MIDDELBURGSCHE COURANT.
N°. 18.
141e Jaargang.
1898.
Zaterdag
22 Januari.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prjjs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2.-
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer
Middelburg 21 Jan. 8 u. vm. 48 gr. 12 u. 49 gr.,
av. 4 47 gr. F. Verw. Z. W. wind.
Advertentiën voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór één uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Advertentiën: 20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 17 regels 1.50elke regel meer 20 oent. Reclames 40 cont per regelt
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
Advertentiën by abonnement op voordeelige
voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis
aan het bureau te bekomen.
A g e n t o n.
Te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholen: W. A.
van nleüwbnhuijzen.
Middelburg 21 Januari.
lele-
A T J E H.
Een heden ontvangen officieel
gram luidt
„Op bericht dat Toekoe Oemar met zijn
benden Djantoi, op negen kilometer bezui
den Selimoen, aan de Atjehrivier, bereikt
had om door te trekken naar Pedir, zijn
troepen daar heen gezonden.
„Toekoe Oemar had Djantoi verlaten
tot dekking achterlatende 180 man. Dezen
verdreven. Toekoe Oemar wordt ver
volgd. Onzerzijds een zwaar en drie licht
gewonde militairen."
Volgens een Atjeh-brief aan de Sum. Ct. zal
het blijken, dat het een groote fout is van de
hooge Regeering, niet gezorgd te hebben
voor de noodige middelen om de expeditie naar
Pedir te kunnen ondernemen, onmiddellijk na
het verkregen succes in de bovenstreken
XXII Moekims. Die expeditie toch en
ook de Atjehers begrijpen dit is een noodza
kelijk gevolg van ons voortrukken. Het plan daar
toe kan en mag niet opgegeven worden. Maar in de
tegenwoordige omstandigheden zou het een te
groot waagstuk zijn om tot de uitvoering over
te gaan. Uitstel zal dus wel geen afstel zijn,
doch iederen dag vermeerderen de moeilijkhe
den, die ons te wachten staan. Tenzij de tot
tegenstand gezinde Atjehers opeens tot inkeer
mochten komen. Daarop zal echter wel niemand
meer rekenen.
Is Pedir eenmaal radicaal ten onder gebracht,
dan zal waarschijnlijk het verzet overal dood
bloeden want dan weet geen enkele vijande
lijke Atjeher meer, waartoe verzet nog dienen
kan. Hierbij komt nog, dat, zoolang Pedir
niet onderworpen is, we gedwongen zullen zijn
een evenredig groote troepenmacht in de bo
venstreken der XXH Moekims te laten. Zoo
dat, mocht de expeditie te veel als een dub-
beltjeskwestie van te zwaarwichtigen aard be
schouwd zijn, ook hier de zuinigheid weer de
wijsheid zal bedriegen.
RAMP OP AMBOINA.
Blijkens een van den gouverneur-generaal
van Nederlandsch-Indië ontvangen telegram,
zijn by de onlangs op Amboina plaats gehad
hebbende aardbeving omgekomen de korpo
raal der artillerie H. van der Aa, de kanon
niers F. C. F. Romang, D. Janse en R. Kok,
en de fuselier M. Einögg.
In de Donderdag te Ierseke gehouden
raadszitting werd o. a. behandeld een verzoek
van J. Koster, ontslagen gemeenteveldwachter,
om eenig pensioen en verhooging van zijn
salaris als bode.
Dit verzoek werd door 95 burgers gesteund.
Burg. en wetb., erkennende de langdurige
diensten van adressant, stelden voor hem een
pensioen toe te kennen van f 150 en zijn
traktement als bode te brengen van f 50 op f 150.
Dit werd aangenomen, hoewel enkelen vrees
den, dat de pensioneering door Ged. Staten
niet zou worden goedgekeurd.
Een concept adres aan de regeering, waarin
overeenkomstig een vroeger raadsbesluit ver
zocht werd het salaris van den burgemeester
en den secretaris niet te verhoogen, kwam ter
tafel, maar werd niet verder behandeld nadat
de voorzitter had meegedeeld, dat hij heden
een koninklijk besluit had ontvangen, waarbij
tot verhooging wordt besloten.
Een voorstel van burg. en weth. tot gelijk
stelling van het salaris van een derden veld
wachter met dat der beide anderen, werd
goedgekeurd. Een voorstel van een der leden,
om de betrekking van nachtwacht af te
schaffen, werd met 1 stem meerderheid ver
worpen.
