IHIDDELRIRGSCHE COURANT. N°. 60. 1898. Zaterdag 12 Maart. I41e Jaargang. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., ƒ2.- Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometor Middelburg 11 Maart 8 n. vm. 39 gr. 12 u43 gr., •v. 4 n. 41 gr. F. Verw. 0. wind. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór één uur aan het bureau bezorgd zijn. Advertentiën: 20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.50elke regel moer 20 cent. Reclames 40 cent per regoïj Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis aan het bureau te bekomen. Agenten. Te 's GravenhageDe Ge.be. Beuhtakte; te Amsterdam A. de La Mar Azn. Middelburg 11 Maart. Stuiting van collecten. Bij kon. besluit is vernietigd het besluit van burgemeester en wethouders van Rotter dam tot stuiting eener collecte ten behoeve der Vereeniging tot ondersteuning en zedelijke ontwikkeling van hulpbehoevende blinden te Utrecht. De stuiting was gegrond, op het feit, dat de vereeniging buiten de gemeente Rotterdam zetelt en het daardoor voor het gemeentebe stuur onmogelijk was na te gaan welk ge bruik van de netto-opbrengst der collecte zou worden gemaakt. In het kon. besluit is echter overwogen dat genoemd feit niet kan wettigen het on derzoek naar de bestemming van de opbrengst achterwege te laten en tot stuiting te beslui ten en voortsdat, werd de door B. en W. aangevoerde reden gegrond geacht, de openbare inzamelingen van gelden ten behoeve van buiten de gemeente gevestigde instellin gen van weldadigheid, in strijd met de blijk bare bedoeling des wetgevers, nagenoeg altijd zouden kunnen worden geweerd. Op gelijke gronden zijn ook vernietigd de beschikkingen van burg. en weth. van Weesp en van Nijkerk, betreffende de stuitingen van collecten ten behoeve van de Liefdadigheids- vereeniging Hulp en steun voor weezen van alle gezindten te Amsterdam. Eene beschikking van burg. en weth. van Alkmaar tot stuiting eener collecte ten behoeve van laatstgemelde vereeniging werd vernietigd op gronddat de omstandigheid, dat in Alk maar zelf tal van behoeften zijn waarin nog moet worden voorzien (op grond van welke omstandigheid de stuiting was geschied) geen reden is om te beletten, dat de liefdadigheid der ingezetenen ton behoeve van elders geves tigde instellingen worde ingeroepen, zoolang althans niet blijkt hetgeen door burg. en weth. geenszins is aangevoerd dat collecten voor instellingen van elders de belangen der plaatselijke instellingen van weldadigheid ern stig dreigen te benadeelen. Voorts is verklaard, dat de collecten voor evenbedoelde Liefdadigheïdsvereeniging op wettige wijze zijn gestuit door de gemeente- besturen van Zaandam, Rotterdam, Haarlem en Maassluis. BENOEMINGEN ENZ. Bij kon. besluit: is benoemd tot adjunct-commissaris der lood sen te Rotterdam de heer G. H. Leffers; is de heer W. J. Duysberg, tijdelijk leerling- tolk voor de Chineesche taal bij het consulaat- generaal en gezantschap der Nederlanden te Peking, definitief als zoodanig benoemd; is C. G. Van Pieterson te 's-Gravenbage be noemd tot bnreelambtenaar van den rijks waterstaat; is aan den heer W. O. Gallois, vice-president van den raad van Nederlandsch-Indië, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend uit 's lands dienst, onder dankbetuiging; is de beer mr G. F. baron Thoe Schwart zenberg en Hobenlandsberg, advocaat en pro cureur te 's-Gravenhage, benoemd tot griffier bij het hof van justitie in de kolonie Suriname zijn de heeren N. L. Schoorel en F. de Meijier, artsen, benoemd en aangesteld tot offi cier van gezondheid der tweede klasse bij het personeel van den geneeskundigen dienst van het leger in Nederlandsch-Indië; en is de eerste-luitenant J. Brunsting, van het 8ste regiment infanterie, op pensioen gesteld, ad f 1350 