FEUILLETON.
BIJVOEGSEL
YAH DE
Maandag 24 Jannari 1898, no. 19.
Middelburg 22 Januari.
EEN BIDDAG.
De Standaard behandelt nu ook de vraag,
reeds vroeger gedaan, of de dag der inhuldiging
van onze Koningin niet een godsdienstig
karakter behoort te dragen, en vooralof niet
de Landsregeering zelve zulk een biddag heeft
uit te schrijven.
Wat de eerste vraag betreft, Bchreven wij
vroeger reeds dat gemakkelijk op zulk een dag
iedere kerkelijke gezindte een godsdienstoefe
ning kan uitschrijven.
Maar de vegecring dient zich daarbuiten te
houden.
Zoolang zij regeert over personen van ver
schillende kerkelijke en godsdienstige meening,
zelfs over menschen, die met de kerk zich niet
inlaten, en dan ook aan zulk een biddag niet
hechten, heeft zij, huldigende ieders vrijheid in
deze, geen recht een biddag te decreteeren of
uit te lokken. Zij zou daardoor zich begeven
op een terrein dat bet hare niet is; en waarop
zij, eenmaal éen stap gezet, allerlei moeilijk-'
heden zou ondervinden.
Invloed van alcohol op de hersenen.
In een Donderdagavond door de afdeeliug
Haarlem van den Nederl. Onderwijzers-Propa-
ganda-club (voor drankbestrijding) belegde ver
gadering, trad als spreker op dr G. C. van
Walsem, geneesheer aan het gesticht Meerenberg
te Bloemendaal, die o. a. den invloed naging
van het alcoholgebruik in het maatschappelijk
leven.
Dat het geheugen schade lijdt bij het ge
bruik, achtte hij, blijkens het verslag in de
Opr. Haarl. Crt, zeker, doch de maatschappe
lijke dosis is over het algemeen geringer dan
men denkt, de invloed dus ook. Dat de geheel
onthouders geestelijk gezonder waren dan de
matige gebruikers, was spreker evenwel nimmer
gebleken.
Voor ons individueel, voor ons hygiënisch
leven meende spreker, dat het goed was een
weinig te drinken, toch en hier legde hij
een nadruk op is voor velen, en er zijn ex-
zoo meer dan men denkt, niet-drinken het
eenige goede.
Niet-drinken heeft een keerzijde, de betee-
keiiis van het lichamelijk en zedelijk welzijn,
de vreugde wordt daardoor voor een groot
deel weggenomen en de meening van ds De
Koe werd door spreker gedeeld, dat de her
innering van vreugd, gesmaakt bij een tintelend
glas wijn, het geheele leven lang haar gunstigen
invloed deed gevoelen.
Toch, hoe ongaarne spreker de herinnering
aan gemaakte vreugde zou vergeten, hij moest
met prof. Fick te Würzburg erkennen, dat de
kamp tegen den alcohol gewichtiger was dan
alle andere, dat daarmede de grootste belangen
samenhingen en dat daarom het streven der
onderwijzers steun verdiende.
Spreker besloot met de woorden„Helpen
wij dan dien toestand voorbereiden."
BENOEMINGEN ENZ.
Bij kon. besluit is benoemd tot hoogleeraar
aan de Polytechnische school dr J. L. C.
Schroeder van der Kolk, thans tijdelijk lector
aan de Gemeentelijke Universiteit te Amsterdam.
De gewone audiëntie van den minister van
justitie zal aanstaanden Woensdag niet plaats
hebben.
ALINE.
3. Uit het Fransch.
VAH
PAUL BO.URGE fc
Er verliepen weer eeüigo maanden. Het
was hef ile Kerstfeest sedert den dood van
Aline en cr hadden vele veranderingen plaats
gehad. Ik was nu een jongen van dertien
jaar, die reeds zijn eerste sigaar gerookt bad,
en ik bevond mij op een zekeren Donderdag
in dien tuin waar Aline zoo gaarne was, vlak
bij die rij stamrozen, waar ik voor haar zoo dik
wijls van die mooie kleine insectjes gezocht
had, goudhaantjes die in de harten der rozen
slapen. De oude dame met de grijze krullen
zat nog altijd voor het raam op de eerste
verdieping, maar daar er een ladder door het
r.aam was gevallen, was de ruit die groener
was dan de anderen, verdwenen. Mietje was
ook weg. Ik had haar op een middag in het
speeluur op den stoep van de plaats mijner
school zien komen. Zij had mij in de spreek
kamer laten roepen en de goede ziel met haar
groezelig gelaat dat dezelfde kleur had als
de noten die zij voor mij uit haar zak haalde
vertelde mij een nieuwtje dat ik ongeloof
lijk vond. De vader van Aline hertrouwde
met een weduwe, die een dochtertje van acht
jaar had. Dat meisje moest de kamer van
Aline bewonen.
