BUITENLAND
Te Ouderkerk a/d IJssel werd Vrijdag
morgen een echtpaar bewusteloos te bed ge
vonden, dat kortelings zijn nieuwe, nog niet
geheel afgewerkte woning betrokken had. Direct
werd geneeskundige hulp ingeroepen en ver
leend, doch de toestand van beide personen is
nog ernstig, vooral wat den man betreft. De
oorzaak van het gebeurde ligt hierin dat het
slaapvertrek is een klein, bedompt, van alle
lucht afgesloten kamertje.
Het meisje, dat Donderdag te Utrecht
door een tramrijtuig werd overreden, is avonds
in het ziekenhuis aan de gevolgen overleden.
Omtrent de zware mishandeling, gepleegd
te Boertange, verneemt de Prov. Gr. Ct. nader
het volgendeTerwijl het gezin van den mis
handelde zich reeds ter ruste bad begeven,
werd er zwaar op de deur gebonst. De man
begat zich naar buiten, en werd oogenblikkelijk
aangegrepen en verwond.
Te Maastricht braken twee dreumissen,
8 en 9 jaar oud, door middel van een ijzertje,
een brievenbus open en wierpen de brieven,
die de bus bevatte, in het kanaal, na eerst de
postzegels ervan afgenomen te hebben, die zij
verkochten om de opbrengst aan snoepgoed
uit te geven. Beide knapen werden door de
politie opgespoord en naar het bureau gebracht.
Onder het signalement van een dezer
dagen in Gelderland verdronken persoon, wiens
lijk nog niet is gevonden, komt o. a. voor
„Spraak Geldersch". Zoo meldt men ten
minste. Het zal wel een ui zijn.
In een der Amsterdamsehe bladen komt
een advertentie voor van den volgenden inhoud
Biedt zich aan een bejaard man als looper
tot het mnexceren van geld of iets dergelijks.
Voldoende bewijzen van eerlijkheid en trouw
voorh. Kan borg storten, verlangt weinig salaris.
De man zal natuurlijk incasseeren hebben
bedoeld.
Historie van Michiel Adriaanszoon.
Een twaalfjarige Amsterdammer zou dezer
dagen van school veranderen. Om te weten te
komen „wat er inzat" werd hem op de nieuwe
school o. a. opgegeven een opstel te maken
over M. A. de Ruyter. Van die taak kweet
hij zich als volgt
„De Ruiter werd in het jaar 1607 te Vlis-
singen geboren. In zijn jeugd was hij een ondeu
gende jongen. Eens op een dag bijvoorbeelt
Zat hij boven in een toren, heel vlissingen was
in oproer. Toen klom hij weer naar beneden
onder groot gejuich ging hij naar huis. Thuis
gekomen wachte zijn vader hem met de pook.
De menschen riepen maar aldoor niet slaan.
Dit hoorde de Burgemeester het trad naar bin
nen en zeide tot de vader wel slaan. Toen
kreeg Michiel een pak slaag. De bevelhebber
van de vloot die Michiels vader wel kende
ging naar hem toe en zeide, Michiel moet naar
zee. De vader stemde dit toe maar Michiels
moeder niet. Maar de bevelhebber hield net
zoolang tot dat het toegestaan werd. De vol
gende dag zou Michiel naar zee gaan hij moest
vroeg op, om op tijd op het schip te zijn. Op
het schip was hij bootsmansjongen. Op zekeren
dag had de bevelhebber in spreks een dub
beltje onder de kast. Dit vond Michiel Hij
zeide het tegen de bevelhebber deze nam het
aan en Michiel ging weer door. Op zekeren
dag had men een bevelhebber voor een koop
vaardijschip noodig. Niemand had men op dit
oogenblik die zoo eerlijk was als Michiel. Men
vroeg of hij ook wel eens zin had om een
koopvaardijschip op zich te nemen. De Ruiter
die al eenige reizen had medegemaakt zeide Ja.
