met de drie letters A. H. L. prijkt haar naam op tal van kinder-operettes, zooals De Prins van Sind, Sneeuwwit en Rozerood Rhodia, Nehalennia en andere. In onze stad en in Domburg is die naam daaraan te nauwer verbonden, omdat de overledene zelve jaren lang een werkzaam deel nam aan de uitvoeringen van die operettes, uit voeringen die, behalve genot, ook voordeel ver schaften aan eene nuttige instelling als Kinder voeding. Maar nooit trad de overledene, evenmin als zij, die haar bij dit alles zoo bereidwillig en werkzaam terzij stond, daarbij op den voor grond. Zij regelden beiden alles, in de laatste jaren met behulp van anderen, omdat haar leeftyd niet meer toeliet zooveel te doen als weleer. Tal van kleinen en ook velen, die nu groot zijn geworden en ook eenmaal gelukkig waren met eene uitnoodiging van haar zijde om meê te doen bij zulk een uitvoering, en haar ter eere een hartelijk hoeraaanhieven, wanneer het geheel zoo goed was geslaagd, zullen heden die vriendelijke overledene gedenken Maar dat zullen ook stellig nog ouderen van jaren doen, bij wie de herinnering voortleeft haar, die hen voorlichtte en hulp ver leende, wanneer zij op het gebied der kunst, waarop de overledene zooveel kennis en smaak bezat, hunne schreden zetten. Van liefde en erkentelijkheid getuigden dan ook een vijftal kransen die de lijkkist dekten. In de eerste plaats noemen wij daarvan die van bestuurders der vereeniging Kindervoeding welke gedurende tal van jaren aan de opbrengst van bovengenoemde opvoeringen te danken had, dat de voeding tot het einde van den guren tijd kon worden gerekt. Voor die vereeniging was het vooral een behoefte, een liefdevolle plicht haar te gedenken, die de laatste jaren met hare nu nog levende zuster het eerelidmaat schap dier vereeniging had willen aannemen. Deze krans had tot opschrift U in dankbare herinnering gewijd. Door het bestuur van Kindervoeding. Een tweede krans was een bewijs van erken telijkheid en liefde „van alle medewerkenden in de operette van verleden winter". De andere kransen waren van familie en vrienden. Al die stille bewijzen van waardeering wa ren welsprekender dan de schoonste woorden, die er bij het graf, waar alles in eenvoud en stilte plaats had, hadden kunnen gesproken zijn. De naam van mejuffrouw A. H. L. zal niet licht worden vergeten. In de kinderwereld zullen'zeker de operetten, door haar bewerkt, steeds een plaats blijven innemenen in den kring, waarin zij leefde, zal de gedachte aan die innemende, lieve verschijning, van wie oud en jong met zooveel ingenomenheid steeds spraken, biyven voort leven. Stoomtrammaatschappij Breskens- Maldeghem. Heden middag werd in het hotel De Nieuwe Doelen a 1 h i e r éene algemeene vergadering gehouden van aandeelhouders van bovenge noemde maatschappij. Daarbij waren tegenwoordig 10 aandeelhoti ders, vertegenwoordigende 65 stemmen. De heeren P. W. H. de Kan, mr K. W. Brevet en A. C. de Vos werden aangewezen als commissie voor de resumtie der notulen dezer vergadering. Het jaarverslag werd goedgekeurd en den di recteur werd dank gezegd voor zijn uitstekend beheer. De heer A. D. de Marez Oyens, die als com missaris aan de beurt van aftreding was, werd met algemeene stemmen herkozen. Blijkens dat verslag over het le boekjaar, loopende van 1 Januari tot ultimo Deeember 1897, bleef het maatschappelijk kapitaal onver anderd. Het waarborgkapitaal bij de gemeente Aardenburg, in 1887 terug ontvangen, is thans, 'ij het eindigen van de tienjarige subsidie dier gemeente, weder gestort. Het bestaat uit eene obligatie 3 Ned. Werk. Schuld groot f 500 en komt op de balans voor ten bedrage van f 487.50. Aau de Maatschappij werd het vervoer op gedragen eener belangrijke hoeveelheid griut. In verband hiermede was eene aanzienlijke uit breiding noodig der sporen en wissels op het emplacement Breskens en tevens het leggen van wisselsporen nabij Oostburg en Sluis nood zakelijk. Voor het tot stand brengen van het wissel spoor te Oostburg, ondervond de Maatschappij de zeer gewaardeerde medewerking van den eigenaar van het aan den Rijksweg grenzend terrein, alsmede van het gemeentebestuur. Voorts werd eene zeer gewenschte verbete ring verkregen door bet verlengen van ons los- en laadspoor langs het kanaal te Sluis, waarvan de voordeelen, tijdens het bieteuver voer, reeds in groote mate werden ondervonden. Verder werden op het emplacement Draai brug nog twee halve wissels gelegd, die aldaar in 1896 tijdelijk waren ontleend ter spoedige voltooiing van het in dat jaar gelegde los- en laadspoor te Scboondijke (zie vorig jaar verslag). De totale kosten dezer uitbreidingen bedroe gen f 10309.47. Daar wegens het meerdere vervoer een be langrijk grooter waterverbruik voor dc voeding der locomotieven te voorzien en de bestaande pulsometev-inrichting te Sluis daartoe ontoe reikend was, werd in het