IMDDELBIRGSCHE COURANT. m 57. 141e Jaargang. 1898. Woensdag 9 Maart. FEUILLETON. EEN ZOMERSPROOKJE. Verschillende Berichten. Deze Courant verschijnt dagelgks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., f 2.- Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer Middelburg 8 Maart 8 u. vm. 35 gr. 12 u gr., av. 4 n. 35 gr. F. Verw. tam. kr. O. wind. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór één uur aan het bureau bezorgd zijn. Advertentiën: 20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regeïj Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis aan het bureau te bekomen. Agenten. Te 's GravenhageDe Gebr. Belts?akte te Amsterdam A. de La Mar Azn. Middelburg 8 Maart. Conclusie. De Standaard heeft dan eindelijk conclusie genomen in de kwestie Mackay-Van Herwaar den. Beter laat dan nooit, zullen wij maar zeggen. Nadat het blad zoo hard van stal was geloopen tegen laatstgenoemde, kunnen wij ons zeer goed begrijpen dat de vorm voor een amende-honorable niet gemakkelijk was te vinden, vooral ook door de eigenaardige po sitie, die dr Knyper inneemt tegenover beide heeren en de partijen waartoe zij behooren. Het blad schrijft dan o. a.: Alvorens wc echter ten deze conclusie namen, moesten we afwachten, welk nader licht zou vallen op het openbaar maken van een geheel vertrouwelijke handeling en van een gelitim stuk. Nu echter hierop blijkbaar geen nader ant- wooïd komt, en dit punt alzoo niet voor ge noegzame opheldering vatbaar blijkt, aarzelen we geen oogenblik, in onze conclusie onze aanbieding van verontschuldiging aan den heer Van Herwaarden zelfs op den voorgrond te plaatsen. Al staat het toch vast, dat wij begonnen zijn met onvoorwaardelijk het verhaal te gelooven eerst door een nu anders uitgelegde verklaring van de Ned. aan het twijfelen zijn geraakten voorts niets gezegd hebben, dan wat steunde op verklaringen van den Kabinets-formateur begrijpen we toch ten volle, dat onze be schouwingen, nu ze, zij het ook geheel buiten onze schuld, bleken op onjuiste gegevens te berusten, den heer Van Herwaarden hoogst onaangenaam moesten zijnen deswege betui gen we volgaarne deze beschouwingen in te trekken, en bij den verongelijkte amende hono rable te doen. Iets wat echter niet wegneemt, dat we ons bezwaar blijven handhaven tegen het aan de groote klok hangen van geheime onderhande lingen bij een Kabinetsformatie gevoerd, en tegen de publicatie van een met geheim ge- teekend stuk. Wat men ons heeft tegengeworpen, datb. v. ook geciteerd is uit brieven van mr Keuchenius, heeft hiermee niets te maken. Op geen dier brieven stond het woord Geheim. Is men genoodzaakt zich op een met Geheim gemerkt stuk te beroepen, dan toont men dit stuk aan twee of drie man van positie, laat deze een protocol ervan opmaken, en publiceert dit protocol. Iets waaraan we te strenger vasthouden, overmits de lichtzinnigheid, waarmee meer dan één blad over dit punt is heengegleden, een res mali exempli dreigt te worden, en bij toekomstige Kabinetsformatie, van welke zijde ook, het zoo onmisbaar vertrouwelijk karakter van de te voeren onderhandelingen in gevaar brengt. BENOEMINGEN ENZ. De minister van justitie heeft aangewezen, om dienst te doen bij de aanstaande plechtige inhuldiging van H. M. de koninginlo. als koningen van wapenen mr. G. C. D. R. baron van Hardenbroek, burgemeester van Bunnik, en 13. Novelleuit het Duitsch. VAK BIANCA BOBERTAG. vin. „Het was een allemanshuis geworden," al dus vervolgde Ernestine haar verhaal. „Al