FEUILLETON.
BUITENLAND.
Verschillende Berichten.
IN HET YADIBHÜIS TIBÖG,
LAATSTE BERICHTEN.
tijdpasseering voor een avond, waarin men zich
eens ontspannen wil en gaarne hoort praten
over alles en nog wat, en er zich niet in ver
diept of al wat gezegd wordt hout snijdtkan
het blijspel van Karlweis wel dienst doen.
De figuur van Schöllhofer is de voornaamste
en de best geteekende uit het stuk. Zij werd zeer
goed weergegeven door den heer Frits Bouw
meester, die ons meermalen deed denken aan
Judels in Ome jongens. Zijne aardige pbilip-
pica tegen de jongelui, die zich niet durven
verzetten, wanneer hun ouders verlangen dat
zij een engagement zullen verbreken, omdat
aan een van beide kanten geen geld meer is
en er dus ook van liefde geen sprake kan zijn,
lokte een welverdiend applaus uit. „Zij hadden"
zoo barstte hij tegen zijne dochter los
„zij hadden mij dat vroeger eens moeten zeggen,
dat ik met je goede moeder niet kon trouwen,
en ze moesten het haar eens gezegd hebben,
dat ze mij niet hebben mocht. Maar toen
hadden wij elkaar nog lief, toen zongen de
vogels nog, toen bloeide de lenteEn nu
als we geen kanapée kunnen hebben, geen
mooie kussens, geen salon, geen mooi eetser
vies, dan moeten we maar niet trouwen, dan
hebben we elkaar ook niet lief".
Het gevolg is dan ook dat de jonge lui, die
het eigenlijk ook niet zoo meendenzijn doch
ter, die vrij arm heet, en haar beminde, die
op het punt staat haar te verlaten; tot inkeer
komen. ZjJ herinneren zich hun eerste ont
moeting, en toen die wandeling en weet je dit
en weet je dat nog, en het eind is dat ze aan
het geld niet meer denken en elkander in de
armen vliegen.
Dat was een heel aardig tooneeltje
Of het aan de opvatting van zijn rol lag, of
aan de weinige aantrekkelijkheid daarvan, wij
weten 't niet, maar de heer Erfmann voldeed ons
ditmaal oneindig minder dan anders.
De overige dames en heer en speelden hun
rollen goedde heer Yan Waraelo had weêr
een juist type geleverd, maar het grimeeren
van zijn gelaat had wel iets minder sterk
kunnen zijn. Van uit de zaal gezien, was die
grime al te opzichtig.
Het publiek was, wij hebben het gevreesd,
schaars opgekomen. Het is ook een slechte tijd
begin Januari en dan met een belangrijke voor
stelling als die van Antigone in 't verschiet
RECHTSZAKEN.
Arrondmements-Bechtbank te Middelburg.
Bij bevelschrift dier rechtbank is naar de
openbare zitting verwezenJ. 0., oud 28 jaar,
werkman, geboren te Zaaraslag, wonende te
T e r n e u z e n, ter zake dat hij op 9 Novem
ber 1897 ter openbare terechtzitting van voor
noemde rechtbank, als getuige onder eede ge
hoord in de strafzaak tegen C. van K. c. s.,
opzettelijk, valschelijk en in strijd met de
waarheid, ten voordeele dier beklaagden, eene
verklaring heeft afgelegd, omschreven in boven
gemeld bevelschrift.
Bij vonnis van de rechtbank te Haarlem,
van 11 dézer, is het huwelijk tust#hen J. v. Wer-
meskerken, notaris te Krommenie,en zijn echt-
genoote S. M. C. Junius, op den eischvanden
man, door scheiding van tafelen bed, wegens
buitensporigheden, hoon en beleediging ont
bonden, met bepaling dat de kinderen, die tot
heden bij den vader zjjn verbleven, steeds bij
hem zullen verblijven.
Naar de N. B. Ct verneemt komt de gepens.
vice-admiraal jhr Rüell zeer iu aanmerking
voor minister van marine.
De onlangs benoemde generaal majoor
W. F. G. Snijders heeft te Breda het com
mando over de 3e divisie infanterie aanvaard.
Naar uit Nieuwediep gemeld wordt, zijn
de proeftochten van den kruiser Zeeland, we
gens averij aan de stuurmachine, tijdelijk
gestaakt.
