BUITENLAND.
een schendblad was geplaatst en dat tweeper
sonen bij haar zonden komen om 10 met de
belofte haar dan met rust te zullen laten. Een
inspecteur van politie is daarop met een recher
cheur derwaarts gegaan en stelden zich verdekt
op. Op den bepaalden tijd verschenen twee be
kende colporteurs van het blad, die de vrouw
ƒ25 afpersten, op welk bedrag ƒ10 is betaald,
waarvoor een van hen eene kwitantie teekende
onder valschen naam. Beiden zijn daarop ge
arresteerd.
In de woning van een Amsterdammer
ontstond dezer dagen een verwoed gevecht tus-
schen den meester en zijn hond, een groo-
ten Newfoundlander, welke strijd eindigde met
den dood van het beest, maar waarbij ook de
meester geducht gehavend werd. De oorzaak
ligt in de trouw van het dier jegens zijne
meesteres. Deze had zich nl. bij een val van
een paar treden der trap bezeerd, en verzocht
haar echtgenoot haar te helpen. De hond, die
door het kreunen zijnej meesteres meende dat
zij mishandeld werd, sprong op zijn meester
toe, zette zijn vervaarlijken muil in diens arm,
en sleurde hem van zijn vrouw, die plotseling
flauw van schrik viel. De aangevallene had
de tegenwoordigheid van geest het woedende
dier met bovenmatige krachtsinspanning beet
te pakken, en ofschoon liet bloed hem uit de
wonden van den arm stroomde, onder de knie
te krijgen. Een der huisgenooten haalde een
pistool, en schoot het dier dood.
Te Barneveid had een 17-jarige land
bouwerszoon jl. Woensdag het ongeluk van
den zolder te vallen. Ongelukkig kwam hij
juist met zijn hoofd op een schop terecht, ten
gevolge waarvan hg een hevige hoofdwonde
bekwam. Vooral wegens het vele bloedver
lies moet zijn toestand ernstig zijn.
Voor eenige dagen kocht een Ieeraaraan
de H. B. S. te Nijmegen, bij een antiquair al
daar een schilderijtje. Naar men verneemt
moet het, na zorgvuldig te zijn schoongemaakt,
een stukje van Frans Hals gebleken zijn,
en is den tegenwoordigen eigenaar reeds een
som van 30.000 geboden.
Het meisje, dat de kachel in den kermis
wagen met petroleum wilde aanmaken en daar
bij zulke deerlijke brandwonden opliep, is in
het ziekenhuis te Zutphen aan de gevolgen
daarvan overleden.
Bij den brand te Dreumel is al het vee
(tien koeien, twee paarden en 30 varkens) in
de vlammen omgekomen. Wat de ramp voor
den bewoner nog erger maakt, is dat hij niet
verzekerd is.
Te HauJerwijk is een bijna 85-jarig, alleen
wonend man bijna naakt en stijf van koude in
zijn kamer gevonden. Men wist hem tot be
wustzijn te brengen. Circa 20 uren had hij in
dien toestand gelegen. Terwijl hij zich van
schoone onderkleediDg zou voorzien, was hij in
bezwijming gevallen en machteloos geworden.
Ondanks de verpleging, is de grijsaard overleden.
Te Groningen waren in den nacht van
Donderdag op Vrijdag in eene herberg eenige
bezoekers, en noodigde een hunner de anderen
uit mede naar zijn huis te gaan. Deze ging
naar huis en weldra klopten de andere leden
van het gezelschap aan de achterdeur van zijne
woning, waarbij éen een glasruit insloeg. De
bewoner laadde daarop een revolver en waar
schuwde, dat als men niet wegging hij schieten
zou. Hieraan werd geen gevolg gegeven, tot
driemaal toe ketste het wapen, maar toen
ging de revolver af en werd een der personen
een kogel in het hoofd gejaagd. De man wordt
in het ziekenhuis verpleegd.
Zachte winters.
Wanneer wij de geschiedenis raadplegen,
dan zou er een mooie, vruchtbare zomer te wach
ten zijn. Immers, de jaren 1607, 1609, 1613
en 1619 waren merkwaardig door hunne zachte
winters, en evenwel had men overvloedige
oogsten. In 1659 had men noch vorst, noch sneeuw,
en in 1692 werd nergens een kachel gestookt;
de kachels waren hier te lande echter toen
ook niet zooveel in gebruik 'als na d£%ömst
der Franschen in Nederland of sedert het laatst
der 18de eeuw. In den winter van 1778—79
zag men in Februari een paradijs-appelboom
in bloei, en den 20sten Mei begon men reeds
te maaien.
