MIDDELRIRGSCHE COURANT. N°. 30 141e Jaargang. 1898. Zaterdag 5 Februari. FEUILLETON. De DroBderschap der Zeven Kemp, Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2.—. Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer Middelburg 4 Febr. 8 u. vm. 88 gr. 12 u. av. 4 u. 37 gr. F. Verw. N. W. wind. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór één uur aan het bureau bezorgd zijn. Advertentiën: 20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regeL Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis aan het bureau te bekomen. Middelburg 4 Februari. Een vruchteloos pogen. Uit Deventer werd aan de Arnh. Crt ge schreven In do vergadering der kies vereen iging Vrij heid en Hervormingbijeengeroepen tot het stellen van een candidaat voor bet lidmaat schap der Tweede kamer, werd eene motie voorgesteld, dat de vereeniging zich van het stellen van een candidaat zou onthouden, ten einde den leden individueel gelegenheid te geven de candidatuur van den heer J. van Loenen Martinet te steunen. Deze motie werd met 36 tegen 34 stemmen verworpen, waarna als candidaat werd voorgesteld en aangenomen mr A. van Delden, oud-lid der Tweede kamer, die de candidatuur aanvaard heeft. Hierbij teekent genoemd blad het volgende aan Zeker mogen wij wel met een enkel woord voor het bovenstaande bericht de bijzondere aandacht inroepen van hen, die nog in de een heid der liberalen als partij gelooven en „scheur makers" noemen wie, de vrijzinnige denkbeel den trouw blijvende, toch een open oog toonen te hebben voor de groote verschillen van denk wijze en levensbeschouwing, die er tusschen de verschillende groepen der linkerzijde in de Kamer en in het land bestaan. Te Deventer blijken dan toch de geestverwanten van hen, die in de pers aan hun boosheid lucht geven over het snood bedrijf der „vrijzinnige demo craten", ook van meening dat het, wel verre van scheurmakerij, integendeel plicht is voor elke richting fier en open voor hare beginselen op te komen, hetgeen echter geenszins samen werking behoeft uit te sluiten voor een gemeen schappelijk doel met hen, die men hetzij om hunne achterlijke, hetzij om hunne al te voor uitstrevende begrippen aan de stembus heeft Waar zulk een veteraan der oud-liberale partij als mr A. van Delden het voorbeeld van die plichtsbetrachting geeft en een candidatuur aanvaardt, niettegenstaande reeds van vrijzin nig-democratische zijde de heer J. van Loenen Martinet was candidaat gesteld, daar zullen nu ook, mogen wij hopen, zijne geestverwanten in de pers eindelijk eens gaan inzien, dat alle pogingen vruchteloos zijn om de uiteengevallen en ook door den val in vorm gewijzigde stuk ken der oude liberale partij weer aan elkaar te lijmen. En ware dit al mogelijk, dan nog zou aan deze opgelapte figuur elk leven ont breken. PROCRESSIE BIJ NOORDELIJKEN OMSLAG. In verband met de thans zoo goed als geheel verboden progressie bij den hoofdelijken om slag is bij de behandeling der begrooting van binnenlandsche zaken in de Eerste kamer de onlangs tot stand gekomen wijziging der gemeentebelasting ter sprake gebracht. Zooals men weet, beeft de minister van binnenlandsche zaken, die als Kamerlid zeer sterk dit deel van het wetsontwerp bestreed, een onderzoek ingesteld naar de werking der nieuwe voorschriften. De heer Godin de Beau fort keurde het af, dat men op deze wijze een pas vastgestelde, nog niet eens geheel inge- I. Uit het Engekch. VAK ROBERT EUSTACE. Inleiding. Set schijnt bijna ongeloofelijk, dat er in öhze dagen in Londen een dergelijk geheim genootschap heeft kunnen bestaan, geheel geschoeid op den leest van dergelijke instel lingen die in vorige eenwen zoo berucht