het gezellige, het ernstige, het vertrouwelijke van vroeger had het verloren. Hij keerde om, genezen en diep weemoedig. En daarom is het goed, om hetgeen men lief heeft nd dan terug te zien, en niet te tobben over iets dat niet meer is, of als men iets anders terugvindt dan men het verlaten heeft." „Vertelt grootmoeder dat „Ja." „En wat vertelt zij nog meer „O nog heel veel." „En mag de kleindochter niet nog iets vertellen? Bijvoorbeeld van „Het sprookje van Vergeten misschien vroeg zij. „Ja, als dat bestaat: Vergeten „Er was eens iemand", begon zg, en nu gaten zij heel dicht bij elkaar, zoodat haar «chouder tegen den zijnen rustte, „die was in jhr. D. Rutgers van Rozenburg, secretaris van den Hoogen Raad van Adel, te 's Gravenhage, en 2o. als wapen-herauten F. A. C. graaf van Lynden van Sandenburg, candidaat in de rech ten, te Utrecht, en A. J. Looxma van Weide ren baron Rengers, t<; Leeuwarden. ATJEH. Het verslag omtrent de voornaamste gebeur tenissen in het gouvernement Atjeh en ondsr- hoorigheden, met de laatste mail hier aange bracht, loopt van 15 tot en met 28 Januari. In de bovenstreken der XXII Moekims is de belangrijkste te vermelden gebeurtenis de aan komst van Toekoe Oemar uit Daja te Djantoi, aan liet hoofd eener sterke en goed bewapende macht en vergezeld door zijne echtgenoote Tjoet Nja Din en vele vrouwelijke volgelingen. De bedoeling van Toekoe Oemar zou geweest zgn eene ontmoeting met den pretendent-sultan en Panglima Polim te hebben te Djantoi, en met de zuster van laatstgenoemde, zijnde de weduwe van T. Radja Pedir, in het huwelijk te treden. Eene colonne van Selimoen rukte den 20en Januari naar Djantoi, verdreef ten koste van twee zwaar en twee lichtgewonde mindere militairen den vijand, die twaalf dooden moest achterlaten, en kampeerde nabij Djantoi. Den volgenden dag trok de colonne, bij den opmarsch eenigen tegenstand ondervindende, naar Pantja, in de nabijheid waarvan het bivak werd betrokken. Den 22en Januari werd voort- gerukt naar Reung-Reung, werwaarts de civiele en militaire gouverneur zich ook dien dag be geven had. Tusschen Pantja en Reung-Reung werden de troepen uit oostelijke richting licht beschoten, door welk vuur een minder militair licht werd gewond, evenals drie lieden behoorende tot den trein. Te Goenoeng Bidam ondervonden de troepen eenigen tegenstand van eene bende onder Tengkoe Beb, die spoedig werd verdre ven, waarna in de steenen muren der missigit aldaar met dynamiet eenige doorgangen werden gemaakt. Te Balei Empee Tangga werd het bivak betrokken, dat des nachts licht werd beschoten, en den volgenden dag keerden de troepen naar Selimoen terug. Aanvankelijk werden berichten ontvangen, dat Toekoe Oemar over Pantja naar Padang Tidji was getrokken, maar volgens latere berichten, zou hij zich bij de nadering onzer troepen achter Djantoi teruggetrokken hebben, alwaar hij zich thans nog zou bevinden, waarom de civiele en militaire gouverneur eene mobiele colonne derwaarts zond, om hem daar te ver drijven. De pretendent-sultan en Panglima Polim zijn - naar verhaald werd tot nabij Reung- Reung en Pantja Toekoe Oemar tegemoet gegaan, maar bij het voortrukken der colonne overhaast naar het Pedirsche teruggekeerd. Er heerschte gedurende den verslagtijd krachtige noordoosten wind en af en toe viel er regen. In den gezondheidstoestand der troepen op de uiterste posten is verbetering merkbaar. De voorstelling daarvan had in Gelderlands hoofdstad veel succes. De vertooners werden na het tweede