FEUILLETON.
BUITENLAND.
m ZÖMERSPROOKJE.
LAATSTE BERICHTEN.
spreken over het aandeel dat Picqnart in deze
zaak had.
Daarna kwam hij op de zaak-Esterhazy
diens proces wilde hij niet maken. Wel trok
hij een paralel tusschen de wijze, waarop het
onderzoek tegen Dreyfuss en dat tegen
Esterhazy was geleid, en deed zien hoe ver
schillend in deze zaken gehandeld was en
hoe vele bezwaren tegen Esterhazy bestaan.
Daarna toonde hij aan, dat het een fout der
regeering was in de kamer te verklaren dat
het gezag van het gewijsde niet mocht worden
aangevallen. Zij had den minister van justitie
moeten doen spreken deze is belast met de
revisie of de annulutie in te leiden, en deze
had het bestaan van het geheime stuk moeten
bevestigen of ontkennen.
Labori stelde daarop vast, dat een onwettig
heid was begaan, en dat men daarom Picqnart,
toen deze hinderlijk werd, had weggezonden.
Later zijn anderen opgestaan.
In de eerste plaats Schenrer-Kestner.
Maar het door de regeering aan Scheurer-
Kestner beloofde onderzoek had niet plaats
het hem beloofde antwoord bleef uit.
Daarna wijdde Labori uit over Dreyfuss, wien
hij schetste als een schitterend officier, veroor
deeld zonder eenig bewijs, want het borderel is
er geen. Dat bleek ook uit het verhoor van
de eminente inanneD, die hij tegenover de offi-
cieele deskundigen had gesteld.
Na een warme lofrede op Zola eindigde
Labori met den uitroep, dat een vrijspraak
zou beteekenen een hulde aan het leger en
de republiek, aan het vaderland en aan het
recht.
Deze rede werd levendig toegejuicht.
Een korte pauze volgde, waarna Clemenceau
aan het woord kwam.
Hij herinnerde vroeger anders over de sehnld
van Dreyfuss te hebben geoordeeld. Maar het
doordringen van de waarheid deed hem een
andere meening opvatten.
Hij wees op de verschillende omstandigheden
welke daartoe bijdroegen, o. a. op het antisemi-
tiame^van kolonel Sandlierr.
Er bestaat ernstige reden tot twijfel, en
daarom mag de veroordeelde niet daar ginds
blijven. Er moet revisie plaats hebben, en daar
toe zal het komen als de jury Zolft vrijspreekt.
De twijfel iB het eerst in het leger zelf unt-
staan, bij iemand die zich op de hoogte kon
stellen, bij kolonel Picquart. Wat den eisch
betreft van vertrouwen in het leger, merkte hij
op, dat men ook onder hot keizerrijk vertrouwen
in het leger eischte. Bovendien had men het
leger niet in deze rechtszaak moeten mengen.
Hij eindigde met de verklaring, dat in een
democratisch land vrijheid en gerechtigheid
boven het staatsbelang moeten gaan.
Na dit, zeer verkort weergegeven, pleidooi,
sprak Van Cassel, advocaat-generaal, nog even.
Hij zeide dat de jury zelve kon weten wat
waar was van de beschuldiging, dat zij bevel
had gekregen Zola vrij te spreken, en hekelde
het dat zij, die het leger aanvallen en beleedi-
gen, zich nu voordoen als bewonderaars van
het leger.
Deze korte rede werd met veel gejuich begroet.
Daarna werden aan de jury de volgende
vragen gesteld:
1. Is Perreux schuldig, door in de jongste drie
maanden in het openbaar den eersten krijgs
raad van Parijs, welke den lOden en llden
Januari heeft vergaderd, te hebben gesmaad
door de openbaarmaking in het blad van 13
Januari 1898, waarvoor hij verantwoordelijk
redacteur is, en dat in die qualiteit door hem
wordt geteekend, een artikel te plaatsen, ge
titeld Brief aan den president der republiek,
geteekend Zola?
2. Is Zola schuldig aan hetzelfde feit, gelijk
tijdig en op dezelfde plaats gepleegd?
De jury trok zich in raadkamer terug. N a
een korte beraadslaging beant
woordde zij alle vragen met ja.