Een gedeelte van den havendam is bij con
cessie tot 1905 in privaat gebruik bij de wed.
Born. Daar dit gedeelte van den havendam
noodig is om de havenvergrooting te bewerk
stelligen, werd besloten een eisch van f 600
tot afkoop der concessie in te willigen.
Vroeger besloot de Raad de gelegenheid te
zoeken om aan een stom (niet doof) kind van
een behoeftig ingezetene extra-onderwys te
verschaffen. Daartoe werd een der onderwij
zeressen aan school 1 verzocht gedurende eene
week het onderwys aan het doofstommenin-
stituut te Rotterdam, by te wonen. Hieraan
werd voldaan, en nu besloot de Raad de kos
ten van het privaat onderwijs aan dat kind,
begroot op ruim f 100, voor rekening der ge
meente te nemen. Toch vreesden enkele leden
hierdoor een antecedent te stellen, dat wel eens
duur kon uitkomen.
De voorzitter (de burgemeester) ontwikkelde
zeer uitvoerig een plan voor een conversie-
ing, groot f 62.500 ad 3l/s of minder,
af te lossen in 25 jaren. De bedoeling is
daarvan de bestaande schuld ad f 37.000 a 4
te delgen, de haven te vergrooten, de
gemeente te rioleeren en een straat te ver
nieuwen.
Het plan werd ter visie voor de raadsleden
toch zou moeilijk te vervullen zijn, zoodat
ontslag zeer tegen het belang van den dienst
werd geacht.
Zonder aan de verdiensten van den heer
Wiskerke te kort te willen doen, oordeelde
de Raad het toch beter de functiën van ge
meente-secretaris en commissaris der brandweer
niet in éen persoon te vereenigen. Het college
maakte althans bezwaar om de kort geleden
vastgestelde instructie nu reeds te wijzigen en
verleende met algemeene stemmen het ontslag
op de meest eervolle wijze.
Eveneens werd, op zijn verzoek, eervol ont
slag verleend aan den anderen commissaris der
brandweer, den heer Adr. H. Donze, die dit
verzocht had wegens zijn optreden als voor
zitter der vry willige brandweer LuctoretEmergo.
Tot lid van het burgerlijk armbestuur werd
benoemd de heer J. de Brnijne.
Aan de firma Van Kekem en Hensdens te
Rotterdam, die mededeelde een stroohulzen-
fabriek met daaraan verbonden pers te willen
oprichten en inlichtingen vroeg, benevens de
medewerking van den Raad, zal worden geant
woord dat men gaarne de vestiging der onder
neming in de gemeente zou zien, maar dat de
Raad zich onthoudt van een verder oordeel en
van medewerking in deze.
BEMOEM1MGEM ENZ.
Bij kon. besluit
is benoemd tot griffier by het kantongerecht
te Geldermalsem mr J. C. baron Creutz, advo
caat en procureur te Arnhemen
is aan den luit. t/z. 2e kl. C. W. F. baron
Mackay, op zyn verzoek, met 1 Februari a. s.
eervol ontslag verleend uit den zeedienst.
Door de rechtbank te Leeuwarden is, ter
vervulling van de vacature van kantonrechter
te Dokkum, opgemaakt de navolgende alpha-
betische lijst van aanbeveling: mr L. P. J.
Hoeffelman, griffier bij het kantongerecht te
Heerenveenmr L. Offerhaus Jz., commies-chef
der le afdeeling ter provinciale griffie van
Drenthe en kantonrechter-plaatsvervanger te
Assen, en mr J. A. Schaaff, griffier bij het
kantongerecht te Den Helder.
De officier van administratie 2e kl. H. P.
Winkelman, uit Oost-Indië in Nederland terug
gekeerd, is op non-activiteit gesteld.
De minister van marine verleent eiken
V rijdag te elf uur audiëntie.
De vuren in de haven van Smyrna zullen
weder worden ontstoken.
UIT STAD EN PROVINCIE.
De Staatscourant van heden (Vrijdag 21
Jan.) bevat de wet van den 31 December 1897,
tot afwijking van den regel, gesteld bij artikel
241 der Gemeentewet, omtrent plaatselijke be
lastingen ten behoeve van de gemeente V1 i s-
s i n g e n (Staatsblad no. 316.)