en derde bedrijf tweemaal terug geroepen. Na het slot werd de heer Charles de la Mar, die de titelrol vervult, driemaal terug geroepen en daverend toegejuicht. UIT STAD EN PROVINCIE. Onlangs is op een Zondag avond te Arnhem door de Nederlandsche Tooneelvereeniging De Fabrieksbaas gegeven, bet stuk dat morgen (Woensdag) avond te Middelburg wordt Heden voormiddag werd op de algemeene begraafplaats alhier bijgezet het lijk van vlw Jainistrateur van het militair hospitaal te Middelburg, den heer E. Nieuwenhuis. De begrafenis had plaats met militaire eer en het muziekkorps der dd. schutterij was er bij tegenwoordig. Acht serganten-majoor droegen de lijkbaar, terwijl vier adjudanten-onderofficier als slip- pendragers van het lijkkleed naast de lijkkoets in den stoet gingen. Op de kist waren, behalve de militaire insig nes van den overledene, twee kranzen neerge legd, een van levende bloemen door zijn chef en een grafkrans door het hospitaalpersoneel. Alle onderofficieren van het garnizoen be nevens een volgdetachement, waarop de over ledene naar zgn rang recht heeft, waren in den stoet tegenwoordig. Op bet kerkhof hadden zich de chef van het militair hospitaal, majoor W. H. L. Borgerhoff Mulder, en vele officieren van het garnizoen vereenigd, om den overledene de laatste eer te bewijzen. Aan de geopende groeve werden door zijn chef in mannelijke soldatentaal de verdiensten van den overledene geschetst en daarbij werd verzekerd dat de afgestorvene in zijn laatste levensdagen nog heeft getracht om meer dan zijn plicht te doen. De adjudant-onderofficier Smits sprak daarna namens de onderofficieren een kort woord en wees er op dat, hoewel ook in het leger de oudere denkbeelden door de nieuwere worden verdroegen, van dezen ouden soldaat nog veel was te leeren. Een der a. s. familieleden bedankte voor de eer, den overledene bewezen, waarmede deze treurige plechtigheid was afgeloopen. 15 of 16 Maart wordt te Vlissingen verwacht het van Haïti komende Duitsche oor logsschip Stein, dat vermoedelijk aldaar twee dagen zal verblijven. Maandag middag omstreeks drie uur brak een felle brand uit op de hofstede van F. C. te Arnemuiden. De brand ontstond in de schuur, waarin zich het vee bevond en breidde zich zoodanig uit dat aan redden niet te denken viel. Acht stuks hoornvee en een paar varkens kwamen in de vlammen om. Ook de hooiber gen verbrandden. Het aan de schuur gebouwde huis bleef ge spaard. De spuiten van Arnemuiden en Kleverskerke waren spoedig ter plaatse, doch konden het vuur der schuur niet blusschen. 's Avonds brandde een en ander nog zeer fel. Omtrent de oorzaak van dezen brand meldt men ons, dat een smid met een brandende kaars naar een lek zocht in een drinkbak der ten in de schuur. De man kreeg van eene koe een Btomp tegen den arm, waardoor hij de kaars liet vallen, die terecht kwam in den hooigang. Daar vatte het licht brandbare materiaal vuur en hoewel men spoedig pogingen Binnenkort zal nu toch, naar de G. Crt. meldt, aan het spoorwegstation te Goes gas verlichting worden ingevoerd, waardoor in eene bepaalde behoefte wordt voorzien. - Maandagochtend viel te Hoedeken s- kerke het driejarig zoontje van den dijk werker Koiijn in de vathe bij de dokterswoning, en hoewel het Bpoedig daaruit werd gehaald en door eenige personen de bekende hulpmid delen voor drenkelingen werden toegepast, bleken de levensgeesten reeds geweken. Zaterdag en Zondag jl. bevond zich de voorzitter van het bestuur der visscherijen op de Schelde en Zeeuwsche