LAATSTE BERICHTEN.
De brandweer vond op den zolder vier be-
WUfltelooze menschen, die men door het zolder
raam heen, langs een smalle goot op een plat
dak bracht.
Daar werd geneeskundige hulp verleend en
het gelukte de beide inannen bij kennis te
brengen doch niet de vrouwen, die hevige
brandwonden bekomen hadden en overleden
bleken. Do mannen werden in dekens gewik
keld naar het binnen-gasthuis gebracht.
De brandweer kweet zich hoogst verdienste
lijk van bare lang niet gemakkelijke taak.
Naar men ons heden seinde, verkeeren de
beide mannen in hoogsthedenkelijken toestand.
Men had gedacht dat de jubileumfeesten
te Londen grooten invloed zouden hebben op
het passagiersvervoer tusschen de oude en de
nieuwe wereld. Maar de statistiek der Ship
ping Gazette leert dat het aantal kajuitspassa
giers in 1897 bedroeg 90.932 tegen 99.223 in
1896. Bovendien was dit vervoer verdeeld over
30 lijnen tegen 23 in 1896. Het aantal reizen
steeg van 853 tot 901, zoodat het gemiddelde
aantal passagiers belangrijk is gedaald.
De rechtbank te Tongres heeft een man
vrijgesproken, die zich zelf had aangegeven
als de persoon, die by een twist een ander
een doodelijke wonde had toegebracht. De
rechtbank nam aan dat deze zelfbeschuldiging
ten doel had den werkelijken dader, den vader,
te sparen.
Pastoor Kneipp liet een miljoen na voor
een kinderasyl en 50.000 mark aan de armen.
Prins Phiiipp van Saksen Coburg beeft
te Weenen geduelleerd met een cavalerie-luite-
uant. Men gebruikte eerst het pistool en toen
de sabel. Het duel had op zeer scherpe voor
waarden plaats. De prins werd licht gekwetst.
Zijn getuigen waren de Hongaarsehe minister
van nationale verdediging en een veldmaarschalk.
Dit duel zal natuurlijk de praatjes, dat de prinses
(een dochter van koning Leopold) zich minder in
de huwelijkstrouw kan schikken, doen herleven-
De Czaritza is door de mazelen aangetast.
Bulletins worden niet uitgegeven.
Paus Leo houdt veel vau kinderen. Leni
gen tijd geleden werd een Engelsche dame met
haar zoontje toegelaten en de mama zeide haar
jongen dat hij den pantoffel moest kussen,
„Wij kussen in Engeland nooit iemand den
voet," zei de kleine man, „maar 't is een aardige
oude man en ik wil hem graag de hand kussen
als hij dit hebben wil". De Paus had pleizier
in den jongen en reikte hem de hand om te
kussen.
Te Bombay brak in 't pesthospitnal brand
uit. 96 verpleegden werden gered, maar drie
hunner stierven van schrik.
Het proees-ZoIa.
Het einde van het eerste bedrijf.
Eerst de twaalfde zitting van het groote
proces heeft den laataten getuige voor de balie
gezien en tevens de wereld geleerd Boever een
gerechtshof, samengesteld uit schijnbaar onaf
hankelijke, onpartijdige mannen, doorkneed in
het recht, durven gaan op den weg der wets
verkrachting.
Nader verhoor van piequart.
De zitting begon met eene korte rede van
Piequart, die wees op de aanvallen waaraan
hij had blootgestaan in de pers, welke insinueerde
dat hij, (die nooit gehuwd was) van zijn vrouw
gescheiden was en zijn twee kinderen in Duitsch-
landdeed opvoedenhij wees op de verdachtma
kingen in het rapport-Ravary en op die van
generaal Pellienx. Hij vroeg, wijl zijn getui
genis verdacht was gemaakt, generaal Gallifet
te hooren, opdat deze, die hem voor den raad.
van onderzoek de hand had gedrukt, kon her
halen wat hij daar getuigd had.
De president achtte dat onnoodig.
Labori drong er op aauzoo ooit dan be
stond z. i. hier aanleiding gebruik te maken
van de bevoegdheid van den voorzitter, om
nieuwe getuigen te doen dagvaarden. Deze
bleef weigeren.
