BUITENLAND.
Hg verklaarde: dat men een geheim dossier
op de tafel van Picquart gezien heeft.
Dat was het dossier van den krijgs
raad van 1894, zoo voegde hg er bij.
Vorder verhoor van generaal
Peliieux.
De generaal deelde mede het afschrift van
©en Spaanschen brief aan Picquart te hebben
gezien, en dat hij Picquart had gezegd, dat deze
brief afkomstig was van den ontslagen poli
tieagent Souffrain. Picquart had deze daarop
aangeklaagd. Een andere brief was van een
neef van mej. Blanche de Comminges.
Peliieux verdedigde verder den krggsraad
van 1898. Hij betreurde het huis clos in dit
proces. Maar het was schande de officieren te
beschuldigen.
Verder zegt hij van Leblois eenige stukken
te hebben ontvangen. O. a. een telegram
„Picquart is een schooier. Gij hebt het bewijs,"
en de brieven van generaal Gonse, welke hg
aan zgn chefs mededeelde. Hij hadtoen
hij belast was met het onderzoek der klacht
van Mathieu Dreyfuss (dat Esterhazy het
bordereau had geschreven), het niet noodig
geacht een expertise naar het handschrift te
gelasten. Later deed de minister dat (op
aandrang van Scheurer-Kestner).
Hij erkende het proces-Esterhazy te hebben
bijgewoond, en met machtiging van den presi
dent generaal Luxer in de debatten te hebben
ingegrepen. Hij weigerde te zeggen of hij een
nadere instructie in de zaak-Esterhazy had gelast.
A. ClemenceauTot dusver antwoordde
deze getuige steeds zoo royaal over het proces
Waarom verandert hij nu in eens van houding?
LaboriHeeft Leblois voor den krggsraad
niet mededeelingen gedaan, welke een nader on
derzoek noodig maakte?
Peliieux Ik antwoord niet, wijl Leblois met
gesloten deuren is gehoord.
Onwaar is het dat de krggsraad op het punt
stond in raadkamer te gaan om over dat nadere
onderzoek te beraadslagen.
A. Clemenceau De getuige spreekt nu eens
over wat achter de gesloten deuren voorviel
en weigert dan weer te antwoorden. Hij be
slist zelf over wat hij zeggen en zwijgen zal.
Verder werden nog even gehoord G r i b e 1 i n
die verklaarde dat Picquart hem gevraagd had
een stempel met verkeerden datum op een stuk
te zetten, en Lauth die mededeelde dat
Picquart hem had verzocht op een pothografie
de scheuren van het origineel onzichtbaar te
maken ten einde zijn chefs te kunnen doen
gelooven, dat hij het stuk onderschept had.
Daarna kwam het groote oogenblik,
het verhoor van Picquart.
Deze verklaarde
Omstreeks Mei 1896 kreeg ik kennis van
fragmenten van een kaarttelegram, waarin over
Esterhazy gesproken werd. De bewoordingen
schenen aan te duiden, dat Esterhazy met ver
dachte lieden in betrekking stond. Mijn onder
zoekingen vielen niet eervol uit voor dezen
officier, die een zonderlinge nieuwsgierigheid
voor zekere geheime militaire zaken toonde.
Mijn chefs spoorden mij aan, met mgn onder
zoekingen voort te gaan. De vergelijkingen,
die ik, met betrekking tot dezen officier, met
zekere stukken maakte, bevestigden mgn ver
moeden. Vooral de gelijkenis van zijn schrift
met dat van het borderel. De schriftkundige
Bertillon zeide mij: het is precies hetzelfde
schrift als het borderel.
Toen ik hem zeide dat het stuk na de zaak-
Dreyfuss was geschreven, zeide BertillonDe
Joden zouden alles doen om zich dat geschrift
te verschaü'eQ. Ook Du Paty de Clam zeide
het is het schrift van Dreyfuss. Picquart
voegde er bij ik wist dat een gedecoreerd
officier, stukken aan een vreemde mogendheid
leverde.
Verder gewaagde Picquart van de daarop
volgende openbaarmakingen in de Eclair en van
de facsimilé van het bordereau in de Matin.
Toen kwam de interpellatie Castelin. Ester
hazy kwam plotseling te Parijs en zeide aan
een getuige dat men wei spoedig zou hooren
dat hij ontdekt was. (sensatie.) Ik werd naar
Tunis gezonden. Alle voor mij bestemde
brieven werden vóór de verzending openge
broken, en later vertoonde generaal Peliieux
mij een afschrift van een aan mij geadresseerden
brief, welken ik niet eens ontvangen had.
