LAATSTE BERICHTEN. De brandweer vond op den zolder vier be- WUfltelooze menschen, die men door het zolder raam heen, langs een smalle goot op een plat dak bracht. Daar werd geneeskundige hulp verleend en het gelukte de beide inannen bij kennis te brengen doch niet de vrouwen, die hevige brandwonden bekomen hadden en overleden bleken. Do mannen werden in dekens gewik keld naar het binnen-gasthuis gebracht. De brandweer kweet zich hoogst verdienste lijk van bare lang niet gemakkelijke taak. Naar men ons heden seinde, verkeeren de beide mannen in hoogsthedenkelijken toestand. Men had gedacht dat de jubileumfeesten te Londen grooten invloed zouden hebben op het passagiersvervoer tusschen de oude en de nieuwe wereld. Maar de statistiek der Ship ping Gazette leert dat het aantal kajuitspassa giers in 1897 bedroeg 90.932 tegen 99.223 in 1896. Bovendien was dit vervoer verdeeld over 30 lijnen tegen 23 in 1896. Het aantal reizen steeg van 853 tot 901, zoodat het gemiddelde aantal passagiers belangrijk is gedaald. De rechtbank te Tongres heeft een man vrijgesproken, die zich zelf had aangegeven als de persoon, die by een twist een ander een doodelijke wonde had toegebracht. De rechtbank nam aan dat deze zelfbeschuldiging ten doel had den werkelijken dader, den vader, te sparen. Pastoor Kneipp liet een miljoen na voor een kinderasyl en 50.000 mark aan de armen. Prins Phiiipp van Saksen Coburg beeft te Weenen geduelleerd met een cavalerie-luite- uant. Men gebruikte eerst het pistool en toen de sabel. Het duel had op zeer scherpe voor waarden plaats. De prins werd licht gekwetst. Zijn getuigen waren de Hongaarsehe minister van nationale verdediging en een veldmaarschalk. Dit duel zal natuurlijk de praatjes, dat de prinses (een dochter van koning Leopold) zich minder in de huwelijkstrouw kan schikken, doen herleven- De Czaritza is door de mazelen aangetast. Bulletins worden niet uitgegeven. Paus Leo houdt veel vau kinderen. Leni gen tijd geleden werd een Engelsche dame met haar zoontje toegelaten en de mama zeide haar jongen dat hij den pantoffel moest kussen, „Wij kussen in Engeland nooit iemand den voet," zei de kleine man, „maar 't is een aardige oude man en ik wil hem graag de hand kussen als hij dit hebben wil". De Paus had pleizier in den jongen en reikte hem de hand om te kussen. Te Bombay brak in 't pesthospitnal brand uit. 96 verpleegden werden gered, maar drie hunner stierven van schrik. Het proees-ZoIa. Het einde van het eerste bedrijf. Eerst de twaalfde zitting van het groote proces heeft den laataten getuige voor de balie gezien en tevens de wereld geleerd Boever een gerechtshof, samengesteld uit schijnbaar onaf hankelijke, onpartijdige mannen, doorkneed in het recht, durven gaan op den weg der wets verkrachting. Nader verhoor van piequart. De zitting begon met eene korte rede van Piequart, die wees op de aanvallen waaraan hij had blootgestaan in de pers, welke insinueerde dat hij, (die nooit gehuwd was) van zijn vrouw gescheiden was en zijn twee kinderen in Duitsch- landdeed opvoedenhij wees op de verdachtma kingen in het rapport-Ravary en op die van generaal Pellienx. Hij vroeg, wijl zijn getui genis verdacht was gemaakt, generaal Gallifet te hooren, opdat deze, die hem voor den raad. van onderzoek de hand had gedrukt, kon her halen wat hij daar getuigd had. De president achtte dat onnoodig. Labori drong er op aauzoo ooit dan be stond z. i. hier aanleiding gebruik te maken van de bevoegdheid van den voorzitter, om nieuwe