Daardoor waren alle verzachtende omstan
digheden uitgesloten, en werd het maximum
der straf opgelegd.
Zola werd veroordeeld tot een
jaar gevangenisstraf en 3000
francs boete.
De „hoofddader", de gérant van de Aurore,
kreeg 4 maanden en dezelfde boete.
Zola moet nu reeds hebben ver
klaard niet in cassatie te gaan.
Het publiek,
dat tegen den avond uit een onafzienbare
menigte bestond, toonde door een geweldig
gejubel zijn tevredenheid over de veroordee
ling. Men brulde en zwaaide met hoeden.
Overal klonken kreten van verwenschingen
tegen de joden en gejuich ter eere van de
officieren.
2. Novelleuit het Duitsch.
VJl.1I
BIANCA BOBERTAG.
I.
„Dit tweede beeld gaat eveneens mankik
ga niet op de jacht van een man", zei Fiesko.
„Wat Doet gij dat niet Is dan die
heele vermomming iets anders?"
„Ook al goed, als gij het met alle ge
weld wilt, maar dan moogt gij er niet op
schimpenwant dan is bet een jacht op edel
wild, op een onzelfzuchtigen man."
„Als men zóo zelfzuchtig is, verdient men
ook een zelfzuchtigen man."
„O zoo ben ik zelfzuchtig omdat
ik mij zelf te goed vind om als toegiftje ge
bruikt te worden. Hebt gij nog meer on
vriendelijkheden voor mjj iu uw herbarium
Zola's rijtuig werd bedreigd, maar door de
politie beschermd.
In het midden van de stad bleef het den
gelieelen avond woelig, maar het wilde dier
was verzadigd, door het hem toegeworpen
offer, zoodat geen buitensporigheden werden
gepleegd.
Men zal elkander heden bij het Palais Bour
bon wederzien.
Men zal zich herinneren, dat bij het ge
tuigenverhoor den uitgever Stock niet vergund
werd de geheime stukken in het proces van
Dreyfuss te noemen, waarvan hij kennis zeide
te hebben. Hij schrijft thans aan de Siècle
dat het er zeven of acht moeten geweest zijn,
waarvan hij er zich vier herinnerteen brief
van den agent eener vreemde mogendheid aan
den verrader, welke omtrent den aard der
betrekkingen tusschon beiden geen twijfel
overlaat; eon brief waaruit dergelijke betrek
kingen blijken met twee andere agenteneen
stuk waaruit blijkt dat de verrader het plan
der forten van Brian^on aan een vreemde
mogendheid leverde; en een stuk, hetzelfde
bewijzende omtrent de plannen van het fort
van Nizza. Bedoelde verrader is dezelfde, zegt
de heer Stock, die het borderel schreef. De
heer Stock verbindt zich om den naam zijns
zegsmans te noemen, wanneer tot herziening
van het arrest tegen Dreyfuss besloten wordt.
Dan is het, dunkt ons, niet noodig meer dat
te doen.
Verkoopingen enz.
Door het polderbestuur van Walcheren
werd heden middag in het polderhuis in de
Abdij alhier bij enkele inschrijving aan
besteed
lo. Het maken van een nieuw paalhoofd voor
den Westkapelschen zeedijk.
Hiervoor waren ingekomen 6 biljetten van
de heer en A. van Popering te Bruinisse voor
f 11.240, J. de Jonge te Middelburg voor
f 10.998, C. Bos Az. te Dordrecht voor 10.509,
B. van Eek te Terneuzen voor f 10.490, J. van
den Hoek te Middelburg voor f 10.370 en W.
Dekker te Yeere voor f 10.234.
2o. Het uitvoeren van werken tot strand ver
dediging op het Zuiderstrand der Noord w ate
ring.
Voor dit werk waren 7 biljetten ingeleverd
en wel van de heeren C. van Beers te Ylissin-
gen voor f 12.111, B. van Eek voor f 11.980,
W. Dekker voor f 11.884, C. de Wilde Az. te
Kattend ij ke voor 11.548, J. van den Hoek
voor f 11.370, A. Tholens Dz. Terneuzen voor
f 10.720 en J. de Bree te Terneuzen voor
f 10.601.