Die brief verklaarde mij veel wat mij tot dus-
\erre onbegrijpelgk was geweest.
Verder verhaalt hij van de valsche telegram
men, welke hij aan Esterhazy toeschreef, daar
genoegen niet ontzeggen even naar mrs Roman
toe te gaan, om haar te vertellen, dat haai
man onschuldig is".
„Heeft hij dan niet gestolen Maar waarom
dan die zelfmoord?"
„Hij heeft geen zelfmoord gepleegd. Maar
ik moet absoluut zeker zijn, dat hij nog leeft,
vóór ik daavvan iets aan zijn vrouw vertel.
Dan moet gij haar maar eens voorbereiden.
Je zult het beter doen dan ik".
„Ik begrijp er niets van. Waar is die
Roman dan
„Hier zijn we bij zijn vrouw", zei mijn
vriend droog, terwijl hij aanbelde.
„Mevrouw Roman", zei Holmes, toen we
bij onze cliënte binnentraden, „ik geloof te
kunnen bewijzen, dat uw man onschuldig was.
Hoe, zal ik n voorloopig nog maar niet ver
tellen".
„O, meneer Holmes, hoe zal ik u ooit
kunnen danken. Ik wist het dat hij nooit zoo
iets zou kunnen doenik heb niet aan hem
getwijfeld, hoe smartelijk en hoe vreemd het
ook is wat ik ondervonden heb".
Ze zweeg even en ging toen eenigszins be
schroomd voort
„Meneer Holmes, ik had het u eerder moe
ten zeggen, maar ik ben onbemiddeld en ik
zou nooit naar verdienste
„Het is mooi weer, vindt u niet?" viel
Holmes droog in. „We gaan nu nog even
naar mr Barnes. Hij zal ons tocb wel beleefd
in beide dezelfde fouten in den naam voorkwam'
Hij diende een klacht in, terstond stond
dat in de Libre Parole. Te Parijs verscheen
hij voor generaal Peliieux, die hem hoffelijk
behandelde en voor majoor Ravary, die zijn
onderzoek op zeer vreemde wijze leidde. Deze
hield zich niet met de zaak-Esterhazy bezig,
„die kende h ij beter {dan i k." Hij be
handelde mij als ware ik beschuldigde. Toch
zeide Picquart bracht ik vele feiten tegen
Esterhazy te berde, met name de zaak van de
knoeierijen te Sfax. Andere officieren in Tunis
hadden mij veel ongunstigs over Esterhuzy
verteld, maar daarop lette men niet.
Verder wees hij er op, dat in het rapport
Ravary reeds is vermeld, dat hij meende dat
het bordereau meer op het schrift van Ester,
hazy dan op dat van Dreyfuss leek.
Picquart gaf verder eenige niet nader om
schreven ophelderingen over de feiten, zoo
even door Gribelin en Lauth medegedeeld.
Met betrekking tot de hem verweten on
wettige huiszoeking bij Esterhazy, erkende
Picquart, dat bij iemand naar Esterhazy, wiens
woning te huur was, had gezonden om hem
voortdurend in het oog te honden. Deze man
bracht hem slechts een kaart zonder beteekenis,
die hem hielp om het schrift van Esterhazy
te bestudeer en. De bewuste persoon vertelde,
dat vele papieren verbrand waren.
Na de pauze ving het eigenlijke verhoor
door Labori aan.
Hij erkende zgn chefs te hebben medegedeeld
dat hg Esterhazy verdacht het bordereau te
hebben geschreven (tegenspraak met Gonse). Hij
heeft nooit gehoord, dat er nog andere bewijzen
tegen Dreyfuss bestonden.
De tegen hem gerichte machinaties schreef
hij toe aan het streven om hem te beletten de
schuld van Esterhazy aan het licht te brengen.
Dat Esterhazy in die machinaties betrokken
is, gelooft hij maar er moeten helpers in het
ministerie zijn.
Toen werd een hoogst belangrijke verklaring
Labori: Was de geheime agent die het kaart
telegram inleverde, (dat het eerste vermoeden
tegen Esterhazy wekte) dezelfde, die het bor-
derau-Dreyfu8s had aangebracht
Picquart: Ja.'
