Middelbnrpclie Courant BIJVOEGSEL1, VAN DE VAN Donderdag 17 Februari 1898, no. 40. Middelburg 16 Februari. Op muzikaal gebied. Meer dan anderhalve eeuw is het geleden, dat Handel zijn Samson schiep, en nog altijd vormt het Oratorium een der aantrekkelijkste werken voor de zangvereenigingen. Te ver wonderen is dat niet, want trots de gebreken, die het aankleven, vormt het ini Grossen unci Ganzen een werk, dat zeer in den smaak valt. Een gebrek noemen we het bijv-, dat bet eerste deel voor een groot deel gevuld is met de klaagliederen van Samson en zijne vrienden over bet lot, dat den held trof; dit gedeelte krijgt daardoor iets mats, iets eentonigs. Het optreden van Dalila en van Harapha in het tweede deel brengt gelukkig meer leven in de brouwerij en wekt daardoor meer de belang stelling, welke klimt in het derde en zeker niet het minste deel. Mogen al niet alle recitatieven ons even gelukkig toeschijnenmoge eene enkele aria den negentiende-eeuwschen toehoorder koud laten, in andere daarentegen is de stemming heerlijk weergegeven, zoodat zij onvermijdelijk een diepen indruk moeten maken. Wij noemen o. a. die van Micha in het tweede deelO, hor mein Flehn, en die van JVfanoah in het laatste deel: Wie willig triigt mein Vaterherz. Voor de laatste alleen zou men gaarne honderd andere muziekstukken, cadeau willen geven. Beter dan de aria's vonden wij over het geheel de koren. Wel schijnt het vreemd, als men, aan. het einde van het tweede deel, de Philistijnen en de Israëlieten met dezelfde klanken, zelfs met dezelfde woorden, hunne goden hoort aanroepen; elke tegenstelling ont breekt daar. Maar overigens, hoeveel schoons wordt in dit werk aan het koor te doen gegeven Wonderlijk frisch klinken de koren der Philistijnen, o. a.Gesmg und Tans vereinen sich, maar vooral ook het tempelkoorGott Dag on hat den Feind besiegt, met het jubelende middengedeeltePreis seiner Macht. Pompeus klinkt het koor der IsraëlietenDawn sollt ihr se/dn, heerlijk, vol Schwung de vertroostende zang aan het slot van het eerste deel: Zim glanz-erfiillten Sternenzeltindrukwekkend de lijkzang over den gestorven SamsonSamson der Held, er ist nich mehr. Alles te zamen genomen, is het dan ook niet te verwonderen, dat een werk als dit zich reeds zoolang staande gehouden heeft en naar men- schelijke berekening nog jaren eene eervolle plaats zal innemen onder de muzikale werken. Overgaande tot de bespreking der uitvoering van Dinsdagavond, beginnen we met de ver klaring, dat het bestuur in de keuze der solisten over het algemeen gelukkig is geweest. Niet de beste onder ben scheen ons de heer Eitter uit Dresden toe. Al had hij zeker zeer goede oogenblikken, waarin hij den gewensch- ten indruk maakte, o. a. in de dankbare aria Herrlich erschemt im Morgenduft in het derde deel, over het algemeen kon zijne vertolking der titelpartij ons niet bekoren. Zij kenmerkte zich door een zekere nonchalance, die o. m. oorzaak was, dat de directeur in één recitatief (no. 17) zijne partij moest overnemen en in het duet met Harapha (no. lid) bijna bovenmen- scbelijke kracht moest aanwenden, om dit las tige nommer tot een goed einde te brengen. In één recitatief (no. 23) sloeg de stem des heer en Eitter over. Met genoegen hernieuwden we de kennisma king met Mej. Anna Schuyl. Zij heeft eene goed ontwikkelde, volle altstem. Zou iets meer gloed hier en daar niet geschaad hebben, in den regel droeg zij hare partij met gevoel en nuanceering voor. Schoon was o. a. haar recita tief in het tweede deel, waar zij Dalilah's komst aankondigt, en hare aria in het derde deelIhr Söhne Isi-aels. Onze stadgenoot dr V. d. K. doet telkens verbaasd staan over zijne voortgaande ont wikkeling. Hij is een zeer consciëntieus en intelligent zanger. De moeielijke aria in bet tweede deel en zijne partij in" het lastige duet met Samson werden uitstekend gezongenheer lijk gaf hij de straks genoemde aria in het derde deel weerhet was een genot voor het oor. Het