Te Wolfaartsdyk zijn bij den land
bouwer W. N. twee konijnen gestolen. Een
derde, die er veel minder welgedaan uitzag,
liet de dief zitten. De politie doet onderzoek.
Een zevenjarig meisje van een met zyn
Vaartuig in de haven te G o e a liggenden schip
per had Woensdag avond het ongeluk met
een breinaald in een der neusgaten testooten,
waarby die zoo hoog haar in het hoofd drong
dat het kind den volgenden dag onderhevige
^ijn en ïyden reeds overleed.
De bevolking van Ierseke, die op 1 Jan.
1897 bestond uit 2256 mann. en 2210 vrouw.,
totaal 4466 personen, vermeerderde in 1897
door vestiging met 33 m. en 56 vr. samen 89
en door geboorte met 78 m. en 75 vr. samen
153 personen. Zij verminderde door vertrek
naar elders met 115 m. en 154 vr., samen 269
en door overlyden met 34 m. en 34 vr., samen
68 personen. Er is dus een vermindering van
m. en 57 vr. samen 95 personen. De bevol
king bestond op 1 Jan. 1898 aldus uit 2218 m.
en 2153 vr. totaal 4375 zielen.
P. v. d. V., schipper te Hansweert,
die indertijd in hechtenis werd genomen we
gens meineed, is heden op vrije voeten gesteld.
Door het rijkstelegraafkantoor met telefoon
dienst te Haamstede zijn gedurende het
jaar 1897 behandeld 1123 berichten, en wel
ontvangen 549 en verzonden 574 telegrammen.
In de Donderdag te Ter neuzen gehou
den raadsvergadering werd voorloopig vast
gesteld de ligger der wegen en voetpaden.
Aangehouden werd de beslissing op het verzoek
tot het in onderhoud overnemen van den
nieuwen weg naar het spoorwegstation.
Op zijn daartoe gedaan verzoek werd tegen
1 Febr. a.s. eervol ontslag verleend aan den
gemeentebouwmeester J. Bertel, terwijl ver
schillende leden hun leedwezen betuigden, dat
gezondheidsredenen den titularis tot het ontslag
noopten.
Besloten werd zoo spoedig mogelijk de
instructie voor den gemeente-bouwmeester te
herzien en vast te stellen. Uit de discussie
bleek dat verschillende leden er voor waren
daarin een bepaling op te nemen, waarbij den
bouwmeester verboden wordt particuliere wer
ken uit te voeren. Inmiddels zullen sollicitan
ten worden opgeroepen op het tegenwoordige
salaris.
Wegens zijne benoeming tot gemeente-secre
taris was door den heer J. Wiskerke ontslag
gevraagd als commissaris der brandweer. Van
de brandmeesters en onder-brandmeesters was,
naar aanleiding daarvan, een adres ingekomen,
waarin verzocht werd de bepaling in de in
structie van den gemeente-secretaris, die hem
het waarnemen van die functie onmogelijk
maakt, te schrappen, en het ontslag niet te
verleenen. De plaats van den heer Wiskerke
HET ORGEL,
dat eens de uitrusting der Middelburgsche
concertzaal moet voltooien, heeft binnen de
muren zijner toekomstige woning al heel wat
klanken doen hooren.
Met muziek en dans, en met nog veel meer
dat op een soiree variée thuis behoort, wordt
het geld bijeengebracht, dat het Orgelfonds
moet stijven, en daarom is het geen wonder,
dat de concertzaal Donderdagavond hare gast
vrije deuren opende voor allen, die wilden op
komen om feest te vieren. Die allen, het
waren er heel wat juist genoeg om het zoo
gezellig mogelijk te doen zijn, zonder gedrang.
Zy, die dezen feestavond organiseerden, heb
ben dan ook werkeiyk voldoening van hun
arbeid, welke zeker niet gering is geweest.
Want er behoort heel wat toe een zaal zoo
aardig te stoffeeren, zonder het leeuwendeel
van de opbrengst aan onkosten te doen weg
gaan. Maar veel smaak en veel hulpvaardige
handen hebben dat werk verlicht. Daardoor
was het mogelijk, dat het oog reeds bij het
binnentreden der groote zaal aangenaam werd
getioffen door die aardige tentjes waar de
zoete keelen" de koopwaren aanprezen. Een
aangenamen indruk moet het ongetwijfeld
ook hebben gemaakt, dat de dames-verkoop
sters met zooveel bescheidenheid optraden,
dat zij voor eens en voor altijd de legende
te niet hebben gedaan, dat een fancy-fair voor
de heeren altijd zulk een dure aardigheid is.