In een heden gehouden buitengewone ver
gadering van aandeelhouders der Bad- en Zwem
inrichting alhier is besloten de vennootschap
met 20 jaren te verlengen en werden eenige kleine
wijzigingen in de statuten met het oog daarop
aangenomen. Daarop zal de koninklijke goed
keuring worden gevraagd.
's Cravenhage. Het gerechtshof alhier be
vestigde heden het vonnis der Middelburg-sche
rechtbank, waarbij Chr. K., arbeider te Waarde,
wegens mishandeling werd veroordeeld.
t ^Benoemd tot dijkgraaf van het waterschap
De Breede Watering bewesten Yerseke de heer
J. M. Kakebeeke.
Zola's veroordeeling.
Te Parijs is het volgens telegrammen van
heden ochtend kalm gebleven. Bij de betoo
gingen en kloppartijen van Woensdag avond
werden vele arrestaties gedaan.
Een man, die had geroepen Weg met Frank
rijk l is gevangen gehouden. De anderen zijn
weer losgelaten.
De pers over het vonnis.
Volgens de Figaro werd Zola het slachtoffer
zijner onvoorzichtigheid en van den daarop
gevolgden drang der omstandigheden.
De Radical zegt dat niet Zola, maar de door
de pers bedrogen menigte door het vonnis
wordt getroffen.
De Soleil meent, dat Zola zich openbaarde
als de geest van het kwaad der maatschappij.
Het vonnis getuigt van eerlijkheid, van gezond
verstand en van vaderlandsliefde.
Volgens de Gaulois is Zola wel zwaar ge
straft, doch hij kan bet gezag en de .bevoegd
heid der rechters niet ontkennen.
Het Journal is verheugd over de oplossing,
Gij hebt mij al een mooie bloemlezing ge
toond."
„Mijn herbarium is voor u slechts een
hooiverzameling, en dus zullen, hetgeen gij
mijne onvriendelijkheden noemt, voor u ook
niet veel beteekenen. Ik zeg nog eens:
Fiesko, leg dien mantel af."
„Sedert wanneer hecht gij toch zooveel
aan het uiterlijk."
„Sedert ik weet dat het een beeld is
van het innerlijke. Dus herhaal ik: leg dit
afschuwelijke, dit beleedigende gewaad af."
„Beleedigend
„Zeker, daar het voor iederen man, die
u misschien lief heeft, een verwijt van zelf
zucht moet zijn, daar gij er mee zegt: ik
geloof niet aan uw liefde, daar ik weet dat gij
toevallig weet enz. En ook beleedigend
voor u zeiven, daar gij denkt dat gij zoo wei
nig beteekent dat gij die dwaze vertooning
van armoede noodig hebt, om nwe goede
eigenschappen aan het licht te brengen. O, wat
ik u bidden mag, leg toch dat gewaad af."
Was zij doof, dat zij in den trillenden toon
van die stem niets anders hoorde dan den
die noodig was voor de eer des lands en des
legers.
De Aurore verklaart dat de boete en de ge
vangenis haar niet zullen terughouden. Zola
wilde dat de leugens bekend werden en dat de
openbare meening zich met het dubbel proces
Dreyfuss-Esterhazy zou bezighouden.
De Libre Parole betoogt dat het openbaar
geweten door de veroordeeling een begin van
voldoening verkreeg. Het land zal dankbaar
zijn. Maar nu moeten ook de hoofden en de
bankiers van het syndicaat naar Mazas wor
den gezonden.
De Siècle zegt, dat door het vonnis de sleu
tels der burgermaatschapij gelegd zijn in
handen van Pellienx euBoisdeffre, doch de vrije
burgers zullen zorgen, dat de republiek niet
aan de generaals en de priesters worde over
geleverd.
De Rappel is bedroefd, maar niet verbaasd
over het vonnis der juryleden, die geen helden
waren.
De Lanterne heeft eerbied voor de jury, als
uitvloeisel van het geheiligde toevluchtsoord
der volksgerechtigheid, doch wil tevens de
vrije bespreking der meeningen verdedigen.
