p^'H-~rrr"
SSS-misS
l Semeentenaren volkomen vrliE J 1 W1'
jr.a.ri-mïrmsji
6'Ên to fa weten, dat bet een officier ven
5528, wier tegoed op 31 December waa ver
deeld als volgtvan 5 en minder 901, f 5
tot f 20 778, 20 tot f 50 823, f 50 tot
f 100 786, f 100 tot f 500 2049, f 500 tot
f 1000 186, en boven f 1000 5.
Het gemiddeld tegoed per inbrenger ia
f 121.62s.
twee jaren in activiteit hersteld de gepcns. kapi
teins der inf. van dat leger J. Britt en M. M.
F. Luppes;
is bij het personeel van den geneesk. dienst
van het leger in N.-I. benoemd en aangesteld
tot officier van gezondh. 2e kl. de heer S. H.
de Granada.
BIJVOEGSEL
VAN DE
Maandag 7 Maart 1898, no. 55.
noch aan den verdediger waren medegedeeld
m. a. w. dat het „hoor en wederhoor'' niet is
toegepast.
Nu te moeten lezen, dat een officier van
onzen generalen staf dit een formeel bezwaar
tegen het vonnis noemt, waarlijk dat is te erg.
Of dit een op zichzelf staand oordeel is, wij
weten het niet; maar dat éen Nederlandsch
officier zulke denkbeelden koestert en neer
schrijft, is al meer dan genoeg.
Daarop de aandacht te vestigen was ons
hoofddoel.
mocht onderzoeken en dus niet kon weten, of
werkelijk geheimen aan eene vreemde mogendheid
waren geleverd. Hetzelfde geldt van den tweeden
krijgsraad, die, zonder eenig onderzoek naar de
feiteD, uitsprak dat Dreyfuss rechtvaardig en
wettig was veroordeeld.
En daarmede vervalt de geheele slottirade
van kapitein Van Oordt, dat zij, die beweren
dat Dreyfuss onschuldig is, zoodoende zonder
eenig deugdelijk bewijs verklaren dat alle
autoriteiten, bij de veroordeeling van Dreyfuss
betrokken, de krijgsraad, de chef van den
generalen staf, de minister van oorlog, de pre
sident van de republiek (bedoeld kapt. Van
Oordt hier Casimir Perier die onmiddellijk na
de veroordeeliDg van Dreyfuss zijn ontslag nam?)
e. t. q. onnoozelen, leugenaars of schurken zijn.
Wij, die vrij vast overtuigd zijn van de on
schuld van Dreyfuss, zouden op die allen niet
graag de qualificatïe van onnoozelenleugenaars
of schurken toepassen. Hun fout was, dat zij
van rechtspraak geen begrip hadden, of een
even zonderling begrip als kapt. Van Oordt.
DE VROUWENBEWEGING.
Ofschoon de toegangsprijs, die elk naar zijn
believen geven kon, niemand behoefde af te
schrikken of terug te houden was de opkomst
niet groot bij de openbare vergadering, die
Vrijdagavond in de kleine SchuUershofzaal al
hier belegd was door de afdeeling Walcheren
van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht. Be
halve de leden van het bestuur was een dertig
tal dames aanwezig met een paar vertegen
woordigers van het sterke geslacht.
De voorzitster der afdeeling, mevr. Wibaut
Berdenis van Berlekom, de bijeenkomst openen
de, deelde mede dat, ofschoon het afdeelings-
bestuur niet unaniem is in zijn oordeel over het
onderwerp „Onderlinge Vrouwenbescherming"
het toch gaarne aan mevr. VersluysPoelman,
presidente van het hoofdbestuur dier vereeni
ging, gelegenheid wilde geven om dit onderwerp
te bespreken.
Daarop nam de spreekster voor den avond
het woord.
Herinnerende aan wat reeds te dezer zake,
o. a. in de Middelb Courant, was geschreven,
zette mevr. Versluys uiteen hoe noodig en
nuttig „onderlinge vrouwenbescherming" is en
deelde zij mede wat, om dat doel te bereiken,
tot nu toe is tot stand gebracht.
De grondslag der vereeniging is het weg
nemen der onbillijke wetsbepalinghet onder
zoek naar het vaderschap is verboden en het
doel der leden is elkander te beschermen tegen
de gevolgen van wet en zeden.
