FEUILLETON. BUITENLAND. Verschillende Berichten. IN HET YADIBHÜIS TIBÖG, LAATSTE BERICHTEN. tijdpasseering voor een avond, waarin men zich eens ontspannen wil en gaarne hoort praten over alles en nog wat, en er zich niet in ver diept of al wat gezegd wordt hout snijdtkan het blijspel van Karlweis wel dienst doen. De figuur van Schöllhofer is de voornaamste en de best geteekende uit het stuk. Zij werd zeer goed weergegeven door den heer Frits Bouw meester, die ons meermalen deed denken aan Judels in Ome jongens. Zijne aardige pbilip- pica tegen de jongelui, die zich niet durven verzetten, wanneer hun ouders verlangen dat zij een engagement zullen verbreken, omdat aan een van beide kanten geen geld meer is en er dus ook van liefde geen sprake kan zijn, lokte een welverdiend applaus uit. „Zij hadden" zoo barstte hij tegen zijne dochter los „zij hadden mij dat vroeger eens moeten zeggen, dat ik met je goede moeder niet kon trouwen, en ze moesten het haar eens gezegd hebben, dat ze mij niet hebben mocht. Maar toen hadden wij elkaar nog lief, toen zongen de vogels nog, toen bloeide de lenteEn nu als we geen kanapée kunnen hebben, geen mooie kussens, geen salon, geen mooi eetser vies, dan moeten we maar niet trouwen, dan hebben we elkaar ook niet lief". Het gevolg is dan ook dat de jonge lui, die het eigenlijk ook niet zoo meendenzijn doch ter, die vrij arm heet, en haar beminde, die op het punt staat haar te verlaten; tot inkeer komen. ZjJ herinneren zich hun eerste ont moeting, en toen die wandeling en weet je dit en weet je dat nog, en het eind is dat ze aan het geld niet meer denken en elkander in de armen vliegen. Dat was een heel aardig tooneeltje Of het aan de opvatting van zijn rol lag, of aan de weinige aantrekkelijkheid daarvan, wij weten 't niet, maar de heer Erfmann voldeed ons ditmaal oneindig minder dan anders. De overige dames en heer en speelden hun rollen goedde heer Yan Waraelo had weêr een juist type geleverd, maar het grimeeren van zijn gelaat had wel iets minder sterk kunnen zijn. Van uit de zaal gezien, was die grime al te opzichtig. Het publiek was, wij hebben het gevreesd, schaars opgekomen. Het is ook een slechte tijd begin Januari en dan met een belangrijke voor stelling als die van Antigone in 't verschiet RECHTSZAKEN. Arrondmements-Bechtbank te Middelburg. Bij bevelschrift dier rechtbank is naar de openbare zitting verwezenJ. 0., oud 28 jaar, werkman, geboren te Zaaraslag, wonende te T e r n e u z e n, ter zake dat hij op 9 Novem ber 1897 ter openbare terechtzitting van voor noemde rechtbank, als getuige onder eede ge hoord in de strafzaak tegen C. van K. c. s., opzettelijk, valschelijk en in strijd met de waarheid, ten voordeele dier beklaagden, eene verklaring heeft afgelegd, omschreven in boven gemeld bevelschrift. Bij vonnis van de rechtbank te Haarlem, van 11 dézer, is het huwelijk tust#hen J. v. Wer- meskerken, notaris te Krommenie,en zijn echt- genoote S. M. C. Junius, op den eischvanden man, door scheiding van tafelen bed, wegens buitensporigheden, hoon en beleediging ont bonden, met bepaling dat de kinderen, die tot heden bij den vader zjjn verbleven, steeds bij hem zullen verblijven. Naar de N. B. Ct verneemt komt de gepens. vice-admiraal jhr Rüell zeer iu aanmerking voor minister van marine. De onlangs benoemde generaal majoor W. F. G. Snijders heeft te Breda het com mando over de 3e divisie infanterie aanvaard. Naar uit Nieuwediep gemeld wordt, zijn de proeftochten van den kruiser Zeeland, we gens averij aan de stuurmachine, tijdelijk gestaakt. Te Loon op Zand overleed, na een korte ongesteldheid, jhr mr J. B. A. J. M. Yerhijen, lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal en inspecteur van het lager onderwijs in de le inspectie. In de St. Ct. is opgenomen een overzicht van de methoden van onderzoek aan de rijks- landbouwproefetations voor het jaar 1898, NOVELLE van HANS HOFFMANN. 