FEUILLETON.
BIJVOEGSEL
VAÜ BE
Maandag 31 Januari 18P8. no. 25.
Middelburg 29 Januari.
De vrede van Hnnster.
Morgen, Zondag 30 Januari, is het twee en
een halve eeuw geleden, dat de vrede van
Munster werd geteekend.
Dezer dagen hield in hot Koninklijk Oudheid
kundig-Genootschap prof. dr H. C. Rogge over
dit gewichtige, historische feit eene voordracht,
waaraan wij, aan de hand van het Ilhldhet
volgende ontleenen
Mot dien vrede begon ons zelfstandig volks
bestaan onze Staat werd erkend als onafhan
kelijk en kreeg een belangrijke plaats onder de
Staten van Europa. De republiek ging mede
tellenandere Staten zochten met bijzondere
begeerte haar vriendschap.
Met opzet wilde prof. Rogge spreken over
den vrede van Munster en niet over den West-
faalschen vrede. Want de onderhandelingen
met Spanje, hoewel de republiek pourparlers
had te voeren met alle oorlogvoerende Staten,
stonden van het begin tot het einde op zich
zelf. Noemt men den vrede van Munster het
begin van het zolfstandig volksbestaan, dan
dient begrepen, dat er geen sprake was van éen
Staat, maar van de vereeniging van gewesten.
Het verlangen naar den vrede was niet algemeen.
Holland, dat een groot deel van de enorm
hooge oorlogskosten droeg, verlangde den vrede.
Andere gewesten wenschten dien niet zoo uit
drukkelijk, en Zeeland kon zelf met den vrede
geen vrede krijgen.
Doch gelijk gezegd, Holland, dat het geld
gaf, verlangde het einde, en deed alles om tot
overeenstemming te komen. Eerst in 1641
kwam het zoover. In September 1643 zouden
de onderhandelingen een aanvang nemen, in
overleg met en met samenwerking van Frank
rijk. Want het verbond met dat land vorderde
gezamenlijk oorlogvoeren en gezamenlijk vrede
sluiten met Spanje. De Fransche heeren kwamen
ver na den bepaalden tijd te 's Gravenhage,
sloegen er een hoogen toon aan en trokken
weer weg zonder veel uit te richten. Doch
men begon toen werk van de zaak te maken.
Benoemd werden in de jaren 1644 en 45 onder
handelaars van alle zeven gewesten, terwijl ook
Spanje voor zich en de Zuidelijke Nederlanden
onderhandelaars aanwees. Portretten van die
heeren vindt men in verschillende uitgaven,
waarvan de eerste is 1648 reeds verschenen.
Toen men zoover was, moest men tot een
eenheid van gedachten komen, waarbij vooral
Zeeland veel bezwaren bijbracht. Zeeland had
belang bij den oorlog en voelde niets voor den
vrede. Ook de kerkelijke autoriteiten hadden
een woordje mee te praten. Doch de griffier
bad in 1646 zijn instructie opgemaakt, die drie
hoofdpunten bevatte.
Spanje zou ten eerste onze vrijheid en on
afhankelijkheid erkennenten tweede wij
zouden behouden wat door verovering verkre
gen wasten derde ons zou de vrije vaart op
Indië gewaarborgd zijn. De vrede kwam, gelijk
bekend, twee jaar later tot stand. Oaze ge
zanten werden behandeld op gelijken voet als
die van Spanje en Frankrijkja dezen bewe
zen hun alle mogelijke eer. Spanje had den
vrede noodig.
Intnsschen echter werd door Spanje en
Frankrijk nog een geheime onderhandeling tot
den vrede gevoerd, die voor de Nederlanden
wel wat gevaarlijk scheen. Er was sprake van
een huwelijk tusschen den jongen Lodewijk
XIV en de Spaansche infante, waarbij „de
Nederlanden" als bruidsschat zouden worden
medegegeven. „De Nederlanden" was een
rekbaar begrip, en men maakte zich wezenlijk
bezorgd over dezen loop der onderhandelingen.
Met het oog hierop verlangden de onzen dan
ook naar den afloop van de besprekingen.
In 1647 werden de processen-verbaal van
datgene, waarover men het eens geworden
LOO.
XJit het Engelsch, van BASIL MABN AN.
II.
