MIDDELBIRGSCHE COI RAM. N°. 31 141® Jaargang. 1898. Maandag Been misverstand. 7 Februari. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2.- Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer Middelburg 5 Febr. 8 u. vm. 36 gr. 12 u. 48 gr., av. 4 u. 4ö gr. F. Verw. tam. kr. N, W. wind. Bij deze couarnt behoort een Bijvoegsel. Middelburg 5 Februari. De onderwijzer is niet alleen de leer meester maar ook, in zijn beperkten kring, de opvoeder der leerlingen. Hij dient dus persoonlijke eigenschap pen te hebben, die hem in staat stellen, een opvoedenden invloed uit te oefenen op zijne leerlingen, alsook, inzonder heid te lande, in het verkeer met hunne ouders en in het dorpsleven. Zin voor het volksleven, voor volks ontwikkeling, aanleg voor muziek, kunst en smaak, voor lectuur en ontwikkeling strekken inzonderheid den onderwijzer tot aanbeveling. Stelling 305 van de Paedagogie der Lagere school door H. Bouman. Het ligt voor de hand, dat wie zijn meening zegt over vraagstukken of kwesties van den dag gevaar loopt misverstaan te worden. Niet het minst ervaart dit de journalist, die dag aan dag geroepen wordt of zich ge roepen acht over zooveel verschillende punten zijn gevoelen te uiten. Maar even zeker is het, dat er altijd ver schil van meening zal bestaan over hetgeen geschreven wordt in dergelijke gevallen. Zoo ging het ook ons nog dezer dagen. Terwijl, wat zeer zelden gebeurt, van meer dan een zijde mondelinge en schrifte lijke betuigingen van sympathie tot ons kwamen met hetgeen wij in ons nommer van 26 Januari schreven, in verband met het gezegde op de jongste algemeene ver gadering van den Bond van Nederlandsche Onderwijzersmet het oog op de aanstaande inhuldigrogafeesten, gaf aan den anderen kant wat nog veel zeldzamer is het geschrevene aanleiding tot een protest. Met verbazing en met teleurstelling namen wij daarvan kennis. Hoe vroegen wij ons zei ven afheb ben wij zoo onduidelijk ons uitgedrukt; of hebben wij wezenlijk recht gegeven tot de bewering dat wij de leden van genoemden Boud aanvielen? Ia het waar dat wij in ons opstel „de moreele waarde van den onderwijzer in het algemeen, en van de Bondsleden in het bijzonder bij het publiek verdacht" maakten? Wij begrepen er niets van. Want, al is de mogelijkheid niet uitge sloten dat men minder juist zich uitdrukt, of dat iemands woorden geheel verkeerd worden uitgelegd; het kwam ons toch zeer onverdedigbaar voor een dergelijk snood bedoelen uit onze woorden te distilleeren. Voor alle zekerheid lazen wij echter nog ©ens na wat wij schreven; en wie de be leefdheid wil hebben ons even bij dit betoog te volgen, hij getrooste zich dezelfde moeite. Het volgende zal hij des te beter verstaan, en bij aandachtig nalezen daarvan, naar wQ hopen, met ons tot de overtuiging ko men, dat bier een misverstand in het spel moet zijn. Een misverstand dat wij niet langer willen laten voortduren dan noodig is. In de eerste plaats de betuiging dat het OnS wel ëênigszins verbaast dat men ons wel in kennis stelde met de motie, die door de afdeeling van den Bond is aangenomen, maar niets ons meldde wat tot toelichting Zou kunnen strekken; dat men ons onkun dig liet van de gronden waarop die motie rustte, voor ons verborgen hield of zij met algemeene stemmen dan wel bij groote of kleine meerderheid werd aangenomen en of «r ook onder hen, die hun stem daarover uitbrachten, waren die iets gevoelden voor de juistheid van ons betoog, inzagen dat men ons verkeerd begreep. Over het kleine misverstand, dat er bij de ontwerpers der motie heeft geheerscht, waar zij spraken van kroningsfeesten, in plaats van inhuldigingsfeesten, znllen wij maar zwijgen. Het is alleen te hopen, dat deze onder wijzers de jeugd beter zullen inlichten en niet verder zullen verkondigen, wat al genoeg geschiedt, dat onze koningin wordt gekroondwat stellig niet gebeuren zal. