p^'H-~rrr" SSS-misS l Semeentenaren volkomen vrliE J 1 W1' jr.a.ri-mïrmsji 6'Ên to fa weten, dat bet een officier ven 5528, wier tegoed op 31 December waa ver deeld als volgtvan 5 en minder 901, f 5 tot f 20 778, 20 tot f 50 823, f 50 tot f 100 786, f 100 tot f 500 2049, f 500 tot f 1000 186, en boven f 1000 5. Het gemiddeld tegoed per inbrenger ia f 121.62s. twee jaren in activiteit hersteld de gepcns. kapi teins der inf. van dat leger J. Britt en M. M. F. Luppes; is bij het personeel van den geneesk. dienst van het leger in N.-I. benoemd en aangesteld tot officier van gezondh. 2e kl. de heer S. H. de Granada. BIJVOEGSEL VAN DE Maandag 7 Maart 1898, no. 55. noch aan den verdediger waren medegedeeld m. a. w. dat het „hoor en wederhoor'' niet is toegepast. Nu te moeten lezen, dat een officier van onzen generalen staf dit een formeel bezwaar tegen het vonnis noemt, waarlijk dat is te erg. Of dit een op zichzelf staand oordeel is, wij weten het niet; maar dat éen Nederlandsch officier zulke denkbeelden koestert en neer schrijft, is al meer dan genoeg. Daarop de aandacht te vestigen was ons hoofddoel. mocht onderzoeken en dus niet kon weten, of werkelijk geheimen aan eene vreemde mogendheid waren geleverd. Hetzelfde geldt van den tweeden krijgsraad, die, zonder eenig onderzoek naar de feiteD, uitsprak dat Dreyfuss rechtvaardig en wettig was veroordeeld. En daarmede vervalt de geheele slottirade van kapitein Van Oordt, dat zij, die beweren dat Dreyfuss onschuldig is, zoodoende zonder eenig deugdelijk bewijs verklaren dat alle autoriteiten, bij de veroordeeling van Dreyfuss betrokken, de krijgsraad, de chef van den generalen staf, de minister van oorlog, de pre sident van de republiek (bedoeld kapt. Van Oordt hier Casimir Perier die onmiddellijk na de veroordeeliDg van Dreyfuss zijn ontslag nam?) e. t. q. onnoozelen, leugenaars of schurken zijn. Wij, die vrij vast overtuigd zijn van de on schuld van Dreyfuss, zouden op die allen niet graag de qualificatïe van onnoozelenleugenaars of schurken toepassen. Hun fout was, dat zij van rechtspraak geen begrip hadden, of een even zonderling begrip als kapt. Van Oordt. DE VROUWENBEWEGING. Ofschoon de toegangsprijs, die elk naar zijn believen geven kon, niemand behoefde af te schrikken of terug te houden was de opkomst niet groot bij de openbare vergadering, die Vrijdagavond in de kleine SchuUershofzaal al hier belegd was door de afdeeling Walcheren van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht. Be halve de leden van het bestuur was een dertig tal dames aanwezig met een paar vertegen woordigers van het sterke geslacht. De voorzitster der afdeeling, mevr. Wibaut Berdenis van Berlekom, de bijeenkomst openen de, deelde mede dat, ofschoon het afdeelings- bestuur niet unaniem is in zijn oordeel over het onderwerp „Onderlinge Vrouwenbescherming" het toch gaarne aan mevr. VersluysPoelman, presidente van het hoofdbestuur dier vereeni ging, gelegenheid wilde geven om dit onderwerp te bespreken. Daarop nam de spreekster voor den avond het woord. Herinnerende aan wat reeds te dezer zake, o. a. in de Middelb Courant, was geschreven, zette mevr. Versluys uiteen hoe noodig en nuttig „onderlinge vrouwenbescherming" is en deelde zij mede wat, om dat doel te bereiken, tot nu toe is tot stand gebracht. De grondslag der vereeniging is het weg nemen der onbillijke wetsbepalinghet onder zoek naar het vaderschap is verboden en het doel der leden is elkander te beschermen tegen de gevolgen van wet en zeden. Als echter alle vrouwen zich vereenigen om niet meer alleen de vrouw schuldig te noemen die buiten echt een kind heeft, maar de schuld daarvan ook voor