4, Uit het Duitsch. Lisa tag van ter zijde bedeesd naar hem op, met ee* uitdrukking van heimelijke blijdschap en zei „Als ik er iets aan doen kon om u dien zegen te verschaffen, zon ik het gaarne doen." Hij wierp een vnrigen blik op haar lief gelaat. „Gij hebt al genoeg gedaan, gij hebt een groot aandeel aan de ontdekking van my zei- ven. Ook nit uw oogen straalde my het vaderland tegen. Gy stondt voor my als een groet nit myn kindsheid. Het is my onmoge lijk te gelooven, dat gy een vreemde zyt, ooit weder vreemd kunt worden. Vergeef my mijne openhartigheid: in een uur als ik doorleef vat men de dingen tienmaal gauwer in liefde en in haaten men draagt het hart gaarne op de tong." Eensklaps ging de kamerdeur open en de meid kwam naar buiten. „Mynheer wordt wakker. Hij begint weer hardop te praten" sprak ze gejaagd. Con rad en Lise wisselden een bezorgden blik en reikten elkaar de hand. Zij beefden beiden en zagen doodsbleek. Zacht betraden zy bet ver trek en de meid bleef buiten. Lise ging het eerst naar het ledikant. De ïieke keck over haar heen met een onrer- De op te oprichten afdeeling landbouw zal, volgens het Haagsche Dagblad, niet ge vestigd worden in de bureau's van binnenland- sche zakenmaar in een afzonderlijk gebouw te 's Gravenhage, ter verkrijging waarvan reeds stappen worden gedaan. De minister van binnenlandsche zaken heeft aan Gedeputeerde Staten der provinciën als zijn verlangen kenbaar gemaakt, dat hij voortaan in de provinciale jaarverslagen wenscht opgenomen te zien een overzicht van den stand van de schulden der gemeenten en van inrich tingen door haar beheerd; alsmede eene opgav e der schulden, aangegaan by wijze van annuïteit. De begrooting over het jaar 1898 der gemeente Rotterdam bedraagt in ontvang en uitgaaf 1Ö.722,681.77Vj- Naar aanleiding van het bericht, dat het verbod van de opvoering van het drama Dreyfus te 's Hage door den burgemeester ge schied is in overleg met het ministerie van buitenlandscbe zaken, schrijft Het Vad.: Wien denkt het Dagblad met dat berichtje een dienst te bewijzen Den burgemeester, die biykbaar niet afhankelijk genoeg was om de hem opgedragen politie over de schouwburgen zelfstandig uit te oefenen? Of den minister van buitenl. zaken, die zich gemengd zou hebben in een zaak, die niet tot zyn competentie be hoort Intusschen komt het bericht ons eenigszins twijfelachtig voor. Althans nit goede bron ver nemen wy, dat de Fransche legatie zich met het geval in 't geheel niet bemoeid beeft, en dan achten wij het weinig aannemelijk, dat de minister van buitenland sche zaken het zich zou hebben aangetrokken. De ondernemende uitgeversfirma Gebrs. E. en M. Cohen te Arnhem en Nymegen zendt ons van de tweede editie van VanKoetsveld's werken den bundel Fantame en Waarheid, be vattende: een drietal beelden uit mijne kin derjaren; novellen nit het groote boek dei- opvoeding uit het dorpsleven en uit de ge vangenis. Het werkje, op de gewone wijze gebonden, zal, wijl het voor een lagen prijs in den han del gebracht wordt, zeker zijn weg wel vin den onder hen die met des schryvers richting sympathiseeren. De burgemeester van Nieuwer-Amstel, de heer Van Son, heeft bij publicatie de Zondags wet ter kennis van de ingezetenen gebracht, met last zich stipteiyk naar den inhoud daar van te gedragen. De ondervinding, door den burgemeester