waren. Zoo'n genootschap heeft er echter niet alleen bestaan, maar door den invloed eener onver gelijkelijk schoone, knappe en listige vrouw kreeg het er vasten voet. Een eeuw geleden werd de naam van de Broederschap der Zeven Koningen in Italië tenauwernood zonder angst en afgrijzen gefluisterd en nu was de betoovering en de invloed dier éene vrouw zóo groot, dat er daden verricht werden van ongeëvenaarde brutaliteit en slimheid. Door den grooten omvang der wetenschappelijke hulpmiddelen en het ondoordringbare geheim zijner instellingen, dreigde dit genootschap een groot gevaar voor de maatschappij te worden en tevens een bron van ernstige bezorgdheid voor de wetgevende macht. Aan de welwil lendheid van den heer Normam Head zijn wij voerde wet weder op losse schroeven zette, terwijl hij het onderzoek onnoodig oordeelde, omdat men zeer goed wist wat men weten wilde en waarom men met het vroegere stelsel had gebroken. De minister Goeman Borgesius beantwoordde den spreker. Met bet oog op het gewichtige vraagstuk en 't feit dat eerst in 1901 de voor geschreven wijziging behoeft te worden inge voerd, laten wij hier de woorden van den mi nister in hun geheel volgen. Hij zeide dan „Vergis ik my niet, dan ging de heer Godin de Beaufort uit van een geheel verkeerde pre misse. Bij herhaling zei hijvroeger hadden de gemeenten een schier onbeperkte vrijheid om progressie in te voeren naar goedvinden en van die vrijheid hebben al tal van gemeenten de treurige gevolgen ondervonden; gelukkig daarom dat door de nieuwe wet het vroegere stelsel geheel is verlaten en nu wil blijkbaar deze regeering, nog voor dat de nieuwe wet geheel is uitgevoerd, tot het oude stelsel terugkeeren, zij het ook met eenige beperking. „Neen, zoo wordt de zaak niet juist voor gesteld. Laat ik het nog eens zeggen,^ofschoon het reeds door mijn ambtgenoot van Financiën is gezegd: hoe ook het onderzoek, dat thans wordt ingesteld en dat wel degelijk serieus is bedoeld, moge uitvallen, tot het oude stelsel van schier onbeperkte vrijheid willen wij niet terugkeeren. Maar er is een middelweg. Al 3taat het bij de regeering vast dat onbeperkte vrijheid op dit gebied niet gewenscht is, daaruit volgt niet dat zij vrede kan of moet hebben met de nieuwe regeling, waarbij er van de bevoegdheid der gemeenten om progressie in te voeren zoo goed als niets is overgebleven. Indien uit het onderzoek en uit de te ver zamelen cijfers, die hij de behandeling niet zijn te berde gebracht, blijkt, dat onder de nieuwe regeling in vele gemeenten de kleine middel stand niet alleen zwaarder zal worden gedrukt, maar zóó zwaar zal worden gedrukt, dat de belasting zeer onbillijk zal zijn en de oninbare posten in groote mate zullen toenemen, dan zal de regeering het haar plicht achten niet om tot het oude stelsel van wettelijke vrijheid terug te keeren, maar wel om een voorstel te doen, waardoor aan de gemeenten een eenigs- zins ruimere bevoegdheid wordt gegeven en onbillijkheid wordt voorkomen, zonder gevaar voor misbruik in het leven te roepen. Wanneer de geachte afgevaardigde nog eens wil .nalezen wat in de Tweede Kamer is voorgevallen bij de behandeling der wet op de gemeente-finan- ciën, dan zal hij zien, dat ook toen mijn standpunt is geweest invoering van een beperkte, schoon ruimere, progressie dan thans in de wet is opgenomen, maar niet terugkeer tot het vroegere stelsel. „Nu zegt de geachte afgevaardigdede wet is er nu eenmaal en moet, afgescheiden van hetgeen het onderzoek zal opleveren, nu ook eenige jaren in werking zijD, voordat er aan gedacht moet worden er verandering in te bren gen. Blijkt dan dat de moeilijkheden te groot zijn, dan kan er later