MIDDELBIRGSCHE COURANT. N°. 20. 141e Jaargang. 1898. Dinsdag 25 Januari. Deze ooTirant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2. Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer Middelburg 24 Jau. 8 u. vm. 45 gr. 12 u. 48 gr., av. 4 u. 46 gr. F. Verw. tam. kr. N. W. wind. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór één aar aan het bureau bezorgd zijn. Advertentiën: 20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratia aan het bnrean te bekomen. Middelburg 24 Januari. H. J. BOOL, f Uit Utrecht komt het bericht van het over lijden van dezen verdienstelijken en bekwamen man, die 27 Februari 1828 te Sclioondyke werd Na eerst bij de registratie werkzaam geweest te zijn, werd bij in 1849 benoemd tot steno graaf bij de Staten Generaal, doch tien jaar later aanvaardde hij de betrekking van commies bij het Ministerie van binnenlandsche zaken. In 1863 vertrok bij als ambtenaar naar Indië, waar bij ruim twintig jaren verbleef en opklom tot directeur van financiën, later van burger lijke openbare werken. Na zijne terugkomst vestigde hij zich te Amsterdam, doch in het belang der opleiding van zijn zoons vertrok hij later naar Leiden, waar hij tot lid van den raad gekozen en ver volgens tot wethouder benoemd werd en tot curator der Indische inrichting. Velen onzer lezers zullen zich nog wel her inneren, dat hij in 1881 in het district Mid delburg candidaat der liberalen was voor lid der Tweede kamer. 1 Dec. van dat jaar werd hij als zoodanig gekozen verklaard, daar van de 1962 geldige stemmen er 989 op hem waren uitgebracht tegen 968 op mr P. C. 't Hooft, anti-revolution- nair, te 's Hertogenbosch. Er waren toen echter te Retranchement 16 briefjes ingeleverd, welke alle, of bijna alle, niet met het stempel dier gemeente maar met dat van Sluis waren gestempeld. Deze 16 briefjes werden door het stembureau ongeopend terzijde gelegd. Daarover is heel wat te doen geweest, maar het einde was, dat de verkiezing nietig ver klaard en eene nieuwe uitgeschreven werd. Deze had 4 Januari 1882 plaats en daarbij werd xnr P. C. 't Hooft gekozen met 1228 van de 2338 geldige stemmenterwijl de heer Bool er 1109 verkreeg. Zes jaar later, in 1888, koos het district Leiden hem echter tot zijn afgevaardigde, maar het vorig jaar, na de nieuwe kiesrechtregeling, wenschte hij als zoodanig niet meer in aan merking te komen. Verschillende beschouwingen van zijne hand zagen het licht. Zoo schreef hij: Engeland"s StaatsinstellingenHet wettelijke armwezen; De Luxemburgsche coup d'état; Het Regeerings- reglement in N.-Indië met aanteekmingenen onderscheidene opstellen in de Tijdspiegel, de Economist, de Indische Gids, enz. De heer Bool, die ridder was van den Neder- landsche Leeuw, was een man van'groote admi nistratieve kennis, vooral wat onze koloniën betreft, van groote werkkracht, van een oprecht en edel karakter en de vrijzinnige beginselen toegedaan, in 't bijzonder waar het de Indische politiek gold. Dit bleek nog duidelijk uit zijne jongste pennevrucht, getiteldNiet exploi teren, maar regeeren. Ieder, die dezen beminnelijken man van nabij kende, waardeerde hem hoog. Klerken bij Registratie en Domeinen. De Bond van klerken, werkzaam bij de regi stratie en domeinen in Nederland, heeft in zijne Zondag middag te Amsterdam gehouden buiten gewone vergadering, na diseüssie, de volgende motiè aangenomen 1 „De buitengewone algemeene vergadering enz. spreekt, als hare meening uit: 'dat het door eenige heeren inspecteurs der 'registratie aan hunne klerken aangezegd ont slag, gedaan naar aanleidingjeener miniaterieele Resolutie dd. 11 Januari 1898 no 51, is in strijd met de