Het blad zal voortgaan zich te verzetten
tegen de aanmatigingen der militaire gezag
hebbers.
Dèsiré Magnien verklaart in de Siècledat
de redacteur van Le Jour Possien hem meer
malen verhaalde dat Esterhazy het borderel op
bevel schreef en door zijn chefs beschermd zou
worden.
Verkoopingeu en Verpachtingen in Zeeland
Datnm. Piaata. Voorwerpen. Inforrcatiëi:
25 Febr. Zierikzee, Woonhuis, Way.
2 Mrt. Amemuiden, inspan, Tak.
2/3 Middelburg, Meubels, Notarishuis.
3 Middelburg, Tiraraenn.-gereeds. Huvcu
4 Middelburg, Planten enz., Nota-Vi. i«.
8 Arnemiröen, Huizen, Verhakt
11 Ierseke, Huis, Ho vos.
11 Westkaj.ell«, Land, Havers
Middelburg, Huis, Y«rh«Ut.
Algemeen Overzicht.
Men zou oppervlakkig zoo zeggen, dat de
verklaring van Hanotaux aan de Britsche re
geering voldoende was. Vooral omdat hij niet
alleen ontkende dat Fransche officieren mach
tiging hadden zoover door te dringen, maar ook
omdat hij dc beteekenis zijner woorden ver
sterkte door de bijvoeging, dat Frankrijk liet.
bedoelde gebied zelfs niet begeerde.
Toch blijft men in Engeland wantrouwen
maar daar die stemming in de eerste plaats
iu de regeeringsgezinde bladen wordt opge
merkt, is het bedenkelijke gezicht wel te ver
klaren.
Maar de liberale pers toont al weinig meer
van de onrust, welke zoo zonderling afstak bij
de uiterst kalme houding der Fransche pers.
Toch blijft men in Engeland voortgaan ver
sterkingen naar West-Afrika te zenden, terwijl
de tot kolonel bevorderde majoor Lugard Za
terdag de reis zal aanvaarden.
De regeering trof het, dat zij juist in deze
dagen kon wijzen op zoo groote voordeelen,
welke in China waren verkregen. Maar vreemd
genoeg, weet men nog altijd niet tot welken
prijs. Dat China uit zuivere vriendschap voor
John Buil zich nieuwe banden heeft aangelegd,
zal wel niemand gelooven, en het is zoo stel
lig mogelijk dat het leeningsplan van de baan
is, ten minste de leening van bet eene rijk
aan het andere.
Wel schijnt het waar, dat een Engelsch-
Duitsche bankiersgroep China het noodige geld
zal bezorgen.
Bust zal dit natuurlijk niet brengen, want
nauwelijks is China met Engeland in het reine,
of Japan vat den draad weer op en zorgt, dat
de Oost-Aziatische kwestie een open kwestie
blijft.
D§ Times toch verneemt uit Peking bet
volgende: Japan wordt bij voortduring ver
ontrust door Rusland's bedrijvigheid te Port
Arthur. De Japansche regeering heeft bij de
regeering te Peking aangedrongen, dat zij hare
in December gegeven verzekering zou herhalen,
dat de Russen in het volgende voorjaar weer
zullen vertrekken. China liet daarop de Rus
sische regeering door middel van haar gezant
te Petersburg polsen; Rusland verklaarde dat
de Russische schepen langer te Port Arthur
zullen blijven dan aanvankelijk bedoeld is,
want het wegzenden van die oorlogsschepen
zou thans tegen Japan's en China's belang zijn.
hartstocht van een tyran. In zijn woorden
niets dan de ergernis van den man, die in
zijn esprit de corps gekrenkt was. En maaktè
hij zich zelf blind, dat zij met die brandende
oogen liever in den tuin keek dan in zijn gelaat.
„Ook om te verzoeken moet men het
recht hebben," zei zij kortaf, terwijl zij naar
baar parasol zocht.
„O, hier!"
„Ja, 'tis waar."
„En dat boek, dat gij zoo goed wilt zijn..."
„Zeker. Hier is het, mejuffrouw."
„Dank u wel. Mijn complimenten aan
uwe mama en zusters."