Te Loon op Zand overleed, na een korte
ongesteldheid, jhr mr J. B. A. J. M. Yerhijen,
lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
en inspecteur van het lager onderwijs in de
le inspectie.
In de St. Ct. is opgenomen een overzicht
van de methoden van onderzoek aan de rijks-
landbouwproefetations voor het jaar 1898,
NOVELLE van HANS HOFFMANN.
4, Uit het Duitsch.
Lisa tag van ter zijde bedeesd naar hem op,
met ee* uitdrukking van heimelijke blijdschap
en zei
„Als ik er iets aan doen kon om u dien
zegen te verschaffen, zon ik het gaarne doen."
Hij wierp een vnrigen blik op haar lief gelaat.
„Gij hebt al genoeg gedaan, gij hebt een
groot aandeel aan de ontdekking van my zei-
ven. Ook nit uw oogen straalde my het
vaderland tegen. Gy stondt voor my als een
groet nit myn kindsheid. Het is my onmoge
lijk te gelooven, dat gy een vreemde zyt, ooit
weder vreemd kunt worden. Vergeef my mijne
openhartigheid: in een uur als ik doorleef vat
men de dingen tienmaal gauwer in liefde en
in haaten men draagt het hart gaarne op
de tong." Eensklaps ging de kamerdeur open
en de meid kwam naar buiten.
„Mynheer wordt wakker. Hij begint
weer hardop te praten" sprak ze gejaagd. Con
rad en Lise wisselden een bezorgden blik en
reikten elkaar de hand. Zij beefden beiden en
zagen doodsbleek. Zacht betraden zy bet ver
trek en de meid bleef buiten.
Lise ging het eerst naar het ledikant. De
ïieke keck over haar heen met een onrer-
De op te oprichten afdeeling landbouw
zal, volgens het Haagsche Dagblad, niet ge
vestigd worden in de bureau's van binnenland-
sche zakenmaar in een afzonderlijk gebouw te
's Gravenhage, ter verkrijging waarvan reeds
stappen worden gedaan.
De minister van binnenlandsche zaken
heeft aan Gedeputeerde Staten der provinciën
als zijn verlangen kenbaar gemaakt, dat hij
voortaan in de provinciale jaarverslagen wenscht
opgenomen te zien een overzicht van den stand
van de schulden der gemeenten en van inrich
tingen door haar beheerd; alsmede eene opgav e
der schulden, aangegaan by wijze van annuïteit.
De begrooting over het jaar 1898 der
gemeente Rotterdam bedraagt in ontvang en
uitgaaf 1Ö.722,681.77Vj-
Naar aanleiding van het bericht, dat het
verbod van de opvoering van het drama
Dreyfus te 's Hage door den burgemeester ge
schied is in overleg met het ministerie van
buitenlandscbe zaken, schrijft Het Vad.:
Wien denkt het Dagblad met dat berichtje
een dienst te bewijzen Den burgemeester, die
biykbaar niet afhankelijk genoeg was om de
hem opgedragen politie over de schouwburgen
zelfstandig uit te oefenen? Of den minister van
buitenl. zaken, die zich gemengd zou hebben
in een zaak, die niet tot zyn competentie be
hoort
Intusschen komt het bericht ons eenigszins
twijfelachtig voor. Althans nit goede bron ver
nemen wy, dat de Fransche legatie zich met
het geval in 't geheel niet bemoeid beeft, en
dan achten wij het weinig aannemelijk, dat de
minister van buitenland sche zaken het zich zou
hebben aangetrokken.
De ondernemende uitgeversfirma Gebrs.
E. en M. Cohen te Arnhem en Nymegen zendt
ons van de tweede editie van VanKoetsveld's
werken den bundel Fantame en Waarheid, be
vattende: een drietal beelden uit mijne kin
derjaren; novellen nit het groote boek dei-
opvoeding uit het dorpsleven en uit de ge
vangenis.
Het werkje, op de gewone wijze gebonden,
zal, wijl het voor een lagen prijs in den han
del gebracht wordt, zeker zijn weg wel vin
den onder hen die met des schryvers richting
sympathiseeren.
De burgemeester van Nieuwer-Amstel, de
heer Van Son, heeft bij publicatie de Zondags
wet ter kennis van de ingezetenen gebracht,
met last zich stipteiyk naar den inhoud daar
van te gedragen.
