FEUILLETON. BIJVOEGSEL YAH DE Maandag 24 Jannari 1898, no. 19. Middelburg 22 Januari. EEN BIDDAG. De Standaard behandelt nu ook de vraag, reeds vroeger gedaan, of de dag der inhuldiging van onze Koningin niet een godsdienstig karakter behoort te dragen, en vooralof niet de Landsregeering zelve zulk een biddag heeft uit te schrijven. Wat de eerste vraag betreft, Bchreven wij vroeger reeds dat gemakkelijk op zulk een dag iedere kerkelijke gezindte een godsdienstoefe ning kan uitschrijven. Maar de vegecring dient zich daarbuiten te houden. Zoolang zij regeert over personen van ver schillende kerkelijke en godsdienstige meening, zelfs over menschen, die met de kerk zich niet inlaten, en dan ook aan zulk een biddag niet hechten, heeft zij, huldigende ieders vrijheid in deze, geen recht een biddag te decreteeren of uit te lokken. Zij zou daardoor zich begeven op een terrein dat bet hare niet is; en waarop zij, eenmaal éen stap gezet, allerlei moeilijk-' heden zou ondervinden. Invloed van alcohol op de hersenen. In een Donderdagavond door de afdeeliug Haarlem van den Nederl. Onderwijzers-Propa- ganda-club (voor drankbestrijding) belegde ver gadering, trad als spreker op dr G. C. van Walsem, geneesheer aan het gesticht Meerenberg te Bloemendaal, die o. a. den invloed naging van het alcoholgebruik in het maatschappelijk leven. Dat het geheugen schade lijdt bij het ge bruik, achtte hij, blijkens het verslag in de Opr. Haarl. Crt, zeker, doch de maatschappe lijke dosis is over het algemeen geringer dan men denkt, de invloed dus ook. Dat de geheel onthouders geestelijk gezonder waren dan de matige gebruikers, was spreker evenwel nimmer gebleken. Voor ons individueel, voor ons hygiënisch leven meende spreker, dat het goed was een weinig te drinken, toch en hier legde hij een nadruk op is voor velen, en er zijn ex- zoo meer dan men denkt, niet-drinken het eenige goede. Niet-drinken heeft een keerzijde, de betee- keiiis van het lichamelijk en zedelijk welzijn, de vreugde wordt daardoor voor een groot deel weggenomen en de meening van ds De Koe werd door spreker gedeeld, dat de her innering van vreugd, gesmaakt bij een tintelend glas wijn, het geheele leven lang haar gunstigen invloed deed gevoelen. Toch, hoe ongaarne spreker de herinnering aan gemaakte vreugde zou vergeten, hij moest met prof. Fick te Würzburg erkennen, dat de kamp tegen den alcohol gewichtiger was dan alle andere, dat daarmede de grootste belangen samenhingen en dat daarom het streven der onderwijzers steun verdiende. Spreker besloot met de woorden„Helpen wij dan dien toestand voorbereiden." BENOEMINGEN ENZ. Bij kon. besluit is benoemd tot hoogleeraar aan de Polytechnische school dr J. L. C. Schroeder van der Kolk, thans tijdelijk lector aan de Gemeentelijke Universiteit te Amsterdam. De gewone audiëntie van den minister van justitie zal aanstaanden Woensdag niet plaats hebben. ALINE. 3. Uit het Fransch. VAH PAUL BO.URGE fc Er verliepen weer eeüigo maanden. Het was hef ile Kerstfeest sedert den dood van Aline en cr hadden vele veranderingen plaats gehad. Ik was nu een jongen van dertien jaar, die reeds zijn eerste sigaar gerookt bad, en ik bevond mij op een zekeren Donderdag in dien tuin waar Aline zoo gaarne was, vlak bij die rij stamrozen, waar ik voor haar zoo dik wijls van die mooie kleine insectjes gezocht had, goudhaantjes die in de harten der rozen slapen. De oude dame met de grijze krullen zat nog altijd voor het raam op de eerste verdieping, maar daar er een ladder door het r.aam was gevallen, was de ruit die groener was dan de anderen, verdwenen. Mietje was ook weg. Ik had