(In het rapport Ravary staat dat de herkomst
van het kaarttelegram, op zgn minst genomen,
geheimzinnig is, en dat men moet vragen of
de authenticiteit voldoende is, om het als basis
voor een beschuldiging te doen dienen.)
Verder zeide Picquart dat deze herkomst niet
doet twijfelen aan de authenticiteit.
Op een vraag van Labori zegt hij, dat hij
van het beruchte geheime stuk geen kennis
gekregen heeft voor De Peliieux het hem toonde.
Hij weigerde echter, zonder machtiging van den
minister van oorlog zich over den aard van
dat stuk uit te laten.
LaboriIk hoop dat de advocaat-generaal
den wensch van dezen getuige aan den minister
zal mededeelen.
Picquart gelooft, het borderel zelf gezien
te hebbenhij heeft stellig den photographischen
afdruk gezien. De facsimile is treffend gelijkend.
Verder zeide hij dat generaal De Peliieux
hem het beruchte „document liberateur" heeft
getoond, waarin melding wordt gemaakt van
,cette canaille de D
Het is hetzelfde stuk, dat volgens Ravary
voor mij op tafel lag toen Leblois bij mij was
Na de openbaarmaking daarvan door de
Eclair had Picquart huiszoeking bij de redactie
gevraagd. Maar men antwoordde hem niet.
Picquart weigerde te zeggen of hij met den
minister van oorlog in vertrouwelijke betrek
king heeft gestaan betreffende de zaken Dreyfuss
en Esterhazy.
De president vroeg Picquart, of hij Leblois
in zijn kabiuet ontvangen en in zgn tegenwoor
digheid een dossier onder de oogen gehad
heeft betreffende postduiven?
Picquart: Ik heb Leblois dikwijls ontvangen,
maar dat feit herinner ik mij niet.
Gribelin werd nogmaals voorgeroepen. Hij
hield zijn vorige verklaringen staande.
Na eenige incidenten (o. a. over de huiszoe
king) eindigde de zitting.
Typisch was een slot-incident
RavaryJa onze j ustitie werkt niet als de
uwe.
A. Clemenceaudat is waar er is slechts
éen justitie.
Incidenten van Vrijdag.
De zitting van Vrijdag heeft tot een paar
ernstige incidenten geleid.
Bij den aanvang der pauze werd Picquart
door de advocaten zóo toegejuicht, dat de
deken het noodig oordeelde aan Mercier en
Gonse zijn verontschuldigingen aan te bieden.
Eenige advocaten beweerden zelfs dat de toga
onteerd was.
Een advocaat, zoon van een raadsheer, die
met anderen sprak over het feit dat men het
leger kan hoogstellen en de chefs minachten,
werd door een officier, die deel had uitgemaakt
van den krijgsraad, met een wandelstok in het
gelaat geslagen, zoodat een bloedende wonde
ontstond.
Dit alles vermeerderde de opgewondenheid.
In den omtrek van het rechtsgebouw neemt
de beweging toe, de militaire wacht is nogmaals
versterkt. Telkens werden de straten schoon-
Des avonds hadden op de boulevards betoe-
gingen plaats. Er werden eenige ruiten in win
kels van joden ingeworpen. Een dienstmeisje
is zwaar gekwetst. Op een anderen bouvelard is
een revolverschot gelost.
Algemeen Overzicht.
Wij vinden het gelukkig, dat de wereld ons
toch even met rust laat, en ons toestaat eens
wat aandacht te wijden aan president Kruger,
den man die nu 18 jaar aan het hoofd staat
van de Transvaalsche republiek.
Dat hij de grootste man dezer eeuw is zullen
wij niet beweren, maar de merkwaardigste
verschijning is hij zeker. Dat Duitschland een
Bismarck, Engeland een Gladstone voortbrengt
is een feit dat zich laat verklaren. Maar dat
uit het eenvoudige boerenvolk in Zuid-Afrika
een man opstaat van zoo groote gaven van
hoofd en hart, is een wonder te achten.
En zelfs de Engelsche pers kon bij al haar
verbittering tegen den onafhankelijken man, bij
al haar teleurstelling over zgn herkiezing niet
nalaten hulde te brengen aan hem, die onder
de moeielijkste omstandigheden zijn land onaf
hankelijk maakte, die het later onder nog grooter
moeilijkheden redde, en die bovendien telkens de
grootste diplomatieke overwinningen behaalde,
door eigenschappen, welke men diplomatiek
zou mogen noemen, indien niet aan dit woord een
minder vereerend bijsmaakje was verbonden.