De ondervinding, door den burgemeester van
Haarlem het vorige jaar opgedaan, schijnt den
den heer Van Son dus niet afgeschrikt te
hebben.
In de afgeloopen maand zijn aan het
grensstation Roozendaal ontsmet 620 veewagens,
tegen 840 in December 1896. Berekend a 10
stuks vee per waggon is dit een uitvoer van
6200 stuks vee naar België, ter waarde van
ruim f 450,000.
Twee kommiezen hebben aan de grenzen
tusscben Roosendaal en Wouw 89 varkens be
naderd, die men heimelijk uit België in Neder
land wilde smokkelen. Voertuigen en paarden
zijn mede in beslag genomen en tegen de daders
is proces-verbaal opgemaakt.
In hevige mate heerschen te Breda de
mazelen. De ziekte is van vrij ernstigen aard.
Een 5-tal kinderen bezweek er reeds aan.
In het veld naby Leur is met afgesneden
hals gevonden een 26-jarig meisje, dat sedert
Zondag avond vermist werd. De ongelukkige
had Zondag omstreeks vijf uur haar ouderlijke
woning verlaten, om naar haar dienst terug te
keeren, maar is daar niet meer geweest. Men
vermoedt dat liefde tot deze gruweldaad heeft
gedreven.
Te Lage Zwalnwe werd Dinsdag middag
een twintig jarige man door een toeval over
vallen, terwijl hy aardappelen zat te schillen
by een pot met vuur; hij viel voorover in de
vuurmassa en werd zoo ernstig aan hoofd cn
bovenlijf gebrand, dat zyn toestand hopeloos is.
Te IJselmonde had eene alleen wonende
86jarige vrouw om zich te verwarmen een
paar turfkolen in haar stoot gedaan. Misschien
daardoor eenigszins bedwelmd wordende, ont
dekte zij te laat dat haar kleederen vuur had
den gevat. Verschrikt snelde het oudje naar
buiten. Op haar hulpgeroep kwamen twee
schilligen blik. Zy vroeg hem iets op vrien-
delijken, zacbten toon, maar daar lette hij niet
op en praatte maar steeds voor zich heen.
Niettemin zei zy met een duidelijke stemIk heb
hier iemand meegebracht die u gaarne zou wil
len spreken. Misschien herkent gy hem, anders
zal ik zeggen wie het is, en dan zal het u
pleizier doen."
Zij trok het gordgn een weinig op zyde.
Conrad kwam dichter bij het bed en maakte
een beweging als wilde hg op de kniëen val
len. De zieke zag hem aan en terstond kwam
er een blijde nitdrukking in zijne oogen. Hij
gaf echter geen blyk van verrassing en stak
kalm dc hand uit, alsof hij iemand begroette
dien by gewoon was dagelijks te zien.
„Daar doet ge wel aan Richard, dat gij
van daag weer eens komt. Ik heb juist iets
met u te bepraten, iets zeer belangrijks. Ik
bedoel over mijn jongen, over Conrad. Wij
hebben in lang niet over hem gepraat
De jonge man ontstelde zoo hevig dat hij
wankelde en iets zocht om zich aan vast te
houden. Lisa ging naar hem toe en fluister
de: „Hy ziet] n voor zijn broeder aan en is
vergeten dat die gestorven is. Zwijg nn voor-
loopig en hoor hem aan. Misschien krijgt gij
later gelegenheid u bekend te maken. Ga bij
hem zitten op dien stoel, dat heeft bij het
liefste."
Gehoorzaam nam Conrad de plaats by het
bed in en de zieke vervolgde: „Ik wilde
liever niet over hem spreken; daar had ik
mijne redenen voor. Doch nu gg weet dat
vrouwen aanloopen, die de vlammen met den
meest mogelyken spoed doofden. Onmiddellijk
werd geneeskundige hulp verleend doch de
wonden der arme vrouw, zgn zoo verschrikke
lijk, dat er weinig hoop op herstel bestaat.
Te Rotterdam is in den nacht van Maan
dag op Dinsdag een koffiehuishouder, die, toen
hg na de sluiting zijner zaak naar huis ging,
geruimen tijd door twee personen achtervolgd
werd, eensklaps door een hunner verraderlijk
van achteren aangevallen. De man werd
ernstig verwond door een snede die, over de
linkerzijde van het gelaat loopende, van het
oor tot den mondhoek, door de kleederen heen
in den schouder eindigde. Als vermoedelijke
dader is een reiziger aangehouden.