'sjaars. TWEKVË 14. A JU EB, Onteigening voor een haven te Numansdorp. Bij de kamer is ingediend een wetsontwerp tot verklaring van het algemeen nut, ten name van den Staat en ten name van den Rotterd. tramwegmij., der onteigening ten behoeve van bet maken van een haven te Numansdorp, met •verbindingsbaan tusschen dezen en den in aan leg zijnden spoorweg (tramweg) van Rotterdam naar Zuid-Beijerland. Tegen de onteigening zijn geen bezwaren ingebracht. Ten name van de Rotterdamsche tramweg- maatschappij werd bij de wet van 21 Maart 1896 het algemeen nut der onteigening uitge sproken voor den aanleg van een spoorweg •van Rotterdam naar Zuid-Beijerland, met zij takken naar Oud-Beijerland, de aanleg van welk werk thans in uitvoering is, terwijl het voornemen bestaat aan dezelfde maatschappij een renteloos voorschot voor het maken van eene verbindingsbaan tusschen dien tramweg en de haven nabij Numansdorp toe te kennen. Regeling betreffende de toelating als schipper op koopvaardijschepen en het aan boord daarvan in dienst hebben van stuur lieden en machinisten. Jn de memorie van toelichting tot dit, uit 12 artikelen met 5 bijlagen bestaande, wetsont werp herinnert de minister van waterstaat dat in 1890 een door den minister Ilavelaar be noemde commissie van reeders en deskundigen te dezer zake rapport uitbracht. In dat rap port worden de volgende vragen beantwoord 3o of het stellen van eischen van bekwaam heid aan hen, die aan boord van koopvaardij schepen gezag uitoefenen, in beginsel is goed te keuren2o in welken vorm die eischen moeten worden gedaan 3o wie voor de hand having aansprakelijk is te stellen4o waarin ze moeten bestaan5o welke overgangsbepa lingen moeten worden vastgesteld; 6o welke rechten aan buitenlandsche diploma's en aan officieren en machinisten van Hr Ms zeemacht met betrekking tot de gevorderde diploma's van bekwaamheid zouden zijn toe te kennen. Met de commissie oordeelt de minister, dat tot het verplicht stellen van examens kan worden overgegaan, zonder dat voor overwe gende praetische bezwaren behoeft te worden gevreesd. Die maatregel zal niet ingrijpen in bestaande toestanden, maar zich daaraan ge-: reedelijk aansluiten. De minister stelt, tegen het advies der commissie, voor de examens te eischen voot het bevaren van alle schepen van niet meer dan 100 ton. De schepen van 100 ton worden buiten de regeling gehouden. De verplichte examens gelden hen, die voor het bestuur van het schip en de machine on misbaar zijn te achten. De tegenwoordige eischen daartoe worden in hoofdzaak gehand haafd. Uitsluiting van vreemdelingen ligt niet in de bedoeling, maar evenmin worden zij gunstiger behandeld dan nationale. Wat betreft de rechten aan de thans op onze vloot varende scheepsofficieren, gaat de minister in hoofdzaak mee met het gevoelen der commissie, te handhaven de rechten, verbonden aan de diploma's, vóór 1878 door sommige gemeentebesturen en na dien tijd van rijks wege afgegeven, te verleenen certificaten zon der dat een examen is afgelegd aan hen die vóór den datum van indiening van dit wetsontwerp hebben dienst gedaan, welk certificaat dezelfde wettelijke bevoegdheid geeft als het diploma voor den zelfden rang. Het wetsontwerp stelt den schipper verant woordelijk voor de naleving der bepalingen, zoowel ten opziobte van zich zelf, als van de equipage, welke onder zijne bevelen dient. De overgangs bepaling van twee jaren of zoo veel vroeger als het schip in Nederlandsche haven binnenloopt, wordt verbonden aan het schip, waarmede de reis vóór de inwerkingtreding der wet werd ondernomen. sproken rede, vergeleek hij den geest onzer huidige maatschappij met dien op het laatst der vorige eeuw, wees hij op enkele harer ge breken en nooóen en gaf hij ten slotte met een viertal schetsen of