De volgende dag ging de Ruiter op weg. Toen
de Ruiter een eind op zee was kwam hij een
spaansch roowschip tegen. Hij zag dit hij had
nog een paar vaten boter staan dit liet hij
overal op het schip smeeren, toen liet hij de
zeilen zakken, het schip was echter onder de
and dichter bij gekomen De matrozen spron
gen op het dek maar gleeien het elkens door
de gladheid er af en gingen omdat zij nog aan
spokerij dachten maar weer gouw door."
(Arnh. Crt
Den 19n Maart zullen te Gent worden aan
besteed de werken noodig voor de verbete
ring van het kanaal GentTerneuzen tot aan
de Nederlandsche grens. De raming bedraagt
1.089.000 franken.
Men wil te Antwerpen een gedenkteeken
oprichten ter herinnering aan de opening van
den Congo-spoorweg.
De plannen van de luchtbrug, welke de
Zoo, en geef mij nu eens een hand: ziet gij,
het was toch heel aardig van mevrouw Hoss-
berg, dat zij ons op haar verjaarfeest
gevraagd heeft, nu kan ik misschien nog een zeer
goede zending op mij nemen. Vertel mij eens
kind, wat doet die iemand daar en wat is hij
„Hij is de broeder van een mijner vrien
dinnen en wat hij doet? Hij verzamelt hooi
ter wille van de wetenschap."
„Dus, werkelijk een botanicus
„Werkelijkmaar gij moet niet denken,
dat hij knap of betooverend, of geestig of
verder iets bijzonders is
„Hoe zou, ik zoo iets kunnen denken
„Dat is hij volstrekt niet, maar degelijk
en fatsoenlijk; ik meen iemand met karakter,
en een goed hart en leelijk ook niet."
Mevrouw Wigand lachte. Die openhartig
heid stond haar evenzeer aan, als de vroolijk-
heid van het jonge meisje. „In alle geval
heeft hij éen goede eigenschaphij heeft u lief."
„Als ik dat maar zeker wist! In alle
geval heb ik een bepaalde eigenschap, mevrouw."
„En die is?"
„Dat ik heel dom ben."
„Moet ik dat ernstig opvatten?"
„Het is mijn volle ernst. Het is heel
mooi, en wij maken een heel mooi figuur, als
wij altijd verstandig zijn, maar wij maken een
nog veel grooter figuur en zijn nog veel knap
per, wanneer wij af en toe niet verstandig
knnnen zijndat heeft hij de laatste maal
Brusselsche boven- en benedenstad zou verbin
den, zijn afgestuit op den tegenstand in de
kamer.
Te Atrecht heeft een ontploffing plaats
gehad in het kruithuis van de citadel. Een
officier is zwaar verminkt.
Te Parijs hadden twee dieven in den
nacht van Donderdag op Vrijdag in een perceel
in de Fonteinstraat op hun gemak in een paar
vertrekken alles geroofd wat er van hun gading
was, toen zij, eene deur openende, op eens eene
witte gedaante met uitgestrekten arm op hen
toe zagen komen. Doodelijk verschrikt lieten
zij alles vallen en vluchtten in allerijl het huis
uit en de straat op, niet zonder dat een hunner
zich aan een meubel zoo deerlijk kwetste, dat
men den volgenden dag over eenigen afstand
zijn bloedspoor volgen kon. Intusschen was
„het spook" niet minder geschrikt. Dit was
de bewoonster der kamers, die, uit haar slaap
gewekt, wilde gaan zien wat het gerucht in
hare kamers beteekende. De dame is van de
ontsteltenis zoo ziek geworden, dat zij het bed
moet houden.
Te Barcelona is een petroleumwinkel ver
brand. Op de bovenverdieping vond men 4
lijken, die van een vrouw van 45, een man
van 17, een meisje van 13 en een kind van
een jaar.
