invloed op het autonome Kreta te doen gelden.
Welnu Frankrijk steunde steeds alle maat
regelen, welke tegen Griekenland waren.
De interpellant vroeg verder of het de vriend
schap voor Rusland was, welke dwong zoo
sterk party te kiezen tegen de zwakken en de
verdrukten En na de opmerking van Hano-
taux dat de financieele controle in het belang
van Griekenland zelf was, beval Denys Cochin
voor Frankrijk een andere politiek aan, daar
het steeds de rechtvaardigheid en de vrijheid
heeft te beschermen.
Frankrijk kon een eerste plaats in de wereld
innemen, het kon zijn edelmoedige bedoelingen
doen zegevieren, maar het zal eens betreuren
dat niet te hebben gedaan.
Deze opmerkingen werden beantwoord door
Decrais, die betoogde, dat de verwijten van
Denis Cochin Europa en niet Frankrijk treffen.
Frankrijk heeft de politiek gevolgd, welke
door de kamer was goedgekeurd, en deze po
litiek heeft geleid tot den vrede van Konstan-
tinopel, welke Griekenland voor een groote
ramp bewaarde, en het Thessalië teruggaf. Dit
is te danken aan bet Europeesch concert, waarin
Frankrijk niet een ondergeschikte rol vervulde.
Hanotaux kwam Zaterdag nog niet aan het
woord, en zal vermoedelijk heden spreken.
Wellicht dat dan ook nog iets uitlekt over
den stand van het Kreta-vraagstuk, waarom
trent sedert Zaterdag niets bekend is geworden
dan eenige persbeschouwingen, welke geen
nieuws bevatten.
Alleen deelt de Temps mede, dat de Dnit-
sche ambassadeur zich tot dusver buiten de
zaak heeft gehouden, met het gevolg, dat de
partij, welke den sultan tot verzet aanspoort,
begint te begrijpen, dat van die zijde geen
steun is te verwachten.
Decrais heeft ook de Chineesche kwestie aan
geroerd en gezegd, dat deze een ernstig karak
ter heeft, daar de belangen van de verschillende
mogendheden in China tegenover elkander staan.
Dezelfde zaak is ook aangeroerd door Gerald
Balfour, de eerste secretaris van Ierland, den
broeder van den Engelschen minister van fi-
nantiën.
Deze verklaarde op een kiezersvergadering
te Leeds, dat alle geruchten over de onder
handelingen te Peking en Engelands eisch
betreffende Taliën Wan onwaar zijn. Evenzoö
was het onwaar, dat de regeering het terrein
had verlaten, waarop zij, naar eenige ministers
reeds mededeelden, zich hadden geplaatst,
terwijl hij verder tegensprak, dat buitenland
sche pressie Engeland heeft genoopt eenige
zijner rechtmatige eischen op te geven. Geen
enkel beginsel zijner politiek is door Engeland
opgeofferdhet handhaaft de stelling dat zijn
belangen van commercieelen niet van territo-
rialen aard zijn, maar het wil dat dé rechten,
welke het bij verdrag verworven heeft, geëer
biedigd blijven. Het blijft daarom eischen toe
lating van den Engelschen.handel in alle landen,
waar die van andere mogendheden is toegelaten.
Engeland wil echter niet, dat China een
tweede Indië worde.
Onze verantwoordelijkheid in Azië is reeds
groot genoeg. Wij eischen daarom niets anders
dan gelijkstelling van onzen handel, een recht
dat wij reeds bezitten en zoolang de regeering
die weet te handhaven, verdient zij het ver
trouwen des lands.
De minister betreurde daarom, dat men de
regeering aanviel op onvolledige gegevens. De
onderhandelingen te Pekin zijn echter van zoo
délicaten aard, dat de regeeriug de loopende
geruchten niet eens mag tegenspreken.
'tls dus niet te verwachten, dat de troon
rede ons ten aanzien van China veel nieuws
zal brengen.
Beknopte Mededeelingen.
De Duitsche regeering zond aan den Rijks
dag eenige tabellen om aan te toonen, dat
Duitschland de laatste kwart eeuw voor zijn
vloot minder heeft uitgegeven dan een der
andere groote staten.