Als echter alle vrouwen zich vereenigen om
niet meer alleen de vrouw schuldig te noemen
die buiten echt een kind heeft, maar de
schuld daarvan ook voor een gelijk deel zullen
wijten aan den man, en wanneer alle vrouwen
de mannen aanwijzen die zich onttrekken aan
de zorg voor het buiten echt verwekte kind,
dan is wetswijziging niet noodig.
Dit in den breeds uiteenzettende, gaf de
spreekster een aantal -oorbeelden, van zeer
recenten datum, van treurige misdaden van
kindermoord, door ongehuwde moeders gepleegd.
Mevr. Versluys beschreef den strijd, die on
gehuwde moeders in de meeste gevallen te
voeren hebben om haar kind op te voeden. Zij
hebben moreelen steun noodig voor zich zelf
en financieelen steun voor de verzorging van
haar kind.
Daarin wil „Onderlinge vrouwenbescherming"
voorzien en in dien geest is zij reeds werkzaam
geweest.
De spreekster zette in het licht hoe het bur
gerlijke huwelijk reeds de vrouw in eene af
hankelijke, vernederende positie brengt, hoe
nog erger is de toestand van de ongehuwde
verlaten moeder en hoe ook „Onderlinge
vrouwenbescherming" zoowel in het een als het
ander geval .verbetering brengen wil en kan.
Niet het doel van de vereeniging is bevor
dering van lichtzinnigheid, bandeloosheid of
zedeloosheid, maar wel een vastberaden verzet
tegen staatkundige en maatschappelijke om
standigheden die de eene mensch bevoordeelen
boven de andere, omdat de eene is man en de
andere vrouw.
Spreekster toonde verder aan hoe gewenscht
en hoe noodig zij het kiesrecht voor vrouwen
acht. Het kiesrecht is het eenige wat invloed
geeft, daarom moet de vrouw het kiesrecht
veroveren en een eerste stap daartoe is gelijk
stelling van meisjes en jongens bij het genie
ten van onderwijs en gelijkelijke aanspraak
van vrouwen en mannen voor de vervulling
van gesalarieerde betrekkingen.
Na de voordracht werd gelegenheid gegeven
tot het vragen van inlichtingen aan de spreek
ster waarvan een der dames gebruik maakte.
De presidente van de afdeeling, die de samen
komst had belegd, dankte de spreekster voor
hare belangrijke voordracht en de aanwezigen
voor hare tegenwoordigheid.
Spaarbank te Middelburg.
Deze, in 1819 door het departement Middel
burg der maatschappij Tot Nut van 't Algemeen
opgerichte instelling vergoedde in 1897 aan de
inbrengers 3*/s> 3, 261/iooen 2 pet. rente, even
als in 1896.
De inbreng bedroeg f 79.864.36, tegen
f 127.835.79' in het vorig jaar aan rente werd
bijgeschreven f 22.002.49er werd terugbe
taald f 159.679.65, tegen f 133.833.88 in 1896.
Het kapitaal, aan de inbrengers verschuldigd
op 31 Dec., was f 672.353.70s en de waarde
der bezittingen f 830.698.88'.
Aan rente is ontvangen f 27.377.21'de
kosten van administratie en lokaal bedragen
2402.31s en het waarborgfonds bedraagt
f 158.345.18, zijnde over het kapitaal, aan de
inbrengers verschuldigd, 23,55 pCt.
Het aantal ingebrachte posten was 2806 en
dat der terugbetaalde 2846. Nieuwe inbrengers
waren er 302 en het aantal afgeloste rekenin
gen bedroeg 749.
Het getal inbrengers op 31 December was
Gemeenteraad van Vlissingen.
Vergadering van Vrijdag ffii,|„ag te 2
v
voorzitter de heer tbr mr A 4 r.