Te Compiègne is een brigadier vaa een
regiment dragonders, wegens het op ergerlijke
wijze mishandelen van twee manschappen in
de politiezaal, door den krijgsraad tot twee jaar
gevangenis veroordeeld.
Men kent, hetzij bij naam hetzij door het
bijwonen van de opvoering van de Mikado, het
gezelschap van het Londensche Savoye-theater,
van d'Oyly Carte en sir Arthur Sullivan. Deze
tooneeldirecteur en componist werken ook nog
samen als medebestuurders van bet. Savoy hotel.
De laatsten tijd was het opgevallen, dat de
restauratie-rekening niet zulke winsten op
leverde als vroeger. Een onderzoek werd in
gesteld, met het gevolg dat een nauwkeurig
toezicht op de keuken werd ingesteld. Dit was
den witten heeren niet naar den zin, en er
ontstond een formeel koksoproer, dat zoo ernstig
was, dat men de politie moest roepen om de
orde te herstellen.
Als Sullivan er door geïnspireerd wordt voor
een nieuwe operette, kan deze zaak nog voor
iets goed zijn.
De reis van keizer Wilhelm naar Jeruzalem,
die thans op het najaar is bepaald, zal slechts
drie weken duren. De keizer blijft drie dagen
te Jeruzalem.
Prinses Stefanie gaat vooruit. Haar
dochtertje is van de spanning ziek geworden.
Een juweliersfirma te Moskou heeft in
opdracht van de officieren van Orel een reus
achtige verguld zilveren, met email versierde
vaas vervaardigd, welke in oud-Russisehen stijl
is uitgevoerd en aan Zola zal worden gezonden.
Ook meerdere groot-grondeigenaren hebben
daarvoor hun bijdragen gezonden. De vaas
draagt tot opschrift„Leve ZolaLeve het
recht en de waarheid Zij zal vergezeld gaan
van een adres van sympathie. Rusland geeft
dus een beschamend voorbeeld aan Frankrijk
Jammer dat de pers wel zorgt, dat het
Fransche volk er niets van verneemt.
Het vraagstuk van den arbeid in de ge
vangenissen is in Egypte opgelost. Volgens
de Revue Scientifique worden de gevangenen
daar te lande bezig gehouden met de vervaar
diging van Egyptische oudheden, die door
de reizigers, vooral Engelschen, gretig worden
gekocht.
Prins Albert van België bracht Vrijdag
middag een bezoek aan president Mac Kinley,
die daarop met den prins een rijtoertje maakte.
Op het Duivelseiland.
Een Italiaan, generaal Pado Pibaldi van Pia-
cenza, die ook tien jaar op het Duivelseiland,
de verbanningsplaats van Dreyfuss, beeft door
gebracht, vertelde daarvan onlangs aan een
journalist de volgende bijzonderheden
Toen ik er aan land kwam, was het eiland
niets dan een naakte rots, zonder één boom,
zonder gras, zonder eenigen plantengroei. Ge
lukkig waren alle ballingen, die zich reeds op
het eiland bevonden? evenals ik, om politieke
redenen veroordeeld. Zij begroetten mij met
levendige sympathiebetuigingen en één hunner
verschafte mij een onderkomen in zijn hut, tot
dat ik er zelf een gebouwd had, die 28 voet
lang en 8 voet breed was. Het meubilair be-
nog tegen mij gezegd. En nu ben ik ozoo
dom geweest uit louter overgroote wijsheid
En daar kwam alles te voorschijn, van de
geheim gehouden erfenis en haar rijkdom en
zoo voort
Mevrouw Wigand vond het heel grappig en
voelde zich overtuigd, dat zij geroepen was om
de deus ex machina in deze comedie van ver
warringen te spelenen dat zou een zeer dank
bare en gemakkelijke rol zijn.
„Ik zal u zeker nog te Brunnenberg zien",
zei zij ten slotte, „en dat zal een heerlijke
dag zijnmaar nu moeten wij weer naar het
gezelschap gaan, anders worden die goede
lieden boos".
