IHIDDELRIRGSCHE COURANT.
N°. 60.
1898.
Zaterdag
12 Maart.
I41e Jaargang.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., ƒ2.-
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometor
Middelburg 11 Maart 8 n. vm. 39 gr. 12 u43 gr.,
•v. 4 n. 41 gr. F. Verw. 0. wind.
Advertentiën voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór één uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Advertentiën: 20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 17 regels 1.50elke regel moer 20 cent. Reclames 40 cent per regoïj
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige
voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis
aan het bureau te bekomen.
Agenten.
Te 's GravenhageDe Ge.be. Beuhtakte; te
Amsterdam A. de La Mar Azn.
Middelburg 11 Maart.
Stuiting van collecten.
Bij kon. besluit is vernietigd het besluit
van burgemeester en wethouders van Rotter
dam tot stuiting eener collecte ten behoeve
der Vereeniging tot ondersteuning en zedelijke
ontwikkeling van hulpbehoevende blinden te
Utrecht.
De stuiting was gegrond, op het feit, dat
de vereeniging buiten de gemeente Rotterdam
zetelt en het daardoor voor het gemeentebe
stuur onmogelijk was na te gaan welk ge
bruik van de netto-opbrengst der collecte zou
worden gemaakt.
In het kon. besluit is echter overwogen
dat genoemd feit niet kan wettigen het on
derzoek naar de bestemming van de opbrengst
achterwege te laten en tot stuiting te beslui
ten en voortsdat, werd de door B. en
W. aangevoerde reden gegrond geacht, de
openbare inzamelingen van gelden ten behoeve
van buiten de gemeente gevestigde instellin
gen van weldadigheid, in strijd met de blijk
bare bedoeling des wetgevers, nagenoeg altijd
zouden kunnen worden geweerd.
Op gelijke gronden zijn ook vernietigd de
beschikkingen van burg. en weth. van Weesp
en van Nijkerk, betreffende de stuitingen van
collecten ten behoeve van de Liefdadigheids-
vereeniging Hulp en steun voor weezen van
alle gezindten te Amsterdam.
Eene beschikking van burg. en weth. van
Alkmaar tot stuiting eener collecte ten behoeve
van laatstgemelde vereeniging werd vernietigd
op gronddat de omstandigheid, dat in Alk
maar zelf tal van behoeften zijn waarin nog
moet worden voorzien (op grond van welke
omstandigheid de stuiting was geschied) geen
reden is om te beletten, dat de liefdadigheid
der ingezetenen ton behoeve van elders geves
tigde instellingen worde ingeroepen, zoolang
althans niet blijkt hetgeen door burg. en
weth. geenszins is aangevoerd dat collecten
voor instellingen van elders de belangen der
plaatselijke instellingen van weldadigheid ern
stig dreigen te benadeelen.
Voorts is verklaard, dat de collecten voor
evenbedoelde Liefdadigheïdsvereeniging op
wettige wijze zijn gestuit door de gemeente-
besturen van Zaandam, Rotterdam, Haarlem en
Maassluis.
BENOEMINGEN ENZ.
Bij kon. besluit:
is benoemd tot adjunct-commissaris der lood
sen te Rotterdam de heer G. H. Leffers;
is de heer W. J. Duysberg, tijdelijk leerling-
tolk voor de Chineesche taal bij het consulaat-
generaal en gezantschap der Nederlanden te
Peking, definitief als zoodanig benoemd;
is C. G. Van Pieterson te 's-Gravenbage be
noemd tot bnreelambtenaar van den rijks
waterstaat;
is aan den heer W. O. Gallois, vice-president
van den raad van Nederlandsch-Indië, op zijn
verzoek, eervol ontslag verleend uit 's lands
dienst, onder dankbetuiging;
is de beer mr G. F. baron Thoe Schwart
zenberg en Hobenlandsberg, advocaat en pro
cureur te 's-Gravenhage, benoemd tot griffier
bij het hof van justitie in de kolonie Suriname
zijn de heeren N. L. Schoorel en F. de
Meijier, artsen, benoemd en aangesteld tot offi
cier van gezondheid der tweede klasse bij het
personeel van den geneeskundigen dienst van
het leger in Nederlandsch-Indië; en
is de eerste-luitenant J. Brunsting, van het
8ste regiment infanterie, op pensioen gesteld, ad
f 1350 'sjaars.
TWEKVË 14. A JU EB,
Onteigening voor een haven te Numansdorp.