Koudekerke, burgemeester' D°0ra
iet voorstel T""** te m°sm
verzoek fa Te lilH
betale, verklaart dfT' S "dre8s™'e f 200
~„SrWat S
j. voorz'tter meent dat de hen». n„i
"otspannen De gTmeelT 'hb wi,le"
rijk voordeel bij de verbnrfav T° behng'
en daarom willen huw ^an het terrein
I toestaan. en weth- b'verzoek
weTsch^kVfa tadtok"8"- °P'd" hel niet
boden, enSeid TlZt™
-nBhCde°'tm- S'
raad zich zoover uitstrekt™ Alfaer™*!!»1™
overweging willen geven hot Z J
;°P de twee Zondag dieL d„
1 "za r,leTopen te m
I De heer Van Raalte meent, dat dit »iof
den weg van den raad lis* manr J f .°p
van burg. en weth., waarop de heeMGonn
gfagTTeft'. b« he' "i'»" ovTwe8
Het voorstel van burg. en weth „i
daf in d° r0Ild™g w,J9t d0 beer Loois'erop'
dat m de oproeping voor sollicitanten naar de
betrekking van gemeente-bouwmeester Te fa
de couranten is verschenen, werd medegedeeld
dat, waanneer overkomst van sollicitanten
gewenscht werd, dit zou worden bericht
is geschied en 9 heeren zijn overgekomen T™
is door burg. en weth. eene aXeTiTg
maakt en tengevolge daarvan zijn dedrfefcfT
op geplaatste heeren nog eens overgekomen
Dit was in hun belang, maar oTk t7a, der
gemeente, omdat men nu met die heeren Der
soonlijk kennis kon maken waar gebleke^ is
dat het geen gemakkelijk te beantwoorden
vraag was wie men benoemen T?
iet billijk dat de
ieder een som van f 25 zullen ontvangen teï
tegemoetkoming in de gemaakte kosten
denkbeeldredat dWi°h B*kker "tem™
aenkDeeld, dat de heer Loois daaroD tot A«n
voorstel vervormt.
Burg. en weth. nemen dit over en de raad
vereenigt zich ermede.
De heer Kloppers zegt hierna dat, bliiken,
I mededeel,ng in de nieuwsbladen, een Mnfiictïs
gerezen tusschen burg. en weth. en den oDner
.brandmeester Geysen. H,j geloof, het recht te
hebben uit naam van een deel der fan-i.
I van Vlissingen den wensch te uiten, dat burg
den "hp rmidd°'e° ™"en wi"eo beramen om
den heer Geysen te doen terugkomen
besluit en dat wel op grond daThii
i-Wit man on the right place
I De voorzitter deelt mede dat burg. en weth
van een conflict niets bekend is De heer
jGeij,en heeft ontslag verzocht zonder opgaaf
van redenen. Hij is „a de indiening van da,
ontslag uit de stad gegaan en eerst Donderdag
avond teruggekeerd. Heden (Vrijdag, ochtend
I vSLrfnTo'T de6n 'a™06 Staven met
een bespreking ,a win h" °"'S,"g
de tu,schènVburg"iT^eïteïï gTvoe;!"'^
sprekingen gebleken is dat het hun hooi, aan
genaam zou zijn indien de heer r.
betrekking zou wiilen blijven waarnemen°Nfaï
sluit de voorzitter de vergadering.
BENOEMINGEN ENZ.
Bij kon. besluit
is benoemd tot tijdelijk leeraar aan de R.H.
B. S. te Assen dr J. Boëseken, thans assistent
aan de Rijksuniversiteit te Groningen
zijn bij het N.-I. leger voor den tijd van
ONDERWIJS.
Te Breskens is benoemd tot onder
wijzer met hoofdakte de heer W. C. de Priester
te Kloetinge en tot onderwijzeres mej. A. M.
Wemelsfelder te Oude Tonge.
Te 's Gravenhage is o. a. geslaagd voor
het examen in de nuttige handwerken mej. S.
J. German van Oostburg.
Door de dame3 C. Bondam en IJ. van
Dapperen, onderwijzeressen bij het O. L. O.
te 'sHage, is een request gezonden aan den mi
nister van binnenlandsehe zaken, waarin zij
in aansluiting aan een dergelijk verzoekschrift
dat in 1892 door ruim 1250 onderwijzeressen is
gericht tot H. M. de koningin-regentes, maar
dat geen gevolg heeft gehad aandringen op
het in overweging nemen van de artt. 38, 40
en 41 der wet van 17 Aug. '78 in dien zin, dat
lo. onderwijzeressen aan openbare lagero
scholen recht op pensioen bekomen op vijftig
jarigen leeftijd
2o. dat voor haar het pensioen zal bedragen
een vijf en veertigste deel der laatstgenoten
jaarwedde voor elk jaar dienst, maar nimmer
twee derden der jaarwedde zal overtreffen
3o. dat zij daartoe zullen storten jaarlijks
vier ten honderd van hare jaarwedde.
Adressanten gronden haar eerbiedig verzoek
op de overtuiging, dat de vervulling der zware
schooltaak van de krachten eener vrouw veel
meer vergt dan van die van een mandat,
waar een onderwijzer van vijftig jaar en daar
boven, vooral in de hoogere klassen eener lagere
school, nog uitstekende diensten kan bewijzen,
dit niet verwacht kan worden van eene onder
wijzeres, ouder dan vijftig jaar, vooral omdat
onderwijzeressen, ingevolge art. 25 der wet v.
n., meestal in de lagere klassen werkzaam zijn.