over eenige jaren op teruggekomen worden. „Dat standpunt kan ik niet goedkeuren wan neer de regeering de overtuiging krijgt dat de wét verkeerd zal werken, dan is haar plicht om een voorstel te doen tot wijziging, om de gemeenten voor die ramp want dat zou het zijn te behoeden van eenige jaren onder een onbillijke regeling te moeten leven. Dit wil ik er echter wel bijvoegen: evenzeer is het plicht der regeering om ook in dezen voorzichtigheid en gematigdheid te betrachten". het onderwerp der volgende, tot nutoe onbe kende onthullingen verschuldigd. I. Op den rand van den krater, mee gedeeld door Norman Head. In het begin van 1895 had het eerste der merkwaardige voorvallen, die ik u zal mede- deelen, plaats. Ik was eenigszins een wijsgeer en kluizenaar, daar ik meende met het leven en mijn werkdadig aandeel daarin afgedaan te hebben. Het was waar, ik was nog pas vijt en dertig jaar oud, maar ik had in mijn jeugd een grooten misslag begaan en tengevolge van die verlammende ervaring, had ik het gewoel der wereld vaarwel gezegd en myn troost ge zocht in het laboratorium van den man der wetenschap en het studeervertrek van den wijs geer. Tien jaar geleden bevond ik mij te Napels en bestudeerde de biologie, toen ik het slacht offer werd van bekoorlijkheden en listen eener schoone Italiaanschedie zelf veel wetenschappelijke kennis bezat, en met meer schoonheid was begiftigd dan eenig ander menschelijk wezen en dus niet alleen mijn hoofd in beslag nam, maar zich ook geheel meester maakte van mijn hart. Verblind door hare schoonheid en kunde, liet ik mij door haar leiden waarheen zij wilde. Hare plannen en haar eerzucht, die mij in het valsche licht, dat zij er op liet schijnen, meest verheven ter NUMMERVER WISSELING. Zooals reeds is gemeld, wordt in het wets voorstel tot afschaffing der plaatsvervanging bij de militie de nummerverwisseling, ten deele althans, gehandhaafd. De verwisseling tusschen lotelingen van, dezelfde lichting, terstond na de loting, zal niet meer zijn geoorloofd. Die bevoegdheid wordt alleen behouden bij de samenstelling van het zevende gedeelte der vijf lichtingen, dat langer dan een jaar onder de wapenen kan worden gehouden. Dat zevende gedeelte wordt, volgens art. 123 der militiewet, allereerst gevormd uit degenen, die in verzuim waren, en uit hen, die na hun eerste dienstjaar verlangen onder de wapenen te blijven. En dan bepaalt het nieuwe art. 124 het volgende „Is het in het voorgaand artikel bedoeld zevende deel niet op de daar bepaalde wijze voltallig te maken, dan wórdt het aangevuld door de overige manschappen, die nun eerste dienstjaar en voorts door hen, die hun tweede dienstjaar hebben volbracht. „Is slechts een deel van deze klasse van manschappen ter aanvulling noodig, dan wordt dat deel aangewezen door loting, op de door ons te bepalen wijze te houden. „Het is aan manschappen van hetzelfde corps vergund, binnen dertig dagen na de loting, onderling van nummers te verwisselen". In de memorie van toelichting herinnert de regeering dat de laatste alinea niet nieuw is. Art. 67 van het koninklijk besluit van den 8sten Mei 1862 Staatsblad no. 46) behelst eene soortgelijke bepaling, tengevolge waarvan het aan jongelieden, die bij de loting voor het blijvend gedeelte een laag nummer hebben ge trokken, niettemin mogelijk is gemaakt na afloop van den eerste-oefenngstij d huiswaarts te keeren. „Bij dit ontwerp wordt voorgesteld, aan dezen maatregel wettelijke sanctie te verleenen niet alleen, maar dien ook uit te breiden. Tot nu toe is de hier bedoelde nummerverwisseling alleen toegestaan aan de manschappen, mits zij behooreD, wat de infanterie betreft, tot het zelfde