De zachte winter van 1781 werd mede door
een vruchtbaren zomer gevolgd. Op den
zacbten winter van 1807 volgde een jaar, mede
ongemeen gunstig voor den oogst van ver
schillende veldvruchten.
In 1822 had men geen winter, de lacht-
voort achtervolgd door sneeuw, wind, hagel
en den vijand. Hooger, altijd hooger, totdat de
kreten der vervolgers zwakker worden, doch
nog altijd aanhouden en in haar jeugdig vuur
heft Loo een twaalf meter van den top het
hoofd op, en schudt haar losgeraakte, door
weekte lokken, lacht luid en laat in haar blijd
schap een juichkreet hooren. Met een laatste
sprong bereikt de oude Bess het breede plateau
van den pas en blijft hijgend staan. Loo wipt
uit het zadel, zet haar vuurpijl in den grond
en steekt hem af. Zij schudt de sneeuw van
haar hoed en drinkt een slok uit de
flesch, die haar vader haar op het laatste oogen-
blik nog heeft meegegeven en over den
rand geleund, luisterde zij naar de steeds nade
rende vervolgers. Terwijl zij daar staat treft
een zacht gekreun haar oor. Zij kijkt angstig
rond en ziet bijna aan hare voeten, half ver
borgen in een boscbje, dat langs den rand
groeit, het bleeke gelaat van haren minnaar,
Morris Scanlan.
„Morrisroept zij uitknielt naast
hem neer en brengt haar flesch aan zijne lippen.
„Ik ging u waarschuwen", zei hg „maar
viel hier in een hinderlaag. Zij lieten mij voor
dood liggen. Het zal echter met mij wel weer
terecht komen. Maar gij
„Wij hebben geen ammunitie. Ik ga naar
NTabanhuIu om hulp te halen, maar zij zitten
gesteldheid bleef voortdurend zacht, en toch
weet men, dat dit jaar merkwaardig was we
gens den ruimen graanoogst en de voortreffe
lijkheid van den wijn, die in de maand Augus
tus werd gewonnen.
De winter 1845—46 was ongemeen zacht pn
bijna zonder vorst en sneeuw, zoodat men met de
jaagschuiten den geheelen winter bleef door
varen. De maand Februari kenmerkte zich als
zeer zacht en groeizaamboomen botten uit
en de Madeliefjes Zondag 16 Januari jl.
zagen wij de eerste prijkten in de weiden.
In het laatst van Maart was het steeds regen
achtig, alsook in de eerste dagen van April,
waardoor de anders groen gebleven wintergarst
de kleur verloor en geel werd ook bracht
dit een nadeeligen stilstand in den groei van
het koolzaad te weeg, dat echter reeds vóór
half April bloeide, toen men ook hier en daar
het rundvee in de weide zag.
Het winterkoolzaad stond in de maand Oc
tober, na dezen vruchtbaren zomer, op al de
daarmede bezaaide landen prachtig mooi, zoo
dat over het geheel genomen de zomer, gevolgd
op den zachten winter van 184546, onge
meen vruchtbaar was.
De winter van 1896—97 kon ook geen aan
spraak maken op streng, en het ligt ons nog
versch in het geheugen wat eenen schoonen
vruchtbaren zomer wij gehad hebben.
Behalve de Madeliefjes bloeien reeds winter-
Aconieten, Elzen, Jasminum, winter-Heliotroop,
terwijl de allerliefste Sneeuwklokjes over een
paar dagen met hunne zilveren klepjes het len
telied zullen verkondigen.
Alzoo het XJtr. Dbld.
Als tegenstelling kan dienen de herinnering
aan den winter van 1840, opgenomen in het
N. f. d. D.
Toen begon 't echter, na weken lang van
mistig en regenachtig weder, met Vrouwendag
te vriezen, dat 't kraakte. De felle N.O. wind
drong overal binnen en deed alles in de huizen
bevriezen, tot zelfs het brood in de spinde. De
gemeenschap te water was spoedig gestremd,
en er ontstond weldra gebrek aan brandstoffen
en andere benoodigdheden, hetgeen natuur
lijk alles in prijs deed stijgen. Gelukkig liet
de menachlievendheid zich niet onbetuigd, en
wie werken kon en wilde, kon met goederen
vervoer, met behulp van slee of toog, een goed
stuk brood verdienen. Ook toen at men, voor
de aardigheid, hier en daar „paascheieren" op
het ijs, en op de Maas hij Rotterdam was 't vol
slagen kermis.