De schijnbaar groote uitgaven voor den staat
komen haar voor gerechtvaardigd te zijn lo.
door het feit, dat zeer vele onderwijzeressen
den dienst van het openbaar lager onderwijs
verlaten op jeugdigen leeftijd, zoodat zij wel
hare pensioenkorting storten, maar geen pen
sioen ontvangen 2o. doordat de moraliteit den
Staat verbiedt lasten te leggen op schouders,
die zich tot het behoorlijk dragen daarvan
incompetent moeten verklaren; 3o. doordat bet
eigenbelang van den Staat medebrengt, diensten
alleen te vorderen van hen, die den gevorder
den dienst behoorlijk kunnen praesteeren.
Volgens het jaarboekje voor Christelijk
onderwys waren er op 1 Januari 1898 609
Scholen met den Bijbel met 96.139 leerlingen,
tegen 598 scholen met 95.138 leerlingen op 1
Januari 1897. Aan de inrichtingen tot opleiding
van onderwijzers en onderwijzeressen voor de
Scholen met den Bijbel waren 1223 kweeke-
lingen. Het aantal voor het onderwijzersexamen
geslaagden bedroeg in 1897 138.
De grootste school van de wereld is de
Joodsche school in Whitechapel, Londen. Zij
telt 3500 schoolkinderen en bezit 100 onderwij
zers. De kinderen komen van de allerarmste
joodsche gezinnen van het Eastend. De inrich
ting zou niet kunnen bestaan, wanneer niet
Lord Rothschild haar steunde. Elke leerling,
die dat verlangt, krijgt 's morgens een vrij
ontbijt. Bovendien schenkt Lord Rotschild
een- of tweemaal in een jaar elk kind van de
I school een nieuw pak kleeren.
LETTEREN EN KUNST.
Mascagni komt nu wêer niet in Den Haag
De opera De Tempeliers, van den heer
Mart. J. Bruman, muziekdirecteur te Gouda
is Vrijdagavond voor het eerst door de Ned.
Opera te Amsterdam opgevoerd. De eerste
acte schijnt het best te zijn.
Te Kampen is door de vereeniging Har-
monia opgevoerd de opera Nelly met orkest
en piano, muziek van Carel Bouman. Er was
een koor van meer dan 70 dames, heeren en
kinderen.
De Nieuwe Gazet van Antwerpen noemt
het bericht, dat de gemeenteraad van Antwer
pen aan den heer Van der Linden het bestuur
van het lyrisch tooneel aldaar heeft aange
boden, Amerikaansche humbug
Verschillende Berichten.
Volgens een telegram uit Batavia aan de
N. R. Crt werden bij een verkenning te Sabet,
van Daja uit ondernomen, een officier van ge
zondheid en twee mindere militairen gewond.
Te Bergen op Zoom geraakte Donderdag
een spoorwegwerker tusschen de buffers van
een rangeertrein bekneld. Bewusteloos werd
hij opgenomen en in de kamer van den stations
chef werd het eerste verband gelegd, waarna
de patiënt naar zijn woning werd vervoerd.
Men hoopt den man in 't leven te houden.
Een winkelier te Rotterdam deed bij de
politie aangifte, dat bij hem voor een waarde
van f 190 was gestolen. Daar hij tegen inbraak
verzekerd was, kreeg hij 't bedrag uitbetaald.
Sedert is gebleken dat hij en zijn knecht voor
inbrekers hadden gespeeld ter wille van de assu
rantie. De politie bemoeit zich met 't geval.
In den nacht van Woensdag op Donder
dag is te Rotterdam een 42-jarige slepersknecht
te water geraakt. De man werd gered en
urenlang was men bezig de voorschriften tot
redding van drenkelingen op hem toe te passen.
Hij kwam tot bewustzijn en werd naar het
ziekenhuis vervoerd. Daar overleed hij echter
spoedig.
Aan de Nederlandsche gist- en spiritusfa
briek te Delft had dezer dagen een ernstig
ongeluk plaats. Een werkman had het ongeluk
in het emballagemagazijn met een schijf te
struikelen, waardoor hij voorover en de zware
Middelburg 5 Maart.
EEN STEM UIT ONZEN GENERALEN STAF.