Dinsdagavond omstreeks over zevenen trad
een stoker op de gasfabriek te Haarlem de
woning binnen van iemand te Rotterdam, die
op Oudejaarsavond met des stokers vrouw
Haarlem had verlaten en thans met haar samen
woonde. De stoker vond zijn vrouw in de
woning, trok zyn mes en stak het haar in den
rug. De vrouw liep de straat op en zakte in
een; zij is naar het ziekenhuis gebracht, waar
de wond onderzocht en levensgevaarlijk werd
geacht. De man is gearresteerd.
Uit Schoonhoven is te Rotterdam gevan
kelijk binnengebracht een gehuwd man uit
Lopik, die verdacht wordt van medeplichtig
heid aan de misdaad, gepleegd op den man,
die onder Schoonhoven gebonden aan een boom
is gevonden.
Omtrent de misdaad zelve wordt nader ge
meld dat het slachtoffer is Arie Boef, 33 jaar
ond. Men vond hem in half zittende, halflig
gende houding tusschen twee knotwilligen,
waaraan hij met de teenen was vastgebonden.
Zijn kleeren waren doornat en zijn lichaam
was door koude verstyfd. Toen hij naar de
woning zijner oude moeder was overgebracht,
werd onmiddellijk om een geneesheer gezon
den, die echter weinig hoop gaf op herstel.
Zonder tot bewustzijn te zijn gekomen, is Boef
's avonds omstreeks elf uren gestorven. Naar
men verneemt, moet hij den vorigen avond met
verscheidene andere personen in een herberg
te Zevender zijn geweest en later te water zijn
geraakt. Waarachijnlyk beeft hij uren lang
onder den blooten hemel doorgebracht.
Een bewoner van de Bilderdijkstraat te
Amsterdam, die in beschonken toestand thuis
kwam en twist zocht met zijn echtgenoote, is
van de trap zijner woning gevallen, toen hij
zgne vrouw met een leest wilde werpendie
val had den dood tengevolge.
In een huisje in de Westerstraat in die
stad is het lyk gevonden van een armen
schoenmaker, die reeds vóór acht dagen ten
gevolge van gebrek was gestorven. De bij
hem inwonende zuster werd versufd en verward
opgenomen en naar het gasthuis gebracht.
In den nacht van Maandag op Dinsdag
is te Stiens de boerderij van Haitsma, bij wien
de inbraak geschiedde, bekend uit het proces
Hoogerhuis, afgebrand. De boerderij werd,
behalve door Haitsma, nog door drie andere
gezinnen bewoond. De bewoners zijn nauwe
lijks met hun leven ontkomen. Eenige koeien
en paarden en ander vee gingen in de vlam
men te loor. Er is een sterk vermoeden van
brandstichting. Het huis brandde aan vier
hoeken te gelijk. Om half elf is een onbekend
persoon van lange gedaante op het erf gezien.
Haitsma was nog slechts een paar weken eige
naar van de boerdery.
Zaterdagavond werd te Bovenknype een
serenade met ketelmuziek gebracht aan een
landbouwerszoon, die te intiem met een by zijn
vader inwonende dienstmeid geleefd had, maar
niet genegen was met haar in 't huweiyk te
treden. Ruim 400 personen namen aan de
betooging deel en de meid, die zich ook in den
optocht bevond, werd. met de belofte van een
uitkeering ad f 150 tevreden gesteld.
De Zigeuners hebben het toch gewonnen.
Niettegenstaande de strenge maatregelen aan
de grenzen is een bende dier lieden te Boxmeer
aangekomen.
Te Brussel hebben op een suikerfabriek
250 werklieden het werk gestaakt, omdat een
meesterknecht werd weggezonden.
Een spaarvereeniging te Brussel met 32
leden had o. a. een lot gekocht in de loterij
Brussel-Zeehaven en trok den hoofdprijs van
150.000 frs.
mijn dagen geteld zgn. Ja, ja het is zoo,
spreek mij niet tegen. Ik ben geen kindik
vrees den dood niet. Ik heb hier op aarde
niets meer te verzinnen of te wenschen. Maar
myn jongen ik zal hem niet meer zien en
dat is ook beter. Ik zou een vreemde in hem
vinden, en hij in mij een door ziekte uitgeput
mensch. En ik zou niet met hem kunnen
praten, zooals ik wilde en moest. Het zou
mij weer naar het hoofd stygen, niet de toorn,
o neen, maar iets anders men is toch de vader
en hy is een kwajongen en ik kan hem toch
geen vergiffenis vragen en hem gelijk geven.