haar op een middag in het speeluur op den stoep van de plaats mijner school zien komen. Zij had mij in de spreek kamer laten roepen en de goede ziel met haar groezelig gelaat dat dezelfde kleur had als de noten die zij voor mij uit haar zak haalde vertelde mij een nieuwtje dat ik ongeloof lijk vond. De vader van Aline hertrouwde met een weduwe, die een dochtertje van acht jaar had. Dat meisje moest de kamer van Aline bewonen. Mietje vertelde my, dat zij haar dienst bad Kroon-insigniën van het Oranjehuis. Dezen worden door de Amst. Crt. aldus be schreven De kroon is saamgesteld uit een rood fluwee- len toque, dienende om de kroon rondom het hoofd te doen passendeze toque is omvat door een gouden band, welke met edelgesteen ten van fonkelende kleuren als saphiren, sma ragden en andere omzet is; de rand van de bandeau is geschulpt en heeft zestien punten, van welke acht door een fraaien parel bekroond worden, terwijl de acht anderen zich door ge dreven gouden bladen vereenigen met acht ge bogen gouden bandelieren, die de eigenlijke kroon uitmaken en, zich bovenaan dezelve vereenigende, aldaar gevat en bekroond wor den door een gouden wereldbol, met een gou den kruis. Deze acht bandelieren, van onderen breed, doch allengs smaller toeloopende, zijn bezet ieder met negen paarlen, die deze zelfde evenredigheid volgenwaar de bandelier breed is, groot zijn, en waar die smal wordt, allengs kleiner worden. De bandelieren zijn van mat goud en de randen van glad en gepolijst goud. De schepter is van zilver, zwaar in 't goud verguld, met palmettos ft Vantique. De schepter is een meter lang, behalve den zich daarop be vindenden appel. Het kapiteel daarvan, waarop de Rijksappel met het kruis geplaatst is, is naar de Korinthische orde vervaardigd. De Rijksappel is insgelijks van zilver, zwaar in het goud verguld. Hij is omgeven met schit terende, gekleurde steenen. De grondwet is ingebonden in royaalkwarto formaat, in rood fluweel en verguld op snee. Aan beide zijden staat 's Rijkswapen, verguld. Van onderen is het boek met gouden kwasten versierd. Het Rijks-zwaard is een antiek zwaard; de greep is hekleed met rood fluweel en met ge steenten versierd. De standaard van het Rijk hangt aan een vergulde speer. De grond van het vaan del is van witte gewaterde zijde, waaraan franjes en kwasten van goud en blauw; het Nederlandsehe wapen is er op geschilderd. De grondwet en de standaard behooren niet tot de insigniën, maar waren bij de inhuldiging van Willem II, die op 28 November 1840 plaats had, op de zoogenaamde credenztafel voor den troon in de Nieuwe Kerk nedergelegd, zoo ook op 12 Mei 1849, toen Willem III werd inge huldigd. LANDBOUW. Suikerbieten-contracten. Geachte redactie. U dankende voor de opneming van mijn vorig schrijven, verzoek ik tevens een plaatsje voor het volgende In België wordt door een paar fabrieken te Gent en te Selzaete gecontracteerd tegen 21 frank per 1000 KG. netto aan schip of op waggon, mits de landbouwer geen voorschot verlangt. Verlangt hij voorschot, 150 frank per HA., dan verandert de prijs in 20 frank. Onder de voorwaarden, door die fabrieken gesteld, is o. m. deze, dat de landbouwer per HA. 22 KG. zaad moet gebruiken, dat de fabriek hem zal leveren tegen 1 frank per KG. Dat is eene geheel nieuwe voorwaarde, waaraan de landbouwers niet willen bijten, 't Gevolg is, dat een landbouwer uit België mij schreef, dat door een agent van een dier fabrieken al van den eisch van het zaad was afgezien. Toen ik dat bericht ontving, dacht ik is dat nu een aardigheid van den fabrikant om zijn collega's wat contractanten af te snoepen, of draagt