voorbeelden zijn aandachtig gehoor den weg aan, boe ieder individueel kau bijdragen tot opheffing en leniging daarvan, hoe ieder in den waren zin des woords sociaal kan en moet zijn. Na de pauze vergastte hij zijn gehoor nog op een paar komische voordrachtende Tooned- criticus en de Uitvinder. Te Stavenisse is dezer dagen in wer king getreden het nieuwe, gewijzigde, politie- reglement. Voor de vele voornamelijk vreemde kooplieden, welke geregeld die ge meente met een bezoek vereeren, is het zeker wel van belang te weten, dat volgens art. 17 van dat reglement, het verboden is om waren, van welken -aard, langs de huizen der ingeze tenen ten verkoop aan te bieden, zonder toe- stemmingsbetvijs van den burgemeester. Bij over treding is de hoogste boete bepaald op 3. Voor de vacature in den raad van Zu.id- dorpe, ontstaan door hot bedanken, wegens ge zondheidsredenen, van den heer Ch. L.Puylaert, sedert jaren wethouder en ambt. van den bur gerlijken stand, werd Donderdag één candidaat voorgedragen, nl. de heer B. C. Puylaert, zoo dat deze gekozen is verklaard. UIT STAD EN PROVINCIE, Bij kon. besl. is, met ingang van 1 April a. de commissaris der loodsen, tevens ontvan ger der loodsgelden te Brouwershaven, M. M. Lourens, als commissaris der loodsen overgeplaatst naar den Hoek van Hollandi. de commissaris der loodsen, tevens ontvanger der loodsgelden te Dordrecht, P. Hoogvliet, in gelijke betrekkingen overgeplaatst naar Brou wershaven; en c. de adjunct-commissaris der loodsen te Rotterdam, P. Verkade, in ge lijke betrekking tijdelijk gedetacheerd ter standplaats Dordrecht, ter waarneming der be trekking van commissaris der loodsen, tevens ontvanger der loodsgelden, aldaar. -Door den minister van justitie is zooals in het grootste deel der oplaag van ons vorig nommer nog werd gemeld aan de mare chaussees A. Adam en J. Van der Waal te Yzendijke zijne bijzondere tevredenheid te kennen gegeven wegens hun onverschrokken en beleidvol gedrag bij de in den avond vaD 8 Februari onder Biervliet, met hevig ver zet gepaard gaande, arrestatie van den beruch- ten en gevreesden inbreker Leo Miloen. Hiervan geschiedt eervolle vermelding in het Politieblad. Met 1 April komt vacant de betrekking van scheikundig assistent aan het rijksland- bouw-proefstation te Goes, wegens het ver leenen van eervol ontslag als zoodanig, op verzoek, aan den heer M. A. C. F. Bólomey. Jaarwedde f 1000. Bij de Vier Linden op den straatweg van Goes naar 's Gravenpolder schrok Donderdag een paard, voor een boerenwagen ge spannen, sloeg op hol en reed met wagen en al in de waterleiding bij de Favorite. De koet sier was bij tijds van den wagen gesprongen het paard, dat niets medewerkte, werd met moeite op het droge gebracht en de wagen was geheel vernield. Woensdag avond trad de heer I. H. C. Heijse van Middelburg als spreker op voor de leden van het Nwtedepartement Noordgouwe en tal van geïntroduceerden. In eene krachtige, leerrijke, met de hem 1 eigene zeggings- en overtuigingskracht nitge- ONZE BLINDEN. Donderdag avond werd op de bovenzaal der sociëteit. St. Joris alhier eene openbare vergadering gehouden van deu Ghristelijken Volksbond, welke, tengevolge van ongesteldheid van den heer H. J. L. Poort, gepresideerd werd door don heer W. J. Sprenger. Deze introduceerde bij de in zeer kleinen ge tale opgekomen hoorders den spreker van den avond, den heer Joh. Ekering van 's Graven hage, die tot onderwerp had gekozen „onze blinden". Hij begon met eenige statistieke mededeelin- gen te doen omtrent het aantal blinden in ver schillende landen. Nederland heeft er slechts een klein aantal, niet meer dan 2500; op 1.000.000 inwoners gerekend dus 450. In Denemarken be draagt dit verhoudingsgetal 640, in Zwitserland 760, in Zweden, België, Frankrijk, Duitschland, Engeland, Italië 