MIDDELRURGSCHE COURANT.
N°. 39.
1418 Jaargang.
1898.
Woensdag
16 Februari.
Persoonlijke dienstpIiGht.
Doze courant verschijnt dagelij ka, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
^>rSs) Per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2.
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer
Middelburg 16 Febr. 8 n. vm. 43 gr. 12 u. 47 gr.,
av. 4 u. 47 gr. F. Verw. tam. kr. Z. W. w., regen.
Advertentiën voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór één uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Advertentiën: 20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 1—7 rogels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per reget
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige
voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis
aan het bureau te bekomen.
Beschouwingen van een militair.
I.
Met de grootste ingenomenheid is door
velen in het leger weder een ontwerp van
wet betrtffende de afschaffiog van de plaats
vervanging begroet.
Ai wordt de daarbij voorgestelde hand
having en uitbreiding der ontheffing van
dienst voor aanstaande predikanten en gees
telijken betreurd, toch zou de aanneming
van het wetsontwerp, zooals bet aangeboden
wordt, reeds van de grootste waarde zijn
voor land en volk.
Behalve deze vrijstellingen wordt voorge
steld ontheffing van den dienst teverleenen
aan een kostwinner, alleen din, indien het
gezin door het gemis van den loteliDg arm
lastig zou worden. Voorts zijn inderdaad
milde bepalingen in het leven geroepen voor
hen, die zich buitenlands moeten opbonden
of zich daar wenschen te vestigen.
Het wetsontwerp schijnt ons in hoofdzaak
zeer aannemelijk toe en kan ongetwijfeld
den grondslag vormen voor eene goede en af
doende regeling van onze strijdkrachten.
De memorie van toelichting geeft op duide
lijke wijze de gronden aan, waarop het be
ginsel van den persoonlijken dienstplicht
steunt, en het komt ons wenBchelijk voor
deze gronden nader te beschouwen, in af
wachting van hetgeen de minister van oorlog
daarvan nog zal zeggen.
Ia de eerste plaats wordt gewezen op
verbetering van het zedelijk en verstandelijk
gehalte der militie als van uitnemend belang.
Het zij ons vergund omtrent beteensic
het zedelijk gehalte aan te halen wat
daaromtrent de kolonel Van Dam vanlsselt
zoo juist schreef in het Studenten Weekblad
Minerva
„Op zedelijk gebied veroorzaakt de dienst-
vervanging een ontzaglijke schade. Zij
verzwakt toch het nationale bewustzijn, ter
wijl zij tot koopwaar verlaagt het hooge
recht van den man om mede te werken tot
de verdediging van den geboortegrond, om
deel te nemen aan den strijd van het zelf
standig volksbestaan.
Zij werkt daardoor op den duur wel
onzichtbaar en langzaam, maar zeker voort
aan de ontmanning van ons volkskarakter,
aan het vertrouwen ook in de rechtvaardig
heid van den wetgever. De wet, die de
plaatsvervanging zou blijven dulden, zon in
het wezen der zaak onrecht handhaven,
even goed als de strafwetgeving, die, op
haar gebied het beginsel der plaatsvervan
ging toelatende, onrecht zon scheppen en
Btellen onder de bescherming van de wet.
Terecht zou het streven tot handhaving
der plaatsvervanging dan ook gebrandmerkt
mogen worden als een veeg teeken van de
lafheid en de zelfzucht der regeerende
klassen."
Wat het verstandelijk gehalte betreft,
waaraan de militie winnen zal, dat is méde
van de grootste beteekenis. Hoe men ook
over plaatsvervangers oordeelen moge
zonder twijfel zijn er onder hen goede
krachten, doch deze zijn louter van pbysieken
aard toch kannen zij niet alleen niet
voorzien in het intellect, dat zij aan het
leger onttrekken en dat jnist zoo dringend
noodig is, na in zoo veel hooger mate dan
vroeger de persoonlijke eigenschappen van
den soldaat op den voorgrond treden, maar
ook en vooral zijn zij niet bij machte het
groote gebrek aan aanvoerders aan te vallen.