Eindelijk, het laatst van April, draaide de
wind naar het Z.W. en een malsehe regen ver
anderde alles als met een tooverslag. 't Duurde
nog wel wat, eer het ijs, dat er hier en daar,
zooals men 'ttoen noemde, een „kinnetje"
(biervaatje) dik in zat, was opgeruimd, maar
de ellende was geleden.
Wie durft zich nu aan voorspelling wagen
Vacher, de Fransche moor denaar, heeftin
de gevangenis getracht een bewaker met een
stoel dood te slaan. Gelukkig kwamen op het
hulpgeroep andere wachters toegesneld.
In Barcelona is een vrouw, die in een
verstijvende kramp lag, bijna levend hegraven.
De huisdokter had den dood vastgesteld. Op
het oogenblik echter, dat de kist gesloten zon
worden, verhief zich de schijndoode en vroeg
om water. Toen zij zich bewust werd van
haren toestand, stiet zij zulk een kreet van
schrik uit, dat de begrafenisstoet er door op
de vlucht werd gejaagd.
De coroner van het Oostelijk deel van
Kent deelde bij een lijkschouwing mede, dat
hij nu in korten tijd voor de 17e maal het
lijkje van een pasgeboren kind had te onder
zoeken.
Keizer Wilhelm bezocht dezer dagen de
pas voltooide St Georgekerk te Berlijn. Hij
zeide bij de inwijding te zullen komen als
gewoon lid der gemeente. „Ik wil eens zien
hoe de kerk aangaat, en niet als gewoonlijk
het laatst komen, als allen al gezeten zijn."
Yoor den politie-agent te Keulen, die een
fatsoenlijk meisje op straatzonder eenige
aanleiding, onder beschuldiging yan onbehoor
lijk gedrag, arresteerde en naar het politie
bureau bracht, waar men haar bovendien nog
veel te lang hield, is door het Openb. Min.
vrijspraak gevraagd.
Een oud-strijder Alexander Kubinyi, is in
Hongarije (Budafalva-comitaat) overleden, in
den ouderdom van 114 jaren. Hij vocht als
soldaat tegen Napoleon's leger en nam o. a.
deel aan den slag bij Leipzig.
mij achterna luister".
„Gauw!, Vooruit"! riep Scanlan, vooruit-
kruipende op zijne knieën tot aan den rand
om in den Pas te zien. „Verlies geen minuut.
Laat mij uw karabijn en bandelier. Ik zal
den Pas verdedigen. Voort! Voort!"
Loo aarzelde even, bloosde hevig, boog
voorover, kuste hem, vloog naar haar paard,
sprong in het zadel en galoppeerde de steile
helling af naar de vlakte van N'Tabanhulu.
Zij was nu bijna den geheelen weg over veilig
beschut. Mont Frère links latende liggen,
reed zij om de heuvels heen en liet Bess van
lieverlede gemakkelijk draven. Zoo legde zij
vele mijlen af. De maan kwam door; de wind
ging liggen. De stemmen van den nacht
omringden haar, maar zij zag of hoorde niets
en dacht niets. Zij zag slechts één tooneel voor
zich. Een ver afgelegen schilderij als een
droom, in twee deelen. Haar vader en moeder,
starende in de duisternis, van den stoep der
oude woning, omringd door dien wreeden kring
van wildenen aan den anderen kant de
glinsterende lichten van het soldatenkamp, het
gerinkel der sabels en sporenhet trompetge
schal en het ronde opgewekte gelaat van haar
ouden vriend, luitenant Hawes. Geen enkele
maal hield zij de teugels in en Bess vroeg er
ook niet om. Velden en wegen en ravijnen
gleden voorbij. De grenslijn was overschrede n.
Een spoorweg-machinist, die 13 Dec. een
ontsporing van een trein tusschen Falkenburg
en Leipzig voorkwam door bijzondere oplet
tendheid, heeft2 Mark belooning ontvangen
Onder de regeering van Sultan Abdoel
Hamid werden in Turkije 9100 scholen geopend
en 4 inrichtingen voor hooger onderwijs. Alle
scholen zijn beslist kerkelijk. Neutrale vind
men bijna nergens.