Uit een ander officieel rapport blijkt dat men
in de jongste 18 jaar daar te lande 1668 mil-
lioen mark voor spoorwegen uitgaf.
Het bericht datdc Berlijnsche pers dr Tro
jan een feestmaal zou aanbieden, wordt tegen
gesproken. Men meent dat deze daad met
majesteitsschennis zou gelijk staan en hen, die
er aan deelnemen strafschuldig zou maken.
De Italiaanscbe kamer heeft met 251 tegen
89 stemmen verworpen het voorstel van de
het eerst den gloeienden top van den Vesuvius.
Gedurende de reis had ik mijn plan vastge
steld. Ik liet mijn goed aan het station staan,
nam een rijtuig en reed alle hotels af, heel
lang zonder succes, totdat ik over elven
doodmoede bij het Hotel Londres voorreed.
Ik richtte mijn gewone vraag tot den
concierge en verwachtte weer het gewone ant
woord maar tot mijn groote verlichting zeide
men ditmaal„Dr Fietta is uit, mijnheer, en
de jonge Lord is naar bed gegaan. Wilt gij
morgen terug komen Wie kan ik zeggen
dat er geweest is?"
„Ik zal hier blijven," zei ik, „geef mij
een kamer en laat mijn goed halen. Welk
nommer heeft de kamer van Lord Kairu?"
„Nummer zes en veertig. Maar hij zal
al slapen; gij kunt hem nu niet spreken."
Ik antwoordde niet, doch begaf mij regel
recht naar Cecil's kamer. Daar mijn klop
pen niet beantwoord werd, draaide ik den
knop om en ging binnen. Het was pik donker.
Een lucifer afstrijdende, keek ik rond en zag
het kind aan het uiteinde van de kamer in
een wit bed liggen. Ik ging daarheen en boog
mij over hem. Hij lag met zijn hand onder
zijn wang en zag er vermoeid en vervallen
uitaf en toe kreunde hij alsof hij pijn had. Toen
ik hem even aanraakte, schrikte hij wakker en er
kwam een uitdrukking van verbazing op zijn
gelaat, terwijl hij zijne beide handen naar mij
Uitstak en de mijne vatte. (Wordt vervolgd)
uiterste linkerzijde tot geheele afschaffing van
rechten op graan en meel.
Daarna werd met zitten en opstaan besloten
tot verlaging der graanrechten op 5 lire tot
31 Mei en vermindering van 1 lire per cente
naar op gerst, 1.50 1. op rogge en 2.50 1. op
gele mais.
Ten slotte werd met 198 tegen 37 stem
men het geheele ontwerp tot verlaging dei-
graanrechten goedgekeurd.
Uit Belgrado wordt gemeld, dat de re
geering streng optreedt tegen de vooruitstre
vende en de radicale partij, en dat op een
wijze welke niet met de wet in overeenstem
ming is.
De president van het Transvaalsch hoog
gerechtshof heeft tot president Kruger een
schrijven gericht, waarin verklaard wordt, dat
de schikking in Maart van het vorige jaar ge
maakt, dat de grondwet zou gewijzigd worden
teneinde de positie der rechters vast testellen,
niet is nagekomen. Ook wordt daarin ver
worpen de schikking, waarbij het toetsingsrecht
voor landswetten niet aan de rechterlijke macht
is toegekend.
Op de Westkust van Atrikais de vorige
week bij herhaling gevochten. De Engelschen,
d. w. z. de troepen van het Niger-protectoraat
hebben zware verliezen geleden aan hun zijde
viel o.a. een kapitein dood en een gewond.
Bijna woordelijk gelijkluidend is het telegram
over een ontmoeting tusschen een Fransche
kolonne en de inlanders in de buurt van
Nikki. De Fransehen bleven ten slotte over
winnaars.
De opstandelingen uit Oeganda hebben zich
ingescheept, om het Victoria Nyanza over te
steken. De Engelschen zonden 1200 man om
hun te beletten over den Nijl te gaan.
Sol Justitiae illustret Hos!