Het was nu donker geworden en men zag
rondom den kring der vijandelijke vuren. Zij
waren nog verder afgetrokken en bevonden
zich thans op 800 meter van het erf. De sneeuw
dreef als een kouden witten mist voor den
wind, die nu tot storm was aangegroeid.
„Als zij gaat, moet zij terstond gaan," zei
mevrouw Floyd, „want later kan er geen paard
door den Pas, met die sneeuw. Maar Nason,
vindt ge dat we haar moeten laten gaan
„Anders is het zeker ons aller dood, zoo
wel voor haar als voor ons, moeder maar
waar is zij
„Hier vaderriep Loo en stapte uit de
schaduw van de deur naar voren.
„Wat heb ik van mijn leven!", stamelde
Floyd, op de gedaante voor hem starende.
Want Loo, heel goed van ouds wetende hoe
laBtig een rok was in een sneeuwstorm te
paard, had hare vrouwenkleeren uitgedaan, en
stond nu in postuur voor haar vader, in een
lederen rijbroek, een paar dikke wollen kou
was, geteekend, en een paar der vertegen
woordigers gingen terug om met de Staten in
overleg te treden over deze punten. Het
duurde alweer lang voor er een besluit viel
onze staatsmachine zat nogal ingewikkeld in
elkaar. In het laatst van 1647 konden de heeren
naar Munster vertrekken en de onderhandelin
gen weder hervatten. Toen begon Frankrijk
weer roet in het eten te gooien. Lodewijk
XIII was gestorven en men had gedacht,
dat Frankrijk wat matiger in zijn eischen
zou worden. Doch eer het tegendeel was het
geval, en de zaak bleef zoodanig op sleep
touw, dat Spanje dreigde de besprekingen af te
breken. Doch Holland verlangde den vrede, en
door de omstandigheden werd beëindiging van
den oorlogstoestand geboden. Frederik Hen
drik was overleden en Willem n, zijn opvol
ger, verlangde niets liever dan voortzetting
van den krijg. Men zette dus maar spoed
achter de zaak. Op 30 Januari 1648 kwamen
de Nederlandsehe en Spaansche gezanten te
Munster bijeen met het vaste plan de tractaten
te teekenen. Van uur tot uur wachtte men op
de Franschen, doch toen zij er des avonds
tien uur nog niet waren, ging men tot de
onderteekening over.
Er vestte nog de ratificatie. Hierbij was het
al weer Zeeland, dat bezwaar maakte. Het
vond daarbij steun bij Utrecht, hetwelk meende
dat een zoo gewichtig besluit als de ratificatie
met algemeene stemmen moest genomen wor
den. De uiterste termijn was 4 April, en de
Staten-Generaal hebben dan ook op dien dag
bij meerderheid van stemmen het vredestrac-
taat goedgekemd. Veertien dagen daarna bad
de ratificatie plaats en 15 Mei volgde de defi
nitieve sluiting van den vrede.
Natuurlijk bleef het vreugdefeest bij dit
heuglijk feit in ons land niet uit. De dichters
wachtten dat zelfs niet af en begonnen dadelijk
geweldig te werken, tot verzen van duizend
regels toe.
Te Amsterdam werd het feest zeer schitte
rend gevierd. Burgemeesteren gelastten vertoo
ningen op den Dam, waarover interessante
prentjes bewaard zijn gebleven, Dichters als
Coster, Brandt, Vos schreven gelegenheids
stukken. Bij deze gelegenheid is ook voor het
eerst na jaren weer gebruik gemaakt van de
Nieuwe Kerk, die inwendig geheel doorbrand
vernield was. 1 Mei werd een aanvang ge
maakt met de opvoeringen van Vondel's
Leeuwendalers. De Oude kerk werd getooid
met twee nieuwe beschilderde glazen. Er zijn
redenen om aan te nemen, dat een dezer gla
zen door de burgemeesteren is geplaatst en
bekostigd.
Nog diende tot viering van het vreugdefeest
de aanbieding van een gouden medaille aan de
36 raden van Amsterdam. De schutterij vierde
het feest door een maaltijd in de Doelen,
waarvan de afbeelding door V. d. Helst alge
meen bekend is.
Gemeenteraad van VlissingeD.
Zitting van Vrijdag middag te 2 uren.
(Slot.)
