MIDDELRIRGSCHE COURANT.
N°. 30
141e Jaargang.
1898.
Zaterdag
5 Februari.
FEUILLETON.
De DroBderschap der Zeven Kemp,
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2.—.
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer
Middelburg 4 Febr. 8 u. vm. 88 gr. 12 u.
av. 4 u. 37 gr. F. Verw. N. W. wind.
Advertentiën voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór één uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Advertentiën: 20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regeL
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige
voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis
aan het bureau te bekomen.
Middelburg 4 Februari.
Een vruchteloos pogen.
Uit Deventer werd aan de Arnh. Crt ge
schreven
In do vergadering der kies vereen iging Vrij
heid en Hervormingbijeengeroepen tot het
stellen van een candidaat voor bet lidmaat
schap der Tweede kamer, werd eene motie
voorgesteld, dat de vereeniging zich van het
stellen van een candidaat zou onthouden, ten
einde den leden individueel gelegenheid te geven
de candidatuur van den heer J. van Loenen
Martinet te steunen. Deze motie werd met 36
tegen 34 stemmen verworpen, waarna als
candidaat werd voorgesteld en aangenomen mr
A. van Delden, oud-lid der Tweede kamer, die
de candidatuur aanvaard heeft.
Hierbij teekent genoemd blad het volgende
aan
Zeker mogen wij wel met een enkel woord
voor het bovenstaande bericht de bijzondere
aandacht inroepen van hen, die nog in de een
heid der liberalen als partij gelooven en „scheur
makers" noemen wie, de vrijzinnige denkbeel
den trouw blijvende, toch een open oog toonen
te hebben voor de groote verschillen van denk
wijze en levensbeschouwing, die er tusschen
de verschillende groepen der linkerzijde in de
Kamer en in het land bestaan. Te Deventer
blijken dan toch de geestverwanten van hen,
die in de pers aan hun boosheid lucht geven
over het snood bedrijf der „vrijzinnige demo
craten", ook van meening dat het, wel verre
van scheurmakerij, integendeel plicht is voor
elke richting fier en open voor hare beginselen
op te komen, hetgeen echter geenszins samen
werking behoeft uit te sluiten voor een gemeen
schappelijk doel met hen, die men hetzij om
hunne achterlijke, hetzij om hunne al te voor
uitstrevende begrippen aan de stembus heeft
Waar zulk een veteraan der oud-liberale
partij als mr A. van Delden het voorbeeld van
die plichtsbetrachting geeft en een candidatuur
aanvaardt, niettegenstaande reeds van vrijzin
nig-democratische zijde de heer J. van Loenen
Martinet was candidaat gesteld, daar zullen nu
ook, mogen wij hopen, zijne geestverwanten
in de pers eindelijk eens gaan inzien, dat alle
pogingen vruchteloos zijn om de uiteengevallen
en ook door den val in vorm gewijzigde stuk
ken der oude liberale partij weer aan elkaar
te lijmen. En ware dit al mogelijk, dan nog
zou aan deze opgelapte figuur elk leven ont
breken.
PROCRESSIE BIJ NOORDELIJKEN
OMSLAG.
In verband met de thans zoo goed als geheel
verboden progressie bij den hoofdelijken om
slag is bij de behandeling der begrooting van
binnenlandsche zaken in de Eerste kamer
de onlangs tot stand gekomen wijziging der
gemeentebelasting ter sprake gebracht.
Zooals men weet, beeft de minister van
binnenlandsche zaken, die als Kamerlid zeer
sterk dit deel van het wetsontwerp bestreed,
een onderzoek ingesteld naar de werking der
nieuwe voorschriften. De heer Godin de Beau
fort keurde het af, dat men op deze wijze een
pas vastgestelde, nog niet eens geheel inge-
I. Uit het Engekch.
VAK
ROBERT EUSTACE.
Inleiding.
Set schijnt bijna ongeloofelijk, dat er in
öhze dagen in Londen een dergelijk geheim
genootschap heeft kunnen bestaan, geheel
geschoeid op den leest van dergelijke instel
lingen die in vorige eenwen zoo berucht waren.