een gelijk deel zullen wijten aan den man, en wanneer alle vrouwen de mannen aanwijzen die zich onttrekken aan de zorg voor het buiten echt verwekte kind, dan is wetswijziging niet noodig. Dit in den breeds uiteenzettende, gaf de spreekster een aantal -oorbeelden, van zeer recenten datum, van treurige misdaden van kindermoord, door ongehuwde moeders gepleegd. Mevr. Versluys beschreef den strijd, die on gehuwde moeders in de meeste gevallen te voeren hebben om haar kind op te voeden. Zij hebben moreelen steun noodig voor zich zelf en financieelen steun voor de verzorging van haar kind. Daarin wil „Onderlinge vrouwenbescherming" voorzien en in dien geest is zij reeds werkzaam geweest. De spreekster zette in het licht hoe het bur gerlijke huwelijk reeds de vrouw in eene af hankelijke, vernederende positie brengt, hoe nog erger is de toestand van de ongehuwde verlaten moeder en hoe ook „Onderlinge vrouwenbescherming" zoowel in het een als het ander geval .verbetering brengen wil en kan. Niet het doel van de vereeniging is bevor dering van lichtzinnigheid, bandeloosheid of zedeloosheid, maar wel een vastberaden verzet tegen staatkundige en maatschappelijke om standigheden die de eene mensch bevoordeelen boven de andere, omdat de eene is man en de andere vrouw. Spreekster toonde verder aan hoe gewenscht en hoe noodig zij het kiesrecht voor vrouwen acht. Het kiesrecht is het eenige wat invloed geeft, daarom moet de vrouw het kiesrecht veroveren en een eerste stap daartoe is gelijk stelling van meisjes en jongens bij het genie ten van onderwijs en gelijkelijke aanspraak van vrouwen en mannen voor de vervulling van gesalarieerde betrekkingen. Na de voordracht werd gelegenheid gegeven tot het vragen van inlichtingen aan de spreek ster waarvan een der dames gebruik maakte. De presidente van de afdeeling, die de samen komst had belegd, dankte de spreekster voor hare belangrijke voordracht en de aanwezigen voor hare tegenwoordigheid. Spaarbank te Middelburg. Deze, in 1819 door het departement Middel burg der maatschappij Tot Nut van 't Algemeen opgerichte instelling vergoedde in 1897 aan de inbrengers 3*/s> 3, 261/iooen 2 pet. rente, even als in 1896. De inbreng bedroeg f 79.864.36, tegen f 127.835.79' in het vorig jaar aan rente werd bijgeschreven f 22.002.49er werd terugbe taald f 159.679.65, tegen f 133.833.88 in 1896. Het kapitaal, aan de inbrengers verschuldigd op 31 Dec., was f 672.353.70s en de waarde der bezittingen f 830.698.88'. Aan rente is ontvangen f 27.377.21'de kosten van administratie en lokaal bedragen 2402.31s en het waarborgfonds bedraagt f 158.345.18, zijnde over het kapitaal, aan de inbrengers verschuldigd, 23,55 pCt. Het aantal ingebrachte posten was 2806 en dat der terugbetaalde 2846. Nieuwe inbrengers waren er 302 en het aantal afgeloste rekenin gen bedroeg 749. Het getal inbrengers op 31 December was Gemeenteraad van Vlissingen. Vergadering van Vrijdag ffii,|„ag te 2 v voorzitter de heer tbr mr A 4 r. Koudekerke, burgemeester' D°0ra iet voorstel T""** te m°sm verzoek fa Te lilH betale, verklaart dfT' S "dre8s™'e f 200 ~„SrWat S j. voorz'tter meent dat de hen». n„i "otspannen De gTmeelT 'hb wi,le" rijk voordeel bij de verbnrfav T° behng' en daarom willen huw ^an het terrein I toestaan. en weth- b'verzoek weTsch^kVfa tadtok"8"- °P'd" hel niet boden, enSeid TlZt™ -nBhCde°'tm- S' raad zich zoover uitstrekt™ Alfaer™*!!»1™ overweging willen geven hot Z J ;°P de twee Zondag dieL d„ 1 "za r,leTopen te m I De heer Van Raalte meent, dat dit »iof den weg van den raad lis* manr J f .