Daarom is het beter dat wij elkaar niet meer
zien. Hij is toch bij mij en ik ben by hem.
Maar met u, beste Richard, moet ik praten.
Hoor mg aan. Er is nu niets meer aan te
veranderen dat de bengel in zyn ongehoor
zaamheid en trots van mij weggeloopen is.
Maar nu zult gy iett hooren dat gij niet van
mij verwacht hadt. de jongen heeft gelijk
gehad. Hij heeft dapper zyn aanleg gevolgd,
verstandiger bon de mensch niet handelen.
Hij was een knaap maar heeft gehandeld als
een man.
Ik wilde dat ik het in mijn jeugd ook
zoo gedaan had. Eens heb ik wel iets derge
lijks gewildmaar mijn wil was niet sterk
genoeg, of de omstandigheden waren mij te
machtig; wij leefden toen in een veel stren-
geren tijd. Ik bleef in het land en leefde net
als myne vaderen geleefd hadden. In den be
ginne viel het mij zwaar, want ik vond onze
wereld erg afgezaagd en verroest; maar ik
De Fransche Akademie van Wetenschap
pen heeft aan Röntgen den prijs-La Caza (phy-
siologie) toegekend.
De wyno ogst in Frankrijk wordt op
32 Vi millioen hectoliters geschat ter waarde
van 821 millioen frank.
De Times krijgt goede berichten overjden
gang van de werkzaamheden van het Panama
kanaal.
Te Gleiwitz kwamen twee treinen met
elkander in botsing. Drie beambten werden
zwaar, twee licht gekwetst.
Bij het afstygen van den Rothwand aan
de Schliersee in Zuid-Beieren is een dezer dagen
weder een reiziger verongelukt. Het was de
ingenieur Max Egolf uit Miinchen, die dezen in
den winter zeer gevaarlijken tocht ondernam.
Hij gleed uit en viel van 200 meter hoogte,
waarby hy doodelijk gekwetst werd en in het
meer stortte.
Vijf heeren en een dame wandelden in
den omtrek van Athene, toen de dame door
twee knapen werd lastig gevallen. Daarvoor
door de heeren tot de orde geroepen, vluchtte
de eene, doch de andere, een 19-jarige tuinmans
knecht, viel op de heeren aan en stak er drie
neer. Een dezer, een advocaat uit Larissa,
bleef op de plaats dood.
In Klondyke is nn een nieuwe goudader
ontdekt, de rykste van alle.
De pest biyft te Bombay vele offers
eischen.
Een heden bij de regeering ontvangen
officieel telegram luidt
„6 Januari is de hoofdplaals van Amboina
door eene aardbeving geheel verwoest. Vijftig
personen dood, waaronder tien militairen.
Tweehonderd personen verwond. Namen
dooden en gewonden niet opgegeven."
Een telegram van den overste Bijlevelt,
militair commandant op Amboina, heden nit
Makasser verzonden, luidt„Officieren Ambon
en familie ongedeerd, ook die van het
stoomschip Arend."
'6 Gravenhage. De benoeming van den
gep. vice-admiraal jhr Röell, tot minister van
marine, gaat 15 dezer in.
Morgen zal hij in handen van H. M. de
Koningin-Regentes den eed afleggen.
Brussel. De Belgische regeering moet voor
nemens zijn de beetwortelsuiker uitvoerende
landen van Europa uit te noodigen tot eene
conferentie met het doel de mogelijkheid te
onderzoeken van opheffing der snikerpremiën.
HERIJK.
Deze herijk is bepaald als volgt, voor
Middelburg
b. voor de gewichten, bestemd tot fijnere
weging eni alzoo voor die in gebruik bij apo
thekers, goud-en zilversmeden enz., den 13 en
14 Januari;
c. voor de maten en gewichten, gebruikt,in
fabrieken, (brood-, melk-, boter- meel-, ijzer-,
gasfabrieken), werven, gestichten van liefda
digheid, (wees-, arm- en gasthuizen), in open
bare rijks-, provinciale- en gemeente-instellingen,
(belastingen, posterijen, militaire kazerne, hos
pitaal, cantine, slachterij, stadsschuur, vleesch-
n&l, beëedigde graanmeters, militiematen); in
dienst van openbare vervoermiddelen, (stoom
boot-, spoorweg-, Van Gend en Loos-, tram-,
Nederlandsche handelmaatschappij) den 18,19,
20 en 21 Januari.
y
erkoopingen en Verpachtingen in Zeeland.