getuigen te doen dagvaarden. Deze bleef weigeren. Labori protesteerde en vroeg daarop of getuige Piequart wist dat de burger-beambte van het bureau des renseignementsMarchand, redacteur was van de Eclair (welk blad het eerst mededeelde dat het vonnis was uitge sproken op geheime stukken). Piequart wist daarvan, hij zelf had Marchand over de gepleegde onbescheidenheid verhoord, maar was tot geen resultaat gekomen. Op een vraag, of generaal Pellienx had inge grepen in het verhoor van den tweeden krijgs raad, verwees Piequart Labori naar Pellieux zelf. Deze trad naar voren, en zeide dat de woor den van den advocaat-generaal hem aan zijn plicht hadden herinnerd. Hij achtte zijn rol als getnige uitgespeeld en was daarom in politiek verschenen. Hij zon niet meer antwoorden op eenige vraag, welke niet rechtstreeks op dezaak-ZoIa betrekkingjheeft. Alleen dat wilde hij den getuige Piequart in het gezicht zeggen, dat hij er zich over verbaast dat een mijnheer, die nog de officiersuniform draagt, hier voor de balie drie generaals beschuldigt van vervalsching en het gebruik maken van een valsc-h stuk. Toe juiching) Piequart antwoordde hierop, dat hij in appre ciatie van zijn chefs kan verschillen, en dat hij zich niet bewust is buiten deze lijn te zijn gegaan. Als ik het stuk, waarvan generaal Pellieux sprak, v a 1 s c h noemde, dan wil ik daardoor de goede trouw van mijn chefs niet in verdenking brengen. Er zijn valsche stuk ken, welke zoo kunstig zijn vervaardigd, dat zelfs personen van beteekenis zich lieten beet nemen. Men denke aan de zaak-Norton. Labori verklaarde, ondanks de woorden van generaal Pellieux, toch over dat nieuwe stuk te willen spreken. Ook bij gelooft dat de generaal, die bet bestaan van dat stuk mededeelde, te goeder trouw was. Voojfgaajide wwd in de xeüe gevallen door den president, die hem verbood nu te pleiten bij mocht alleen vragen stellen. Labori betoogde dat hij het recht had de houding van een getuige te bespreken. De president ontnam hem daarop het woord, waarop Labori antwoorddeDank u. Elke maal dat gij mij het woord ontneemt, is dat een nieuwe eer voor mij. (Toejuichingen en rumoer). Generaal Pellieux betoogde daarop, dat de rol, welke hij hier vervuld heeft, geen vrijwillige was. Zij werd hem door de omstandigheden Hij vroeg verlof zich te verwijderen. Maar Labori had daartegen bezwaar. Hij wist niet of nieuwe vragen zouden rijzen. Vervolgens ontstond een levendige woorden wisseling tusschen den president en Labori. Op een bedreiging met een disciplinaire strat antwoordde LaboriLeg maar een straf op aan eet advocaat, die opkomt voor de rechten der verdediging. Labori herhaalde daarop zijn vragen be treffende het ingrijpen van Pellieux in de krijgs raad-debatten en drong sterk op een antwoord aan. Pellieux: Deze vraag raakt de zaak- Esterhazy en ik zal daarom niet antwoorden. Rumoer). Het is noodig hier even te herinneren aan het hoofdpunt van de aanklacht tegen Zola, een punt dat langzamerhand geheel uit het oog is verloren. Zola wordt vervolgd, omdat hij had geschreven dat de tweede krijgsraad een door den eersten krijgsraad begane onwettig heid had gedekt, door op hevel een schuldige vrij te spreken. Eerst was geweigerd vragen te doen of vragen te beantwoorden, welke dienden om te constateeren, dat er een onwettigheid te dekken viel. Thans werd geweigerd antwoord te geven op de vraag of er door een generaal pressie op den tweeden krijgsraad was geoefend. Daar nu de beklaagden het recht hebben het