de agent dat nadeelof en dat zou het ergste zijn komt het nadeel op het hoofd van den landbouwer, die zich door mooie woorden heeft laten overhalen om een contract te teekenen, waarin o. m. deze bepaling voor komt, dat mondelinge overeenkomsten buiten het contract nietig zijn. Hoe het zij ot niet, in bet afwijken van eene bepaling, die in de contracten van meer suikerfabrikanten voor komt, is iets, dat niet zuiver is. Nog iets. In Friesland wordt zachtjes weg voor een suikerfabrikant in Noordbrabanfc ge contracteerd voor f 10 per 1000 netto in schip of op waggon om het participatie-stelsel van de fabriek te Vierver laten te drukken. Wan opgezegd, toen dit huwelijk bekend werd ge maakt. „Mijnheer is zijn eigen baas, heb ik gezegd, maar ik hield te veel van mevrouw en de jonge juffrouw, om anderen in haar plaats te duiden. Ik heb een voorgevoel dat het onge luk aanbrengt als men de dooden beleedigt." En Mietje vertelde mij van een weduwnaar, die op het punt was van te hertrouwen en in den nacht vóór de plechtigheid een ijskoude hand gevoeld had, die de zijne drukte dat was die van de overledene voegde Mietje er bij, en hij stierf nog binnen het jaar". Mietje is weer naar haar dorp teruggekeerd. Het huwelijk is voltrokken. Ik had niet noo- dig dat Aline 's nachts mijn hand kwam vat ten, om een liekel te krijgen aan haar, die haar plaats innam in ons huis, en in het hart van haar vader. Het was heel natuurlijk, dat die arme man zijn leven niet altijd even ongezellig wilde slijten; maar het was ook heel natuurlijk dat, een jongen van dertien jaar dit niet begreep. Ik staakte dus mijne bezoeken op de derde verdieping en bij het naderen van het Kerst feest, den derden verjaardag van Alines dood, had ik nog geen tien keer met de kleine Emilie gesproken. Dat arme kind, dat geheel onbewust was van den haat dien ik haar toe droeg, was een groot, plomp, vroolijk kind, dat heel gaarne met mij in den tuin zou ge speeld hebben. Maar dat denkbeeld alleen maakte mij woedend tegen haar, 't geen vooral zoo erg werd, omdat ik haar, heel kort na haar binnendringen in ons huis, met de pop van mijn lieve vriendinnetje, met Marie, met ons neer nu een fabrikant uit Noordbrabant in Friesland f 10 kan besteden ondanks de hooge vracht van daar naar de fabriek, zal f 10 in Zeeland wel een minimumprijs moeten zijn. Hoogachtend, uw dw. G. A. YORSTERMAN VAN O YEN. Andere bladen sullen mij genoegen doen dit bericht over te nemen. Een vijand in aantocht. In het Bulletin d'Arboriculture, de Floriculture enz., verschijnende te Gent, en in de Deutsche Landwirtschafts-Gesellschafft komt een en ander voor over een gevaarlijken vijand uit Noord- Amerika, die geheel Europa bedreigt, voorna melijk den ooftbouw. Die vijand is een klein insect, dat in Amerika ook niet langer dan tien jaar bekend is, maar zich heeft doen kennen als een der gevaarlijkste diertjes voor de vruchtboomen. Het heet Aspictiotus per- niciosus, is ongeveer zoo groot als een speldekop en leeft niet slechts op éen soort van vruchtboomen, maar valt een groote menigte aan, als peren, appelen, perzi ken, abrikozen, pruimen, kersen, bessen, fram bozen, linden, iepen, wilgen, acacia's enz. Deze diertjes zijn bijzonder vruchtbaarper jaar ont wikkelen zich drie of vier, zelfs vijfgeneratiën volkomen. Het kleine roofdiertje aast niet alleen op den bast van den stam en de takken, maar ook de bladeren en de vruchten versmaadt het niet. De invoer kan geschieden door planten, maar ook*door vruchten en door de stof, die voor emballage dient. LETTEREN EN KUNST. Bij de opvoering van Antigone te Deventer heeft bet bestuur van