Zoo'n genootschap heeft er echter niet alleen
bestaan, maar door den invloed eener onver
gelijkelijk schoone, knappe en listige vrouw
kreeg het er vasten voet. Een eeuw geleden
werd de naam van de Broederschap der
Zeven Koningen in Italië tenauwernood zonder
angst en afgrijzen gefluisterd en nu was de
betoovering en de invloed dier éene vrouw
zóo groot, dat er daden verricht werden van
ongeëvenaarde brutaliteit en slimheid. Door
den grooten omvang der wetenschappelijke
hulpmiddelen en het ondoordringbare geheim
zijner instellingen, dreigde dit genootschap een
groot gevaar voor de maatschappij te worden
en tevens een bron van ernstige bezorgdheid
voor de wetgevende macht. Aan de welwil
lendheid van den heer Normam Head zijn wij
voerde wet weder op losse schroeven zette,
terwijl hij het onderzoek onnoodig oordeelde,
omdat men zeer goed wist wat men weten
wilde en waarom men met het vroegere stelsel
had gebroken.
De minister Goeman Borgesius beantwoordde
den spreker. Met bet oog op het gewichtige
vraagstuk en 't feit dat eerst in 1901 de voor
geschreven wijziging behoeft te worden inge
voerd, laten wij hier de woorden van den mi
nister in hun geheel volgen. Hij zeide dan
„Vergis ik my niet, dan ging de heer Godin
de Beaufort uit van een geheel verkeerde pre
misse. Bij herhaling zei hijvroeger hadden
de gemeenten een schier onbeperkte vrijheid
om progressie in te voeren naar goedvinden
en van die vrijheid hebben al tal van gemeenten
de treurige gevolgen ondervonden; gelukkig
daarom dat door de nieuwe wet het vroegere
stelsel geheel is verlaten en nu wil blijkbaar
deze regeering, nog voor dat de nieuwe wet
geheel is uitgevoerd, tot het oude stelsel
terugkeeren, zij het ook met eenige beperking.
„Neen, zoo wordt de zaak niet juist voor
gesteld. Laat ik het nog eens zeggen,^ofschoon
het reeds door mijn ambtgenoot van Financiën
is gezegd: hoe ook het onderzoek, dat thans
wordt ingesteld en dat wel degelijk serieus is
bedoeld, moge uitvallen, tot het oude stelsel
van schier onbeperkte vrijheid willen wij niet
terugkeeren. Maar er is een middelweg. Al
3taat het bij de regeering vast dat onbeperkte
vrijheid op dit gebied niet gewenscht is, daaruit
volgt niet dat zij vrede kan of moet hebben
met de nieuwe regeling, waarbij er van de
bevoegdheid der gemeenten om progressie in
te voeren zoo goed als niets is overgebleven.
Indien uit het onderzoek en uit de te ver
zamelen cijfers, die hij de behandeling niet zijn
te berde gebracht, blijkt, dat onder de nieuwe
regeling in vele gemeenten de kleine middel
stand niet alleen zwaarder zal worden gedrukt,
maar zóó zwaar zal worden gedrukt, dat de
belasting zeer onbillijk zal zijn en de oninbare
posten in groote mate zullen toenemen, dan
zal de regeering het haar plicht achten niet
om tot het oude stelsel van wettelijke vrijheid
terug te keeren, maar wel om een voorstel te
doen, waardoor aan de gemeenten een eenigs-
zins ruimere bevoegdheid wordt gegeven en
onbillijkheid wordt voorkomen, zonder gevaar
voor misbruik in het leven te roepen. Wanneer
de geachte afgevaardigde nog eens wil .nalezen
wat in de Tweede Kamer is voorgevallen bij
de behandeling der wet op de gemeente-finan-
ciën, dan zal hij zien, dat ook toen mijn
standpunt is geweest invoering van een beperkte,
schoon ruimere, progressie dan thans in de wet
is opgenomen, maar niet terugkeer tot het
vroegere stelsel.
„Nu zegt de geachte afgevaardigdede wet
is er nu eenmaal en moet, afgescheiden van
hetgeen het onderzoek zal opleveren, nu ook
eenige jaren in werking zijD, voordat er aan
gedacht moet worden er verandering in te bren
gen. Blijkt dan dat de moeilijkheden te groot
zijn, dan kan er later over eenige jaren op
teruggekomen worden.
