BUITENLAND. LAATSTE BERICHTEN. M a in een voor hem, en zijn broertje tot slaap plaats dienend vertrek in het door hem be woonde gedeelte van voormeld huis, en vervol gens die houtkrullen in brand gestoken, ten gevolge waarvan dat vertrek in brand is ge raakt en vervolgens bovenvermeld huis geheel ia uitgebranddoor welke brandstichting ge vaar te duchten was voor meergemeld, aan de weduwe Blankhart toebehoorend huis en de daarin aanwezige goederen, toebehoorende aan Van Agten bovenvermeld, diens schoonzuster <J. Dirksen, genoemde weduwe Blaukhart, F. Guillaume bovenvermeld en hem, beklaagde, en voor de aan de Oost- en Westzijde van dat huis gelegen woningen, respectievelijk toebehoorende aan meergenoemde weduwe Blankhart en aan A. Braam, met de zich daarin bevindende meubelen en anderegoederen, toebehoorende aan de bewoners dier woningen R. de Pagter en O. de Meij, benevens levensgevaar voor meergenoemden Van Agten, zijn vrouw en hun 4 kinderen en voor de huisvrouw van boven- genoemden De Meij, L. Philipse, en haar 5 kin deren, welke personen zich toen allen te bed en in slaap bevonden. Aan den beklaagde is de heer mr. A. A. de Voer Gz., advocaat te Middelburg, ambtshalve als verdediger toegevoegd. Voor het gerechtshof te 's Gravenhage verschenen Donderdag twee personen uit Zee land en wel in de eerste plaats L. V., tim merman te V1 i s s i n g e n, die zich te verant woorden had ter zake hij op den 22n Septem- ter 11. op het terrein der Maatschappij tot Ex ploitatie van Staatsspoorwegen aldaar, de zoo genaamde Hal, uit een goederenwagon een aan tal noten had weggenomen, voor welken dief stal de Middelburgsche rechtbank hem bij von nis van 19 Nov. 11. tot drie maanden gevange nisstraf veroordeelde. Mr P. F. L. Verschoor, advocaat te 's Hage, wees op de onbeduidendheid van den diefstal en vroeg oplegging eener lichtere straf, ook op grond dat beklaagde's leven steeds braaf en oppassend is geweest, terwijl het 0. M. bevestiging van het veroordeelend vonnis re- quireerde en er op wees dat beklaagde's leef wijze toch niet geheel vlekkeloos is waarop mr Verschoor eenige getuigschriften ten gunste van zijn cliënt den Hove voorlegde. In de tweede plaats verscheen voor dat col lege H. W., zonder beroep te Wemeldingej ter zake van den aldaar gestationeerden briga dier-titulair der rijks veld wacht beleedigd te hebben door hem te hebben toegevoegd „smeer lap" en meer van die uitdrukkingen de Mid delburgsche rechtbank legde beklaagde te dier zake bij vonnis van 26 Nov. 11. een maand ge vangenisstraf op. Het O. M. moest zich vereenigen met de opgelegde straf, omdat de Officier van Justitie in die uitspraak had berust, doch requireerde vernietiging van het bovenbedoelde vonnis voor wat de qualifieatie betreft, welke z. i. zou moeten luiden, 1°. beleediging, een ambtenaar in functie aangedaan, 2°. bedreiging met eenig misdrijf, tegen het leven gericht, subsidiair be dreiging met zware mishandeling. In beide zaken uitspraak 27 dezer. POST EN TELEGRAAF. Te Sluis werden gedurende 1897 door het rijks-telegraafkantoor verzonden 643, ontvan gen 685 en opgenomen en verder geseind 2946 telegrammen, zoodat in 't geheel behandeld zijn 4271 berichten, tegen 3457 in 1896. Door het telefoonkantoor te Aardenbnrg werden behandeld 1341 berichten. Omtrent de beweging op het postkantoor te Sluis (het arrondissement bestaat uit 5hulp kantoren Oostburg, Aardenburg, Cadzand, Zuidzande en Retrachement) kan het volgende worden medegedeeld Het totaal cijfer der ontvangen brieven was 79.688, dat der briefkaarten 32.710, van couran ten a Vs cent 207.806 en van couranten a 1 cent 30.546. Voorts werden ontvangen 104.415 gedrukte stukken, 1106 monsters of stalen, 23.452 dienst brieven, 2287 gewone aangeteekende brieven en 330 met aangegeven geldswaarde, tot een bedrag van 140.068.325. Het aantal expresse brieven bedroeg 20, ter wijl voor 49.600.07 kwitantiën ter inning werden ontvangen. Voorts werden kwitantiën verzonden tot een bedrag van 4202terwijl postwissels ontvan gen en uitbetaald werden tot een bedrag van 45.500.97. Verzonden werden 9600 postwissels tot een bedrag van 127.263, terwijl de inlagen der spaarbankboekjes bedroegen 85.767.176 en daarop f 63.125.80® werd terugbetaald. 