Voorzitter jhr mr Van Doorn, burgemeester.
Afwezig de heeren Kloppers met, Wibauten
Bakker zonder kennisgeving.
Aan het einde der zitting, bp de rondvraag,
zegt de heer Loois, dat in de besloten zitting
der vorige raadsvergadering onder meer ook
besproken is de uitslag der aanbesteding van
onderhoudswerken voor wat betreft perceel I
(verfwerk.)
Voor dit werk, begroot op f 1820, waren bij
de eerste besteding ingekomen twee geldige
biljetten: een van den heer L. van Aartsen ad
f 1744 en een van den heer H. C. Mos ad f 1625.
Een biljet van den heer A. M, Lnitwieier,
die ingeschreven had ad f 290 voor het onder
houd en ad f 790 voor de verdere werken, was,
al zijnde niet volgens de voorwaarden ingevuld,
van onwaarde verklaard.
Niettegenstaande nu de minste inschrijver
195 lager was dan de begrooting van den
gemeentebouwmeester, werd het werk door
burg. en weth. niet gegund, maar onmiddellijk
een herbesteding uitgeschreven tegen 30 Dec-
d. a. v., waarschijnlijk verlokt door het min
dere bedrag ad f 365 van een waardeloos biljet.
Terecht werd er, naar spreker meent, op
gewezen, hoe door dat besluit de belangen van
hen, die deugdelijke biljetten hadden ingeleverd»
zijn geschaad; want waar nu eenmaal de
prijzen van hen, die ernstig naar het werk
hadden gerekend en zeer billijk hadden inge
sen, hooge laarzen, een warm buis van haar
vader en een oude seymoursoldaten hoed op,
met een bandelier over den schouder, een
revolver in haar ceintuur en een karabijn in
de hand, terwijl haar gelaat een mengeling
vertoonde van lachen en tranen en een
aandoenlijke poging tot zelfbeheersching.
Het volgende oogenblik voelde zij een omhel
zing, die haar pijn deed en den adem benam.
- „Gij zijt uw vaders lieveling! Gij zult
gaanGod zegene uIk geloof vast dat hij
u helpen zal. Is ze geen knap soldaatje,
moeder?" maar de oogen der moeder waren
verduisterd door de tranen, en de lippen van Loo
waren niet zoo vastberaden en flink als het
hartje van binnen, toen zij haar moeder her
haaldelijk kuste.
In een oogwenk was Bess, het paard van
Loo, gezadeld en stond in de schaduw van de
veekraal te wachten. De sneeuw, die den vijan
den vlak in het gezicht woei, belette hen
alle waarnemingen. Het eigenlijke gevaar begon
eerat wanneer zij hun lijn naderde.
Toen zij in het zadel sprong en Floyd haar
buiten het hek bracht zei zij „Laat hem eerst
bedaard loopen, Loo. Wij geven u vijf minuten
voor, dan zullen wg afleiding bezorgen aan
den anderen kant, met vuurpijlen en schneiders.
Zoodra gij het eerste schot hoort, laat hem
dan draven, zoo hard hij kan. Geef mij een
schreven, algemeen bekend waren, stond bij
eene herbesteding de weg tot inschrijving zelfs
zonder berekening voor iedereen open.
Nu was het zeer wel mogelijk geweest dat
een andere aannemer, thans uitstekend voor
gelicht, met het weik zou gaan strijken, tot
schade en teleurstelling van hem, die reeds bij
eerste inschrijving zijn biljet zoo laag mogelijk
had ingevuld. Een voorstel om de herbesteding
in te trekken en aan den laagsten inschrijver
alsnog het werk te gunnen, kon, zoo werd
beweerd, niet in behandeling worden geuomen,
omdat burg. en weth. vrij waren in hun besluit.
De uitslag na de herbesteding heeft boven
aangegeven voorspelling, toen geuit, ten volle
bewaarheid.
Ingekomen waren 4 biljetten, waarbij in
schreven de heeren :L. van Aartsen voor ƒ1744,
H. C. Mos voor f 1625, M. C. Kroon voor
f 1595 en A. M. Luitwieler voor f 1589, van
welken laagsten inschrijver, die nu f 329 hooger
inschreef dan het gezamenlijk bedrag van zijn,
bij de eerste aanbesteding ingeleverd niet geldig
biljet, het werk door burg. en weth. is gegund.
