FEUILLETON. BIJVOEGSEL VAÜ BE Maandag 31 Januari 18P8. no. 25. Middelburg 29 Januari. De vrede van Hnnster. Morgen, Zondag 30 Januari, is het twee en een halve eeuw geleden, dat de vrede van Munster werd geteekend. Dezer dagen hield in hot Koninklijk Oudheid kundig-Genootschap prof. dr H. C. Rogge over dit gewichtige, historische feit eene voordracht, waaraan wij, aan de hand van het Ilhldhet volgende ontleenen Mot dien vrede begon ons zelfstandig volks bestaan onze Staat werd erkend als onafhan kelijk en kreeg een belangrijke plaats onder de Staten van Europa. De republiek ging mede tellenandere Staten zochten met bijzondere begeerte haar vriendschap. Met opzet wilde prof. Rogge spreken over den vrede van Munster en niet over den West- faalschen vrede. Want de onderhandelingen met Spanje, hoewel de republiek pourparlers had te voeren met alle oorlogvoerende Staten, stonden van het begin tot het einde op zich zelf. Noemt men den vrede van Munster het begin van het zolfstandig volksbestaan, dan dient begrepen, dat er geen sprake was van éen Staat, maar van de vereeniging van gewesten. Het verlangen naar den vrede was niet algemeen. Holland, dat een groot deel van de enorm hooge oorlogskosten droeg, verlangde den vrede. Andere gewesten wenschten dien niet zoo uit drukkelijk, en Zeeland kon zelf met den vrede geen vrede krijgen. Doch gelijk gezegd, Holland, dat het geld gaf, verlangde het einde, en deed alles om tot overeenstemming te komen. Eerst in 1641 kwam het zoover. In September 1643 zouden de onderhandelingen een aanvang nemen, in overleg met en met samenwerking van Frank rijk. Want het verbond met dat land vorderde gezamenlijk oorlogvoeren en gezamenlijk vrede sluiten met Spanje. De Fransche heeren kwamen ver na den bepaalden tijd te 's Gravenhage, sloegen er een hoogen toon aan en trokken weer weg zonder veel uit te richten. Doch men begon toen werk van de zaak te maken. Benoemd werden in de jaren 1644 en 45 onder handelaars van alle zeven gewesten, terwijl ook Spanje voor zich en de Zuidelijke Nederlanden onderhandelaars aanwees. Portretten van die heeren vindt men in verschillende uitgaven, waarvan de eerste is 1648 reeds verschenen. Toen men zoover was, moest men tot een eenheid van gedachten komen, waarbij vooral Zeeland veel bezwaren bijbracht. Zeeland had belang bij den oorlog en voelde niets voor den vrede. Ook de kerkelijke autoriteiten hadden een woordje mee te praten. Doch de griffier bad in 1646 zijn instructie opgemaakt, die drie hoofdpunten bevatte. Spanje zou ten eerste onze vrijheid en on afhankelijkheid erkennenten tweede wij zouden behouden wat door verovering verkre gen wasten derde ons zou de vrije vaart op Indië gewaarborgd zijn. De vrede kwam, gelijk bekend, twee jaar later tot stand. Oaze ge zanten werden behandeld op gelijken voet als die van Spanje en Frankrijkja dezen bewe zen hun alle mogelijke eer. Spanje had den vrede noodig. Intnsschen echter werd door Spanje en Frankrijk nog een geheime onderhandeling tot den vrede gevoerd, die voor de Nederlanden wel wat gevaarlijk scheen. Er was sprake van een huwelijk tusschen den jongen Lodewijk XIV en de Spaansche infante, waarbij „de Nederlanden" als bruidsschat zouden worden medegegeven. „De Nederlanden" was een rekbaar begrip, en men maakte zich wezenlijk bezorgd over dezen loop der onderhandelingen. Met het oog hierop verlangden de onzen dan ook naar den afloop van de besprekingen. In 1647 werden de processen-verbaal van datgene, waarover men het eens geworden LOO. XJit het Engelsch, van BASIL MABN AN. II. Het was nu donker geworden en men zag rondom den kring der