8209 pakketten werden verzonden en 24.319 ontvangen. De stortingen in 's Rijks kas bedroegen 155.655.165 en de gcheele geldelijke ver antwoording bedroeg 278.959.63 tegen 250.414.92' in 1896. LETTEREN "EN KUNST. Prof. Oort verzocht ons, in verband met den dood van prof. dr. W. H. Kosters, te melden, tot geruststelling van de inteekenaars op de nieuwe vertaling van het Oude Testament, dat het geheele werk, behoudens een laatste herziening] van eenige boeken, gereed ligt, en de uitgave zonder vertraging wordt voortge zet. En mochten wellicht belanghebbenden vreezen, dat de uitgave gevaar zou loopen niet voltooid te worden, indien ook de alleen overgeblevene der vier bewerkers viel, dan wcte men dat voor dit geval gepaste maatregelen genomen zijn. Mascagni heeft geschreven, dat hij in het begiu van Februari in Den Haag, Amsterdam en Rotterdam bij de Italiaansche opera zijn opera's zal komen dirigeeren. Viotta werd ziek te Amsterdam, waarheen hij zich voor de Siegfried-repetities had begeven. Hij heeft een hevigen aanval van influenza. De Siegfried-opvoemg', zal [echter toch door gaan want, mocht Viotta verhinderd zijn, dan zal zijn plaats worden ingenomen door Willem de Haan, uit Darmstadt. Verschillende Berichten. Heden, 14 Jan., is het honderd jaren ge leden dat Thorbecke te Zwolle en Da Costa te Amsterdam werd geboren. De nieuwe muntbiljetten, op rameh-papier gedrukt, zullen in het begin der volgende maand worden uitgegeven. De Rotterdamsehe handel zal den alge- treden voorzitter der Kamer van koophandel, den heer M. M. de Monchy, diens portret aan bieden, door niemand minder dan Jozet Israels geschilderd. Aan het bericht van het N. d. D, om trent het schrijven dat de hoofden onzer missiën in het buitenland vanwege de Koningin-Re gentes ontvingen, kan worden toegevoegd, dat hun ook verzocht werd aan de hoven kennis te geven dat H. M. geen vorsten noch een buitengewone vertegenwoordiging wenscht te ontvangen. Enkele vreemde vorsten, tot de familiebetrekkingen behoorende, zijn echter uitgezonderd. Voor de inhuldigingsplechtigheid is evenwel nog geen program vastgesteld, maar men zegt nu weer, dat het streven bestaat haar zeer luisterrgk te doen zijn. De heer G.Vas Visser te Amsterdam, de grootmeester der Orde van vrijmetselaren in Nederland, vierde Donderdag zijn 60aten ge boortedag. Het was duidelijk, zoo zegt het Hbld, dat de vrijmetselaarsloges in Nederland dezen dag niet onopgemerkt zouden laten voorbijgaan. Reeds was den jubilaris Woensdagavond inde loge Nos Vinxit Eibertas aldaar, waarvan hij het voorzitterschap bekleedt, een ovatie ge bracht en ter herinnering aan dezen dag een bronzen beeld Le Vainqueur aangeboden. Donderdag morgen ontving de jubilaris een deputatie uit de zes zusterloges van de hoofd stad, die hem eveneens een bronzen beeld Lr. Travail, aanbood, vergezeld van een oorkonde in een portefeuille. Tal van Nederlandscho vrijmetselaren vereerden hun grootmeester een monumentaal bloemstuk, als blijk van hunne hulde. Den geheelen dag door werd de groot meester overstelpt met brieven, kaartjes en telegrammen. Het was voor den heer l as Visser een feestdag, die hem