Uit Tomsk wordt bericht, dat in het
Siberische district Minusinsk groote hoeveel
heden goud gevonden zijn.
Te Keystone (West Virginia) beweerde
een jonge dame, die de reine du bal was, dat
een aanwezig jongmensch haar op den voet
had getrapt, en haar zijn verontschuldigingen
behoorde aan te bieden. De jonge man was
zich van geen kwaad bewust en weigerde aan
den eisch der schoone te voldoen. Deze trok
daarop een revolver en schoot haar tegenstan
der op staanden voet dood. Het mooie meisje
werd natuurlijk naar de gevangenis gebracht
maar toonde spijt noch berouw.
Algemeen Overzicht.
Engeland heeft de schaakpartij gewonnen.
Tenminste uit Londen wordt geseind, dat de
keizer van China de ponden sterling boven de
roebels heeft verkozen. Daarvan werd bericht
ontvangen door lord Salisbury, die onmiddel
lijk zijn collega's bijeenriep tot het houden van
een ministerraad.
De zetten op het schaakbord der liooge
politiek te beoordeelen, is steeds moeielijk.
Maar toch mag gezegd worden, dat Engeland
tegenover de wereld de mooie rol heeft gespeeld,
iets wat nu juist niet altijd van Engeland te
zeggen valt.
Engelauds eisch, dat geen mogendheid bijzon
dere voovdeelen zou erlangen, maakte dit land
tot den kampioen voor alle groote of kleine
staten, die in Oost-Azië belang hebben, of dat
misschien kunnen krijgen. Zelfs de Vereenigde
Staten erkenden dat openlijk. En daar nu ook
Duitschland, wellicht onder den invloed van
Engelands wenscb, tot het stelsel vancominer-
ciëele vrijheid en gelijkheid was bekeerd, kon
Engeland zich gedragen rekenen door dealge-
meene sympathie.
Alleen Frankrijk staat aan de zijde van
Rusland. Dat moet en kan nu eenmaal niet
anders. Tenminste zoolang de alliance duurt,
maar het is de vraag of deze bestand is tegen
den schok der iongste gebeurtenissen.
Zola's daad en vervolging heeft nergens
dieper indruk gemaakt dan in Rusland, waar
de groote schrijver zeer populair is. Reeds
heeft Daily News vernomen, dat de alliance
door het gebeurde zeer onpopulair is geworden,
En dat het Londensche blad niet overdreef,
blijkt wel uit de Novosti. Deze wijdt eersteen
bespreking aan Zola's brief, en zegt dan, dat men
dergelijke karakters geen vrees aanjaagt, door
de wilde kreten eener fanatieke menigte, die
hem „conspueeren" en beleedigen.
Nog merkwaardiger is het oordeel van dit
blad over de houding der Fransche regeering.
„Van den aanvang af, zoo heet het, heeft Me-
line een groote, onherstelbare fout begaan.
Tegenover de algemeene opgewondenheid had
hij de herziening van het proces moeten toe
staan en een onzijdige houding moeten bewa
ren. In plaats van dat te doen, volgde Meline
de tegenovergestelde gedragslijn, en koos in
die zaak scherp partij.
Uit deze fout volgden de andere, ook de
vreemde vrijspraak van Esterhazy en de gevan
genneming van Picquart.
Op het oogenblik verkeert Méline in de
meest valsche positie. Hij heeft zich in zijn
verblinding zoo sterk verbonden tegen de
revisie van het vonnis, dat hij niet meer van
houding kan veranderen.
Ondertusschen heeft het proces-Esterhazy de
agitatie niet verlamd.
Toch moet men aannemen, dat het tot een
revisie komt, en wel onder omstandigheden
welke voor de regeering uiterst onaangenaam
zijn."
Het is natuurlijk dat deze woorden van de
Novosti door bijna de geheele Fransche pers
worden doodgezwegen.
