MIDDELBURGSCHE COURANT. N°. 18. 141e Jaargang. 1898. Zaterdag 22 Januari. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prjjs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2.- Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer Middelburg 21 Jan. 8 u. vm. 48 gr. 12 u. 49 gr., av. 4 47 gr. F. Verw. Z. W. wind. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór één uur aan het bureau bezorgd zijn. Advertentiën: 20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.50elke regel meer 20 oent. Reclames 40 cont per regelt Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën by abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis aan het bureau te bekomen. A g e n t o n. Te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholen: W. A. van nleüwbnhuijzen. Middelburg 21 Januari. lele- A T J E H. Een heden ontvangen officieel gram luidt „Op bericht dat Toekoe Oemar met zijn benden Djantoi, op negen kilometer bezui den Selimoen, aan de Atjehrivier, bereikt had om door te trekken naar Pedir, zijn troepen daar heen gezonden. „Toekoe Oemar had Djantoi verlaten tot dekking achterlatende 180 man. Dezen verdreven. Toekoe Oemar wordt ver volgd. Onzerzijds een zwaar en drie licht gewonde militairen." Volgens een Atjeh-brief aan de Sum. Ct. zal het blijken, dat het een groote fout is van de hooge Regeering, niet gezorgd te hebben voor de noodige middelen om de expeditie naar Pedir te kunnen ondernemen, onmiddellijk na het verkregen succes in de bovenstreken XXII Moekims. Die expeditie toch en ook de Atjehers begrijpen dit is een noodza kelijk gevolg van ons voortrukken. Het plan daar toe kan en mag niet opgegeven worden. Maar in de tegenwoordige omstandigheden zou het een te groot waagstuk zijn om tot de uitvoering over te gaan. Uitstel zal dus wel geen afstel zijn, doch iederen dag vermeerderen de moeilijkhe den, die ons te wachten staan. Tenzij de tot tegenstand gezinde Atjehers opeens tot inkeer mochten komen. Daarop zal echter wel niemand meer rekenen. Is Pedir eenmaal radicaal ten onder gebracht, dan zal waarschijnlijk het verzet overal dood bloeden want dan weet geen enkele vijande lijke Atjeher meer, waartoe verzet nog dienen kan. Hierbij komt nog, dat, zoolang Pedir niet onderworpen is, we gedwongen zullen zijn een evenredig groote troepenmacht in de bo venstreken der XXH Moekims te laten. Zoo dat, mocht de expeditie te veel als een dub- beltjeskwestie van te zwaarwichtigen aard be schouwd zijn, ook hier de zuinigheid weer de wijsheid zal bedriegen. RAMP OP AMBOINA. Blijkens een van den gouverneur-generaal van Nederlandsch-Indië ontvangen telegram, zijn by de onlangs op Amboina plaats gehad hebbende aardbeving omgekomen de korpo raal der artillerie H. van der Aa, de kanon niers F. C. F. Romang, D. Janse en R. Kok, en de fuselier M. Einögg. In de Donderdag te Ierseke gehouden raadszitting werd o. a. behandeld een verzoek van J. Koster, ontslagen gemeenteveldwachter, om eenig pensioen en verhooging van zijn salaris als bode. Dit verzoek werd door 95 burgers gesteund. Burg. en wetb., erkennende de langdurige diensten van adressant, stelden voor hem een pensioen toe te kennen van f 150 en zijn traktement als bode te brengen van f 50 op f 150. Dit werd aangenomen, hoewel enkelen vrees den, dat de pensioneering door Ged. Staten niet zou worden goedgekeurd. Een concept adres aan de regeering, waarin overeenkomstig een vroeger raadsbesluit ver zocht werd het salaris van den burgemeester en den secretaris niet te verhoogen, kwam ter tafel, maar werd niet verder behandeld nadat de voorzitter had meegedeeld, dat hij heden een koninklijk besluit had ontvangen, waarbij tot verhooging wordt besloten. Een voorstel van burg. en