°p van burg. en weth., waarop de heeMGonn gfagTTeft'. b« he' "i'»" ovTwe8 Het voorstel van burg. en weth „i daf in d° r0Ild™g w,J9t d0 beer Loois'erop' dat m de oproeping voor sollicitanten naar de betrekking van gemeente-bouwmeester Te fa de couranten is verschenen, werd medegedeeld dat, waanneer overkomst van sollicitanten gewenscht werd, dit zou worden bericht is geschied en 9 heeren zijn overgekomen T™ is door burg. en weth. eene aXeTiTg maakt en tengevolge daarvan zijn dedrfefcfT op geplaatste heeren nog eens overgekomen Dit was in hun belang, maar oTk t7a, der gemeente, omdat men nu met die heeren Der soonlijk kennis kon maken waar gebleke^ is dat het geen gemakkelijk te beantwoorden vraag was wie men benoemen T? iet billijk dat de ieder een som van f 25 zullen ontvangen teï tegemoetkoming in de gemaakte kosten denkbeeldredat dWi°h B*kker "tem™ aenkDeeld, dat de heer Loois daaroD tot A«n voorstel vervormt. Burg. en weth. nemen dit over en de raad vereenigt zich ermede. De heer Kloppers zegt hierna dat, bliiken, I mededeel,ng in de nieuwsbladen, een Mnfiictïs gerezen tusschen burg. en weth. en den oDner .brandmeester Geysen. H,j geloof, het recht te hebben uit naam van een deel der fan-i. I van Vlissingen den wensch te uiten, dat burg den "hp rmidd°'e° ™"en wi"eo beramen om den heer Geysen te doen terugkomen besluit en dat wel op grond daThii i-Wit man on the right place I De voorzitter deelt mede dat burg. en weth van een conflict niets bekend is De heer jGeij,en heeft ontslag verzocht zonder opgaaf van redenen. Hij is „a de indiening van da, ontslag uit de stad gegaan en eerst Donderdag avond teruggekeerd. Heden (Vrijdag, ochtend I vSLrfnTo'T de6n 'a™06 Staven met een bespreking ,a win h" °"'S,"g de tu,schènVburg"iT^eïteïï gTvoe;!"'^ sprekingen gebleken is dat het hun hooi, aan genaam zou zijn indien de heer r. betrekking zou wiilen blijven waarnemen°Nfaï sluit de voorzitter de vergadering. BENOEMINGEN ENZ. Bij kon. besluit is benoemd tot tijdelijk leeraar aan de R.H. B. S. te Assen dr J. Boëseken, thans assistent aan de Rijksuniversiteit te Groningen zijn bij het N.-I. leger voor den tijd van ONDERWIJS. Te Breskens is benoemd tot onder wijzer met hoofdakte de heer W. C. de Priester te Kloetinge en tot onderwijzeres mej. A. M. Wemelsfelder te Oude Tonge. Te 's Gravenhage is o. a. geslaagd voor het examen in de nuttige handwerken mej. S. J. German van Oostburg. Door de dame3 C. Bondam en IJ. van Dapperen, onderwijzeressen bij het O. L. O. te 'sHage, is een request gezonden aan den mi nister van binnenlandsehe zaken, waarin zij in aansluiting aan een dergelijk verzoekschrift dat in 1892 door ruim 1250 onderwijzeressen is gericht tot H. M. de koningin-regentes, maar dat geen gevolg heeft gehad aandringen op het in overweging nemen van de artt. 38, 40 en 41 der wet van 17 Aug. '78 in dien zin, dat lo. onderwijzeressen aan openbare lagero scholen recht op pensioen bekomen op vijftig jarigen leeftijd 2o. dat voor haar het pensioen zal bedragen een vijf en veertigste deel der laatstgenoten jaarwedde voor elk jaar dienst, maar nimmer twee derden der jaarwedde zal overtreffen 3o. dat zij daartoe zullen storten jaarlijks vier ten honderd van hare jaarwedde. Adressanten gronden haar eerbiedig verzoek op de overtuiging, dat de vervulling der zware schooltaak van de krachten eener vrouw veel meer vergt dan van die van een mandat, waar een onderwijzer van vijftig jaar en daar boven, vooral in de hoogere klassen eener lagere school, nog uitstekende diensten kan bewijzen, dit niet verwacht kan worden van eene onder wijzeres, ouder dan vijftig jaar, vooral omdat onderwijzeressen, ingevolge art. 25 der wet v. n., meestal in de lagere klassen werkzaam zijn. De schijnbaar groote uitgaven