Kunstmin den heer Louis Bouwmeester in zijn kleedkamer gecom plimenteerd en bracht dr L. J. Burgersdijk, de Shakespearevertolker, expresselij k uit Apel doorn overgekomen, Bouwmeester zijn hulde. In de eerste week van Februari komt in den stadsschouwburg te Amsterdam een Fransch gezelschap, waarvan de welbekende actrice Lina Munta deel uitmaakt, Richepin's Le Clie- ■mineau spelen. Verschillende Berichten. Eerstdaags wordt, volgens het Hbld, het wetsontwerp tot regeling der ouderlijke macht en der voogdij weder bij de Tweede kamer in gediend. Een dergelijk ontwerp van het vorige ministerie is, met alle andere aanhangig ge bleven, wetsvoorstellen, ingetrokken.Hetnieuwe gewijzigde ontwerp zal, als wij wel zijn inge licht, ook de gevallen, waarin het onderzoek naar het vaderschap wordt toegelaten, aanmer kelijk uitbreiden en in verband daarmede voor de wettelijke voogdij van natuurlijke kinderen nieuwe regelen stellen. Naar de N. Bred. Crt. uit Roosendaal verneemt, zal de firma Jager &ACo., niettegen staande het vertrek van den firmant Veen- huijzen, als voorheen blij ven werken onder het bestuur der heeren De Vries en Scholten van Aschat. Het tekort, dat de voortvluchtige firmant aan de fabriek berokkend heeft, wordt gedekt door een obligatie-leening, door de aan deelhouders onderling volteekend. Het gerucht dat een groote bankiersfirma in de zaak Veenhuijzen zou betrokken zijn, is geheel onwaar. In zijn mededeeling omtrent het voorge nomen huldeblijk aan de nagedachtenis van Buys Ballot bad het Hbld dezen als weerdui- der den voorlooper van Falb genoemd. De heer Maurits Snellen, directeur van het Kon. Ned. Meteorologisch Instituut, heeft aan het blad daarvan zijn verontwaardiging te kennen gegeven. Hij spreekt daarbij van „den kwakzalver Falb, wiens waarheidsliefde zeer twijfelachtig is en wiens kennis ongeveer tien eeuwen bij die van Buys Ballot achterstaat". Te Roosendaal ia Woensdagnacht bij eene weduwe ingebroken. De dieven hebben zich toegang verscüaft door een glasruit in te druk ken, die ze vooraf met zeep hadden besmeerd.1 Alles is door hen nagesnuffeld en overhoop gegooid, doch niets medegenomen. Eenige zilverwerken lagen nog op dezelfde plaats. Het dochtertje, op den arm had gezien. Ik voel nog de driftbui, die ik kreeg toen ik die heiligschennis zag, op een Donderdag, terwijl ik vader en moeder en dochter op de wandeling ontmoette. Ik begrijp nu zoo goed wat er dien dag in dat huishouden moet voorgevallen zijn. De moeder vindt die pop in een doos en geeft haai- even aan het kind. De vader komt thuis en ziet het speelgoed in de handen van het vreemde meisje. Zijn hart krimpt ineen. Hij ontmoet den blik zijner gade, die zijn gelaat bespiedt, met de jaloezie, welke de tweede vrouw altijd koestert jegens de eerste. De man durft niets zeggen. De dooden staan altijd achter bij de levenden Maar ik, die niets vergeten was van mijn lieve Aline, kreeg door die ontmoeting een soort van afkeer van Emilie. Ik heb eens een heel wilde Angorakat gekend, die wij vroeger bij ons thnis hadden, en die altijd op de daken in den tuin leefde. Op een middag, toen hij thuis kwam om te eten, stond hij eensklaps tegenover een hond, die papa pas gekregen had. De kat bleef op [de vensterbank zitten en keek steeds naar dien onbekenden indringer, zonder dat keffende, bewegelijke, witharige balletje te durven naderen. Gedurende vier dagen zagen wij haar in die houding, roerloos, met een soort van angstdn de groote, groene, glazen oogen. Daarna verdween zij, om nooit meer terug te keeren. Een derge lijke, geheel dierlijke wrok maakte zich van mij meesteren die