vijandelijke vuren. Zij waren nog verder afgetrokken en bevonden zich thans op 800 meter van het erf. De sneeuw dreef als een kouden witten mist voor den wind, die nu tot storm was aangegroeid. „Als zij gaat, moet zij terstond gaan," zei mevrouw Floyd, „want later kan er geen paard door den Pas, met die sneeuw. Maar Nason, vindt ge dat we haar moeten laten gaan „Anders is het zeker ons aller dood, zoo wel voor haar als voor ons, moeder maar waar is zij „Hier vaderriep Loo en stapte uit de schaduw van de deur naar voren. „Wat heb ik van mijn leven!", stamelde Floyd, op de gedaante voor hem starende. Want Loo, heel goed van ouds wetende hoe laBtig een rok was in een sneeuwstorm te paard, had hare vrouwenkleeren uitgedaan, en stond nu in postuur voor haar vader, in een lederen rijbroek, een paar dikke wollen kou was, geteekend, en een paar der vertegen woordigers gingen terug om met de Staten in overleg te treden over deze punten. Het duurde alweer lang voor er een besluit viel onze staatsmachine zat nogal ingewikkeld in elkaar. In het laatst van 1647 konden de heeren naar Munster vertrekken en de onderhandelin gen weder hervatten. Toen begon Frankrijk weer roet in het eten te gooien. Lodewijk XIII was gestorven en men had gedacht, dat Frankrijk wat matiger in zijn eischen zou worden. Doch eer het tegendeel was het geval, en de zaak bleef zoodanig op sleep touw, dat Spanje dreigde de besprekingen af te breken. Doch Holland verlangde den vrede, en door de omstandigheden werd beëindiging van den oorlogstoestand geboden. Frederik Hen drik was overleden en Willem n, zijn opvol ger, verlangde niets liever dan voortzetting van den krijg. Men zette dus maar spoed achter de zaak. Op 30 Januari 1648 kwamen de Nederlandsehe en Spaansche gezanten te Munster bijeen met het vaste plan de tractaten te teekenen. Van uur tot uur wachtte men op de Franschen, doch toen zij er des avonds tien uur nog niet waren, ging men tot de onderteekening over. Er vestte nog de ratificatie. Hierbij was het al weer Zeeland, dat bezwaar maakte. Het vond daarbij steun bij Utrecht, hetwelk meende dat een zoo gewichtig besluit als de ratificatie met algemeene stemmen moest genomen wor den. De uiterste termijn was 4 April, en de Staten-Generaal hebben dan ook op dien dag bij meerderheid van stemmen het vredestrac- taat goedgekemd. Veertien dagen daarna bad de ratificatie plaats en 15 Mei volgde de defi nitieve sluiting van den vrede. Natuurlijk bleef het vreugdefeest bij dit heuglijk feit in ons land niet uit. De dichters wachtten dat zelfs niet af en begonnen dadelijk geweldig te werken, tot verzen van duizend regels toe. Te Amsterdam werd het feest zeer schitte rend gevierd. Burgemeesteren gelastten vertoo ningen op den Dam, waarover interessante prentjes bewaard zijn gebleven, Dichters als Coster, Brandt, Vos schreven gelegenheids stukken. Bij deze gelegenheid is ook voor het eerst na jaren weer gebruik gemaakt van de Nieuwe Kerk, die inwendig geheel doorbrand vernield was. 1 Mei werd een aanvang ge maakt met de opvoeringen van Vondel's Leeuwendalers. De Oude kerk werd getooid met twee nieuwe beschilderde glazen. Er zijn redenen om aan te nemen, dat een dezer gla zen door de burgemeesteren is geplaatst en bekostigd. Nog diende tot viering van het vreugdefeest de aanbieding van een gouden medaille aan de 36 raden van Amsterdam. De schutterij vierde het feest door een maaltijd in de Doelen, waarvan de afbeelding door V. d. Helst alge meen bekend is. Gemeenteraad van VlissingeD. Zitting van Vrijdag middag te 2 uren. (Slot.) Voorzitter jhr mr Van Doorn, burgemeester. Afwezig de heeren Kloppers