bataljon, en, wat de vesting-artillerie betreft, tot dezelfde compagnie. Bij aanneming van het voorliggende ontwerp zou zij worden uitgebreid bij alle korpsen tot het geheele korps. Daardoor zal die verwisseling gemakkelijker en minder kostbaar zijn. Het beginsel van persoonlijken dienstplicht wordt door deze regeling niet aangetast. Door afschaffing van de dienstvervanging toch wordt bereikt, dat ieder door het lot aange wezen en voor den dienst geschikte loteling wordt voorbereid tot de taak, welke hem bij de verdediging van den vaderlandschen grond kan worden opgedragen. Is dat doel bereikt, dan blijft slechts arbeid te doen over, een arbeid welke met de eigenlijke oefeningen feitelijk niets gemeen heefthet betrekken van wachten, het uitoefenen van corveën enz., zoodat het onver schillig is, wie den arbeid vervult, indien hij slechts goed wordt uitgevoerd. Het landsbelang vordert alzoo in geenen deele dat bepaalde per sonen daarvoor onder de wapenen blijven. Volgens de voorgestelde regeling moet dus ieder, die door het lot wordt aangewezen, ge- wereld toeschenen, werden ook de mijnen. Zij stelde mij aan de heeren in haren kring voor ik werd spoedig aan het werk gezet en op een avond, dien ik nooit zal vergeten, nam ik deel aan een afschuwelijke, belachelijke plech tigheid, en werd lid van een Broederschap. Deze heette de Broederschap der zeven Ko ningen, en vond zijn oorsprong in een der geheime genootschappen uit de Middeleeuwen. In mijn eerste opgewondenheid meende ik dat ik al de beginselen der ware vrijheid omhelsde! Cattarinie was het hoofd en het hart der instelling. Zij was onze koningin Doch bijna onmiddellijk na mijn toetreden deed ik een ontzettende ontdekking. Mijne schoone Italiaan sche werd verdacht van een afschuwelijke misdaad, die zij misschien niet zelf gepleegd, maar waartoe zij dan toch een ander opgehitst zon hebben. Men kon haar geen der bijzon derheden bewijzen en toch leed het geen twij fel, of zij was de veer die alles in beweging had gebracht. Verliefd als ik toen op haar was, trachtte ik de oogen te sluiten voor de al te overtuigende bewijzen van haar schuld. Dit gelukte mij een tijd lang, doch toen ik zelf last kreeg om deel te nemen aan een zaak, die zoowel verraderlijk als onteerend was, gingen mij de oogen open. Vol afgrijzen vlood ik naar Engeland, ten einde mij daar onder de bescherming der wetten des lands te stellen. Er verliepen tien jaar en ik begon het ver Agenten. Te Terneuzen; M. de Jonge; te Rotterdam: Nijgh van Ditmar. durende het eerste jaar behoudens vroeger verlof zelf dienen. Alleen voor het in dienst blijven in het 2de en volgende jaren wordt nummerverwisseling toegelaten. (Hbld.) BEXOEMEN GEN EVZ. Bij kon. besluit: is jhr mr F. G. van Panhuys, adjnnct com mies bij het dep. van buitenlandsche zaken; bevorderd tot commies is benoemd tot raadsheer in het gerechtshof te Arnhem mr J. R. TI. van Schaïk, thans raadsheer in bet gerechtshof te 's Hertogenhosch. De St. Ct. bevat een kon. besluit tot vast stelling van eenige bepaliugen van politie be treffende het gebruik maken van wegen, enz- onder beheer van het rijk. BORNEO. Volgens De Java-Bode heeft men te Singka- wang het plan ontdekt van een Chineesch ge heim genootschap, om een grooten optocht te houden en dan bij die gelegenheid alle Euro peanen te vermoorden, om daarna te trachten de bentings te Singkawang en Benkajang af te loopen. In verband hiermede heeft het ci viel bestuur reeds eenige arrestaties verricht en gelooft men den president, den secretaris en den penningmeester achter de tralies te hebben. Dit bericht vermeldende, zegt het genoemde blad Zou dit nu misschien reeds een gevolg