Kruger toch bleef zijn tegenstanders de baas,
maar dat door andere middelen, dan die welke
de volleerde en geboren diplomaten gewoonlijk
aanwenden, en dat niet tot stichting van het
groote publiek.
De herkiezing is nog uit een ander oogpunt
van belang. De overweldigende meerderheid,
welke het volk aan oom Paul gaf, wijst er op
dat de staat van zaken gevestigd is, dat de
Engelsche oppositie nog weinig invloed heeft.
En dit geeft de regeering allicht aanleiding
om grootmoedig te zijn.
Dat de Transvaalsche regeering geen natuur-
lgke rechten der uitlanders erkent, is te be
grijpen. Elk volk heeft het recht zichzelf te
regeeren gelijk het wil. Wie van den regeerings-
vorm in eenig land niet gediend is, heeft zich
daar niet te vestigen.
En wie dat toch doet, heeft zeker geen recht
te vorderen, dat de inlanders zich schikken
naar de wenschen der vreemdelingen, nog min
der daartoe aan te dringen op een wijze als
door de geldzuchtige Johannesburgers is ge
daan. Maar nu de gewapende eischen zijn
afgeweerd, nu de oppositie een zoo ernstige
nederlaag heeft geleden, is het wel te begrg-
pen, dat zich stemmen uiten om nu een andere
politiek te volgen.
Zoo werd reeds uit Pretoria geseind.
„De bladen, die de verkiezing van president
Kruger bepleit hebben, dringen er bij de regee-
rïng, de sterkste welke de Transvaal ooit ge
had heelt, op aan, dat ze ernstig aan het werk
zal gaan tot het invoeren van hervormingen,
en dat zij een vaste stelling zal innemen tegen
de vijanden in binnen- en buitenland.
De Engelsche bladen tappen natuurlgk uit
hetzelfde vaatje en sparen daarbg den lof van
den president niet.
Alleen Daily Mailhet jongste blad, dat wij
alleen als een bron van sensatietgdingen en
ontvangen
„O, zeker, het is een gentleman in alle
opzichten. Hij heeft zoo zijn best gedaan mij
te troosten in mgn leed."
„Nog een vraag, mevrouw. Was de lengte
van uw man niet vyf voet zeven
„Ja juist. Hoe weet u dat
„Tot ziens, mevrouw."
„Rijd even naar 't politiebureau," zei
Holmes tegen den koetsier.
Toen we daar aankwamen, trad hij binnen
en kwam Bpoedig met een commissaris terug.
We reden met ons drieën naar Barnes.
„U wilt wel even wachten en een paar
minuten na ons bovenkomen," zei Holmes tot
den beambte, terwgl hij aanbelde.
„Meneer Barnes is niet te spreken," riep
een stem van boven.
„O, dat geldt voor ons niet," zei Holmes.
„Hier is de kamer, niet waar juffrouw?"
We traden binnen Barnes, een lang jong-
mensch, met een gunstig uiterlijk, trad toornig
op ons toe.
„Pardon," zei mijn vriend. „Mijn naam is
Sherlock Holmes, dit hier is de heer Watson.
We zgn vrienden van mevrouw Roman en
komen u om eenige inlichtingen verzoeken."
„Nu u er eenmaal bent, gaat zitten, heeren.
U vindt me hier in een schrikkelijken rommel.
Daarom had ik niet thuis gegeven. De zelf
moord van mijn vriend heeft mgn zenuwen
in de war gebracht, en ik ben mgn boeltje
als jingo-orgaan kennen, slaat een anderen
toon aan.
„De heer Kruger moet weten, dat hij, blijft
hij voortgaan als tot nog toe, slechts op éen
wijze kan eindigen. Groot-Bnttanje zal, ten
koste van alles, vasthouden aan de Londensche
conventie en geen vreemde mogendheid zal
Transvaal kunnen helpen, wanneer de uiterste
maatregelen noodzakelijk geacht kunnen worden.
Daartegenover heeft Groot-Brittanje belang
bij den vrede en als de Transvaal maar „vrien
delijk" wilde zijn, zou Groot-Brittanje een goed
en edelmoedig bondgenoot zijn.