met, Wibauten Bakker zonder kennisgeving. Aan het einde der zitting, bp de rondvraag, zegt de heer Loois, dat in de besloten zitting der vorige raadsvergadering onder meer ook besproken is de uitslag der aanbesteding van onderhoudswerken voor wat betreft perceel I (verfwerk.) Voor dit werk, begroot op f 1820, waren bij de eerste besteding ingekomen twee geldige biljetten: een van den heer L. van Aartsen ad f 1744 en een van den heer H. C. Mos ad f 1625. Een biljet van den heer A. M, Lnitwieier, die ingeschreven had ad f 290 voor het onder houd en ad f 790 voor de verdere werken, was, al zijnde niet volgens de voorwaarden ingevuld, van onwaarde verklaard. Niettegenstaande nu de minste inschrijver 195 lager was dan de begrooting van den gemeentebouwmeester, werd het werk door burg. en weth. niet gegund, maar onmiddellijk een herbesteding uitgeschreven tegen 30 Dec- d. a. v., waarschijnlijk verlokt door het min dere bedrag ad f 365 van een waardeloos biljet. Terecht werd er, naar spreker meent, op gewezen, hoe door dat besluit de belangen van hen, die deugdelijke biljetten hadden ingeleverd» zijn geschaad; want waar nu eenmaal de prijzen van hen, die ernstig naar het werk hadden gerekend en zeer billijk hadden inge sen, hooge laarzen, een warm buis van haar vader en een oude seymoursoldaten hoed op, met een bandelier over den schouder, een revolver in haar ceintuur en een karabijn in de hand, terwijl haar gelaat een mengeling vertoonde van lachen en tranen en een aandoenlijke poging tot zelfbeheersching. Het volgende oogenblik voelde zij een omhel zing, die haar pijn deed en den adem benam. - „Gij zijt uw vaders lieveling! Gij zult gaanGod zegene uIk geloof vast dat hij u helpen zal. Is ze geen knap soldaatje, moeder?" maar de oogen der moeder waren verduisterd door de tranen, en de lippen van Loo waren niet zoo vastberaden en flink als het hartje van binnen, toen zij haar moeder her haaldelijk kuste. In een oogwenk was Bess, het paard van Loo, gezadeld en stond in de schaduw van de veekraal te wachten. De sneeuw, die den vijan den vlak in het gezicht woei, belette hen alle waarnemingen. Het eigenlijke gevaar begon eerat wanneer zij hun lijn naderde. Toen zij in het zadel sprong en Floyd haar buiten het hek bracht zei zij „Laat hem eerst bedaard loopen, Loo. Wij geven u vijf minuten voor, dan zullen wg afleiding bezorgen aan den anderen kant, met vuurpijlen en schneiders. Zoodra gij het eerste schot hoort, laat hem dan draven, zoo hard hij kan. Geef mij een schreven, algemeen bekend waren, stond bij eene herbesteding de weg tot inschrijving zelfs zonder berekening voor iedereen open. Nu was het zeer wel mogelijk geweest dat een andere aannemer, thans uitstekend voor gelicht, met het weik zou gaan strijken, tot schade en teleurstelling van hem, die reeds bij eerste inschrijving zijn biljet zoo laag mogelijk had ingevuld. Een voorstel om de herbesteding in te trekken en aan den laagsten inschrijver alsnog het werk te gunnen, kon, zoo werd beweerd, niet in behandeling worden geuomen, omdat burg. en weth. vrij waren in hun besluit. De uitslag na de herbesteding heeft boven aangegeven voorspelling, toen geuit, ten volle bewaarheid. Ingekomen waren 4 biljetten, waarbij in schreven de heeren :L. van Aartsen voor ƒ1744, H. C. Mos voor f 1625, M. C. Kroon voor f 1595 en A. M. Luitwieler voor f 1589, van welken laagsten inschrijver, die nu f 329 hooger inschreef dan het gezamenlijk bedrag van zijn, bij de eerste aanbesteding ingeleverd niet geldig biljet, het werk door burg. en weth. is gegund. Waar nu de minste der inschrijvers van de eerste aanbesteding