De bezoekers bleven zoo vrij als zich slechts
denken laat. En wie zelf geen aanleiding zocht
om geld stuk te slaan, zal moeten erkennen,
dat bij waar voor zijn geld heeft gehad.
De beste krachten, welke de Middelburgsche
dilettanten op verschillend gebied leveren,
hebben eaamgewerkt om den lnister der Ker-
messe d'hirer te verhoogen.
Zekere bescheidenheid in acht te nemen bij
het vermelden van het programma, dat op een
geïmproviseerd tooneel werd uitgevoerd, is plicht.
Wij zeggen dit niet om een voorwendsel te
hebben, ons met enkele woorden af te maken
van iets, dat te veel dilettantisme verraadde
om te worden besproken.
Integendeel. Wij betreuren eer de kluisters,
welke wij voelen.
Want door onze beperkte vrijheid van spre
ken, moeten wij wel naderen tot die gemeen
plaatsen, welke zoo dikwert den schijn wekken
van onoprecht te zijn. Maar wat er aan te
doen? Van den zang mogen wy bv. niet
meer zeggen, dan dat er eenige dilettanten
optraden, die zich op de groote concerten in
dezelfde zaal wel meer als hoogstverdienstelljke
solisten deden kennen. Voor het Musikalisches
Genrebild, Ein grosser Damenkaffee moet ge
zegd worden, dat de jonge dames zich kloek
hebben geweerd en heel wat genot gaven.
Zeer dankbaar was het publiek gestemd jegens
een jongleur, die, zooals vroeger by een andere
feestelijke gelegenheid, werkelijk verrassende
toereu verrichtte, en die zich met de eerste
-professionals zou kunnen meten. Maar waar
te eindigen?
Och, laat ons maar niet naar een einde zoe
ken. Wij hebben ook het einde van de soirée
niet gezien. Wij hebben alleen wat gehoord,
en wel rijtuigen die op een verdacht laat uur
nog door onze stille straten reden.
Een rij- en voetweg langs den Scheldedam.
Door de Kamer van koophandel en fabrieken
te Bergen-op-Zoom, de heeren J. P. Asselbergs,
Ilid der Prov. Staten van Noord-Brabant, J. M.
Kakebeeke, lid der Prov. Staten van Zeeland,
F. M. A. Mathon, burgemeester van Bergen-
op-Zoom, Eng. Moors, burgemeester, en L.
Soffer8, secretaris der gemeente Woensdrecht,
J. J. van Gorscl Hz., burgemeester, cn J. Q. C.
Wabeke, secretaris der gemeente Rilland Bath,
J. N. Elenbaas, burgemeester van Krabbendijke,
C. der Weduwen, burgemeester van Kruiningen,
D. Fokkema, hoofdconsul van den Algcmeenen
Nederlandschen Wielrijdersbond, en Ch. G.
Qarison, directeur der Nederlandsche Land
aanwinning-Maatschappij te Rilland-Bath,
aan den minister van waterstaat c. s. een adres
izonden, waarin zij erop wyzen
dat reeds in de jaren 18Ö4/7,. zoowel door
Gemeentebesturen als door de Kamer van koop
handel en fabrieken te Bergen op Zoom, po
gingen zijn aangewend tot het verkrijgen van
een rij- en voetweg langs den Scheldedam,
welke pogingen echter tot geen resultaat leidden
dat de Kamer van koophandel en fabrieken
te Bergen op Zoom ia 1895 en 1896 wederom
op zulk plan terugkwam en ter plaatse een
ernstig onderzoek instelde
dat tengevolge van besprekingen in den
boezem dier Kamer belanghebbende polder-en
gemeentebesturen werden uitgenoodigd tot het
bijwonen eener vergadering, die dan ook op
Donderdag 4 Februari 1897 werd gehouden en
bijgewoond door vertegenwoordigers van ver
schillende polders, gemeenten enz.