H. L. van Oordt wijdt in de Opr.
Hmrl Z van Donderdag 5 Maart een uit-
voerig patel aan de ZoU
stelling, dat de Frantone dB h(jt
stukken kan ofmi* hebben, en dat juist
procea-Dreyfuaa betrekking tot don boek
je Dreytusa-partij deze jiaadzaak^tot^^
steen heeft gemaa voorts dat, zooals
nebte gebouw. Men bedenk,'^^lerkt
Camilla Pelletan tereeM beeft opg
„processen, spionnen betredende, een ge^
bijzonder karakter '^de'^m4e regeering,
processen, waa. e g 1 mcdeplicbtige op
gewone zijn oordo6len van ep.onnen
rrrien, au da^elle rege
st elk ÏÏer^e'vel 'niet zon dulden."
redeneerd. de juridische
„De wereld verga den spion,
beginselen,wa" matootoiBkvaststaat, daal
den landverrader ,natandigheden ieder, die
moot ondor \et land te be-
geroepen is de be g Kh bezwaren
„1. Maar ik ontzeg aan eeri .ede^
voegdbeld om te oor 4
waarvan hij, nocl in 8 i8 Sle0hts bij
bijzonderheden op mmrspionnage
die de beteekenwMinn de J
deelen^in boeverre bezwaren van bloot formee-
len aard mogen wegen
Dergeiijke woorden doen on. nniveren, want
aan welke gevaren loopen
r^aad, waarin
eens te versemjmi dergelijke meenin-
maMefatS»afee:'zlcled^pJverbeffen.
moTbeïdan ntet waarfswat'pelletan sobrijft,
processen spionnen betreffende, een ge-
„dat Pfoc"s 'wtLkter dragen, geen gewone
zijn" bnZ<dfdiron^ ee^ andere behmideling
4ileta wij erkennen ten volle dat spion-
- ÏO"dt\'enTen vaTlfaL5, die een door
strafwet en zètfawct veroordeeld bedrijf uitoe
fenen. ,s ecMOTi dat d6 vraag
de nroces-orde in gevallen van verraad en
een zaak is van den wetgever, van
spionnage een en ionnage
hemm telt behoort de rechterlijke macht
strafbaar et' verraders en spionnen
defensie*1 alUcht8 even 'schadelijk zijn al» bet
gepleegde mfadrj)^
.tere nroces-orde heeft vastgesteldzoolang
t aCn algemeens regels van proces-orde
fon heeft de militaire justitie zich aa
die algemeene regels te bonden. Dat een
krijgsraad, welke met de bestaande wet in de
hand geen veroordeeling kan uitspreken daar
om die wet maar door een eigen stelsel ver
vangt, is meer dan een ketterij, gelijk kapi
tein Van Oordt bet zon willen noemen, het ie
een revolutionnaire daad, bet is volslagen
anarchie. Die door een officier van onzen
generalen staf verdedigd te zien, ie een zeld-
bedenkelijk verschijnsel,
dat niet alleen omdat dit een miskenning
j. van den eerbied voor de wet, maar
omdat er een algeheel gemis aan recht-
'w'TrefbTdetètsvEcbting, welke door
W", ÏJd vin 1894 zou zijn gepleegd?
den krijgai^ornnrdeelend vonnis over DreyfusB
veMelp «»kken, welke nocb aan den beklaagde,
Op het geheele schrijven in te gaan, ligt
buiten ons bestek. Maar toch kunnen wij de
verzoeking niet weerstaan, nog op eenige pun
ten de aandacht te vestigen.
Zoo b.v. op de merkwaardige inconsequentie
van den schrijver, die de tegenstelling tusschen
het formeele recht en de waarachtige recht
vaardigheid aanhaalt, tot verdediging van de
Fransche generaals. Immers, wat is do hoofd
grief tegen dezen? Geen andere dan dat zij
zich soms tot in het belachelijke, soms tot in
het onzedelijke schuldig maken aan de vereering
van het formeele recht, bijna zouden wij zeggen
van rechtskundige ficties.
In de eerste plaats door zich telkens, zelfs
voor de eenvoudigste zaken, te beroepen op
het ambtsgeheim (wel te onderscheiden van de
geheimen der nationale verdediging).
Kapitein Van Oordt kan daarvan in het
8tenographisch verslag de sterkste Btaaltjes
vinden.
En toch is het ambtsgeheim een uitsluitend
formeel begrip.
Een tweede formeele begrip was het arrest
van het hof, dat de behandeling der zaak-
Dreyfuss nitsloot. Welnu het eerste woord,
dat generaal Boisdelfre sprak, was een beroep
op dat arrest, om aan de beantwoording eener
vraag te ontkomen. (9 Feb.)