door deze talrijke blijken van vriendschap en vereering zeker onvergetelijk gemaakt is. Met betrekking tot den moord te Leur wordt gemeld dat zware vermoedens moeten gerezen zijn tegen den zoon van een echtpaar, bij wie de vermoorde dikwijls ging kaart spelen. De andere verdachte moet zijn alibi kunnen bewijzen. De toestand der Haarlemsche vrouw, die te Rotterdam door haar man in den rug ge stoken werd, is vooruitgaande. Een man al daar is bij liet vervoeren van een stoomketel ernstig aan het hoofd verwond. Aan boord van een Rijnsehip, aldaar op stroom liggende, is ingebroken en een trommel ontvreemd, in houdende een kleine duizend gulden aan con tanten en de scheepspapieren. Te Rotterdam vochten in een der drukste straten twee schippers. Een hunner sloeg op de vlucht en honderden liepen den man na. Onderweg groeide de menigte aan. Politie agenten tot een totaal van 20 en enkele onder inspecteurs voegden zich er bij en liepen mee. Eindelijk werd de man gegrepen en toen bleek, dat men een verkeerde te pakken had. Een twee en zestigjarige man, werkzaam aan de waterleiding te Tilburg, kreeg Donder dagmiddag een zwaar heiblok op het hoofd, tengevolge waarvan hij onmiddellijk stierf. Te Veenendaal is een 12-jarige jongen terwijl zijn ouders ter markt waren, in do vaart nabij de ouderlijke woning verdronken. Men vermoedt, dat hij met den kruiwagen in het water is gevallen, daar men hem er onder vond liggendaardoor heeft hij geen hulp kun nen roepen. Te Made had een driejarig kind het ongeluk op een gloeiend deksel van een kachel te gaan zitten of te vallen, waardoor het zulke ernstige brandwonden kreeg, dat het nu aan de gevolgen overleden is. In den nacht van Woensdag op Donderdag is te Zwolle de woning van een timmerman totaal uitge brand. De man kon met zijn vrouw en 6 jeug dige kinderen door de achterdeur ontkomen, waarbij de vrouw het haar van het voorhoofd nog werd geschroeid. Terwijl een inwoner van de Friesche ge meente Achtkarspelen 's avonds met vrouw en kinderen bij maanlicht rustig aan den haard zat te praten, werd de buitendeur ingetrapt en de kamerdeur opengesmeten, waarop drie schoten volgden, zonder iemand te raken. Tegen den vermoedelijken dader is proces-ver baal opgemaakt. Het bericht dat een bende zigeuners te Boxmeer zou aangekomen zijn, is van allen grond ontbloot. Te Vessem bij Eindhoven zijn bij het omspitten van grond 30 gouden en zilveren muntstukken gevonden, dagteekenende uit het jaar 1600. Een Antwerpsch diamanthandelaar, de heer De Decker, is op straat aangerand, toen hij voor een halfmiljoen aan waarden bij zich had. De Decker werd ernstig gewond, doch kon om hulp roepen. Voorbijgangers snelden toe en hielpen den ernstig gewonde, terwijl de aanrander de vlucht nam, maar later gearresteerd werd. In het dorpje 's Gravenwezel, bij Antwer pen heeft men een afschuwelijke ontdekking gedaan. Woensdag had op het kerkhof daar een be grafenis plaats. In de nabijheid van den grafkelder der familie de Caters gekomen, zag men volgens het H. v. A. dat deze was opengebroken. De zinken kist der onlangs overleden mevr. de Caters was opengesneden, het deksel der houten kist opgelicht, en men vond een hand van het lijk naast de kist liggen. Van die hand waren dejuweelen ringen, met welke de overledene begraven was, afgerukt Het parket is ter plaatse geroepen om de zaak te onderzoeken. De geroofde juweelen hadden eene aanzien lijke waarde. De Duitsche Keizer heeft afwijzend be schikt op een verzoek om gratie van baron Von Liitzow, die alzoo zijn gevangenisstraf ten volle (nog acht maanden) zal hebben te ondergaan. De groote stoomweverij van Julius Plei- fer en Zonen te Rnmburg (in Bohemen) is totaal afgebrand; 