„Ik zal de eer hebben. Het zal haar
zeer spijten."
„Adieu".
„Adieu".
Zonder hem de hand te geven, hem te nau-
wernood aanziende, vertrok zij.
II.
Zij vloog de trap af, het voorhuis en den
tuin door, en sloeg linksom, ofschoon haar
weg eigenlijk rechts lag. Eerst toen zij de
De Chinee8che regeering hééft dit antwoord
van Rusland aan Japan medegedeeld; zij vat
het zoo op, dat de Russen voor goed te Port
Arthur zullen big ven.
Heel zonder zorg is men dus nog niet. Ook
niet wat het Westelijk halfrond aangaat.
De Ainerikaansche gezant te Madrid is de
koningin-regentes gaan bedanken voor haar
deelneming; heden biedt hij der regeering een
diner aan, maar met dat al is de verhouding
tusschen beide landen nog lang niet zooals
men die zon wenschen.
De geest van een deel des volks is oorlogs
zuchtig en om dien te bevredigen worden
allerlei maatregelen genomen, nu weer een door
den Senaat goedgekeurd plan tot instelling van
twee nieuwe regimenten kust-artiljerie.
Een groote beteekenis heeft men daar na
tuurlijk niet achter te zoeken, want het is zeer
best mogelijk dat de regeering door zulke maat
regelen wil trachten den volksgeest in de hand
te houden, hetgeen zeker niet mogelijk zou
zijn, als zij door werkloosheid en onverschil
ligheid verbittering ging wekken.
Dan zou de storm haar wel eens te machtig
kunnen worden, terwijl zij, die nu, zij het ook
door een beetje toe te geven, nog wat kan leiden.
Want Mac Kinley is vredelievend; zelfs de
belangen der republikeinsche party schijnen
niet in staat hem tot een oorlog te doen besluiten.
Daily News echter ziet de toekomst wat don
ker in en vreest dat de president in het eind
wel zal worden gedwongen aan de oorlogspartij
toe te geven.
Vele en velerlei zijn de berichten over Kreta.
De sultan verleende een audiëntie aan den Dnit-
schen ambassadeur en verklaarde, dat hij niet
afkeerig was van het plan dat twee mogend
heden men noemde Frankrijk en Italië
de taak op zich nemen het eiland door een
ambtenaar te doen bevredigen. Tenminste als
een dergelijk voorstel door alle mogendheden
was goedgekeurd, zou hij geen bezwaar maken.
De sultan hoopt dat door een besluit in dien
geest de brandende gouverneurskwestie voor
eenigen tijd van de baan zal worden geschoven.
Een tweede bericht luidde dat Duitschland
reeds een voorstel in dien geest deed, maar
het schijnt dat de andere mogendheden het
niet zeer gunstig opnamen.
Naar Daily Telegraph uitWeenen verneemt,
heeft de Oostenrijksche regeering bevel gegeven
dat haar troepen en liaar scheepsmacht van
Kreta terugkeeren.
Beknopte Mededeelingen.
Omtrent de Brusselsche snikerconferentie
meldt de Ind. dat over den datum nog geen
overeenstemming is verkregen. Men verzekert,
dat De Smet-de Naeyer zal presideeren. België,
Duitschland, Oostenrijk en Nederland zouden
de geheele afschaffing der premiën voorstellen.
Frankrijk's toestemming schijnt twijfelachtig.
Gelijk wij reeds^mededeelden, waren te
Montpellier eenige bommen neergelegd, welke
gelukkig nog tijdig werden ontdekt. Men
vermoedt dat er verband bestaat tusschen deze
ontdekking en het feit dat eerstdaags te Mont
pellier behandeld zal worden de zaak van
eenige ingezetenen van Oran (Algiers), die ver
leden jaar bij een velocipède-wedstrgd de Joden
mishandelden.
Sir William Harcourt wekte dezer dagen
de liberalen op in de moeilijke omstandigheden
van dit oogenblik Salisbury te steunen. Over
Chamberlain liet hij zich scherp uit.
Een Duitsch kerkelijk blad meldt dat de
beide oudste zonen van den keizer, die met
hem de reis naar het Heilige Land zullen
maken, te Jeruzalem hun belijdenis zullen doen.