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór één uur aan het bureau bezorgd zijn. w Advertentiën: 20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regelt Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordoelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis aan het bureau te bekomen. Agenten. Te Terneuzen; M. db Jonge; te Rotterdam: Nijgh van Ditmar. In de tweede plaats tot de hoofdzaak bomende, deden wij ons zeiven nog eens de ernstige vraag: gaven wij gegronde redeD, voldoende recht tot een oordeel als door de afdeeling Middelburg van den Bond van Nederlandsche onderwijzers is geveld? En dan moeten wij, ook na herlezing van het door ons geschrevene, op die vraag een beslist ontkennend antwoord geven. Er is op de algemeene vergadering van dien Bond aangeraden bij de a. inhuldigings feesten „geen uittartende houding" aan te Dat feit staat vast. En nu spreekt het van zelf, dat wij onze redeneering, onze opmerking juist richtten aan dezelfde leden van den Bond, wien de voorzitter of het bestuur dien raad gaf. Alzoo niet aan den Bond in zijn geheel-, niet aan alleaan de leden van den Bond, maar alleen aan hen voor wie bij president of bestnnr de noodzakelijkheid scheen te bestaan om hen aan te manen tot kalmte. En ten overvloede bleek dit nog zeer duidelijk uit onze opmerking dat het ergste wat een „republikeiDSch gezinden onderwij zer kan overkomen, wel zal zijn dat hij moet meehelpen den kinderen teest te laten vieren." Het eenige, wat wij meer in 'talgemeeD, als grief tegen het bestuur of den Bond aanvoerden, gold de tegelijkertijd gedane opmerking dat, zoo gemeentebesturen meen den onderwijzers tot deelneming of mede werking te moeten dwingen, de Bond alsdan zou toonen, dat nog altijd de kracht der voreeniging bestaatterwij 1 wij ons verder een opmerking veroorloofden over den, naar onze meening, hoogen toon, de arrogantie, die spreekt nit menig woord, nit het optre den van den Bond bij sommige gelegenheden. Hoofdzakelijk was ons betoog dus gericht tot bijzondere personenterwijl dit en de daarin vervatte algemeene opmerking ons juist iu de pen werden gegeven door be langstelling en sympathie voor den Bond en voor zijne leden, wier streven wij in menig opzicht waardeeren, eD die slechts schade kunnen lijden door „buitenissigheden", als enkelen begaan, en door de aandacht, die het bestuur daaraan wijdt. En wanneer nu hetgeen wij aan het adres van enkelen schreven menigeen hard scherp, te scherp voorkomt, wat naast het niet begrijpen van hetgeen wij schreven zeker wel hoofdzakelijk de aanleiding is geweest voor de eigenaardige motie van af keuring, welnu, laat ons dan tot opheldering van ons betoog nog dit mogen zeggen: Wij hadden iets anders verwacht van deze opvoeders der jeugd wij hadden ge meend dat zelfs het bestnnr of de voorzit ter van den Bond zoo verstandig zon ge weest zijn het punt in kwestie geheel onaangeroerd te laten, in de overtuiging dat er onder de opvoeders der jeugd nog ge noeg ridderlijkheid zou heerschen, ridder lijkheid en mannelijkheid om bij eene ge legenheid als de inhuldiging van eene jeugdige vorstin een vrouw die met al de vriendelijkheid, innemendheid, bekoorlijkheid haar eigen, met vele goede voornemens ons volk tegemoet treedt; eene vrouw, die haar moeilijke taak nog moet aanvaarden, en in niets eenige aanleiding gaf om reeds nu een minder vriendschappelijk standpunt tegenover haar in te nemen; om zulk eeue vrouw en een volk, dat zich opmaakt haar met vreug debetoon te begroeten, niet te verontrusten door onbekookte uitvallen of onnoodige aan maningen. Waren de laatste noodig, men had ze dan vertrouwelijk kunnen doen. Zoo goed kennen de leden elkaar zeker wel, dat zij weten aan wiens adres die op merkingen moeten gericht worden. En gemeentebesturen znllen zich aan al die redeneeringen al bitter weinig storen, Maar ons principe: waar om wij strijden voor een anderen regeeringsvormgevoelt gij daarvoor dan niets Zoo hooren wij vragen. Moeten wij dat beginsel dan prijs geven Daaromtrent hebben wö onze meening reeds in het aangevallen opstel gezegd. Doch wij willen nog dit opmerken. Tal van monarchalen, met wijlen de hertog van Anmale