In het salon teruggekeerd, verdiepte de profes
sorsvrouw zich in een gesprek met de oude
mevrouw Hossberg over de beste middelen om
de motten te verdrijven, en Keetje luisterde naar
den leeraar, die haar uiteen zette hoeveel
thema's hij per week te corrigeeren had. Een
ander maakte van de gelegenheid gebruik om
den professor over zijn maag te raadplegen,
terwijl de gastvrouw aan juffrouw Wigand
meedeelde, wat zij aan het eerste ontbijt gebruik
te en wat aan het tweede, en wat bij het mid
dagmaal, waaruit bleek dat haar maag uitste
kend en eten haar lievelingsbezigheid was.
XI
Voor de deur van Bergmüble stonden twee
stond uit een veldbed zonder matras, een
handvol stroo als peluw en twee groote steenen
als stoel en schrijflessenaar. Ik bracht mijn tijd
door met elf lotgenooten, die ieder hun deelhad
den in den zwaren arbeid om de gedeelten van
het eiland, welke het minst onvruchtbaar sche
ueu, te bebouwen. Wij vingen vogels zonder
vuurwapens en vischten langs de kust. De
provisie, door het Gouvernement verstrekt, die
dagelijks van het naburige Koningseiland werd
gezonden, bestond uit anderhalf pond slecht
brood voor iederen gevangene, een stuk oud
bakken vleesch of gezouten vet, boonen of rijst,
een weinig olie en zes centiliter tafia, een
soort brandewijn. Om de beurt deden wij
dienst als kok en spoedig had ik een zekere
reputatie verworven door de bereiding van
Italiaansche gerechten, een kunst, die ik ge
leerd had, toen ik in 1.848 als vrijwilliger deel
nam aan den Italiaanschen oorlog tegen
Oostenrijk.
Het lijkt mij onmogelijk, het leed te beschrij
ven dat onze wreede bewakers ons berokken
den. Wij waren overgeleverd aan hun wille
keur en werden, wanneer het hun inviel, ge
ketend en maandenlang op brood en water
gezet, of bijna doodgeranseld met touwen, zoo
dat we wekenlang met vreeselijke pijn te bed
moesten blijven. Ledru-Rollin, Mazzini en Cam-
panella, de philosoof, waren, hoewel zij zich
niet in Frankrijk bevonden, tot levenslange
deportatie veroordeeld op de aanklacht een
samenzwering tegen het leven van Napoleon
III op touw te hebben gezet. In 1857 gaf
Ledru-Rollin aan generaal Nino Bixio de som
van f 12000 om een expeditie te organiseeren
met het doel, mij te bevrijden. Verscheidene
pogingen werden gewaagd, doch zij hadden
geen ander resultaat, dan dat het leven op het
eiland mij ondragelijker werd gemaakt. Tijdens
deze pogingen tot bevrijding evenwel eischten
de pers en de publieke opinie in Frankrijk mijn
invrijheidstelling, die ik ten slotte verkreeg
en wel tijdig genoeg om nog voor de Fransche
republiek te kunnen strijden en om het min
der aangename voorrecht te hebben met Trochu
de overgave van Parijs aan de Duitschers te
teekenen.
Algemeen Overzicht.
'tls ons moeilijk ons een nationale beweging
in de Vereenigde Staten voor te stellen. Want
als men van tijd tot tijd eens een bevolkings
statistiek voor oogen krijgt, dan vraagt men
zich af, wie nu eigenlijk de Amerikaansche
natie zouden vormen in een land, dat vooreen
zoo groot deel bevolkt is met vreemdelingen
of met uit vreemdelingen geboren kinderen.
Daardoor ontbreekt aan de agitatie dezer
dagen dat eigenaardige, dat een verheffend iets
kan geven aan een nationale beweging in Eu-
ropeesche Staten. Maar toch moet getuigd
worden, dat zij, die zich ia Amerika doen
hooren, eensgezind zijn.