Labori protesteerde en vroeg daarop of
getuige Piequart wist dat de burger-beambte
van het bureau des renseignementsMarchand,
redacteur was van de Eclair (welk blad het
eerst mededeelde dat het vonnis was uitge
sproken op geheime stukken).
Piequart wist daarvan, hij zelf had Marchand
over de gepleegde onbescheidenheid verhoord,
maar was tot geen resultaat gekomen.
Op een vraag, of generaal Pellienx had inge
grepen in het verhoor van den tweeden krijgs
raad, verwees Piequart Labori naar Pellieux
zelf.
Deze trad naar voren, en zeide dat de woor
den van den advocaat-generaal hem aan zijn
plicht hadden herinnerd. Hij achtte zijn rol
als getnige uitgespeeld en was daarom in
politiek verschenen.
Hij zon niet meer antwoorden op eenige
vraag, welke niet rechtstreeks op dezaak-ZoIa
betrekkingjheeft. Alleen dat wilde hij den getuige
Piequart in het gezicht zeggen, dat hij er zich
over verbaast dat een mijnheer, die nog de
officiersuniform draagt, hier voor de balie drie
generaals beschuldigt van vervalsching en het
gebruik maken van een valsc-h stuk. Toe
juiching)
Piequart antwoordde hierop, dat hij in appre
ciatie van zijn chefs kan verschillen, en dat
hij zich niet bewust is buiten deze lijn te zijn
gegaan. Als ik het stuk, waarvan generaal
Pellieux sprak, v a 1 s c h noemde, dan wil ik
daardoor de goede trouw van mijn chefs niet
in verdenking brengen. Er zijn valsche stuk
ken, welke zoo kunstig zijn vervaardigd, dat
zelfs personen van beteekenis zich lieten beet
nemen. Men denke aan de zaak-Norton.
Labori verklaarde, ondanks de woorden
van generaal Pellieux, toch over dat nieuwe
stuk te willen spreken. Ook bij gelooft dat
de generaal, die bet bestaan van dat stuk
mededeelde, te goeder trouw was.
Voojfgaajide wwd in de xeüe gevallen
door den president, die hem verbood nu te
pleiten bij mocht alleen vragen stellen.
Labori betoogde dat hij het recht had de
houding van een getuige te bespreken.
De president ontnam hem daarop het woord,
waarop Labori antwoorddeDank u. Elke maal
dat gij mij het woord ontneemt, is dat een
nieuwe eer voor mij. (Toejuichingen en rumoer).
Generaal Pellieux betoogde daarop, dat de
rol, welke hij hier vervuld heeft, geen vrijwillige
was. Zij werd hem door de omstandigheden
Hij vroeg verlof zich te verwijderen. Maar
Labori had daartegen bezwaar. Hij wist niet
of nieuwe vragen zouden rijzen.
Vervolgens ontstond een levendige woorden
wisseling tusschen den president en Labori.
Op een bedreiging met een disciplinaire strat
antwoordde LaboriLeg maar een straf op
aan eet advocaat, die opkomt voor de rechten
der verdediging.
Labori herhaalde daarop zijn vragen be
treffende het ingrijpen van Pellieux in de krijgs
raad-debatten en drong sterk op een antwoord
aan.
Pellieux: Deze vraag raakt de zaak-
Esterhazy en ik zal daarom niet
antwoorden. Rumoer).
Het is noodig hier even te herinneren aan
het hoofdpunt van de aanklacht tegen Zola,
een punt dat langzamerhand geheel uit het oog
is verloren. Zola wordt vervolgd, omdat hij
had geschreven dat de tweede krijgsraad een
door den eersten krijgsraad begane onwettig
heid had gedekt, door op hevel een schuldige
vrij te spreken.
Eerst was geweigerd vragen te doen of
vragen te beantwoorden, welke dienden om te
constateeren, dat er een onwettigheid te dekken
viel. Thans werd geweigerd antwoord te geven
op de vraag of er door een generaal pressie
op den tweeden krijgsraad was geoefend. Daar
nu de beklaagden het recht hebben het bewijs
voor de waarheid der aangevallen beweringen
te leveren, is het duidelijk dat de vraag van
Labori zoo gepast mogelijk was.