aan het hoofd, hebben, toen eenmaal bleek dat de republiek geworteld was bij de overgroote meerderheid van bet Fran8cbe volk, daarin berust eD geweigerd het land te beroeren. Daaraan een voorbeeld te nemen, zou beter passen aan de onderwijzers, die zich repnblikeinsch of socialistisch noemen. Eu vooral bij eene gelegenheid als de plechtig heid en ie feesten in Augustas of Septem ber a. zouden deze onderwijzers goed doen zich te spiegelen aan hen, die, al zijn ze monarchaal, toch toonden hoffelijk te kun nen zijn tegenover politieke tegenstanders De onderwijzerstand, een stand, dien wij hooge'ijk eeren en waardeeren, zou daardoor in aanzien winnen. En dat gaat toch zeker wel boven het beginsel, waarop zjj zich laten voorstaan. [aar dat dit, blijkens die aanmaning, niet begrepen werd, was voor ons eene teleur stelling en gaf ons aanleiding tot eenige opmerkingen, die, laten zij scherp geweest zijn, aan duidelijkheid en oprechtheid niets te wenschen overlieten. Het aanzien van den onderwijzerstand gaat ons ter harte. "Wij meenen dit meer dan eens te hebben getoond en bewezen. Die stand staat bij ons zeer hoog, hooger dan eenig andere. Die stand heeft voor een groot, zoo niet het allergrootste deel het welzijn van een volk in handen. De schoolmeester is de opvoeder van het volk; en de school het beste middel om het groot te maken. Dat weten wij toch allen even goed Zon er anders zoo'n strijd zijn om die school; zou men zich anders zoo zeer, vooral van cleriale zijden, beijveren om zich van de jeugd ea van de school meester te maken Maar daartegenover staat dan ook dat een onderwijzer, juist om zijn gewichtig ambt, hoog moet staan. Eu vau zelf kwam ons weer in de ge dachten een ander schrijven, waartoe ons opstel over den Bond aanleiding gaf, het schrijven van den heer A. Ie Clercq te Aardenbnrg. In enkele woorden gaven wij hem nadere opheldering van ons gevoelen op dit punt, maar de kwestie is van te groot, te alge meen belang om daarop niet even terng te komen. Wij dachten nog eens aan zijne bewering: „dat een onderwijzer volstrekt niet behoort uit te blinken in beschaving, moraliteit of welke deugd dan ook boven ieder ander mensch. Elk mensch dient beschaafd, moreel te zijn, de eene niet meer dan de andere. Moet een rechter in deugdzaamheid, een bankier in betrouwbaarheid boven al zijne medemenschen verheven zijn vroeg hij, „Of moeten alle menschen even deugdzaam en betrouwbaar zijn Bij particulieren het er anders, wat beschaving, deugdzaam heid enz. betreft, niet zoo erg op aankomen". Eu dit herlezende, sloegen wij Bouman'e Paedagogie eens op en ons oog viel op de daarin voorkomende 305e stelling, die wi) meenden te moeten aanhalen boven deze beschouwing. Och, laat ons deze gewichtige zaak toch niet bederven door sophisterij. Ieder mensch moet braaf, eerlijk, recht schapen, deugdzaam, beschaafd en wat niet al wesen. Dat beamen wij ten volle. Maar er zijn nu eenmaal ambten en betrekkingen, die bijzondere eiscben stellen. Een bankier moet wel degelijk boven anderen betrouwbaar wezen, omdat zijn medemenschen hem hun vertrouwen schen ken en onbetrouwbaarheid voor anderen schromelijke gevolgen kan hebben. Eeu rechter moet door rechtschapenheid, eerlijkheid de waarborgen geven dat hij het gewichtig ambt, hem opgedragen, met onpar tijdigheid en zonder aanzien des persoons zal vervullen. Evenzeer ligt het voor de hand dat een soldaat moedig moet wezen, omdat hij in tijden van nood en gevaar zijn land moet verdedigen. Dapper moet hij zijn, meer dan bv. eeu barbier, voor wien aan den anderen kant een vaste hand een vereischte is. Een geestelijke of een predikant dient als voorbeeld voor zijne kudde in handel en wandel een goed mensch zich te toonen, boog te staan. En zoo ook moet vooral een onderwijzer door zijn persoon, door zijn dad-n, door zijn optreden, door zijn toewijding weten eerbied en vertrouwen af te dwingen. George Herbert heeft eens gezegd„Ook kinderen kunnen oordeelen over standvastig heid; en de lessen van ouders, die het