800 a 1000, in Spanje 1100, in Hongarije 1250, in Noorwegen 1360, in Fin land 2250 en sterker nog in Rusland, waar men er 189.000 telt. Na deze inleiding besprak de heer Ekering het zien en de oorzaken van blind worden; daarbij erop wijzende, dat vele kinderen door onvoorzichtige behandeling bij de geboorte het licht der oogen moeten derven. Hij ging in aangenamen, bevattelijken vorm na den toestand der blinden en hunne verzor ging van af den vroegsten tijd tot op hedeD, wees er op hoe de meeste blinden in min gun stige omstandigheden verkeerden en veelal moesten leven van giften en gaven van geluk kiger stervelingen. Hij stelde echter ook in het licht, hoe in vroeger en later tijden onder de blinden gevonden werden personen, die uit muntten op het gebied van wetenschap en kunst, hoe men ónder hen aantrof schrijvers en dichters van wereldbenoemden naam, leeraren in wiskunde, professoren, componisten, zangers, musici, beeldhouwers enz. De spreker noemde verschillende weldoeners der blinden, en toonde aan hoe deze de blin den hebben leeren lezen en schrijven en zoo den weg openden en effenden tot hunne weten schappelijke opleiding. De heer Ekering besprak de verschillende blinden-instituten in Nederlandte Amsterdam, Rotterdam eu Grave, daarbij vooral van de laatste inrichting met zeer groote ingenomen heid en waardeering gewagende. Met woord en beeld schetste de heer Ekering, op onderhoudende wijs, hoe de blinde leest én schrijft en hoe de ontwikkelden onder hen op de hoogte gehouden worden van de Dieuwste ontdekkingen op wetenschappelijk gebied en van de gebeurtenissen op het wereldtooneel. Na eenige oogenblikken pauze, besprak de heer Ekering, die bibliothekaris is van de blin den boekverzameling te 's Gravenhage, hoe bij de blinden, die een zintuig missen, de andere zintuigen buitengewoon ontwikkeld zijnbij hen is bijv. het tastgevoel vrij wathoogerdan bij zienden, evenals het gehoor, wat hij door sprekende voorbeelden aantoonde. De blindgeborenen, dit betoogde spreker meermalen, bezitten een orgaan minder dan de zienden, maar hebben zich van den beginne af- aan daarmede leeren behelpenzij missen dus niet zooveel als menigeen wei veronderstelt. Waar hij ten slotte aanspoorde tot mede lijden met de blinden en den helderzienden toeriep: „helpt hen waar zij dat behoeven," deed hij uitkomen, dat die hulp het best kan geboden worden door hun werk te geven, waardoor zij onafhankelijk worden van hunne omgeving. De heer W. J. Sprenger was de tolk van de aanwezigen, toen hij den spreker dankte voor zijne interessante voordracht, die met onver minderde belangstelling van het begin tot bet eind was gevolgd. RECHTSZAKEN. Arrondissements-Rechtbank te Middelburg. k. vertreding van art. 573 van het wetboek van strafrecht. Voor bovengenoemde rechtbank werd 14 Januari behandeld de zaak tegen H. T., oud 41 jaar, commies 3e klasse bij de posterijen te Vlissingen, toen gedetineerd, ter zake van het zich uit van Engeland en Schotland aan de firma nurdaway en Topping te Vlissingen verzonden brieven, toeëigenen van geldswaar dige postal-orders. Toen werden drie getuigen gehoord en achtte de ambtenaar van het O. M. het ten laste ge legde feit wel overtuigend doch niet wettig bewezen. Met het oog op den ernst van het misdrijf, vorderde de ambtenaar dat het onder zoek in deze zaak zou worden geschorst tot heden, Vrijdag 11 Maart, om middelerwijl te trachten een tweetal toen niet verschenen ge tuigen voor te brengen. Met het oog op de langdurige preventieve hechtenis van bekl. en het kleine bedrag, dat het gold, vorderde de ambtenaar, dat, als de rechtbank tot schorsing der zaak besloot, de beklaagde op vrije voeten zou worden gesteld. De den beklaagde ambtshalve toegevoegde verdediger, de heer