Ia verband daarmede is invoering van den
persoonlijken dienstplicht zoo hoog gewenscht
op die wijze toch is de minst kostbare
legcrorganisatie te verkrijgen, terwijl bij
volstrekt noodige uitbreiding van het leger
het vereischte aantal oiflcieren, onderoficieren
en korporaals anders niet of althans niet
dan met zeer gToote geldelijke opofferingen
zon zijn te bekomen.
Nn voorziet het reservekader wel reeds
gedeeltelijk in het tekort aan kader ii
oorlogstijd, doch dat is op verre na niet
voldoende.
De militie zal daarin voor het overige
moeten voorzien, doch dat is alleen mogelijk
>ls het verstandelijk ontwikkelde deel van
Nederlands jongelingschap persoonlijk den
dienst komt vervullen in de gelederen.
En dat dit mogelijk is wordt bewezen in
Denemarken niet alleen, doch ook het reserve
kader bewijst voldoende die mogelijkheid.
In een achttal maanden worden onder
officieren gevormd, die aan de gestelde
eisehen zeer goed voldoen.
Om een denkbeeld te geven van het be-
noodigde kader bij eventueele mobilisatie
van bet leger dienen de volgende cijfers,
ontleend aan een artikel De kaderreserve in
ons leger en het reservekadervoorkomende
in de Militaire Gids van 1895 van de hand
van den kapitein G. D. de Roon.
Genoemde officier berekent dat in 1894 aan
wezig waren 1950 officieren en 7700 man
kader.
Bij het aantal olficieren zijn gerekend 67
officieren van het Ind. leger met verlof, 70
gepens. officieren van dat leger en 145 gepens.
officieren van het leger hier te lande, be-
cevens 68 van de meest geschikte officieren
der schutterij.
Bij het aantal onderofficieren en korpo
raals zijn gerekend 1000 man gepasporteerd
vrijwillig-gediend-hebbend kader en gepas
porteerd militiekader.
Benoodigd waren 2343 officieren en 12144
kadertekort aldus 400 officieren en 4500
man kader.
Rekent men, volgens bestaande gegevens
betreffende de verliezen in den Fransch-
ünitschen oorlog, de verliezen van ons veld
leger in de eerste 2 A3 weken op 400
officieren en 1000 man kader, dan klimt
dat tekort tot 800 officieren en 5500 man kader.
Deze cijfers zijn volstrekt niet overdreven.
Hierbij blijkt dat jnist is de berekening,
bij meerdere gelegenheden gedaan, als zou-
don ia Woio.l.pj 1QOO UU
moeten geteld worden om naar evenredig
heid gelijk te staan met onze Dnitsche na-
baren.
Sedert 1894 is in dezen toestand eenige ver
betering gekomen door de oprichting van
het reservekader, doch, zooals reeds gezegd,
deze instelling kan op verre na niet voor
zien in dat ontzettende tekort. Dat kunnen
op de minst kostbare wijze alleen doen de
miliciens, tot het beste deel van ons volk
behoorende, de intellectueel ontwikkelden.
Als men nagaat dat ongeveer een vijfde
gedeelte van de militie jaarlijks uit plaats
vervangers en nnmmerverwisselaars bestaat,
dan springt de groote beteekenis van den
persoonlijken dienstplicht vooral in het oog.
Afschaffing van de dienstvervanging is
voorts een eisch van sociale rechtvaardig
heid. Voor de groote meerderheid bestaat
feitelijk thans reeds de persoonlijke dienst
plicht wanneer nn het beginsel van gelijkheid
voor de wet ook met opzicht tot de militaire
verplichtingen in toepassing wordt gebracht,
zal het rechtsgevoel des volks daardoor zeer
zeker verhoogd worden."
Vooral zal dat rechtsgevoel duidelijk
spreken als eenmaal het vaderland in gevaar
komt en het leger zijn bloed zal hebben te
plengen op het oorlogsveld. Dan zal bet
duidelijk in het oog springen hoe schreeuwend
onrechtvaardig het is als de vermogende in
staat wordt gesteld voor een handvol rijks
daalders ellende en dood van den oorlog te
ontvlieden.