De beide kamers hebben met algemeone
stemmen der regeering de noodige credieten
toegestaan, om het land zoo sterk te maken
als mogelijk is en noodig om een oorlog te
voorkomen.
En die beslissing heeft de regeering versterkt,
en het haar zelve gemakkelijker gemaakt een
kalm hoofd te bewaren.
Dat Engeland zijn afvallige kolonie steun
heeft aangeboden 'is niet bevestigd, maar het
bericht wordt niet zonder reden betwijfeld.
Hetzelfde geldt van het in ons vorig nommer
vermelde bericht van de Londensche Standard.
Dat de Amerikaansche regeering de groote
Mogendheden zou hebben gepolst over hun
houding, in geval van oorlog, wil er bij velen
niet in.
Men meent, en wij gevoelen veel voor die
opvatting, dat de Mogendheden, die in het
algemeen voor het behoud van den vrede zijn,
in een vraag van Amerika alle aanleiding
zouden vinden, om de meest mogelijke pressie
op de regeering der Unie uit te oefenen, ten
einde een oorlog te vermijden.
Bovendien is het de vraag, welke beteekenis
een stap als die van Amerika zou hebben. Zou
men te Washington meenen, dat een der mo
gendheden zoo vechtlustig was, dat zij een
oorlog zou beginnen om Spanje bij te staan,
groote rijtuigen, waarop de koffers, manden,
bedden en andere bagage van den teekenmeester
en den boekhouder geladen werden. De kin
deren liepen af en aan, gilden en schreeuwden,
de honden keften, de vrouwen namen uitvoerig
afscheid, de mannen deden het heel deftigde
kastelein sprak van terugkomen, de koetsiers
klapten met de zweepen; wat vergeten was
werd nog gauw gehaald; nog een paar maal
afscheid nemen, eindelijk zitten alle reizigers
tusschen koffers en tasschen en de karavaan zet
zich in beweging.
De dokter herademde. Dat drukke gezel
schap was hem een gruwel geweest; de post
beambte met zijn gezin, die over een paar
dagen zou vertrekken, vonden bij hem geen
weerklank voor hunne behoefte aan een praatje
in huis zou het nu rustiger worden; hij
hoopte veel te werken, en dus was het hem
zeer onaangenaam te hooren, dat de verlaten
kamers terstond weer schoon gemaakt moesten
worden om een professorsfamilie uit Berlijn te
bergen? Hij verwachtte daarvan het ergste.
Het liefst ware hij heel alleen onder deze
eenvoudige lieden gebleven; hij voelde zich
hier zoo thuis met de natuur en met zijn
wetenschap. Die Berlijners kwamen hem voor
als indringers in dit heerlijke, frissche leven,
en in zijn omgang met dat meisje, dat hem
liefhad Eens zat hij gebogen over de
kaart van Soedan, om de wegen na te gaan, die
vroegere expedities daar gevolgd hadden, toen
en de souvereiniteit van dat land over Cuba
te bewaren?
Eindelijk dient vermeld, dat in ons telegram
een kleine leemte was. Volgens het bericht
van de Standard hadden niet alleen Duitsch-
land en Oostenrijk zich onthouden van een
verklaring. Maar Frankrijk zou eenigszins on
vriendelijk hebben geantwoord, iets dat, naar
wij gelooven, van een goeden buurman kan
worden verwacht.
Feitelijk belanghebbende is alleen En
geland, en dan nog maar enkel wegens Oost-
Azië, waar het den steun van Amerika best kan
gebruiken. Maar dat het eigen belang boven
drijft, blijkt wel daaruit dat de Engelsche
regeering den scheepsbouwers zou hebben
verboden de op hun werven in aanbouw zijnde
schepen aan een vreemde mogendheid te ver-
koopen.
Voor het overige is er ook heden niet veel
nieuws. De Amerikaansche regeering ontkent
dat generaal Woodford de regeering te Madrid
in kennis stelde met het voornemen van Mac
Kinley om aan het congres mede te deelen,
dat de Vereenigde Staten de onafhankelijkheid
van Cuba erkent.