jhr mr J. A. Schorer, ad vocaat te Middelburg, sloot zich bij bet ver zoek om invrijheidstelling aan en de recht-, bank besloot overeenkomstig de vordering van den ambtenaar van liet openbaar ministerie. Bij de nu heden voortgezette behandeling deelde de ambtenaar van het O. M. mede, dat de door hem gedagvaarde getuige H. Leake uit Engeland was overgekomen, en vorderde dat deze zou worden gehoord. Als tolk trad weder op de heer G. Asaert, te Vlissingen. De getuige verklaarde 14 April 1897 een brief verzonden te hebben uit Sevenoaks, ge adresseerd aan Hardaway en Topping te Vlis singen, welke brief een postal-order van 5 shilling inhield. Hij noemde het nomm8r van dat geldswaar dig papier en herkende het hem vei toonde. Toen hij geen bericht ontving van de Vlis- 8ingsche firma schreef hij, na verloop van een of acht, daarover en diende, na de mededee- ling van deze dat niets was ontvangen, een klacht in bij de posterijen te Sevenoaks. De bekl., daarna ondervraagd, bleef bij zijne op 14 Januari afgelegde bekentenis. De officier van justitie begon met er op te wijzen, dat het steeds moeilijk geweest is om, wanneer geld in niet-aangeteekende brieven verzonden werd en die brieven te loor gingen, de daders van den diefstal te ontdekken, vooral wanneer die brieven uit het buitenland kwamen. In 1897 gingen te Vlissingen verschillende brieven met geldswaarde te loor en eindelijk is het vermoeden gevallen op den beklaagde, welk vermoeden weldra zekerheid werd en diens arrestatie ten gevolge had. Slechts enkele feiten zijn aan beklaagde ten laste gelegd en alleen door de overkomst van den getuige Leake is het gelukt voldoende be wijs tegen bekl. in handen te krijgen. De officier wees er op, dat op dezen getuige pressie is uitgeoefend, opdat hij niet zou over komen, wat echter niet het gewenscht gevolg heeft gehad. De ambtenaar achtte èn door de verklarin gen van verschillende getuigen èn door de be kentenis van den beklaagde het ten laste ge legde wettig en overtuigend bewezen. Hij stelde in het licht dat bekl. was beëedigd ambtenaar bij de posterijen en dat hij zich in die kwaliteit de postal-ordeTS heeft toegeëigend. Wijzende op de ontwikkeling van den bekl. en het in hem gestelde vertrouwen, achtte de ambtenaar het misdrijf hoogst ernstig. Bekl. wil het doen voorkomen, of rampen hem tot het misdrijf hebben gedreven, doch de ambte naar toonde aan, dat hij de tering naar de ne ring had moeten zetten en niet zulke buiten sporige verteringen had moeten maken als ge bleken is dat bij deed. De ambtenaar vorderde schuldigverklaring van bekl. en vroeg zijne veroordeeling tot ei-ne gevangenisstraf van een jaar, met mindering van den in voorloopige hechtenis doorgebnieh- ten tijd. De verdediger jhr mr J. A. Schorer, wees erop, dat, waar bekl, op 14 Jan. reeds meer dan zes maanden in preventieve hechtenis had doorgebracht, men meenen zou, dat hem een hoogst ernstig misdrijf wordt ten laste gelegd. Wat is echter gebleken Dat by- een bedrag van f 6, zegge zes gulden, heeft verduisterd. Hierna ging de verdediger de bekentenis van bekl. na, om daaruit aan te toonen, dat die niet voldoende is om hem te veroordeelen. heeft wel bekend eens postal-orders ontvreemd te hebben, maar niet hekend welke. Wat betreft de buitensporige verteeringen van bekl., wees de lieer Schorer erop, dat het geen doorhem is gekocht noodig was voor zijn vrouw en gvootendeels bestond uit versterkende middelen. Bewezen is niet, dat de postal-order van den heer Leake door bekl. is ontvreemd. Hjj zelf weet dat niet en er zijn vele omstandigheden mogenlljk, dat bekl. die postal-order regelmatig heeft verkregen. Na de schorsing van bekl. is het vermissen van brieven blijven voortduren. Pleiter achte het zijn cliënt ten laste gelegde niet wei tig en