eischen der billijkheid; draagt het bestuur op deze motie ter kennis •te brengen van Z. E. den minister van financiën machtigt het bestuur verder in deze treurige "Sftak alle geoorloofde middelen, die kunnen bevorderlijk zijn aan de belangen van bedoelde klerken, aan te wenden." Verder werd eene commissie benoemd tot aanbieding van een request in casu aan den minister van financiën. Agenten. Te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholea: W. A. vam nleüwemhüijzem. De St. Ct. bevat een kon. besluit van den 29sten December 3897, tot vaststelling van een politie voor de scheepvaart en de vlotvaart op de Merwede, de Noord en de Nieuwe Maas. Door het gerechtshof te Amsterdam is, ter vervulling van eene vacature van raadsheer in dat college, opgemaakt de navolgende alphabetische lijst van aanbevelingmr. J. H van Goormr. A. J. Karseboom, rechters in de arr. rechtbank te Amsterdam, en mr. F. A. van Leeuwen, rechter in de arr. rechtbank te Utrecht. In April a. zal een vergelijkend onderzoek worden gehouden voor de betrekking van adspirant-opzichter der telegraphic, waarvoor drie plaatsen worden opengesteld. De adspirant opzichters genieten een bezoldi ging van f 50 per maand. Zij kunnen, na een diensttijd van tenminste twee jaren, en na voldoende blijken van ge schiktheid te hebben gegeven, dingen naar de betrekking van opzichter der telcgraphie, aan welke betrekking een jaarwedde van f 1000 tot f 2400 is verbonden. Heeft een adspirant. opzichter na verloop van vijf jaren aan het examen voor opzichter der tweede klasse niet voldaan, dan wordt hij uit 's rijksdienst ont- igen. De candidaten behooren zich vóór 16 Maart a. s. tot den directeur-generaal der posterijen en telegraphie te wenden bij een op zegel ge steld verzoekschrift, met nauwkeurige opgaaf van naam, voornamen en woonplaats. Voor nadere bijzonderheden zie men de St. Ct. no. 18. BEAOEMIKGEA ENZ. Bij kon. besluit: is benoemd tot ontvanger der directe belas tingen enz. te Ylaardingen c.a. A. Beyerinck, ontvanger der directe belastingen en accijnzen te Alphen c.a. is de met verlof hier te lande aanwezige lste-luit. der genie van het leger in N.-I. L. J. R. Geene, ter zake van lichaamsgebreken, op zijn verzoek, eervol uit den militairen dienst ontslagen, met toekenning van pensioen. Deze week verleenen de ministers van justi tie en van oorlog geene audiëntie. EERSTE KAMER. In haar antwoord op het afdeelingsverslag omtrent de Algemeene beschouwingen over de Staatsbegrooting van 1898, dankt de regeering voor de waardeering, waarmede namens vele leden over haar optreden en samenstelling ge sproken is. Tevergeefs zochtderegeeringnaar bewijzen dat een antirevol. kabinet in verband met de katholieke staatspartij met evenveel recht had kunnen optreden. De regeering ver trouwt, dat zij bij zeer vele van hare voorstellen steun zal vinden bij hen, die niet tot hare geestverwanten in algemeenen zin behooren. Dat de regeering door aankondiging van af- :haffing der dienstvervanging en leerplicht een twistappel zou hebben op geworpen, ontkent zij, al hebben die voorstellen niet aller sympathie. Nuttige maatregelen voor de weerbaar heid van ons land en van onze koloniën mogen niet achterwege worden gehouden. In zake het arbeidscontract sluit de regeering zich aan bij die leden die bet onge raden achten ten deze het initiatief der kamers van arbeid af te wachten, in stede van zelf de handen aan het werk te slaan. De ontwerpen op het militair straf recht en de krijgstucht zijn reeds bij de Tweeds kamer ingediend. Ten aanzien van het kiesrecht blijft de regeering bij de door haar afgelegde duidelijke, onomwonden