weth. tot gelijk stelling van het salaris van een derden veld wachter met dat der beide anderen, werd goedgekeurd. Een voorstel van een der leden, om de betrekking van nachtwacht af te schaffen, werd met 1 stem meerderheid ver worpen. Een gedeelte van den havendam is bij con cessie tot 1905 in privaat gebruik bij de wed. Born. Daar dit gedeelte van den havendam noodig is om de havenvergrooting te bewerk stelligen, werd besloten een eisch van f 600 tot afkoop der concessie in te willigen. Vroeger besloot de Raad de gelegenheid te zoeken om aan een stom (niet doof) kind van een behoeftig ingezetene extra-onderwys te verschaffen. Daartoe werd een der onderwij zeressen aan school 1 verzocht gedurende eene week het onderwys aan het doofstommenin- stituut te Rotterdam, by te wonen. Hieraan werd voldaan, en nu besloot de Raad de kos ten van het privaat onderwijs aan dat kind, begroot op ruim f 100, voor rekening der ge meente te nemen. Toch vreesden enkele leden hierdoor een antecedent te stellen, dat wel eens duur kon uitkomen. De voorzitter (de burgemeester) ontwikkelde zeer uitvoerig een plan voor een conversie- ing, groot f 62.500 ad 3l/s of minder, af te lossen in 25 jaren. De bedoeling is daarvan de bestaande schuld ad f 37.000 a 4 te delgen, de haven te vergrooten, de gemeente te rioleeren en een straat te ver nieuwen. Het plan werd ter visie voor de raadsleden toch zou moeilijk te vervullen zijn, zoodat ontslag zeer tegen het belang van den dienst werd geacht. Zonder aan de verdiensten van den heer Wiskerke te kort te willen doen, oordeelde de Raad het toch beter de functiën van ge meente-secretaris en commissaris der brandweer niet in éen persoon te vereenigen. Het college maakte althans bezwaar om de kort geleden vastgestelde instructie nu reeds te wijzigen en verleende met algemeene stemmen het ontslag op de meest eervolle wijze. Eveneens werd, op zijn verzoek, eervol ont slag verleend aan den anderen commissaris der brandweer, den heer Adr. H. Donze, die dit verzocht had wegens zijn optreden als voor zitter der vry willige brandweer LuctoretEmergo. Tot lid van het burgerlijk armbestuur werd benoemd de heer J. de Brnijne. Aan de firma Van Kekem en Hensdens te Rotterdam, die mededeelde een stroohulzen- fabriek met daaraan verbonden pers te willen oprichten en inlichtingen vroeg, benevens de medewerking van den Raad, zal worden geant woord dat men gaarne de vestiging der onder neming in de gemeente zou zien, maar dat de Raad zich onthoudt van een verder oordeel en van medewerking in deze. BEMOEM1MGEM ENZ. Bij kon. besluit is benoemd tot griffier by het kantongerecht te Geldermalsem mr J. C. baron Creutz, advo caat en procureur te Arnhemen is aan den luit. t/z. 2e kl. C. W. F. baron Mackay, op zyn verzoek, met 1 Februari a. s. eervol ontslag verleend uit den zeedienst. Door de rechtbank te Leeuwarden is, ter vervulling van de vacature van kantonrechter te Dokkum, opgemaakt de navolgende alpha- betische lijst van aanbeveling: mr L. P. J. Hoeffelman, griffier bij het kantongerecht te Heerenveenmr L. Offerhaus Jz., commies-chef der le afdeeling ter provinciale griffie van Drenthe en kantonrechter-plaatsvervanger te Assen, en mr J. A. Schaaff, griffier bij het kantongerecht te Den Helder. De officier van administratie 2e kl. H. P. Winkelman, uit Oost-Indië in Nederland terug gekeerd, is op non-activiteit gesteld. De minister van marine verleent eiken V rijdag te elf uur audiëntie. De vuren in de haven van Smyrna zullen weder worden ontstoken. UIT STAD EN PROVINCIE. De Staatscourant van heden (Vrijdag 21 Jan.) bevat de wet van den 31 December 1897, tot afwijking van den regel, gesteld bij artikel 241 der Gemeentewet, omtrent