dat in die vergadering de mogelijkheid van
zulk een weg met algemeene stemmen werd
aangenomen; zoo ook de wenschelijkheid van
dezen verbindingsweg tusschen Zeeland en
Noord-Brabant in het belang van handel en
landbouw van beide provinciën unaniem werd
betoogd
dat aan de Kamer van koophandel en fabrie
ken te Bergen-op-Zoom alsdan is opgedragen
minstens 5 leden te assnmeeren, teneinde nog
maals grondig het plan te onderzoekon en eene
commissie te vormen, die belast zou zijn met
het bevorderen der verkrijging van een rij- en
voetweg langs den Scheldedam
dat zij leden dier commissie zyn, en na rijp
overleg en voorlichting door eene speciale com
missie, die in loco het onderzoek instelde, tot
de conclusie zyn gekomen, dat het plan kan
gevolgd worden door Noord-Brabant, langs de
zuidzyde van den Scheldedam tot aan Zuid-
Beveland en daar diende gevolgd te worden
den overweg van staatsspoor, om aan de Noord
zijde van den spoorweg af te dalen in den
eersten Bath-polder. In dezen polder zal ont
eigening moeten plaats hebben tot aan den
Reigersbergschen-polder om den weg te kun-
Medewerking van de Nederland
sche Maatschappij tot Landaanwinning, eigenares
van den polder, is toegezegd door den directeur,
den heer Ch. G. Harison.
In den Reigersbergschen polder is eene baan
aanwezig, die aansluiting geven kan aan den
weg naar Rilland en verder aan den postweg
door Zuid-Beveland.
Om het groot belang voor den landbouw en
handel in Zeeland en Noord-Brabant gevoelen
zich gedrongen den minister eerbiedig te
verzoeken het daarheen te willen leiden, dat
deze verbindingsweg tusschen twee provinciën
tot stand moge komen.
RECHTSZAKEN.
Arrondiasements-Mochtbank te Middolburg.
DIEFSTAL, LANDLOOPERIJ EN HELINC.
Voor bovengenoemde rechtbank werd heden
behandeld de zaak tegen H. A. K., oud 24 jaar,
schoenmaker, geboren te Goes, zonder bekende
woon- of verbiyfplaats, thans gedetineerd te
Middelburg.
Hem waren ten laste gelegd op verschillende
tijdstippen in de maand October jl. onder de
gemeenten Goes en Kloetinge gepleegde dief
stallen van waschgoederen en aardappelen, en
verder had hij er zich over te verantwoorden
dat hij in die maand in de gemeente Goes en
omstreken zonder middelen van bestaan heeft
rondgezworven.
Aan den beklaagde was mr W. Dicke, advo
caat te Goes, ambtshalve als verdediger toe-
In deze zaak waren van wege bet O. M.
9 getuigen gedagvaard, waarvan er een niet
was verschenen.
Nadat de zaak door den ambtenaar van het
O. M. was voorgedragen, werd overgegaan tot
het hooren der getuigen.
De eerste, M. Slimraens, agent van politie
te Goes, verklaarde bij N. V. wed van A. P.
en by hare dochter M. P. in beslag genomen
te hebben verschillende ter terechtzitting aan
wezige goederen, die door den getuige werden
herkend.
Aanvankelijk werd door N. V. ontkend iets
verborgen te hebben, doch het onderzoek had
een en ander aan het licht gebracht.
Getuige verklaarde dat K. by de genoemde
weduwe veel aan huis kwam en verkeering
had met hare dochter, K. liep dag en nacht
in en om Goes zwervende rond.
De beklaagde erkende gedurende de maand
October verschillende diefstallen van wasch
goederen en aardappelen gepleegd te hebben
hij wist niet aan wie de gestolen goederen
behoorden. "Verder gaf hy toe in diezelfde
maand in de omstreken van Goes, zonder mid
del van bestaan, rondgezworven te hebben.
Hij had geen werk en kon bij niemand onder
dak komen. Hij zecht werk op verschillende
plaatsen, ten slotte ook in Goes, waar hij het
evenwel niet vond. Daar was hy by de wed.
P. in huis genomen. Hij heeft de gestolen goe
deren bij die weduwe in huis gebracht.
De tweede getuige A. R. Holsheimer, com
missaris van poli: ie te Goes, verklaarde dat de
verschillende goederen op zijn last waren in
beslag genomen. De beklaagde leidde een
zwervend leven.
De volgende getuige J. W. Veekman
vrouw van H. Windhorst te Goes, verklaarde
op 29 October de wed. P. op het politiebureau
gevisiteerd te hebben, evenals hare dochter.