zou misschien den leelyken streek kunnen verontschuldigen, dien ik dit dikke, plompe kind, dat even grof en onbe vallig was als Aline sierlijk en slank was, ge is bun waarschijnlijk alleen om geld te doen geweest, dat echter aldaar niet aanwezig was. De in hechtenis zijnde vermoedelijke da der van den moord te Leur blijft alle schuld ontkennen, ofschoon talrijke feiten tegen hem getuigen. Omtrent den toestand van den koster te Leiden verneemt het L. D., dat er zich tot dus ver geen verontrustende verschijnselen hebben voorgedaan. Het bewustzijn is gedeeltelijk terug gekeerd. Te Amsterdam ontstond Vrijdag ochtend een felle uitslaande brand in een kruideniers winkel in de Nieuwe Leliestraat, doordat bedde- goed, dat op eene tafel lag, daaraf gleed en op de gloeiende kachel terechtkwam. Zes kin deren, die zich in de kamer bevonden, werden naar buiten gedragen en daarna met een paar slangen op de Veehtleiding het vuur gebluscht. De winkel en het achtervertrek brandden geheel uit. In dezelfde stad geraakte door een ongeluk met een petroleumtoestel een meisje van een jaar of acht in brand. Het kind vluchtte op straat, waar toeschietende voorbijgangers het vuur doofden. Toch kreeg bet kind zooveel brandwonden, dat het naar 't gasthuis moest vervoerd worden. Aldaar ontstond Vrijdag avond een hevige brand in de Egelantiersstraat bij iemand, die op zijn kamer tegen de tafel was gevallen, waardoor een brandende petroleumlamp omviel. Vijf ge zinnen, waarvan slechts een geassureerd was, zijn door den brand van alles beroofd. Op een achterkamer bevonden zich vijf jonge kinderen. Vier er van werden door de brandwachts ge red, doch het vijfde, een knaapje van vier jaren, dat uit angst voor het vuur onder de tafel was gekropen en niet ontdekt was, werd later levenloos gevonden. Volgens de 3ehouwing van het lijk van den te Hilversum zoo noodlottig omgekomen dr T. was het aangezicht beschadigd en waren de tanden in de lip gedrongen, hetgeen aan leiding geeft te vermoeden, dat de dokter door de duisternis misleid, over den gespannen draad aan het einde van den Roeltjesweg is gevallen en zoodoende van de aanmerkelijke helling te water is geraakt. Een ambtenaar bij 's rijksbelastingen te Hoek van Holland is in den nacht van Don derdag op Vrijdag, bij dikken mist naar huis gaande, op den overweg bij bet station door een locomotief overreden, waardoor hem een been verbrijzeld werd. Zijn toestand is zorge- lijk. Te Veen zijn na de komst der mare chaussees en het verbod van samenscholingen de baldadigheden geëindigd. Te Oostwild is een molenaarsknecht bij het zwichten van de zeilen van den molen door de roede weggeschoven en van een hoogte van dertig voet op de keien gevallen. De ongelukkige, die een schedelbreuk bekwam, bleef op de plaats dood. De deurwaarder te Franeker, die onlangs gearresteerd werd, had kopieën afgegeven in zake huuropzegging, zonder dat daarvan de origineelen bestonden. Hij ontdook zoo ver plichte zegel- en registratierechten. De Antwerpsche landschapschilder Lamo- rinière is plotseling blind geworden. Hij deed deze hartverscheurende ontdekking aan tafel bij een zijner verwanten. Thuis gebracht, kon hij nog even de gelaatstrekken van zijn klein dochter aanschouwen, maar daarop was alles donker voor hem. Drie oogheelkundigen zullen een operatie beproeven. De Antwerpsche rechtbank heeft Jan Oordens, huisschilder van beroep, tot een half jaar gevangenis veroordeeld wegens pogingen tot kinderroof, welke voor een paar maanden te Antwerpen vooral onder de vrouwen zulk eene opschudding wekten. Wat hij met de kinderen eigenlijk voorhad is niet gebleken. Aan