concert deed ons verder kennis maken met eene sopraan uit onze naaste omgeving, mevr. S. S. Met vreugde begroeten we haar en we wenschen der zangvereeniging geluk met deze aanwinst; want dat is zij in den vollen zin des woords. Moge het geluid al niet zeer krachtig zijn, wat hierin wellicht te kort mocht komen wordt ruimschoots vergoed door ont wikkelde techniek, zooals o. a. duidelijk bleek uit de aria in het eerste deel, maar vooral ook door ongekunstelde, natuurlijke voordracht, door zuiveren, helder reïnen zang en duidelijke articulatie. Dalilah's aria Vertrau, o Samson, is ons wel eens wat lang en daardoor min of meer eentonig toegeschenen, zoodat het ons niet erg verwonderde, dat de held heelemaal geen lust toont, zijne vroegere geliefde opnieuw te volgen maar als zij gezongen wordt zooals Dinsdagavond, dan ja dan In één woord, ons compliment aan de sopraan. En met haar aan hare jonkvrouwen, die heel verdienstelijk zongen. Trouwens, de uitvoe ring der koren was Dinsdagavond weder zoo als wij die gewoon zijnvoortreffelijk. Als men in aanmerking neemt, dat door verschil lende omstandigheden tusschen het eerste en tweede concert slechts een tijdvak van een paar maanden ligt en dat niet meer dan een zevental repetitiën gebonden konden worden, dan zal men zeker aan het koor en aan zijnen kundigen leider den lof niet kunnen ontzeggen, dat zij doorslaande blijken van geoefendheid hebben gegeven. Getuige daarvoor o. m. de plotselinge wisseling in de stemming, als op de zwaarmoedige bede der Joden in het tweede deel bijna onmiddellijk het vroolijke, haast schreven wij dartele, koor der zingende en dansende Philistijnen volgt. De bassen schenen ons ditmaal zwakker toe dan gewoonlijk. Of verbeeldden wij ons dat? Het orkest kweet zich goed van zijne, trou wens niet zoo moeilijke taak. Behoudens een enkele afwijking, b.v. in het priesterkoor Gesang und Tmz (no. 20), waarin het koper lang niet zuiver klonk, was de begeleiding uiterst accuraat. Alleen hadden we gaarne in plaats van de piano, die overigens bij mej. B. in uitstekende handen was, een orgel gehoord, waardoor vooral sommige recitatieven zeker ïn waarde zouden gewonnen hebben. Moge dit bij eene volgende uitvoering van een werk van Handel aanwezig zijn Een pluimpje verdient het orkest voor den Trauermarsch, die zeer goed werd uitgevoerd. Summa summurum dus eene uitvoering, waar op directeur en leden met genoegen kunnen terugzien. Jammer, dat niet meerderen er van genoten; de zaal was nauwelijks ten halve gevuld. Wij willen hopen, dat dit niet voort spruit uit gebrek aan belangstelling, maar dat de ziektegevallen in vele gezinnen daarvan alleen de schuld zijn. Het spijt ons, dat wij moeten besluiten met eene ernstige grief aan het adres van het be stuur der zangvereeniging. Dat men bij Handel's Samson de schaar gebruikt, zooals volgens het bijbelsch verhaal bij den hoofdpersoon zelf ge schied is, kan nu eenmaal niet anders; het werk is in zijn geheel te lang. Dat men nu enkele aria's invoegt, die in de algemeen gang bare klavieruittreksels niet voorkomen, en daarentegen eene aria weglaat, die daar wel in staat, ook dat willen wij nog billijkende opvatting van den directeur in verband met de keus der solisten kan daartoe aanleiding geven. Maar wat we niet kunnen billijken, is dat bet bestuur tekstboekjes doet verkoopen, waarin andere woorden staan dan die, welke gezongen worden. In dit opzicht is met den honderd- vijftigjarigen Samson op ergerlijke wijze gesold vooral de heer Eitter had enorm groote afwij kingen. Waar meer dan éene bewerking van den tekst bestaat, dient het bestuur te zorgen, dat het gedrukte woord met het gezongene overeenkomt. Men werpe ons niet tegen, dat het meer op de noten dan op de woorden aan komt. Wanneer men de menschen telkens ziet zoeken in hun boekje en telkens verbaasd ziet opkijken, bijv. als Harapha zingt, waar Dalilah staat gedrukt, dan stoort dit den gang en den goeden indruk van het