Bij de kamer is ingediend een wetsontwerp
tot verklaring van het algemeen nut, ten name
van den Staat en ten name van den Rotterd.
tramwegmij., der onteigening ten behoeve van
bet maken van een haven te Numansdorp, met
•verbindingsbaan tusschen dezen en den in aan
leg zijnden spoorweg (tramweg) van Rotterdam
naar Zuid-Beijerland. Tegen de onteigening zijn
geen bezwaren ingebracht.
Ten name van de Rotterdamsche tramweg-
maatschappij werd bij de wet van 21 Maart
1896 het algemeen nut der onteigening uitge
sproken voor den aanleg van een spoorweg
•van Rotterdam naar Zuid-Beijerland, met zij
takken naar Oud-Beijerland, de aanleg van
welk werk thans in uitvoering is, terwijl het
voornemen bestaat aan dezelfde maatschappij
een renteloos voorschot voor het maken van
eene verbindingsbaan tusschen dien tramweg
en de haven nabij Numansdorp toe te kennen.
Regeling betreffende de toelating als schipper
op koopvaardijschepen en het aan boord
daarvan in dienst hebben van stuur
lieden en machinisten.
Jn de memorie van toelichting tot dit, uit
12 artikelen met 5 bijlagen bestaande, wetsont
werp herinnert de minister van waterstaat dat
in 1890 een door den minister Ilavelaar be
noemde commissie van reeders en deskundigen
te dezer zake rapport uitbracht. In dat rap
port worden de volgende vragen beantwoord
3o of het stellen van eischen van bekwaam
heid aan hen, die aan boord van koopvaardij
schepen gezag uitoefenen, in beginsel is goed
te keuren2o in welken vorm die eischen
moeten worden gedaan 3o wie voor de hand
having aansprakelijk is te stellen4o waarin
ze moeten bestaan5o welke overgangsbepa
lingen moeten worden vastgesteld; 6o welke
rechten aan buitenlandsche diploma's en aan
officieren en machinisten van Hr Ms zeemacht
met betrekking tot de gevorderde diploma's
van bekwaamheid zouden zijn toe te kennen.
Met de commissie oordeelt de minister, dat
tot het verplicht stellen van examens kan
worden overgegaan, zonder dat voor overwe
gende praetische bezwaren behoeft te worden
gevreesd. Die maatregel zal niet ingrijpen in
bestaande toestanden, maar zich daaraan ge-:
reedelijk aansluiten. De minister stelt, tegen
het advies der commissie, voor de examens te
eischen voot het bevaren van alle schepen
van niet meer dan 100 ton. De schepen van
100 ton worden buiten de regeling gehouden.
De verplichte examens gelden hen, die voor
het bestuur van het schip en de machine on
misbaar zijn te achten. De tegenwoordige
eischen daartoe worden in hoofdzaak gehand
haafd. Uitsluiting van vreemdelingen ligt
niet in de bedoeling, maar evenmin worden
zij gunstiger behandeld dan nationale.
Wat betreft de rechten aan de thans op
onze vloot varende scheepsofficieren, gaat de
minister in hoofdzaak mee met het gevoelen der
commissie, te handhaven de rechten, verbonden
aan de diploma's, vóór 1878 door sommige
gemeentebesturen en na dien tijd van rijks
wege afgegeven, te verleenen certificaten zon
der dat een examen is afgelegd aan hen
die vóór den datum van indiening van
dit wetsontwerp hebben dienst gedaan, welk
certificaat dezelfde wettelijke bevoegdheid
geeft als het diploma voor den zelfden rang.
Het wetsontwerp stelt den schipper verant
woordelijk voor de naleving der bepalingen,
zoowel ten opziobte van zich zelf, als van de
equipage, welke onder zijne bevelen dient. De
overgangs bepaling van twee jaren of zoo veel
vroeger als het schip in Nederlandsche haven
binnenloopt, wordt verbonden aan het schip,
waarmede de reis vóór de inwerkingtreding
der wet werd ondernomen.
sproken rede, vergeleek hij den geest onzer
huidige maatschappij met dien op het laatst
der vorige eeuw, wees hij op enkele harer ge
breken en nooóen en gaf hij ten slotte met een
viertal schetsen of voorbeelden zijn aandachtig
gehoor den weg aan, boe ieder individueel kau
bijdragen tot opheffing en leniging daarvan,
hoe ieder in den waren zin des woords sociaal
kan en moet zijn.