stroomen te P h i 1 i p- p i n e, om aan de visschers aldaar gelegenheid te geven inlichtingen te vragen of hunne belangen mondeling toe te lichten. Door zeer veel visschers werd hiervan gebruik gemaakt- Algemeen was men zeer ingenomen roet deze handelwijze van het bestuur der visscherijen. Een klein-landbouwer te Biervliet herdacht Zondag jl. zijn 45-jarige echtvereeni- ging. De harmonie bracht den jubilarissen een serenade en het grootste deel der dorps bewoners was op de been. het bosch onder een grooten benk door een prinses gekust, en toen had zij tegen hem gezegd„Ik heb u lief 1" ofschoon hij maar een arme jager was. En daarbij hadden hare oogen geglinsterd en was haar gouden haar over hem heen gevallen en zij had hare armen om zijn hals geslagen. Die jager bezat echter een muskusappel en als hij dien draaide en een wensch deed, gebeurde het. Hij mocht driemaal wenschen. Tot nogtoe had hij echter nog nooit iets gewenscht, daar hij altijd meende dat hij alles had wat bij noodig had. Toen hij nu naar huis ging, het hart vol geluk en zonneschijn, haalde hij zijn muskusappel voor den dag, draaide hem om, en wenschte dat hij nooit mocht vergeten, dat de prinses hem be minde en dat zij hem op den mond gekust had. En die wensch werd vervuld. Waar hg zich ook bevond, dacht hij altijd maar aan dat eene en het was zijn pijn en zgn smart maar ook zijn grootste geluk. En de prinses trouwde met een koningszoon, en kreeg mooie kindertjeB, net engeltjes en als hij haar zag voorbij rijden, dacht hij steeds dat zij hem toch eenmaal bemind had. Mettertijd echter, toen hij geen andere lief kreeg, werd het geluk van het denken een kwelling en daar zgn appel hem toen weer inviel, draaide bij hem om en wenschte dat hij mocht kunnen vergeten. Wat werd hij toen kalm en rustig nu was al zijn leed voorbij; doch toen hy weer onder den beuk kwam, kreeg hg een zonder tot blns8ching aanwendde, kon men den brand niet meester worden. In een oogenblik stond de schuur in laaie. RECHTSZAKEN. Arrondissements-Rechtbank te Middelburg. Heden (Dinsdag) zijn veroordeeld wegens diefstal: W. H., 33 j., timmerman, Middel burg, tot 6 m., A. H., 28 j., werkman, Axel, tot 4 m., en Th. E-, 24 j., visscher, Bouchaute (België) voor 2 feiten tot 3 m. gev. straf en J. H. S., 12 j., zonder beroep, Middelburg, tot f 3 b. s. 3 d. h. diefstal door twee vereenigde personen, de lste bovendien diefstal: D. L. K., 10 j., en A. C. van B., 10 j., beiden zonder beroep, Terneuzen, ieder tot f 3 b. 3 d. h.; huisvredebreuk: A. H., 34 j., landbouwer, Grijpskerke, en D. M. 21 j., dienstbode, Dom burg, de lste tot f 10 b. s. 10 d. h. en de 2de tot f 5 b. s. d. h.; beleediging1.0-, 46 j., schipper, Middelburg, tot f 8 b. s. 8 d. hen mishandeling: K. M. S., 18 j., werkman, S. J. W., 15 j., dienstknecht, en RT B., 16 j., werkman, allen Axel, tot f 3 b. s. 3 d. h. Namens C. L. v. d. P., broodbakker te Vlissingen, alhier gedetineerd, is hooger beroep aangeteekend tegen het den 22en Fe bruari ten zijnen laste gewezen vonnis, waarbij hg ter zake vanopzettelijke brandstichting waarvan gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar voor anderen te duchten is, werd veroordeeld tot vijf jaren gevangenisstraf. Donderdag 24 dezer zal voor het gerechts hof in Den Haag behandeld worden het hooger beroep van den officier van justitie te dier stede in de bekende duel-zaak tegen mr. M. H. van O. en mr. J. A. S. Ter aanvulling van het kort bericht nopens het vonnis, door 'thof te Arnhem in zake