van Haarlem het vorige jaar opgedaan, schijnt den den heer Van Son dus niet afgeschrikt te hebben. In de afgeloopen maand zijn aan het grensstation Roozendaal ontsmet 620 veewagens, tegen 840 in December 1896. Berekend a 10 stuks vee per waggon is dit een uitvoer van 6200 stuks vee naar België, ter waarde van ruim f 450,000. Twee kommiezen hebben aan de grenzen tusscben Roosendaal en Wouw 89 varkens be naderd, die men heimelijk uit België in Neder land wilde smokkelen. Voertuigen en paarden zijn mede in beslag genomen en tegen de daders is proces-verbaal opgemaakt. In hevige mate heerschen te Breda de mazelen. De ziekte is van vrij ernstigen aard. Een 5-tal kinderen bezweek er reeds aan. In het veld naby Leur is met afgesneden hals gevonden een 26-jarig meisje, dat sedert Zondag avond vermist werd. De ongelukkige had Zondag omstreeks vijf uur haar ouderlijke woning verlaten, om naar haar dienst terug te keeren, maar is daar niet meer geweest. Men vermoedt dat liefde tot deze gruweldaad heeft gedreven. Te Lage Zwalnwe werd Dinsdag middag een twintig jarige man door een toeval over vallen, terwijl hy aardappelen zat te schillen by een pot met vuur; hij viel voorover in de vuurmassa en werd zoo ernstig aan hoofd cn bovenlijf gebrand, dat zyn toestand hopeloos is. Te IJselmonde had eene alleen wonende 86jarige vrouw om zich te verwarmen een paar turfkolen in haar stoot gedaan. Misschien daardoor eenigszins bedwelmd wordende, ont dekte zij te laat dat haar kleederen vuur had den gevat. Verschrikt snelde het oudje naar buiten. Op haar hulpgeroep kwamen twee schilligen blik. Zy vroeg hem iets op vrien- delijken, zacbten toon, maar daar lette hij niet op en praatte maar steeds voor zich heen. Niettemin zei zy met een duidelijke stemIk heb hier iemand meegebracht die u gaarne zou wil len spreken. Misschien herkent gy hem, anders zal ik zeggen wie het is, en dan zal het u pleizier doen." Zij trok het gordgn een weinig op zyde. Conrad kwam dichter bij het bed en maakte een beweging als wilde hg op de kniëen val len. De zieke zag hem aan en terstond kwam er een blijde nitdrukking in zijne oogen. Hij gaf echter geen blyk van verrassing en stak kalm dc hand uit, alsof hij iemand begroette dien by gewoon was dagelijks te zien. „Daar doet ge wel aan Richard, dat gij van daag weer eens komt. Ik heb juist iets met u te bepraten, iets zeer belangrijks. Ik bedoel over mijn jongen, over Conrad. Wij hebben in lang niet over hem gepraat De jonge man ontstelde zoo hevig dat hij wankelde en iets zocht om zich aan vast te houden. Lisa ging naar hem toe en fluister de: „Hy ziet] n voor zijn broeder aan en is vergeten dat die gestorven is. Zwijg nn voor- loopig en hoor hem aan. Misschien krijgt gij later gelegenheid u bekend te maken. Ga bij hem zitten op dien stoel, dat heeft bij het liefste." Gehoorzaam nam Conrad de plaats by het bed in en de zieke vervolgde: „Ik wilde liever niet over hem spreken; daar had ik mijne redenen voor. Doch nu gg weet dat vrouwen aanloopen, die de vlammen met den meest mogelyken spoed doofden. Onmiddellijk werd geneeskundige hulp verleend doch de wonden der arme vrouw, zgn zoo verschrikke lijk, dat er weinig hoop op herstel bestaat. Te Rotterdam is in den nacht van Maan dag op Dinsdag een koffiehuishouder, die, toen hg na de sluiting zijner zaak naar huis ging, geruimen tijd door twee personen achtervolgd werd, eensklaps door een hunner verraderlijk van achteren aangevallen. De man werd ernstig verwond door een snede die, over de linkerzijde van het gelaat loopende, van het oor tot den mondhoek, door de kleederen heen in den schouder