„Ongetwijfeld zal het bezit van rijkdom
men steeds vele voordeelen blijven opleve
ren maar het gaat toch niet aan dit feit
als argument te bezigen tot bestrijding vaD
eene hervorming, waarmede beoogd wordt
om de plichten betreffende de landsverdedi
ging gelijkelijk over armen en rijken te
verdoelen. Te minder omdat elke waarborg
wordt gemist, dat de plaatsvervanger de
van hem gevorderde diensten even goed kan
verrichten als de loteling, voor wien hij op
treedt, en dus de vervanging wel strekt ten
bate van sommige individnën, maar ten
nadeele van het algemeen."
De onjuistheid dat de plaatsvervanger de
van hem gevergde diensten even goed kan
verrichten als de loteling, voor wien hij
optreedt, is reeds aangetoond. Nimmer
kunnen de plaatsvervangers voorzien in het
intellect, dat zij aan het leger onttrekken
en dat het leger niet langer meer kan ont
beren.
De bewering dat door afschaffing van de
Agenten.
Te Terneuzen; M. de Jonge; te Rotterdam
NIJGH vas Diimar.
plaatsvervanging een groote bron van i
komsten ophoudt te bestaan voor do min-
gegoedeD, die zich daardoor een beter
bestaan knunen verschaffen, is betrekkelijk
juist, maar mag dat een argument zijn als
het algemeen, het vaderland, dat noodzake
lijk eischt?
Er zijn toch nog andere wegen open voor
de lieden, die zich door de plaatsvervanging
een bron van een beter bestaan wenscheD
te verschaffen.
Wij wijzen daartoe op de gelegenheid om
eenige jaren dienst te nemen bij het lege^
in Ned.-Indië. Het handgeld bedraagt 300;
de reis daarheen, kleeding, voeding en
soldij zijn zoodanig verbeterd dat alle
militairen van dat leger, als zjj in het
vaderland terugkeeren, daarvan met lof
gewagen en velen weer gaarne binnen
betrekkelijk korten tijd terugkeeren naar
Indië. Het „onbekend maakt onbemind" is
zeker wel oorzaak, dat voor de dienst-
le bij dat leger niet veel meer jongelie
den zich aanbieden daD thans het geval is
De flinke soldaat, niet de malenger, kan
dan, evengoed als de plaatsvervanger, een
som geld overleggen om daardoor een beter
bestaan deelachtig te woiden.
Middelburg 15 Februari.
De rijksmiddelen
hebben in Januari zich bij een eersten oog
opslag goed gehouden. Zg gaven 1.262.000'
meer dan Januari 1897. Maar dat dit niets
beteekent blijkt daaruit, dat Januari 1897 13'/,
ton was achtergebleven bij haar voorgangster
1 ftOfi TTof rn.-in.~i /I-.-. - 11 - - r
Januari 1898 het niet veel beter maakte.
De directe belastingen zijn echter nog iets
gedaald. Maar dat ligt nog aan het personeel,
dat 66.000 minder gaf en dus de stijging van
f 14.000 bij de grondbelasting en van 36.000
bij de bedrijfsbelasting wegnam.
De invoer gaf 37.000 meer, en dat terwijl
dezelfde maand van '97 reeds een stijging van
20.000 bad gegeven.
De accijnzen haalden echter mooi op. '97
had voor suiker een teruggang van 1 ton
gegeven, maar '98 gaf een stijging van 852.000,
zout steeg 24.000 en het geslacht 35.000.
Het gedistilleerd bleef dalen. Het gaf ƒ5000
minder en staat nu ƒ116 000 beneden '96.
De vooruitgang van 208.000 bij de indirecte
belastingen beteekent weinig. Nu een jaar
geleden zag de lijst er bij een verlies van
800.000 bepaald gehavend uit, zoodat men
nog 600.000 achter is bij het vrij gunstige jaar
1896.