Da'urn. Plaat». Voorwerpen. Informatifo
13 Jan Middelburg, Smederij, Verhuist.
14 Middelburg, Viascbery (verp.), Secretarie.
14 Zoutelande, Hout, De Vo».
14 Biggekerlce, Hout, De Vo»
15 Middelburg, Spoeling (verpkazerne.
15 Arnemuiden, Hout, De Vo».
15 N.&SUJoogl.Hout, De Vos
15 N.&St JoobI, Huiien, De Vo;.
17 Vüaaingen, Bhkafval, De Vo».
wende er aan en, zoo als het meerjgaat als wij
ouder worden, en kalmer indenken en voelen,
dan beschouwen wg de droomen onzer jeugd
met hoogmoedigen spot, en meenen dat wij veel
wijzer dan de jongere menschen zyn. Wij vin
den dat wij het beste deel gekozen hebben.
Zoo heb ik mg ook verzet tegen de droomen
van mijn jongen, juist omdat zg zoo op de
mgnen geleken. Wat ik te boven gekomen
was, moest hij ook te boven komen.
Maar hij was sterker en wy'zer dan ik
en liet mij zitten met mijn trots. Hg was
ook de zoon van mijn trots en zoo stonden
wij vijandig tegenover elkander, jaar in jaar
uit. In den beginne hebt gij wel getracht te
bemiddelen, beste Richard, maar wy waren
nog geen van beiden rijp voor de verzoening.
Maar als de dood nadert, zien wy veel anders
in wat lk u bidden mag, broeder, laat dat
laffe snikken, dat past niet voor een man.
Dus ala mijn jongen terug komt, moogt
gij hem zeggen dat ik hem vergeven hebdat
zal hem pleizier doen. Maar het andere moet
gij hem liever niet vertellen, dat hij zoo ver
standig deed met zyn dollen streek, dat zou
hem hoogmoedig maken en het is toch altijd
oneerbiedig voor een zoon om zich voor wijzer
te houden dan zyn vader! Laat hem dns maar
in den waan, dat hy een dwaasheid begaan
heeft, een dwaasheid die op het allerlaatst nog
niet te vergeven was.
Zie zoo, dat is de hoofdzaak, die ik je
te zeggen heb. Het andere is byzaak. Kyk
eens: ik heb hem onterfd, en ik wil myn
TE HOUDEN AANBESTEDINGEN.
Dinsdag 1 Febr.
Directiekeet Anna -JV/so-polder Wisse-
kerke 10 u. het maken van verdedigings
werken aan den oever aan de waterkeering
van den polder in twee perceelen. (Raming le
perc. f 73.432.30*, 2e perc. f 76.463.38).
Algemeen Overzicht.
1898 is een verkiezingsjaar. Een nieuwe
Rijksdag, een nieuwe Fransche kamer, een
nieuwe Spaansche Cortes, daar zou men het
voorloopig mee kunnen doen.
Maar in België, zoo wat het eenige land waar
het stelsel van gedeeltelyke aftreding nog
bestaat, verwacht men een halve nieuwe kamer,
en daar is al bijna evenveel over te doen als
over de zooveel grootere verkiezingen in de
genoemde rijken, welke een geheel nieuwe
kamer verwachten.
Een vruchtbaar jaar is het niet, dat de ver
tegenwoordigers van onze zuiderburen achter
zich hebben de wet op de vakvereenigingen
was zoo wat de hoofdschotel, om welke heel
wat andere deelen van het parlementair menu
ter zijde werden gelaten.
Wonder is het zeker, dat daartoe de wet op
het gebruik van Vlaamsche taal behoort, het
ontwerp Coremans De Vriendt.
Toen dat door den senaat op zulk een wyze
werd verminkt, dat het mooie er af was, scheen
het een oogenblik dat het bloed der Vlamin
gen zou gaan koken als dat der Czecben.
Maar zoo erg liep het nietde agitatie be
daarde al spoedig zonder dat daaruit viel
af te leiden dat men de zaak vergat of uit
het oog verloor.