Mietje vertelde my, dat zij haar dienst bad
Kroon-insigniën van het Oranjehuis.
Dezen worden door de Amst. Crt. aldus be
schreven
De kroon is saamgesteld uit een rood fluwee-
len toque, dienende om de kroon rondom het
hoofd te doen passendeze toque is omvat
door een gouden band, welke met edelgesteen
ten van fonkelende kleuren als saphiren, sma
ragden en andere omzet is; de rand van de
bandeau is geschulpt en heeft zestien punten,
van welke acht door een fraaien parel bekroond
worden, terwijl de acht anderen zich door ge
dreven gouden bladen vereenigen met acht ge
bogen gouden bandelieren, die de eigenlijke
kroon uitmaken en, zich bovenaan dezelve
vereenigende, aldaar gevat en bekroond wor
den door een gouden wereldbol, met een gou
den kruis. Deze acht bandelieren, van onderen
breed, doch allengs smaller toeloopende, zijn
bezet ieder met negen paarlen, die deze zelfde
evenredigheid volgenwaar de bandelier breed
is, groot zijn, en waar die smal wordt, allengs
kleiner worden. De bandelieren zijn van mat
goud en de randen van glad en gepolijst goud.
De schepter is van zilver, zwaar in 't goud
verguld, met palmettos ft Vantique. De schepter
is een meter lang, behalve den zich daarop be
vindenden appel. Het kapiteel daarvan, waarop
de Rijksappel met het kruis geplaatst is, is
naar de Korinthische orde vervaardigd.
De Rijksappel is insgelijks van zilver, zwaar
in het goud verguld. Hij is omgeven met schit
terende, gekleurde steenen.
De grondwet is ingebonden in royaalkwarto
formaat, in rood fluweel en verguld op snee.
Aan beide zijden staat 's Rijkswapen, verguld.
Van onderen is het boek met gouden kwasten
versierd.
Het Rijks-zwaard is een antiek zwaard; de
greep is hekleed met rood fluweel en met ge
steenten versierd.
De standaard van het Rijk hangt aan een
vergulde speer. De grond van het vaan
del is van witte gewaterde zijde, waaraan
franjes en kwasten van goud en blauw; het
Nederlandsehe wapen is er op geschilderd.
De grondwet en de standaard behooren niet
tot de insigniën, maar waren bij de inhuldiging
van Willem II, die op 28 November 1840 plaats
had, op de zoogenaamde credenztafel voor den
troon in de Nieuwe Kerk nedergelegd, zoo ook
op 12 Mei 1849, toen Willem III werd inge
huldigd.
LANDBOUW.
Suikerbieten-contracten.
Geachte redactie.
U dankende voor de opneming van mijn
vorig schrijven, verzoek ik tevens een plaatsje
voor het volgende
In België wordt door een paar fabrieken te
Gent en te Selzaete gecontracteerd tegen 21
frank per 1000 KG. netto aan schip of op
waggon, mits de landbouwer geen voorschot
verlangt. Verlangt hij voorschot, 150 frank per
HA., dan verandert de prijs in 20 frank.
Onder de voorwaarden, door die fabrieken
gesteld, is o. m. deze, dat de landbouwer per
HA. 22 KG. zaad moet gebruiken, dat de
fabriek hem zal leveren tegen 1 frank per KG.
Dat is eene geheel nieuwe voorwaarde, waaraan
de landbouwers niet willen bijten, 't Gevolg is,
dat een landbouwer uit België mij schreef, dat
door een agent van een dier fabrieken al van
den eisch van het zaad was afgezien.