Dat de zon der gerechtigheid haar licht doe
stralenZiedaar de wensch welke heden door
bijkans de geheele beschaafde wereld als een
e wordt geuit. Bijkans, zoo moeten wij
schrijven, want in dat deel der wereld, dat
gelooft aan de spits der beschaving te staan,
is het anders. In Parijs, in la vitte lumière
meent men aan zijn eigen licht voldoende Ie
hebben, zoodat het licht der gerechtigheid niet
noodig is.
Dat het zoo was, het is onlangs medegedeeld
toen een onzer meest bekende journalisten
verhaalde van de gesprekken, welke hij in den
kring van ernstige, eerlijke huisvaders had gehad.
Maar wie soms nog mocht twijfelen of onder
die mededeelingen niet een weinig school van
de fantaisie, welke den dichter past maar den
journalist misstaat, kan droeve zekerheid er
Wat de heer Boissevain in de huiskamer
opving, wordt door Saint Génest, een der
laatsten van de oude conservatieve garde, in
de Figaro geschreven
„Wat kan die man hun in godsnaam schelen
Er zijn immers zooveel ongelukkigen op de
wereldduizenden, die onschuldig lijden. Ei
dan zoo'n leven voor éen manEn wat vooi
een man Een man die aan al zijn kameraden
antipatiek was, niet om zijn godsdienst, maai
om zijn karakter Ik wil het wel beken
nen, al zou men mij voor meedoogenloos hou
den, dat, als het van mij had afgehangen
Dreyfuss drie jaar geleden te laten verdwijnen,
zijn proces zeer stellig niet zou hebben plaats
gehad. En als ik morgen vernam, da't hij
levend door de haaien was opgegeten of dood
door de kannibalen verslonden, ik zou er geen
traan om storten. Er zijn immers zooveel
arme drommels in dit tranendal
Is het niet om te wanhopen aan het land,
waar zulke denkbeelden een plaats kunnen
vinden in een blad, dat niet tegenover d»
openbare meening zich durft wenden Is hel
een algemeene verdwazing of tijdelijke ver
blinding, dat zulke woorden door de openbare
meening gehoord willen worden
Gelukkig dat althans éen lichtstraal gloort
In de vrees van regeering en generalen staf
voor de justitie ligt de erkenning, dat deze
althans een hooger besef heeft van wat recht
is, dat het bederf in de bestuurskringen, het
moge met den dag duidelijker aan het licht
komen, ten minste de justitie nog niet heeft
aangetast, dat de regeering in de rechterlijke
macht geen werktuig naar haar smaak ziet.
Of men daarom mag gelooven, dat de dag van
heden en die van morgen licht zullen brengen
Geen moeilijker vraag dan deze. De wet
toch verbiedt eenerzijds het bewijs van feiten,
welke in de dagvaarding niet als geïncrimineerde
te lasteleggingen zijn vermeld. Maar anderzijds
staat zij toe het bewijs te leveren van andere
feiten, zoo deze in onverbreekbaar verband
staan met die welke in de dagvaarding zijn
genoemd. Men staat dus voor een rechts
kwestie, dubbel moeilijk wijl zij niet vatbaar is
voor objectieve beantwoording, maar zoo
subjectief mogelijk is.
En al wordt zij in den voorZola of liever
voor het ware recht meest gunstigen zin
opgelost, dan staat men voor de formeele vraag,
of de 'rechter dan wel de getuigen hebben te
beslissen over de waarde van de verschooning
wegens ambtsgeheim. Is de rechter gedwongen
te zwijgen, zoodra een officier op grond van
ambtsgeheim weigert een of meer vragen te
beantwoorden, of heeft de rechter te beslissen
over wat al dan niet ambtsgeheim is Dit punt
zal vooral van belang zijn indien het groote
punt ter sprake komt, de vraag of de eerste
krijgsraad op geheime stukken heeft gevonnisd.
Niets gemakkelijker toch dan te betoogen,
dat iemand, die onbevoegd is van zeker stuk
kennis te nemen, niet in de rechtmatige uit
oefening van zijn ambt is, als hij deed wat
hem verboden is; dat het geheim van aldus
verkregen wetenschap niet door het ambts
geheim wordt gedekt.