Zelfs de Temps, die dag aan dag een paar
kolom Dreyfuss-nieuws uit andere bladen knipt
(eigen berichten of eigen beschouwingen durft
het blad niet te geven), zwijgt over de Novosti,
Het gloeiende land verdween in de duisternis
en eensklaps flikkerden de lichten der stad voor
haar. Ohoe rekte Bess haar hals uit, en
zette hare zijden uit, bij de laatste hoogte, die
zij te beklimmen hadden. Voor haar scheen
het een dolle vaart te zijnmaar een paar
vrijwilligers, die uit de cantine kwamen, verwon
derden zich over dat afgetobde dier, dat daar
zoo voortsukkelde. Even hield zij op aan het
hek om de wacht het parool toe te roepen,
toen sloeg ze links om en tuimelde van het
paard voor de deur der officierenhut, welke
zij open duwde, en naar binnen waggelend zeide
zij op een toon, die haar zelf grappig in de ooren
klonk en zeer ver af, ofschoon zij haar best
deed om heel flink te spreken
„Luitenant Hawes, de Basoeto's hebben
het huis te Mandeline omsingeld en vader heeft
geen ammunitie en gij moest als 't u blieft dade
lijk meegaan. En mijnheer Scanlan ligt bij
den Pas en hij is
En toen was het alsof al de officieren om
haar heen walsten en zij wist niets meer, tot
dat zij ontwaakte van iets brandends in haar
keel en luitenant Hawes, die haar als een klein
kind op zijn knie heeft laten dansen, zich over
haar heen hoog en lachte en schreide en haar
kuste en omhelsde en herhaaldelijk riep„Ik
laat me hangen, als dat niet onze kleine Loo
is".
en dat terwijl de redactie weet hoe groot ge
wicht deze onder de oogen der censuur ge
drukte beschouwingen hebben.
En zeker zal niemand de Novosti kunnen
beschuldigen te hehooren tot „le syndicat" of
te worden gedreven door Semitische of pro-
testantsche gevoelens.
Maar in Frankrijk kan men nu eenmaal niet
anders dan aannemen, dat iedereen, die iets
tegen de in Frankrijk heerschende opvatting
zegt, door bijzondere belangen wordt gedreven.
Op het oogenblik is daarover zelfs een ver
makelijk gekibbel tusschen de Figaro en de
Westminster.
Laatstgenoemd blad bevat nog een betoog
dat de aandacht verdient. Het wijst op de
vele moeite, welke men zich te Berlijn steeds
heeft gegeven, om op goeden voet te blijven
met Rusland, ook door persoonlijke betrek
kingen te onderhouden. En als het blad, be-
toogende dat Engeland dezelfde gedragslijn
moest volgen, herinnert dat keizer "Wilhelm
nog op zijn 85e jaar naar Petersburg ging om
een misverstand uit den weg te ruimen, dan
geeft het daarin een wenk zoo duidelijk dat
niemand die kan misverstaan, ook al volgen
daarop een paar woorden over den prins van
Wales en den hertog van York.
Trouwens, representatie tegenover het buiten
land is steeds de zwakke zijde geweest van
het Engelsche hof, en het is zeker niet te ver
gezocht, als men aanneemt dat dit eenigen
invloed heeft gehad op het algebeele isolement
van Engeland.
Maar men heeft het er naar gemaakt, en
blijft in den ouden koers. Zoo zal, na alle
treurige ervaring op dat gebied, weer een
sterke particuliere expeditie op weg gaan, om,
zonder de verantwoordelijkheid der regeering
te bezwaren, dingen te doen welke deze om
de een of andere reden niet aandurft.
Er zal een sterke particuliere expeditie naar
het dal van den Boven-Nijl worden uitgerust,
onder aanvoering van den ontdekkingsreiziger
Cavendishacht of tien Europeanen zullen hem
vergezellen, de Europeesche militairen hier
onder begrepen.
De expeditie zal van de Oost-Afrikaansche
kust direct naar het punt van samenkomst van
de Sobat met den Witten Nijl reizen. Luitenant
Andrew en nog twee leden van de expeditie
zullen onderwijl vertrekken, om het transport
in orde te maken. De anderen zullen ongeveer
over een maand vertrekken.
DE ZAAK-DREYFUSS.
Nu wij al eenige malen aanleiding hadden
over de zoogenoemde acte van beschuldiging
egen Dreyfuss te spreken en daarop waar
schijnlijk nog wel eens terug moeten komen,
kan het noodig zijn de beteekenis van dit stuk
in enkele trekken te schetsen.