Alweer zoo'n draaierig bericht. Immers in
den vorm, waarin het bericht wordt overgeseind,
bevat het geen ontkenning dat Mac Kinley een
dusdanig voornemen koestert.
Maar daar tegenover staat, dat niets wijst
op een verandering in de vredelievende stem
ming van Amerika. Alleen blijkt het een
vreemd iets, dat het rapport der Maine-com
missie uitblijft. Hoe langer dat duurt, hoe
meer reden om te gelooven, dat de zaak niet
in orde is.
Er is dus nog een groote opschudding te
wachten, welke slechts door een zeer krachtige
regeering zal kunnen worden gedempt.
Met betrekking tot den toestand in het Verre
Oosten bepalen de berichten zich heden tot
Korea. De regeering te Seoul, die Rusland
uitstel vroeg, schijnt niet geneigd zich aan den
machtigen nabuur te onderwerpen.
De ministerraad wil én den Russischen fi-
nancieelen adviseur èn den Russischen leger-
driller ontslaan. Alleen de Russisch gezinde
minister van buitenlandsche zaken was er tegen
en schijnt nu heusch te zijn afgetreden, wijl
hij, in tegenstelling met zijn collega's, meent
dat de onafhankelijkheid des lands alleen is te
verdedigen met Ruslands hulp.
Onderwijl wordt voor de tweede maal in
enkele dagen uit Shangai geseind, dat er reeds
15000 Russen in Mandsjoerije zijn gevallen, en
dat de autoriteiten aldaar dringende aanvragen
van troepen en krijgsvoorraad naar Peking
hebben gezonden.
Over de eischen van Rusland, in den vorm
waarin deze door Curzon aan het Lagerhuis
zijn meegedeeld, wordt veel geschreven en
verschillend geoordeeld. Geen wonder, want men
kan er alles uithalen, zoowel een ernstige bedrei
ging van Engelands belangen, als een bewijs
dat Rusland den Europeesclien handel niet zal
achterstellen.
Wel nieuws is er over Zuid-Afrika.
De laatste dagen hebben eenige invloedrijke
mannen, o. a. de Kaapsche gouverneur Milner
en Siveright, zich op meesterachtige en onaan
gename wijze over de Transvaal uitgelaten.
De Transvaalsche pers is daar tegenop geko
men. Maar nu heeft ook Kruger een ernstig
woord gesproken. Bij de verdediging van een
voorstel betreffende het oprichten van koel-
kamers zeide hij, dat moeilijke tijden te wach
ten staanbij wees daarbij op het feit, dat de
Transvaal voor de approviandeering van het
land afhankelijk is van vreemde staten.
Tot dusver bleek echter niet, welke aanlei
ding of voorwendsel Engeland wel zou vinden,
om een inmenging te rechtvaardigen. Maar
Kotzé, de ontslagen hoofdreehter, is aan het
werk. Chamberlain heeft in het Lagerhuis
verklaard dat Kotzé zich tot de Engelsche
regeering had gewend. Zijn mededeeling zou
aan de rechtsgeleerden der kroon worden toe
gezonden, en in afwachting van het oordeel
dezer heeren, wilde Chamberlain niets meer
zeggen.
Hoe men nu de Londensche conventie wel
zal verdraaien, om daaruit af te leiden, dat de
Transvaal zijn hoofdreehter niet mag ontslaan
De Spaansche Koningin-Regentes.
Over deze, in het buitenland zoo weinig be
kende vrouw, die een taak heeft te vervullen
Ernestine bij hem kwam en vroeg wat hij deed.