geheel. Natuurkundig Gezelschap. Maandag 11. vervulde op de gewone samen komst van dit gezelschap alhier prof. dr H. P. Wijsman, van Leiden, de spreekbeurt, waar voor bij tot onderwerp had gekozen Modder. Hij leidde zijn bespreking in, met de opmer king, dat hij zijn gehoor hoopte duidelijk te maken, dat er voor een natuuronderzoeker stof te over was voor studie in de meest on aanzienlijke zaken, voor den gewonen wande laar te onoogelijk om er naar te kijken. Mod der defiuieerende als de bodembedekking in water, bevattende belangrijke hoeveelheden organische afvalproducten, wees spreker op de verschillende kanten vau waar dit onderwerp kon worden bestudeerd en van welke hij maar een enkele tot leiddraad van zijn voordracht zou nemen, nl. het geringe zuurstofgehalte van water met veel organisch vuil, dus ook van modder. Spreker demonstreerde allereerst den invloed van het geringe zuurstofgehalte van water op den bladgroei van waterplanten, aan de ver schillende blad vormen van Sium latifölium. Ver mindert nu het zuurstofgehalte nog sterker, zooals in water met organisch vuil het geval is, dan houdt plantengroei daarin geheel op (stadsgrachten enz.). De oorzaak van dit stof- verbruik is het leven der bacteriën. Dat deze het zijn, die de zuurstof gebruiken, werd duide lijk gemaakt door een proef met door indigo gekleurd grachtwater, dat in een gesloten flesch weldra geheel ontkleurd was, maar, na opening en uitschenking, in contact met de lucht, wel dra zijn blauwe kleur hernam. De invloed van de vervuiling op het zuurstofgehalte van een water werd, door een plattegrond en een gra- phische voorstelling, voor de Seine in Parijs, duidelijk gemaakt. Het nagenoeg geheel ontbreken van zuurstof in den modder voert tot velerlei gevolgen, waarvan enkele werden aangehaald, w. o. bet te niet gaan van talrijke plantenzaden. Gewe zen werd ook op de luchtkanalen, die plan ten bezitten, welke in modder wortelen (bet gewone riet b. v.), waardoor zij in staat zijn de door de bladeren opgenomen lucht naar de wortels te voeren, en op de bijzondere vormen hiervan, die men bij tropische planten aantreft. Daarna wees spreker op de rol, die de in den modder levende anaërobe (zuurstofschuwende) bacteriën spelen, hoe zij bijdragen tot de vor ming van moerasgas, van zwavelijzer en van zwavelwaterstof (in stadsgrachten b. v.). Als bijzonder merkwaardige typen werden de zwavelbacteriën en ijzerbacteriën genoemd en prqeven beschreven, waardoor de fijne gevoelig heid dezer bacteriën voor een bepaald zuurstof gehalte werd bewezen en ook werd aangetoond de rol, die zij spelen bij de oxydatie van zwa velwaterstof, resp. de ontleding van ferrocarbo- naat, waardoor een menigte scheikundige om zettingen, die in water voorkomen, kunnen worden verklaard. Deze hoogst belangrijke, door vele demon straties en platen verduidelijkte, voordracht viel zeer in den smaak van het aandachtige gehoor, waaronder zich ditmaal ook meerdere dames bevonden. LANDBOUW. Overvloed van stof' betreffende zaken van meer actueelen aard is oorzaak dat wij tot nu toe niet de aandacht van een deel onzers lezers konden vragen voor een werkje, dat reeds eenige malen in ons blad werd aangekondigd en1 naar onze meening veler belangstelling verdient. Het is getiteld Het Paard en bedoelt een leiddraad te zijn voor de behandeling en ver zorging van dat dier, het rijden en dresseer en, met aanwijzingen hoe het doorgaan en slaan van rij- en tuigpaarden is te beletten. Schrijver ervan is de heer G. N. H. van Eiesen, directeur der manege te Zwolle, en uitgever de firma H. ten Heuvel aldaar. De inleiding tot het werkje vormen de, op boeiende wijze geboekstaafde, gedenkschriften van een militair, die, in het hospitaal verpleegd, wetende dat voor zijn kwaal geen kruid is ge wassen, zich diep treurig gevoelt bij de gedachte te moeten scheiden van zijn lievelingspaard, zonder te weten of het in goede handen komen zal. Kort vóór zijn dood wordt echter zijn