„Dat standpunt kan ik niet goedkeuren wan
neer de regeering de overtuiging krijgt dat de
wét verkeerd zal werken, dan is haar plicht
om een voorstel te doen tot wijziging, om de
gemeenten voor die ramp want dat zou het
zijn te behoeden van eenige jaren onder een
onbillijke regeling te moeten leven. Dit wil ik
er echter wel bijvoegen: evenzeer is het plicht
der regeering om ook in dezen voorzichtigheid
en gematigdheid te betrachten".
het onderwerp der volgende, tot nutoe onbe
kende onthullingen verschuldigd.
I.
Op den rand van den krater, mee
gedeeld door Norman Head.
In het begin van 1895 had het eerste der
merkwaardige voorvallen, die ik u zal mede-
deelen, plaats. Ik was eenigszins een wijsgeer
en kluizenaar, daar ik meende met het leven
en mijn werkdadig aandeel daarin afgedaan te
hebben. Het was waar, ik was nog pas vijt
en dertig jaar oud, maar ik had in mijn jeugd
een grooten misslag begaan en tengevolge van
die verlammende ervaring, had ik het gewoel
der wereld vaarwel gezegd en myn troost ge
zocht in het laboratorium van den man der
wetenschap en het studeervertrek van den wijs
geer.
Tien jaar geleden bevond ik mij te Napels
en bestudeerde de biologie, toen ik het slacht
offer werd van bekoorlijkheden en listen
eener schoone Italiaanschedie zelf veel
wetenschappelijke kennis bezat, en met meer
schoonheid was begiftigd dan eenig ander
menschelijk wezen en dus niet alleen mijn hoofd
in beslag nam, maar zich ook geheel meester
maakte van mijn hart. Verblind door hare
schoonheid en kunde, liet ik mij door haar
leiden waarheen zij wilde. Hare plannen en
haar eerzucht, die mij in het valsche licht, dat
zij er op liet schijnen, meest verheven ter
NUMMERVER WISSELING.
Zooals reeds is gemeld, wordt in het wets
voorstel tot afschaffing der plaatsvervanging
bij de militie de nummerverwisseling, ten
deele althans, gehandhaafd.
De verwisseling tusschen lotelingen van,
dezelfde lichting, terstond na de loting, zal
niet meer zijn geoorloofd. Die bevoegdheid
wordt alleen behouden bij de samenstelling van
het zevende gedeelte der vijf lichtingen, dat
langer dan een jaar onder de wapenen kan
worden gehouden.
Dat zevende gedeelte wordt, volgens art. 123
der militiewet, allereerst gevormd uit degenen,
die in verzuim waren, en uit hen, die na hun
eerste dienstjaar verlangen onder de wapenen
te blijven. En dan bepaalt het nieuwe art.
124 het volgende
„Is het in het voorgaand artikel bedoeld
zevende deel niet op de daar bepaalde wijze
voltallig te maken, dan wórdt het aangevuld
door de overige manschappen, die nun eerste
dienstjaar en voorts door hen, die hun tweede
dienstjaar hebben volbracht.
„Is slechts een deel van deze klasse van
manschappen ter aanvulling noodig, dan wordt
dat deel aangewezen door loting, op de door
ons te bepalen wijze te houden.
„Het is aan manschappen van hetzelfde corps
vergund, binnen dertig dagen na de loting,
onderling van nummers te verwisselen".
In de memorie van toelichting herinnert de
regeering dat de laatste alinea niet nieuw is.
Art. 67 van het koninklijk besluit van den
8sten Mei 1862 Staatsblad no. 46) behelst eene
soortgelijke bepaling, tengevolge waarvan het
aan jongelieden, die bij de loting voor het
blijvend gedeelte een laag nummer hebben ge
trokken, niettemin mogelijk is gemaakt na
afloop van den eerste-oefenngstij d huiswaarts
te keeren.
„Bij dit ontwerp wordt voorgesteld, aan dezen
maatregel wettelijke sanctie te verleenen niet
alleen, maar dien ook uit te breiden. Tot nu
toe is de hier bedoelde nummerverwisseling
alleen toegestaan aan de manschappen, mits zij
behooreD, wat de infanterie betreft, tot het
zelfde bataljon, en, wat de vesting-artillerie
betreft, tot dezelfde compagnie. Bij aanneming
van het voorliggende ontwerp zou zij worden
uitgebreid bij alle korpsen tot het geheele korps.