bewijs voor de waarheid der aangevallen beweringen te leveren, is het duidelijk dat de vraag van Labori zoo gepast mogelijk was. Toch weigerde de president Labori het woord, om op de beteekenis van Pellieux's weigering Labori schijnt doze houding te hebben gegispt (het stenographiach verslag ligt nog niet voor ons), waarop een nieuwe woordenwisseling met den voorzitter ontstond. Gebrul in de zaal.) Labori verklaarde toch te zullen voortgaan tot het einde, en deed daarop eenige vragen over het tijdstip, waarop de hydraulische rem in gebrnik was genomen. Generaal Pellienx antwoordde, dat Gonse daarop beter zou kunnen antwoorden, maar toen deze vraag nn aan generaal Gonse werd gedaan, antwoordde deze er niets van te weten. Dit gaf aanleiding tot een nieuw incident. In den loop daarvan zeide LaboriIk vraag den heer Zola of het maar niet beter is heen te gaan dan hier te blijven in een dwangbuis met een slot op den mond. (Toejuichingen- en PresidentZeg toch verstandiger dingen. LaboriHoe, beweert gij dat ik geen ern stige dingen zeg Gij beleedigt mij door te be.weren dat- ik geen ernstige dingen zeg. Hand haaft gij die uitdrukking? PresidentStel vragen. LaboriHet is maar goed, dat gij die woorden niet handhaaft. Labori deed daarop Piequart eenige vragen betreffende het stuk, dat zijn overtuiging tigde, dat Esterkazy schuldig was. Piequart verklaarde zich bereid te antwoorden, daar dit punt in het rapport-Kavary behandeld was en de nationale verdediging niet raakt. Hij deelde mede dat dit stuk alleen betrekking kon hebben op een officier van den troep, niet op een van den staf. Meer kon hij niet zeggen, tenzij de deuren werdeng eslotcn. Hij moest dan echter ontslagen worden van het ambtsgeheim en wenschte niets liever. Verder zeide hij geen antwoord te mogen geven op de vraag of generaal Boisdeffre hem in 1895 had gezegd„Houd u eens met zaak-Dreyfuss bezig. Het dossier bevat zoo weinig, zet het onderzoek voort." Dat was Hetzelfde antwoord kreeg Labori op de vraag of generaal Gonse tot Piequart had ge zegd „Neen, ik wil dat geheim niet mede in het graf nemen," en op de andere vraag of men aan het departement van oorlog geloofde dat Esterhazy de schrijver van het borderel was. Wel bevestigde Piequart, dat hij had voor gesteld Esterhazy te doen arresteeren, in af wachting van het onderzoek betreffende het bordereau. Zijn chefs waren echter van een andere meening. Ook verklaarde hij, dat aanvankelijk aan het bureau der renseignements niemand twijfelde aan de authenticiteit van het kaart-telegram. Eindelijk bevestigde Piequart, dat BertiIlea een brief van Esterhazy herkende als het hand schrift Mathien Dreyfuss. (Gelijk men weet heeft Bertillon reeds meer getracht het handschrift van Matkieu Dreyfuss in deze zaak te mengen). Geheime stukken in den krijgsraad. Nadat het verhoor van kolonel Piequart hiermede was afgeloopen werd gehoord de uitgever Stock. Deze deelde eerst een en ander mede over de openbaarmaking van de brieven van Esterhazy, hem door Autant ter hand gesteld (alles reeds bij het proces-Ester- hazy behandeld). Hij deelde mede dat de goede trouw van Zola boven bedenking was. Verder zeide hij: Èen lid van den krijgsraad, die Drey fuss veroordeelde, h eeft mij gezegd, dat men den krijgsraad verscheidene "leime stukken heeft voorgelegd. Ik kan er wel vier noemen, (Sensatie.) PresidentSpreek niet over de zaak Prey- fm, Antisemitische invloeden. Lalance, oud-lid van de Elsasser protest-partij in den Rijksdag, zou eenige