Toen was het gebleken dat hij zijn leven en
zijn gezondheid wilde gaan wagen, om deze
streken te onderzoeken en eensklaps was zij
verbleekt en had zijn arm gegrepen. Dat mocht
hij niet doenZij had er echter heel schuchter
bijgevoegd „Het was voor haar echter hetzelfde,
als hij eenmaal hier van daan ging, zou zij
hem toch wel nooit terug zien, en of hij daar
bij die zwarten of ergens anders stierf, deed
er voor haar ook niet toe, hij moest maar
doen wat hij wilde." Of zij hem dan zoo lief
had had hij gevraagd, niet maar zoo'n beetje
om hem een paar kussen te geven, maar zoo
dat ze later nog wel eens aan hem denken zou.
Toen was zij begonnen te schreien. Zij had
hem boven alles liefmaar wist dat zij zijn
vrouw nooit kon worden zy wist echter
niet hoe zij verder moest leven, als hij weg
was dan zou zij nergens lust meer in
hebben, noch in het huishouden, noch in het
zingen, in niets.
Zulke woorden waren voor hem als een be
dwelmende drank, die zijne ziel en zijne zinnen
verwarden, zoodat de vurigste wenschen bij hem
werden opgewekt, waarvan hij zich het grootste
geluk voorspiegelde.
Er heerschte drukkende hitte, die hem in een
loome stemming bracht en zijn gedachten
altijd op dit eene punt concentreerde. Som
tijds rukte hij zich los, ontvluchtte het plekje
onder den notenboom, waar hij zulke wond er-
zoo oneindig veel zwaarder dan die onzer Konin
gin-Regentes, lazen wij dezer dagen in een Ma-
dridsche correspondentie van de Opr. Haarl.
Crt. het volgende:
„Ik heb voor eze koninklijke vrouw een,
overigens zeer verklaarbare sympathie, en haar
verschijning bevestigde den indruk, dien ik
van te voren van haar ontvangen hadeen
niet meer jonge vrouw, niet mooi, maar m^t
een"' zeer-verstandig gezicht, doorgraven van
zware lijnen door de vele smarten, vele dwin-
gend-ernstige vragen, wier oplossing van haar
geëischt wordt, en die zij niet, of slechts ten
koste van zichzelf kan geven, het aanstaren
van een toekomst vol dreiging, vol twijfel, vol
zorg voor haar zoon, dien zij liefheeft, zeker
niet meer en beter dan iedere goede moeder
haar kind liefheeft, maar die eenmaal zoon,
hij, van de roemrijkste en de machtigste tradi-
tiën een verantwoordelijkheid zal moeten
dragen, te zwaar bijna voor een menschoen
verantwoordelijkheid, die zij als Koningin voor
hem hoopt, maar als moeder voor hem niet
wenschen kan. En in dat ernstige, pijnlijk-
ernstige gezicht van een veel geplaagde Konin
gin, van een vrouw die veel geschreid heeft,
kan men zien een vrouw die haar brood van
tranen doorweekt heeft gegeten, die vele slape-
looze nachten heeft gekend, en, misschien niet
enkel daarom en daardóór, zich vasthoudt aan
den godsdienst, vastklemt aan God en zijn
vrede, in dat bleeke gezicht een hartenwin-
nende uitdrukking van niet-te-zeggen zachtheid
en goedheid.
„Hij zat tegenover haar in het rijtuig, die
zoon, in zijn eenvoudig uniform van cadet,
versierd toch met de gouden keten van het
Gulden Vlies: een bleeke knaap, met een fijn
gezicht, zacht en toch ietwat zelfbewust van
uitdrukking, en nu reeds, o, nu reeds iets van
dat levensvermoeide in zijne oogen, om zijn
mond: die kenmerkende trek van koningskin
deren, die mij in bijna alle jonge vorsten en
prinsen tot medelijden heeft, gestemd; dien ik
heb gezien van bijna alle kinderen, van
de wieg af gevangen in een dynastie, bedreigd
door een koningschap, gedrukt door de tradi-
tiën van een kroon. Hier en daar op zijn weg
riep men que vim el reyen dan sloeg hij even
aan, en over zijn fijn blozend gezichtje scheen
iets van een glimlach, even maar, dadelijk
verdwenen, zooals even een zonnestraaltje kan
schijnen door een triestige regenlucht. Weet ge,
te midden van dat goedhartige, drukke, trot-
sche maar onberekenbare volk van Iberië, dat
met zijn grappen en met zijn gelach, met zijn
politiek gepraat er niet aan denkt welk een
gewetenslast door sommige menschen moet
gedragen worden, was deze moeder-koningin,
was dit kind-koning om er tranen van in de
oogen te krijgen."