de uitvoering van dit, vooral voor schilders belangrijk werk, door de ten onrechte uitgeschreven herbeBteding heeft moeten missen, betreurt spreker zeer den afloop dezer aan- en herbesteding, te meer wijl burg. en weth. volkomen vrij waren geweest gebruik te maken van art. 449 2e al. der A. V., waar geschreven staat„De gunning ge schiedt aan hem wiens inschrijving het meest aannemelijk voorkomt, zonder verplichting om den minsten inschrijver te nemen, noch om reden der gedane keuze te geven." De heer Van Raalte zegt, dat hij in de ge noemde besloten zitting adhesie heeft betuigd met het denkbeeld van den heer Loois en ook de meening heeft geuit, dat er geen redenen aanwezig waren voor eene herbesteding. Hem is de handelwijze van burg. en weth. zeer vreemd voorgekomen. Dit college is ver lokt door de lagere cijfers en kwam daartoe tot eene herbesteding, die het in het belang der gemeente heeft geacht. Er was een groot verschil tusschen de in schrijvingssommen, maar de verschillen hebben eene grens. Toen in de gesloten zitting is te kennen gegeven, dat de raad de herbesteding niet billijk achtte, bad men mogen verwachten dat de billijkheid ware betracht, waar bij de berbesteding zoo weinig verschil bestond tus schen den laagsten inschrijver en hem die daarop volgde. De aannemer van thans neeft gebruik kunnen maken van de hem bekende cijfers bij de eerste besteding en heeft nu zijn biljet f 300 hooger geschreven; waar burg. en weth. dit toelaten, is het een in de hand werken van oneerlijke practijken, wat afkeuring verdient. Wanneer de raad in het vervolg weder eens een wenk geeft, hoopt spreker dat burg. en weth. daarmede meer rekening zullen houden dan zij ditmaal gedaan hebben. De heer Verkuyl QuakkeSaar herinnert eraan, dat in de gesloten zitting de loop dezer ge schiedenis is medegedeeld. Er was twijfel of het inschrijvingsbiljet, dat f 300 lager was dan dat van den erop volgenden inschrijver,geldig was. Die twijfel was alleen op te lossen bij herbe steding. Deze is geschied met het bekende gevolg. Of de laagste inschrijver gebruik heeft ge maakt van de wetenschap, bij de eerste beste ding opgedaan, hebben burg. en weth. niet te bcoordeelen. Zij behoeven slechts te vragen of de laagste inschrijver is bekwaam voor zijn werk en genoegzaam gegoed; en waar dit het geval is, kan het college het werk gunnen. Een geheel gelijk geval heeft zich onlangs voorgedaan bij eene besteding voor bet depar tement van waterstaat te Middelburg. De heer Loois zegt, dat hij van de jeugd af met aanbestedingen bekend is. Wanneer een begrooting is opgemaakt en de laagste in schrijver is daar beneden of omstreeks gelijk er mede, dan wordt het werk gegund. Nu werd hier op een ongeldig biljet 9ngeveer een derde lager ingeschreven dan de begrooting bedroeg, maar daarmede kon geen rekening gehouden worden. Alleen de geldige biljetten komen in aanmerking. Dat de hoogere inschrijvers niet lager konden dan door hen werd ingeschreven, is bij de herbesteding gebleken. Het geval, dat de heer Verkuyl Quakkelaar aanhaalt, is van ganscb anderen aard. Dit laatste bestrijdt de heer Verkuyl Quak kelaar. De voorzitter merkt den heer Van Raalte op, dat het niet waar is ten minste wat kus, lief kind, God zij met uEr is een vuur pijl in uw zadeltasch, steek die af bij den Pas". Een oogenblik omklemde zij baar vaders hals, maar het volgende was zij verdwenen in de sneeuwstorm. Zoodra Floyd terug was, snelde hij met zijn kleine bezetting naar de achter zijde van het huis, waar op den oostelijken wal het vuurpijltoestel al gereed stond. Toen het tijd was schoot hij er een half dozijn af, in het