De hier bedoelde ƒ208.000 verdeelen zich;
over alle posten van de groep, behalve de
hypotheken. Het zegel -f 29.000, registratie
-J- ƒ13.000, successie -f- ƒ167.000.
Post en telegrafie bleven stijgen en gaven
resp. ƒ78.000 en ƒ17.000 meer.
Domeinen gaf 11.000 meer, terwijl de loods
gelden 15.000 stegen. Het eindcijfer is nu
1.262.000 hooger dan dat van Januari '97,
zoodat wij 1 ton beneden het eindcijfer van
Januari 1896 staan.
Afdeeling Landbouw.
Het Hhld. verneemt dat de koopprijs van het
huis aan het Tonvnooiveld te 's-Gravenhage,
bestemd tot inrichting van de bureaux der af
deeling landbouw van het ministerie van bin-
nenlandsche zaken, 60.000 bedraagt. De koop
is door het rijk gesloten behoudens goedkeuring
'aaruy6
eerstdaags bg de Tweede kamer inkomen.
De hoofdcommiezen bij het ministerie van
binnenlandsche zaken mr Salverda de Grave
en mr Roest benevens de commies van water
staat, handel en nijverheid de heer Capel, zijn
bestemd om bij de afdeeling landbouw te wor
den werkzaam gesield.
WAT WIJ VERWACHT HEBBEN
geschied. JE. baron Mackay draait om de
bekende kwestie heen en verschuilt zich achter1
bet beweren dat hij nooit ontkend heeft den
heer Van Herwaarden gepolst te hebben over1
de aanvaarding van een ministerieele porte
feuille.
Het geschilpunt liep z. i. over de kwestie
of laatstgenoemde de portefeuille heeft gewei
gerd, omdat het ministerie Mackay gemeene
zaak maakte met de R. C., terwijl de oud
minister zulks ontkende, zeggende dat de
portefeuille niet geweigerd is en dus ook de
mogelijkheid ontbroken heeft om eenige reden,
welke dan ook, voor eene weigering op te
geven.
De heer Mackay deelt verder mee dat in
1888 de briet aan den heer Van Herwaarden
nauwelijks was verzonden of hij kreeg bericht
van den heer Dyserinck, dat deze de porte
feuille aanvaardde, waarop hij den heer Van
Herwaarden terstond bericht zond, dat tot zijn
leedwezen zijn aan hem gezonden schrijven als
vervallen moest worden beschouwd.
Er was dus wel eene aanbieding geweest, maar
er volgde geene aanneming of weigering, om
dat de aanbieding inmiddels was vervallen.
Het zachtst oordeel, dat wij in deze kunnen
uitspreken is dat baron Mackay zich in zijn
schrijven in De Standaard niet duidelijk en
onomwonden heeft uitgelaten. Daarin heeft
hij echter gelijk dat er geen sprake is geweest
van eene weigering van de zijde van den heer
Van Herwaarden.
BEN OEM Of GEN ENZ.
Bij kón. besluit:
is de gezantschapsattaché W. L. F. C. ridder
van Rappard bevorderd tot gezantschaps-secre-
taris der tweede klasse bij het dep. van huiten-
landsche zaken
is de dir. officier van gezondh. 3de kl. F.
van Leeuwen, van het pers. van den geneesk.
dienst der landmacht, op pensioen gesteld ad
1438 's jaars
zijn bevorderd tot commies der posterijen
lste kl. H. J. C. Jansen, thans commies 2de kl.
tot commies 2de kl. J. Warnaars Jz. en A. J.
F. Wouters, beiden thans 3de kl.; tot commies
3de kl. J. Greshof en C. van den Toorn,
beiden thans commies 4de kl.
is de eere-medaille, in goud, der orde van
Orcmje-Nassautoegekend aan den gewezen
agent der Kon. Fakete aart-Mij. te Singaradja
(Boeleleng) D. de Angst.