eindigde. Als vermoedelijke dader is een reiziger aangehouden. Dinsdagavond omstreeks over zevenen trad een stoker op de gasfabriek te Haarlem de woning binnen van iemand te Rotterdam, die op Oudejaarsavond met des stokers vrouw Haarlem had verlaten en thans met haar samen woonde. De stoker vond zijn vrouw in de woning, trok zyn mes en stak het haar in den rug. De vrouw liep de straat op en zakte in een; zij is naar het ziekenhuis gebracht, waar de wond onderzocht en levensgevaarlijk werd geacht. De man is gearresteerd. Uit Schoonhoven is te Rotterdam gevan kelijk binnengebracht een gehuwd man uit Lopik, die verdacht wordt van medeplichtig heid aan de misdaad, gepleegd op den man, die onder Schoonhoven gebonden aan een boom is gevonden. Omtrent de misdaad zelve wordt nader ge meld dat het slachtoffer is Arie Boef, 33 jaar ond. Men vond hem in half zittende, halflig gende houding tusschen twee knotwilligen, waaraan hij met de teenen was vastgebonden. Zijn kleeren waren doornat en zijn lichaam was door koude verstyfd. Toen hij naar de woning zijner oude moeder was overgebracht, werd onmiddellijk om een geneesheer gezon den, die echter weinig hoop gaf op herstel. Zonder tot bewustzijn te zijn gekomen, is Boef 's avonds omstreeks elf uren gestorven. Naar men verneemt, moet hij den vorigen avond met verscheidene andere personen in een herberg te Zevender zijn geweest en later te water zijn geraakt. Waarachijnlyk beeft hij uren lang onder den blooten hemel doorgebracht. Een bewoner van de Bilderdijkstraat te Amsterdam, die in beschonken toestand thuis kwam en twist zocht met zijn echtgenoote, is van de trap zijner woning gevallen, toen hij zgne vrouw met een leest wilde werpendie val had den dood tengevolge. In een huisje in de Westerstraat in die stad is het lyk gevonden van een armen schoenmaker, die reeds vóór acht dagen ten gevolge van gebrek was gestorven. De bij hem inwonende zuster werd versufd en verward opgenomen en naar het gasthuis gebracht. In den nacht van Maandag op Dinsdag is te Stiens de boerderij van Haitsma, bij wien de inbraak geschiedde, bekend uit het proces Hoogerhuis, afgebrand. De boerderij werd, behalve door Haitsma, nog door drie andere gezinnen bewoond. De bewoners zijn nauwe lijks met hun leven ontkomen. Eenige koeien en paarden en ander vee gingen in de vlam men te loor. Er is een sterk vermoeden van brandstichting. Het huis brandde aan vier hoeken te gelijk. Om half elf is een onbekend persoon van lange gedaante op het erf gezien. Haitsma was nog slechts een paar weken eige naar van de boerdery. Zaterdagavond werd te Bovenknype een serenade met ketelmuziek gebracht aan een landbouwerszoon, die te intiem met een by zijn vader inwonende dienstmeid geleefd had, maar niet genegen was met haar in 't huweiyk te treden. Ruim 400 personen namen aan de betooging deel en de meid, die zich ook in den optocht bevond, werd. met de belofte van een uitkeering ad f 150 tevreden gesteld. De Zigeuners hebben het toch gewonnen. Niettegenstaande de strenge maatregelen aan de grenzen is een bende dier lieden te Boxmeer aangekomen. Te Brussel hebben op een suikerfabriek 250 werklieden het werk gestaakt, omdat een meesterknecht werd weggezonden. Een spaarvereeniging te Brussel met 32 leden had o. a. een lot gekocht in de loterij Brussel-Zeehaven en trok den hoofdprijs van 150.000 frs. mijn dagen geteld zgn. Ja, ja het is zoo, spreek mij niet tegen. Ik ben geen kindik vrees den dood niet. Ik heb hier op aarde niets meer te verzinnen of te wenschen. Maar myn jongen ik zal hem niet meer zien en dat is ook beter. Ik zou een vreemde in hem vinden, en