dichtst bij gelegen troepje vijanden, tege lijkertijd met een salvo geweerschoten. De uit werking was tooverachtig de lucht weer galmde van angst- en verrassingskreten. Zij zagen zwarte drommen oprukken naar de aan gevallen plekeen tweede stel vuurpijlen ver lichtte een oogenblik een zeer verward tafereel, alsof zij met elkaar vochten, en tevens klonk van den stoep de stem van mevrouw Floyd„Zij is er door manZij is er doorIk zag haar den hoek omslaan en met haar hand wuivende, in galop voortrennen. Eenigen hunner zetten haar achterna". „Geef hun nog een lading, Bettie en dan allemaal naar binnen," zei Floyd naar voren loopende. Maar de sneeuw dreef als een wolk over de vlakte en het was onmogelijk om iets te zien. De vuurpijlen schenen de duisternis slechts te verlichten. „Er zal van nacht geen aanval gedaan hem persoonlijk betreft dat burg. en weth. geen rekening houden met de wenken van den raad. Hier echter was het een afgedane zaak, waarop niet meer kon worden teruggekomen. Er is wel gezegd: „trek de advertentie in," maar dat kon niet meeren er is in het col lege zelfs geen sprake van geweest, omdat daardoor het prestige van burg. en weth. zou lijden. De heer Van Raalte dankt voor de toezeg ging, dat in het vervolg rekening gehouden zal worden met de wenken, door den raad gegeven. Hij heeft er niet toe willen medewerken om in de besloten zitting een voorstel of motie te be handelen die vermoedelijk wel zou aangeno men zijn omdat het hier een daad van beheer gold, waaromtrent de raad alleen een wensch kan uiten. Na nog eene korte discussie tusschen de heeren Verkuyl Quakkelaar en Loois, is de in terpellatie geëindigd en wordt de vergadering gesloten. „Eigen Hulp" en den nachtarbeid van bakkers. Op een Donderdag te 's-Gravenhage door de besturen der drie coöperatieve bakkerijen aldaarDe Volharding, De Hoop en die van Eigen Hulp gehouden samenkomst is nader van gedachten gewisseld omtrent afschaffing van nachtarbeid en wel bepaaldelijk naar aan leiding van het bekende feit, dat het bestuur der laatstgenoemde vereeniging zich genood zaakt had gezien om den nachtarbeid weer in te voeren. Het bestuur van Eigen Hulp's bakkerij was vertegenwoordigd door vier leden, waaronder de voorzitter mr A. Slotemaker, die uitvoerig de redenen uiteenzette, welke tot het feit hadden geleid. Hij legde er wèl nadruk op, dat alleen door de ijzeren noodzakelijkheid gedwongen, een noodzakelijkheid, die voortkwam uit de houding der leden, die bij anderen zich gingen voor zien van versch brood het bestuur tot den maatregel was overgegaan, met het vaste voornemen om zoodra mede daartoe gehol pen en voorgelicht door de beide zusterver- eenigingen - er waarschijnlijkheid bestaan zou om de leden als broodverbrnikers te behouden, den nachtarbeid weder af te schaffen. Waar De Volharding en De Hoop htm bak- ruimte hebben uitgebreid en van de afschaffing van den nachtarbeid geen of geen noemens waard nadeel hebben ondervonden, daar leidt ook voor de bakkerij van Eigen Hulp de weg in die richting, nl. uitbreiding van bak- ruimte en achtte men het beter om zij het dan ook tijdelijk met nachtarbeid deze vereeniging te doen voortleven, opdat zij, zoo dra haar middelen het veroorloven, dien weg insla, haar leden dan ook 's morgens versch brood bezorge om hen als broodverbruikers te behouden, en zij dan weer door de weder-af- schaffing van den nachtarbeid een steunpunt te meer opleverde aan de beweging om alge meen tot die afschaffing te geraken. Alle tegenwoordige 25 leden van de drie be sturen waren bet hiermede eens. (Vad.) BENOEMINGEN ENZ. Bij kon. besluit is benoemd tot leeraar