Het ontwerp der beide kamerleden, destyds
met den steun der regeering aangenomen, is
eenigszins gewijzigd, en naar vroeger is be
paald, zou het aan de orde komen na de wet
op de vakvereenigingen. En daar de Kamer
nog aardig wat van de begrooting heeft af te
doen, zal men nu daarmede wel haast dienen
te maken.
Toch betwijfelt men, of behalve dit ontwerp
en de begrootingen nog andere belangrijke
zaken aan de orde zullen komen. In andere
landen zou men uit deferentie voor den anderen
tak der volksvertegenwoordiging zeker zorgen,
dat ook de nieuwe bepalingen tegen spel en
weddenschap werden afgedaan.
Dat ontwerp, voortgesproten uit het initia
tief van den senaat, wacht al heel wat maanden
op afdoening. In België is dat meer gebeurd,
en zelfs is, als wg ons niet vergissen, nog niet
lang geleden in herinnering gebracht, dat een
ander ontwerp, dat door een der Kamers was
ontworpen, spoorloos verdween.
Deze weinig bemoedigende traagheid in het
afdoen van zaken weerhoudt de regeering ech
ter niet aan den arbeid te biy ven. Zoo wordt
nu vermeld, dat de minister Nyssens de rege
ling van de vergoeding wegens ongevallen bij
den arbeid beeft ter hand genomen.
Het H. v. A. deelt dienaangaande mede dat
de minister in deze niet het voetspoor van
andere landen zal volgen, maar de oplossing
van het vraagstuk in een gansch andere rich
ting heeft gezocht, daarbij gebruik makende
van de opmerkingen, die gedaan zijn in den
boezem van den hoogeren werkraad.
Hy stelt, zoo zegt genoemd blad, niet voor
een stelsel van verzekering tegen werkonge
vallen, maar te bepalen in welke verhouding
de patroon zal tusschen beide komen om den
werkman schadeloos te stellen,Jdie'zou gekwetst
worden terwijl hy voor zyne rekening werkt.
Op die wyze is de patroon uit eigenbelang
verplicht zijne waakzaamheid te verdubbelen
en de voorzorgen te vermenigvuldigen, om de
ongelukken zoo zeldzaam mogeiyk te maken.
Geheel nieuw is deze oplossing zeker niet
maar de groote vraag daarbij is, op welke
wijze men zal waarborgen, dat de patroon
voldoet aan de hem door deze wet op te leg
gen verplichtingen.
Voor den validen arbeider is het al erg ge
noeg, als het bedrijf van zijn patroon door de
een of andere reden achteruit gaat of wordt
opgeheven.
Maar voor den invalide zou zoo iets een
ware ramp zijn, waartegenover waarborgen ge-
testament nu niet meer veranderen. De winsten
zijn nog te kostbaar voor znlk een kleinigheid.
Schatten zyn het ook niet, die ik hem ont
neem, alleen dit huis en dezen tuin en dat zal
hij niet missenhij waardeert alleen wat hij
zelf verworven heeft en gaf niets om have en
goed.
Maar het spyt my toch dat het ia vreem
de handen moet komen en nu is het gekker
dat ik niet meer weet aan wie ik het ver
maakt heb. Heele maal vergeten.
Ja 't is waar, aan een meisje dat mij
jaren geleden in een ziekte verpleegd heeft
met veel opoffering verpleegd, meer dan dat,
met groote toewijding. Ik had zoo iets niet
voor mogelijk gehouden na den dood mijner
vrouw. Gij weet hoeveel ik van myn vrouw
gehouden heber is nooit een liever, mooiere
vrouw geweest. Alleen dit meisjemisschien
was die nog een greintje mooier en liever, zij
heeft iets over zich van de lentezon en hniselijken
vrede. Ik moest haar daarom meestal mijn
ruwe zijde laten zien, opdat zij niet zou mer
ken hoe lief ik haar vondwant dat deugt
niet voor jonge menschen, men moet de jeugd
kort houden.
Het gekste is dat ik niet weet wat er
van haar geworden is, en ik wist ook niet
waar zij van daan kwam. Ik weet haar naam
zelf niet meer; maar die zal wel bl0ken uit
dat testament.
Zie eens Richard, nn had ik gedacht
misschien staat zy u aan en wilt gij haar wel
trouwen. Gy moet haar toch leeren kennen.