hij in mij een door ziekte uitgeput mensch. En ik zou niet met hem kunnen praten, zooals ik wilde en moest. Het zou mij weer naar het hoofd stygen, niet de toorn, o neen, maar iets anders men is toch de vader en hy is een kwajongen en ik kan hem toch geen vergiffenis vragen en hem gelijk geven. Daarom is het beter dat wij elkaar niet meer zien. Hij is toch bij mij en ik ben by hem. Maar met u, beste Richard, moet ik praten. Hoor mg aan. Er is nu niets meer aan te veranderen dat de bengel in zyn ongehoor zaamheid en trots van mij weggeloopen is. Maar nu zult gy iett hooren dat gij niet van mij verwacht hadt. de jongen heeft gelijk gehad. Hij heeft dapper zyn aanleg gevolgd, verstandiger bon de mensch niet handelen. Hij was een knaap maar heeft gehandeld als een man. Ik wilde dat ik het in mijn jeugd ook zoo gedaan had. Eens heb ik wel iets derge lijks gewildmaar mijn wil was niet sterk genoeg, of de omstandigheden waren mij te machtig; wij leefden toen in een veel stren- geren tijd. Ik bleef in het land en leefde net als myne vaderen geleefd hadden. In den be ginne viel het mij zwaar, want ik vond onze wereld erg afgezaagd en verroest; maar ik De Fransche Akademie van Wetenschap pen heeft aan Röntgen den prijs-La Caza (phy- siologie) toegekend. De wyno ogst in Frankrijk wordt op 32 Vi millioen hectoliters geschat ter waarde van 821 millioen frank. De Times krijgt goede berichten overjden gang van de werkzaamheden van het Panama kanaal. Te Gleiwitz kwamen twee treinen met elkander in botsing. Drie beambten werden zwaar, twee licht gekwetst. Bij het afstygen van den Rothwand aan de Schliersee in Zuid-Beieren is een dezer dagen weder een reiziger verongelukt. Het was de ingenieur Max Egolf uit Miinchen, die dezen in den winter zeer gevaarlijken tocht ondernam. Hij gleed uit en viel van 200 meter hoogte, waarby hy doodelijk gekwetst werd en in het meer stortte. Vijf heeren en een dame wandelden in den omtrek van Athene, toen de dame door twee knapen werd lastig gevallen. Daarvoor door de heeren tot de orde geroepen, vluchtte de eene, doch de andere, een 19-jarige tuinmans knecht, viel op de heeren aan en stak er drie neer. Een dezer, een advocaat uit Larissa, bleef op de plaats dood. In Klondyke is nn een nieuwe goudader ontdekt, de rykste van alle. De pest biyft te Bombay vele offers eischen. Een heden bij de regeering ontvangen officieel telegram luidt „6 Januari is de hoofdplaals van Amboina door eene aardbeving geheel verwoest. Vijftig personen dood, waaronder tien militairen. Tweehonderd personen verwond. Namen dooden en gewonden niet opgegeven." Een telegram van den overste Bijlevelt, militair commandant op Amboina, heden nit Makasser verzonden, luidt„Officieren Ambon en familie ongedeerd, ook die van het stoomschip Arend." '6 Gravenhage. De benoeming van den gep. vice-admiraal jhr Röell, tot minister van marine, gaat 15 dezer in. Morgen zal hij in handen van H. M. de Koningin-Regentes den eed afleggen. Brussel. De Belgische regeering moet voor nemens zijn de beetwortelsuiker uitvoerende landen van Europa uit te noodigen tot eene conferentie met het doel de mogelijkheid te onderzoeken van opheffing der snikerpremiën. HERIJK. Deze herijk is bepaald als volgt, voor Middelburg b. voor de gewichten, bestemd tot fijnere weging eni alzoo voor die in gebruik bij apo thekers, goud-en zilversmeden enz., den 13 en 14 Januari; c. voor de maten en gewichten, gebruikt,in fabrieken, (brood-, melk-, boter- meel-, ijzer-, gasfabrieken), werven, gestichten van liefda digheid, (wees-, arm- en gasthuizen), in open bare rijks-, provinciale- en gemeente-instellingen, (belastingen, posterijen, militaire kazerne, hos pitaal, cantine, slachterij, stadsschuur, vleesch- n&l, beëedigde graanmeters, militiematen); in dienst van openbare vervoermiddelen, (stoom boot-, spoorweg-, Van Gend en Loos-, tram-, Nederlandsche handelmaatschappij) den 18,19, 20 en 21 Januari. y erkoopingen en Verpachtingen in Zeeland. Da'urn. Plaat». Voorwerpen. Informatifo 13 Jan Middelburg, Smederij, Verhuist. 