aan de polytechnische school G. J. van Swaay, thans leeraar aan de R. H. B. S. te Tilburg, uit welke laatste betrek king hem eervol ontslag wordt verleend is benoemd tot directeur van het post- en telegraafkantoor te Grouw J. K. van Loo, thans in gelijke betrekking te Blokzijl. De invoer van vleesch en vleeschwaren in België door middel van de pakketpost ge schiedt tot nadere aankondiging uitsluitend over Esschen, eiken Dinsdag en Zaterdag van zonsopgang tot zonsondergangover Lanaeken, eiken Vrijdag te 11 uren 's morgens; over Visé, eiken Dinsdag van zonsopgang tot 12 uren 's middags eu eiken Zaterdag van 12 uren 's middags tot zonsondergang. EERSTE KAMER. Bij de beantwoording der verschillende spre kers verdedigde de minister Borgesius den maat regel van landbouwconcentratie, de handhaving van mond- en klauwzeer onder de besmettelijke ziekten en de faenltatiefstelling van het Griekseh op de gymnasia. Hij beloofde steun aan particuliere kweek scholen en ambachtsscholen ook voor vrouwen. Verder zegde hij toe verbetering der drank wet met handhaving van haar beginsel en, zoo worden, moeder. Kom dus liever binnen en ga liggen; want morgen zullen we onze krach ten noodig hebben, indien Loo niet in tijds terug is". Zoo viel de nacht en door storm en duis ternis, omringd door den vijand, reed Loo, met bijna 40 mijlen in 't verschiet, eer zij hulp kon bereiken. Met een snel en luidkloppend hart naderde Loo met elke minuut meer en meer het Ba- soeto kamp. Zon die beloofde afleiding dan nooit komen Elk oogenblik nam haar onrust toe. Zij keerde zich om en keek achter zich. De sneeuw joeg in haar gelaat, benam haar den adem en het gezicht. Er was nergens een teelten te bespeuren. Eensklaps hoorde zij een gesis dat haar deed opspringen in het zadel, gevolgd door een vurige slang door de lucht. Zij vernam de verschrikte kreten der Basoeto's, het geklater der schilden en speeren. Maar zij luisterde niet meer. Met het hoofd bijna op den hals van haar paard gebogen, zette zij de sporen in de zijde van het trouwe dier, op een wijze die Bess nog nooit onder vonden had, en het schoot als een pijl uit een boog door een rij Basoeto's, wierp er een op den grond, vertrapte een ander en vlood in de duisternis. Hoe vlug zij ook geweest was, vlogen er toch eenige speeren langs haar heen, en zij noodig, eenige uitbreiding der thans beperkte progressie voor gemeentelijke belastingen. Het hoofdstuk Binnenlandse/ie Zaken is daarop aangenomen, benevens het ontwerp tot wijziging van het overgangsrecht op onroerende goederen voor niet-ingezetenen. Hierna kwam het hoofdstuk Financiën aan de orde. Daarbij werden de in de stukken behandelde punten nader besproken. De minister gaf geruststellende verklaringen omtrent den toestand van het muntwezen. Ook dat hoofdstuk werd, na bespreking van enkele punten, reeds in de Tweede kamer be handeld, aangenomen, evenals het hoofdstuk Onvoorziene ui'gaven. Heden voortzetting der beraadslagingen. Men zie Laatste berichten. ONDERWIJS. In Middelburg en in Ylissingen zijn zes leden van de onlangs opgerichte Ver eeniging van Hoofden van scholen in Nederland. Te Leiden is geslaagd voor het eerste gedeelte van het arts-examen de heer J. O. Diehl. KERKNIEUWS. Bij de begrafenis van den heer N. de Jonge, predikant, op de algemeene begraaf plaats te Utrecht, was zeer veel deelneming. Verschillende hoogleeraren, predikanten, evan gelisten, eene deputatie van de door den over ledene te Brussel gestiehte evangelisatie en tal van andere personen van allerlei rang en stand, waren bij de groeve vereenigd. De baar werd gedekt door zeven bloemstukken. Gesproken