Deze acte heeft den vorm van een rapport,
eindigende met de conclusie
Bijgevolg zijn wij van meening dat kapitein
Alfred Dreyfnss behoort terecht te staan onder
beschuldiging in 1894 te Parijs aan een vreemde
mogendheid een zeker aantal geheime of ver
trouwde stukken betreffende 's landsverdediging
te hebben geleverd, en aldus betrekkingen te
hebben onderhouden met een vreemde mogend
heid of hare agenten, teneinde die mogendheid
de middelen te verschaffen om vijandelijkheden
te plegen of oorlog tegen Frankrijk te voeren.
De beschuldiging bestaat dus uit drie ele
menten, want ora tot de conclusie van het
rapport te kunnen komen moet de rapporteur
hebben aangetoond, althans getracht hebben
op goede gronden aan te toonen
le dat er geheime of vertrouwelij ke stukken
zijn geleverd;
2e dat die levering plaats had aan een
vreemde mogendheid of aan een harer agenten;
3e dat die levering plaats had door kapitein
Dreyfuss.
Indien men nu in het rapport zoekt naar
de bewijzen voor de besehuldiging, dan lezen
wij eerst, dat „grondslag voor de beschuldiging"
is het zoogenaamde bordereau, feitelijk een
begeleidend schrijven bij eenige er in genoemde
nota's betreffende militaire onderwerpen, welke
als min of meer geheim zijn te beschouwen.
Met betrekking tot de bewijzen voor elk der
drie elementen van de beschuldiging blijkt
le dat de rapporteur als van zelf sprekend
heeft aangenomen, dat de in het bordereau
genoemde stukken werkelijk met het bordereau
zijn verzonden. Zijn geest is ontoegankelijk
voor de gedachte, dat het anders mogelijk is,
met het gevolg dat hij zelfs niet tracht te be-
Het was een onvergetelijke triomf voor Loo.
Zij wilden dat zij niet met hen zou terugkee-
ren, doch toen zij er op aandrong, benoemden
zij haar tot bevelvoerend officier en toen zij
een uur later uitreed aan het hoofd van
vijftig ruiters en een Maxim-kanon, voelde
zij dat het leven moeielijk een trotscher
oogenblik kon opleveren. En ofschoon die
terugrit geen wedren was, kwamen zij, gelijk
Hawes voorspeld had, nog ruim bij tijds om
Scanlan op te nemen, die, gelijk zijn eigen
tegenwoordigheid en de lijken van vijf Ba
soeto's getuigden, den Pas met goed gevolg
verdedigd had, en om het gezin te Mandeleni
vóór het aanbreken van den dag te ontzetten.
De Basoeto's wachten hun komst niet af. Het
gerinkel van sabels, twee salvo's en een lading
schroot uit het Maxime kanon wekten de
onrustige slapers van het kleine garnizoen nog
juist om den vijand op de vlucht te zien gaan,
en om een ontmoeting te doorleven, die veel
te heilig was, dan dat mijn pen haar zou
durven beschrijven.
Later presideerde Loo in uniform de ontbijt
tafel en toen zij den toost, die op haar inge
steld was, beantwoordde, eindigde zij met ver
legen naar den magistraat van Mont Frère te
kijken en hem uit te noodigen haar toost op
een „Wapenbroeder" te beantwoorden.
EINDE.
wijzen, dat het misdrijf, waarvan hij Dreyfuss
beschuldigt, is gepleegd.
2o. dat de rapporteur alleen op gezag van
generaal Gonse, die niet uit eigen waarneming
spreekt, zonder eenig nader onderzoek aan
neemt, dat het bordereau aan een vreemde
mogendheid is verzonden geweest;
3o. dat de rapporteur Dreyfuss als den schrij
ver van het bordereau aanwijst, op grond dat
het onderzoek van de meerderheid der
gehoorde deskundigen, van hem zelf en van
andere getuigen, die het stuk zagen, ondanks
moedwillig aangebrachte afwij-
kingen, een volledige overeenkomst met het
werkelijke handschrift van Dreyfuss aantoont.
Verder bevat het rapport een aantal moreele
bewijzenverklaringen van officieren over de
houding van Dreyfuss bij zijn verhoor, over
zijn „vreemde" houding op het bureau en over
zijn onbescheidenheideindelijk een lange reeks
verdachtmakingen op moreel gebied, waarbij
de rapporteur telkens, als hij iets belangrijks
beweert, zegt dit punt maar niet te hebben
onderzocht.