400 werklieden zijn daar door broodeloos. De schade bedraagt een millioen gulden. Te Beid in Hongarije kwamen twee goederen-treinen met elkander in botsing. Drie personen werden gedoodtien werd zwaar ge kwetst. Bij de voorstelling te Rome van d' An- nunzio's droom van een lentemorgen met Eleonora Duse in de hoofdrol heeft, niettegen staande koninginMargherita, de graaf van Turijn en het geheele hof in den schouwburg tegen woordig waren, een deel van het publiek een groot schandaal gemaakt en zelis scheldwoor den tegen den schrijver geroepen. Dit ging uit van een twintigtal socialisten en was gericht tegen d' Annunzio als politiek persoon. Het kabaal werd echter door applaus overstemd. Na d' Annunzio's stuk werd Goldoui's Locan- diera gespeeld en verbazend toegejuicht „Leve Goldoni" werd er geroepen. De feesten te Palermo duren voort. Dins dag openden de Kroonprins en zijne gemalin eene tentoonstelling van reliquieën en beschei den betreffende de omwenteling en later onthuldej de vice-president des Senaats Guarneri gedenk tafels en andere herinneringsteekenen ter eere der helden van 1848. Overal waar het prinslijk echtpaar zich ver toonde werden zij met vuur toegejuicht. Blijk baar was de stemming jegens hen warmer ge worden, daar het bekend werd, dat de prinses, ondanks ongesteldheid en tegen den raad der geneesheeren in, voor het feest was overge komen. De laatste dagen loopen weer geruchten over „André's ballon," welke in Augustus in Britsch-Columbia zou zijn gezien. Verkoopingen enz. Heden middag werden door burg. en wetli. van Middelburg geopend de inge komen inschrijvingsbiljetten van houders van stoom-carousels en van andere inrichtingen van groote afmetingen, die dit jaar de kermis te Middelburg wenschen te bezoeken, houdende opgaaf van hetgeen zij, onverminderd de ge wone plaatselijke belasting (marktgeld), voor een staanplaats op de Groote Markt, wenschen te betalen. Ingekomen waren 11 biljetten. Ingeschreven werd voor stoommolens door B. Xhaflaire te Breda voor 225mej. Schild- meijer te Edam voor ƒ1225; K. Benner te Roermond voor ƒ621J. Wolft' en Zn. te Roer mond voor 350 en G. Vinke te Roermond voor ƒ1271; voor. hippodromes door B. Xhaf laire voor 10S. van Bergen te Roermond voor 201wed. Hombach te Roermond voor 226.20; M. Krampvoet3 te Roermond voor 120 en G. Wolffs te Roermond Voor 37.50 voor een theater door A. A. Wallenda te Rot terdam voor ƒ60:; en voor een schouwburg door Gebs. van Lier te Amsterdam voor ƒ25. Verder werd door hetzelfde college in het openbaar verpacht, bij inschrijving, de visscherij c. a. der gemeente Middelburg in perceelen en in massa, voor den tijd van drie jaren, in gaande 1 Jan. 1898 en eindigende 31 Decem ber 1900. Ingekomen waren 4 biljeten. Voor de massa, 6 perceelen, schreven in E. Paillee voor 427 en W. de Brce voor ƒ425. Verder werd ingeschreven voor het 4e perc. door Paillee voor 203, voor het 3e door J. Sanderse en C. Kasteleijn voor 50 en voor het 2e perc. door J. Davidse voor 63. Al deze inschrijvers wonen te Middelburg. De massa is gegund aan den inschrijver De Bree. Onder voorzitterschap van den heer J. P. Fokker, plaatsvervangend voorzitter van de Kamer van koophandel de voorzitter mr f!. N. de Stoppelaar was door ongesteldheid ver hinderd tegenwoordig te zijn werd heden mid dag ten raadhuize a 1 h i er eene vergadering gehouden van stemgerechtigde deelnemers in de Nederlandschc Handelmaatschappij, tot het kiescollege Middelburg behoorende, om te voorzien in de vacature van commissaris- plaatsvervanger in het college van comm ssaris- sen der Ned. Handelmij., ontstaan door de be noeming van den heer J. P. Fokker tot com missaris. Tegenwoordig of vertegenwoordigd waren 19 deelnemers. Benoemd werd de heer A. H. G. Fokker te 's-Gravenhage met 17 stemmen, tegen 2 op den heer H. P. den Bouwmeester alhier, Borssele. Donderdag werd door den dijk- raad voor de waterkeering van het. calami- teuze waterschap EllewoutsdijJeBorssele de omschrijving der onderhoudswerken van 1898/99 vastgesteld op een bedrag van 25,475,13. Op voorstel van een der leden nam de Dijk- raad een besluit om goedkeuring te vragen op eene vorhooging van het presentiegeld voor zeven leden met 100. 