overtuigend bewezen en vroeg bekl.'s vrijspraak, terwijl, mocht de rechtbank zich daarmede niet kunnen vereenigen, hij ver schillende verzachtende omstandigheden aan voerde. Bekl. had een groot gezin en een klein traktement, terwijl het leven te Vlissingen in zijn stand duur is. Hij heeft nog getracht ;ijne positie te verbeteren, doch dat is hem niet mogen gelukken en toen Gabor hem tot betaling van het verschuldigde drong, bracht wanhoop er hem misschien toe zaken te doen, die hij had moeten nalaten. Ook wees de verdediger ten slotte op den langen tijd, dien bekl. in preventieve hechtenis heeft doorgebracht. Na re- en dubliek nam de beklaagde nog het woord, om zich in de consideratie van de rechtbank aan te bevelen, zoo niet voor hem zei ven, dan toch voor zijn vrouw en zijn groot zin. Hierna werd het onderzoek in deze zaak ge sloten en de uitspraak bepaald op heden over acht dagen. Voor deze rechtbank werd heden nog be handeld de zaak tegen I. T., oud 51 jaar, ge boren te Biervliet, wonende te Oostbnrg, alhier gedetineerd, die beklaagd werd dat hij, met het oogmerk van wederrechtelijke toeeigening, in of omstreeks de maanden November ea December 1897 te Oostburg heeft ontvreemd een baaien rok en 4 konijnen en te Groede 7 katoenen hemden en zulks met behulp van over- en inklimming. Tegen beklaagde, die recidivist is, werd door den ambtenaar van bet O. M. eene gevangenis straf van drie jaar geëischt met mindering van den in voorloopige hechtenis doorgebrachten tijd. De heer mr* A. C. A. Jacobse Boudewijnse, die den beklaagde ambtshalve als verdediger was toegevoegd, vroeg een mindere straf, op grond dat het aannemelijk was dat bekl. niet uit winstbejag, maar om de armoede die in het gezin zijns "broeders, waarin bij liefderijk was opgenomen, te lenigen, de diefstallen had gepleegd. Dezelfde rechtbank deed heden uitspraak in de, in ons nommer van 5 Maart, medegedeelde zaak tegen C. K., 19 jr., boerenknecht te Go e s, beklaagd van diefstal van paardenhaar, waar voor hij in den stal van W. Nieuwenhuijzen te Wolfaartsdijk van vier dieren de staarten had afgesneden. HQ werd veroordeeld tot 4 ra. gev.atraf. De eisch was 6 ra. Nog zijn veroordeeld wegens poging tot feitelijke aanranding van de eer baarheid G. d. 9., 16 j., arbeider, en P. C d. K., 16 j., zonder beroep Colynsplaat, ieder tot 1 m. gev. straf; beleedigingA. K., 26 j., beurtschipper, Colynsplaat, tot f 5 b. s. 5 d. h., en J. M., 33 j., hvr. van A. D., zonder beroep, Colyns plaat, tot ƒ3 b. 8. 3d. h.; mishandelingA. S., 21 j., en P. C. F. V., 21 j., kooplieden, Wemeldinge, de le tot 14 d. en de 2e tot 7 d. gev.-straf, en J. B. v.d. W., 20 j., veldarbeider, Heinkenszand, tot öb.'s. 5 d. h,en bed-.larij en no. 1 bovendien diefstalF, d. J. Mz,, 28 j., en J. A. B. Pz., 27 j., arbeider, Goes, ieder tot 3 d. hechtenis en no. 1 boven dien tot 1 ra', gev.-straf. Inzake M. d. I5., 28 j., veldarbeider te 's neer Abtskerke, appellant van een vonnis van het kantongerecht te Goes, waarbij hij ter zake van overtreding der jachtwet is veroordeeld tot 2 X 10 b. s. 2 X 4 d. b., is het vonnis des eersten rechters bevestigd. De Rotterdamsche rechtbank veroordeelde Woensdag tot twee jaar gevangenisstraf een handelsreiziger aldaar, die aan het einde der Hoogstraat een caféhonder, te middernacht, toen deze, na het sluiten van- zijn café zich naar zijn woning aan -den Oostzeedijk wilde bege ven, een gevaarlijke snede over het. gelaat- had toegebracht. Voor het kantongerecht te Terborg is tegen een 70jarigfc vrouw uit de gemeente Bergh "25, 'stubs. 10 dagen hechtenis, geëischt wegens het onbevoegd uitoefenen der verlos kunde. Bekl. had, daar ca 1 uur in den omtrek geen geneeskundige woont, daartoe door ecu

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 1