verklaring. Voor pessimistische beschouwingen in zake den financieelen toestand bestaat geen aanleiding en evenmin bestaat er grond dat Indische tekorten gedekt zullen moeten worden door bijdragen uit inkomsten der Nederlandsche schatkist. De wenschelijkheid van de afschaffing der Rij kstollen op land- en waterwegen hoopt de regeering te zijner tijd nader in het licht te stellen. Dit denkbeeld om alle goederen, die hier te lande in voldoende mate worden voortgebracht met invoerrechten of met zwaardere in voerrechten te belasten, vindt bij de reg. geen steun. In het algemeen erkent de reg. de waarheid der opmerking, dat de voorstellen tot verhoo ging der uitgaven bij de behandeling der staatsbegrooting niet wenschelijk zijn te achten. De reg. ontkent dat intrekking van alle aanhangige wetsontwerpen vertraging heeft teweeggebracht. Onderzoek omtrent de werking van art. 243 der Gemeentewet blijft de reg.gewenscht achten. Aan de nota van den heer Fransen v. d. Putte omtrent de marine heeft de regeering hare aandacht gegeven. UIT STAD EN PROVINCIE. Bij kon. besluit zijn benoemd bij de rus tende schutterij in de provincie Zeeland, bij het 3de bata\jon, tot lste-luit. J. Kake- beeke, thans 2de-luit.tot 2de-luit. jhr. J. E. Lewe van Nijenstein, A. Geill en J. Welleman. allen thans schutter. Voor Zeeland bedraagt over 1898 de verhouding tusschen de belastbare opbrengst en de grondbelasting van de gebouwde eigen dommen 0.0874255 en van de ongebouwde 0.085399999. Over 1897 waren deze getallen even groot, zoodat geene verandering in de belasting is gekomen. Bij het examen van wege de vereeniging van handelsbedienden Mercurius is o. a. ge slaagd voor boekhouden de heer J. M. de Rijke te Middelburg. Voorde vacante betrekking van gemeente- bouwmeester te Vlissingen, op een jaar wedde van f 1400, benevens vrije woning heb ben zich niet minder dan 65 sollicitanten, waaronder 1 ingenieur, aangemeld. In 1896 was het aantal sollicitanten naar die betrekking ook 65. Vad Zaterdag hield de Bond van Zangvereeni- gingen voor Gemengd Koor in Zuid-Beveland en Walcheren, onder de zinspreuk Zang Ver edelt, in de Prins can Oranje te Goes zijn tweede algemeene vergadering. Van de acht vereenigingen waren er zes door een paar afgevaardigden vertegenwoordigd. Na eene herinnering aan het eerste zangersfeest, te Veere gehouden, werd medegedeeld dat de zangvereeniging van Vrouwepolder het lidmaat schap had opgezegd en die te Westkapelle als lid wenschte toe te treden. Aan dit verlangen werd na ballotage voldaan, zoodat de Bond nu negen vereenigiugen telt, en wel: Vooruit te Waarde en U. d. I. te Oost- en W.-Souburg, Tot Nut en Uitspanning te Nieuw- en St Joosland, W. d. I. te Veere, Tot Oefening en Uitspanning te Borssele, benevens de zang vereenigingen van Domburg, Aagtekerke en Westkapelle. De heer H. de Priester van Borssele werd tot tweeden secretaris gekozen. Met algemeene stemmen werd besloten de feestvergadering of het zangersfeest op 17 Juni 1898 te Domburg te houden. Op dit feest zullen door alle zangers der aangesloten ver eenigingen drie Bondsliederen gezongen worden en door elke vereeniging afzonderlijk nog een viertal nummers. In de Zaterdag te Waarde gehouden Raadsvergadering werd op een verzoekschrift van den heer Geijl, arts te Krabbendijke en gemeente-geneesheer te Waarde, met algemeene stemmen besloten diens salaris van f 200 op f 350 te brengen. Deze f 150 is eene tege moetkoming voor het houden van paard en rijtuig. Vervolgens werd besloten om, lettende op de vingerwijzing van Gedeputeerden, den hoofdelijken omslag met f 175 te verhoogen. Te Wemeldinge overleed, in den ouderdom van 93 