Zonder op de waarde van deze beschouwing
af te dingen, gelooven wij toch de onderstelling
te mogen wagen, dat onze koningin gelukkig
een uitzondering is op de kinderen van de
wieg af, gevangen in een dynastie."
VergadleiriMgeu, {Joucerteu enz.
Middelburg.
Zondag 13 en
Maandag 14 Mrt. Voorstelling Tooverij en
Electr. Schuttershof 8 u.
Maandag ook 4Va u.
Maandag 14 Mrt. Vergad. Tram-Mij Bres-
kensMaldeghem. Nieuwe
Doelen 1 u.
Maandag 14 Mrt. Repetitie Zangv. Tot Oef.
en üitsp Coticert- en ge
hoorzaal. 71/._. u.
Maandag 14 Mrt. Voordracht Natuurkundig
gezelschap dr H. Japikse.
Gebou w R.H.B. School 8 u.
W o e n s d. 16 Mrt Concert Bell-Ringers. Con
cert- en gehoorzaal 8 u.
Dinsdag 29 Mrt. Voorstelling Kon. Veree-
niging Het Ned. Tooneel.
ScJiouuburg 7l/a u.
Woensdag 6 Apr. Liederen-avond Orelio-
Mann. Concert- en gehoor
zaal 8 u.
po'litie.
Aan het bureau van politie te M i d d e 1 b u r g
zijn als gevonden gedeponeerd: een portemon-
naie, een paar sleutels, een ijzeren hoepel, een
bruine dames glacé handschoen, een bruin
kinderschoentje, twee aardrijkskundige boekjes,
een zoo goed als nieuw bijbeltje, een boerin-
nenschort, een hond, een zwart bontje, een zak,
gemerkt Rotterdam, een brilledoos met bril,
drie manchetten, een boerenjuk, een zijden das
en een bewijs van lidmaatschap van de Ver-
eeniging tot bevordering van beeldende kunsten
ten name van J. Barendregt.
baarlijke droomen had, en begaf zich naar zijn
kamer. Maar dat baatte niet dat was
haar kamer, waar alles van haar sprak. Hij
zette zich neder om te werken, maar als hij
zich moede geschreven had, keerde de stem
ming terug en vervulde hem met een raadsel
achtig verlangen, dat sterker werd, naarmate
hij zijne zenuwen overspande. Dan liep hij
naar buiten. Maar in die donkere, ruischende
bosschen, in die vruchtbare boomgaarden, in
die welige, bloeiende natuur was niets wat
hom kalmeerde; en wanneer de avond viel en
de dauw aangename koelte verspreidde
voelde hij geen verkwikking, het was veeleer
alsof de wind hem koorts aanbracht; in het
geruisch hoorde hij lachen en lokken in de
stilte den adem van het verlangen.
(Wordt vervolgd.)
H E R IJ K.
Deze herijk is bepaald als volgt, voor
Oost- en West-Souburg, ook voor Ritthem,
14 Maart.
Vlissingen, 15, 16, 17, 18, 19, 21, 22, 23,24,
25 en 26 Maart.
Arnemuiden, ook voor Nieuw- en St. Joos-
land, 28 Maart.
Veere, ook voor Vrouwepolder, 29 Maart.
Serooskerke (Walcheren), 30 Maart des voorm.
Oostkapelle, ook voor Grijpskerke, 30 Maart
des nam.
Stoomdrukkerij - D. G. KröberJr. - Middelburg.