pompgebouw aldaar eene „Worthington" pomp geplaatst, waarmede, met stoom uit de locomotieven gedurende den rusttijd, langs de bestaande zuig- en perslei dingen eene hoeveelheid water wordt opgevoerd van minstens 10000 liter per uur. De nieuwo inrichting voldoet uitstekend aan de verwach ting en kostte f 350.45. Daar de ruimte der postcompartimenten in onze bagagewagens door het bestuur der poste rijen niet meer voldoende werd geacht, werden twee nieuwe rijtuigen, bevattende post- en ba gageafdeel in gen van grootere afmetingen, aan geschaft. Daarom bedroegen de kosten f5915.31. Het personeel, waaronder weder enkele rnu- tatiën voorkwamen, was tot tevredenheid van den directeur werkzaam. Het aangevangen grintvervoer maakte tijdo- ïyke indienststelling van meerdere machinisten, smeden, wegarbeiders en stationsbeambten nood zakelijk. De pensioen verzekering van het personeel vorderde eene uitgave (4e storting) van f990.20, waarvan f 689.43 door* de Maatschappij en f 300.77 door de verzekerden werd gedragen. Voor hen die wegens te hoogen leaf tijd niet in de pensioenv er zekering zijn opgenomen, werd in de Rijkspostspaarbank belegd: door de Maatschappij f 87.75, door de belanghebbenden f 35.10. Het totaal der stortingen vanaf het le jaar bedraagt door de maatschappij f 3161.20, door het personeel f 1420.32. Aan slechts enkele beambten behoefde wegens ziekte eene uitkeering te geschieden, zynde met inbegrip der kosten van geneesmiddelen f 191 50 tegen f 203,— in 1896. Op 31 December 1897 bedroegen de bezittin gen van bet fonds f 1874.72 tegen f 1734.48' op het einde van 1896. De financieele resultaten der exploitatie waren de volgende Ontvangsten waren aanpersonenvervoer f 36605.56', abonnements-personenvervoef f 1060.16, goederenvervoer f 38064.39', huis huren f586-postvervoer f 5100,buitenge wone ontvangsten f 2922.32. Te zamen f 84338.44. De opbrengst van het personenvervoer was f 108.77' hooger dan die in 1896, terwijl het aantal reizigers, bedragende 128.781, met 953 eeg. In de eerste klasse werden vervoerd 8721 reizigers met eene opbrengst van f 4804.05 tegen 8987 reizigers met f 5017.25 in 1896; en in de tweede klasse: 120.060 reizigers met eene opbrengst van f 31.801.5l6 tegen 118.841 reizigers met f 31.479.54 in 1896. De verhouding tusschen het aantal reizigers en tusschen de ontvangsten in beide klassen daalde in vergelijking met 1896 van 1 13.2 tot 1 13.7 en van 1 6.3 tot 1 6.6, terwijl zij daarentegen gunstiger was dan in 1895, toen die verhouding bedroeg 1 14.2 en 17. De opbrengst per reiziger was f 0.284 tegen f 0.286 in 1896 en f 0.284 in 1896. De grootste ontvangst per dag was f 329.24 met 652 reizigers, de geringste f 32.12' met 129 reizigers en de gemiddelde f 100.29 met 353 reizigers. Door 1174 personen werd van gezelscbaps- kaarten gebruik gemaakt, eene opbrengst ge vende van f 259.07'. Het abonnements-personenvervoer nam be langrijk toe. Er werden uitgegeven 707 maand- kaarten met eene opbrengst van f 1060.16, tegen 502 kaarten met f788.92' in het voor gaande jaar. Tot de totale opbrengst van het goederen vervoer, zijnde f38064.39', bedroeg het gewone vervoer f23866.01 bij, en gaf dus, evenals in 1896, een zeer gunstig resultaat. Vooral was het bieten vervoer weder zeer belangrykhet bedroeg ruim 13/j millioen kilogram met eene opbrengst van f9410.38, tegen 13 millioen ki logram met f 8974.96 in 1896. Dit vervoer geschiedde van de diverse stations naar de havenplaatsen Breskens en Sluis, nagenoeg uitsluitend met extra-treinen. De overige opbrengst van het goederenver voer ad f14198.388, werd verkregen uit het vervoer van grint en grintzand, langs het baanvak Breskens—Sluis, bestemd voor de havenwerken te Heijst. Het getal vervoerde wagons bedroeg 5918, totaal inhoudende ruim 36000 M9 en een ge wicht gevende van bijna 59 millioen kilogram grint. Dit vervoer had eveneens met extra- treinen plaats. De buitengewone ontvangsten bedroegen f2922.32 tegen f2464.546 in 1896. Tot deze vermeerdering droegen de opbrengsten der weegbruggen te Breskens en Sluis tijdens het bietenvervoer, niet onbelangryk bij. Die op brengsten bedroegen f487.20 tegen f335.85 in het voorgaande jaar. Do uitgaven zijn als volgt te verdeelen algemeene dienst' f 11238.46s, belastingen f 4615.36, tractie f 1341U.886, mouvement f Ö482.526, werkplaats f 6550.98s, onderhoud lijn en telefoon f4996.76, onderhoud gebouwen, kunstwerken en waterstations f 636.26s, rollend materieel grintvervoer f 2699.08, te zamen f 49630.32'. In verband met de vermeerdering van bet vervoer zijn eenige posten belangrijk hooger. Zoo vermeerderden de tolgelden, welke belas ting 5 van de bruto ontvangsten en 12 van de winst bedroeg, met bijna f 1300. Het onderhoud van den weg, waarvoor o. ra, 1120 nieuwe dwarsliggers en 6 M9 wisselhout;

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 1