14 Middelburg, Viascbery (verp.), Secretarie. 14 Zoutelande, Hout, De Vo». 14 Biggekerlce, Hout, De Vo» 15 Middelburg, Spoeling (verpkazerne. 15 Arnemuiden, Hout, De Vo». 15 N.&SUJoogl.Hout, De Vos 15 N.&St JoobI, Huiien, De Vo;. 17 Vüaaingen, Bhkafval, De Vo». wende er aan en, zoo als het meerjgaat als wij ouder worden, en kalmer indenken en voelen, dan beschouwen wg de droomen onzer jeugd met hoogmoedigen spot, en meenen dat wij veel wijzer dan de jongere menschen zyn. Wij vin den dat wij het beste deel gekozen hebben. Zoo heb ik mg ook verzet tegen de droomen van mijn jongen, juist omdat zg zoo op de mgnen geleken. Wat ik te boven gekomen was, moest hij ook te boven komen. Maar hij was sterker en wy'zer dan ik en liet mij zitten met mijn trots. Hg was ook de zoon van mijn trots en zoo stonden wij vijandig tegenover elkander, jaar in jaar uit. In den beginne hebt gij wel getracht te bemiddelen, beste Richard, maar wy waren nog geen van beiden rijp voor de verzoening. Maar als de dood nadert, zien wy veel anders in wat lk u bidden mag, broeder, laat dat laffe snikken, dat past niet voor een man. Dus ala mijn jongen terug komt, moogt gij hem zeggen dat ik hem vergeven hebdat zal hem pleizier doen. Maar het andere moet gij hem liever niet vertellen, dat hij zoo ver standig deed met zyn dollen streek, dat zou hem hoogmoedig maken en het is toch altijd oneerbiedig voor een zoon om zich voor wijzer te houden dan zyn vader! Laat hem dns maar in den waan, dat hy een dwaasheid begaan heeft, een dwaasheid die op het allerlaatst nog niet te vergeven was. Zie zoo, dat is de hoofdzaak, die ik je te zeggen heb. Het andere is byzaak. Kyk eens: ik heb hem onterfd, en ik wil myn TE HOUDEN AANBESTEDINGEN. Dinsdag 1 Febr. Directiekeet Anna -JV/so-polder Wisse- kerke 10 u. het maken van verdedigings werken aan den oever aan de waterkeering van den polder in twee perceelen. (Raming le perc. f 73.432.30*, 2e perc. f 76.463.38). Algemeen Overzicht. 1898 is een verkiezingsjaar. Een nieuwe Rijksdag, een nieuwe Fransche kamer, een nieuwe Spaansche Cortes, daar zou men het voorloopig mee kunnen doen. Maar in België, zoo wat het eenige land waar het stelsel van gedeeltelyke aftreding nog bestaat, verwacht men een halve nieuwe kamer, en daar is al bijna evenveel over te doen als over de zooveel grootere verkiezingen in de genoemde rijken, welke een geheel nieuwe kamer verwachten. Een vruchtbaar jaar is het niet, dat de ver tegenwoordigers van onze zuiderburen achter zich hebben de wet op de vakvereenigingen was zoo wat de hoofdschotel, om welke heel wat andere deelen van het parlementair menu ter zijde werden gelaten. Wonder is het zeker, dat daartoe de wet op het gebruik van Vlaamsche taal behoort, het ontwerp Coremans De Vriendt. Toen dat door den senaat op zulk een wyze werd verminkt, dat het mooie er af was, scheen het een oogenblik dat het bloed der Vlamin gen zou gaan koken als dat der Czecben. Maar zoo erg liep het nietde agitatie be daarde al spoedig zonder dat daaruit viel af te leiden dat men de zaak vergat of uit het oog verloor. Het ontwerp der beide kamerleden, destyds met den steun der regeering aangenomen, is eenigszins gewijzigd, en naar