's Gravenhage. Donderdagavond werd op het Huygensplein alhier een ongehuwde vrouw uit Rijswijk, die met de stoomtram Den Haag Delft aankwam, door een haar onbekenden man onverhoeds van achter aangevallen. Hij bracht haar met een scherp voorwerp een steek in de zijde toe, waardoor echter alleen hare kleederen werden beschadigd. De aanrander had zich verwijderd. Op het politiebureau werd het signalement opgegeven en het gebeurde geverbaliseerd. Nader is gebleken dat deze aanranding waar schijnlijk verband houdt met een wraakneming tegen den vrijer van het meisje. Calcutta. De toestand op de Perzische grens schijnt ernstig te zijn. Kapitein Burns verklaarde dat de geheele Key-vallei in op stand is. Uit Qnettah zijn 3 compagnieën infanterie met twee veldstukken naar Gwadur gezonden. Ook uit Karachi zijn versterkingen gezonden. Verkoopingen en Verpachtingen in Zeeland. Datnm. Plaats. Voorwerpen. Informatiën 15 Jan Middelburg. Spoeling (verp) Kazerne. 15 Arnemu:den, Hout, De Vos- 15 N. &St.Joosl. Hout, De Vos 15 N.&3t JoobI. Hniien, De Vo°. 17 Vlis8ingun, Blikafval, Do Vos. 17 Vrouwepolder, Hout, Verhuist. 18 ÜOBtkapelle, Hout, Verhulst. 19 Middelburg, Meubelen, Notarishuis 20 April üoMkapelle, Inspan, Tak. 27 Arnemuïdeo, Inspan, Tak 29 0. W Soub, Inspan, Tak. 2 Mrt Arnemuiden, Inspan, Tak- Algemeen Overzicht. Als een ontzagwekkende moed, een diep gewortelde overtuiging en een bewonderens waardige stijl in staat zijn het pleit te beslissen, dan is Dreyfuss in eere hersteld. Want Zola bezit dat alles en hij heeft dit getoond. Maar wij gelooven dat er, om de waarheid aan het licht te brengen, meer noodig is dan hartstochtelijke, gloedvolle woorden. Wij geloo ven dat argumenten noodig zijn en vooral bewijzen. En die nu hebben wij niet gevonden in de heerlijke bladzijden, waarmede Emile Zola de Fransche letterkunde heeft verrijkt. Als mensch en als schrijver moet hij in ieders bewondering zijn gestegen maar is hij een pleitbezorger? 't Is ons niet gegeven, dat in te zien. Mis schien omdat wij steeds eenige argwaan koes teren, als het warme gemoed de taak van het koele verstand overneemt. Misschien omdat wij, bevreesd ons te laten meeslepen, vooruit onzen geest schrap zetten. Maar bij lezing noch herlezing van Zola's brief aan Felix Faure hebben wij iets gevonden, dat kan strekken tot steun voor het vermoeden dat de zaak is, gelijk Zola die thans voorstelt. Daarmede is niet gezegd, dat wij de onder stelling van Zola wegwerpen. Integendeel. Indien het recht bestond, om in zaken als deze uit een groot aantal feiten en geloofwaardige verzekeringen een stelsel op te bouwen, en dat als waarheid of als schijnwaarheid open baar te maken, dan zouden wij een voorstelling van de zaak kunnen geven, welke slechts weinig verschilt van die van Zola. Maar dan zouden wij het beter hebben ge oordeeld, dat te doen in een opstel, armer aan schoone woorden, maar rijker aan argu menten. Wat toch is Zola's voorstelling Wij kunnen hem zelf aan het woord laten in zijn overwel digend slot „Ik beschuldig den luitenant-kolonel du Paty du Clam de duivelsche bewerker van de ge rechtelijke dwaling te zijnonbewust naar ik wil gelooven en vervolgens