vrees weggenomen. Een zijner kameraden belooft den armen lijder de verdere verzorging van zijn dier op zich te nemen en deze ontvangt na den dood van den zieke namens hem een aan denken met eenige wenken tot betere behan deling van het paard. Die wenken hebben den heer Eiesen opgewekt tot het schrijven van een boekje, ruim 100 paginas groot, dat in zeer duidelijlcen, beknopten en tevens onderhoudenden vorm een massa wetenswaardigheden bevat voor alle liefhebbers en bezitters van paarden. Daarin wordt aan getoond hoeveel voordeel aan een goede be handeling en verzorging van het paard is ver bonden en zijn de nadeelen in het licht ge steld, die een ruwe behandeling en verwaar- loozing van het dier den eigenaar berokkenen. Verder bevat het, over een achttal hoofdstukken verdeeld, tal van nuttige wenken op het ge bied van de kennis van paarden. Het beschrijft den bouw van het dier, ken- teekenen van den leeftijd, gebreken in den stand der beenen; het bevat leefregelkundige voorschriften voor paarden, mededeelingen om trent den paardenhandel, de dressuur en het be rijden. Ook is er aan toegevoegd een draagtijds- tafel ten dienste van paardenfokkers. De, met een flinke duidelijke letter gedrukte tekst is, voor zooveel uoodig, nog verduidelijkt door een twintigtal gravures. ONDERWIJS. Dinsdag slaagde te Amsterdam voor het doctoraal examen in de staatswetenschappen de heer dr J. W. Jenny Weyerman, vroeger arts te 's-H eerArendskerke, thans bacterioloog- geneesheer aan den gemeentelijken gezondheids dienst te Amsterdam. Te Breda is met goed gevolg bet examen in de nuttige handwerken afgelegd door mej. C. Hoogkamer van 0ud-Vosmeer. Tot curator van het gymnasium te Schie dam is door den raad benoemd de he er dr W. A. Lehmau de Lehnsfeld. Te Groningen overleed de oud-hoogleeraar Sanger, oud-directeur der school voor vroed vrouwen aldaar. Door rector en leeraren van het gymna sium te Tiel zijn aan den minister van binnen landscbe zaken twee adressen gezonden, naar aanleiding van de door Z.Exc. kenbaar gemaak te voornemens betreffende wijziging van de wet op het hooger onderwijs. Van het zoogenaamd facultatief stellen van liet Grieksch als leervak vóór aanstaande juristen zijn zij overtuigd, dat het „tot groote schade voor het hooger onder wijs, in het hijzonder van het gymnasiaal on derwijs", zou leiden, waarom zij den minister verzoeken aan het invoeren dezer verandering geen gevolg te geven. Het tweede adres, dat vergezeld gaat van een uitvoerige memorie van toelichting, betreft het voornemen om „in 't vervolg ook aan de medici, die hunne opleiding hebben genoten aan de hoogere burgerschool, het jus promovendi" toe te kennen, m. a. w. dezen artsen de gelegen heid te geven ook den aoademischen doctor graad te verwerven. Met het beoogde doel, niet met het voorgenomen middel om voor de vele geneeskundigen, die hunne voorbereidende stu diën niet aan een gymnasium maken, toch het verkrijgen van een wetenschappelijke titel mo gelijk te maken, kunnen adressanten zich ver eenigen waarom het beter bereikt zou worden door vervanging en wijziging der kon. beslui ten van 21 Juni 1887, Stbl. 105 en 106, bevat tende het leerplan en het programma van bet eindexamen der gymnasiën, wordt door de adressanten in de memorie van toelichting uit eengezet. De aanstaande Inhuldigingsfeesten. Ingevolge een besluit der 22ste algemeene vergadering van den Bond van Nederlandsche Onderwijzers (goedgekeurd bij Kon. besl. van 22 Maart 1890, no. 28) richt het hoofdbestuur van genoemden Bond zich door dezen tot de verschillende autoriteiten op het gebied der school en tevens tot de onderwijzers naar aanleiding der aanstaande kroningsfeesten. Opdat een verkeerde uitlegging van onze woorden voorkomen worde, zooals het ge schiedde met de openingsrede van den alge- meenen voorzitter, wien een enkel blad een uitdrukking in den mond gelegd heeft, die noch door hem, noch door een der bestuurs leden gebezigd is, stellen wij er prijs op uit drukkelijk te verklaren, dat wij in geenerlei appreciatie omtrent de aanstaande kronings feesten zullen treden. Ons eenig doel is eventuëele conflicten te voorkomen; de ervaring toch heeft ons in dezen geleerd, dat vaak kleinigheden, die zoo gemakkelijk hadden voorkomen kannen worden, de aanleiding werden van min of meer ernstige conflicten. 