den bekenden H. de Jong gewezen, diene het volgende: De rechtbank had hem vrijgesproken van diefstal van een portret. Het hof heeft die vrijspraak bevestigd. De rechtbank had hem veroordeeld ter zake van diefstal van eenige velletjes postpapier. Het hof heeft hem daarvan vrijgesproken, omdat het aannam dat een gast in een hotel recht heeft die te nemen. De rechtbank had hem veroordeeld wegens oplichting. Het hof heeft hem daarvan vrij gesproken opgrond van gebrek aan wettig bewijs. KERKNIEUWS. Zondag avond nam de heer J. C. Benit, beroepen naar Ter borg, voor een zeer talrijk gehoor afscheid van de N. H. gemeente te Z i e r i k- zce, sprekende naar aanleiding van Matth. 10«. Te Utrecht is het doctoraal examen in de theologie afgelegd door den heer J. Ch. Krom- sigt. LETTEREN EN KUNST. In het jongste nommer van Het Tooncel schreef prof A. G. van Hamel, een en ander over de FausJ-opvoering te Groningenhij zegt daarvan o. a. „Ik houd het er voor dat de heer Van 'tKruijs, die de bewondering der Groningers voor zijn talent en zijn energie reeds lang gewonnen heeft, nu ook de harten van jong en oud heeft willen winnen door met zuiver Groningsche elementen een heele Faust- opvoering tot stand te brengen. En hij heett die harten veroverd. Tot dus verre kon hij reeds alles doen wat hij zelf wilde. Voortaan zal al wat hij doet, door heel Groningen ge wild zijn." Een bladvulling in het Weekblad voor Mu ziek: De onlangs gedane vraag waarom de nieuwe directeur te Groningen Van 't Kruijs en niet Van 't Mol heet, is beantwoordOm dat hij het gebeele muzikale leven aldaar ver hoogt en niet verlaagt. Het Dbl. v. Z.-H. verneemt, dat een wets ontwerp tot drooglegging van de Zuiderzee in den aanvang van het nieuwe zittingsjaar de Tweede kamer zal bereiken. Het is het groote plan van den heer Lely, met den afsluitdijk van Piaam (Friesland) naar Enkhuizen. De N. Arnh. Ct geeft in overweging „aan den grootmeester onzer moderne schilder school, aan den dichter-schilder, aan „Een Zoon van het Oude Volk," aan onzen Jozef Israels drage men op, het portret van Zola te schilderen en biede hem dit aan uit naam van zijne talrijke Nederlandsche vereerders. Aan lust om deel te nemen, zal het daartoe zeker niet ontbreken. Kan Nederland op sprekender wijze uitdrukking geven aan zijne vereering eenerzijds voor den kampioen voor waarheid en recht, anderzijds voor den edelen vertegen woordiger van onze Israëlietische medeburgers? Dit ware een geschenk, Zola en Nederland waardig." Te Zwolle blijven de z.g. volksconcerten steeds veel belangstelling wekken. Zondag avond werd het vierde van dezen winter ge geven door de Zwolsche quartet-vereeniging met medewerking van de dames J. Culp(zang) en B. Koopman (piano), beiden van het con servatorium te Amsterdam, en den heer F. Togni (viool) van het Concertgebouw te Am sterdam. Een zeer talrijk publiek uit alle standen was opgekomen. En er heerschte weer een volkomen stilte. ling gevoel. Hier zijt ge eenmaal gelukkig geweest, zei hg dan tot zich zelf, want dat had hij niet vergeten maar waarom waart gij toen zoo gelukkig Daarop ging hij naar huis, draaide zijn appel weer om en om, en wenschte dat het vergeten weer uit mocht zijn en nu wist hij weer wat er onder den benk geschied was. Toen viel hem alles weer in en hij was zoo gelukkig dat zijn hart brak van overgroote zaligheid en toen had hg rust van alle verlangen en smart". „Waar haalt gij dat alles toch van daan?" vroeg hij, zich over haar heen buigende. Zij glimlachte