Waar nu de minste der inschrijvers van de
eerste aanbesteding de uitvoering van dit,
vooral voor schilders belangrijk werk, door
de ten onrechte uitgeschreven herbeBteding
heeft moeten missen, betreurt spreker zeer den
afloop dezer aan- en herbesteding, te meer wijl
burg. en weth. volkomen vrij waren geweest
gebruik te maken van art. 449 2e al. der A.
V., waar geschreven staat„De gunning ge
schiedt aan hem wiens inschrijving het meest
aannemelijk voorkomt, zonder verplichting om
den minsten inschrijver te nemen, noch om
reden der gedane keuze te geven."
De heer Van Raalte zegt, dat hij in de ge
noemde besloten zitting adhesie heeft betuigd
met het denkbeeld van den heer Loois en ook
de meening heeft geuit, dat er geen redenen
aanwezig waren voor eene herbesteding.
Hem is de handelwijze van burg. en weth.
zeer vreemd voorgekomen. Dit college is ver
lokt door de lagere cijfers en kwam daartoe
tot eene herbesteding, die het in het belang
der gemeente heeft geacht.
Er was een groot verschil tusschen de in
schrijvingssommen, maar de verschillen hebben
eene grens. Toen in de gesloten zitting is te
kennen gegeven, dat de raad de herbesteding
niet billijk achtte, bad men mogen verwachten
dat de billijkheid ware betracht, waar bij de
berbesteding zoo weinig verschil bestond tus
schen den laagsten inschrijver en hem die
daarop volgde.
De aannemer van thans neeft gebruik kunnen
maken van de hem bekende cijfers bij de eerste
besteding en heeft nu zijn biljet f 300 hooger
geschreven; waar burg. en weth. dit toelaten,
is het een in de hand werken van oneerlijke
practijken, wat afkeuring verdient.
Wanneer de raad in het vervolg weder eens
een wenk geeft, hoopt spreker dat burg. en
weth. daarmede meer rekening zullen houden
dan zij ditmaal gedaan hebben.
De heer Verkuyl QuakkeSaar herinnert eraan,
dat in de gesloten zitting de loop dezer ge
schiedenis is medegedeeld. Er was twijfel of
het inschrijvingsbiljet, dat f 300 lager was dan
dat van den erop volgenden inschrijver,geldig was.
Die twijfel was alleen op te lossen bij herbe
steding. Deze is geschied met het bekende gevolg.
Of de laagste inschrijver gebruik heeft ge
maakt van de wetenschap, bij de eerste beste
ding opgedaan, hebben burg. en weth. niet te
bcoordeelen. Zij behoeven slechts te vragen of
de laagste inschrijver is bekwaam voor zijn
werk en genoegzaam gegoed; en waar dit het
geval is, kan het college het werk gunnen.
Een geheel gelijk geval heeft zich onlangs
voorgedaan bij eene besteding voor bet depar
tement van waterstaat te Middelburg.
De heer Loois zegt, dat hij van de jeugd af
met aanbestedingen bekend is. Wanneer een
begrooting is opgemaakt en de laagste in
schrijver is daar beneden of omstreeks gelijk
er mede, dan wordt het werk gegund. Nu werd
hier op een ongeldig biljet 9ngeveer een derde
lager ingeschreven dan de begrooting bedroeg,
maar daarmede kon geen rekening gehouden
worden. Alleen de geldige biljetten komen in
aanmerking. Dat de hoogere inschrijvers niet
lager konden dan door hen werd ingeschreven,
is bij de herbesteding gebleken.
Het geval, dat de heer Verkuyl Quakkelaar
aanhaalt, is van ganscb anderen aard.
Dit laatste bestrijdt de heer Verkuyl Quak
kelaar.
De voorzitter merkt den heer Van Raalte
op, dat het niet waar is ten minste wat
kus, lief kind, God zij met uEr is een vuur
pijl in uw zadeltasch, steek die af bij den
Pas".