Of de rechtbank de bevoegdheid heeft zoo
op te treden, ziedaar een vraag, welke wij uit
een formeel oogpunt niet zullen beantwoorden.
jWel mogen wij zeggen, dat het zoo behoorde
Ite zijn.
Immers de Temps (een blad dat hoe langer
hoe meer blijkt te worstelen tusschen zijn be
grippen van recht en zijn financieel belang dat
verbiedt rechtvaardig te zijn) verleent plaats
aan een artikel van tin jurisconsulte, die aan
toont dat art. 113 van het op deze zaak bij
trekkelijke wetboek bepaalt, dat de rechters in
raadkamer, na de sluiting van de debatten,
„geen gemeenschap met anderen mogen hebben
tie peuvent plus communiquer avec personnel
voordat het vonnis gewezen is, en dat zij „voor
zich hebben de processtukkenwaaronder alleen
te begrijpen zijn de tén processe overgelegde
stukken.
En de schrijver van deze heldere uiteenzetting
zegt daarop dat het een schande is
dat men i n h e t 1 a a t s t d e r 19e e e u w
nog verplicht is de axioma's op
rechterlijk en zedelijk gebied in
herinnering te brengen.
Dezelfde kwestie houdt ook andere bladen
bezig en wel met betrekking tot de feite
lijke viaag: die of er geheime stukken zijn
V Aurore had een erg mooie onthulling.
Casimir Perier, die tijdens het proces president
was geweest, en Dupuy, die zijn premier was,
hadden voor 14 dagen een onderhoud gehad
met Mercier. Deze had toen bekend, dat hij
in 's lands belang van den officieelen weg was
afgeweken, en werkeljjk in raadkamer een
geheim stuk had doen overleggen. Perier en
Dupuy waren daar zeer verstoord over geweest,
maar generaal Mercier had alle verantwoorde
lijkheid op zich genomen.
Maar de Temps heeft Dupuy doen interviewen,
en deze erkende wel generaal Mercier te hebben
gesproken, maar over een particuliere aangele
genheider was zelfs niet over de zaak-Dreyfuss
gesproken. Dat Mercier een onderhoud met
Casimir Perier had gehad, was volgens Dupuy
niet onmogelijk, maar hij was er in geen geval
bij geweest.
De Aurore schijnt dus gefantaseerd te heb
ben, want aan de stellige verklaringen van
Dupuy mag natuurlijk niet worden getwijfeld,
hoe moeielijk het ook valt aan te nemen, dal
beide voormalige ambtgenooten, „de" zaak niet
hebben aangeroerd.
Toch mogen wij, al is voorbehoud noodig,
niet nalaten te vermelden, dat de Aurore na
der meldt dat generaal Mercier voor den rech
ter zal verschijnen, en daar de verantwoordelijk
heid voor de door 's lands belang geboden afwij
king van de rechtsregelen zal aanvaarden.
Erg waarschijnlijk komt dit verbaal ons niel
voor, en het zal, gelooven wij, wel een praatje
zijn.
Gek loopt in elk geval de Patrie er in. Dit blad
deelt zoo stellig mogelijk mede, dat het besluit
onwaar is, dat een document of eenig ander
stuk in raadkamer aan de leden is medegedeeld.
Maar iets verder staat, dat de ministers, om
eens en vooral een einde aan de zaak te ma
ken, het geheime stuk hebben onderzocht, en
twee zittingen van den ministerraad tyijdden:
aan de besprekingen van alles wat uit dat stuk,
voortvloeit. Zij hebben zoo vernam het
blad verder zich dus kunnen overtuigen van
de absolute onmogelijkheid dit stuk openbaar
te maken zonder het land oogenblikkelijk aan
de ernstigste verwikkelingen bloot te stellen.