de Koninginnelaan te Ostende, zoo schrijft men ons van daar, schuin over 'sko- nings paleis, is men thans bezig een reusach tig hotel te maken, dat ruim 700 kamers zal bevatten en 7 verdiepingen hoog zal zijn. Eén der vleugels van dat gebouw met 250 kamers zal dezen zomer nog in gebruik genomen wor den, doch het overige gedeelte zal eerst het volgende jaar worden afgewerkt. Merkwaar- speeld heb. Maar neen. Mijn drijfveer was geen boosaardigheid, het was een piëteit, die bijna belachelijk was in den vorm en toch aan doenlijk, als ik er nu weer aan denk en ik kan er nog geen spijt van hebben. Het was dus drie jaar geleden dat Aline gestorven was, maar ofschoon het de ver jaardag van haar sterfdag was, dacht ik er dien middag niet aan. Een dikke sneeuwlaag bedekte den tuin en een mijuer makkers was dien dag vóór Kerstmis bij mij komen door brengen, om in de grootste laan een lange glijbaan te maken. Dat was ons lievelingsspel, en daar in dit land de winters zoo lang aan houden, waren wij er zeer ervaren in. Wij zijn dus onder een zeer helderen hemel bezig met achter elkaar aan te glijden, nu eens rechtop, met de voeten aaneen gesloten, dan weer op de hurken, of op één been, of met een been gestrekt en wij rollen over elkaar heen en lachen en gillen zoo hard wij kunnen. Daar komt te midden van dat lawaai Emilie van haar wandeling terug. Onze kreten trekken haar aan en wij zien dat zij een oogenblik blijft staan, onder de poort die naar den tuin leidt, vergezeld van haar kindermeid. Zij heeft de pop, het voorwerp van woede tegen haar, op den arm. Ik zou niet de ondeugende bengel moeten zijn, dien ik toen was, als ik niet nog veel harder was gaan gillen, lachen en allerlei fratsen maken bij een spel, waar aan zij niet kon meedoen. Haar afgunst wordt echter zóo sterk dat zij eensklaps, zonder dat de meid haar kon weerhouden, haar pop tegen den muur zette en naar ous toesnelt om mee te doen. Zij glijdt uit op de sueeuw en valt. dig is dat de restauratiezaal niet op de eerste verdieping, zooals gebruikelijk, maar op de vijfde, zich zal bevinden, zoodat de bezoekers van daar uit een eigenaardig panorama zullen te aanschouwen krijgen. Er heeft te Parijs weer een aauslag op een politie-agent plaatsgehad. De agent achter volgde twee mannen, die op hem hebben ge schoten, en nam met behulp van een collega beiden gevangen. Bazin, de Fransche ingenieur die de eerste groote rollende boot deed vervaardigen, en als uitvinder van deze boot bekend staat, is overleden. De Fransche regeering heeft van de kamer 1.200.000 frcs gekregen voor de slachtoffers van den hongersnood in Algiers. Te Londen is een zak gevonden waarin het lijk van een vrouwde beide beenen wa ren afgesneden. Men beweert dat de justitie een draad heeft gevonden. Zooals inen begrijpt, verkeert de Londen- scbe bevolking in groote opgewondenheid. Men vraagt zich af, of men hier niet met een tweeden Jack the Ripper te doen heeft. Engeland telt sedert Dinsdag een geeste lijke die 100 jaar oud is, Edward Allen te Tiverton. De oude heer neemt zijn functies nog trouw waar. De Engelsche beeldhouwer Wats heeft een groot bronzen beeld, de energie of kracht, aangeboden voor een der openbare pleinen. Het zal op kosten van bet rijk in Hydeparlc te Londen worden opgericht. De bvoodoproeven in Italië zijn niet tot Ancona beperkt gebleven. Toch is er in deze beweging niets, dat haar tot een van meer dan plaatselijk belang maakt. Een vreeselijk mijnongeluk had Vrijdag bij Wasmes plaats. Terwijl zestien mijnwerkers met een bak naar boven werden gehaald, brak het koord, zoodat allen van een hoogte van wel 