Een oogenblik omklemde zij baar vaders
hals, maar het volgende was zij verdwenen in
de sneeuwstorm. Zoodra Floyd terug was, snelde
hij met zijn kleine bezetting naar de achter
zijde van het huis, waar op den oostelijken
wal het vuurpijltoestel al gereed stond. Toen
het tijd was schoot hij er een half dozijn af, in
het dichtst bij gelegen troepje vijanden, tege
lijkertijd met een salvo geweerschoten. De uit
werking was tooverachtig de lucht weer
galmde van angst- en verrassingskreten. Zij
zagen zwarte drommen oprukken naar de aan
gevallen plekeen tweede stel vuurpijlen ver
lichtte een oogenblik een zeer verward
tafereel, alsof zij met elkaar vochten, en
tevens klonk van den stoep de stem van
mevrouw Floyd„Zij is er door manZij is
er doorIk zag haar den hoek omslaan en met
haar hand wuivende, in galop voortrennen.
Eenigen hunner zetten haar achterna".
„Geef hun nog een lading, Bettie en dan
allemaal naar binnen," zei Floyd naar voren
loopende. Maar de sneeuw dreef als een wolk
over de vlakte en het was onmogelijk om iets
te zien. De vuurpijlen schenen de duisternis
slechts te verlichten.
„Er zal van nacht geen aanval gedaan
hem persoonlijk betreft dat burg. en weth.
geen rekening houden met de wenken van den
raad. Hier echter was het een afgedane zaak,
waarop niet meer kon worden teruggekomen.
Er is wel gezegd: „trek de advertentie in,"
maar dat kon niet meeren er is in het col
lege zelfs geen sprake van geweest, omdat
daardoor het prestige van burg. en weth. zou
lijden.
De heer Van Raalte dankt voor de toezeg
ging, dat in het vervolg rekening gehouden zal
worden met de wenken, door den raad gegeven.
Hij heeft er niet toe willen medewerken om in
de besloten zitting een voorstel of motie te be
handelen die vermoedelijk wel zou aangeno
men zijn omdat het hier een daad van beheer
gold, waaromtrent de raad alleen een wensch
kan uiten.
Na nog eene korte discussie tusschen de
heeren Verkuyl Quakkelaar en Loois, is de in
terpellatie geëindigd en wordt de vergadering
gesloten.
„Eigen Hulp" en den nachtarbeid
van bakkers.
Op een Donderdag te 's-Gravenhage door de
besturen der drie coöperatieve bakkerijen
aldaarDe Volharding, De Hoop en die van
Eigen Hulp gehouden samenkomst is nader
van gedachten gewisseld omtrent afschaffing
van nachtarbeid en wel bepaaldelijk naar aan
leiding van het bekende feit, dat het bestuur
der laatstgenoemde vereeniging zich genood
zaakt had gezien om den nachtarbeid weer in
te voeren.
Het bestuur van Eigen Hulp's bakkerij was
vertegenwoordigd door vier leden, waaronder
de voorzitter mr A. Slotemaker, die uitvoerig
de redenen uiteenzette, welke tot het feit hadden
geleid.
Hij legde er wèl nadruk op, dat alleen door
de ijzeren noodzakelijkheid gedwongen, een
noodzakelijkheid, die voortkwam uit de houding
der leden, die bij anderen zich gingen voor
zien van versch brood het bestuur tot
den maatregel was overgegaan, met het vaste
voornemen om zoodra mede daartoe gehol
pen en voorgelicht door de beide zusterver-
eenigingen - er waarschijnlijkheid bestaan zou
om de leden als broodverbrnikers te behouden,
den nachtarbeid weder af te schaffen.
Waar De Volharding en De Hoop htm bak-
ruimte hebben uitgebreid en van de afschaffing
van den nachtarbeid geen of geen noemens
waard nadeel hebben ondervonden, daar leidt
ook voor de bakkerij van Eigen Hulp de weg
in die richting, nl. uitbreiding van bak-
ruimte en achtte men het beter om zij
het dan ook tijdelijk met nachtarbeid deze
vereeniging te doen voortleven, opdat zij, zoo
dra haar middelen het veroorloven, dien weg
insla, haar leden dan ook 's morgens versch
brood bezorge om hen als broodverbruikers te
behouden, en zij dan weer door de weder-af-
schaffing van den nachtarbeid een steunpunt
te meer opleverde aan de beweging om alge
meen tot die afschaffing te geraken.
Alle tegenwoordige 25 leden van de drie be
sturen waren bet hiermede eens. (Vad.)
BENOEMINGEN ENZ.