Toch weigerde de president Labori het woord,
om op de beteekenis van Pellieux's weigering
Labori schijnt doze houding te hebben gegispt
(het stenographiach verslag ligt nog niet voor
ons), waarop een nieuwe woordenwisseling met
den voorzitter ontstond. Gebrul in de zaal.)
Labori verklaarde toch te zullen voortgaan
tot het einde, en deed daarop eenige vragen
over het tijdstip, waarop de hydraulische rem
in gebrnik was genomen.
Generaal Pellienx antwoordde, dat Gonse
daarop beter zou kunnen antwoorden, maar
toen deze vraag nn aan generaal Gonse werd
gedaan, antwoordde deze er niets van te weten.
Dit gaf aanleiding tot
een nieuw incident.
In den loop daarvan zeide LaboriIk vraag
den heer Zola of het maar niet beter is heen
te gaan dan hier te blijven in een dwangbuis
met een slot op den mond. (Toejuichingen- en
PresidentZeg toch verstandiger dingen.
LaboriHoe, beweert gij dat ik geen ern
stige dingen zeg Gij beleedigt mij door te
be.weren dat- ik geen ernstige dingen zeg. Hand
haaft gij die uitdrukking?
PresidentStel vragen.
LaboriHet is maar goed, dat gij die woorden
niet handhaaft.
Labori deed daarop Piequart eenige vragen
betreffende het stuk, dat zijn overtuiging
tigde, dat Esterkazy schuldig was. Piequart
verklaarde zich bereid te antwoorden, daar dit
punt in het rapport-Kavary behandeld was
en de nationale verdediging niet raakt. Hij
deelde mede dat dit stuk alleen betrekking
kon hebben op een officier van den troep, niet
op een van den staf.
Meer kon hij niet zeggen, tenzij de deuren
werdeng eslotcn. Hij moest dan echter ontslagen
worden van het ambtsgeheim en wenschte niets
liever.
Verder zeide hij geen antwoord te mogen
geven op de vraag of generaal Boisdeffre hem
in 1895 had gezegd„Houd u eens met
zaak-Dreyfuss bezig. Het dossier bevat zoo
weinig, zet het onderzoek voort." Dat was
Hetzelfde antwoord kreeg Labori op de
vraag of generaal Gonse tot Piequart had ge
zegd „Neen, ik wil dat geheim niet mede in
het graf nemen," en op de andere vraag of
men aan het departement van oorlog geloofde
dat Esterhazy de schrijver van het borderel was.
Wel bevestigde Piequart, dat hij had voor
gesteld Esterhazy te doen arresteeren, in af
wachting van het onderzoek betreffende het
bordereau. Zijn chefs waren echter van een
andere meening.
Ook verklaarde hij, dat aanvankelijk aan het
bureau der renseignements niemand twijfelde
aan de authenticiteit van het kaart-telegram.
Eindelijk bevestigde Piequart, dat BertiIlea een
brief van Esterhazy herkende als het hand
schrift Mathien Dreyfuss. (Gelijk men
weet heeft Bertillon reeds meer getracht het
handschrift van Matkieu Dreyfuss in deze zaak
te mengen).
Geheime stukken in den krijgsraad.
Nadat het verhoor van kolonel Piequart
hiermede was afgeloopen werd gehoord de
uitgever Stock. Deze deelde eerst een en
ander mede over de openbaarmaking van de
brieven van Esterhazy, hem door Autant ter
hand gesteld (alles reeds bij het proces-Ester-
hazy behandeld).
Hij deelde mede dat de goede trouw van
Zola boven bedenking was. Verder zeide hij:
Èen lid van den krijgsraad, die Drey
fuss veroordeelde, h eeft mij gezegd,
dat men den krijgsraad verscheidene
"leime stukken heeft voorgelegd.
Ik kan er wel vier noemen, (Sensatie.)
PresidentSpreek niet over de zaak Prey-
fm,
Antisemitische invloeden.
Lalance, oud-lid van de Elsasser
protest-partij in den Rijksdag, zou eenige
inlichtingen geven over de families Sandherr
en Dreyfuss.
Hij deelde mede, dat de oude Sandherr van
het protestantisme tot het katholicisme was
overgegaan, en, gelijk de meeste bekeerlingen,
zeer onverdraagzaam was, vooral tegen de
Joden.