Toen ik dat bericht ontving, dacht ik is
dat nu een aardigheid van den fabrikant om
zijn collega's wat contractanten af te snoepen,
of draagt de agent dat nadeelof en dat
zou het ergste zijn komt het nadeel op het
hoofd van den landbouwer, die zich door mooie
woorden heeft laten overhalen om een contract
te teekenen, waarin o. m. deze bepaling voor
komt, dat mondelinge overeenkomsten buiten
het contract nietig zijn. Hoe het zij ot niet,
in bet afwijken van eene bepaling, die in de
contracten van meer suikerfabrikanten voor
komt, is iets, dat niet zuiver is.
Nog iets. In Friesland wordt zachtjes weg
voor een suikerfabrikant in Noordbrabanfc ge
contracteerd voor f 10 per 1000 netto in schip
of op waggon om het participatie-stelsel van
de fabriek te Vierver laten te drukken. Wan
opgezegd, toen dit huwelijk bekend werd ge
maakt.
„Mijnheer is zijn eigen baas, heb ik gezegd,
maar ik hield te veel van mevrouw en de
jonge juffrouw, om anderen in haar plaats te
duiden. Ik heb een voorgevoel dat het onge
luk aanbrengt als men de dooden beleedigt."
En Mietje vertelde mij van een weduwnaar,
die op het punt was van te hertrouwen en in
den nacht vóór de plechtigheid een ijskoude
hand gevoeld had, die de zijne drukte dat
was die van de overledene voegde Mietje
er bij, en hij stierf nog binnen het jaar".
Mietje is weer naar haar dorp teruggekeerd.
Het huwelijk is voltrokken. Ik had niet noo-
dig dat Aline 's nachts mijn hand kwam vat
ten, om een liekel te krijgen aan haar, die
haar plaats innam in ons huis, en in het hart
van haar vader.
Het was heel natuurlijk, dat die arme
man zijn leven niet altijd even ongezellig wilde
slijten; maar het was ook heel natuurlijk dat,
een jongen van dertien jaar dit niet begreep.
Ik staakte dus mijne bezoeken op de derde
verdieping en bij het naderen van het Kerst
feest, den derden verjaardag van Alines dood,
had ik nog geen tien keer met de kleine
Emilie gesproken. Dat arme kind, dat geheel
onbewust was van den haat dien ik haar toe
droeg, was een groot, plomp, vroolijk kind,
dat heel gaarne met mij in den tuin zou ge
speeld hebben. Maar dat denkbeeld alleen
maakte mij woedend tegen haar, 't geen vooral
zoo erg werd, omdat ik haar, heel kort na haar
binnendringen in ons huis, met de pop van
mijn lieve vriendinnetje, met Marie, met ons
neer nu een fabrikant uit Noordbrabant in
Friesland f 10 kan besteden ondanks de hooge
vracht van daar naar de fabriek, zal f 10 in
Zeeland wel een minimumprijs moeten zijn.
Hoogachtend, uw dw.
G. A. YORSTERMAN VAN O YEN.
Andere bladen sullen mij genoegen doen dit
bericht over te nemen.
Een vijand in aantocht.
In het Bulletin d'Arboriculture, de Floriculture
enz., verschijnende te Gent, en in de Deutsche
Landwirtschafts-Gesellschafft komt een en ander
voor over een gevaarlijken vijand uit Noord-
Amerika, die geheel Europa bedreigt, voorna
melijk den ooftbouw. Die vijand is een klein
insect, dat in Amerika ook niet langer dan
tien jaar bekend is, maar zich heeft doen
kennen als een der gevaarlijkste diertjes voor
de vruchtboomen. Het heet Aspictiotus per-
niciosus, is ongeveer zoo groot als een
speldekop en leeft niet slechts op éen
soort van vruchtboomen, maar valt een
groote menigte aan, als peren, appelen, perzi
ken, abrikozen, pruimen, kersen, bessen, fram
bozen, linden, iepen, wilgen, acacia's enz. Deze
diertjes zijn bijzonder vruchtbaarper jaar ont
wikkelen zich drie of vier, zelfs vijfgeneratiën
volkomen. Het kleine roofdiertje aast niet alleen
op den bast van den stam en de takken, maar
ook de bladeren en de vruchten versmaadt het
niet. De invoer kan geschieden door planten,
maar ook*door vruchten en door de stof, die
voor emballage dient.
LETTEREN EN KUNST.