De keuze van den heer Kruger ligt tusschen
tirannie en haar gevolgen en tusschen recht
vaardigheid en een verzekerden vrede".
Te denken aan de mogelijkheid dat Enge
land een goed en edelmoedig bondgenoot zou
zijn, is waarlijk wat al te naief.
Hetzelfde blad, welks gezag ook al s nieuws
bron bij ons niet hoog staat, meldt, dat de
Czaar toch zijn plan betreffende prins George
zal doorzetten.
Dat wij hiervan melding maken is het ge
volg van' een bericht in een Berlijnsch blad
dat de Czaar reeds een voldoende scheeps
macht had aangewezen, om den prins op zijn
post te brengen. Andere daarentegen ver
wachten wel iets van een zelfstandige actie
van Rusland bij de Porte. De groote bezwa
ren, welke de sultan heeft tegen de benoeming
van prins George, zouden wijken voor den
aandrang van betaling van de oorlogskosten
van vóór 20 jaar. Rusland zou een aanzien
lijk deel van het door Griekenland te betalen
bedrag opvorderen, en daardoor den sultan
schaakmat zetten.
In hoever dit waar is, zal wel blijken. Maar
het is en blijft een factor van beteekenis, dat
Turkije nog steeds zoo groote finantieele ver
plichtingen tegenover Rusland heeft.
De Temps ziet in het artikel in de „Regee-
ringsbode" niet, als de Engelsche bladen, een
terugtred, maar een ernstige waarschuwing, niet
alleen aan de Porte, maar ook aan de andere
Het blad gelooft, dat men te IConstantinopel
wel zal doen daar op te letten en ziet een
hoopvol teeken in de door ons vermelde verkla
ringen van Yon Biilow. Het leidt daaruit af,
dat Duitschland geen hinderpaal zal zijn.
Over Frankrijk zwijgt het blad natuurlijk.
Wat kon het ook zeggen
GEMEENTERAAD.
De burgemeester van Middelburg maakt be
kend, dat op Woensdag den 16 Februari
1898, des namiddags te 2 uur, een openbare
zitting van den gemeenteraad zal plaats heb
ben, ter behandeling van de onderstaande zaken
1. Ingekomen stukken.
2. Rekening gezondheidscommissie 1897.
3. Rekening Kamer van Koophandel en
Fabrieken 1897.
4. Wijziging gemeente-begrooting 1897.
5. Beschikking post onvoorziene uitgaven
gemeente-begrooting 1897.
6. Voorstel van burg. en weth. naar aanlei
ding adres Kamer van Koophandel en Fabrie
ken inzake waterweg van Dordrecht naar zee.
7. Adres G. Alberts Lz., om grond aan de
Loskaai te mogen huren, met voorstel van
burg. en weth.
8. Adres Departement Middelburg der Maat
schappij tot Nat van H Algemeen om een ter
rein buiten de boomenrij van de Turfkaai
tegenover de St. Janstraat in recht van erf
pacht te mogen bekomen, met voorstel van
burg. en weth.
9. Aangehouden voorstel van burg. en weth.
tot verzekering van het personeel der gasfa
briek en fabricage tegen ongelukken.
10. Aangehouden voorstel van burg. en weth.
tot stichting van eene nieuwe school (K) voor
Beknopte Mededeelingen.
Een aanvullingscrediet van 17 millioen
voor Madagascar is door de Fransche Kamer
toegestaan.
Bij het Lagerhuis is een Blauwboek in
gediend betreffende de verhouding totdeZuid-
Afrikaansche Republiek. Het blauwboek bevat
een telegram van 16 Oct. 1897 van den Brit-
schen minister van koloniën, den heer Cham
berlain, waarin deze krachtig protesteert tegen
de bewering der Transvaalsche regeering dat
de inval van dr Jameson een. schending der
Londensche conventie is. In het telegram wordt
verklaard, dat de inval een daad van particuliere
personen was en de Britsche regeering steeds
de bepalingen der conventie heeft geëerbiedigd.
De regeering verwacht dat het gouvernement
der Republiek hetzelfde zal doen.
Verder bevat het telegram de verklaring
dat Groot-Britannië het geschil omtrent de
conventie van Genève niet aan een scheids
rechterlijke uitspraak kan onderwerpen, aan
gezien dit onvereenigbaar zou zijn met de
Britsche suzereiniteit, welker hoofddoel is de
tusschenkomst van vreemde mogendheden te
beletten.