Getuige deelde verder mede, dat de Joden in
het Rijksland zeer loyaal waren. Het was zelfs
een Jood, die in 1871 voorstelde den bisschop
van Metz naar den Rijksdag te zenden.
De zoon van Sandherr was een goed soldaat,
maar had de onverdraagzaamheid van zijn vader
Zoo werd te Bussang een jagerbatailjon een
vaandel uitgereikt, 't Was een roerende plech
tigheid en een Jood, die naast Sandherr stond,
huilde. Sandherr wendde zich tot de anderen
en riep: „Ik wantrouw die tranen." Des avonds
merkte iemand Sandherr op, dat er toch Jood-
scbe officieren in het Fransche leger waren,
die hun plicht deden en bekwaam waren. Maar
Sandherr antwoordde: „Ik wantrouw alle
Joden."
Dat was de man die de instructie tegeu
Dreyfuss leidde. Men kan dus begrijpen, dat
hij werd geleid door iets anders dan een
gevoel van rechtvaardigheid, zoo zeide getuige.
Wat nu de familie Dreyfuss betreft.
President Niet over de zaak-Dreyfuss,
spreek over de zaak-Esterhazy.
Getuige: Die ken ik niet. Maar wij allen
gelooven dat van den aanvang af een
dwaling heeft bestaan. En ik ben over
tuigd dat het verkeerd was den vice-president
an den Senaat inzage te weigeren van het stuk,
waarover thau3 hier gesproken is.
LaboriJa, dat is alles wat de getuige
zeggen kan, omdat men hem belet verder te
gaan. Maar hetgeen hij niet gezegd heeft, zal
ik in mijn pleidooi zeggen, tenminste als ik
dat houden zal.
Duclaux, directeur van het Jmtitut Pasteur
en Anatole France van de Academie Frm-
faise, verklaarden daarop, dat zij het protest
hadden geteekend, daar meer licht noodig was
dan het proces-Esterhazy had gebracht.
Seailies, hoogleeraar aan de Sorbonne, die
verhinderd was te komen, had een brief gezon
den in denzelfden geest,
Daar madame De Boulancy afwezig was en
de verdediging afzag van het, hooren
andere getuigen, werd nu het getuigen
verhoor ges loten.
Het hof besliste in raadkamer, datdeiumid-
dels van den minister ontvangen Uhlanen-
brief niet zou worden behandeld, daar
deze betrekking had op een dossier, dat reeds
den eersten dag door het hof buiten deze zaak
was gesteld.
Heden requisitoir..
Maar morgen is het vacantie wegens carnaval.
Waarom toch? Men heeft nu al twee volle
weken gezien, dat iedereen ten processe een
ander kleed droeg dan bij zijn ambt paste.
Twee weken reeds sloeg men een Dlik op
De omgekeerde wereld.
Mr Louis Israëis, de Parijsclie correspon
dent van liet ffbld, geeft het volgende beeld
van het proces
„Een proces zooals dit is, geloof ik, nooit ge
voerd een ieder neemt een andere plaats
dan zijne natuurlijke is.
De beschuldigde handelt als aanklager, is
openbaar ministerie, roept getuigen, onder
vraagt dezen, en neemt requisitoir op requi
sitoir in den vorm van conclusiën. Het open
baar ministerie vervult de rol van publiek
het publiek is netjes in twee Kampen geschei
den: de rechterzijde is voor Zola, de linker
zijde is voor Esterhazy. De getuigen, opge
roepen tot bewijs der onschuld, zijn voor het
meerendeel de meeat hardnekkige tegenstan
ders der beschuldigden. Allen houden lange
redevoeringen, vele formeele pleidooien, pro
of contra. Elk oogenblik vraagt een getuige
opnieuw gehoord te worden. Herhaaldelijk heb
ben wij twee getuigen tegelijk, die met elkaar
volkomen tegenstrijdige verklaringen afleggen
en dit dan onderling met woorden uitvechten.
Getuigen stellen vragen, en de president treedt
op als advocaat der niet aanwezige civiele
partij van den klager. De arresten van het
Hof worden met voeten getreden onder instem
ming van alle partyen.