Daardoor zal die verwisseling gemakkelijker
en minder kostbaar zijn.
Het beginsel van persoonlijken dienstplicht
wordt door deze regeling niet aangetast. Door
afschaffing van de dienstvervanging toch
wordt bereikt, dat ieder door het lot aange
wezen en voor den dienst geschikte loteling
wordt voorbereid tot de taak, welke hem bij de
verdediging van den vaderlandschen grond kan
worden opgedragen. Is dat doel bereikt, dan
blijft slechts arbeid te doen over, een arbeid
welke met de eigenlijke oefeningen feitelijk niets
gemeen heefthet betrekken van wachten, het
uitoefenen van corveën enz., zoodat het onver
schillig is, wie den arbeid vervult, indien hij
slechts goed wordt uitgevoerd. Het landsbelang
vordert alzoo in geenen deele dat bepaalde per
sonen daarvoor onder de wapenen blijven.
Volgens de voorgestelde regeling moet dus
ieder, die door het lot wordt aangewezen, ge-
wereld toeschenen, werden ook de mijnen. Zij
stelde mij aan de heeren in haren kring voor
ik werd spoedig aan het werk gezet en op
een avond, dien ik nooit zal vergeten, nam ik
deel aan een afschuwelijke, belachelijke plech
tigheid, en werd lid van een Broederschap.
Deze heette de Broederschap der zeven Ko
ningen, en vond zijn oorsprong in een der
geheime genootschappen uit de Middeleeuwen.
In mijn eerste opgewondenheid meende ik dat
ik al de beginselen der ware vrijheid omhelsde!
Cattarinie was het hoofd en het hart der
instelling. Zij was onze koningin Doch bijna
onmiddellijk na mijn toetreden deed ik een
ontzettende ontdekking. Mijne schoone Italiaan
sche werd verdacht van een afschuwelijke
misdaad, die zij misschien niet zelf gepleegd,
maar waartoe zij dan toch een ander opgehitst
zon hebben. Men kon haar geen der bijzon
derheden bewijzen en toch leed het geen twij
fel, of zij was de veer die alles in beweging
had gebracht. Verliefd als ik toen op haar
was, trachtte ik de oogen te sluiten voor de
al te overtuigende bewijzen van haar schuld.
Dit gelukte mij een tijd lang, doch toen ik
zelf last kreeg om deel te nemen aan een zaak,
die zoowel verraderlijk als onteerend was,
gingen mij de oogen open. Vol afgrijzen
vlood ik naar Engeland, ten einde mij daar
onder de bescherming der wetten des lands te
stellen.
Er verliepen tien jaar en ik begon het ver
Agenten.
Te Terneuzen; M. de Jonge; te Rotterdam:
Nijgh van Ditmar.
durende het eerste jaar behoudens vroeger
verlof zelf dienen. Alleen voor het in dienst
blijven in het 2de en volgende jaren wordt
nummerverwisseling toegelaten. (Hbld.)
BEXOEMEN GEN EVZ.
Bij kon. besluit:
is jhr mr F. G. van Panhuys, adjnnct com
mies bij het dep. van buitenlandsche zaken;
bevorderd tot commies
is benoemd tot raadsheer in het gerechtshof
te Arnhem mr J. R. TI. van Schaïk, thans
raadsheer in bet gerechtshof te 's Hertogenhosch.
De St. Ct. bevat een kon. besluit tot vast
stelling van eenige bepaliugen van politie be
treffende het gebruik maken van wegen, enz-
onder beheer van het rijk.
BORNEO.
Volgens De Java-Bode heeft men te Singka-
wang het plan ontdekt van een Chineesch ge
heim genootschap, om een grooten optocht te
houden en dan bij die gelegenheid alle Euro
peanen te vermoorden, om daarna te trachten
de bentings te Singkawang en Benkajang af
te loopen. In verband hiermede heeft het ci
viel bestuur reeds eenige arrestaties verricht
en gelooft men den president, den secretaris en
den penningmeester achter de tralies te hebben.