zijn van den dood van resident Tromp, die met zoo krachtige hand de teugels van het bewind in handen had Wel mag het een vingerwij zing voor de regeering zijn bij het benoemen van zijn opvolger, dat daarvoor iemand geko zen wordt, van wien kracht en zelfstandigheid uitgaan, want in de Westerafdeeling van Bor neo ligt op verschillende plaatsen nog brand stof genoeg opgestapeld, die slechts een vlam metje noodig heeft om tot een brand uit te slaan. Op de grenzen van Serawak, in de buurt van Nangah-Badouw, is het nog geens zins couleur de rose. UIT STAD EN PROVINCIE. Zooals onze lezers uit de dienstregeling der spoorboot op Zierikzee blijken zal, is daarin een wijziging gebracht en wordt gedurende eenige dagen slechts mot eene boot gevaren. Oorzaak daarvan is een defect aan de machine van een der booten. - Voor de twee vacante plaatsen als eerste klerk ter provinciale griffie van Zeeland heb ben zich een 60 tal sollicitanten aangemeld. door het uitsteken van een ijzeren gording, was een verzoek ingekomen om schadevergoe ding ad f 130 ongeveer. Burgemeester en wethouders stelden voor afwijzend op het verzoek te beschikken, omdat de schade niet binnen maar buiten de haven bekomen is en aan een verkeerde manoeuvre van den schipper was to wijten. Dit advies werd door den heer Muller sterk bestreden, maar door den heer Siuke, wet houder, even krachtig verdedigd. De raad nam het voorstel van burg. en weth. met 5 tegen 2 stemmen aan. De heer J. Berrevoets, onderwijzer aan school 1, verkreeg op zijn verzoek eervol ontslag tegen 1 Mei en besloten werd in zijn plaats een on derwijzer aan te stellen met landbouwakte op een traktement van f 650. Daarna werd beslist over het in de vorige vergadering voorloopig besproken plan tot het aangaan van een conversieleening ad f 62.500, van welke som de bestaande schuld gedelgd, de haven vergroot, de gemeente gerioleerd en een straat vernieuwd zal worden.. De con versie werd met algemeene stemmen goedge keurd en later de som nog met f 2000 ver hoogd voor een lijkwagen en het aanbrengen voor de gemeente van een nieuwe weegbrug of de overname van de bestaande. Het besluit omtrent de weegbrug werd ge nomen in verband met het plan om de kaai- rechten te heffen naar het gewicht. Nog werd in beginsel aangenomen de overname van alle aan particulieren in eigendom toebehoorende straten. De conversieleening zal afgelost worden in 25 jaar, nam. 17 jaar lang telkens f 2500 en 8 jaar telkens f 2750. Woensdagavond gaf de gyranastiekver- Willen is Kunnen te Wemeldinge een open bare uitvoering, die door een zeer talrijk pu bliek, waaronder velen van buiten de gemeente, werd bijgewoond. Ook de zusterverenigingen V. Z. O. S. van Ierseke en Volharding uit Goes w:wen tegenwoordig. Het programma bestond uit vrije en orde-oefeningen, staaf- oefeningen, groepen met staven, oefeningen aan het vaste rek, een tooneelstukje, een voor dracht en een tableau-vivant. Het eerste nummer, vrije- en ordeoefeningen werd door de adspi- ranten heel netjes uitgevoerd. Ook het overige gedeelte van 't programma werd, vooral de jonge krachten in aanmerking genomen, ver dienstelijk afgewerkt. Vooral het tableau- vivant (Willen is Kunnen) vond zeer veel bijval. In de Donderdagavond te Ierseke raadsvergadering was ingekomen een antwoord op een vroeger aan het bestuur van De Breede Watering bewesten Yerselce gedaan verzoek, om begrinting van den zoogenaamden Ouden dijk. Het bestuur wil het verzoek in ernstige overweging nemen, mits de besturen van den Molen- en den O.'sendepolder billijk bijdragen en het waterschap Kruiningen zijn gedeelte dijk voor eigen rekening wil begrinten. De begrooting voor 1898 