plaatselijke be lastingen ten behoeve van de gemeente V1 i s- s i n g e n (Staatsblad no. 316.) Te Wolfaartsdyk zijn bij den land bouwer W. N. twee konijnen gestolen. Een derde, die er veel minder welgedaan uitzag, liet de dief zitten. De politie doet onderzoek. Een zevenjarig meisje van een met zyn Vaartuig in de haven te G o e a liggenden schip per had Woensdag avond het ongeluk met een breinaald in een der neusgaten testooten, waarby die zoo hoog haar in het hoofd drong dat het kind den volgenden dag onderhevige ^ijn en ïyden reeds overleed. De bevolking van Ierseke, die op 1 Jan. 1897 bestond uit 2256 mann. en 2210 vrouw., totaal 4466 personen, vermeerderde in 1897 door vestiging met 33 m. en 56 vr. samen 89 en door geboorte met 78 m. en 75 vr. samen 153 personen. Zij verminderde door vertrek naar elders met 115 m. en 154 vr., samen 269 en door overlyden met 34 m. en 34 vr., samen 68 personen. Er is dus een vermindering van m. en 57 vr. samen 95 personen. De bevol king bestond op 1 Jan. 1898 aldus uit 2218 m. en 2153 vr. totaal 4375 zielen. P. v. d. V., schipper te Hansweert, die indertijd in hechtenis werd genomen we gens meineed, is heden op vrije voeten gesteld. Door het rijkstelegraafkantoor met telefoon dienst te Haamstede zijn gedurende het jaar 1897 behandeld 1123 berichten, en wel ontvangen 549 en verzonden 574 telegrammen. In de Donderdag te Ter neuzen gehou den raadsvergadering werd voorloopig vast gesteld de ligger der wegen en voetpaden. Aangehouden werd de beslissing op het verzoek tot het in onderhoud overnemen van den nieuwen weg naar het spoorwegstation. Op zijn daartoe gedaan verzoek werd tegen 1 Febr. a.s. eervol ontslag verleend aan den gemeentebouwmeester J. Bertel, terwijl ver schillende leden hun leedwezen betuigden, dat gezondheidsredenen den titularis tot het ontslag noopten. Besloten werd zoo spoedig mogelijk de instructie voor den gemeente-bouwmeester te herzien en vast te stellen. Uit de discussie bleek dat verschillende leden er voor waren daarin een bepaling op te nemen, waarbij den bouwmeester verboden wordt particuliere wer ken uit te voeren. Inmiddels zullen sollicitan ten worden opgeroepen op het tegenwoordige salaris. Wegens zijne benoeming tot gemeente-secre taris was door den heer J. Wiskerke ontslag gevraagd als commissaris der brandweer. Van de brandmeesters en onder-brandmeesters was, naar aanleiding daarvan, een adres ingekomen, waarin verzocht werd de bepaling in de in structie van den gemeente-secretaris, die hem het waarnemen van die functie onmogelijk maakt, te schrappen, en het ontslag niet te verleenen. De plaats van den heer Wiskerke HET ORGEL, dat eens de uitrusting der Middelburgsche concertzaal moet voltooien, heeft binnen de muren zijner toekomstige woning al heel wat klanken doen hooren. Met muziek en dans, en met nog veel meer dat op een soiree variée thuis behoort, wordt het geld bijeengebracht, dat het Orgelfonds moet stijven, en daarom is het geen wonder, dat de concertzaal Donderdagavond hare gast vrije deuren opende voor allen, die wilden op komen om feest te vieren. Die allen, het waren er heel wat juist genoeg om het zoo gezellig mogelijk te doen zijn, zonder gedrang. Zy, die dezen feestavond organiseerden, heb ben dan ook werkeiyk voldoening van hun arbeid, welke zeker niet gering is geweest. Want er behoort heel wat toe een zaal zoo aardig te stoffeeren, zonder het leeuwendeel van de opbrengst aan onkosten te doen weg gaan. Maar veel smaak en veel hulpvaardige handen hebben dat werk verlicht. Daardoor was het mogelijk, dat het oog reeds bij het binnentreden der groote zaal aangenaam werd getioffen door die aardige tentjes waar de zoete keelen" de koopwaren aanprezen. Een