jaar, de oud-strijder C. Da- gevos, drager van het metalen kruis. Men schrijft ons uit S cb er pe a isae: Naar aanleiding der tegenspraak van het bericht omtrent eene dienstbode, die te 's Gra- venhage door een vreemd persoon met moord aanslag bedreigd werd, gevoel ik mij verplicht het volgende op te merkea Bedoelde dienstbode, Marie Duijnhouwer, thans alhier wonende, bekend als een eerlijk en oprecht meisje, dat in een netten kring is opgevoed, heb ik nog eens omtrent de zaak ondervraagd. Zij verzekerde mij, dat zij zich aldus heeft toegedragen. Zij was tijdens het gebeurde in betrekking bij den heer Stokhuizea, schout bij nacht te's Gra- venhage, Riouwstraat 29. Bij dezen werden achtereenvolgens drie brieven afgegeven, éen in de brievenbus en twee onder de deur, ge adresseerd aan de dienstbode van den heer Stokhuizen. Tegenover dezen heer wonen de heeren Knottenbelt, die 21 Dec. 's middags ongeveer 4 uur een persoon een brief in de bus hebben zien werpen. De heer Stokhuizen is met de dienstbode naar het politiebureau op het Alexanderveld gegaan en heeft de drie brieven aan den com missaris van politie overhandigd. Bij onder zoek bleek dat het dezelfde schrijver waB, die aan een andere dienstbode, wonende in de Celebesstraat, eveneens een dreigbrief had ge schreven. De dijkraad van het calamiteuze water schap Scherpenisse stelde j.l. Vrijdag vast de omschrijvingen der in het dienstjaar 1898/99 aan de zeewering uit te voeren werken tot een gezamenlijk bedrag van f 11.288,94. Daar onder behooren 9407,59 voor het over 204 M. lengte verhoogen en verbreeden van den bui tenberm van den zeedijk tusschen dedijkpalen 23—26 en het, in verband daaarmede, optrek ken der voorliggende steenglooiing. De lage ligging van dezen berm én het, tengevolge daarvan, beschadigen van het buitendijksbe loop bij zware stormvloeden maken deze ver betering noodzakelijk. De overige f 1881,35 zijn bestemd tot ge woon onderhoud dér andere verdedigingswer ken met inbegrip van die der zee- en wacht- sluis en der poldergebouwen. De beslissing in zake de plannen tot ver-I betering van het vaarwater voor Philippine kan binnenkort verwacht worden. Het overleg tusschen de departementen van waterstaat en financiën waarvan de minister van water staat bij de behandeling der begrooting voor gewaagde is afgeloopen met het voor Philippine gunstige resultaat, dat de regeering besloten heeft, een kanaal aan te leggen. Tegelijkertijd zullen de schorgronden in den Brakman ingedijkt worden. De bevolking van Yzendijke, die op 31 Dec. 1896 bestond uit 1366 m. en 1438 vr. dus 2804 personen, steeg in den loop van 1S47 tot 2879 personen, 1408 m. en 1471 vr. In die gemeente werden in dat jaar geboren 36 j. 32 m. en vestigden zich 167 m. en 102 vr., terwijl er overleden 16 m. en 11 vr. en ver trokken 145 m. en 90 vr. Een oude arbeider te St. Kruis, die Zaterdag bezig was met het gewaai van tron ken af te hakken, had het ongeluk uit eene tronk te vallen, waardoor hij een been brak- Een schandelijk feit heeft, naar men ons meldt, Vrijdag avoDd plaats gehad by den landbouwer P., die aan het begin van het Naaste Padje op den weg van Goes naar 's-Gravenpolder woont. Toen die landbouwer dien avond te half negen met zyne meid, die een lantaarn droeg, in de schuur kwam om de beesten te voeren, vonden zij twee mannen in de schuur, die terstond de lantaarn uit de hand der meid sloegen en haar met een ijzeren voor werp een klap op het hoofd gaven. Eene worsteling ontstond daarop tusschen de vier personen, waaraan een eind gemaakt werd door het optreden van een gespierden huisgenoot, die de inbrekers verdreef. De politie is in