De commissie van financiën brengt in de
St. Ct. ter kennis van belanghebbenden, dat
eerlang, op nader te bepalen plaats en tijd,
een vergelijkend examen zal gehouden worden
voor de betrekking van kommies der vierde
me der directe belastingen, invoerrechten
en accijnsen, op eene belooning van 400
's jaars, voor 100 plaatsen, welke in dit en
het volgend jaar mochten openvallen.
Voor nadere bijzonderheden zie men de
St. Ct. van heden (Dinsdag 15 Febr.)
DE RAMP TE AMBOINA.
De met de Engelsche mail aangebrachte Oost-
Indische bladen deelen nadere berichten mede
over da kortelijk reeds gemelde ramp, die den
6 Januari des middags te twaalf uur, in twintig
seconden tijd, de geheele stad in eene ruine
veranderde. Door een aardbeving, die slechts
20 seconden duurde, stortten vele huizen in,
zoo ook het fort, de artillerie-kazerne, de mili
taire cantine, het hospitaal, de gevangenis en
de muur van de kweekschool voor inlandsche
onderwijzers. Ook de huizen om de esplanade
hebben veel geleden eenige daarvan zijn inge
stort; van de overige Europeesche wijken bleef
alleen Batoe Gadjah gespaard, zoomede de
Oliphantstraat.
De geheele Chineesche kamp is met alle pak
huizen en woningen van twee verdiepingen een
ruïne geworden. Daar vielen ook de meeste
dooden en gewonden. De landhoofden van het
gouvernement en van de Kon. Paketvaartmij.
zijn onbruikbaar geworden. Voor zooverre op
dit oogenblik bekend, zijn er ruim 300 gewon
den, waaronder mevrouw Engelsman wier beide
armen verminkt zijn]: ook het kindje van den
gewestelijken secretaris De Bruyn Kops is ge
wond. Men telde zestig dooden, waaronder
mevr. Harmsen, die onder het puin is verplet
terd van de militairen zijn er 5 gedood en 35
gewond.
Wat in de binnenlanden is voorgevallen ia
nog onbekend.
De hoofdplaats Ambon is, volgens het Bat.
Nbl., een net gebouwde plaats met vele, in nette
straten naast elkaar gebouwde steenen huizen,
een protestantsche kerk, marktplaats, sociëteit,
weeshuis, hospitaal, scholen en gevangenis. Het
residentie-huis te Batoe Gadjah lag te midden
van een fraaien tuin met stroomend water.
Er wonen, volgens de jongste telling, om
streeks 800 Europeanen, 700 Chineezen, 350
Arabieren en 6300 inlanders, die verdeeld zijn
in 4530 burgers, 1770 negorij-lieden enz.
UIT STAD ÉN PROVINCIE.
Op het eerstvolgend concert der Vereent-
ging voor instrumentale muziek alhier, dat
een dag vervroegd is en zal plaats hebben op
Dinsdag den 8 Maart, zullen ook optreden de
dames Sophie en Johanna Heymann, zang en
piano, die op dit oogenblik een tournee door
ons land maken.
Door het vertrek van den heer D. -j
man, raadslid te S chore, zal er aldaar eene
verkiezing voor een lid van den raad moeten
plaats hebben.
Zondag is te Katten dijk in de Ned. Herv.
kerk het nieuwe orgel ingewijd. De kerk was
natuurlijk geheel bezet.
In den nacht van Vrijdag op Zaterdag ia
aan de suikerfabriek te Sas van Gent eene
partij koperen buizen ontvreemd, ter waarde
van ongeveer 300. Door den waker, die des
nachts daar dienst doet, is hiervan niets bemerkt.
Daar tot heden nog geen spoor van de daders
is ontdekt, werd daarvoor door den directeur
der fabriek eene som van 100 uitgeloofd.
(Tèrn. Crt)
Te Schoondijke viel Maandagmiddag
in de Vaart (buurtschap Tragel) een kind van
drie jaar en verdronk zonder dat dit door
iemand werd opgemerkt. Een half uur later
werd het jongetje levenloos opgehaald.