Het is een getuige, generaal De Pellieux,
die geheel ongerechtigd het woord neemt in
de zaal en bevelen geeft. Ook hij vraagt
overlegging van stukken, ook hij vraagt op
roeping van getuigen, en wij hebben zelfs het
merkwaardig incident gehad, dat de getuige
er van afzag" een andereu getuige opnieuw
te laten roepen".
Dit alles is zeker verbazingwekkend. Maar
daarbij bleef het niet. Reeds 24 uur later
moest dezelfde correspondent schrijven: „Vele
wonderlijke zaken heb ik in die elf zittingen
reeds gezien en gehoord, maar dat over
hoofden van ministerie, president der republiek
en parlement heen, de generale staf eene motie
van vertrouwen komt vragen aau twaalf kleine
burgers, en anders verklaart heen te gaan,
overtreft als proeve van constitutioneel begrip
al het andere. Ik meende zoo, alsof ik den
loodgieter zag knikken, dat hij den generalen
staf nog al vertrouwt, maar ons groenteboertje
trok over die vraag een bedenkelijk gezicht."
Het absolute bewijs.
Het zal wel niet noodig zijn uiteen te zetten,
hoe schandelijk de houdiBg ten aanzien van
dit stuk is.
De generaals Pellieux, Gonse en Boisdeffre
hebben allen over dit stuk gesproken, het als
een absoluut bewijs van onbetwistbare echt
heid erkend. Maar de president belette den
verdediger kvragen te doen, en Pellieux wei
gerde, na zelf dat punt ter sprake te hebben
gebracht, er iets meer over te zeggen.
Hun „ja" werd gevolgd door een weigering
om iets meer ts zeggen of iets te bewijzen.
Daartegenover staat het „neen" van kolonel
Piequart, en de afwijzing van alles wat kan
dienen om meer licht te verspreiden.
Opmerkelijk is, dat de Figaro reeds voor
drie maanden iets van een dergelijk stuk wist,
en reeds toen gewaagde van het vermoeden
van valschheid.
Immers den 14eu November schreef het blad:
„Er zou na het proces een stuk gevonden zijn,
dat de schuld van Dreyfuss bevestigt. Het zon
do or een aanzienlijk vreemdeling zijn gericht
aan een ander vreemdeling, die om redenen
van internationaal belang geen van beiden
nader kunnen worden aangeduid. In dat stuk
zou de naam Dreyfuss voluit zijn geschreven
en het zou daarom de beslissende slag zijn,
waarvan in de bladen sprake is.
Dit stuk, inderdaad zeer ernstig, als het echt
is, bleef den leiders der beweging niet onbekend.
Zij weten dat het tegenover hen zal worden
geplaatst en verklaren nu reeds dat hetvalsch
is. Dit stuk zou gewisseld zijn tusschen twee
te Parijs wonende vreemdelingen, die door hun
betrekking voortdurend in relatie met elkander
staan, en die dus geen enkele reden zouden
hebben elkander zoo ernstige dingen te sehrij
ven, daar zij elkander steeds spraken.
Het stuk zon in dezelfde papiermand zijn
gevonden, waar het bordereau is gevonden,
en de verdediging doet nu reeds opmerken,
dat het al zeer merkwaardig zou zijn, als na
een eerste cn zoo opzienbarend avontuur, men
daar nog iets, en wel een zoo vertrouwelijk
stuk, zou kunnen vinden, in de papiermand,
welke men toch om goede redenen wel beter
zou bewaken.
Daaruit leidt zij ai, eu het is een van de
gevaarlijkste punten in deze zaak, dat men
staat voor een denkbeeldige manoeuvre van de
lieden, die ua de veroordeeling van Dreyfuss
er belang bij hebben bij de regeering de
meeuing te versterken, dat Dreyfuss schul
dig was."
Ook ligt er veel waars in de bewering
van de Aurore (niet Europe gelijk een
seinfout ons Zaterdag deed melden), dat
het stuk juist uit de lucht kwam vallen op het
oogenblik dat Esterhazy zich zou hebben te
verdedigen, op het oogenblik dat Esterhazy
werd verdacht de schrijver van hot bordereau
te zijn, toen het noodig was te bewijzen dat
Dreyfuss werkelijk schuldig was.
Merkwaardig is dit zeker. Maar rechtvaar
digt dit alles bet beweren van hot blad, dat
de drie generaals, die van het stuk spraken,
wisten dat zij zich opeen valsch stuk beriepen?