Na de pauze vergastte hij zijn gehoor nog
op een paar komische voordrachtende Tooned-
criticus en de Uitvinder.
Te Stavenisse is dezer dagen in wer
king getreden het nieuwe, gewijzigde, politie-
reglement. Voor de vele voornamelijk
vreemde kooplieden, welke geregeld die ge
meente met een bezoek vereeren, is het zeker
wel van belang te weten, dat volgens art. 17
van dat reglement, het verboden is om waren,
van welken -aard, langs de huizen der ingeze
tenen ten verkoop aan te bieden, zonder toe-
stemmingsbetvijs van den burgemeester. Bij over
treding is de hoogste boete bepaald op 3.
Voor de vacature in den raad van Zu.id-
dorpe, ontstaan door hot bedanken, wegens ge
zondheidsredenen, van den heer Ch. L.Puylaert,
sedert jaren wethouder en ambt. van den bur
gerlijken stand, werd Donderdag één candidaat
voorgedragen, nl. de heer B. C. Puylaert, zoo
dat deze gekozen is verklaard.
UIT STAD EN PROVINCIE,
Bij kon. besl. is, met ingang van 1 April
a. de commissaris der loodsen, tevens ontvan
ger der loodsgelden te Brouwershaven,
M. M. Lourens, als commissaris der loodsen
overgeplaatst naar den Hoek van Hollandi.
de commissaris der loodsen, tevens ontvanger
der loodsgelden te Dordrecht, P. Hoogvliet, in
gelijke betrekkingen overgeplaatst naar Brou
wershaven; en c. de adjunct-commissaris
der loodsen te Rotterdam, P. Verkade, in ge
lijke betrekking tijdelijk gedetacheerd ter
standplaats Dordrecht, ter waarneming der be
trekking van commissaris der loodsen, tevens
ontvanger der loodsgelden, aldaar.
-Door den minister van justitie is zooals
in het grootste deel der oplaag van ons vorig
nommer nog werd gemeld aan de mare
chaussees A. Adam en J. Van der Waal te
Yzendijke zijne bijzondere tevredenheid te
kennen gegeven wegens hun onverschrokken
en beleidvol gedrag bij de in den avond vaD
8 Februari onder Biervliet, met hevig ver
zet gepaard gaande, arrestatie van den beruch-
ten en gevreesden inbreker Leo Miloen.
Hiervan geschiedt eervolle vermelding in het
Politieblad.
Met 1 April komt vacant de betrekking
van scheikundig assistent aan het rijksland-
bouw-proefstation te Goes, wegens het ver
leenen van eervol ontslag als zoodanig, op
verzoek, aan den heer M. A. C. F. Bólomey.
Jaarwedde f 1000.
Bij de Vier Linden op den straatweg van
Goes naar 's Gravenpolder schrok
Donderdag een paard, voor een boerenwagen ge
spannen, sloeg op hol en reed met wagen en
al in de waterleiding bij de Favorite. De koet
sier was bij tijds van den wagen gesprongen
het paard, dat niets medewerkte, werd met
moeite op het droge gebracht en de wagen
was geheel vernield.
Woensdag avond trad de heer I. H. C.
Heijse van Middelburg als spreker op voor de
leden van het Nwtedepartement Noordgouwe
en tal van geïntroduceerden.
In eene krachtige, leerrijke, met de hem
1 eigene zeggings- en overtuigingskracht nitge-
ONZE BLINDEN.
Donderdag avond werd op de bovenzaal
der sociëteit. St. Joris alhier eene openbare
vergadering gehouden van deu Ghristelijken
Volksbond, welke, tengevolge van ongesteldheid
van den heer H. J. L. Poort, gepresideerd werd
door don heer W. J. Sprenger.
Deze introduceerde bij de in zeer kleinen ge
tale opgekomen hoorders den spreker van den
avond, den heer Joh. Ekering van 's Graven
hage, die tot onderwerp had gekozen „onze
blinden".
Hij begon met eenige statistieke mededeelin-
gen te doen omtrent het aantal blinden in ver
schillende landen. Nederland heeft er slechts
een klein aantal, niet meer dan 2500; op 1.000.000
inwoners gerekend dus 450. In Denemarken be
draagt dit verhoudingsgetal 640, in Zwitserland
760, in Zweden, België, Frankrijk, Duitschland,
Engeland, Italië 800 a 1000, in Spanje 1100,
in Hongarije 1250, in Noorwegen 1360, in Fin
land 2250 en sterker nog in Rusland, waar men
er 189.000 telt.