Bij kon. besluit
is benoemd tot leeraar aan de polytechnische
school G. J. van Swaay, thans leeraar aan de R.
H. B. S. te Tilburg, uit welke laatste betrek
king hem eervol ontslag wordt verleend
is benoemd tot directeur van het post- en
telegraafkantoor te Grouw J. K. van Loo,
thans in gelijke betrekking te Blokzijl.
De invoer van vleesch en vleeschwaren
in België door middel van de pakketpost ge
schiedt tot nadere aankondiging uitsluitend
over Esschen, eiken Dinsdag en Zaterdag van
zonsopgang tot zonsondergangover Lanaeken,
eiken Vrijdag te 11 uren 's morgens; over
Visé, eiken Dinsdag van zonsopgang tot 12
uren 's middags eu eiken Zaterdag van 12 uren
's middags tot zonsondergang.
EERSTE KAMER.
Bij de beantwoording der verschillende spre
kers verdedigde de minister Borgesius den maat
regel van landbouwconcentratie, de handhaving
van mond- en klauwzeer onder de besmettelijke
ziekten en de faenltatiefstelling van het Griekseh
op de gymnasia.
Hij beloofde steun aan particuliere kweek
scholen en ambachtsscholen ook voor vrouwen.
Verder zegde hij toe verbetering der drank
wet met handhaving van haar beginsel en, zoo
worden, moeder. Kom dus liever binnen en
ga liggen; want morgen zullen we onze krach
ten noodig hebben, indien Loo niet in tijds
terug is".
Zoo viel de nacht en door storm en duis
ternis, omringd door den vijand, reed Loo,
met bijna 40 mijlen in 't verschiet, eer zij hulp
kon bereiken.
Met een snel en luidkloppend hart naderde
Loo met elke minuut meer en meer het Ba-
soeto kamp. Zon die beloofde afleiding dan
nooit komen Elk oogenblik nam haar onrust
toe. Zij keerde zich om en keek achter zich.
De sneeuw joeg in haar gelaat, benam haar
den adem en het gezicht. Er was nergens
een teelten te bespeuren. Eensklaps hoorde
zij een gesis dat haar deed opspringen in het
zadel, gevolgd door een vurige slang door de
lucht. Zij vernam de verschrikte kreten der
Basoeto's, het geklater der schilden en speeren.
Maar zij luisterde niet meer. Met het hoofd
bijna op den hals van haar paard gebogen,
zette zij de sporen in de zijde van het trouwe
dier, op een wijze die Bess nog nooit onder
vonden had, en het schoot als een pijl uit een
boog door een rij Basoeto's, wierp er een op
den grond, vertrapte een ander en vlood in
de duisternis.
Hoe vlug zij ook geweest was, vlogen er
toch eenige speeren langs haar heen, en zij
noodig, eenige uitbreiding der thans beperkte
progressie voor gemeentelijke belastingen.
Het hoofdstuk Binnenlandse/ie Zaken is daarop
aangenomen, benevens het ontwerp tot
wijziging van het overgangsrecht op onroerende
goederen voor niet-ingezetenen.
Hierna kwam het hoofdstuk Financiën aan
de orde.
Daarbij werden de in de stukken behandelde
punten nader besproken.
De minister gaf geruststellende verklaringen
omtrent den toestand van het muntwezen.
Ook dat hoofdstuk werd, na bespreking van
enkele punten, reeds in de Tweede kamer be
handeld, aangenomen, evenals het hoofdstuk
Onvoorziene ui'gaven.
Heden voortzetting der beraadslagingen. Men
zie Laatste berichten.
ONDERWIJS.
In Middelburg en in Ylissingen
zijn zes leden van de onlangs opgerichte Ver
eeniging van Hoofden van scholen in Nederland.
Te Leiden is geslaagd voor het eerste
gedeelte van het arts-examen de heer J. O. Diehl.
KERKNIEUWS.
Bij de begrafenis van den heer N. de
Jonge, predikant, op de algemeene begraaf
plaats te Utrecht, was zeer veel deelneming.
Verschillende hoogleeraren, predikanten, evan
gelisten, eene deputatie van de door den over
ledene te Brussel gestiehte evangelisatie en tal
van andere personen van allerlei rang en stand,
waren bij de groeve vereenigd. De baar werd
gedekt door zeven bloemstukken.