werd, met betoog op de traktementaverhoogingen van den burge meester, den secretaris, den bode en den derden veldwachter gewijzigd. Van K. van IJsseldijk, schipper aldaar, die den lOden Dec. 1.1. bij het binnenloopen der haven averij heeft bekomen, naar hij beweerde leden een weinig te vergeten, doch het zou mij met akelige duidelijkheid weer voor den geest gebracht worden. Als jong mensch had ik te Cambridge in de physiologie gestudeerd, maar nooit den dok- terstitol gehaald, daar ik rijk en onafhankelijk was. In mijn laboratorium, in de nabijheid van Regent's Park, hield ik mij echter uit liefhebberij steeds met ijver bezig met biologie en physiologie. Op zekeren middag in Augustus 1894 zat ik verdiept in mijn werk, toen er een oude vrien din van mij, mevrouw Kenyou, werd aange diend. Zij was in de studeerkamer gelaten en ik ging naar haar toe. Me vrou w Kenyou was ïved u we en haar zoon, een knaap van twaalf jaar, had ten gevolge van den onverwachten dood van een bloedverwant een groot vermogen en een titel „Het is toch al te erg van u, Norman," zei zij plaats nemende„ik heb u in geen maanden gezien 1 Vergeet gij uwe oude vrien den dan heelemaal?" „Ik hoop dat gij het mij zult vergeven, mevrouw. Gij weet hoe druk ik het altijd heb." „Gij werkt te hard. Ik begrijp niet waarom iemand met uw verstand en uwe gaven om het leven te genieten, zich zoo opsluit." „Ik ben heel gelukkig, mevrouw Kenyon waarom zou ik dus mijn leven veranderen? Maar hpe is het wet nw zoon?" Naar men ons meldt, is het door den hoogen vloed van Donderdag nacht gelukt, den te Brouwershaven gestationeerden loodskot- ter, die bij den storm van November van zijn ankers was los geslagen en tegen den dijk gezet, weder vlot te krijgen. Het vaartuig heeft weinig geleden. Op de jongste ledenvergadering van de vereening Tot nut en genoegen te Stavenisse werd besloten om wegens financieele bezwaren de afdeeling: Kinderfloralia van de vereeni ging te scheiden. Teven» werd de wensch uit gesproken, dat er pogingen zouden worden aangewend om een op zich zelve staande ver eeniging: „Kinderfloralia" op te richten. Een lijst, tot dat doel den ingezetenen aangeboden, heeft het gewen schte jaarlijksch bedrag opge leverd, zoodat de vereeniging als herboren kan beschouwd worden en er spoedig een bestuur „Ik kom u juist over hem spreken. Gij weet welk een gunstige verandering er in zijn fortuin heeft plaats gehad?" „Ja." „Hij heeft de bezittingen van Kairu ge- erfd en is nu Lord Kairu. Ilij heeft een prachtig inkomen en uitgebreide goederen, Gij weet, Norman, dat Cecil altijd een zwak kind is geweest. Ik hoopte dat gij mij zoudt vertellen dat hij nu sterker is". „Dat is hij ook en ik zal n dadelijk ver tellen hoe dat komt. Zijn leven is nu van zooveel gewicht. Als lord Kairu wordt er veel van hem verwacht. Hij moet niet alleen, met Gods hulp ia het leven blijven, maar met dat eene kleine leven moet een heel slecht man belet worden een groote bezitting te ver overen. Ik bedoel Hugo Doncaster, want in dien Cecil kwam te sterven dan zou Hugo Doncaster lord Kairu worden. Gij hebt zeker wel gehoord welk een slecht mensch dat is". - „Ik ken hem bij naam". - „Dat dacht ik wel. Zijn teleurstelling is groot en hij is woedend dat Cecil den titel heeft geërfd. Er zijn mij geruchten ter ooro gekomen dat hij booze plannen in het schild voert tegen mijn kind. Ik hoor dat hij nu Londen is, znaar hij leeft, evenals gij, min of meer terugetrokken in zekeren zin en nu had ik gedacht of het mogelijk zou zijn, Nor man, dat gij, als mijn oude vriend, in staat zondt zijn bet een en ander van hem en van

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 1