Bij de opvoering van Antigone te Deventer
heeft bet bestuur van Kunstmin den heer
Louis Bouwmeester in zijn kleedkamer gecom
plimenteerd en bracht dr L. J. Burgersdijk, de
Shakespearevertolker, expresselij k uit Apel
doorn overgekomen, Bouwmeester zijn hulde.
In de eerste week van Februari komt in
den stadsschouwburg te Amsterdam een Fransch
gezelschap, waarvan de welbekende actrice
Lina Munta deel uitmaakt, Richepin's Le Clie-
■mineau spelen.
Verschillende Berichten.
Eerstdaags wordt, volgens het Hbld, het
wetsontwerp tot regeling der ouderlijke macht
en der voogdij weder bij de Tweede kamer in
gediend. Een dergelijk ontwerp van het vorige
ministerie is, met alle andere aanhangig ge
bleven, wetsvoorstellen, ingetrokken.Hetnieuwe
gewijzigde ontwerp zal, als wij wel zijn inge
licht, ook de gevallen, waarin het onderzoek
naar het vaderschap wordt toegelaten, aanmer
kelijk uitbreiden en in verband daarmede voor
de wettelijke voogdij van natuurlijke kinderen
nieuwe regelen stellen.
Naar de N. Bred. Crt. uit Roosendaal
verneemt, zal de firma Jager &ACo., niettegen
staande het vertrek van den firmant Veen-
huijzen, als voorheen blij ven werken onder het
bestuur der heeren De Vries en Scholten van
Aschat. Het tekort, dat de voortvluchtige
firmant aan de fabriek berokkend heeft, wordt
gedekt door een obligatie-leening, door de aan
deelhouders onderling volteekend.
Het gerucht dat een groote bankiersfirma in
de zaak Veenhuijzen zou betrokken zijn, is
geheel onwaar.
In zijn mededeeling omtrent het voorge
nomen huldeblijk aan de nagedachtenis van
Buys Ballot bad het Hbld dezen als weerdui-
der den voorlooper van Falb genoemd.
De heer Maurits Snellen, directeur van het
Kon. Ned. Meteorologisch Instituut, heeft aan
het blad daarvan zijn verontwaardiging te
kennen gegeven. Hij spreekt daarbij van „den
kwakzalver Falb, wiens waarheidsliefde zeer
twijfelachtig is en wiens kennis ongeveer tien
eeuwen bij die van Buys Ballot achterstaat".
Te Roosendaal ia Woensdagnacht bij eene
weduwe ingebroken. De dieven hebben zich
toegang verscüaft door een glasruit in te druk
ken, die ze vooraf met zeep hadden besmeerd.1
Alles is door hen nagesnuffeld en overhoop
gegooid, doch niets medegenomen. Eenige
zilverwerken lagen nog op dezelfde plaats. Het
dochtertje, op den arm had gezien.
Ik voel nog de driftbui, die ik kreeg toen ik
die heiligschennis zag, op een Donderdag, terwijl
ik vader en moeder en dochter op de wandeling
ontmoette. Ik begrijp nu zoo goed wat er
dien dag in dat huishouden moet voorgevallen
zijn. De moeder vindt die pop in een doos en
geeft haai- even aan het kind. De vader komt
thuis en ziet het speelgoed in de handen van
het vreemde meisje. Zijn hart krimpt ineen.
Hij ontmoet den blik zijner gade, die zijn
gelaat bespiedt, met de jaloezie, welke de
tweede vrouw altijd koestert jegens de eerste.
De man durft niets zeggen. De dooden staan
altijd achter bij de levenden Maar ik, die
niets vergeten was van mijn lieve Aline, kreeg
door die ontmoeting een soort van afkeer
van Emilie. Ik heb eens een heel wilde
Angorakat gekend, die wij vroeger bij ons
thnis hadden, en die altijd op de daken in
den tuin leefde. Op een middag, toen hij
thuis kwam om te eten, stond hij eensklaps
tegenover een hond, die papa pas gekregen
had. De kat bleef op [de vensterbank
zitten en keek steeds naar dien onbekenden
indringer, zonder dat keffende, bewegelijke,
witharige balletje te durven naderen. Gedurende
vier dagen zagen wij haar in die houding,
roerloos, met een soort van angstdn de groote,
groene, glazen oogen. Daarna verdween zij,
om nooit meer terug te keeren. Een derge
lijke, geheel dierlijke wrok maakte zich van
mij meesteren die zou misschien den leelyken
streek kunnen verontschuldigen, dien ik dit
dikke, plompe kind, dat even grof en onbe
vallig was als Aline sierlijk en slank was, ge
is bun waarschijnlijk alleen om geld te doen
geweest, dat echter aldaar niet aanwezig was.