Gesproken werd door de heeren prof. dr J.
J. P. Yaleton Jr, dr A. W. Bronsveld van
Utrecht en W. Hoek, predikant, en Chrispeels,
evangelist te Brussel.
Een zoon van den overledene dankte namens
de familie.
RECHTSZAKEN.
Donderdag stond voor het gerechtshof
te 's Gravenhage terecht L. de S., zonder
beroep en zonder bekende woon- of verblijf
plaats (in hechtenis), ter zake dat hij den 17n
September des vorigen jaars te Vogelschorpolder
(Terneuzen) in de woning van P. Dh. aldaar,
tot welke woning hij zich den toegang had
verschaft door een of meer glasruiten in een
venster dier woning stuk te breken en door
de daardoor ontstane opening naar binnen te
klimmen, heeft weggenomen een gouden ket
ting, waaraan een kruis bezet met diamanten,
en eenige gouden voorwerpen.
De Middelburgsche rechtbank legde beklaagde,
die zeer ongunstig beleend stond, te dier zake
bij vonnis van 7 Dec. 11. 3 jaren gevangenis
straf op.
Mr H. L. Asser, beklaagde als toegevoegd
raadsman ter zijde staande, vroeg oplegging
van een lichtere straf, daar Z.Ed.Gestv. van
meening was, dat die, zoo zwaar, den man eer
slechter dan beter zal maken.
Mr Reitsma, het O. M. waarnemend, requi-
reerde bevestiging van het veroordeelend vonnis
Verschillende Berichten.
Onze koninginnen schonken een vorstelij
ke bijdrage voor het gedenkteeken ter eere
van wijlen prof', dr C. H. D. Buys Ballot.
Het bericht dat er in Rotterdam een
Hoogduitache Opera zal komen berustte op een
misverstand.
Prof. A. G. van Hamel te Amsterdam is
ongeveer hersteld en heefthet voornemen reeds
over drie weken zijn colleges te hervatten.
De Vrijzinnige vereeniging Deventer
koos tot voorloopige candidaten voor de
Tweede kamer (vacature-Stoffel) de heeren dr
J. M. J. Hoog, uit Terwolde, en J. van Loe-
nen Martinet.
Dewflfei den moord beschuldigde persoon
te Leur heeft in de gevangenis getracht zich
op te hangen. Hij moest aan een der maréchaus-
sées verklaard hebben, zich liever te dooden
dan te bekennen.
In den nacht van Donderdag op Vrijdag
heeft een brand gewoed in een kleerenmagazijn
op den Nieuwendijk te Amsterdam, waardoor
een groote massa gemaakte kleederen, bestemd
voor de opening van een nieuwen winkel, ver
nield werd. De directe schade is door assuran
tie gedekt. Een bewoonster van de Spui
straat aldaar gaf der politie kennis, dat zij in
hoorde hoe men haar achtervolgde, Totdat
het tweede stel vuurpijlen opging, veranderde
zij niet van houding en draafde in volle vaart
voort. Doch toen kon zij de verzoeking niet weer
staan om even om te zien en een zegekreet te
slaken, hopende dat men haar tehuis bij het
schijnsel zou zien. Dat deed men ook, maai
de Besoeto's zagen haar ook. En haar kreet
werd beantwoord door een niet minder luid
gegil, van zeven of acht vijanden, die haar
na holden. Haar spoor was niet te missen.
De weg naar den Pas was in zulk een nacht
de eenige begaanbare. Maar bij zulk een
jaeht deed het getal er niet toe, zoolang de
top niet bereikt was.
Bergopwaarts was er slechts plaats voor
éen op het smalle paadje. Maar op den berg
rug! Loo rilde als zij dacht hoe zij haar
daar zouden omsingelen. Zij klemde echter
de tanden op elkaar en zette Bess steeds
meer aan. En Bess wist dat dit geon noode-
looze gril was.
Het paard keüde de beteekenis van die
woeste kreten en bracht zijn geliefde meesteres
met eiken stap verder van hare vervolgers.
Door stroómen en ravijnen, over losse steenen,
onhoorbaar over fluweelige grastapijten, hier
uitwijkende voor een vooruitstekende rots daar
alle krachten inspannende om een sprong te
doen in de duisternis, vliegen zij voort, voort,