tegenovergestelde doen van hetgeen zij zeggen, worden spoedig vergeten. Zij hebben even weinig waarde als de vermaningen van den monnik, die de deugd der eeilykheid aanprees met een gestolen gans in zijn mouw." Welnu, datzelfde geldt wel voor den Ouderwijzer en juist daarom is zijn betrekking zoo hoogst moeilijk. Om al die redenen is het zeer zeker toe te juichen dat er zoo ernstig naar gOBtreefd wordt, o. a. aan kweek- en normaalscholen, de kweekelingen op te leiden tot be schaafde onderwijzers, tot beschaafde men schen, en blijft het te wenschen dat de oogen zooveel mogelijk geopend blijven voor verbeteringen in die opleiding. Kortzichtig is het daarom, door hem niet behoorlijk te salariëeren, te verhinderen dat onderwijzer een zelfstandig man zich kan toonen en zich geheel aan zijne moeilijke taak kan wijden. Een beschaafd, hoog staand ouderwijzer een zegen voor een school. En al zal het volmaakte op dit punt wel nooit te bereiken zijn zoo veel mogelijk dit na te jagen is plicht voor hen die het wel meenen met de jeugd. Juist in die overtuiging, uit belangstelliug voor de onderwijzers, voor het onderwijs en voor do jeugd schreven wij, zooals wij in ons nommer van 26 Januari deden, en gevoelden wij ons gedrongen tot dit betoog, in de hoop dat aan een bestaand misverstand einde moge komen cn vooral onaan getast blijve de hooge eerbied, dien wij den onderwijzersstand toedragen. UIT STAD EN PROVINCIE. Mogen wij de belanghebbenden er nog eens aan herinneren, dat zij, die door eigen aangifte bet kiesrecht moeten verkrijgen, zich daartoe moeten aanmelden ten gemeentehuize hunner woonplaats, voor den I5den dezer. waartoe de zangvereeniging Concordia van Middelburg have medewerking zal verleenen, zullen door eerstgenoemd koor eenige nommers zonder begeleiding worden gezongen, o. a. de bekende marsch van Becker en een lachlied, gecomponeerd door den heer Louis. De leden van Concordia worden in de gele- snheid gesteld per extra tram huiswaarts te keeren. Ook te Ylissingen heeft mevr. Albreg t- Engelman in het lokaal van den heer Stof- koper een feestvoorstelling gegeven, die door een tamelijk talrijk publiek werd bijgewoond. Derjubilaresse werden een tweetal bloemstukken vereerd en hartelijk werd zij in de beide rol len, die zij vervulde, toegejuicht. Tot de zee-officieren en marine-autoritei ten enz., die Vrijdag bij den minister van marine op audiëntie kwamen, behoorde de inspecteur van het loodswezen te Vlissingen, kapt. ter zee De Ruyter de Wildt. Volgens bericht uit Westkapelle heeft de storm der laatste dagen aldaar geen buitengewoon hoogen waterstand gebracht en schade aan den dijk hoofdzakelijk toegebracht in het noorden aan de glooiing en het staket, tusschen de dijkpalen 10 tot 14 en 23 tot 25. In die gemeente trad Vrijdagavond in de herberg van P. Minderhoud, op uitnoodiging van de afdeeling „landbouw", als spreker op de heer B. Lecnhouts, gediplomeerd landbouw kundige te Koudekerke. Na een kort woord tot inleiding van den burgemeester, sprak bij over de teelt van sui kerbieten, een product dat aldaar nog niet ver bouwd wordt, maar zeker spoedig wel verbouwd zal worden wanneer de tram VlissingenDom burg tot stand komt. De heer Leenhouts werd met aandacht en belangstelling gevolgddit bleek wel uit de vele vragen, door de aanwezigen in de pauze hem gedaan. De heer J. J. van Elsacker dankte den spre ker ^voor zijne boeiende rede en riep hem na mens alle aanwezigen, die den heer Leenhonts door luid applaus hun dank reeds hadden be tuigd, een tot weerziens toe. Heden ochtend is aan de Rouaansche kade alhier een met hout geladen wagen, waarvan het paard was afgespannen, door het wegglij den van een stophout te water geraakt. Wagen en lading werden, na eenige moeite, spoedig op het droge gebracht. De salonbarge Middelburgdie in veiling op 14 Januari werd opgehouden, is Vrijdag te Amsterdam uit de hand verkoeht aan den heer C. Bosman, te Alkmaar. Met ingang van 16 dezer ia de brieven besteller J. F. van de Wallete Vlissingen bevorderd tot