Op beiden had zij goederen bevonden, die zij
onder de haar vertoonde herkende.
W. van Liere, landbouwer te Kloetinge, deelde
mee dat in do maand October van zyn land
aardappelen ontvreemd zijn, overeenkomende
met de hem vertoonde.
M. Westveer, werkvrouw te Goes, verklaarde
October goed te bleeken gelegd te hebben
en den 21en, toen zij het weder wilde opnemen,
verschillende goederen te hebben vermist. Als
zoodanig herkende zij de haar nu vertoonde.
De beklaagde erkende die goederen in den
nacht van het bleekveld te hebben weggenomen.
J. de Kok, arbeider te Goes, de volgende
getuige, verklaarde dat hij in October in dienst
was by den landbouwer Duivekot, die land
had liggen aan den 'a Heer Hendrikskinderen-
dijk. In die maand lagen gerooide aardappelen
op het land, waarvan er op zekeren dag vermist
werden, naar zijn schatting een 40 of 50 liter.
Zij waren van het soort als de hem vertoonde.
Beklaagde erkende zich ook aan dezen dief
stal schuldig.
P. Strijd, vrouw van Ph. Vermeulen, te
Goes, verklaarde dat ook van haar in October
waschgoed van den bleek gestolen is. Dat
goed vond zij ook onder het haar vertoonde.
P. H. Vermeulen, dienstbode te Amsterdam,
die in October bij haar ouders te Goes thuis
was, verklaarde dat zij toen goed gemist heeft.
Zij herkende het onder het ter zitting aanwezige.
De beklaagde verklaarde dat de wed. P. hem
had aangezet de diefstallen te plegen en haar
het goed te geven, om zoodoende haar te ver
goeden wat zij aan hem deed.
De ambtenaar van het O. M. wees er op dat
de beklaagde, nog slechts 24 jaar ond en am
bachtsman, zooveel diefstallen gepleegd heeft
dat voor hem geen verzachtende omstandighe
den in aanmerking kunnen komen. Noeh dé
armoede noch het aanzetten tot diefstal knnnen
als exemis gelden. Het laatste zon misschien
in aanmerking mogen komen voor den eersten
diefstal maar niet voor de volgende, die wer
den gepleegd om bekl. een lui leven te laten
leiden en hem genietingen te geven, die hy
zich anders niet kon verschaffen.
Spreker achtte het ten laste gelegde, zoo uit
de getuigenverklaringen als door de bekentenis
van beklaagde, wettig en overtuigend bewezen
en vorderde daarom tegen beklaagde, dien hij
als een gevaarlijk individu voor de samenleving
beschouwde, schuldigverklaring aan diefstal en
landloopery en veroordeeling tot een gevan
genisstraf van twee jaren en tot eene hechtenis-
straf van 12 dagen, met mindering van den
in voorloopige hechtenis doorgebrachten tijd.
De verdediger meende te kunnen volstaan
met zijn cliënt in de clementie van de recht
bank aan te bevelen.
Met deze zaak stond in nauw verband die
tegen N. V., wed. van A. P., oud 55 jaar,
wonende te Goes, die zich wegens heling
had te verantwoorden, daar zij van H. A.
K. verschillende goederen als geschenk had
aangenomen, wetende dat die door diefstal
waren verkregen.
In deze zaak was, behalve de getuigen in de
vorige zaak, ook als getuigen gedagvaard
H. A. K-, de beklaagde van zoo even.
De wed. P. erkende van K. tweemaal goede*
ren en aardappelen in ontvangst genomen te
hebben. Deze zeide steeds, dat bij die goederen
gekregen had. Een paar stukken waschgoed
had zij verborgende andere stukken had zij
aangetrokken of hare dochters doen aantrekkeu.
Zij herkende de haar vertoonde goederen als
de bij haar en op haar en hare dochters bevon-
dene.
De voorzitter wees er beklaagde op, dat zij
zeer goed wist dat het goed gestolen was.
Hare dochters hebben dat zelf verklaard, even
als K.
Beklaagde, dit ontkennende, deelde verder
mee, dat K. haar voor de huisvesting niets
betaalde.
H. A. K., de beklaagde in de vorige zaak,
thans onder eede bIb getuige verhoord, ver
klaarde dat de wed, P, wist dat de goederen