De Fr. Z. gewaagt van een gerucht, dat
de Pruisische minister van binnenlandsche
zaken Von den Recke zal aftreden.
Men noemt Von Manteuffel als zijn opvolger.
De beide Duitsche oorlogsschepen Deutsch-
land en Gefton worden heden te Singapore ver
wacht. Zij hebben nu bijna 10 weken reis.
Op een toon alsof er heel wat achter
schuilt, deelen de Engelsche bladen mede, dat
de Transvaalsche regeering voortgaat de ver
dedigingswerken, aan het fort bij Groote
Schans, te bewapenen. Daar men de regeering
moeilijk kan verwijten, dat zij zich na de
jongste uitingen van Rhodes ter verdediging
voorbereidt, maakt men er haar een grief
van, dat zij laat paradeeren met de voor dat
fort bestemde kanonnen.
De door den troepen van den sultan van
Marokko gevangen Engelschen zijn nog steeds
niet losgelaten. Zij werden onder sterk geleide
vervoerd en elders opgesloten.
Op de Philippijnen hebben zich, naar luid
van officieele berichten, nu werkelijk de laatste
benden en de laatste leiders van de opstande-
eerste dwarsstraat bereikt had, stond zij stil,
schepte diep adem en zette zich toen weer
langzaam in beweging.
Waarom maakte zij dien omweg Om zijn
moeder en zijne zusters niet tegen te komen,
die nu misschien v«an haar wandeling terug
keerden en zouden zien hoe opgewonden
zij was, want zij voelde heel goed hoe hare
wangen gloeiden en hoe gejaagd zij was
een heel klein beetje maar doch die met
hare scherpe oogen En dan te moeten zeg
gen: ik ben bij u geweest en toon gij niet
thuis waart en daar uw broeder daar de
dokter mij opendeed en ik hem om het boek
van Niels Lybune vroeg nu ja dat komt
weer van dat Duitsche gebrek van boeken
leenen, waaraan zij zich toch niet schuldig be
hoefde te maken, en dan nog wel zoo'n goed.
koop 't was schande dus verzocht hij
mij binnen te komen, al was hg alleen. En
zoo ging ik dan binnen het is toch geen
vrijgezellen woning hij woont bij zijn moeder
En dan toch wat een onzinals of een jonge
dame niet. binnen kon gaan bij eën fatsoenlijk
ong mönscb, den broeder harer vriendin i En
lingen onderworpen. De leiders zijn naar Hong
kong gezonden.
EEN PROGRAM.
Het programma van den Belgischen libe
ralen Bond Alliance is thans in een verklaring
openbaar gemaakt.
Het bepaalt zich tot de punten, waarover de
beide liberale hoofdgroepen het eens zijn.
Het handhaaft den privaateigendom, zoowel
in den vorm van individueel bezit als iu dien
van vrijwillige samenwerking. Beide vormen
hebben recht op bescherming. De publieke
eigendom behoort voldoende te zijn, om tege
moet te komen aan de plichten van solidariteit;
door de moderne samenleving gevorderd.
Verder wil men in de hand werken de ver
breiding van liet privaat-bezit om dit toegan
kelijk te maken voor het grootst mogelijke
aantal burgers, en de vestiging aanmoedigen
van handels-, nijverheids- en landbouw-associ
aties, die zooveel mogelijk den arbeid en de
hulpbronnen der leden aan 't werk stellen.
Op het gebied van den arbeid huldigt men
de eerbiediging van het persoonlijk initiatief,
met verwerping van die stelsels, welke het gan-
sche bedrijf vau handel, nijverheid en landbouw
des Rijks onder het beheer van den .Staat of
eenige andere publieke macht stellen.
Wel erkent men het bestaan van industrieën,
door de natuur, de wet, of de daad des rneu-
schen onttrokken aan den invloed der vrije
concurrentie. Indien het overlaten dezer in
dustrieën aan de banden der particuliere spe
culatie gevaar oplevert voor de vrijheid en de
belangen van de groote meerderheid der bur
gers, is het billijk, dat de Staat tusschenbeide
kome, hetzij om deze industrieën weder onder
de wet der vrije concurrentie te plaatsen, hetzij
om zich daarvan het monopolie te verzekeren,
teneinde beter voor het algemeen belang te
kunnen waken.