Na deze inleiding besprak de heer Ekering
het zien en de oorzaken van blind worden;
daarbij erop wijzende, dat vele kinderen door
onvoorzichtige behandeling bij de geboorte het
licht der oogen moeten derven.
Hij ging in aangenamen, bevattelijken vorm
na den toestand der blinden en hunne verzor
ging van af den vroegsten tijd tot op hedeD,
wees er op hoe de meeste blinden in min gun
stige omstandigheden verkeerden en veelal
moesten leven van giften en gaven van geluk
kiger stervelingen. Hij stelde echter ook in
het licht, hoe in vroeger en later tijden onder
de blinden gevonden werden personen, die uit
muntten op het gebied van wetenschap en
kunst, hoe men ónder hen aantrof schrijvers en
dichters van wereldbenoemden naam, leeraren
in wiskunde, professoren, componisten, zangers,
musici, beeldhouwers enz.
De spreker noemde verschillende weldoeners
der blinden, en toonde aan hoe deze de blin
den hebben leeren lezen en schrijven en zoo
den weg openden en effenden tot hunne weten
schappelijke opleiding.
De heer Ekering besprak de verschillende
blinden-instituten in Nederlandte Amsterdam,
Rotterdam eu Grave, daarbij vooral van de
laatste inrichting met zeer groote ingenomen
heid en waardeering gewagende.
Met woord en beeld schetste de heer Ekering,
op onderhoudende wijs, hoe de blinde leest én
schrijft en hoe de ontwikkelden onder hen op
de hoogte gehouden worden van de Dieuwste
ontdekkingen op wetenschappelijk gebied en
van de gebeurtenissen op het wereldtooneel.
Na eenige oogenblikken pauze, besprak de
heer Ekering, die bibliothekaris is van de blin
den boekverzameling te 's Gravenhage, hoe bij
de blinden, die een zintuig missen, de andere
zintuigen buitengewoon ontwikkeld zijnbij
hen is bijv. het tastgevoel vrij wathoogerdan
bij zienden, evenals het gehoor, wat hij door
sprekende voorbeelden aantoonde.
De blindgeborenen, dit betoogde spreker
meermalen, bezitten een orgaan minder dan de
zienden, maar hebben zich van den beginne af-
aan daarmede leeren behelpenzij missen dus
niet zooveel als menigeen wei veronderstelt.
Waar hij ten slotte aanspoorde tot mede
lijden met de blinden en den helderzienden
toeriep: „helpt hen waar zij dat behoeven,"
deed hij uitkomen, dat die hulp het best kan
geboden worden door hun werk te geven,
waardoor zij onafhankelijk worden van hunne
omgeving.
De heer W. J. Sprenger was de tolk van de
aanwezigen, toen hij den spreker dankte voor
zijne interessante voordracht, die met onver
minderde belangstelling van het begin tot bet
eind was gevolgd.
RECHTSZAKEN.
Arrondissements-Rechtbank te Middelburg.
k. vertreding van art. 573 van het
wetboek van strafrecht.
Voor bovengenoemde rechtbank werd 14
Januari behandeld de zaak tegen H. T., oud
41 jaar, commies 3e klasse bij de posterijen
te Vlissingen, toen gedetineerd, ter zake van
het zich uit van Engeland en Schotland aan
de firma nurdaway en Topping te Vlissingen
verzonden brieven, toeëigenen van geldswaar
dige postal-orders.
Toen werden drie getuigen gehoord en achtte
de ambtenaar van het O. M. het ten laste ge
legde feit wel overtuigend doch niet wettig
bewezen. Met het oog op den ernst van het
misdrijf, vorderde de ambtenaar dat het onder
zoek in deze zaak zou worden geschorst tot
heden, Vrijdag 11 Maart, om middelerwijl te
trachten een tweetal toen niet verschenen ge
tuigen voor te brengen.
Met het oog op de langdurige preventieve
hechtenis van bekl. en het kleine bedrag, dat
het gold, vorderde de ambtenaar, dat, als de
rechtbank tot schorsing der zaak besloot,
de beklaagde op vrije voeten zou worden gesteld.
De den beklaagde ambtshalve toegevoegde
verdediger, de heer jhr mr J. A. Schorer, ad
vocaat te Middelburg, sloot zich bij bet ver
zoek om invrijheidstelling aan en de recht-,
bank besloot overeenkomstig de vordering van
den ambtenaar van liet openbaar ministerie.