werd door de heeren prof. dr J. J. P. Yaleton Jr, dr A. W. Bronsveld van Utrecht en W. Hoek, predikant, en Chrispeels, evangelist te Brussel. Een zoon van den overledene dankte namens de familie. RECHTSZAKEN. Donderdag stond voor het gerechtshof te 's Gravenhage terecht L. de S., zonder beroep en zonder bekende woon- of verblijf plaats (in hechtenis), ter zake dat hij den 17n September des vorigen jaars te Vogelschorpolder (Terneuzen) in de woning van P. Dh. aldaar, tot welke woning hij zich den toegang had verschaft door een of meer glasruiten in een venster dier woning stuk te breken en door de daardoor ontstane opening naar binnen te klimmen, heeft weggenomen een gouden ket ting, waaraan een kruis bezet met diamanten, en eenige gouden voorwerpen. De Middelburgsche rechtbank legde beklaagde, die zeer ongunstig beleend stond, te dier zake bij vonnis van 7 Dec. 11. 3 jaren gevangenis straf op. Mr H. L. Asser, beklaagde als toegevoegd raadsman ter zijde staande, vroeg oplegging van een lichtere straf, daar Z.Ed.Gestv. van meening was, dat die, zoo zwaar, den man eer slechter dan beter zal maken. Mr Reitsma, het O. M. waarnemend, requi- reerde bevestiging van het veroordeelend vonnis Verschillende Berichten. Onze koninginnen schonken een vorstelij ke bijdrage voor het gedenkteeken ter eere van wijlen prof', dr C. H. D. Buys Ballot. Het bericht dat er in Rotterdam een Hoogduitache Opera zal komen berustte op een misverstand. Prof. A. G. van Hamel te Amsterdam is ongeveer hersteld en heefthet voornemen reeds over drie weken zijn colleges te hervatten. De Vrijzinnige vereeniging Deventer koos tot voorloopige candidaten voor de Tweede kamer (vacature-Stoffel) de heeren dr J. M. J. Hoog, uit Terwolde, en J. van Loe- nen Martinet. Dewflfei den moord beschuldigde persoon te Leur heeft in de gevangenis getracht zich op te hangen. Hij moest aan een der maréchaus- sées verklaard hebben, zich liever te dooden dan te bekennen. In den nacht van Donderdag op Vrijdag heeft een brand gewoed in een kleerenmagazijn op den Nieuwendijk te Amsterdam, waardoor een groote massa gemaakte kleederen, bestemd voor de opening van een nieuwen winkel, ver nield werd. De directe schade is door assuran tie gedekt. Een bewoonster van de Spui straat aldaar gaf der politie kennis, dat zij in hoorde hoe men haar achtervolgde, Totdat het tweede stel vuurpijlen opging, veranderde zij niet van houding en draafde in volle vaart voort. Doch toen kon zij de verzoeking niet weer staan om even om te zien en een zegekreet te slaken, hopende dat men haar tehuis bij het schijnsel zou zien. Dat deed men ook, maai de Besoeto's zagen haar ook. En haar kreet werd beantwoord door een niet minder luid gegil, van zeven of acht vijanden, die haar na holden. Haar spoor was niet te missen. De weg naar den Pas was in zulk een nacht de eenige begaanbare. Maar bij zulk een jaeht deed het getal er niet toe, zoolang de top niet bereikt was. Bergopwaarts was er slechts plaats voor éen op het smalle paadje. Maar op den berg rug! Loo rilde als zij dacht hoe zij haar daar zouden omsingelen. Zij klemde echter de tanden op elkaar en zette Bess steeds meer aan. En Bess wist dat dit geon noode- looze gril was. Het paard keüde de beteekenis van die woeste kreten en bracht zijn geliefde meesteres met eiken stap verder van hare vervolgers. Door stroómen en ravijnen, over losse steenen, onhoorbaar over fluweelige grastapijten, hier uitwijkende voor een vooruitstekende rots daar alle krachten inspannende om een sprong te doen in de duisternis, vliegen zij voort, voort,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 5