Ook mag de staat tusschenbeide komen tot
verzekering van vrijheid der partijen in het
sluiteu van arbeidscontracten en de richtige
naleving der aangegane verbintenissen
de gezondheid en de veiligheid der arbeiders
vrijheid van arbeid van industrieelen en ar
beiders, alsmede bet recht van beide partijen
om zich aaneen te sluiten voor de vertegen
woordiging en de verdediging hunner belangen
bescherming van den normalen loonstandaard
tegen depreciatie als gevolg van de toewijzing
van openbare werken.
INGEZONDEN STUKKEN.
Ingezonden stukken worden in geen geval teruggezonden.
HET ZIERIKZEESCH KOEKOEKSEI.
Den vogelliefhebbers zal het bekend zijn, dat
het vinden van koekoekseieren geen dagelij ksch
werk is. Het is dus volstrekt niet bevreem
dend dat A. (zie het stuk in de MiddCrt
van heden) gemeend heeft het ei van een koekoek
te vinden, waaruit mogelijk wel eens een heel
ander kuikentje te voorschijn kon komen, bijv.
wel een uiltje of zoo iets.
A. zegt, van Zierikzee sprekend „eerst stijf
hoofdig volhouden, dat verder streven naar
verbetering van het Hellegat absoluut doelloos
is, daarna" enz. enz.; de herhaling van het
verdere kan ik den lezer wel besparen.
Wat A. bedoelen kan bij deze bewering
waarop eenige geïllustreerde zinsneden zijn op
gebouwd is ten eenenmale in het duister.
Wat echter openbaar is, moge dit zijndat
van jaren her van Zierikzee uit klachten zijn
aangeheven over den ongunstigen toestand van
het Hellegat en pogingen zijn aangewend om
verbetering te verkrijgen. Ook de Vereeniging
tot bevordering van stoomvaartbelangen heeft
zoo krachtig mogelijk in deze richting gewerkt,
speciaal onder aanvoering van den toen-
maligen voorzitter, den heer J. J. B. J. Bouvy
te Dordrecht, en in dien strijd heeft Zierikzee
medege8treden zooveel het kon. Persoonlijk
heb ik hulp gevraagd hij den inspecteur van
het loodswezen te Rotterdam, den kolonel De
Bruijne, en deze heeft ook zijne ïnedewerkiüg
toegezegd. Die pogingen hebben echter, als
zoovele vorige, geen vrucht opgeleverd.
Overigens, dat men ook in Brouwershaven
wel overtuigd was, dat Zierikzee belangstelde
in de verbetering van het Hellegat, mag daar
uit afgeleid worden, dat nog pas een paar
maanden geleden mij door gecomitteerden uit
Brouwershaven gevraagd werd aan een zeker
deel der handelingen te dezer zake mede
werking te verleenenaangezien het mij des
tijds niet convenieerde van huis te gaan, heb
ik die taak niet kunnen aanvaardentoch heb
ik gegeven wat ik geven kon, zonder mij te
verplaatsen, en daarvoor werd mij later dank
gezegd. Dit een en ander kan ik niet rijmen
zij die altijd de Amerikaansche manieren ver
dedigd hadZij zou gemeend hebben hem te
beleedigen als zij gezegd hadDat mag niet.
Dus was ze een kwartier boven geweest, op
zijn studeerkamer, waar heen hij haar gebracht
had, om het boek te zoeken, en toen zijn zij
weer aan bet kibbelen gegaan, net als anders
maar zij had hem dapper gestaan en daar
van was zy nu een beetje opgewonden. Nu
was zij echter links om gegaan en had al die
uitleggingen niet behoeven te geven.
Lieve hemel waar liep zij eigenl'Jk heen?
Dit was al niet meer stad, dat was al dorp,
buitenweg, weiland misschien als zy hier
dezen weg insloeg, zou zij wel weer in een
straat terecht komen, zonder de Burgstraat
aan te doen.
Wordt vervolgdj,