zijn heilloos werk gedurende drie jaar te hebben verdedigd door de domste en misdadigste knoeierijen. Ik beschuldig generaal Mercier zich tot medeplichtige te hebben gemaakt, ten minste door zwakheid van geest, van een der grootste onrechtvaardigheden dezer eeuw. Ik beschuldig generaal Billot de stellige be wijzen voor de onschuld van Dreyfuss in handen te hebben gehad, en ze te hebben ver stikt, zich aldus te hebben schuldig gemaakt aan de misdaad van schending der mensche- lijkheid, van schending der gerechtigheid, en dat met een staatkundig doel, teneinde den gecompromitteerden generalen staf te redden. Ik beschuldig generaal Boisdeffre en generaal Gonse zich medeplichtig te hebben gemaakt aan deze misdaadde eerste zonder twijfel uit clericalen hartstocht, de laatste misschien door het esprit-de-corps, dat de bureaux van het ministerie van oorlog maakt tot een heilige, onaantastbare ark. Ik beschuldig generaal De Pellieux en majoor Ravary een oneerlijk onderzoek te hebben in gesteld waaronder ik versta een onderzoek dat gevoerd is met de monsterachtigste partij digheid, waarvan wij in het rapport van den laatsten een onvergankelijk gedenkteeken van naïeve stoutmoedigheid hebben. Ik beschuldig de drie schriftkundigen, de heeren Belhomme, Varinard en Couard, leugen achtige en valsche rapporten te hebben opge maakt, ten minste als een geneeskundig onderzoek hen niet verklaart te zijn aangetast door een ziekte van het gezichtsvermogen en van het verstand. Ik beschuldig de bureaux van het departe ment van oorlog in de pers vooral in de Eclair en in de Echo de Paris een afschuwe lijke campagne te hebben geleid, teneinde de openbare meening op een dwaalspoor te brengen om eigen fouten te bedekken. Ik beschuldig eindelijk den eersten krijsraad het recht te hebben verkracht, door een be schuldigde te veroordeelen op een geheim stuk ik beschuldig den tweeden krijgsraad deze onwettigheid, op bevel, te hebben gedekt, door op zijn beurt de rechtskundige misdaad te begaan, tegen beter weten in een schuldige vrij te spreken. Ik breng deze beschuldigingen uit, wetende dat ik mij daardoor blootstel aau4e toepassing van de artikelen 30 en 31 van de perswet van 29 Juli 1881, waarbij laster strafbaar wordt gesteld. Vrijwillig stel ik mij daaraan bloot." Daarin, in die laatste woorden, ligt de be- teekenis van Zola's daad. In zijn uitgebreide toelichting tot deze beschuldiging komt geen enkel nieuw feit of nieuw argument voorop geen der bekende feiten wordt een nieuw licht geworpener wordt geen nieuw verband aan getoond tusschen teiten, welke tot dusver zelf standig stonden. Maar Zola wil dat men hem vervolge, dat men hem voor den gewonen, deskundigen, on af hankelijken rechter brenge, waar men de getuigen onder eede en in het openbaar hoort, voor den rechter waar geen praatjes of ver moedens worden aangenomen, waar feiten en bewijzen worden gevraagd en geëischt, en zeker niet kunnen worden vervangen door re devoeringen vol liefde voor het vaderland, be zorgdheid voor de eer des legers en vertrou wen in het legerbestuur. Van zulk een vervolging zich te onthouden ware een zedelijke zelfmoord. Zola moet dus worden aangeklaagd en de regeering zal het doen. In de kamer hoeft De Méline medegedeeld, dat de regeering de justitie heeft verzooht den schuldige te vervolgen. Die mede- deeling had plaats naar aanleiding van een interpellatie-De Mun, welke natuurlijk tot een hartstochtelijk debat leidde. Generaal Billot heeft weer een massa groote woorden gebruikt, „kracht van het gewijsde", „droefheid van het leger over deze aanvallen", „arbeiden tegen den dag dat het noodig is zijn plicht te doen", „zijn heilige taak te vervullen" enz. enz. enz. Maar