voor den staat komen haar voor gerechtvaardigd te zijn lo. door het feit, dat zeer vele onderwijzeressen den dienst van het openbaar lager onderwijs verlaten op jeugdigen leeftijd, zoodat zij wel hare pensioenkorting storten, maar geen pen sioen ontvangen 2o. doordat de moraliteit den Staat verbiedt lasten te leggen op schouders, die zich tot het behoorlijk dragen daarvan incompetent moeten verklaren; 3o. doordat bet eigenbelang van den Staat medebrengt, diensten alleen te vorderen van hen, die den gevorder den dienst behoorlijk kunnen praesteeren. Volgens het jaarboekje voor Christelijk onderwys waren er op 1 Januari 1898 609 Scholen met den Bijbel met 96.139 leerlingen, tegen 598 scholen met 95.138 leerlingen op 1 Januari 1897. Aan de inrichtingen tot opleiding van onderwijzers en onderwijzeressen voor de Scholen met den Bijbel waren 1223 kweeke- lingen. Het aantal voor het onderwijzersexamen geslaagden bedroeg in 1897 138. De grootste school van de wereld is de Joodsche school in Whitechapel, Londen. Zij telt 3500 schoolkinderen en bezit 100 onderwij zers. De kinderen komen van de allerarmste joodsche gezinnen van het Eastend. De inrich ting zou niet kunnen bestaan, wanneer niet Lord Rothschild haar steunde. Elke leerling, die dat verlangt, krijgt 's morgens een vrij ontbijt. Bovendien schenkt Lord Rotschild een- of tweemaal in een jaar elk kind van de I school een nieuw pak kleeren. LETTEREN EN KUNST. Mascagni komt nu wêer niet in Den Haag De opera De Tempeliers, van den heer Mart. J. Bruman, muziekdirecteur te Gouda is Vrijdagavond voor het eerst door de Ned. Opera te Amsterdam opgevoerd. De eerste acte schijnt het best te zijn. Te Kampen is door de vereeniging Har- monia opgevoerd de opera Nelly met orkest en piano, muziek van Carel Bouman. Er was een koor van meer dan 70 dames, heeren en kinderen. De Nieuwe Gazet van Antwerpen noemt het bericht, dat de gemeenteraad van Antwer pen aan den heer Van der Linden het bestuur van het lyrisch tooneel aldaar heeft aange boden, Amerikaansche humbug Verschillende Berichten. Volgens een telegram uit Batavia aan de N. R. Crt werden bij een verkenning te Sabet, van Daja uit ondernomen, een officier van ge zondheid en twee mindere militairen gewond. Te Bergen op Zoom geraakte Donderdag een spoorwegwerker tusschen de buffers van een rangeertrein bekneld. Bewusteloos werd hij opgenomen en in de kamer van den stations chef werd het eerste verband gelegd, waarna de patiënt naar zijn woning werd vervoerd. Men hoopt den man in 't leven te houden. Een winkelier te Rotterdam deed bij de politie aangifte, dat bij hem voor een waarde van f 190 was gestolen. Daar hij tegen inbraak verzekerd was, kreeg hij 't bedrag uitbetaald. Sedert is gebleken dat hij en zijn knecht voor inbrekers hadden gespeeld ter wille van de assu rantie. De politie bemoeit zich met 't geval. In den nacht van Woensdag op Donder dag is te Rotterdam een 42-jarige slepersknecht te water geraakt. De man werd gered en urenlang was men bezig de voorschriften tot redding van drenkelingen op hem toe te passen. Hij kwam tot bewustzijn en werd naar het ziekenhuis vervoerd. Daar overleed hij echter spoedig. Aan de Nederlandsche gist- en spiritusfa briek te Delft had dezer dagen een ernstig ongeluk plaats. Een werkman had het ongeluk in het emballagemagazijn met een schijf te struikelen, waardoor hij voorover en de zware Middelburg 5 Maart. EEN STEM UIT ONZEN GENERALEN STAF. H. L. van Oordt wijdt in de Opr. Hmrl Z van Donderdag 5 Maart een uit- voerig patel aan de ZoU stelling, dat de Frantone dB h(jt stukken kan ofmi* hebben, en dat juist procea-Dreyfuaa betrekking tot don boek je