De in hechtenis zijnde vermoedelijke da
der van den moord te Leur blijft alle schuld
ontkennen, ofschoon talrijke feiten tegen hem
getuigen.
Omtrent den toestand van den koster te
Leiden verneemt het L. D., dat er zich tot dus
ver geen verontrustende verschijnselen hebben
voorgedaan. Het bewustzijn is gedeeltelijk terug
gekeerd.
Te Amsterdam ontstond Vrijdag ochtend
een felle uitslaande brand in een kruideniers
winkel in de Nieuwe Leliestraat, doordat bedde-
goed, dat op eene tafel lag, daaraf gleed en op
de gloeiende kachel terechtkwam. Zes kin
deren, die zich in de kamer bevonden, werden
naar buiten gedragen en daarna met een paar
slangen op de Veehtleiding het vuur gebluscht.
De winkel en het achtervertrek brandden
geheel uit. In dezelfde stad geraakte door
een ongeluk met een petroleumtoestel een
meisje van een jaar of acht in brand. Het
kind vluchtte op straat, waar toeschietende
voorbijgangers het vuur doofden. Toch kreeg
bet kind zooveel brandwonden, dat het naar 't
gasthuis moest vervoerd worden. Aldaar
ontstond Vrijdag avond een hevige brand in
de Egelantiersstraat bij iemand, die op zijn
kamer tegen de tafel was gevallen, waardoor
een brandende petroleumlamp omviel. Vijf ge
zinnen, waarvan slechts een geassureerd was,
zijn door den brand van alles beroofd. Op een
achterkamer bevonden zich vijf jonge kinderen.
Vier er van werden door de brandwachts ge
red, doch het vijfde, een knaapje van vier
jaren, dat uit angst voor het vuur onder de
tafel was gekropen en niet ontdekt was, werd
later levenloos gevonden.
Volgens de 3ehouwing van het lijk van
den te Hilversum zoo noodlottig omgekomen
dr T. was het aangezicht beschadigd en waren
de tanden in de lip gedrongen, hetgeen aan
leiding geeft te vermoeden, dat de dokter
door de duisternis misleid, over den gespannen
draad aan het einde van den Roeltjesweg is
gevallen en zoodoende van de aanmerkelijke
helling te water is geraakt.
Een ambtenaar bij 's rijksbelastingen te
Hoek van Holland is in den nacht van Don
derdag op Vrijdag, bij dikken mist naar huis
gaande, op den overweg bij bet station door
een locomotief overreden, waardoor hem een
been verbrijzeld werd. Zijn toestand is zorge-
lijk.
Te Veen zijn na de komst der mare
chaussees en het verbod van samenscholingen
de baldadigheden geëindigd.
Te Oostwild is een molenaarsknecht bij
het zwichten van de zeilen van den molen
door de roede weggeschoven en van een hoogte
van dertig voet op de keien gevallen. De
ongelukkige, die een schedelbreuk bekwam,
bleef op de plaats dood.
De deurwaarder te Franeker, die onlangs
gearresteerd werd, had kopieën afgegeven in
zake huuropzegging, zonder dat daarvan de
origineelen bestonden. Hij ontdook zoo ver
plichte zegel- en registratierechten.
De Antwerpsche landschapschilder Lamo-
rinière is plotseling blind geworden. Hij deed
deze hartverscheurende ontdekking aan tafel
bij een zijner verwanten. Thuis gebracht, kon
hij nog even de gelaatstrekken van zijn klein
dochter aanschouwen, maar daarop was alles
donker voor hem. Drie oogheelkundigen zullen
een operatie beproeven.
De Antwerpsche rechtbank heeft Jan
Oordens, huisschilder van beroep, tot een half
jaar gevangenis veroordeeld wegens pogingen
tot kinderroof, welke voor een paar maanden
te Antwerpen vooral onder de vrouwen zulk
eene opschudding wekten. Wat hij met de
kinderen eigenlijk voorhad is niet gebleken.