inlichtingen geven over de families Sandherr en Dreyfuss. Hij deelde mede, dat de oude Sandherr van het protestantisme tot het katholicisme was overgegaan, en, gelijk de meeste bekeerlingen, zeer onverdraagzaam was, vooral tegen de Joden. Getuige deelde verder mede, dat de Joden in het Rijksland zeer loyaal waren. Het was zelfs een Jood, die in 1871 voorstelde den bisschop van Metz naar den Rijksdag te zenden. De zoon van Sandherr was een goed soldaat, maar had de onverdraagzaamheid van zijn vader Zoo werd te Bussang een jagerbatailjon een vaandel uitgereikt, 't Was een roerende plech tigheid en een Jood, die naast Sandherr stond, huilde. Sandherr wendde zich tot de anderen en riep: „Ik wantrouw die tranen." Des avonds merkte iemand Sandherr op, dat er toch Jood- scbe officieren in het Fransche leger waren, die hun plicht deden en bekwaam waren. Maar Sandherr antwoordde: „Ik wantrouw alle Joden." Dat was de man die de instructie tegeu Dreyfuss leidde. Men kan dus begrijpen, dat hij werd geleid door iets anders dan een gevoel van rechtvaardigheid, zoo zeide getuige. Wat nu de familie Dreyfuss betreft. President Niet over de zaak-Dreyfuss, spreek over de zaak-Esterhazy. Getuige: Die ken ik niet. Maar wij allen gelooven dat van den aanvang af een dwaling heeft bestaan. En ik ben over tuigd dat het verkeerd was den vice-president an den Senaat inzage te weigeren van het stuk, waarover thau3 hier gesproken is. LaboriJa, dat is alles wat de getuige zeggen kan, omdat men hem belet verder te gaan. Maar hetgeen hij niet gezegd heeft, zal ik in mijn pleidooi zeggen, tenminste als ik dat houden zal. Duclaux, directeur van het Jmtitut Pasteur en Anatole France van de Academie Frm- faise, verklaarden daarop, dat zij het protest hadden geteekend, daar meer licht noodig was dan het proces-Esterhazy had gebracht. Seailies, hoogleeraar aan de Sorbonne, die verhinderd was te komen, had een brief gezon den in denzelfden geest, Daar madame De Boulancy afwezig was en de verdediging afzag van het, hooren andere getuigen, werd nu het getuigen verhoor ges loten. Het hof besliste in raadkamer, datdeiumid- dels van den minister ontvangen Uhlanen- brief niet zou worden behandeld, daar deze betrekking had op een dossier, dat reeds den eersten dag door het hof buiten deze zaak was gesteld. Heden requisitoir.. Maar morgen is het vacantie wegens carnaval. Waarom toch? Men heeft nu al twee volle weken gezien, dat iedereen ten processe een ander kleed droeg dan bij zijn ambt paste. Twee weken reeds sloeg men een Dlik op De omgekeerde wereld. Mr Louis Israëis, de Parijsclie correspon dent van liet ffbld, geeft het volgende beeld van het proces „Een proces zooals dit is, geloof ik, nooit ge voerd een ieder neemt een andere plaats dan zijne natuurlijke is. De beschuldigde handelt als aanklager, is openbaar ministerie, roept getuigen, onder vraagt dezen, en neemt requisitoir op requi sitoir in den vorm van conclusiën. Het open baar ministerie vervult de rol van publiek het publiek is netjes in twee Kampen geschei den: de rechterzijde is voor Zola, de linker zijde is voor Esterhazy. De getuigen, opge roepen tot bewijs der onschuld, zijn voor het meerendeel de meeat hardnekkige tegenstan ders der beschuldigden. Allen houden lange redevoeringen, vele formeele pleidooien, pro of contra. Elk oogenblik vraagt een getuige opnieuw gehoord te worden. Herhaaldelijk heb ben wij twee getuigen tegelijk, die met elkaar volkomen tegenstrijdige verklaringen afleggen en dit dan