In de Temps, welke wij heden middag ont
vingen, een mooi stuk van Trarieux, die als
oud-minister van justitie wel een man van
gezag is. Ook hij betoogt dat als geheime
stukken zijn overgelegd buiten de verdediging
om, het vonnis is d'une nulttté radicale en dat
de minister van justitie art. 441 van het Wet
boek van strafvordering heeft toe te passen,
en dat hij dit heeft te doen uit eigen initia
tief, zonder een opvordering van derden af te
wachten.
Ons dunktdaar zit een interpellatie in voor
den senateur Trarieux
INGEZONDEN STUKKEN.
Ingezonden stukken worden in geen geval teruggezonden.
Waterweg van Dordrecht naar zee.
Mijnheer de Redacteur
Toen mr E. F. nog kort geleden in uw blad
wees op het wenschelijke, om bij eventueele
versperring van den Nieuwen Rotterdamschen
waterweg, door welke oorzaak ook, door mid
del van het Brouwenschavensche Gat een toe
gang te verschaffen, waarlangs diepgaande
schepen zoo uit zee naar bet hart van het.
vaderland zouden kunnen komen, had die ge
achte schrijver zeker niet gedacht, dat het
gevaar voor eene dergelijke versperring reeds
zoo nabij was.
Binnen 14 dagen zijn thans aan den Mond
van den Waterweg twee stoombooten en een
schip gestrand, welk schip met een dier booten
reeds in het vaarwater zit, terwijl sleepbooten
gereed lagen om de andere boot, die op de
hoofden zat, op te vangen, voor het geval zij
ging drijven. Dit laatste is echter zeer on
waarschijnlijk, daar van de honderd dergelijke
schepen minstens 95 in het diep plegen weg
te zinken.
Bedenkt men nu hoe groot met deze aan
houdende stormen het gevaar is, dat dergelijke
onheilen zich aan den Mond van dien water
weg kunnen herhalen, dan blijkt hieruit op
nieuw hoe dringend noodig het is dat met de
verbetering van het Hellegat zoo spoedig moge
lijk worde aangevangen.
U mijn dank betuigende voor de verleende
plaatsruimte, hoogachtend
Uw getrouwe lezer
V. D. L.
Mynheer de Redacteur
Van het ingezonden stuk van den heer Van
Oyen, in het no van 3 Febr. uwer courant,
heb ik kennis genomen; en ik zou er verder
het zwijgen toe gedaan hebben, ware het niet,
dat de schrijver mij oproept, om een paar
vragen te beantwoorden.
Vooraf zij het mij echter vergund enkele
opmerkingen te maken. Het is mij nog niet
duidelijk tegen wien de volzin over het op-
ricüten van vereenigingen bedoeld wasimmers
de heer Van Oyen verklaart, dat dit niet tegen
mij was; maar tegen wie dan? Zoover mij
bekend, bestaan geene andere vereenigingen,
die zich met de bietenkwestie onledig houden,
dus ook geen voorzitters daarvan.
De heer Van Oyen maakt er der vereeniging
eenigszins een verwijt van, dat ze zóo in stilte
gewerkt heeft, dat hij er niets van merkte.
Dit is eene persoonlijke kwestie; de een maakt
meer lawaai over hetgeen hij doet, dan de
anderik houd er niet van, maar misschien
heb ik ongelijk.
Toch geloof ik, dat de schuld van het niets
merken ook wel een weinig bij den heer Van
Oyen zeiven ligt. Toen ik de eerste circulaires
verzond om medewerking bij het oprichten te
verzoeken, zijn ook hem een paar toegezonden,
zooals me bleek, bij het naslaan der lijst van
dorpsvereenigingen en personen, waaraan
de circulaires gezonden zijn.
Waarschijnlijk stelde de heer Van Oyen er
toen geen belang in en zijn ze naar de snip-
permand verhuisd.
Ook de verslagen, in deze courant, van de
gemeene vergaderingen onzer vereeniging,
gewoonlijk te Goes gehouden, hadden hem met
het bestaan der vereeniging kunnen in keunis
brengen. Hier ligt de schuld misschien aan u,
mijnheer de redacteur. Toen had u nog niet
de goede gewoonte, bij elk onderdeel het hoofd
met een vette letter te plaatsen, waardoor men
gemakkelijk iets over het hoofd zag.