't Is voorgekomen, dat ondoordachte uit drukkingen, in een onbewaakt oogenblik ont snapt, als bezwarende getuigenissen werden opgenomen in bet requisitoir, dat omtrent den onvoorzichtige werd uitgesproken. Uitsluitend derhalve om wanklanken te voorkomen, richt het H. B. zich tot de autori teiten en de klasse-onderwijzers. Verklaring behoeft wellicht het feit, dat juist een organisatie van klasse-onderwijzers in dezen openlijk haar waarschuwende stem doet hooren. Als corporatie is de Bond niet bij de feesten betrokkende leden echter dier organisatie zullen door bun betrekking aangezocht kunnen worden, hun steun bij de eventueel te geven feesten te verleenen. Ouzes inziens, zouden we misbruik maken van de ons toevertrouwde positie, indien we ook maar eenigszins wilden influenceeren op hetgeen de leden in deze meenen te moeten doen. En dat te meer, wijl in onzen vakbond alle nuanceeringen vertegenwoordigd zijn. Wij hopen er in te slagen, ons te beperken tot een objectieve beschouwing omtrent de motieven, die een aantal onderwijzers er toe zal leiden, inzake de feesten volstrekt niets meer te doen, dan waartoe zij door hun amb- teliiken plicht kunnen genoopt worden. Wij vertrouwen echter, dat zij, die meenen, zich te moeten onthouden, dit zullen doen op een wijze, waardoor zich niemand kan be- leedigd gevoelen, in hetgeen hij hoog schat. En met te meer klem doen we dit, opdat niemand zich te laat over zijn handelwijze zal te beklagen hebben. Alweder ter voorkoming van misverstand stippen we terloops aan, dat de motieven, die wij zullen releveeren, slechts door oas worden medegedeeld. Er zijn collega's, die iu principe er zich te rn kanten, dat men bij feesten, waarvan zij 3 strekking achten te liggen buiten het bevat tingsvermogen van de jeugd, de kinderen be trekt. Paedagogische inzichten leiden lien er toe, zich van deelneming te onthouden. Onder hen zijn er, die wel als burger zullen deelen in de vreugde, welke in Sept. a. s. zich uiten zal, maar op school zich liefst zullen onthouden. Zou het niet de moreele plicht van een ver standig schoolbestuur zijn op dezulken geen dwang te oefenen? Wij verwachten, dat men hun inzicht zal eerbiedigen en hen niet dwin gen zal tot wat zij om paedagogische inzichten verkeerd achten. Een tweede oorzaak voor de weigering aan de deelneming der feesten als onderwijzer, kan liggen in de wijze, waarop de betrokken com mission zijn saamgesteld of handelen. Het is vaak gebeurd, dat bij dergelijke ge legenheden de voorloopige besprekingen ge heel buiten hem om gehouden werden en hij eerst gekend werd op het oogenblik, dat men zijn hulp beslist noodig had. Wie dus te vo ren weet, dat bij de hulp van den klasse-onder wijzer noodig heeft, erkenne nu een gepast il van eigenwaarde bij den onderwijzer, hem stem te geven in de regeling der aangelegenheden. We zouden slechts ten deele waar zijn, in dien we ons tot deze rubrieken beperkten. Er zijn ook collega's, die om hunne politieke denkbeelden beslist zullen weigeren diensten te presteeren, waartoe zij door hun ambtelijken plicht niet genoopt kunnen worden. Ook voor dezen roepen wij de verdraagzaam heid der autoriteiten in. Onnoodige strengheid leidt niet tot versterking van het gezag, maar voert onvermijdelijk tot verbittering. Het zij ons veroorloofd het antwoord van den min. v. B. Z. aan de Eerste kamer te re leveeren „Zij (de regeer mg) deelt in de meening, dat de overheid, zeker van de gevoelens van het overgroot gedeelte vau de bevolking, niet noo dig heeft pressie op de onderwijzers te oefenen tot ambtelijke medewerking aan die