De te Londen gevangen genomen Rus
Wladimir Bourtzeff is tot achttien maanden,
zijn medebeschuldigde Wicrzbiclci tot twee
maanden tredmolenstraf veroordeeld, wegens
aansporing tot moord op den Czaar, in het
blad Narodo Voietz, (Stem des Volks).
Sommige Engelsche bladen wijzen er op
dat Von Biilow in zijn Rijksdagrede van Dins
dag heeft gezegd, dat hij wel gelooft dat het
het best zal zijn Kiao Tscheou tot een vrijhaven
te maken. Maar hij wilde zich niet binden,
vooral niet tegenover een vreemden staat.
Tegelgk deelde Salisbury aan het Hooger-
huis mede dat de Duitsche regeering met be
trekking tot haar bezittingen in Oost Azië wel
een stellige verklaring had afgelegd, en dat
de gezant te Londen er zelfs had bijgevoegd
aan 't inpakken om in een reisje wat afleiding
te zoeken."
„Dat kan ik me zeer goed begrijpen,"
zei Holmes. „U moet weten, ik heb de zaak
van dien diefstal tot klaarheid gebracht. Er
blijft nog maar één punt over. Toen Roman
dien Zaterdagmiddag bij u kwam borrelen, was
hij geheel normaal, niet waar
„Zeker".
„U hebt in zijn borrel opium gedaan, en
toen hij in slaap is gevallen, hebt u hem be
hoorlijk vastgebonden. De dosis opium hebt
u zeker eiken dag vernieuwd?"
Barnes sprong op als door een adder gesto
ken. Zijn gelaat werd vaalbleek. Hij strekte
de hand uit naar de tafel. „Doe geen moeite",
zei Holmes, zgn revolver voor den dag halend.
„Ik zou je toch voor zijn."
Op dit oogenblik trad de commissaris binnen.
„Wees zoo goed, dezen man te arresteeren
wegens diefstal in de Spaarbank."
Barnes strekte gelaten zijn handen uit, toen
de commissaris zijn boeien te voorschijn haalde.
Hij wierp alleen een blik van machtelooze
woede op Holmes.
„Maak je niet boos", zei mijn vriend goe
dig. „Ik moet zeggen, je plan was geniaal, en
ik heb 't met veel genoegen gevolgd. Je hebt
Roman acht dagen verborgen gehouden, en
hem zoo lang met melk gevoed. Verder heb
je zgn kleeren aangetrokken, je bent den
vorigen Zaterdagavond naar de Bank gewan
deld, hebt met Roman's sleutel de brandkast
geopend en je kans waargenomen. Je was
zoo verstandig, niet tegen de vrouw van den
concierge te spreken, want dan zou je stem
je verraden hebben. Maar zgn stap heb je niet
onverdienstelijk nagebootst."
„Maar dat lijk, dat opgevischt is", viel
ik in de rede.
„Daar kom ik nu aan, Watson. Je hebt
van Robbers een lijk gekocht, dat zoowat de
lengte had van Roman. Dat heb je hier acht
dagen onder water gehouden, door het met
een touw aan den muur vast te binden en in
de Theems te laten drijven. Vermoedelgk
heb je er ook een zwaren steen aan gebon
den. Toen heb je het de kleeren van Roman
aangetrokken, maar 't ondergoed van je zelf.
Een zekere kieschheid eigenaardig, Watson,
zelfs deze man heeft nog eenige kieschheid
belette je Roman's ondergoed te nemen. Je
hebt er niet aan gedacht, dat je eigen goed
anders gemerkt was dan dat van Roman, alleen
heb je de B's gedeeltelijk uitgekrabt. Verder
heb je een briefje geschreven en in den zak
van Roman's jas gestopt. Overigens heb je
zgn hand slecht nagemaakt, dat was onvoor
zichtig. De vergelijking met je briefje aan
mij heeft me veel geleerd. Nu blijft alleen de
vraag: waar is Roman?"
Barnes was verpletterd in een stoel achter
over gevallen en scheen een vaag denkbeeld
te hebben, dat Holmes de duivel was, of ten
dat de Duitsche regeering weet dat Engeland
zulke zaken altijd goed doet, en dat zij Enge
land daarom zal navolgen.