Aan de Koninginnelaan te Ostende, zoo
schrijft men ons van daar, schuin over 'sko-
nings paleis, is men thans bezig een reusach
tig hotel te maken, dat ruim 700 kamers zal
bevatten en 7 verdiepingen hoog zal zijn. Eén
der vleugels van dat gebouw met 250 kamers
zal dezen zomer nog in gebruik genomen wor
den, doch het overige gedeelte zal eerst het
volgende jaar worden afgewerkt. Merkwaar-
speeld heb. Maar neen. Mijn drijfveer was
geen boosaardigheid, het was een piëteit, die
bijna belachelijk was in den vorm en toch aan
doenlijk, als ik er nu weer aan denk en ik
kan er nog geen spijt van hebben.
Het was dus drie jaar geleden dat Aline
gestorven was, maar ofschoon het de ver
jaardag van haar sterfdag was, dacht ik er
dien middag niet aan. Een dikke sneeuwlaag
bedekte den tuin en een mijuer makkers was
dien dag vóór Kerstmis bij mij komen door
brengen, om in de grootste laan een lange
glijbaan te maken. Dat was ons lievelingsspel,
en daar in dit land de winters zoo lang aan
houden, waren wij er zeer ervaren in. Wij zijn
dus onder een zeer helderen hemel bezig met
achter elkaar aan te glijden, nu eens rechtop,
met de voeten aaneen gesloten, dan weer op
de hurken, of op één been, of met een been
gestrekt en wij rollen over elkaar heen en
lachen en gillen zoo hard wij kunnen. Daar
komt te midden van dat lawaai Emilie van
haar wandeling terug. Onze kreten trekken
haar aan en wij zien dat zij een oogenblik
blijft staan, onder de poort die naar den tuin
leidt, vergezeld van haar kindermeid. Zij heeft
de pop, het voorwerp van woede tegen haar,
op den arm. Ik zou niet de ondeugende
bengel moeten zijn, dien ik toen was, als ik
niet nog veel harder was gaan gillen, lachen
en allerlei fratsen maken bij een spel, waar
aan zij niet kon meedoen. Haar afgunst wordt
echter zóo sterk dat zij eensklaps, zonder dat
de meid haar kon weerhouden, haar pop tegen
den muur zette en naar ous toesnelt om mee
te doen. Zij glijdt uit op de sueeuw en valt.
dig is dat de restauratiezaal niet op de eerste
verdieping, zooals gebruikelijk, maar op de
vijfde, zich zal bevinden, zoodat de bezoekers
van daar uit een eigenaardig panorama zullen
te aanschouwen krijgen.
Er heeft te Parijs weer een aauslag op
een politie-agent plaatsgehad. De agent achter
volgde twee mannen, die op hem hebben ge
schoten, en nam met behulp van een collega
beiden gevangen.
Bazin, de Fransche ingenieur die de
eerste groote rollende boot deed vervaardigen,
en als uitvinder van deze boot bekend staat,
is overleden.
De Fransche regeering heeft van de kamer
1.200.000 frcs gekregen voor de slachtoffers
van den hongersnood in Algiers.
Te Londen is een zak gevonden waarin
het lijk van een vrouwde beide beenen wa
ren afgesneden. Men beweert dat de justitie
een draad heeft gevonden.
Zooals inen begrijpt, verkeert de Londen-
scbe bevolking in groote opgewondenheid.
Men vraagt zich af, of men hier niet met een
tweeden Jack the Ripper te doen heeft.
Engeland telt sedert Dinsdag een geeste
lijke die 100 jaar oud is, Edward Allen te
Tiverton. De oude heer neemt zijn functies nog
trouw waar.
De Engelsche beeldhouwer Wats heeft
een groot bronzen beeld, de energie of kracht,
aangeboden voor een der openbare pleinen.
Het zal op kosten van bet rijk in Hydeparlc
te Londen worden opgericht.
De bvoodoproeven in Italië zijn niet tot
Ancona beperkt gebleven. Toch is er in deze
beweging niets, dat haar tot een van meer dan
plaatselijk belang maakt.