geen enkele zaakrijke verklaring, geen enkel feit komt voor in de rede waarvan een vrij uitvoerig verslag voor ons ligt. Zijn rede was een toost, niets meer. Van de vele voor de hand liggende midde len om de openbare meening althanB ten deele te bevredigen heeft Billot er geen gebruikt. Hij heeft niet verklaard, dat de krijgsraad geen geheime stukken heeft gehad en daarop recht deed. Hij heeft alles in het duister gelaten, waar éen woord zooveel zou kunnen uitwerken. Het slot van het zittingsverslag van de Petit Bleu luidt „CavaignacDeel dan het geheime stuk mede waarop de veroordeeling plaats had. De beraadslaging wordt gesloten." Na een debat over den voorrang van ver schillende moties sprak de kamer met 313 tegen 141 stemmen haar vertrouwen in de verzekeringen der regeering uit, terwijl zij met 292 tegen 120 stemmen verklaarde, dat zij er op rekende, dat do regeering een einde zou weten te maken aan de agitatie. Terwijl de beslissing der justitie met groote spanning wordt verwacht, rijst natuurlijk de vraag of de beschuldigingen van Zola waar- zijn, of waar kunnen zijn. Dit laatste is zeker het geval. Verschillende bladen de Eclair in de eer ste plaats hebben tot verdediging van de regeering (op dit laatste kan niet genoeg wor den gewezen) het bestaan vermeld van een geheim dossier, hetgeen ten processe is geble ken waar te zijn; zij hebben bijzonderheden over den inhoud medegedeeld, welke op één punt bevestigd zijn zij hebben de wetsver krachting toegegeven; zij hebben die verde digd, op grond dat de hoogste belangen des lands haar noodzakelijk maakten. Een tegenspraak in een beslisten vorm is nooit gevolgd. Ja, een der Parijsche bladen is in zijn ver dediging van de regeering nog verder gegaan. Het heeft, toen het borderel de proef dei- vergelijking niet doorstond, het geheele borde rel verloochend. Het beweerde dat de regeering, die geen harer feitelijke bewijzen aan de betrekkelijke openbaarheid van een geheim proces mocht blootstellen, een valsch bewijsstuk noodig had om den krijgsraad te doen bijeen komen, en dat het borderel toen is vervaardigd om het proces te kunnen aanvangen, teneinde in raadkamer de geheime bewijzen te overleggen. En zelfs dat verhaal van een met de regeering bevriend blad is niet tegengesproken, een vervolging wegens laster is niet ingesteld. De herkomst van het borderel mocht zelfs niet aan den krijgsraad worden medegedeeld, het feit staat in de acte van beschuldiging vermeld. Toch scheen die herkomst zoo goed bekend, dat het eerste onderzoek, dat alleen moest loopen over de vraag of het borderel door Esterhazy was geschreven, werd gehouden, zonder dat het borderel was overgelegd. Het borderel is, naar uit de photographieën en uit de officieele rapporten blijkt, een Btnk zonder dagteekening of iets. Maar bij het verhoor liet Esterhazy zich ont vallen: Het borderel is van April en ik ben eerst in Augustus naar de manoeuvres geweest. Hoe Esterhazy wist, dat het borderel in April geschreven was, het is niet gevraagd. En terwijl de grondslag van de beschuldiging tegen Esterhazy was, dat hij het borderel zou hebben geschreven, heeft de krijgsraad, in zijn vrijsprekend vonnis, dat punt zelfs niet aan geroerd. Van die beschuldiging is Esterhazy niet vrijgesproken. Dat dit alles twijfel rechtvaardigt, is natuurlijk. Naschrift. Volgens het verslag van Le Temps luidt de voornaamste zin uit het ant woord van Méline„Ik zal het artikel van Zola aan de justitie doen toekomen (dóferer), maar ik ontveins mij niet, dat deze vervolging gezocht wordt, met het doel om de betreurens waardige agitatie in het land te doen voort duren,"

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 2