onderling met woorden uitvechten. Getuigen stellen vragen, en de president treedt op als advocaat der niet aanwezige civiele partij van den klager. De arresten van het Hof worden met voeten getreden onder instem ming van alle partyen. Het is een getuige, generaal De Pellieux, die geheel ongerechtigd het woord neemt in de zaal en bevelen geeft. Ook hij vraagt overlegging van stukken, ook hij vraagt op roeping van getuigen, en wij hebben zelfs het merkwaardig incident gehad, dat de getuige er van afzag" een andereu getuige opnieuw te laten roepen". Dit alles is zeker verbazingwekkend. Maar daarbij bleef het niet. Reeds 24 uur later moest dezelfde correspondent schrijven: „Vele wonderlijke zaken heb ik in die elf zittingen reeds gezien en gehoord, maar dat over hoofden van ministerie, president der republiek en parlement heen, de generale staf eene motie van vertrouwen komt vragen aau twaalf kleine burgers, en anders verklaart heen te gaan, overtreft als proeve van constitutioneel begrip al het andere. Ik meende zoo, alsof ik den loodgieter zag knikken, dat hij den generalen staf nog al vertrouwt, maar ons groenteboertje trok over die vraag een bedenkelijk gezicht." Het absolute bewijs. Het zal wel niet noodig zijn uiteen te zetten, hoe schandelijk de houdiBg ten aanzien van dit stuk is. De generaals Pellieux, Gonse en Boisdeffre hebben allen over dit stuk gesproken, het als een absoluut bewijs van onbetwistbare echt heid erkend. Maar de president belette den verdediger kvragen te doen, en Pellieux wei gerde, na zelf dat punt ter sprake te hebben gebracht, er iets meer over te zeggen. Hun „ja" werd gevolgd door een weigering om iets meer ts zeggen of iets te bewijzen. Daartegenover staat het „neen" van kolonel Piequart, en de afwijzing van alles wat kan dienen om meer licht te verspreiden. Opmerkelijk is, dat de Figaro reeds voor drie maanden iets van een dergelijk stuk wist, en reeds toen gewaagde van het vermoeden van valschheid. Immers den 14eu November schreef het blad: „Er zou na het proces een stuk gevonden zijn, dat de schuld van Dreyfuss bevestigt. Het zon do or een aanzienlijk vreemdeling zijn gericht aan een ander vreemdeling, die om redenen van internationaal belang geen van beiden nader kunnen worden aangeduid. In dat stuk zou de naam Dreyfuss voluit zijn geschreven en het zou daarom de beslissende slag zijn, waarvan in de bladen sprake is. Dit stuk, inderdaad zeer ernstig, als het echt is, bleef den leiders der beweging niet onbekend. Zij weten dat het tegenover hen zal worden geplaatst en verklaren nu reeds dat hetvalsch is. Dit stuk zou gewisseld zijn tusschen twee te Parijs wonende vreemdelingen, die door hun betrekking voortdurend in relatie met elkander staan, en die dus geen enkele reden zouden hebben elkander zoo ernstige dingen te sehrij ven, daar zij elkander steeds spraken. Het stuk zon in dezelfde papiermand zijn gevonden, waar het bordereau is gevonden, en de verdediging doet nu reeds opmerken, dat het al zeer merkwaardig zou zijn, als na een eerste cn zoo opzienbarend avontuur, men daar nog iets, en wel een zoo vertrouwelijk stuk, zou kunnen vinden, in de papiermand, welke men toch om goede redenen wel beter zou bewaken. Daaruit leidt zij ai, eu het is een van de gevaarlijkste punten in deze zaak, dat men staat voor een denkbeeldige manoeuvre van de lieden, die ua de veroordeeling van Dreyfuss er belang bij hebben bij de regeering de meeuing te versterken, dat Dreyfuss schul dig was." Ook ligt er