Een vreeselijk mijnongeluk had Vrijdag
bij Wasmes plaats. Terwijl zestien mijnwerkers
met een bak naar boven werden gehaald, brak
het koord, zoodat allen van een hoogte van
wel 300 M. stortten en op slag dood waren.
In de Katholieke kerk te Corfu (Grie
kenland) heeft een treurig drama plaats gehad.
Een jonkman heeft tegen het eind van den
dienst, de priesters op het altaar aangevallen,
van welke hij een doodde en drie verwondde.
De moordenaar, Spiro Ebert genaamd, werd
gevangen genomen.
Wladowski, de moordenaar van den ban
kier Cohn, uit Pless, en van andere menschen,
is uit de gevangenis te Wadowice ontsnapt.
De pest te Bombay neemt toe. In de
jongste week bijna 100 sterfgevallen per dag.
Postwissels naar Engeland.
De redactie van Hollandia wijst haar lezers
in Nederland er in 't bijzonder op, dat aan een
postwissel naar Engeland bepaald iets eigen
aardigs verbonden is nl. dat de oorspronke
lijke kaart den ontvanger in Engeland nooit
bereikt. De Engelsche post zendt eenvoudig
bericht aan den geadresseerde, dat er zooveel
geld uit zeker land voor hem ter afbaling ge
reed ligt. Naam van den afzender wordt niet
gemeld; evenmin, gelijk dit op de bekende
linksche strook van onze postwissels gebeurt,
het doel der zending.
Tenzij zulk een postwissel nu verder door
een bank gaat, kan de geadresseerde intusschen
juist het bedrag niet ontvangen, tenzij hij den
naam van den afzender weet op te geven. En al
gaat de wissel ter incasseering door een bank,
dan nog moet de geadresseerde maar raden,
wien hij voor het geld te danken of te debi-
teeren heeft.
Hieruit volgt dus ten duidelijkste
Dat het niet genoeg is, op de strook van
den postwissel naam, adres en doel te vermel
den, doch dat men ook afzonderlijk en
veiligheidshalve in een brief, niet per brief
kaart den geadresseerde van de afzending
van het geld te verwittigen heeft.
Drie honderd millioen
vogels zijn alleen in Europa per jaar noodig
voor de dameshoeden.
Een Londensch huis importeert elk jaar
alleen 400.000 kolibries, 6000 paradijsvogels,
en 500.000 vleugels van verschillende vogels.
Een ander Londensch huis heeft in het af-
geloopen jaar, binnen vier maanden, 800.000
De meid helpt haar op. Beschaamd overhaal-
val en over haar natten mantel, begint zij te
huilen. De meid beknort haar, neemt haar bij
de hand en trekt haar mee in huis. Zij ver
geten allebei de pop, die nog altijd zit te la
chen, met haar rooden mond en hare blauwe
oogen, in het hoekje van de porte cochère,
net als vroeger, wanneer Aline haar mee
bracht, om een luchtje te scheppen
net als aan het voeteneinde van de arme
doode. Hoe is het denkbeeld om die pop te
stelen bij mij opgekomen; want nog geen vijf
minuten geledendacht ik aan niets dan uit
gelatenheid en pret in het glijden? Alweer
een vraag die ik overlaat voor de zieiknndigen
van de kindsheid. Zooveel is zeker dat er
geen vijf minuten noodig waren om het plan
te doen opkomen en uitvoeren. Het was een
van die plotselinge, onweerstaanbare verzoe
kingen, zoo als ik mij herinner er eenige in
mijn schooljongensleven gehad te hebben: niet
één sprong zijn vijand aanvallen als een wilde,
of als een roofdier. Ik beging dien diefstal,
die zoo plotseling was opgekomen met al den
eenvoud en al den list, die de wilden en de
roofdieren aan den dag leggen. Ik maakte
gebruik van een seconde, dat mijn speelmakker
mij den rug toekeerde, om de sneeuw van zijn
schoenen tegen een boomstam af te schoppen.
Ik greep Marie van de plaats waar zij zat en
hollende naar het uitgangspunt van de glijbaan
wierp ik haar in een open schuur in de
nabijheid, op gevaar af van haar lieve gezichtje
te verbrijzelen tegen de opgestapelde hout
blokken. Ik zag haar van het hout afglijden
en op een kruiwagen rollen. Toen ik haar