aangenamen indruk moet het ongetwijfeld ook hebben gemaakt, dat de dames-verkoop sters met zooveel bescheidenheid optraden, dat zij voor eens en voor altijd de legende te niet hebben gedaan, dat een fancy-fair voor de heeren altijd zulk een dure aardigheid is. De bezoekers bleven zoo vrij als zich slechts denken laat. En wie zelf geen aanleiding zocht om geld stuk te slaan, zal moeten erkennen, dat bij waar voor zijn geld heeft gehad. De beste krachten, welke de Middelburgsche dilettanten op verschillend gebied leveren, hebben eaamgewerkt om den lnister der Ker- messe d'hirer te verhoogen. Zekere bescheidenheid in acht te nemen bij het vermelden van het programma, dat op een geïmproviseerd tooneel werd uitgevoerd, is plicht. Wij zeggen dit niet om een voorwendsel te hebben, ons met enkele woorden af te maken van iets, dat te veel dilettantisme verraadde om te worden besproken. Integendeel. Wij betreuren eer de kluisters, welke wij voelen. Want door onze beperkte vrijheid van spre ken, moeten wij wel naderen tot die gemeen plaatsen, welke zoo dikwert den schijn wekken van onoprecht te zijn. Maar wat er aan te doen? Van den zang mogen wy bv. niet meer zeggen, dan dat er eenige dilettanten optraden, die zich op de groote concerten in dezelfde zaal wel meer als hoogstverdienstelljke solisten deden kennen. Voor het Musikalisches Genrebild, Ein grosser Damenkaffee moet ge zegd worden, dat de jonge dames zich kloek hebben geweerd en heel wat genot gaven. Zeer dankbaar was het publiek gestemd jegens een jongleur, die, zooals vroeger by een andere feestelijke gelegenheid, werkelijk verrassende toereu verrichtte, en die zich met de eerste -professionals zou kunnen meten. Maar waar te eindigen? Och, laat ons maar niet naar een einde zoe ken. Wij hebben ook het einde van de soirée niet gezien. Wij hebben alleen wat gehoord, en wel rijtuigen die op een verdacht laat uur nog door onze stille straten reden. Een rij- en voetweg langs den Scheldedam. Door de Kamer van koophandel en fabrieken te Bergen-op-Zoom, de heeren J. P. Asselbergs, Ilid der Prov. Staten van Noord-Brabant, J. M. Kakebeeke, lid der Prov. Staten van Zeeland, F. M. A. Mathon, burgemeester van Bergen- op-Zoom, Eng. Moors, burgemeester, en L. Soffer8, secretaris der gemeente Woensdrecht, J. J. van Gorscl Hz., burgemeester, cn J. Q. C. Wabeke, secretaris der gemeente Rilland Bath, J. N. Elenbaas, burgemeester van Krabbendijke, C. der Weduwen, burgemeester van Kruiningen, D. Fokkema, hoofdconsul van den Algcmeenen Nederlandschen Wielrijdersbond, en Ch. G. Qarison, directeur der Nederlandsche Land aanwinning-Maatschappij te Rilland-Bath, aan den minister van waterstaat c. s. een adres izonden, waarin zij erop wyzen dat reeds in de jaren 18Ö4/7,. zoowel door Gemeentebesturen als door de Kamer van koop handel en fabrieken te Bergen op Zoom, po gingen zijn aangewend tot het verkrijgen van een rij- en voetweg langs den Scheldedam, welke pogingen echter tot geen resultaat leidden dat de Kamer van koophandel en fabrieken te Bergen op Zoom ia 1895 en 1896 wederom op zulk plan terugkwam en ter plaatse een ernstig onderzoek instelde dat tengevolge van besprekingen in den boezem dier Kamer belanghebbende polder-en gemeentebesturen werden uitgenoodigd tot het bijwonen eener vergadering, die dan ook op Donderdag 4 Februari 1897 werd gehouden en bijgewoond door vertegenwoordigers van ver schillende polders, gemeenten enz. dat in die vergadering de mogelijkheid van zulk een weg met algemeene stemmen werd aangenomen; zoo ook de wenschelijkheid van dezen verbindingsweg tusschen Zeeland en Noord-Brabant in het belang van handel en landbouw van beide provinciën unaniem werd betoogd dat aan de