Om te voorkomen, dat gedurende de in
dijking der schorgronden in den Brakman en
den aanleg van een kanaal, de visschers van
Philippine niet zouden kunnen lossen, zal door
de regeering een tijdelijke losplaats nabij Phi
lippine gemaakt worden. Daartoe zal de
Weststraat (aldaar meer bekend onder den naam
van Schotschen Hoek) verlengd worden, om een
toegang te hebben voor de tijdelijke losplaats,
die ten O van den mosselput zal aangelegd
worden.
POSTER IJ EN.
Blijkens de statistiek over 1897 van het
postkantoor te Middelburg werden in dat
jaar ontvangen475.098 gefrankeerde brieven,
4.117 ongefrankeerde dito, 244.374 enkele en
6702 dubbele Briefkaarten, 535.324 nieuwsbla
den van 7, en 137.950 van 1 cent, 342.265
gedrukte stukken, 17.036 monsters, 111.945
dienstbrieven, 9.993 aangeteekende brieven en
2076 dito met aangeteekende geldswaarde ad
846.468.24s, 369 expresse brieven en 28 be
richten van ontvang.
gen onbetaald terug 1526 stuks ad 21.845.65s
buitenlandsche quitantiën en wissels werden
161 stuks ontvangen tot een bedrag van
5.023.64, waarvan er betaald werden 145 stuks
ad ƒ4.643.79.
Op binnenlandsche postwissels werd gestort
S2.562 stuks ƒ484.562,16 en uitbetaald op
23.404 stuks ƒ297.912.16; en op buitenland
sche gestort op 1550 Btuks 30.385.90' en
uitbetaald op 1813 stuks 41.265.86.
Voor postbewijzen werd gestort op 660 stuks
3.247.50 eu uitbetaald op 567 stuks 2.844.50.
32.563 binnenlandsche postpaketten werden
verzonden en 40.629 ontvangenbuitenland-
he 924 verzonden en 2554 ontvangen.
Op de postspaarbank werden 6400 inlagen
gedaan tot een bedrag van 186.501.59793
nieuwe boekjes werden uitgegeven.
Aan frankeerzegels, briefkaarten en andere
formulieren werd verkocht voor 87.646.17*
en aan portzegels voor 806,85.
RECHTSZAKEN.
Arrondissements-Rechtbank te Middelburg
Heden, Dinsdag, zijn veroordeeld wegens:
diefstal door twee vereenig de personenP. A.
F., 21 j., tremmer, en J. F. v. I-, 37 j., zee
man, Viissingen, beiden alhier gedetineerd, tot
2 m. gev. straf, met mindering der doorge
brachte hechtenis; deze zaak is door ons eenigs-
zins uitvoerig gemeld;
poging tot diefstalJ. J. H., 49 j., arbeider»
Hoofdplaat, thans alhier gedetineerd, tot 2 m«
gev. straf, met mindering der doorgebrachte
hechtenis
diefstal: W. M. Wz., 26 j., kleermaker»
Koudekerke, tot 3 b. s. 3 d. h.en
mishandeling: G. J. W. B., 36 j., bvr. P.de
R., arbeidster, Groede, tot 5 b. s. 5 d. h.
LANDBOUW.
Naar men ons uit Waarde meldt,
wordt daar, niettegenstaande de bieten contrac
ten den prijs van 9.50 per duizend Kg. ver
melden, toch door de agenten een prijs van
10 besteed.
Bovendien wordt het procent tarra van
twee op één gebracht.
Schriftelijke bewijzen worden voorzichtig
heidshalve hiervoor echter niet gegeven.
Toch wordt er op die voorwaarden nog niet
heel druk gecontracteerd
Bij een landbouwer te Hoek heeft een
varken 21 levende biggen ter wereld gebracht.
ONDERWIJS.
Bij beschikking van den minister van
binnenlandsche zaken is, op zijn verzoek, eer,
vol ontslag verleend aan dr. J. L. Goemans,
als assistent in het ziekenhuis aan de rijks
universiteit te Leiden.
Zondag was het vijf en twintig jaar ge
leden dat dr C. P, Tiele bet boogleeraarscbap