Een ieder, die eenig begrip heeft van
wat noodig is, om in rechten iets te bewijzen,
kan uit het rapport geen andere conclusie trek
ken, dan deze, lo dat niet is bewezen, zelfs
niet is getracht te bewijzen, dat de handeling,
welke den grondslag van het misdrijf uitmaakt,
is gepleegd2o dat op een in rechten onbe-
staanbaren grond is aangenomen, dat, als die
handeling werkelijk gepleegd is, zij een mis
dadig karakter had; 3o dat, als de bedoelde
handeling werkelijk heeft plaats gehad, en
plaats had onder omstandigheden, welke haar
tot een misdaad stempelen, voldoende aanlei
ding bestaat om te betwijfelen, of zij door
Dreyfuss is verricht.
Als dit alles reeds uit de acte van beschul
diging blijkt, dan behoeft men niet te vragen
wat er zou overblijven, als eens het volle licht op
ging over alles wat sedert nog uit andere stuk
ken is gebleken.
In de hedenmiddag ontvangen Temps vinden
wij een critiek op deze acte van de hand van
Duclaux, het lid van het instituut.
De schrijver laat van dit stuk zoowat niets
over. Zeer merkwaardig is zijn critiek op het
punt van de herkenning van het handschrift.
De Belgische auditeur-generaal Tempels
d. w. z. de chef van het O. M. bij de militaire
rechtspleging daar te lande heeft in een
interview én de geheime bewijsvoering én de
gesloten deuren veroordeeld.
Reeds bij den aanvang van de zaak stond
men yoor het alternatiefopenbaarheid of niet
vervolgen.
Generaal Brassine heeft in een interview
gezegd, slechts de meening van Tempels te
kunnen bevestigen.
BEKENDMAKINGEN.
Afsluiting weg.
Burgemeester en wethouders van Middelburg,
maken bekenddat ten behoeve der herstel
ling van een gedeelte van den Vlissingschen
singel tusschen Poelendale en de brug in dien
singel, het verkeer met rij- en voertuigen en
vee van 31 Januari tot en met 26 Februari
a. s. zal zijn gestremd.
Middelburg, 28 Januari 1898.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
SCHORER, voorzitter.
A. DE VULDER VAN NOORDEN,
secretaris.
CEMEENTE-BELASTINCEN.
Suppletoir kohier no. 2 voor de belasting
op de Honden over (897.
Burgemeester en wethouders van Middelburg
brengen ter kennis van de ingezetenen, dat het
2 e suppletoir kohier van de belasting op de
honden over het jaar 1897 door den gemeen
teraad bij zijn besluit van den 26 Januari 1898
is goedgekeurd, en ter invordering aan den
gemeente-ontvanger uitgereikt.
Middelburg, den 28 Januari 1898.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
SCHORER voorzitter.
A. DE VULDER VAN NOORDEN
secretaris.
Lichtsterkte gas.
Burgemeester en wethouders van Middel
burg maken bekend dat, blijkens de met den
Letheby photometer aan de gasfabriek genomen
proeven, de gemiddelde lichtsterkte van het
gas gedurende de maand December 1897
heeft bedragen 15.29 Engelsche standaard
kaarsen.
Middelburg, den 28 Januari 1898.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
SCHORER, voorzitter.
A. DE VULDER VAN NOORDEN,
secretaris.
POLITIE.
Aan het bureau van politie te Middelburg
zijn als gevonden gedeponeerd: een portemon-
naie met geld, een zwarte kons, een paar zwarte
kousen, een groote muilkorf, een zak met vod
den, een gekleurde speelbal, een rol behangsel
papier en een hangslootje.
Vergade ringen, Concerten enz.
Middelburg.
Maandag 31 Jan. Alg. Verg. Vereen, tot
verb. v. h. paardenras.
Soc. De Vergenoeging 11 u.
Woensd. 2 Febr. Voorstelling Ned. Too-
neelvereeniging. Schouw
burg 7Va u.
Maandag 7 Febr. Voordracht drH. Japikse
Nat.-gezelschap. Gebouw
VI* u.
D o n d e r d. 10 Febr. Voorstelling Tooneelge-
zelsch.-Barendse. Schouw
burg 7Va u.
Vlissingen.
Zondag 30 Jan. Specialiteiten voorstelling
Zaal-Stofkoper 8 u.
Woensd. 16 Febr. Buiteng. Alg. Vergader.
Zeeland Stadhuis 2 u.
Stoomdrukkerij D. G. KrÖberJr. Middelburg.