Dit bericht vermeldende, zegt het genoemde
blad Zou dit nu misschien reeds een gevolg
zijn van den dood van resident Tromp, die met
zoo krachtige hand de teugels van het bewind
in handen had Wel mag het een vingerwij
zing voor de regeering zijn bij het benoemen
van zijn opvolger, dat daarvoor iemand geko
zen wordt, van wien kracht en zelfstandigheid
uitgaan, want in de Westerafdeeling van Bor
neo ligt op verschillende plaatsen nog brand
stof genoeg opgestapeld, die slechts een vlam
metje noodig heeft om tot een brand uit te
slaan. Op de grenzen van Serawak, in de
buurt van Nangah-Badouw, is het nog geens
zins couleur de rose.
UIT STAD EN PROVINCIE.
Zooals onze lezers uit de dienstregeling der
spoorboot op Zierikzee blijken zal, is daarin
een wijziging gebracht en wordt gedurende
eenige dagen slechts mot eene boot gevaren.
Oorzaak daarvan is een defect aan de machine
van een der booten.
- Voor de twee vacante plaatsen als eerste
klerk ter provinciale griffie van Zeeland heb
ben zich een 60 tal sollicitanten aangemeld.
door het uitsteken van een ijzeren gording,
was een verzoek ingekomen om schadevergoe
ding ad f 130 ongeveer. Burgemeester en
wethouders stelden voor afwijzend op het
verzoek te beschikken, omdat de schade niet
binnen maar buiten de haven bekomen is en
aan een verkeerde manoeuvre van den schipper
was to wijten.
Dit advies werd door den heer Muller sterk
bestreden, maar door den heer Siuke, wet
houder, even krachtig verdedigd.
De raad nam het voorstel van burg. en weth.
met 5 tegen 2 stemmen aan.
De heer J. Berrevoets, onderwijzer aan school
1, verkreeg op zijn verzoek eervol ontslag tegen
1 Mei en besloten werd in zijn plaats een on
derwijzer aan te stellen met landbouwakte op
een traktement van f 650.
Daarna werd beslist over het in de vorige
vergadering voorloopig besproken plan tot het
aangaan van een conversieleening ad f 62.500,
van welke som de bestaande schuld gedelgd,
de haven vergroot, de gemeente gerioleerd en
een straat vernieuwd zal worden.. De con
versie werd met algemeene stemmen goedge
keurd en later de som nog met f 2000 ver
hoogd voor een lijkwagen en het aanbrengen
voor de gemeente van een nieuwe weegbrug
of de overname van de bestaande.
Het besluit omtrent de weegbrug werd ge
nomen in verband met het plan om de kaai-
rechten te heffen naar het gewicht. Nog werd
in beginsel aangenomen de overname van alle
aan particulieren in eigendom toebehoorende
straten.
De conversieleening zal afgelost worden in
25 jaar, nam. 17 jaar lang telkens f 2500 en
8 jaar telkens f 2750.
Woensdagavond gaf de gyranastiekver-
Willen is Kunnen te Wemeldinge een open
bare uitvoering, die door een zeer talrijk pu
bliek, waaronder velen van buiten de gemeente,
werd bijgewoond. Ook de zusterverenigingen
V. Z. O. S. van Ierseke en Volharding uit
Goes w:wen tegenwoordig. Het programma
bestond uit vrije en orde-oefeningen, staaf-
oefeningen, groepen met staven, oefeningen
aan het vaste rek, een tooneelstukje, een voor
dracht en een tableau-vivant. Het eerste nummer,
vrije- en ordeoefeningen werd door de adspi-
ranten heel netjes uitgevoerd. Ook het overige
gedeelte van 't programma werd, vooral de
jonge krachten in aanmerking genomen, ver
dienstelijk afgewerkt. Vooral het tableau-
vivant (Willen is Kunnen) vond zeer veel bijval.
In de Donderdagavond te Ierseke
raadsvergadering was ingekomen een
antwoord op een vroeger aan het bestuur van
De Breede Watering bewesten Yerselce gedaan
verzoek, om begrinting van den zoogenaamden
Ouden dijk. Het bestuur wil het verzoek in
ernstige overweging nemen, mits de besturen
van den Molen- en den O.'sendepolder billijk
bijdragen en het waterschap Kruiningen zijn
gedeelte dijk voor eigen rekening wil begrinten.
De begrooting voor 1898 werd, met betoog
op de traktementaverhoogingen van den burge
meester, den secretaris, den bode en den derden
veldwachter gewijzigd.