Men zou, om daarover te oordeelen, moeten
weten, Boe naïef de generaals wel zijn, als een
„vertrouwd" spion Bun stukken brengt, getui
gende van „verraad", en van „Duitsche"
spionnage.
In verband met het bovenstaande getuigenis
van Lalance, over het anti-semitisme van ko
lonel Sandherr verdient nog hét volgende de
aandacht. Bij zijn verhoor deelde kolonel Henry,
„omdat de zaak hem begon te vervelen," uit
eigen beweging mede, dat kolonel Sandherr
hem destijds een paar brieven uit een twee
de, veel belangrijker dossier heeft laten
zien, waarvan hij echter onder eede heeft moe
ten beloven nooit te zullen spreken. „Die
stukken," zeide Sandherr, „bewaar ik hier, om
mij daarvan bij gelegenheid te bedienen." Sedert
evenwel, voegde kolonel Henry er bij, heb ik
nooit meer yan dat tweede dossier hooren
spreken, en kolonel Sandherr heeft het mij ook
nooit gegeven. Ik weet niet wat er van ge
worden is. Slechts eens, 16 December 1894,
dus even, vóór het Dreyfuss-proces, heeft ko
lonel Sandherr er mij van gesproken.
Prins Henri van Orleans, wien reeds een af
scheidsmaal was aangeboden in verband met
zijn aanstaand vertrek naar de Equatoriaal-pro-
viucie, waar hij als gouverneur van Menelik
zon optreden, is te Parijs gebleven, en beweegt
zich druk onder de anti-republikeinen, die daar
den boventoon voeren.
Men had gezegd, dat een heer, die Esterhazy
op beide wangen had gekust, de prins was.
De Temps ging op kondschap uit, en deed den
prins interviewen. En wat bleek. Gekust had
hij Esterhazy niet. „Ik heb alleen maar de
hand gedrukt om mijn eerbied voor la chose
jugée te toonen
De Petite Republique geeft een aardige ver
klaring voor het feit, dat Pellieux Zaterdag in
politiek in den rechtszaal kwam. Hij had, zoo
zegt het blad, den vorigen dag zijn sabel eu
zijn uniform in de weegschaal der gerechtigheid
geworpen.
lerseke. Zaterdagnamiddag viel hier een
zesjarig knaapje bij hoog water al spelende in
de haven. Gelukkig werd dit gezien door iemand
die den moed had het kind na te springen en
het, al zwemmende redde.
Amsterdam. Behalve de bij deti brand in
de Jan Steenstraat (men zie de Verspreide be
richten) omgekomen twee vrouwen, is heden
ook eèn der mannen, de vader, in het gasthuis
aan zijne wonden overleden.
Londen. De Times verneemt uit Peking
dat China toestemde binnen vier maanden alle
binnenlandsche wateren voor vreemde stoomers
te openen en binnen twee jaren een verdrags-
hayen te Unan.
Aan Engeland is verzekerd, dat geen enkel
deel der Yangtse-Kiang-vallei aan eenige
andere Mogendheid zal worden afgestaan.
PROCES-ZOLA.
Zitting van heden.
Er is weinig publiek in de rechtszaal. Ge
neraal Gonse en kapt. Lauth verschenen in
uniform.
De advokaat-generaal Yan Cassel noemt
Zola's F Accuse een infamie.
Hij daagt Zola uit te bewijzen dat bevel is
gegeven Esterhazy vrij te spreken.
Verder tracht hij aan te toonen dat het hof
der assi|p8 zich niet met de revisie heeft in te
laten.
Daarna geeft hij een overzicht der zaak en
protesteert daarbij tegen de beschuldiging van
de Aurore, dat officieren een aanslag tegen de
republiek zouden ondernemen.
Een enkele beproefde het, maar die pleegde
zelfmoord.
De zorg voor de gerechtigheid was slechts
voorzorg.
Nimmer zal in beschaafde landen een rech
terlijke anarchie worden toegelaten.
Maandag 21 Februari.
Rotterdam, Telegram van den make
laar ff. van Randwijk). Ter markt van heden
was de stemming vaster eu de omzet te
leurstellend.
Zaterdag 19 Februari.