De Russische bladen betuigen hun inge
nomenheid met de redevoering van den Duit-
schen staatssecretaris van buitenlandsche zaken
Von Biilow.
Mourawieff, de Russische minister van
buitenlandsche zaken, heeft de pokken.
In antwoord op het verzoek van de
Grieksche regeering heeft de sultan Edhem-
pacha bevolen, om zonder dringende noodza
kelijkheid niet voort te^gaan met het bezetten
van Thessalische plaatsen, die tot nog toe niet
bezet waren door Turksche troepen.
Mac Kinley deed te Madrid verzekeren,
dat het incident Dupuy de Lome geen invloed
zal hebben op de verhouding tusschen beide
landen.
BEKENDMAKINGEN.
11. Schrijven van burg. en weth. aangaande
de vraag of het thans met gras bezette pleintje
op den Dam al dan niet in den vorigen toestand
zal worden teruggebracht.
12. Adres mevr. de wed. Ermerins geb. Tak
om een stukje grond in de Korte Geere, door
haar in recht van erfpacht bezeten, te mogen
koopen.
13. Voorstel van burg. en weth. tot uitgifte in
recht van erfpacht van een gedeelte van den
rond in de Verwerijstraat sectie B no. 2008.
14. Voorstel van burg. en weth. tot uitgifte
in erfpacht van grond achter de Kleine Werf
aan de op te richten Middelburgsche coöpera
tieve bouwvereeniging.
15. Voorstel van burg. en weth. tot uitgifte
in recht van erfpacht van stukjes grond om
streeks de Kleine Werf aan P. C. Boutens,
Joosse en R. van Veen.
16. Voorstel van burg. en weth. betreffende
verkoop gasfabriek.
Middelburg, den llden Februari 1898.
De burgemeester,
S C H 0 R E R.
Lager Onderwijs.
Burgemeester en wethouders van Middelburg,
gelet op art. 81 der wet tot regeling van het
Lager Onderwijs, maken bekend
dat de staat, bevattende de namen der kin
deren, boven de zes en beneden de twaalf
jaren, die niet gevonden zijn op de door de
hoofden der openbare en bijzondere scholen
ingezonden lgsten, bedoeld bij art. 81 alinea
2 van bovengenoemde wet, door hen is opge
maakt en ter secretarie dezer gemeente voor
belanghebbenden ter lezing ligt.
Middelburg, den 11 Februari 1898.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
SCHORER. Voorzitter,
A. DE VULDER VAN NOORDEN,
Secretaris.
HERIJK.
Deze herijk is bepaald als volgt, voor
Middelburg
en wel voor de wijken:
K 15, 16 en 17 'Februari;
L 18 en 22 Februari;
M 23 Februari;
N 24 Februari;
telkens des voormiddags van 9 tot 12 en
des namiddags van 1 tot 4 uren.
St. Laurens op dezelfde dagen.
minste daarmee verwant. Hij mompelde, dat
Roman op zijn slaapkamer op bed lag.
„Dat dacht ik wel. Nu, Watson, ik ge
loof, dat ik verder de zaak 't best aan jon
kan toevertrouwen, 't Zal wel 't aangenaamste
deel van onze taak zijn, mevrouw Roman
voor te bereiden op 't wederzien van haar
echtgenoot. Ik heb geen tijd meer."
EINDE.
(Overgenomen uit het Alg. Hbld).
Vergaderingen, Concerten enz.
Middelburg.
Maan dag 14Febr. Voordracht prof. H. P.
Wijsman. Nat.-gezelschap.
Gebouw 7'/ï u.
Dinsdag 15 Febr. Concert Zangvereeniging
T. O. en U. Concert- en
gehoorzaal 7 Va u.
W o e n s d. 16 Febr. Jaarl. Ver. Begr.-Mij Vit
Voorzorg. Bovenz. Soc.
De Vergenoeging 8 u.
Vrijdag 18 Febr. Lezing ds Weijland. En
gelsche kerk.
Woensd. 9 Mrt. Concert Ver. voor Instru
mentale muziek. Concert
en gehoorzaal 77a u.
Woensd. 9 Mrt. Voorstelling Nod. Too-
neelvereeniging. Schouw
burg 7 Va u.
Vlissiiigen.
Woensd. 16 Febr. Buiteng. Alg. Vergader.
Zeeland Stadhuis 2 u.
Stoom drnkkerij - D. G. Kröbcr Jr,Middelburg.