kennis gesteld met het gebeurde, dat veel schrik in de buurt teweeg bracht. Van andere zijde zendt men ons de volgende lezing van het gebeurde: Te ongeveer half acht ging een van de ge broeders P., die als zeer rijk bekend staan, met de oudste dienstbode in den stalde meid droeg de lantaarn om bij te lichten by het voederen. Plotseling stond een kerel voor hen, die P. onmiddellijk aanviel met een bont of as van een slijpsteen. De aangevallene werd in het gezicht verwond en er ont stond een formeele worsteling. Toen de dienstbode naderde om hulp te verleenen werd haar de lantaarn ontrukt. De tweede, kleinere dienstbode kwam op het gerucht toeloupen en riep den anderen broeder P. Deze kreeg den aanvaller, die eerst met een zak over het hoofd had geloopen, welke onder de worsteling afge vallen was, en die nu bleek zijn gelaat zwart gemaakt te hebben, onder de knie. Terwijl men licht ontstak, werd de hulp der buren in geroepen, maar middelerwijl wist de aanrander op de been te komen en te ontvluchten. Het bleek dat hy met voorbedachten rade sommige deuren had ontgrendeld, om eventueel gemak kelijk zich uit de voeten te kunnen maken. Men vermoedt dat hij door een ingeslagen venster der mendeuren is binnengeslopen en dat het plan bestond diefstal te plegen. Het gezicht van den aangevallene, die, evenals de dienstbode, van ontsteltenis ziek ligt, is op verschillende plaatsen verwond, terwijl bloed, sporen op den dorachvloer zichtbaar zijn. POST EN TELECRAAF. Op het rijkstelegraafkantoor te Zierikzee werden in 1897 behandeld 19747 telegrammen, tegen 16671 in 1896. Op het postkantoor aldaar werden ontvangen 187943 gefrankeerde en 1428 ongefrankeerde brieven, 93079 enkele hinnenl. briefkaarten en 770 dubbele; verder 266119 couranten van en 96547 van 1 cent, 170572 andere drukwerken, 3588 monsters, 34288 dienstbrieven, 4171 ge wone aangeteekende brieven en 1178 met aan gegeven geldswaarde ad f 501.467.90. Voorts werden aldaar gedeponeerd om elders te worden ingevorderd 5340 quitantiën tot een bedrag van f 85.156.64, waarvan werden betaald 4195 stuks tot een bedrag van f 57.457.39 Op elders gedeponeerde quitantiën werd te Zierikzee ingevorderd een bedrag van f 128.913 73. De inlagen op spaarbankboekjes bedroegen f 49.617.01*, de terugbetalingen f 35.028.36. Aan postwissels werd gestort f 24.2712.01' en uitbetaald f 168.978.20. De verkoop van zegels en formulieren beliep f 26.919.46. Verzonden werden 20695 binnenlandsche postpakketten, waarvan aangeteekend 46 stuks tot een bedrag van f 6511.40 en met verreke ning 277 tot een bedrag van f 924.57. Naar 't buitenland werden verzonden 125 stuks; vandaar ontvangen 478. Ontvangen werden ongeveer 25000 binnenl. j postpakketten. ONDERWIJS. Zeer groot was het aantal van hen, die heden middag van hunne belangstelling blijk gaven, toen op de algemeene begraafplaats het lijk werd bijgezet van mejuffrouw J. J. Jonk, sedert 1872 hoofd der Christelijke meisjesschool in de Molstraat alhier. De lijkkist werd gedragen door onderwijzers aan christelijke scholen en was bedekt met tal van kransen van levende bloemen, waaronder van de leerlingen der school eh leerlingen der christelijke normaallessen. In den lijkstoet bevonden zich, behalve de verwanten, een vijftal predikanten der Ned. Herv. gemeente, de onderwijzeressen der school, vertegenwoordigers van vereenigingen op het gebied van het christelijk onderwys en eene deputatie uit het bestuur der school. Vóór het lijk in den grafkelder werd neder gelaten, zongen een zestigtal leerlingen der school, allen een rouwstrik dragende, de twee eerste verzen van gezang 260 Zalig zijn dc dooden, die in den