feesten, waarvan de waarde en de beteekenis zeker niet door de uitoefening van pressie zouden worden verhoogd." In aansluiting met dit ministriëele antwoord, dringen wij er met bescheidenheid, maar met aandrang bij de autoriteiten op aanstelt hen vrij van deelneming, die als onderwijzer liever zich onthouden willen. Ten slotte binden wij het den collega's, die om eenigerlei reden, als onderwijzer, niet wenschen mee te werken, ernstig op het hart, geeft noch door woord, noch door daad stof tot ergernis. Onthoudt u van alles, hetzij direct of indi rect, waardoor gij andersdenkenden in hunne overtuiging zoudt kunnen kwetsen. Weet voor allen te eerbiedigen, wat gij voor u zelf vraagt: n.l. eerbiediging van beginselen. Laat het beden het verleden niet beschamenNederland blijve de staat, waar gewetensvrijheid steeds als een dierbaar kleinood beschouwd is. Namens bet Hoofdbestuur, G. SEVERIJN, Voorzitter. Th. M. KETELAAR, Algemeen Secretaris. Overgenomen uit De Bode, orgaan van den Bond. Verschillende Berichten. Door een windvlaag is Dinsdagnamiddag ter reede van Ostende een garnalensloep om geslagen. De beide opvarenden, Gezelle en Maldeghemkwamen in de golven om. Een Belgisch hoofdingenieur gaat naar Amerika om de brug van Brooklyn te zien in verband met het plan de Schelde voor Ant werpen te overbruggen. In den Antwerpschen Raad heeft een debat plaats gehad over het feit, dat de En- gelsche matrozen, die daar werden afgemonsterd, in plaats van geld, chèques krijgen, welke in Engeland betaalbaar zijn; de neringdoenden lijden daardoor groote schade. De burgemeester antwoordde, dat de kwestie twee zijden heeft. Men zou er zich niet kunnen tegen verzetten, zoo een agent der Engelsche regeering de En- gelsche matrozen trachtte te weerhouden, hunne zuur gewonnen penningen in een paar dagen te verteeren. Maar indien er misbruiken gebeuren, is het stellig dat men er zich over kau beklagen. Het dagelijksch bestuur zal de zaak onder zoeken. Coremans zeide nog, dat er vroeger jaren miljoenen werden uitbetaald in het Zeemans- hui8, welke nu naar Engeland gaan. Er is sprake van dat in België de bepaling zal worden afgeschaft dat officieren slechts mogen huwen met meisjes, die een voor eiken rang afzonderlijk vastgestelde huwelijksgift hebben. In de Parijsche academie van wetenschap pen is medegedeeld, dat twee geneeskundigen te Havre een belangrijke ontdekking deden ten aanzien van de geneeskracht van de Rönt genstralen. Na drie poseeringen, elk van eenige minuten, was een door êlêphantiasis aangetaste hand genezen. Men zou zoo zeggen dat Reuters corres pondent te Parijs het deze week druk genoeg had. Maar neen, de man had er nog aardig heid in naar Londen te seinen, dat volgensde Gaulois onze koningin was verloofd met Louis Napoleon, en den volgenden dag, dat dit ver haal volgens de Figaro niet waar is. De koninklijke sohouwburg te Lissabon is verbrand. Niemand verloor het leven. De Engelsche stoomboot Columbia heeft bij Havre een visscherschuit in den grond ge varen. 6 personen verdronken. De Londensche rechter deed Dinsdag uitspraak in het sensatieproces in de Engelsche groote wereld. Lord William Nevill werd wegens bedrog veroordeeld tot vijfjaar dwang arbeid. Binnenkort neemt de directeur van het centraal-telegraafkantoor te Londen zijn pen sioen. Deze titularis is een Duitscher van geboorte, en is sedert 28 jaar, toen de vier particuliere telegraafmaatsehappijen vereenigd werden, aan het hoofd van liet kantoor. In 1869 had men 500 beambten met 9 a lOduizend telegrammen per dagthans 4000 beambten met 140.000 berichten. Tot stomme verbazing van vele Engel' schen kreeg een firma te Sheffield, welke betrokken is bij de vervaardiging vanoorlogs- materieel, deze week een lading Duitsclie machines aan, in het geheel 25 waggonladingen, ter waarde van ettelijke duizenden ponden. Te Newcastle zijn by een brand negen personen omgekomen. Te Belfort zijn de magazijnen van den aannemer der militaire