Generaal Mercier volgde in dezelfde zitting
dit voorbeeld.
Maar het type van een formeel rechtsbegrip
is toch zeker wel het dogma van de onaan
tastbaarheid van de chose jugée.
Welnu generaal Pellieux heeft in de
zitting van den Hen onder eede bevestigd, dat
hij, door zijn chefs belast met het onder
zoeken van de klacht van Mathieu Dreyfuss,
dat het bordereau door Esterfcazy geschreven
was, niet heeft onderzocht of het handschrift
van het bordereau dat van Esterhazy was.
Hij deed dat niet, omdat hij meende, dat,
als het onderzoek uitwees dat het bordereau
door een ander dan de veroordeelde was ge
schreven, revisie van het vonnis onvermijdelijk
zou zijn
Labori stelde iets later de volgende vraag:
„Had u op het oogenblik, dat u rapporteerde
dat er geen bezwaren tegen Esterhazy beston
den, doen onderzoeken of Esterhazy de schrij
ver van het bordereau was?"
Het antwoord van generaal Pellieux luidde
„Neen." (Stenographisch verslag Temps No.
13403).
Dit punt moet vooral in het oog worden
gehouden door lien, die zich beroepen op de
plechtige verklaring der generaals, dat Drey
fuss schuldig is, of, gelijk de officieele term
luidt „rechtvaardig en wettig is veroordeeld."
Kapitein Van Oordt spreekt van „de auto-
riteiten die, na alle stukken omtrent de veroor
deeling in handen te hebben gehad, het vonnis
handhaafden."
En later zegt hij dat de staatsdienaren, die
getuigenis aflegden (generaals en hoofdoffi
cieren), alle stukken betreffende het proces-
Dreyfuss in handen hebben gehad.
Wij zouden kapitein Van Oordt wel eens
willen vragen of hij, die iedereen het recht
ontzegt te oordeelen over een zaak, waarvan
hij niet in het algemeen en in de bijzonderheden
op de hoogte is, er voor kan instaan, dat
bedoelde officieren de stukken in handen
hebben gehad, natuurlijk niet als verzegeld
pakket, maar als door hen onderzocht dossier
Onze indruk is een andere. Wij gelooven
dat de verklaring, dat Dreyfuss rechtvaardig
en wettig veroordeeld is, niet steunt op eigen
onderzoek, maar alleen op het formeele begrip
dat de chose jugée juridische waarheid is, en op
hun vertrouwen in het oordeel van den minister.
Wij gelooven dat, omdat wij weten dat zeven
officieren hun uitspraak alleen grondden op het
dogma van de chose jugée, en wij gelooven dat
van de anderen, omdat geen hunner zijn ver
klaring een hooger beteekenis heeft gegeven,
door er bij te voegen„Ik heb de zaak zelf
onderzochtik heb door eigen onderzoek de
absolute overtuiging erlangddat het verraad
werkelijk is gepleegd, en dat er geen bedrog
in het spel wasdat het verraad door Drey
fuss is gepleegd en door geen anderdat alle
rechtsvormen zijn in acht genomen en dei-
verdediging geen stuk is onthouden."
Zulk een verklaring zou meer indruk maken
dan een verpanden van de eer als soldaatdie
gemakkelijk verpand kan worden op de uit
spraak van een krijgsraad.
Slechts ééns is een generaal verder gegaan,
en wel generaal Pellieux, die verklaarde, dat
bij het absolute bewijs voor de schuld van
Dreyfuss, dat twee jaar na het proces aan den
dag kwam, zelf had gezien.
Maar waarom zoo zouden wij kapitein
Van Oordt wel eens willen vragen balen
de generaals, die beweren het absolute be-
wys voor de rechtvaardigheid van het vonnis
van 1894 te hebben, er dan steeds het geheele
formeele recht bij, om te beletten, dat het
proces-Dreyfuss eens worde overgedaan?
Iemand, die, gelijk kapitein Van Oordt, een
„waarachtige rechtvaardigheid" kent, welke
boven het formeele recht gaat, is de aangewe
zen pleitbezorger voor de revisie.
Voor het overige zijn wij het met kapitein
Van Oordt eens dat men, om over een zaak
te oordeelen, haar in het algemeen en in
bijzonderheden moet kennen. Maar juist daarom
verwerpen wij de uitspraak van den eersten
krijgsraad die op last van den minister niet