vroeger is be paald, zou het aan de orde komen na de wet op de vakvereenigingen. En daar de Kamer nog aardig wat van de begrooting heeft af te doen, zal men nu daarmede wel haast dienen te maken. Toch betwijfelt men, of behalve dit ontwerp en de begrootingen nog andere belangrijke zaken aan de orde zullen komen. In andere landen zou men uit deferentie voor den anderen tak der volksvertegenwoordiging zeker zorgen, dat ook de nieuwe bepalingen tegen spel en weddenschap werden afgedaan. Dat ontwerp, voortgesproten uit het initia tief van den senaat, wacht al heel wat maanden op afdoening. In België is dat meer gebeurd, en zelfs is, als wg ons niet vergissen, nog niet lang geleden in herinnering gebracht, dat een ander ontwerp, dat door een der Kamers was ontworpen, spoorloos verdween. Deze weinig bemoedigende traagheid in het afdoen van zaken weerhoudt de regeering ech ter niet aan den arbeid te biy ven. Zoo wordt nu vermeld, dat de minister Nyssens de rege ling van de vergoeding wegens ongevallen bij den arbeid beeft ter hand genomen. Het H. v. A. deelt dienaangaande mede dat de minister in deze niet het voetspoor van andere landen zal volgen, maar de oplossing van het vraagstuk in een gansch andere rich ting heeft gezocht, daarbij gebruik makende van de opmerkingen, die gedaan zijn in den boezem van den hoogeren werkraad. Hy stelt, zoo zegt genoemd blad, niet voor een stelsel van verzekering tegen werkonge vallen, maar te bepalen in welke verhouding de patroon zal tusschen beide komen om den werkman schadeloos te stellen,Jdie'zou gekwetst worden terwijl hy voor zyne rekening werkt. Op die wyze is de patroon uit eigenbelang verplicht zijne waakzaamheid te verdubbelen en de voorzorgen te vermenigvuldigen, om de ongelukken zoo zeldzaam mogeiyk te maken. Geheel nieuw is deze oplossing zeker niet maar de groote vraag daarbij is, op welke wijze men zal waarborgen, dat de patroon voldoet aan de hem door deze wet op te leg gen verplichtingen. Voor den validen arbeider is het al erg ge noeg, als het bedrijf van zijn patroon door de een of andere reden achteruit gaat of wordt opgeheven. Maar voor den invalide zou zoo iets een ware ramp zijn, waartegenover waarborgen ge- testament nu niet meer veranderen. De winsten zijn nog te kostbaar voor znlk een kleinigheid. Schatten zyn het ook niet, die ik hem ont neem, alleen dit huis en dezen tuin en dat zal hij niet missenhij waardeert alleen wat hij zelf verworven heeft en gaf niets om have en goed. Maar het spyt my toch dat het ia vreem de handen moet komen en nu is het gekker dat ik niet meer weet aan wie ik het ver maakt heb. Heele maal vergeten. Ja 't is waar, aan een meisje dat mij jaren geleden in een ziekte verpleegd heeft met veel opoffering verpleegd, meer dan dat, met groote toewijding. Ik had zoo iets niet voor mogelijk gehouden na den dood mijner vrouw. Gij weet hoeveel ik van myn vrouw gehouden heber is nooit een liever, mooiere vrouw geweest. Alleen dit meisjemisschien was die nog een greintje mooier en liever, zij heeft iets over zich van de lentezon en hniselijken vrede. Ik moest haar daarom meestal mijn ruwe zijde laten zien, opdat zij niet zou mer ken hoe lief ik haar vondwant dat deugt niet voor jonge menschen, men moet de jeugd kort houden. Het gekste is dat ik niet weet wat er van haar geworden is, en ik wist ook niet waar zij van daan kwam. Ik weet haar naam zelf niet meer; maar die zal wel bl0ken uit dat testament. Zie eens Richard, nn had ik gedacht misschien staat zy u aan en wilt gij haar wel trouwen. Gy moet haar toch leeren kennen.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 2