leverantie verbrand. Een man werd gedood, twee anderen werden gekwetst en 40 beesten werden verbrand. Te Berlijn vertelt men dat keizer Wilhelm, een nieuwe ontplofbare stof heeft uitgevonden. Deze zou naar Recc (koning) worden gedoopt en dus Rexite heeten. Op het Kulmser meer te Morienwerder (West-Pruisen) zijn Zondag vijf kinderen door het ijs gezakt en verdronken. Volgens gerucht is de stoomboot Clara Newada door een ketelontploffing bij de kust van Alaska gezonken. Alle opvarenden zouden zijn omgekomen. Terwijl onlangs de Vrystaats-trein voorbij Donkerpoort (Oranje-Vrijstaat) ging, moest tel kens worden stilgehouden vanwege ontelbare dui- zendpooten, die over de lijn trokken en 'den trein tot stilstand brachten, doordat de spoorstaven glad werden en de wielen der locomotief deden draaien zonder den trein vooruit te brengen. Men moest telkens zand op de spoorstaven werpen om vooruitgang te brengen in de loco motief. Ook bij Bloemfontein is de aanwezig heid van myriaden duizendpooten geconsta teerd. Een Duitsch officier van gezondheid beeft jn het Centralblatt filr Gesundheitspflege ver schillende „Wenken voor rookers" gegeven, die gegrond zijn op zijn veeljarige waarnemin gen van mond, tanden, maag, longen, hart en huid van tabaksverbruikers. De eerste en voornaamste regel is, nooit vóór het ontbijt te rooken en in het algemeen niet met een ledige maag; deze gewoonte is uiterst nadeelig voor de spijs verteer ing. Rook nooit gedurende lichamelijke inspanning als dansen, hardloopen, wielrijden, bergklimmen of roeien, en vooral niet bij een wedstrijd. Volg nooit de „slechte gewoonte van Franschen en Russen", die den rook door den neus laten gaan en haal ook nooit den rook door den neus op. Houd den rook zoover mogelijk van oogen en neus verwijderd, hoe langer pijp hoe beter; onder het werk moet men het gebruik van een kort pijpje vermijden. Een pijp is de minst ongezonde wijze van rooken, daarna de sigaar en de cigarette is het nadeeligst. Werp uw sigaar weg zoodra gij er vier vijfden van hebt opgerookt, het laatste eindje is bet schade lijkst; cigaretten zijn altijd nadeelig, doch het ergst zijn de Oost er» ;he cigaretten, omdat die met een hoeveelheid opium vermengd worden. Gemeenteraad van Middelburg. Zitting van lieden, Woensdag, middag te 2 uren. Voorzitter de heer jhr mr L. Schorer, Afwezig de heer Koole. De notulen van het verhandelde in de vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd. Hierna wordt mededeeling gedaan van inge komen stukken. Daaronder behoort een adres van de hoofd commissie tot vieriDg hier ter stede van de inhuldiging van H. M. Koningin Wilhelmina, met verzoek om voor het houden der vergade ringen der commissie gebruik te mogen maken van een der lokalen ten raadhuize. Burg. en wetli. stellen voor daarop goed gunstig te willen beschikken. Hiertegen blijkt bij geen der leden bezwaar te bestaan. Verder een adreB van de firma H. Bogaerts en Co te Boxtel, houdende aanbeveling voor de levering van een portret (peinture Bogaerts) van H. M. Koningin Wilhelmina. Dit wordt voor kennisgeving aangenomen. J |Aan de orde is nu de rekening der gezond heidscommissie over 1897, bedragende 62.90® in ontvang en uitgaaf. Zij wordt goedgekeurd, evenals de rekening der Kamer van koophandel over hetzelfde jaar ad f 450 in ontvang en f 431.50 in uitgaaf, dus met een batig saldo van f 18 50. Door den voorzitter wordt voorgesteld liet laatste punt der agenda, met het oog op de uitgebreidheid der lijst van werkzaamheden, te behandelen tusschen punt 8 en 9, Dit wordt goedgekeurd. Eene wijziging wordt gebracht in de ge- meentebegrooting voor 1897 en een beschik king genomen over den post voor onvoorziene uitgaven op dezelfde begrooting. Deze beschikking vindt o. a. haar oorzaak in den aankoop van een stukje grond op de Markt, hoek perceel wijk C no. 1, f 1 en ver goeding aan den eigenaar van dat perceel, voor

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 5