Wat nu de door den heer Van Oyen gestelde
vragen betreftBij de oprichting was een der
hoofdzaken, die ik mij voorstelde, meer licht
te ontsteken omtrent alles wat de cultuur be
treft. Dat we dit doel bereikt hebben, wordt
door den heer Van Oyen erkend en me dunkt,
al hadden we niets anders bereikt, dan was
ons optreden reeds gemotiveerd. Dit was de
grondslag, waarop we hoopten verden te bou
wen we hebben alles gedaan wat mogelijk
was om het verkoopen van bieten op gehalte
ingang te doen vinden en meenen daar ook niet
zonder vrucht gewerkt te hebben. Toen de
suikerwet eerst voor twee jaar en later defini
tief gewijzigd werd, is het bestuur bij den
minister van financiën op audiëntie geweest,
om de belangen der bietenverbouwers te be
pleiten en vond daar een gewillig oorde eerste
maal werd de, zonder extra-belasting te ver
werken suiker van 32 op 44 millioen Kg. gé
bracht en bij de definitieve regeling werd in
deze richting voortgewerkt, zeer tenvoordeele
der landbouwers. Bij het tot stand komen der
wet was ik geen voorzitter meermijn opvolger
werkte in deze samen met het landbouwcomité.
Waar de heer Van Oyen mij naar bewijzen
voor de animositeit vraagt, moet ik opmerken,
dat, als hij goed gelezen had, bij zou weten
dat ik die niet heb. Immers ik gevoelde dat
er eenige animositeit bestond, d. i. ik had dien
indruk gekregen. Dit zegt men niet waar
tastbare bewijzen voorhanden zijn. Van tijd
tot tijd kom ik nog eens in Zeeland en spreek
daar dan personen, wier namen op landbouw
gebied een goeden klank hebben. Door die
gesprekken kreeg ik dien indruken daar het
mij om het belang der zaak te doen was en
niet om voorzittertje te spelen, trad ik ter
zijde. Na wat de heer Van Oyen schrijft, wil
ik gaarne aannemen, dat ik in deze onjuist
was ingelicht of uit de uitdrukkingen meer
heb gehaald, dan er in lagik had toen echter
dien indruk en liet er mij door leiden.
Mijne bedoeling bij het neerschrijven was
dan ook niet het Hoofdbestuur te beschuldi
gen, doch om mijne ontslagname te motiveer en.
Ik geloof hiermede de kwestie, wat my aan
gaat, als afgedaan te mogen beschouwen.
S. LAKO.
Wageningen, 5 Febr. 1898.
Vertrokken en aangekomen schepen.
Vlissingen, 7 Febr. Binnengekomen
het Eng. ss. Bivouacgez. Babb, van Cardiff,
met steenkolen voor de Mij. Zeeland.
HANDELSBERICHTEN.
Graanmariiten enz.
Axel, 5 Febr. Ter graanmarkt van
heden (Zaterdag) waren de prijzen als volgt:
jarige tarwe .-a nieuwe tarwe
9.40 a 9.60; rogge ja nieuwe
rogge 6.25 a 6.40jarige wintergerst
a vnieuwe wintergerst 9.—
a 9.10jarige zomergerst a
nieuwe zomergerst 8.a 8.10haver
f 5.60 a 5.80paardenboonen 6.50 a
6.75groene erwten 6.50 a6.60kool
zaad a kanariezaad
a vlas (per 44 a. 56 c.) a
a Boter 1.Eieren ƒ3.
Rotterdam, 7 Febr. Ter graanmarkt van
heden waren de aanvoeren klein. Extra puike
tarwe was 10 cent hooger; overigens onver
anderd. Rogge liep 10 cent lager, wintergerst
15 cents hooger, zomergerst 10 cents hoog er,
witte boonen 25 cent lager; overigens flauw
als voren.
De prijzen waren als volgttarwe 6.
a 8.10; rogge ƒ4.40 a 5.20; canada f 6.10
a f 6.50wintergerst 4.50 a 5.50zomer
gerst ƒ4.10 a 5.10; chevaliergerst f 5. a f 6
haver 2.25 a 3.20paardeboonen f 5.25 a
f 5.60bruineboonen 5 a f 7; witteboonen
f 6.50 a f 8.75; erwten 5.60 a ƒ6.20.