veel waars in de bewering van de Aurore (niet Europe gelijk een seinfout ons Zaterdag deed melden), dat het stuk juist uit de lucht kwam vallen op het oogenblik dat Esterhazy zich zou hebben te verdedigen, op het oogenblik dat Esterhazy werd verdacht de schrijver van hot bordereau te zijn, toen het noodig was te bewijzen dat Dreyfuss werkelijk schuldig was. Merkwaardig is dit zeker. Maar rechtvaar digt dit alles bet beweren van hot blad, dat de drie generaals, die van het stuk spraken, wisten dat zij zich opeen valsch stuk beriepen? Men zou, om daarover te oordeelen, moeten weten, Boe naïef de generaals wel zijn, als een „vertrouwd" spion Bun stukken brengt, getui gende van „verraad", en van „Duitsche" spionnage. In verband met het bovenstaande getuigenis van Lalance, over het anti-semitisme van ko lonel Sandherr verdient nog hét volgende de aandacht. Bij zijn verhoor deelde kolonel Henry, „omdat de zaak hem begon te vervelen," uit eigen beweging mede, dat kolonel Sandherr hem destijds een paar brieven uit een twee de, veel belangrijker dossier heeft laten zien, waarvan hij echter onder eede heeft moe ten beloven nooit te zullen spreken. „Die stukken," zeide Sandherr, „bewaar ik hier, om mij daarvan bij gelegenheid te bedienen." Sedert evenwel, voegde kolonel Henry er bij, heb ik nooit meer yan dat tweede dossier hooren spreken, en kolonel Sandherr heeft het mij ook nooit gegeven. Ik weet niet wat er van ge worden is. Slechts eens, 16 December 1894, dus even, vóór het Dreyfuss-proces, heeft ko lonel Sandherr er mij van gesproken. Prins Henri van Orleans, wien reeds een af scheidsmaal was aangeboden in verband met zijn aanstaand vertrek naar de Equatoriaal-pro- viucie, waar hij als gouverneur van Menelik zon optreden, is te Parijs gebleven, en beweegt zich druk onder de anti-republikeinen, die daar den boventoon voeren. Men had gezegd, dat een heer, die Esterhazy op beide wangen had gekust, de prins was. De Temps ging op kondschap uit, en deed den prins interviewen. En wat bleek. Gekust had hij Esterhazy niet. „Ik heb alleen maar de hand gedrukt om mijn eerbied voor la chose jugée te toonen De Petite Republique geeft een aardige ver klaring voor het feit, dat Pellieux Zaterdag in politiek in den rechtszaal kwam. Hij had, zoo zegt het blad, den vorigen dag zijn sabel eu zijn uniform in de weegschaal der gerechtigheid geworpen. lerseke. Zaterdagnamiddag viel hier een zesjarig knaapje bij hoog water al spelende in de haven. Gelukkig werd dit gezien door iemand die den moed had het kind na te springen en het, al zwemmende redde. Amsterdam. Behalve de bij deti brand in de Jan Steenstraat (men zie de Verspreide be richten) omgekomen twee vrouwen, is heden ook eèn der mannen, de vader, in het gasthuis aan zijne wonden overleden. Londen. De Times verneemt uit Peking dat China toestemde binnen vier maanden alle binnenlandsche wateren voor vreemde stoomers te openen en binnen twee jaren een verdrags- hayen te Unan. Aan Engeland is verzekerd, dat geen enkel deel der Yangtse-Kiang-vallei aan eenige andere Mogendheid zal worden afgestaan. PROCES-ZOLA. Zitting van heden. Er is weinig publiek in de rechtszaal. Ge neraal Gonse en kapt. Lauth verschenen in uniform. De advokaat-generaal Yan Cassel noemt Zola's F Accuse een infamie. Hij daagt Zola uit te bewijzen dat bevel is gegeven Esterhazy vrij te spreken. Verder tracht hij aan te toonen dat het hof der assi|p8 zich niet met de revisie heeft in te laten. Daarna geeft hij een overzicht der