Dreytusa-partij deze jiaadzaak^tot^^ steen heeft gemaa voorts dat, zooals nebte gebouw. Men bedenk,'^^lerkt Camilla Pelletan tereeM beeft opg „processen, spionnen betredende, een ge^ bijzonder karakter '^de'^m4e regeering, processen, waa. e g 1 mcdeplicbtige op gewone zijn oordo6len van ep.onnen rrrien, au da^elle rege st elk ÏÏer^e'vel 'niet zon dulden." redeneerd. de juridische „De wereld verga den spion, beginselen,wa" matootoiBkvaststaat, daal den landverrader ,natandigheden ieder, die moot ondor \et land te be- geroepen is de be g Kh bezwaren „1. Maar ik ontzeg aan eeri .ede^ voegdbeld om te oor 4 waarvan hij, nocl in 8 i8 Sle0hts bij bijzonderheden op mmrspionnage die de beteekenwMinn de J deelen^in boeverre bezwaren van bloot formee- len aard mogen wegen Dergeiijke woorden doen on. nniveren, want aan welke gevaren loopen r^aad, waarin eens te versemjmi dergelijke meenin- maMefatS»afee:'zlcled^pJverbeffen. moTbeïdan ntet waarfswat'pelletan sobrijft, processen spionnen betreffende, een ge- „dat Pfoc"s 'wtLkter dragen, geen gewone zijn" bnZ<dfdiron^ ee^ andere behmideling 4ileta wij erkennen ten volle dat spion- - ÏO"dt\'enTen vaTlfaL5, die een door strafwet en zètfawct veroordeeld bedrijf uitoe fenen. ,s ecMOTi dat d6 vraag de nroces-orde in gevallen van verraad en een zaak is van den wetgever, van spionnage een en ionnage hemm telt behoort de rechterlijke macht strafbaar et' verraders en spionnen defensie*1 alUcht8 even 'schadelijk zijn al» bet gepleegde mfadrj)^ .tere nroces-orde heeft vastgesteldzoolang t aCn algemeens regels van proces-orde fon heeft de militaire justitie zich aa die algemeene regels te bonden. Dat een krijgsraad, welke met de bestaande wet in de hand geen veroordeeling kan uitspreken daar om die wet maar door een eigen stelsel ver vangt, is meer dan een ketterij, gelijk kapi tein Van Oordt bet zon willen noemen, het ie een revolutionnaire daad, bet is volslagen anarchie. Die door een officier van onzen generalen staf verdedigd te zien, ie een zeld- bedenkelijk verschijnsel, dat niet alleen omdat dit een miskenning j. van den eerbied voor de wet, maar omdat er een algeheel gemis aan recht- 'w'TrefbTdetètsvEcbting, welke door W", ÏJd vin 1894 zou zijn gepleegd? den krijgai^ornnrdeelend vonnis over DreyfusB veMelp «»kken, welke nocb aan den beklaagde, Op het geheele schrijven in te gaan, ligt buiten ons bestek. Maar toch kunnen wij de verzoeking niet weerstaan, nog op eenige pun ten de aandacht te vestigen. Zoo b.v. op de merkwaardige inconsequentie van den schrijver, die de tegenstelling tusschen het formeele recht en de waarachtige recht vaardigheid aanhaalt, tot verdediging van de Fransche generaals. Immers, wat is do hoofd grief tegen dezen? Geen andere dan dat zij zich soms tot in het belachelijke, soms tot in het onzedelijke schuldig maken aan de vereering van het formeele recht, bijna zouden wij zeggen van rechtskundige ficties. In de eerste plaats door zich telkens, zelfs voor de eenvoudigste zaken, te beroepen op het ambtsgeheim (wel te onderscheiden van de geheimen der nationale verdediging). Kapitein Van Oordt kan daarvan in het 8tenographisch verslag de sterkste Btaaltjes vinden. En toch is het ambtsgeheim een uitsluitend formeel begrip. Een tweede formeele begrip was het arrest van het hof, dat de behandeling der zaak- Dreyfuss nitsloot. Welnu het eerste woord, dat generaal Boisdelfre sprak, was een beroep op dat arrest, om aan de beantwoording eener vraag te ontkomen. (9 Feb.) Generaal Mercier volgde in dezelfde zitting dit voorbeeld. Maar het type van een formeel rechtsbegrip is toch zeker wel het dogma van de onaan tastbaarheid van de chose