Van K. van IJsseldijk, schipper aldaar, die
den lOden Dec. 1.1. bij het binnenloopen der
haven averij heeft bekomen, naar hij beweerde
leden een weinig te vergeten, doch het zou mij
met akelige duidelijkheid weer voor den geest
gebracht worden.
Als jong mensch had ik te Cambridge in de
physiologie gestudeerd, maar nooit den dok-
terstitol gehaald, daar ik rijk en onafhankelijk
was. In mijn laboratorium, in de nabijheid
van Regent's Park, hield ik mij echter uit
liefhebberij steeds met ijver bezig met biologie
en physiologie.
Op zekeren middag in Augustus 1894 zat ik
verdiept in mijn werk, toen er een oude vrien
din van mij, mevrouw Kenyou, werd aange
diend. Zij was in de studeerkamer gelaten en ik
ging naar haar toe. Me vrou w Kenyou was ïved u we
en haar zoon, een knaap van twaalf jaar, had ten
gevolge van den onverwachten dood van een
bloedverwant een groot vermogen en een titel
„Het is toch al te erg van u, Norman,"
zei zij plaats nemende„ik heb u in geen
maanden gezien 1 Vergeet gij uwe oude vrien
den dan heelemaal?"
„Ik hoop dat gij het mij zult vergeven,
mevrouw. Gij weet hoe druk ik het altijd heb."
„Gij werkt te hard. Ik begrijp niet
waarom iemand met uw verstand en uwe
gaven om het leven te genieten, zich zoo
opsluit."
„Ik ben heel gelukkig, mevrouw Kenyon
waarom zou ik dus mijn leven veranderen?
Maar hpe is het wet nw zoon?"
Naar men ons meldt, is het door den
hoogen vloed van Donderdag nacht gelukt, den
te Brouwershaven gestationeerden loodskot-
ter, die bij den storm van November van zijn
ankers was los geslagen en tegen den dijk
gezet, weder vlot te krijgen. Het vaartuig heeft
weinig geleden.
Op de jongste ledenvergadering van de
vereening Tot nut en genoegen te Stavenisse
werd besloten om wegens financieele bezwaren
de afdeeling: Kinderfloralia van de vereeni
ging te scheiden. Teven» werd de wensch uit
gesproken, dat er pogingen zouden worden
aangewend om een op zich zelve staande ver
eeniging: „Kinderfloralia" op te richten. Een
lijst, tot dat doel den ingezetenen aangeboden,
heeft het gewen schte jaarlijksch bedrag opge
leverd, zoodat de vereeniging als herboren kan
beschouwd worden en er spoedig een bestuur
„Ik kom u juist over hem spreken. Gij
weet welk een gunstige verandering er in zijn
fortuin heeft plaats gehad?"
„Ja."
„Hij heeft de bezittingen van Kairu ge-
erfd en is nu Lord Kairu. Ilij heeft een
prachtig inkomen en uitgebreide goederen,
Gij weet, Norman, dat Cecil altijd een zwak
kind is geweest. Ik hoopte dat gij mij zoudt
vertellen dat hij nu sterker is".
„Dat is hij ook en ik zal n dadelijk ver
tellen hoe dat komt. Zijn leven is nu van
zooveel gewicht. Als lord Kairu wordt er
veel van hem verwacht. Hij moet niet alleen,
met Gods hulp ia het leven blijven, maar met
dat eene kleine leven moet een heel slecht
man belet worden een groote bezitting te ver
overen. Ik bedoel Hugo Doncaster, want in
dien Cecil kwam te sterven dan zou Hugo
Doncaster lord Kairu worden. Gij hebt zeker
wel gehoord welk een slecht mensch dat is".
- „Ik ken hem bij naam".
- „Dat dacht ik wel. Zijn teleurstelling is
groot en hij is woedend dat Cecil den titel
heeft geërfd. Er zijn mij geruchten ter ooro
gekomen dat hij booze plannen in het schild
voert tegen mijn kind. Ik hoor dat hij nu
Londen is, znaar hij leeft, evenals gij, min
of meer terugetrokken in zekeren zin en nu
had ik gedacht of het mogelijk zou zijn, Nor
man, dat gij, als mijn oude vriend, in staat
zondt zijn bet een en ander van hem en van