en zei niets. De zon stond echter loodrecht boven hen, en de schaduwen der dennen waren heel klein aan hunne voetenmaar de breede tak, die zich over hen uitstrekte weerde toch den gloed af en de geur van den wilden tym van den gouden brem en rgpe framboozen mengde zich met dien der jonge pgnboomenlooten. Voor hen lag het dal, als in zijn middagrust en over de rijpe korenvelden, den bloeienden klaver en de donkere boeschen verspreidde zich een zilveren glans. De rook uit de schoor steenen steeg loodrecht omhoog, zóo windstil was het, en alom heerschte er een weldadige rust en kalmte. Want het was de tijd dat de middagsfee of de korenmoei over de velden waait, en wien haar adem aanraakt, die wordt droomerig en hoort een hemelsche openbaring in bet" Ipen der zangvogels en hij ziet zonderlinge gezichten, zijn hart wordt echter moede van de wereld en hij verlangt naar een ander geluk en zijn borst zwelt overmoedig op. Hen beiden overviel een soort van verlegenheid, zoodat zg geen woorden konden vinden voor de groote liefde, die zij elkaar toedroegen en hij trok hftar naar zich toe en kuste haar, zoodat zij angstig werd en opstond, zeggende„Laat ons gaan." „Rust toch nog een poosje", smeekte hij. Maar zij lette niet op hem en bukte zich om een verdord kruis, van twee takken met een rietje samengebonden, uit den grond te trek ken. „Het loopt toch niet uit", zei zg. „Moet het dat dan „Ja. Het is een kruis van bet hout van den jeneverbes. Grootmoeder plant er sedert tien jaar elk jaar een bg dezen steen, om te zien of hg, die er onder ligt, zalig is gewor den. Maar het wordt nooit groen en dus kan hg ook geen rust vinden. Maar van de kransen van lgsterbessen, die zij er boven gehangen heeft, zal wel eenig zaad in den grond gevallen zgn en als dat opkomt en de boom wringt over den steen, zal het even goed zijn alsof het kruis ware uitgeloopen. Want de lijsterbes is heilig." „Waarom bij voorbeeld „Dat de koeien veel melk gevenDaar om slaat men haar met een lijsterbesstok op den rug. Oom lacht er om en zegt: rijkelijk voeder en drinken helpt nog meer 't kan wel waar zgn, maar - „Maar een beetje tooverij is ook niet onaardig" zeide hij lachend, doch niet spotach tig, vol ingenomenheid met dat stukje volks poëzie, dat daar naast hem leefde, dat in een grooten steen, boven op een berg, het graf van een verloren mensch meende te zien, en heilige boomen plantte om zijn ziel te redden. - „Er was eens een edele vrouw", begon het meisje weer, „haar man was ruw en lomp tegen haar en toen keerde zij eensklaps haar hart van hem af en schonk het aan een ander, die haar ook lief had. Zij werd echter bang en ging naar de boschfee om hulp. Die bestelde haar in den (nacht van 1 Mei) walpurgisnacht tegen den morgenstond en liet haav haar fraaiste kleinood meebrengen. Zg bracht den trouwring van haar man en sprak: neem dit, want al bemin ik hem niet meer, wil ik hem toch trouw blijven en daarom is dit mijn beste pand. Daarop bracht de boschfee haar onder een esch, groef een diepen kuil, gelastte haar den ring daarin te werpen en sneed haar in den vinger, zoodat het bloed in den kuil vloeide. Toen nu later de boomen gingen bloeien, was er een die prachtiger bloeide dan alle anderen met witte gouden trotsen, die eerst roodachtig en einde lijk bloedrood werden, zoodat zij tusschen het groen schitterden als robijnen. De edele vrouw het land doorreizende, kwam langs die plek, zag dien rood bloeiendea

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 1