jugée. Welnu generaal Pellieux heeft in de zitting van den Hen onder eede bevestigd, dat hij, door zijn chefs belast met het onder zoeken van de klacht van Mathieu Dreyfuss, dat het bordereau door Esterfcazy geschreven was, niet heeft onderzocht of het handschrift van het bordereau dat van Esterhazy was. Hij deed dat niet, omdat hij meende, dat, als het onderzoek uitwees dat het bordereau door een ander dan de veroordeelde was ge schreven, revisie van het vonnis onvermijdelijk zou zijn Labori stelde iets later de volgende vraag: „Had u op het oogenblik, dat u rapporteerde dat er geen bezwaren tegen Esterhazy beston den, doen onderzoeken of Esterhazy de schrij ver van het bordereau was?" Het antwoord van generaal Pellieux luidde „Neen." (Stenographisch verslag Temps No. 13403). Dit punt moet vooral in het oog worden gehouden door lien, die zich beroepen op de plechtige verklaring der generaals, dat Drey fuss schuldig is, of, gelijk de officieele term luidt „rechtvaardig en wettig is veroordeeld." Kapitein Van Oordt spreekt van „de auto- riteiten die, na alle stukken omtrent de veroor deeling in handen te hebben gehad, het vonnis handhaafden." En later zegt hij dat de staatsdienaren, die getuigenis aflegden (generaals en hoofdoffi cieren), alle stukken betreffende het proces- Dreyfuss in handen hebben gehad. Wij zouden kapitein Van Oordt wel eens willen vragen of hij, die iedereen het recht ontzegt te oordeelen over een zaak, waarvan hij niet in het algemeen en in de bijzonderheden op de hoogte is, er voor kan instaan, dat bedoelde officieren de stukken in handen hebben gehad, natuurlijk niet als verzegeld pakket, maar als door hen onderzocht dossier Onze indruk is een andere. Wij gelooven dat de verklaring, dat Dreyfuss rechtvaardig en wettig veroordeeld is, niet steunt op eigen onderzoek, maar alleen op het formeele begrip dat de chose jugée juridische waarheid is, en op hun vertrouwen in het oordeel van den minister. Wij gelooven dat, omdat wij weten dat zeven officieren hun uitspraak alleen grondden op het dogma van de chose jugée, en wij gelooven dat van de anderen, omdat geen hunner zijn ver klaring een hooger beteekenis heeft gegeven, door er bij te voegen„Ik heb de zaak zelf onderzochtik heb door eigen onderzoek de absolute overtuiging erlangddat het verraad werkelijk is gepleegd, en dat er geen bedrog in het spel wasdat het verraad door Drey fuss is gepleegd en door geen anderdat alle rechtsvormen zijn in acht genomen en dei- verdediging geen stuk is onthouden." Zulk een verklaring zou meer indruk maken dan een verpanden van de eer als soldaatdie gemakkelijk verpand kan worden op de uit spraak van een krijgsraad. Slechts ééns is een generaal verder gegaan, en wel generaal Pellieux, die verklaarde, dat bij het absolute bewijs voor de schuld van Dreyfuss, dat twee jaar na het proces aan den dag kwam, zelf had gezien. Maar waarom zoo zouden wij kapitein Van Oordt wel eens willen vragen balen de generaals, die beweren het absolute be- wys voor de rechtvaardigheid van het vonnis van 1894 te hebben, er dan steeds het geheele formeele recht bij, om te beletten, dat het proces-Dreyfuss eens worde overgedaan? Iemand, die, gelijk kapitein Van Oordt, een „waarachtige rechtvaardigheid" kent, welke boven het formeele recht gaat, is de aangewe zen pleitbezorger voor de revisie. Voor het overige zijn wij het met kapitein Van Oordt eens dat men, om over een zaak te oordeelen, haar in het algemeen en in bijzonderheden moet kennen. Maar juist daarom verwerpen wij de uitspraak van den eersten krijgsraad die op last van den minister niet

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 5