Bij de nu heden voortgezette behandeling
deelde de ambtenaar van het O. M. mede, dat
de door hem gedagvaarde getuige H. Leake
uit Engeland was overgekomen, en vorderde
dat deze zou worden gehoord.
Als tolk trad weder op de heer G. Asaert,
te Vlissingen.
De getuige verklaarde 14 April 1897 een
brief verzonden te hebben uit Sevenoaks, ge
adresseerd aan Hardaway en Topping te Vlis
singen, welke brief een postal-order van 5
shilling inhield.
Hij noemde het nomm8r van dat geldswaar
dig papier en herkende het hem vei toonde.
Toen hij geen bericht ontving van de Vlis-
8ingsche firma schreef hij, na verloop van een
of acht, daarover en diende, na de mededee-
ling van deze dat niets was ontvangen, een
klacht in bij de posterijen te Sevenoaks.
De bekl., daarna ondervraagd, bleef bij zijne
op 14 Januari afgelegde bekentenis.
De officier van justitie begon met er op te
wijzen, dat het steeds moeilijk geweest is om,
wanneer geld in niet-aangeteekende brieven
verzonden werd en die brieven te loor gingen,
de daders van den diefstal te ontdekken, vooral
wanneer die brieven uit het buitenland kwamen.
In 1897 gingen te Vlissingen verschillende
brieven met geldswaarde te loor en eindelijk
is het vermoeden gevallen op den beklaagde,
welk vermoeden weldra zekerheid werd en
diens arrestatie ten gevolge had.
Slechts enkele feiten zijn aan beklaagde ten
laste gelegd en alleen door de overkomst van
den getuige Leake is het gelukt voldoende be
wijs tegen bekl. in handen te krijgen.
De officier wees er op, dat op dezen getuige
pressie is uitgeoefend, opdat hij niet zou over
komen, wat echter niet het gewenscht gevolg
heeft gehad.
De ambtenaar achtte èn door de verklarin
gen van verschillende getuigen èn door de be
kentenis van den beklaagde het ten laste ge
legde wettig en overtuigend bewezen.
Hij stelde in het licht dat bekl. was beëedigd
ambtenaar bij de posterijen en dat hij zich in
die kwaliteit de postal-ordeTS heeft toegeëigend.
Wijzende op de ontwikkeling van den bekl.
en het in hem gestelde vertrouwen, achtte de
ambtenaar het misdrijf hoogst ernstig. Bekl.
wil het doen voorkomen, of rampen hem tot
het misdrijf hebben gedreven, doch de ambte
naar toonde aan, dat hij de tering naar de ne
ring had moeten zetten en niet zulke buiten
sporige verteringen had moeten maken als ge
bleken is dat bij deed.
De ambtenaar vorderde schuldigverklaring
van bekl. en vroeg zijne veroordeeling tot ei-ne
gevangenisstraf van een jaar, met mindering
van den in voorloopige hechtenis doorgebnieh-
ten tijd.
De verdediger jhr mr J. A. Schorer, wees
erop, dat, waar bekl, op 14 Jan. reeds meer
dan zes maanden in preventieve hechtenis had
doorgebracht, men meenen zou, dat hem een
hoogst ernstig misdrijf wordt ten laste gelegd.
Wat is echter gebleken Dat by- een bedrag
van f 6, zegge zes gulden, heeft verduisterd.
Hierna ging de verdediger de bekentenis van
bekl. na, om daaruit aan te toonen, dat die
niet voldoende is om hem te veroordeelen.
heeft wel bekend eens postal-orders ontvreemd
te hebben, maar niet hekend welke.
Wat betreft de buitensporige verteeringen
van bekl., wees de lieer Schorer erop, dat het
geen doorhem is gekocht noodig was voor zijn
vrouw en gvootendeels bestond uit versterkende
middelen.
Bewezen is niet, dat de postal-order van den
heer Leake door bekl. is ontvreemd. Hjj zelf
weet dat niet en er zijn vele omstandigheden
mogenlljk, dat bekl. die postal-order regelmatig
heeft verkregen.
Na de schorsing van bekl. is het vermissen
van brieven blijven voortduren.
Pleiter achte het zijn cliënt ten laste gelegde
niet wei tig en overtuigend bewezen en vroeg
bekl.'s vrijspraak, terwijl, mocht de rechtbank
zich daarmede niet kunnen vereenigen, hij ver
schillende verzachtende omstandigheden aan
voerde.