Kamer van koophandel en fabrie ken te Bergen-op-Zoom alsdan is opgedragen minstens 5 leden te assnmeeren, teneinde nog maals grondig het plan te onderzoekon en eene commissie te vormen, die belast zou zijn met het bevorderen der verkrijging van een rij- en voetweg langs den Scheldedam dat zij leden dier commissie zyn, en na rijp overleg en voorlichting door eene speciale com missie, die in loco het onderzoek instelde, tot de conclusie zyn gekomen, dat het plan kan gevolgd worden door Noord-Brabant, langs de zuidzyde van den Scheldedam tot aan Zuid- Beveland en daar diende gevolgd te worden den overweg van staatsspoor, om aan de Noord zijde van den spoorweg af te dalen in den eersten Bath-polder. In dezen polder zal ont eigening moeten plaats hebben tot aan den Reigersbergschen-polder om den weg te kun- Medewerking van de Nederland sche Maatschappij tot Landaanwinning, eigenares van den polder, is toegezegd door den directeur, den heer Ch. G. Harison. In den Reigersbergschen polder is eene baan aanwezig, die aansluiting geven kan aan den weg naar Rilland en verder aan den postweg door Zuid-Beveland. Om het groot belang voor den landbouw en handel in Zeeland en Noord-Brabant gevoelen zich gedrongen den minister eerbiedig te verzoeken het daarheen te willen leiden, dat deze verbindingsweg tusschen twee provinciën tot stand moge komen. RECHTSZAKEN. Arrondiasements-Mochtbank te Middolburg. DIEFSTAL, LANDLOOPERIJ EN HELINC. Voor bovengenoemde rechtbank werd heden behandeld de zaak tegen H. A. K., oud 24 jaar, schoenmaker, geboren te Goes, zonder bekende woon- of verbiyfplaats, thans gedetineerd te Middelburg. Hem waren ten laste gelegd op verschillende tijdstippen in de maand October jl. onder de gemeenten Goes en Kloetinge gepleegde dief stallen van waschgoederen en aardappelen, en verder had hij er zich over te verantwoorden dat hij in die maand in de gemeente Goes en omstreken zonder middelen van bestaan heeft rondgezworven. Aan den beklaagde was mr W. Dicke, advo caat te Goes, ambtshalve als verdediger toe- In deze zaak waren van wege bet O. M. 9 getuigen gedagvaard, waarvan er een niet was verschenen. Nadat de zaak door den ambtenaar van het O. M. was voorgedragen, werd overgegaan tot het hooren der getuigen. De eerste, M. Slimraens, agent van politie te Goes, verklaarde bij N. V. wed van A. P. en by hare dochter M. P. in beslag genomen te hebben verschillende ter terechtzitting aan wezige goederen, die door den getuige werden herkend. Aanvankelijk werd door N. V. ontkend iets verborgen te hebben, doch het onderzoek had een en ander aan het licht gebracht. Getuige verklaarde dat K. by de genoemde weduwe veel aan huis kwam en verkeering had met hare dochter, K. liep dag en nacht in en om Goes zwervende rond. De beklaagde erkende gedurende de maand October verschillende diefstallen van wasch goederen en aardappelen gepleegd te hebben hij wist niet aan wie de gestolen goederen behoorden. "Verder gaf hy toe in diezelfde maand in de omstreken van Goes, zonder mid del van bestaan, rondgezworven te hebben. Hij had geen werk en kon bij niemand onder dak komen. Hij zecht werk op verschillende plaatsen, ten slotte ook in Goes, waar hij het evenwel niet vond. Daar was hy by de wed. P. in huis genomen. Hij heeft de gestolen goe deren bij die weduwe in huis gebracht. De tweede getuige A. R. Holsheimer, com missaris van poli: ie te Goes, verklaarde dat de verschillende goederen op zijn last waren in beslag genomen. De beklaagde leidde een zwervend leven. De volgende getuige J. W. Veekman vrouw van H. Windhorst te Goes, verklaarde op 29 October de wed. P. op het politiebureau gevisiteerd te hebben, evenals hare dochter. Op beiden had zij goederen