Heere sterven. Nadat de laatste tonen van het lied waren weggestorven, trad de heer A. B. ter Haar Romeny, predikant, naar voren om, herinne rende aan de zooeven gezongen woorden, er op te wijzen, hoezeer die bij dit graf passen, omdat de overledene in alle opzichten een vrome is geweest. Hij stelde in hét licht hoe zy haar kruis heett gehad en ernstige moeilijk heden heeft ondervonden, maar hoe zy daar door is gelouterd en geheiligd. Het leven van de overledene was aan den Heer gewijd, maar ook was het een leven voor den naaste. Omdat aan te toonen, wees spre ker op de familie, wier steun en toevlncht zij was, en op de school, die zij zoo lang gediend heeft en die onder haar leiding zoozeer is ge worden eene christelijke school. Met hare vele gaven heeft raej. Jonk ge woekerd in het belang der kinderen, die aan hare zorg waren toevertrouwd en door haar niet alleen naar den geest maar ook naar het hart werden ontwikkeld. Maar ook buiten de school heeft zij geholpen waar zij vermochten velen getroost en gesterkt. Zij heeft allcrwege zegen verspreid en zich steeds gegeven ter wille van anderen. Menigeen heeft veel aan haar te dankenen door haar heengaan is een groote leegte veroorzaakt. Wat zij doen moest, deed zij gewillig en blijmoedig; en zoodanigen als zij sterven niet maar ontslapen. Spreker herinnerde aan het kort geleden ge vierde feest van het vijf en twintig jarig be staan der school, hoe daar dezelfde meisjes, die thans met tranen in het oog en tranen in de stem haar het laatst vaarwel toebrachten, een fees lied aanhieven en der onderwijzeres zegen toebaden. Die bede is verhoord, want mejuffrouw Jonk is in haar Heer ontslapen. Spreker eindigde met een woord van dank aan de overledene, voor wat zij deed aan hare familie, voor hetgeen zij verrichtte in het be lang der kinderen, in dat der onderwyzeressen, in éen woord in het belang van allen die haar ontmoetten op hun weg. Haar voor beeld strekke velen tot navolging Hierna bracht de heer A. Rademaker, hoofd der christelijke school voor on- en minvermo genden, der overledene vriendin een woord van dankbare hulde namens de christelijke onder wijzers. Hij wees erop, met hoeveel liefde zij voor dat onderwijs was bezield, en hoe zy daarvan steeds blijken deed. Zy kende geen jaloezie ten opzichte van andere scholen, maar werkte steeds mede tot den opbouw ervanzelfs wanneer haar school gedrukt werd, was zy te vinden om andere te helpen. Haar solidariteitsgevoel zal steeds in dank bare herinnering hiyven voortleven. „Vaarwel, lieve zuster" zoo ving daarop de heer L. C. Breebaart, hoofd van de bijzon dere school voor christelijk uitgebreid lager onderwijs alhier aan „gij die ons meer zijt geweest dan een bloedzuster had kunnen zyn om vervolgens te schetsen wat de overledene was geweest als mede-onderwijzeres aan do christelijke normaallessen. Hij stelde in het licht hoe haar nooit iets te veel was in het belang dier lessen, waaraan zij zoozeer hare krachten wijdde. Hij herinnerde eraan hoe de leerlingen dier school in haar eene tronwe pleitbezorgster verliezen, die altijd verzach tende omstandigheden wist aan te voeren in het belang der leerlingen en hoe zij, die een drietal jaren aan die lessen werkzaam was, steeds met liefde en ambitie hare taak waarnam. Hij verzocht daarna een der leerlingen der normaallessen een palmtak ter gedachtenis op de lijkkist neer te leggen, eraan herinne rende dat de overledene een zoodanige bij haar feest niet had begeerd. Hij eindigde met de ontslapene nogmaals een vaarwel toe te roepen. Eindelijk sprak nog de heer N. M. de Ligt,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 1