Amsterdam, 7 Febr. Lijnolie ^28. Raapolie
f 16*/4 a contant.
Gent 4 Febr. Vlas en Snuit. Delage
prijzen van Russisch blijven de aandacht trek
ken van spinners, zoodat er deze week eenige
vrij belangrijke omzettingen plaats vonden,
waarbij eene verdere prijsverlaging werd inge
willigd. De aanvoer van inlandsch was heden
kleiner dan vorige week. Gemeene soorten ge
noten weinig vraag en waren flauwer in prijs.
In de goede qual. was de keus zeer beperkt.
Garens van vlas waren, ondanks de lage notee
ringen, moeielijk te plaatsen; die van snuit
gaau grif van de hand tot vaste prijzen. Lin
nen onveranderd stil.
PRIJZEN VAN EFFECTEN.
Staatsleenlngen.
Koers van
Per telegraaf Gisteren. Heden
6 7
Febr. Febr.
NEDERLAND. pCt. Bedrag Slakken
Cert. N. W. Scli. 21/, 1000 87M iV/lS
dito Ubl3 1000 mis 99J*
dito Cert8 1000 988/8 98S/8
HONG. dito goadl. 6 100 1028/.
ITALIË. Ins. 82/81 5 Lir. 100-100000
OOSTENRIJK. Obl.
Mei-November.6 9. 1000 85tyg
dito Jan.-Juli.5 1000 86S/4 85S/8
dito dito Gond.. 200-1000
POLEN. Obl. 8.44 4 2.R. 600 92S/4
PORT. O. B. 68/8
met ticket8 20% 2()3/8
dito dito 1888/89
met ticket41/, fr. 600 801', SOtyig
RUSLAND. Oert.
Ins. 6e S. 1864 6 Z.R. 600 78%
dito 80 gee. dito 4 126-826
dito 1889 dito 4 R. 126
dito 98 6e Em. 4 G jt, 126
dito 94 8e Em. 4 R. 126 1006/.
Obl. L. 1867/89 4 20-100 -
Oert. y. B. Asgn. 6 P.R 1000
dito 1884 gond 5 G.R. 126-1000 1041/4
SPANJE. O. B.Per.4 Pes. 101 0-24000
dito bin. Perpet. 4 Pr. 600-26000
TURKIJE. Gepriy. 4 IV. 600-2600 881/s
Cecony. serie D. 20-2000
dito dito C. 9 20-100
EGYPTE. O. L. 7« 4 20-100
dito sp. dito 1876 81/, 20-100
BRAZILIË. Obl.
Londen 1883.4 1000
dito Obl. 1889 4 60
VENEZUELA 1881 4 100-600 36% S5S/8
Indnstrleelc en Financieele
ondernemingen.
NEDERLAND. pCt.
N.W. en Pao. Pbr. 6 600-1000 5911/- 59%
Ned. Hand. Msch.
A. rescontr6 1000 1877/g 1881/g
N.-L Hand. A. 150 867/g 8J
Zeeland Aand... 600
dito dito Pr. dito r 600
dito Obl. 1886.. 8 1000
DUITSCHLAND
Cert. Rijksbank
Aand. Amsterdam R.M. 2000
OOSTENRIJK. A.
O. H. Bfl. 600 1807/g
Spoorwegleeningen.
NEDERLAND. pCt.
Holl, Spoor115
Mij tot Eipl. yan
8t. Spw. Aand., 250
Ned. Ctr. 8pw. A. 250 85 36
dito Obligatie. 1000 98% 98
N.-l. Spw. Aand. 250-1C00 204
N.-B. Buit. Obl
gest8mp. 1875/80 100 841/g
iTALlE. Spoorw.
leening 1887/89 Lir. 500-2600 661/- 56
Vict. Em. 8p. O. 8 500
OOSTENRIJK F 500"5000 Bö^ B88/8
O. 8pw. Obl! 8 fr. 600
POLEN. W. W. A. Z.R. 100
RUSLAND. Gr. Sp.