Bekl. had een groot gezin en een klein
traktement, terwijl het leven te Vlissingen in
zijn stand duur is. Hij heeft nog getracht
;ijne positie te verbeteren, doch dat is hem
niet mogen gelukken en toen Gabor hem tot
betaling van het verschuldigde drong, bracht
wanhoop er hem misschien toe zaken te
doen, die hij had moeten nalaten.
Ook wees de verdediger ten slotte op den
langen tijd, dien bekl. in preventieve hechtenis
heeft doorgebracht.
Na re- en dubliek nam de beklaagde nog
het woord, om zich in de consideratie van de
rechtbank aan te bevelen, zoo niet voor hem
zei ven, dan toch voor zijn vrouw en zijn groot
zin.
Hierna werd het onderzoek in deze zaak ge
sloten en de uitspraak bepaald op heden over
acht dagen.
Voor deze rechtbank werd heden nog be
handeld de zaak tegen I. T., oud 51 jaar, ge
boren te Biervliet, wonende te Oostbnrg, alhier
gedetineerd, die beklaagd werd dat hij, met
het oogmerk van wederrechtelijke toeeigening,
in of omstreeks de maanden November ea
December 1897 te Oostburg heeft ontvreemd
een baaien rok en 4 konijnen en te Groede 7
katoenen hemden en zulks met behulp van
over- en inklimming.
Tegen beklaagde, die recidivist is, werd door
den ambtenaar van bet O. M. eene gevangenis
straf van drie jaar geëischt met mindering van
den in voorloopige hechtenis doorgebrachten tijd.
De heer mr* A. C. A. Jacobse Boudewijnse,
die den beklaagde ambtshalve als verdediger
was toegevoegd, vroeg een mindere straf, op
grond dat het aannemelijk was dat bekl. niet
uit winstbejag, maar om de armoede die in
het gezin zijns "broeders, waarin bij liefderijk
was opgenomen, te lenigen, de diefstallen had
gepleegd.
Dezelfde rechtbank deed heden uitspraak in
de, in ons nommer van 5 Maart, medegedeelde
zaak tegen C. K., 19 jr., boerenknecht te Go e s,
beklaagd van diefstal van paardenhaar, waar
voor hij in den stal van W. Nieuwenhuijzen
te Wolfaartsdijk van vier dieren de staarten
had afgesneden. HQ werd veroordeeld tot 4 ra.
gev.atraf. De eisch was 6 ra.
Nog zijn veroordeeld wegens
poging tot feitelijke aanranding van de eer
baarheid G. d. 9., 16 j., arbeider, en P. C
d. K., 16 j., zonder beroep Colynsplaat, ieder
tot 1 m. gev. straf;
beleedigingA. K., 26 j., beurtschipper,
Colynsplaat, tot f 5 b. s. 5 d. h., en J. M.,
33 j., hvr. van A. D., zonder beroep, Colyns
plaat, tot ƒ3 b. 8. 3d. h.;
mishandelingA. S., 21 j., en P. C. F. V.,
21 j., kooplieden, Wemeldinge, de le tot 14 d.
en de 2e tot 7 d. gev.-straf, en J. B. v.d. W.,
20 j., veldarbeider, Heinkenszand, tot öb.'s.
5 d. h,en
bed-.larij en no. 1 bovendien diefstalF, d.
J. Mz,, 28 j., en J. A. B. Pz., 27 j., arbeider,
Goes, ieder tot 3 d. hechtenis en no. 1 boven
dien tot 1 ra', gev.-straf.
Inzake M. d. I5., 28 j., veldarbeider te 's neer
Abtskerke, appellant van een vonnis van het
kantongerecht te Goes, waarbij hij ter zake
van overtreding der jachtwet is veroordeeld tot
2 X 10 b. s. 2 X 4 d. b., is het vonnis des
eersten rechters bevestigd.
De Rotterdamsche rechtbank veroordeelde
Woensdag tot twee jaar gevangenisstraf een
handelsreiziger aldaar, die aan het einde der
Hoogstraat een caféhonder, te middernacht, toen
deze, na het sluiten van- zijn café zich naar
zijn woning aan -den Oostzeedijk wilde bege
ven, een gevaarlijke snede over het. gelaat-
had toegebracht.
Voor het kantongerecht te Terborg is
tegen een 70jarigfc vrouw uit de gemeente
Bergh "25, 'stubs. 10 dagen hechtenis, geëischt
wegens het onbevoegd uitoefenen der verlos
kunde. Bekl. had, daar ca 1 uur in den omtrek
geen geneeskundige woont, daartoe door ecu