conducteur der posterijen van de 3e klasse aan het spoorweg-postkantoor no. te Rotterdam. In den nacht van Donderdag op Vrijdag 11. ongeveer te 12 u. is de Vlissingsche loods- schoener No. 1schipper Ketting, tusschen Dover en Folkstone aangevaren door het Fransche stoomschip Hipolyie Worms, van Bordeaux naar Antwerpen, waardoor gemeld loodBvaartuig belangrijke Bchade bekwam en niet meer in staat was zijn kruistocht voort te zetten. Het werd door genoemd stoomschip op sleep touw genomen en nadat tot twee malen toe de sleeptros gebroken was, zette de loodssehoe- ner verder de reis zeilende voort tot de reede van Vlissingen, van waar het in de haven gesleept werd om de schade te herstellen. De Westminster Gazette meldt dat de Vlissingsche nachtboot Koningin Regentes Don derdag een zwaren overtocht had. De boot, welke 60 passagiers had, kreeg het reeds spoedig, nadat zij de Schelde had verlaten, hard te verantwoorden door den zwaren N. W. storm, welke de golven over het dek deed slaan. De kapitein was daardoor ver plicht met halve kracht te stoomen, maar de golven waren zoo zwaar, dat de brug en het dek beschadigd werden. Het water drong zelfs tot in de kajuit door en beschadigde ook de lading. Bij de nadering der Engelsche kust werd het weer wat beter, en kwam de boot behou den aan met een vertraging van slecht 2 uur. De schade werd zoo goed al? dat in der haast ging hersteld, zoodat de boot nog den volgen den nacht de terugreis kon aanvaarden. Op het, den 18den dezer door Vlissmg^s mannenkoor te geven tweede winterconcert, Uit Goes schrijft men ons Eenmaal in een winter organiseert de zang vereeniging Excelsior een soirée, toegankelijk voor haar leden en het publiek, en weet die soirées zeer aantrekkelijk te maken. Vrijdagavond was dit weer het geval en de groote zaal van de Prins van Oranje was zoo goed als geheel gevuld. Opgevoerd werd De Kleinzoon, een bekroond tooneelspel in éen bedrijf, door A. F. J. Reiger, dat zeer in den smaak viel, evenals een goed geordend tableau-vivantDe Godin der wraak. Verder bestond het programma uit de operette Zes meisjes en geen man in 2 bedrijven, naar het Duitsch, muziek van F. van Suppé, dat door het publiek uitbundig werd toegejuicht, zoodat na het eind ervan het gordijn nog eens moest gebaald worden en de slotzang herhaald werd. Met een tableau, Fortuna omringd door hare gunstelingen, werd het programma beslo ten. Door een daverend en aanhoudend applans betuigde het pnbliek zijn dankbaarheid, wat door herhaald ophalen van het doek werd be antwoord. Een viertal muzikanten van het 3de reg. maakten tot afwisseling muzieken een drnk bezocht bal besloot den avond. In den nacht van 3 op 4 Jannari had men zich, waarschijnlijk door middel van braak, toegang weten te verschaffen in den stal van den landbouwer W. Nieuwenhuize te W ol- faartsdijk en van vier aldaar staande paarden de staarten afgesneden. Thans is de dader, zekere C. K., boerenknecht, te Goes, ontdekt, gearresteerd en tot bekentenis gebracht. De staarten waren reeds verkocht en zijn door de politie te Goe3 in beslag genomen. Ten bate van Kindervoeding werd Woens dag te Zier ikzee voor een goed bezette zaal door drie dames, waaronder een uit Mid delburg, en een heer een soiróe gegeven, die uitstekend voldeed. Wat de Middelburgsche dame, mej. E., tot het welslagen bijdroeg werd zeer op prijs gesteldhaar zang en voordracht werden zeer geroemd. In de Vrijdag avond gehouden vergade ring van den gemeenteraad van Bruinisse gaf de voorzitter lectuur van een verzoek der Bruinisser visscherij vereenig ing tot verhooging van den langen havendam; overeenkomstig het besluit, reeds in de vorige vergadering genomen, zal die zaak nader worden onderzocht. Tot verlenging der onderhandsche verhuring (met drie jaren) aan den tegeuwoordigen huurder A. Onderdijk van het woonhuis annex het voormalig telegraafkantoor en van dat telegraafkantoor voor Zondagschool, met een jaar, aan den tegeuwoordigen huurder

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 1