Antwerpen. Tarwe prijshoudend. Ameri-
kaansch fr. 223/8.
P a r Q s. Tarwe prijshoudendloop. md.
fr. 29.
Pesth. Tarwe stil en onveranderd. Zaterdag
12.03 fl. Vrijdag 12.06 fl.
Berlijn. De jongste rijzing in Noord-
Amerika is niet ten volle gehandhaafd geble
ven, hetgeen oogenschijnlijk ook hier aan de
gunstige stemming afbreuk heeft gedaan. Zoo
wel voor Tarwe als Rogge Werden de vorde
ringen ca 50 pf. verlaagd, waartoe de omzet
zeer beperkt bleef.
New-York dis. vorigen dag
Chicago
TE HOUDEN AANBESTEDINGEN.
Woensdag 23 Febr.
Prins van Oranje Goes 11 u.het vernieu-
en, herstellen en onderhouden van werken
en het leveren en zinken van een rijszinkstuk,
in twee perceelen voor de Breede Watering be
westen lerseke
Dorpshnize O o s t e r 1 a n d 11 u.ver
nieuwing van buitengewone werken en maken
van aard- en steenglooiingwerken aan den
polder Ooster- cn Sir Jansland en levering
materialen.
Donderdag 24 Febr.
Polderhuis Walcheren Abdij Middelburg
Vjs u.maken Yan een nieuw paalhoofd voor
den Westkapelschen Zeedijk en het uitvoeren
van werken tot strandverdediging aan de Noord
watering van den polder.
Vrijdag 18 Maart.
Gebouw Prov. bestuur Abdij 11 u.Mid
delburg het vernieuwen der af heiing aan
het zeeëindevan den Westhavendara te Br es-
ken s, behoorende tot de havenwerken in de
provincie Zeeland. (Raming f 7700).
Gemeentehuis C a t s 10 u. Steenbestorting
Leendert At ral; «inpolder. Raming f 6780.
H E R IJ K.
Deze herijk is bepaald als volgt, voor;
Middelburg
en wel voor de wijken
L 22 Februari;
M 23 Februari;
N 24 Februari;
O 25 Februari en 1 Maart
P 2 en 3 Maart;
Q 4 en 9 Maart
R, S, T, U en V 10 en 11 Maart
telkens des voormiddags van 9 tot 12 en
des namiddags van 1 tot 4 uren.
St. Laurens op dezelfde dagen.
Voor de overige gemeenten in Zeeland is
die ijk bepaald als volgt voor
Oost- en West-Souburg, ook voor Ritthem,
14 Maart.
Vlissingen, 15, 16, 17, 18, 19, 21, 22, 23,24,
25 en 26 Maart,
Arnemuiden, ook voor Nieuw- en St. Joos-
land, 28 Maart.
Veere, ook voor Vrouwepolder, 29 Maart.
en laatste buslichting der MAIL
aan het postkantoor te Middelburg.
(Alles plaatselijke tijd.)
Oost-Indië.
Marseille (Lloyd)22 Febr. 6.30 's avonds.
Brindisi (Eng. dienst). 25 Febr. 1.05 's nam.
Rotterdam Lloyd)25 Febr. 6.30 's avonds.
Met deze gelegenheid wordt alleen ver
zonden de correspondentie voor Atjeh en de
Residentie Snmatra's Oostkust.
"W est-Indië.
Suriname (St Martin,
Saba en StEustatius)
via Southampton22 Febr. 5.45 's morgens.
Verkoopingen en Verpachtingen in Zeeland.
Datum. Piaais. Voorwerpen, Informatie*
22 Febr. Goes, Weiland, De Ronde
Bresser en Zip en Van Ttijlintfen.
23 NSt. Joosl., BoomenHaters.
25 Zierikzeo, Woonhnin, Way.
2 Mrt Arnemuiden, Inspan, Tak.
2/3 Middelburg, Meubels, Notarishuis.
11 lerseke, Huis, De Vos.
II o W'estkapelle, I.and, Huvers.
Middelburg, Huis, Verhuist.
20 April Ooftkapelle, Inspan, Tak.
9fi d Koudekerke, Inspan, Loeff.
Arnemuiden, Inspan, Tak.
b O. W Sonb., Inspan, Tak