zaak en protesteert daarbij tegen de beschuldiging van de Aurore, dat officieren een aanslag tegen de republiek zouden ondernemen. Een enkele beproefde het, maar die pleegde zelfmoord. De zorg voor de gerechtigheid was slechts voorzorg. Nimmer zal in beschaafde landen een rech terlijke anarchie worden toegelaten. Maandag 21 Februari. Rotterdam, Telegram van den make laar ff. van Randwijk). Ter markt van heden was de stemming vaster eu de omzet te leurstellend. Zaterdag 19 Februari. Antwerpen. Tarwe prijshoudend. Ameri- kaansch fr. 223/8. P a r Q s. Tarwe prijshoudendloop. md. fr. 29. Pesth. Tarwe stil en onveranderd. Zaterdag 12.03 fl. Vrijdag 12.06 fl. Berlijn. De jongste rijzing in Noord- Amerika is niet ten volle gehandhaafd geble ven, hetgeen oogenschijnlijk ook hier aan de gunstige stemming afbreuk heeft gedaan. Zoo wel voor Tarwe als Rogge Werden de vorde ringen ca 50 pf. verlaagd, waartoe de omzet zeer beperkt bleef. New-York dis. vorigen dag Chicago TE HOUDEN AANBESTEDINGEN. Woensdag 23 Febr. Prins van Oranje Goes 11 u.het vernieu- en, herstellen en onderhouden van werken en het leveren en zinken van een rijszinkstuk, in twee perceelen voor de Breede Watering be westen lerseke Dorpshnize O o s t e r 1 a n d 11 u.ver nieuwing van buitengewone werken en maken van aard- en steenglooiingwerken aan den polder Ooster- cn Sir Jansland en levering materialen. Donderdag 24 Febr. Polderhuis Walcheren Abdij Middelburg Vjs u.maken Yan een nieuw paalhoofd voor den Westkapelschen Zeedijk en het uitvoeren van werken tot strandverdediging aan de Noord watering van den polder. Vrijdag 18 Maart. Gebouw Prov. bestuur Abdij 11 u.Mid delburg het vernieuwen der af heiing aan het zeeëindevan den Westhavendara te Br es- ken s, behoorende tot de havenwerken in de provincie Zeeland. (Raming f 7700). Gemeentehuis C a t s 10 u. Steenbestorting Leendert At ral; «inpolder. Raming f 6780. H E R IJ K. Deze herijk is bepaald als volgt, voor; Middelburg en wel voor de wijken L 22 Februari; M 23 Februari; N 24 Februari; O 25 Februari en 1 Maart P 2 en 3 Maart; Q 4 en 9 Maart R, S, T, U en V 10 en 11 Maart telkens des voormiddags van 9 tot 12 en des namiddags van 1 tot 4 uren. St. Laurens op dezelfde dagen. Voor de overige gemeenten in Zeeland is die ijk bepaald als volgt voor Oost- en West-Souburg, ook voor Ritthem, 14 Maart. Vlissingen, 15, 16, 17, 18, 19, 21, 22, 23,24, 25 en 26 Maart, Arnemuiden, ook voor Nieuw- en St. Joos- land, 28 Maart. Veere, ook voor Vrouwepolder, 29 Maart. en laatste buslichting der MAIL aan het postkantoor te Middelburg. (Alles plaatselijke tijd.) Oost-Indië. Marseille (Lloyd)22 Febr. 6.30 's avonds. Brindisi (Eng. dienst). 25 Febr. 1.05 's nam. Rotterdam Lloyd)25 Febr. 6.30 's avonds. Met deze gelegenheid wordt alleen ver zonden de correspondentie voor Atjeh en de Residentie Snmatra's Oostkust. "W est-Indië. Suriname (St Martin, Saba en StEustatius) via Southampton22 Febr. 5.45 's morgens. Verkoopingen en Verpachtingen in Zeeland. Datum. Piaais. Voorwerpen, Informatie* 22 Febr. Goes, Weiland, De Ronde Bresser en Zip en Van Ttijlintfen. 23 NSt. Joosl., BoomenHaters. 25 Zierikzeo, Woonhnin, Way. 2 Mrt Arnemuiden, Inspan, Tak. 2/3 Middelburg, Meubels, Notarishuis. 11 lerseke, Huis, De Vos. II o W'estkapelle, I.and, Huvers. Middelburg, Huis, Verhuist. 20 April Ooftkapelle, Inspan, Tak. 9fi d Koudekerke, Inspan, Loeff. Arnemuiden, Inspan, Tak. b O. W Sonb., Inspan, Tak

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 2