bevonden, die zij onder de haar vertoonde herkende. W. van Liere, landbouwer te Kloetinge, deelde mee dat in do maand October van zyn land aardappelen ontvreemd zijn, overeenkomende met de hem vertoonde. M. Westveer, werkvrouw te Goes, verklaarde October goed te bleeken gelegd te hebben en den 21en, toen zij het weder wilde opnemen, verschillende goederen te hebben vermist. Als zoodanig herkende zij de haar nu vertoonde. De beklaagde erkende die goederen in den nacht van het bleekveld te hebben weggenomen. J. de Kok, arbeider te Goes, de volgende getuige, verklaarde dat hij in October in dienst was by den landbouwer Duivekot, die land had liggen aan den 'a Heer Hendrikskinderen- dijk. In die maand lagen gerooide aardappelen op het land, waarvan er op zekeren dag vermist werden, naar zijn schatting een 40 of 50 liter. Zij waren van het soort als de hem vertoonde. Beklaagde erkende zich ook aan dezen dief stal schuldig. P. Strijd, vrouw van Ph. Vermeulen, te Goes, verklaarde dat ook van haar in October waschgoed van den bleek gestolen is. Dat goed vond zij ook onder het haar vertoonde. P. H. Vermeulen, dienstbode te Amsterdam, die in October bij haar ouders te Goes thuis was, verklaarde dat zij toen goed gemist heeft. Zij herkende het onder het ter zitting aanwezige. De beklaagde verklaarde dat de wed. P. hem had aangezet de diefstallen te plegen en haar het goed te geven, om zoodoende haar te ver goeden wat zij aan hem deed. De ambtenaar van het O. M. wees er op dat de beklaagde, nog slechts 24 jaar ond en am bachtsman, zooveel diefstallen gepleegd heeft dat voor hem geen verzachtende omstandighe den in aanmerking kunnen komen. Noeh dé armoede noch het aanzetten tot diefstal knnnen als exemis gelden. Het laatste zon misschien in aanmerking mogen komen voor den eersten diefstal maar niet voor de volgende, die wer den gepleegd om bekl. een lui leven te laten leiden en hem genietingen te geven, die hy zich anders niet kon verschaffen. Spreker achtte het ten laste gelegde, zoo uit de getuigenverklaringen als door de bekentenis van beklaagde, wettig en overtuigend bewezen en vorderde daarom tegen beklaagde, dien hij als een gevaarlijk individu voor de samenleving beschouwde, schuldigverklaring aan diefstal en landloopery en veroordeeling tot een gevan genisstraf van twee jaren en tot eene hechtenis- straf van 12 dagen, met mindering van den in voorloopige hechtenis doorgebrachten tijd. De verdediger meende te kunnen volstaan met zijn cliënt in de clementie van de recht bank aan te bevelen. Met deze zaak stond in nauw verband die tegen N. V., wed. van A. P., oud 55 jaar, wonende te Goes, die zich wegens heling had te verantwoorden, daar zij van H. A. K. verschillende goederen als geschenk had aangenomen, wetende dat die door diefstal waren verkregen. In deze zaak was, behalve de getuigen in de vorige zaak, ook als getuigen gedagvaard H. A. K-, de beklaagde van zoo even. De wed. P. erkende van K. tweemaal goede* ren en aardappelen in ontvangst genomen te hebben. Deze zeide steeds, dat bij die goederen gekregen had. Een paar stukken waschgoed had zij verborgende andere stukken had zij aangetrokken of hare dochters doen aantrekkeu. Zij herkende de haar vertoonde goederen als de bij haar en op haar en hare dochters bevon- dene. De voorzitter wees er beklaagde op, dat zij zeer goed wist dat het goed gestolen was. Hare dochters hebben dat zelf verklaard, even als K. Beklaagde, dit ontkennende, deelde verder mee, dat K. haar voor de huisvesting niets betaalde. H. A. K., de beklaagde in de vorige zaak, thans onder eede bIb getuige verhoord, ver klaarde dat de wed, P, wist dat de goederen

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 1