Maateoh. Obligatie 41/, 600 987/g
dito dito dito 4 1125 9'jv
Balt. 8pw. Aand. 8 25-1250
Knrk Ch. A» O. 4 100 102161» 102%
Mosk Smol. 6 1000 1037/g
AMERIK.Crt. 6 1000
dit. Calif. Org. dit. 5 1000
Chic. N.-W. Cert.
Aand.500-1000
dito le hypt. Cert. 7 1000 120ty,
dito Mad.Ex.Ob. 7 500-1000 1827/g i-
Menominie dito 7 500-1000 1827/g
N.-W. Union dito 7 500-1000
Win. 8t Peter dito 7 600-1000 1401/»
dito 8. W. Obl. 7 500-1000
Illinois C. y. A. 7 600-1000 WfVs
dit. Leas L. 8t. Ct. 4 600-1000
8t.P. M. A M. Obl. 7 600-1000
Un. Pac. Hfdl. dit. 6 1000
Fremie-Iieeningen.
NEDERL. St. Am. a 100
Stad Rotterdam.. 8 100
BELG1E. St. Antw.
188721/, fr. 100
dito Brussel 1886 Sty, 100 101l/«
HONG. Staatsl. 1870 ft. 100
008TENRIJK.
Staatsloening 1854 4 260
dito 18606 500 120J4
dito 1864100
Cred. inst. 1858 100
RUSL. Staatsl. 1864 5 a 100 179 W
dito 18666 n 100 187BL
SPANJE. St. Madr. 8 100 857/o --
TURKIJE. Spoorwl. Sb 400 269/]g 26
Prij/.eu van iioupous en losbare
Obligation»
Amsterdam 5 Februari
Oostenrijk Papier....
20.95
h 20.95
20.95
20.95
11.53
11.53
ii met affidavit.
11.98
47.40
s 47 50
47.40
47.50
58.65
68.5b
1.22
1.22
1.82K
1.80K
1.26
1.26
Poolsche per Z. R...
SpaanscUe buitenl....
47.40
9 47.40
Binueul...
1.65
Amerik. in dollars...
- 8.46J*
S.40X
NpecicKOcrs
GOÜD
ZILVER
Wisbt. Sony. 12.05 ƒ12.15
St.y. 20mk. «11.80 «11.90
ƒ20 fr. 9.521/4 0.26ty,
Stukk. y. 5 fr. 2.35 2.40
Prff. Zilyer 1.75 1.70
Burgelijke Stand.
Van 5—7 Februari.
Middelburg. OndertrouwdC. Snoek, jm.
27 j. met G. H. Krëber, jd. 26 j.
BevallenM. C. II. Knnkeler, geb. Bidlot,
z. C. P. de Rijk, geb. Hooftman, d. A. de
Lange, geb. Verhage, d. F. S. Tilroe, geb.
Onderdijk, d. J. Vader, geb. Julianus, z.
GeborenEen onechte zoon moeder 26 "j.
OverledenC. P. H. Korstanje, z. 22 m.
W. Jansen, man van E. Malipaard, 71 j. C.
van Eijkeren, wedr van C. Zuidhof, 46 j. H.
E. Rijsers, vrouw van F. M. Jongkindt, 93 j.
J. van Vliet, ongeh. z. 45 j.
Van 31 Januari5 Februari.
Zierikzee. BevallenH. Kloet, geb. Fluijt,
z. C. van Dongen, geb. Ringelberg, z. W. C.
Holm, geb. Vermeule, d. T. Willemse, geb.
Van Vessem, d. H. M.l Ornée, geb. Van der
Baan, d. M. J. van de Sluis, geb. Quant, z. S.
Berrevoets, geb. Zwaan, z. J. H. de Vos, geb.
Landman, d.
OverledenJ. v. d. Hamer, d. 10 j. L. de
Graaf, z. 15 d. A. B. Kloote, d. Ij. L. Bax,
ongeh. z. 28 j. I. Hofman, vrouw van L. Krakéfl^