300 M. stortten en op slag dood waren. In de Katholieke kerk te Corfu (Grie kenland) heeft een treurig drama plaats gehad. Een jonkman heeft tegen het eind van den dienst, de priesters op het altaar aangevallen, van welke hij een doodde en drie verwondde. De moordenaar, Spiro Ebert genaamd, werd gevangen genomen. Wladowski, de moordenaar van den ban kier Cohn, uit Pless, en van andere menschen, is uit de gevangenis te Wadowice ontsnapt. De pest te Bombay neemt toe. In de jongste week bijna 100 sterfgevallen per dag. Postwissels naar Engeland. De redactie van Hollandia wijst haar lezers in Nederland er in 't bijzonder op, dat aan een postwissel naar Engeland bepaald iets eigen aardigs verbonden is nl. dat de oorspronke lijke kaart den ontvanger in Engeland nooit bereikt. De Engelsche post zendt eenvoudig bericht aan den geadresseerde, dat er zooveel geld uit zeker land voor hem ter afbaling ge reed ligt. Naam van den afzender wordt niet gemeld; evenmin, gelijk dit op de bekende linksche strook van onze postwissels gebeurt, het doel der zending. Tenzij zulk een postwissel nu verder door een bank gaat, kan de geadresseerde intusschen juist het bedrag niet ontvangen, tenzij hij den naam van den afzender weet op te geven. En al gaat de wissel ter incasseering door een bank, dan nog moet de geadresseerde maar raden, wien hij voor het geld te danken of te debi- teeren heeft. Hieruit volgt dus ten duidelijkste Dat het niet genoeg is, op de strook van den postwissel naam, adres en doel te vermel den, doch dat men ook afzonderlijk en veiligheidshalve in een brief, niet per brief kaart den geadresseerde van de afzending van het geld te verwittigen heeft. Drie honderd millioen vogels zijn alleen in Europa per jaar noodig voor de dameshoeden. Een Londensch huis importeert elk jaar alleen 400.000 kolibries, 6000 paradijsvogels, en 500.000 vleugels van verschillende vogels. Een ander Londensch huis heeft in het af- geloopen jaar, binnen vier maanden, 800.000 De meid helpt haar op. Beschaamd overhaal- val en over haar natten mantel, begint zij te huilen. De meid beknort haar, neemt haar bij de hand en trekt haar mee in huis. Zij ver geten allebei de pop, die nog altijd zit te la chen, met haar rooden mond en hare blauwe oogen, in het hoekje van de porte cochère, net als vroeger, wanneer Aline haar mee bracht, om een luchtje te scheppen net als aan het voeteneinde van de arme doode. Hoe is het denkbeeld om die pop te stelen bij mij opgekomen; want nog geen vijf minuten geledendacht ik aan niets dan uit gelatenheid en pret in het glijden? Alweer een vraag die ik overlaat voor de zieiknndigen van de kindsheid. Zooveel is zeker dat er geen vijf minuten noodig waren om het plan te doen opkomen en uitvoeren. Het was een van die plotselinge, onweerstaanbare verzoe kingen, zoo als ik mij herinner er eenige in mijn schooljongensleven gehad te hebben: niet één sprong zijn vijand aanvallen als een wilde, of als een roofdier. Ik beging dien diefstal, die zoo plotseling was opgekomen met al den eenvoud en al den list, die de wilden en de roofdieren aan den dag leggen. Ik maakte gebruik van een seconde, dat mijn speelmakker mij den rug toekeerde, om de sneeuw van zijn schoenen tegen een boomstam af te schoppen. Ik greep Marie van de plaats waar zij zat en hollende naar het uitgangspunt van de glijbaan wierp ik haar in een open schuur in de nabijheid, op gevaar af van haar lieve gezichtje te verbrijzelen tegen de opgestapelde hout blokken. Ik zag haar van het hout afglijden en op een kruiwagen rollen. Toen ik haar

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 5